Nederlandse Airsoft Belangen Vereniging
1. |
Nederlandse Airsoft Belangen Vereniging
Statuten van de Nederlandse Airsoft Belangen Vereniging per 30 december 2020,
zoals deze zijn gewijzigd in de akte op 30 december 2020 verleden voor een waarnemer van mr. X.X. xxx xxx Xxxxxxx-xx Xxxx, notaris met plaats van vestiging gemeente West Betuwe, kantoorhoudende te Geldermalsen.
(Nederlandse Airsoft Belangen Vereniging)
STATUTEN
I Begrip definiëring
1. In deze statuten wordt verstaan onder:
a. Airsoftsport, sportactiviteit die recreatief of in competitieverband wordt beoefend, verdeeld in verschillende disciplines waarbij de beoefenaars gebruik maken van airsoftapparaten, die kleine biologisch afbreekbare balletjes afschieten van zes millimeter middels lucht, gas of veerdruk.
b. Airsoftsportactiviteiten, zijn activiteiten die direct in verband staan met de airsoftsport, waaronder, doch niet uitsluitend, deelname aan of het organiseren, exploiteren, faciliteren van wedstrijden, al dan niet in competitie- of toernooiverband en andere airsoftevenementen.
c. Airsoftapparaat, voorwerp dat een sprekende gelijkenis vertoont met een wapen en kleine biologisch afbreekbare balletjes afschiet van zes millimeter met een maximale schotkracht van drie en vijftiende (3,5) joule.
d. Bestuur, het orgaan als bedoeld in artikel 2:44 van het Burgerlijk Wetboek, het bestuur van de NABV.
e. Commerciële airsoft organisaties, zijn lid-organisaties met rechtspersoonlijkheid (waaronder bijvoorbeeld besloten vennootschappen) niet zijnde stichtingen of verenigingen alsmede lid-organisaties zonder rechtspersoonlijkheid (waaronder bijvoorbeeld eenmanszaken) die zich op het in artikel 2 van deze statuten gestelde doel richt, dan wel activiteiten verrichten die met dit doel samenhangen en voldoen aan de in het Huishoudelijk reglement gestelde eisen.
f. Commissie van beroep, de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak en orgaan van de NABV.
g. Erelid, een lid dat zich -uitzonderlijk- verdienstelijk heeft gemaakt voor NABV en, of de airsoftsport.
h. Functionarissen, personen die een functie binnen de NABV (gaan) uitoefenen, dan wel een functie (gaan) vervullen bij een lid-organisatie.
i. Geschillencommissie van de NABV, is het rechtsprekend orgaan van de NABV, voor zover de rechtsprekende taken niet zijn ondergebracht bij het Instituut Sportrechtspraak.
j. Gewone leden, zijn natuurlijke personen, spelers en functionarissen, die lid zijn van de NABV.
k. Instituut Sportrechtspraak, het Instituut Sportrechtspraak van de Stichting Instituut Sportrechtspraak.
l. Introducés, zijn zij die 18 jaar of ouder zijn, de airsoftsport beoefenen, maar geen lid zijn van de NABV.
m. Ledenraad, het orgaan van de leden als bedoeld in artikel 2:40 van het Burgerlijk Wetboek.
n. Langs elektronische weg, indien degene met wie wordt gecommuniceerd hiermee instemt, kunnen schriftelijke mededelingen aan respectievelijk van (organen van) de NABV geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door de (organen van de) NABV respectievelijk degene met wie wordt gecommuniceerd voor dit doel aan de degene met wie wordt gecommuniceerd respectievelijk de (organen van de) NABV bekend is gemaakt.
o. Lid-organisaties, zijn niet-commerciële airsoftorganisaties en commerciële airsoftorganisaties, die zich op het in artikel 2 van deze statuten gestelde doel richten, dan wel activiteiten, waaronder het organiseren, exploiteren of faciliteren van airsoftactiviteiten of airsoftevenementen verrichten die met dit doel samenhangen en voldoen aan de in de statuten en het in het Huishoudelijk reglement en, of Licentiereglement gestelde eisen.
p. Lid-stichting, stichting die zich op het in artikel 2 van deze statuten gestelde doel richt, dan wel activiteiten verrichten die met dit doel samenhangen en voldoet aan de in het Huishoudelijk reglement gestelde eisen.
q. Lid-vereniging, vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die zich op het in artikel 2 van deze statuten gestelde doel richt, dan wel activiteiten verricht die met dit doel samenhangen en voldoet aan de in het in het Huishoudelijk reglement gestelde eisen. Onder het begrip lid-vereniging vallen ook omni-
verenigingen met een afdeling ‘airsoft’.
r. Niet-commerciële airsoft organisaties, zijn lid-verenigingen of lid-stichtingen die zich op het in artikel 2 van deze statuten gestelde doel richt, dan wel activiteiten verrichten die met dit doel samenhangen en voldoen aan de in het Huishoudelijk reglement gestelde eisen.
s. Organisatoren, zijn zowel commerciële airsoftorganisaties als niet-commerciële airsoftorganisaties die lid zijn van de NABV, dan organisaties die met de NABV een licentieovereenkomst hebben gesloten, zogenaamde aangesloten organisaties.
t. Spelers, zijn lid-natuurlijke personen van de NABV, die minimaal achttien (18) jaar oud zijn, de doelstelling van de NABV onderschrijven en de airsoftsport beoefenen.
u. Tuchtcommissie, de tuchtcommissie van het Instituut Sportrechtspraak en orgaan van de NABV.
v. VOG, Verklaring Omtrent het Gedrag.
w. WWM, Wet Wapens en Munitie.
2. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van deze statuten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
3. Tenzij uitdrukkelijk anders blijkt, heeft een begrip dat in lid 1 is omschreven in het meervoud, met dienovereenkomstige aanpassing van de vermelde beschrijving, in het enkelvoud de betekenis als in lid 1 is omschreven. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor een begrip dat in lid 1 is omschreven in het enkelvoud.
4. Met verwijzingen in deze statuten naar 'hij' wordt tevens bedoeld te verwijzen naar 'zij'. Met verwijzingen in deze statuten naar 'hem' wordt tevens bedoeld te verwijzen naar 'haar'. Met verwijzingen in deze statuten naar 'zijn' – anders dan als werkwoord(svorm) – wordt tevens bedoeld te verwijzen naar 'haar'.
II Algemene bepalingen
Artikel 1 Naam en zetel
1 De vereniging draagt de naam: Nederlandse Airsoft Belangen Vereniging
De vereniging wordt in deze statuten verder aangeduid met: NABV
2. De NABV gebruikt ook de naam: Nederlandse Airsoft Sportbond
3. De NABV heeft haar zetel in de gemeente West Betuwe.
Artikel 2 Doel
1. De NABV stelt zich ten doel:
a. Het op een veilige wijze (doen) beoefenen van de airsoftsport en het (doen) bevorderen van de airsoftsport in alle verschijningsvormen;
b. Alles te doen dat tot dit doel bevorderlijk kan zijn. In de ruimste zin van het woord.
2. De NABV tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. het behartigen van de belangen van de leden die de airsoftsport beoefenen;
b. het opstellen van reglementen en het handhaven daarvan;
c. het promoten van de airsoftsport;
d. het organiseren van airsoftwedstrijden en airsoftevenementen, al dan niet in competitie- of toernooiverband. Waarbij de voorschriften van de ter zake bestaande wettelijke en eventuele plaatselijke verordeningen in acht worden genomen;
e. het onder auspiciën van de NABV doen organiseren van wedstrijden, al dan niet in competitie- of toernooiverband. Waarbij de voorschriften van de ter zake bestaande wettelijke en eventuele plaatselijke verordeningen in acht worden genomen;
f. het begeleiden en organiseren van airsoftactiviteiten;
g. het zoveel mogelijk onder deskundige leiding (doen) organiseren van trainingen in de airsoftsport;
h. het vertegenwoordigen van de airsoftsport in Nederland bij een internationale airsoftsportfederatie en, of andere organisatie(s) op dit gebied.
Artikel 3 Rechtsbevoegdheid en organen
1. De NABV bezit volledige rechtsbevoegdheid en is aangegaan voor onbepaalde tijd. De NABV wordt geleid door het bestuur dat verantwoording verschuldigd is aan de Ledenraad.
2. Organen van de NABV zijn:
x. xx Xxxxxxxxx;
b. het bestuur;
c. de tuchtcommissie van het Instituut Sportrechtspraak;
d. de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak;
e. de aanklager van het Instituut Sportrechtspraak;
f. de geschillencommissie van de NABV;
g. de platformraad airsoftorganisaties;
h. en, alle overige personen en commissies die krachtens de statuten door de Xxxxxxxxx zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie door de Xxxxxxxxx beslissingsbevoegdheid wordt toegekend.
3. De organen van de NABV bezitten geen rechtspersoonlijkheid.
Artikel 4 Verenigingsjaar
Het verenigingsjaar, tevens boekjaar, is gelijk aan het kalenderjaar.
III Leden Artikel 5 Leden
1. De NABV kent als lid:
a. Gewone leden;
i. Spelers;
ii Functionarissen.
b. Lid-organisaties;
c. Ereleden.
2. Spelers zijn in deze statuten personen die 18 jaar of ouder zijn en de airsoftsport beoefenen.
3. Functionarissen zijn zij die een functie binnen de NABV (gaan) uitoefenen, dan wel een functie (gaan) vervullen bij een lid-organisatie, voor zover het gaat om een airsoft-gerelateerde functie. Het gaat dan, doch niet uitsluitend, om de functie van bestuurder, vrijwilliger, official, marshall.
4. Wanneer een functionaris tevens speler is, wordt hij aangemerkt als speler.
5. Lid-organisaties zijn: niet-commerciële airsoftorganisaties en commerciële airsoftorganisaties, die zich op het in artikel 2 van deze statuten gestelde doel richten, dan wel activiteiten, waaronder het organiseren, exploiteren of faciliteren van airsoftactiviteiten of airsoftevenementen verrichten die met dit doel samenhangen en voldoen aan de in de statuten en het in het Huishoudelijk reglement en, of Licentiereglement gestelde eisen.
6. Ereleden: De Ledenraad kan, al dan niet op voordracht van het bestuur, een lid dat zich – uitzonderlijk – verdienstelijk heeft gemaakt voor de NABV en, of de airsoftsport het predicaat ‘erelid’ verlenen.
7. Ereleden hebben toegang tot de Ledenraad en -na toestemming van de voorzitter- spreekrecht. Ereleden hebben adviesrecht ten aanzien van alle zaken betreffende de NABV. Dit advies is gericht aan het bestuur.
8. Ereleden zijn vrijgesteld van het betalen van contributie.
Artikel 6 Toelating leden
1. Alle leden dienen voor toelating tot het lidmaatschap aan de in de statuten en het Huishoudelijk reglement gestelde eisen te voldoen.
2. Het bestuur van de NABV beslist over de toelating tot de NABV na onderzocht te hebben of aan de toelatingseisen is voldaan.
3. Niet tot de NABV worden toegelaten die personen ten aanzien waarvan feiten of gedragingen bekend zijn, die de belangen van de NABV – kunnen – schaden.
4. Niet tot de NABV worden toegelaten die organisaties ten aanzien waarvan feiten of gedragingen van bestuurders of leden bekend zijn, die de belangen van de NABV - kunnen- schaden.
5. Lidmaatschap kan -onder meer- worden geweigerd wanneer het op grond van de verkregen indruk, informatie of feiten of gedragingen niet verantwoord wordt geacht de organisatie of persoon als lid toe te laten. Zo worden niet tot de NABV toegelaten personen, waarbij een ‘vrees voor misbruik’ bestaat. In de betekenis dat deze personen onvoldoende betrouwbaar zijn en sprake is van een potentieel ernstige bedreiging voor de veiligheid in de samenleving.
6. Personen die het lidmaatschap aanvragen dienen minimaal achttien (18) jaar oud te zijn en zich op verzoek te legitimeren en voorts de volgende informatie te overleggen:
a. Een ingevuld formulier conform het model-NABV met algemene gegevens, een eigen verklaring en een gelijkende foto;
b. Een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) met betrekking tot het lidmaatschap van de NABV, niet ouder dan twee maanden.
7. Bij niet-toelating wordt dit schriftelijk met redenen omkleed aan betrokkene medegedeeld. In dit schrijven wordt vermeld de mogelijkheid van beroep bij de Ledenraad, binnen vier weken na de kennisgeving van niet-toelating. Het beroep moet schriftelijk worden ingediend bij het bestuur. De Ledenraad beslist in laatste instantie over de toelating.
Artikel 7 Verlenging lidmaatschap
1. De NABV zal minimaal één keer in de vier jaar, of zoveel eerder het bestuur hier aanleiding toe ziet, opnieuw aan het lid, natuurlijk persoon, verzoeken een VOG te overleggen. In de plaats van een VOG kan bij verlenging ook worden volstaan met:
a. een gewaarmerkte kopie van een geldig Verlof, zoals bedoeld in art. 28 WWM, of
b. een geldige Erkenning, zoals bedoeld in art. 9 en verder WWM, of
c. een geldige Ontheffing, zoals bedoeld in art. 4 WWM.
2. Eisen betreffende de verlenging van het lidmaatschap kunnen nader uitgewerkt worden in het Huishoudelijk reglement.
3. Bij niet-verlenging van het lidmaatschap, wordt dit schriftelijk met redenen omkleed aan betrokkene medegedeeld. In dit schrijven wordt vermeld de mogelijkheid van beroep bij de Ledenraad, binnen vier weken na de kennisgeving van de niet- verlenging. Het beroep moet schriftelijk worden ingediend bij het bestuur. De Ledenraad beslist in laatste instantie over de verlenging van het lidmaatschap.
4. Indien het gaat om niet-verlenging mag de betrokkene gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep geen lidmaatschapsrechten uitoefenen.
Artikel 8 Introducés en eisen aan de speler(s) ten aanzien van introducé(s)
1. Introducés zijn natuurlijke personen van achttien (18) jaar of ouder, die deelnemen aan airsoftsportactiviteiten, maar (nog) geen lid zijn van de NABV.
2. Een introducé moet altijd in het gezelschap zijn van een speler.
3. Individuele spelers mogen met maximaal twee introducés deelnemen aan airsoftsportactiviteiten.
4. Een lid-organisatie die bevoegdheid bezit zoals bedoeld en vereist in artikel 9 lid 1 Wet Wapens en Munitie mag met een onbeperkt aantal introducés deelnemen aan airsoftsportactiviteiten. Voorwaarde is hierbij dat de introducé als zodanig is aangewezen door de NABV en van te voren kenbaar is voor de introducé(es) tot welke lid/leden en speler(s) zij zich kunnen wenden tijdens het beoefenen van de sport. De veiligheid van de introducé(es) alsmede het toezicht op de introducé(es) dient hierbij gewaarborgd te blijven.
5. Introducés mogen maximaal aan zes (6) airsoftsportactiviteiten per jaar deelnemen.
6. De speler of lid-organisatie dient een vooraf door de NABV voorgeschreven formulier ten aanzien van de introducé(s) in te vullen.
7. De speler of lid-organisatie draagt de volledige verantwoordelijkheid voor de aanwezigheid en voor de gedragingen van de introducé(s).
8. De speler of lid-organisatie draagt er zorg voor dat de introducé zich houdt aan de verplichtingen die op de leden rusten. Indien de introducé zich hier niet aan houdt, geldt dit als een overtreding van de statuten, reglementen en, of besluiten door de speler of lid-organisatie.
9. De NABV kan nadere regels stellen in het Huishoudelijk reglement betreffende de toelating van introducés.
Artikel 9 Organisatoren
Het organiseren, exploiteren of faciliteren van airsoftsportactiviteiten, waaronder wedstrijden al dan niet in competitie- of toernooiverband en airsoftevenementen is lid- organisaties niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming van het bestuur.
Artikel 10 Ledenadministratie
1. NABV houdt een ledenadministratie bij, waarin in ieder geval zijn opgenomen:
a. De gegevens van alle lid‐organisaties;
b. De volledige namen, geboortedatum, adresgegevens, contactgegevens, VOG- verklaring en gelijkende foto van alle leden, natuurlijke personen waaronder gewone leden en ereleden.
2. Indien degene met wie wordt gecommuniceerd hiermee instemt, kunnen schriftelijke mededelingen aan respectievelijk van (organen van) de NABV geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door de (organen van de) NABV respectievelijk degene met wie wordt gecommuniceerd respectievelijk de (organen van de) NABV bekend is gemaakt.
Artikel 11 Einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van de onder artikel 5 lid 5 bedoelde lid-organisatie eindigt:
a. wanneer het lid ophoudt te bestaan;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door het bestuur namens de NABV;
d. door ontzetting (royement).
2. Het lidmaatschap van spelers, functionarissen en ereleden eindigt:
a. door overlijden;
b. door opzegging door het desbetreffende lid;
c. door opzegging door het bestuur namens de NABV;
d. door ontzetting (royement).
3. Opzegging namens de NABV geschiedt door het bestuur dat ingevolge artikel 6 lid 2 van de statuten ook bevoegd is tot toelating van het desbetreffende lid.
4. Opzegging kan in andere dan de in lid 1 en 2 genoemde situaties namens NABV, al dan niet onmiddellijk, geschieden wanneer:
a. het lid heeft opgehouden aan de in de statuten of bij reglement vermelde vereisten voor het lidmaatschap te voldoen;
b. het lid zijn verplichtingen jegens NABV niet (tijdig) nakomt;
c. het lid de belangen van de airsoftsport schaadt.
5. Het bestuur kan het lidmaatschap onmiddellijk opzeggen indien van de NABV redelijkerwijs niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren.
6. Onmiddellijke opzegging van leden, natuurlijke personen, geschiedt indien de VOG of een gewaarmerkte kopie van een geldig Verlof, zoals bedoeld in art. 28 WWM, of een
geldige Erkenning, zoals bedoeld in art. 9 en verder WWM, of een geldige Ontheffing, zoals bedoeld in art. 4 WWM niet -tijdig- wordt overlegd.
7. Van een besluit tot onmiddellijke opzegging van het lidmaatschap namens NABV staat de betrokkene, beroep open bij de Ledenraad. Bij onmiddellijke opzegging wordt dit schriftelijk met redenen omkleed aan betrokkene medegedeeld. In dit schrijven wordt vermeld de mogelijkheid van beroep bij de Ledenraad, binnen vier weken na de kennisgeving van de onmiddellijke opzegging. Het beroep moet schriftelijk worden ingediend bij het bestuur. Indien het gaat om een onmiddellijke opzegging mag het lid gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep geen lidmaatschapsrechten uitoefenen.
8. Opzegging van het lidmaatschap namens het lid of namens de NABV, met uitzondering van de onmiddellijke opzegging, is slechts mogelijk tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier (4)weken.
9. Opzegging door het lid geschiedt schriftelijk of via een door de NABV beschikbaar gesteld -elektronisch- communicatiemiddel. Bij opzegging namens de NABV dient de kennisgeving van de opzegging de reden te vermelden welke tot de opzegging leidde.
10. Behalve in het geval dat een lid heeft opgehouden te bestaan, of dat het lid is overleden, wordt een lid dat heeft opgezegd geacht nog lid te zijn tot ten hoogste het einde van het verenigingsjaar waarin is opgezegd.
11. Het lid blijft lid van de NABV zolang:
a. hij niet heeft voldaan aan zijn financiële verplichtingen ten opzichte van de NABV of zijn organen; of
b. zolang enige aangelegenheid waarbij het lid betrokken is niet is afgewikkeld, de ten uitvoerlegging van een opgelegde sanctie daarin begrepen.
Gedurende deze periode kan het betrokken lid geen rechten uitoefenen, met uitzondering van het recht om binnen de gestelde termijn in beroep te gaan, in zoverre dit volgens de statuten of reglementen mogelijk is.
12. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen één maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld.
Artikel 12 Verplichtingen van de leden
1. Alle leden van de NABV zijn verplicht:
a. De statuten, reglementen en besluiten van de NABV na te leven, waaronder de gedragscodes van de NABV;
b. Te voldoen aan de (toelatings)eisen van de organen van de NABV; zoals aangegeven in de wet, statuten en het Huishoudelijk reglement.
c. De belangen van de NABV en/of van haar organen en/of van de airsoftsport in het algemeen niet te schaden;
d. Aan de financiële verplichtingen te voldoen. Leden kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld;
e. Alle verplichtingen, welke de NABV in naam van haar leden aangaat of welke uit het lidmaatschap van de NABV voortvloeien, te aanvaarden en na te komen. Tot deze verplichtingen behoort onder meer het aanvaarden en nakomen van door de NABV, mede namens zijn leden, aangegane verplichtingen jegens één of meer derden, aangaande ongevallenverzekering, aansprakelijkheidsverzekering, sponsoring, alsmede de verkoop en/of exploitatie van televisie- en/of radio-
opnamen en/of uitzendrechten via welk communicatiemiddel dan ook (waaronder in elk geval begrepen via internet);
f. Te allen tijde en zonder enig voorbehoud volledig de toepasselijkheid van de overeengekomen reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting van de NABV te aanvaarden. De verplichting om bedoelde reglementen te aanvaarden en na te komen geldt voor de leden tevens als een verplichting in de zin van artikel 27 van Boek 2 respectievelijk als een verbintenis van de leden in de zin van artikel 34a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
g. Voor de duur van hun lidmaatschap van de NABV de door de NABV in de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak aangegane verplichtingen te aanvaarden, alsmede voor de duur na de beëindiging van hun lidmaatschap van de NABV wanneer zij alsdan betrokken zijn bij een bij het Instituut Sportrechtspraak in behandeling zijnde zaak, zulks totdat in die zaak onherroepelijk is beslist.
2. Leden, natuurlijke personen, zijn verplicht:
a. Geen symbolen, insignes of onderscheidingen te dragen met politieke, ideologische of religieuze bedoeling of oogmerk tijdens wedstrijden, competities, toernooien, evenementen en andere airsoftactiviteiten;
b. Niet in zichtbaar volledige camouflagekleding of tactische kleding te reizen naar airsoftactiviteiten. Het is alleen toegestaan in een camouflagebroek te reizen. Het dragen van een camouflage hemd, shirt e.d. is dus niet toegestaan. Dit geldt ook voor het dragen van tactische vesten en -holsters en helmen;
c. De airsoftsport te beoefenen in Nederland bij de NABV, lid-organisaties van de NABV, organisaties waarmee de NABV een licentieovereenkomst heeft gesloten dan wel bij erkenninghouders, voor zover dit redelijkerwijs verwacht mag worden van het lid;
d. Direct voor, tijdens, en direct na airsoftsportactiviteiten (waaronder het deelnemen aan wedstrijden, al dan niet in competitie- of toernooiverband en airsoftevenementen) behoorlijk te gedragen, en -onder meer- geen alcohol en, of drugs te gebruiken;
e. Ervoor te zorgen dat de door hen te spelen wedstrijden of de deelname aan andere airsoftactiviteiten ordelijk verlopen en dat de voorschriften die, door of vanwege het bestuur met betrekking tot de handhaving van de orde bij die wedstrijden mochten worden gegeven, stipt worden opgevolgd;
f. Zich tegenover elkaar, tegenover derden en tegenover de NABV te onthouden van bedrieglijke handelingen.
3. Leden, natuurlijke personen, van de NABV die één of meer airsoftapparaten voorhanden hebben dienen:
a. Actief lid te zijn en een stuk te overleggen waaruit blijkt welke activiteiten het lid in het voorgaande jaar heeft ontplooid met betrekking tot de airsoftsport;
b. Het airsoftapparaat, indien het niet direct in gebruik is, op te slaan in een deugdelijk in beginsel stationair opslag met sluitwerk;
c. Tijdens het vervoer het airsoftapparaat zodanig te hebben ingepakt dat het niet voor onmiddellijk gebruik kan worden aangewend;
d. Airsoftappara(a)t(en) te gebruiken voor airsoftactiviteiten (waaronder het deelnemen aan wedstrijden, al dan niet in competitie- of toernooiverband) en training met inachtneming van de geldende wetten en lokale verordeningen;
e. Indien het lidmaatschap eindigt, deze voor het verstrijken van het lidmaatschap, over te dragen aan een ander lid van een door de Minister erkende vereniging, dan wel uit te doen uitgaan naar een ander land met inachtneming van aldaar geldende wetten.
4. Lid-organisaties zijn verplicht:
a. Ervoor te zorgen dat hun statuten en reglementen geen bepalingen bevatten, welke in strijd zijn met de statuten en reglementen van de NABV;
b. Zich bij het organiseren van airsoftsportactiviteiten aan alle toepasselijke regelgeving en vergunningsvoorwaarden te houden;
c. Geen personen als lid toe te laten die niet tot het lidmaatschap van NABV zijn toegelaten, dus zijn geweigerd als lid van de NABV, of van wie de NABV het lidmaatschap heeft beëindigd;
d. Ervoor te zorgen dat de door hen te organiseren, faciliteren of te exploiteren airsoftwedstrijden en airsoftevenementen ordelijk verlopen;
e. De statuten en reglementen in acht te nemen alsmede de voorschriften die, door of vanwege het bestuur met betrekking tot de handhaving van de orde of de veiligheid bij die wedstrijden of evenementen mochten worden gegeven, stipt op te volgen.
IV Organisatie
Artikel 13 Bestuur, samenstelling en benoeming
1. Het bestuur bestaat uit ten minste vijf personen, die door de Ledenraad worden benoemd. Benoeming geschiedt uit de leden, respectievelijk uit de bestuursleden van de lid-organisaties.
2. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een penningmeester, een secretaris en minimaal nog twee overige bestuursleden aan. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester.
3. Het bestuur streeft ernaar te bestaan uit ten minste vijf (5) personen.
4. Indien het aantal bestuurders beneden het minimum gedaald is, blijft het bestuur bevoegd zolang tenminste twee (2) bestuursleden in functie zijn. Het bestuur is verplicht te bevorderen dat het bestuur zo spoedig mogelijk weer overeenkomstig deze statuten is samengesteld.
5. Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de Ledenraad, lid-organisaties, tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak en de geschillencommissie. In reglementen, zoals het bestuurs- en directiereglement kunnen nadere eisen zijn gesteld.
6. De benoeming van een bestuurslid geschiedt door de Ledenraad uit een of meer bindende voordrachten. Tot het opmaken van een voordracht zijn bevoegd zowel de Selectiecommissie bestuur als tien (10) leden.
7. De voordracht(en) worden door de Selectiecommissie bestuur gedaan aan de Ledenraad. De samenstelling en werkwijze van de Selectiecommissie bestuur staan nader uitgewerkt in het Huishoudelijk reglement.
8. De voordracht van de Selectiecommissie bestuur wordt bij de oproeping vóór de vergadering medegedeeld. Een voordracht door tien (10) of meer leden moet vóór aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
9. Aan elke voordracht kan het bindende karakter worden ontnomen door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de Ledenraad.
10. Is geen voordracht opgemaakt of besluit de Ledenraad overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de Xxxxxxxxx vrij in de keus.
11. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
Artikel 14 Zittingstermijn en einde bestuurslidmaatschap
1. De bestuurstermijn betreft een termijn van vier (4) jaar. De Ledenraad kan een bestuurslid nog tweemaal vier (4) jaar herbenoemen.
2. Een bestuurslid treedt af volgens een door het bestuur op te stellen rooster van aftreden. Het rooster van aftreden wordt kenbaar gemaakt aan de leden.
3. Indien het bestuurslidmaatschap is geëindigd, vanwege het verlopen van de onder lid 1 genoemde totale bestuurstermijn, kan een voormalig bestuurslid wederom als bestuurslid worden benoemd, na een termijn van vier (4) jaar -zogenaamde afkoelingsperiode- waarin hij, zij geen bestuursfunctie heeft vervuld.
4. Een lid van het bestuur kan te allen tijde door de Ledenraad, met twee/derde van de uitgebrachte stemmen worden ontslagen of geschorst. De Ledenraad neemt het besluit tot schorsing niet eerder dan dat het betreffende lid van het bestuur door de Xxxxxxxxx is gehoord, of daartoe in de gelegenheid is gesteld. Een schorsing die niet binnen drie (3) maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
5. Het bestuurslidmaatschap eindigt door overlijden of door vrijwillig of periodiek aftreden dan wel door ontslag.
Artikel 15 Bestuur, taken en bevoegdheden
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten en het Huishoudelijk reglement van de NABV is het bestuur belast met het besturen van de NABV.
2. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies, waarvan de leden door het bestuur worden benoemd en ontslagen.
3. Na voorafgaande goedkeuring van de Ledenraad is het bestuur bevoegd met het Instituut Sportrechtspraak een de leden bindende overeenkomst aan te gaan krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting van de NABV is opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
4. Voor het uitoefenen van de tuchtrechtspraak en voor het beslechten van geschillen sluit de NABV met het Instituut Sportrechtspraak een daartoe strekkende overeenkomst in de zin van artikel 46 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van de tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting in de NABV wordt opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak. Het bestuur doet van de overeenkomst die het met het Instituut Sportrechtspraak heeft gesloten schriftelijk mededeling aan alle leden van de NABV.
5. Het bestuur behoeft voor het wijzigen van de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak de voorafgaande goedkeuring van de Ledenraad.
6. Het bestuur is op grond van de reglementen van het Instituut Sportrechtspraak bevoegd een ordemaatregel te nemen. Deze ordemaatregelen zijn een beleidsmaatregel en geen tuchtrechtelijke straf.
Artikel 16 Vertegenwoordiging
1. Het bestuur vertegenwoordigt de NABV in en buiten rechte. De vertegenwoordigings- bevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter tezamen met een ander bestuurslid. In geval van afwezigheid van de voorzitter wordt deze vervangen door de vicevoorzitter.
2. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de Ledenraad, bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen, tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de NABV zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan slechts door de NABV een beroep worden gedaan.
3. Personen, aan wie krachtens deze statuten, hetzij krachtens volmacht vertegen- woordigingsbevoegdheid is toegekend, oefenen deze bevoegdheid niet uit dan nadat tevoren een bestuursbesluit is genomen, waarbij tot het aangaan van de betrokken rechtshandeling is besloten.
4. In die gevallen waarin de NABV een tegenstrijdig belang heeft met één of meer bestuursleden, kan de Xxxxxxxxx één of meer personen aanwijzen om de NABV te vertegenwoordigen.
Artikel 17 Het verenigingsbureau
1. Het bestuur is bevoegd over te gaan tot de instelling en instandhouding van een verenigingsbureau.
2. Het verenigingsbureau is de centrale uitvoeringsorganisatie van de vereniging alwaar ook het secretariaat is gevestigd.
3. Het verenigingsbureau is belast met het voorbereiden en uitvoeren van het door het bestuur en door de Ledenraad vastgestelde beleid, en is tevens belast met het uitvoeren van de administratie van de vereniging.
Artikel 18 Directie van het verenigingsbureau
1. De directie van het verenigingsbureau is onder toezicht van het bestuur en binnen de gestelde beleidskaders belast met de leiding over en de verantwoordelijkheid van het verenigingsbureau, de dagelijkse gang van zaken, het ondersteunen van commissies, het aanstellen, schorsen en ontslaan van medewerkers, het vaststellen van hun rechtspositie, het verrichten van alle voorkomende werkzaamheden ter realisering van de doelstellingen van de vereniging alsmede het voorbereiden en uitvoeren van besluiten van het bestuur.
2. De directie is alleen verantwoording schuldig aan het bestuur.
3. De directie van de NABV wordt gevormd door één of meer directeuren. De benoeming, de schorsing, het ontslag, alsmede de vaststelling en wijziging van de bezoldiging van de leden van de directie geschiedt door het bestuur.
4. De directie woont de vergaderingen bij van het bestuur en voert namens het bestuur secretariële werkzaamheden uit, tenzij zwaarwegende redenen zich hiertegen verzetten, bijvoorbeeld als het gaat om zaken die de directie in persoon betreffen.
5. De directie kan ook alle andere vergaderingen van organen van de NABV bijwonen, tenzij zwaarwegende redenen, dit ter beoordeling van het bestuur, zich hiertegen verzetten.
6. Aan het handelsregister van de Kamer van Koophandel wordt opgave gedaan van de volmacht krachtens welke de directeur of directeuren vertegenwoordigingsbevoegd is, zijn.
7. De directie heeft, tenzij zaken behandeld worden welke de directeur in persoon betreffen, toegang tot alle vergaderingen van het bestuur van de vereniging en kan daar in adviserende zin het woord voeren.
8. De NABV kent een directiereglement en een financieel statuut.
Artikel 19 Platform airsoftorganisaties
1. De Ledenraad kan een platform instellen en opheffen.
2. Een platform bezit geen rechtspersoonlijkheid.
3. De NABV kent het functionele platform airsoftorganisaties.
4. Lid-organisaties, daar onder begrepen zowel niet-commerciële airsoftorganisaties als commerciële airsoftorganisaties, worden door het bestuur ingedeeld bij het platform airsoftorganisaties.
5. De NABV kent een platformraad airsoftorganisaties.
6. De platformraad airsoftorganisaties bestaat uit alle bij het platform ingedeelde lid- organisaties. Elke lid-organisatie wordt in de platformraad vertegenwoordigd door één (1) afgevaardigde. Iedere lid-organisatie geeft aan de NABV aan wie namens de organisatie deelneemt aan de platformraad. Is de lid-organisatie een rechtspersoon, dan moet de lid-afgevaardigde voorzien zijn van een schriftelijke volmacht ondertekend overeenkomstig de regels tot vertegenwoordiging van de betreffende organisatie. De volmacht wordt elektronisch vastgelegd.
7. Een lid-organisatie heeft in de platformraad airsoftorganisaties één (1) stem.
8. Het platform airsoftorganisaties kent een voorzitter. Het voordragen van een voorzitter van het platform alsmede de taken en bevoegdheden van de platformraad worden in een Platformreglement vastgelegd. Het Platformreglement wordt vastgesteld en gewijzigd door de Ledenraad.
9. Besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen. Bij gelijke stemmen beslist de voorzitter. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover gestemd werd over een niet-schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
Artikel 20 Ledenraad, bijeenroeping en inhoud
1. Jaarlijks worden minimaal twee (2) Ledenraadsvergaderingen gehouden:
a. De voorjaarsvergadering die tussen 1 februari en 1 juli van het verenigingsjaar wordt gehouden;
b. De najaarsvergadering die tussen 1 september en 31 december van het verenigingsjaar wordt gehouden.
2. In de voorjaarsvergadering komen onder meer aan de orde:
a. De goedkeuring van het jaarverslag;
b. De goedkeuring van de jaarrekening;
c. De voorziening in vacatures in organen en commissies;
d. De verlening van decharge over het gevoerde beleid;
e. De verlening van decharge over het financiële beleid;
f. De begroting van het bestuur voor het lopende jaar;
g. Het voorstellen van het bestuur of de leden die zijn aangekondigd bij de bijeenroeping van de vergadering.
3. De agenda van de najaarsvergadering bevat onder meer:
h. Vaststelling van de begroting voor het komende boekjaar;
i De voorstellen van het bestuur of de leden die zijn aangekondigd bij de bijeenroeping van de vergadering;
j. De voorziening in vacatures in organen en commissies.
4. De termijn van oproeping bedraagt ten minste 14 dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
5. Het bestuur is bevoegd later ingekomen voorstellen die voorzien zijn van een toelichting en een week voor de dag van een Ledenraad langs schriftelijke of elektronische weg bij het bestuur zijn ingediend, alsmede eigen voorstellen en voorstellen van leden op de agenda te plaatsen.
6. Andere vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
7. Bij de oproeping, welke een agenda moet bevatten, worden de te behandelen onderwerpen vermeld.
8. Voorts is het bestuur op schriftelijk of elektronisch verzoek van zes (6) Ledenraadsleden verplicht tot het bijeenroepen van een Ledenraadvergadering op een termijn van niet langer dan vier (4) weken na indiening van het verzoek.
9. Indien aan het verzoek binnen veertien (14) dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan overeenkomstig lid 4 of door oproeping of bij advertentie in ten minste één (1) ter plaatse waar de NABV gevestigd is veel gelezen dagblad. De verzoekers kunnen in dat geval anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van notulen.
10. Het bestuur besluit in redelijkheid waar in Nederland de Ledenraadsvergadering wordt gehouden.
Artikel 21 Ledenraad, toegang en stemrecht
1. Toegang tot de Ledenraad hebben het bestuur, de directie, ereleden en de Ledenraad-leden van de NABV.
2. Geen toegang hebben geschorste leden en geschorste bestuursleden, met dien verstande dat een geschorst lid toegang heeft tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld en bevoegd is daarover het woord te voeren.
3. Over de toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de Ledenraad.
4. Een lid kan zich ter vergadering door een medelid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht.
5. Een lid kan daarbij slechts voor twee (2) andere leden als gevolmachtigde optreden.
Artikel 22 Samenstelling Ledenraad
1. De Ledenraad vertegenwoordigt alle leden van de NABV.
2. De Ledenraad bestaat uit dertig (30) stemgerechtigde afgevaardigden:
a. Vierentwintig (24) stemgerechtigde afgevaardigden die de gewone leden vertegenwoordigen;
b. Zes (6) stemgerechtigde afgevaardigden van het platform airsoftorganisaties die de lid-organisaties vertegenwoordigen.
3. Voor de 24 Ledenraadsleden die de gewone leden vertegenwoordigen, geldt de hiernavolgende procedure:
a. Verkiezingen voor Ledenraadsleden geschiedt door kandidaatstelling en zo nodig stemming en herstemming, met inachtneming van het Huishoudelijk reglement, waarin de selectieprocedure waaronder de selectiecriteria nader staan uitgewerkt.
b. Het bestuur stelt een selectiecommissie in die onder de verantwoordelijkheid van het bestuur voor de duur van twee jaar wordt benoemd. De samenstelling en werkwijze staan nader uitgewerkt in het Huishoudelijk reglement.
c. De selectiecommissie is belast met het voorbereiden en het opmaken van voordrachten voor de Ledenraad.
d. De selectiecommissie draagt ervoor zorg dat de voordracht(en) bijdragen aan een goede samenstelling van de Ledenraad, waardoor de Ledenraad een goede afspiegeling vormt van het ledenbestand, zowel qua spreiding over Nederland als qua beoefende speldiscipline, waarbij rekening wordt gehouden met diversiteit in brede zin en voldoende kennis en kunde aanwezig is binnen de Ledenraad.
e. De mogelijkheid tot kandidaatstelling voor de functie van afgevaardigde voor de gewone leden wordt door de selectiecommissie tijdig en uiterlijk zes (6) weken voor de vergadering waarop de (her)installatie van de afgevaardigden is geagendeerd, medegedeeld aan de gewone leden en door middel van publicatie via het officiële orgaan openbaar gemaakt, met vermelding van de datum waarop de termijn voor kandidaatstelling sluit. Kandidaatstelling geschiedt schriftelijk of langs elektronische weg.
f. De Selectiecommissie toetst alle kandidaten aan het Huishoudelijk reglement, de daarin opgenomen eisen en aan de profielschets(en) en stelt de kandidatenlijst op, die door het bestuur wordt vastgesteld.
g. Uiterlijk vier weken voor de vergadering van de Ledenraad, stuurt het bestuur de leden op basis van de kandidatenlijst een digitaal stemformulier met daarop de kandidaten in alfabetische volgorde.
h. Ieder lid mag één (1) stem uitbrengen.
i. Het bestuur stelt een kiescommissie in van drie (3) leden en benoemt daarvan de leden voor een periode van vier (4) jaar. De kiescommissie bestaat uit leden- natuurlijke personen van de NABV. De kiescommissie houdt toezicht op het proces van de Ledenraadverkiezing. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de kiescommissie, alsmede de kiesprocedure, staan nader uitgewerkt in het Huishoudelijk reglement.
4. Voor de zes (6) stemgerechtigde afgevaardigden van het platform airsoftorganisaties die de lid-organisaties vertegenwoordigen, geldt de hiernavolgende procedure:
a. Verkiezingen voor Ledenraadsleden die het platform airsoftorganisaties vertegenwoordigen geschiedt door kandidaatstelling en zo nodig stemming en herstemming, met inachtneming van het Huishoudelijk Reglement, waarin de selectieprocedure waaronder eventuele selectiecriteria nader staan uitgewerkt.
b. Afgevaardigden van het platform airsoftorganisaties worden door de desbetreffende platformraad door en uit de lid-organisaties benoemd.
c. De platformraad airsoftorganisaties is bevoegd om in totaal zes (6) afgevaardigden voor de Ledenraad te benoemen.
1. Drie afgevaardigden worden tijdens de platformraad door en uit de niet- commerciële airsoftorganisaties gekozen. De drie afgevaardigden
vertegenwoordigen de niet-commerciële airsoftorganisaties in de Ledenraad.
2. Drie afgevaardigden worden tijdens de platformraad door en uit de commerciële airsoftorganisaties gekozen en vertegenwoordigen de commerciële airsoftorganisaties in de Ledenraad.
5. De gekozen afgevaardigden hebben zitting vanaf het moment van hun (her)installatie die plaatsvindt in de vergadering waarop de (her)installatie is geagendeerd,
6. Iedere afgevaardigde komt in de Ledenraad één (1) stem toe.
7. Een kandidaat voor de functie van nieuwe afgevaardigde moet:
a. De toets aan de in dit artikel opgenomen onverenigbaarheden doorstaan zoals aangegeven in de statuten;
b. Niet als lid geschorst zijn;
c. In geval van verkiezing lid zijn en blijven zolang hij afgevaardigde is; en
d. Voldoen aan het Reglement Profielschetsen, zoals vastgesteld door de Ledenraad.
8. Een afgevaardigde kan niet tevens zijn:
a. Lid van het bestuur;
b. Lid van de tuchtcommissie van het Instituut Sportrechtspraak;
c. Lid van de beroepscommissie van het Instituut Sportrechtspraak;
d. Lid van de geschillencommissie;
e. Werknemer van de NABV;
f. Erelid;
g. Een afgevaardigde van de gewone leden kan niet tevens zijn afgevaardigde van het platform airsoftorganisaties en omgekeerd.
9. Een afgevaardigde defungeert door:
a. Overlijden;
b. Ontslag;
c. Vrijwillig aftreden;
d. Benoeming in een functie die onverenigbaar is met het zijn van afgevaardigde;
e. Het beëindigen van het lidmaatschap van de NABV.
10. De Ledenraad stelt, op voorstel van het bestuur, het Huishoudelijk reglement vast, waarin met inachtneming van het in dit artikel bepaalde, de procedure is omschreven welke in acht wordt genomen bij de samenstelling van de Ledenraad. Het Huishoudelijk reglement kan nadere regelingen bevatten met betrekking tot de inrichting en werkwijze van de Ledenraad.
11. Afgevaardigden worden voor een termijn van ten hoogste vier (4) jaar gekozen en treden af volgens een door het bestuur vast te stellen rooster van aftreden. De in een tussentijdse vacature gekozen persoon neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd verkozen.
12. Afgevaardigden zijn twee (2) keer herkiesbaar, tenzij het lidmaatschap van de Ledenraad is geëindigd.
13. Het bestuur houdt administratie van het rooster van aftreden, met inachtneming van het hiervoor bepaalde.
14. Ten minste twee (2) maanden voor het verstrijken van de zittingsperiode van die afgevaardigden die volgens het rooster van aftreden aftredend zijn, stelt het bestuur
een lijst op van eén (1) kandidaat voor elke zetel waarin dient te worden voorzien.
15. De Ledenraad kan een lid van de Ledenraad dat zich naar het oordeel van de Ledenraad niet gedraagt overeenkomstig hetgeen redelijkerwijs van een lid — van de
Ledenraad mag worden verwacht of anderszins niet naar behoren — functioneert, ontslaan bij besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen van het aantal leden van de Ledenraad.
Artikel 23 Ledenraad, voorzitterschap en notulen
1. De vergaderingen van de Ledenraad worden geleid door de voorzitter van het bestuur. Bij afwezigheid van de voorzitter, treedt een ander door het bestuur aan te wijzen bestuurder als voorzitter op. Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de Xxxxxxxxx daarin zelf.
2. Van het verhandelde in elke Ledenraad worden door de secretaris als notulist of een door het bestuur aangewezen notulist notulen opgemaakt en zo spoedig mogelijk in concept en in vertrouwelijkheid aan de Ledenraadsleden verzonden.
3. De notulen worden daarna, na vaststelling door de voorzitter en de secretaris, ter kennis van de leden gebracht.
Artikel 24 Ledenraad, besluitvorming
1. Aan de Ledenraad komen in de NABV alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
2. Het ter Ledenraadsvergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet-schriftelijk vastgelegd voorstel.
3. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de Ledenraadsvergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
4. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de Ledenraad genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
5. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
6. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming plaats. Heeft wederom niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één (1) persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee (2) personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één (1) persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee (2) personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
7. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan is het verworpen.
8. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes.
Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
9. Een eenstemmig besluit van alle leden uit de Ledenraad, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de Ledenraad.
10. Zolang in een Ledenraad alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen omtrent alle aan de orde komende onderwerpen - dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding - ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
V Rechtspraak
Artikel 25 Algemeen, Stichting Instituut Sportrechtspraak
1. ‘Stichting Instituut Sportrechtspraak’ wordt in de statuten en reglementen nader aangeduid als ‘Instituut Sportrechtspraak’ of afgekort als ‘ISR’.
2. De tuchtrechtspraak en de in dit artikel bedoelde geschillenbeslechting, waaronder begrepen mediation, zijn op alle leden van de NABV van toepassing.
3. Met betrekking tot de aan het Instituut Sportrechtspraak opgedragen tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting gelden de desbetreffende reglementen van het Instituut Sportrechtspraak als de van toepassing zijnde reglementen van de NABV, welke reglementen door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak worden vastgesteld en gewijzigd.
4. Met „Tuchtreglement”, „Tuchtreglement seksuele intimidatie”, „Tuchtreglement dopingzaken”, „Dopingreglement” en „Matchfixingreglement” worden in deze statuten en in de reglementen van de NABV het Tuchtreglement, het Tuchtreglement seksuele intimidatie, Tuchtreglement dopingzaken, het Dopingreglement en het Reglement Matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak bedoeld.
5. Op de tuchtrechtspraak van de NABV is het desbetreffende Tuchtreglement van toepassing. Op de leden is ingeval van seksuele intimidatie van toepassing het Tuchtreglement seksuele intimidatie, alsmede in dopinggevallen en het Tuchtreglement dopingzaken en het Dopingreglement, de daarvan deel uitmakende dopinglijsten, de Bijlage Dispensaties en de bijlage Whereabouts. Wanneer het Dopingreglement wordt overtreden, geschiedt de tuchtrechtspraak met inachtneming van het Tuchtreglement dopingzaken en het Dopingreglement.
6. De van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak treden in werking op de door het bestuur van de NABV met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen datum, van welke datum het bestuur aan de leden via een publicatie mededeling doet. Wijzigingen in de desbetreffende reglementen treden in werking op de door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde datum. Het bestuur doet van deze datum alsmede van de wijzigingen in een van toepassing zijnd reglement via een publicatie mededeling aan de leden. De NABV is niet bevoegd zelf een wijziging in een van toepassing zijnd reglement van het Instituut Sportrechtspraak aan te brengen.
7. Tenzij in een reglement van het Instituut Sportrechtspraak anders is bepaald, zijn de van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de leden
van de NABV van toepassing volgens de laatste, door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde versie, zoals gepubliceerd op de website van het Instituut Sportrechtspraak.
8. Wanneer een beslissing tot gevolg heeft dat een besluit nietig is of wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin aanspraak kan worden gemaakt op een gewijzigde uitslag of op het opnieuw houden van een wedstrijd en/of toernooi en/of evenement.
9. De door het Instituut Sportrechtspraak in de NABV krachtens een overeenkomst uit te oefenen tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting geschiedt in naam, ten behoeve, alsmede voor rekening en risico van de NABV. De NABV vrijwaart het Instituut Sportrechtspraak, zijn bestuursleden, zijn tuchtrechters, zijn arbiters, zijn bindend adviseurs, zijn mediators, zijn ambtelijke secretariaat, zijn juridisch secretariaat, zijn deskundigen, zijn juridisch adviseur en de aanklager voor elke aansprakelijkheid ten aanzien van zowel de door of namens het Instituut Sportrechtspraak verzorgde rechtspleging en mediations als met betrekking tot de bij de oprichting van het Instituut Sportrechtspraak en nadien gekozen en toegepaste constructie van rechtspleging door het Instituut Sportrechtspraak in NABV.
Artikel 26 Beslechting geschillen
1. Geschillen tussen leden onderling die samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de NABV kunnen naar keuze van partijen worden beslecht door:
a. arbitrage volgens het Arbitragereglement van het Instituut Sportrechtspraak;
b. bindend advies volgens het Reglement Bindend advies van het Instituut Sportrechtspraak;
c. mediation volgens het Mediationreglement van het Instituut Sportrechtspraak. Mediation is een wijze van beslechten van geschillen waarbij partijen zelf onder leiding van een onafhankelijke, door het Instituut Sportrechtspraak aangestelde mediator tot een oplossing van hun geschil komen, welke oplossing wordt vastgelegd in een partijen bindende vaststellingsovereenkomst;
2. Tenzij met betrekking tot de registratie van persoonsgegevens anders is bepaald, is er in het kader van een geschillenbeslechting sprake van een geschil wanneer een partij aan de andere betrokken partij(en) schriftelijk verklaart dat dit het geval is.
3. Het bepaalde in lid 1 vormt de grondslag voor de bevoegdheid van de arbiters, de bindend adviseurs, de mediators en andere geschillenbeslechters om een geschil tussen leden onderling te beslechten.
4. Geschillen tussen leden onderling dan wel tussen een lid en een sponsor die betrekking hebben op sponsoring, worden beslecht door arbitrage volgens het Arbitragereglement onderscheidenlijk door bindend advies volgens het Reglement Bindend advies of door mediation volgens het Mediationreglement van het Instituut Sportrechtspraak.
5. Heeft een geschil tussen een lid en de NABV betrekking op de registratie van persoonsgegevens van het lid dan wordt het geschil in eerste instantie beslecht door de NABV en in beroep door de registratiecommissie van het Instituut Sportrechtspraak.
6. In andere gevallen kan een geschil tussen een lid en de NABV niet door arbitrage, bindend advies of mediation worden beslecht maar alleen door de burgerlijke rechter, tenzij het bestuur zich bevoegd en verenigingsrechtelijk in staat acht een geschil door arbitrage, bindend advies of mediation te doen beslechten.
7. Een geschil tussen een lid en een niet-lid kan alleen ter beslechting aan het Instituut Sportrechtspraak worden voorgelegd wanneer de betrokken partijen zich hiertoe vooraf schriftelijk bereid hebben verklaard.
Artikel 27 Tuchtrechtspraak door het Instituut Sportrechtspraak
1. Wanneer in dit artikel wordt gesproken over tuchtcommissie en commissie van beroep worden de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak bedoeld.
2. De tuchtcommissie en de commissie van beroep spreken recht in naam van de NABV en hun uitspraken gelden als uitspraken van de NABV.
3. De leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep worden benoemd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak. De commissies worden bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak. Wanneer gesproken wordt over de tuchtcommissie en de commissie van beroep worden hieronder tevens begrepen hun algemeen voorzitters, kamers, kamervoorzitters alsmede het ambtelijk en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak.
4. Een uitspraak van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak is bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de NABV als voor de NABV zelf. De in lid 4 genoemde ordemaatregel van het bestuur is bindend voor de duur van die maatregel.
5. Alle leden, organen en commissies van de NABV zijn gehouden mede te werken aan het tot stand komen van een uitspraak van de tuchtcommissie en/of van de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak en zijn tevens gehouden mee te werken aan het ten uitvoerleggen van de door deze commissies en of de aanklager opgelegde straffen.
Artikel 28 Administratieve verzuimen en maatregelen
1. Als administratieve verzuimen worden aangemerkt:
a. Het niet of niet tijdig voldoen van verschuldigde gelden;
b. Het niet, niet tijdig of niet volledig indienen van door het bestuur voorgeschreven formulieren;
c. Het niet (tijdig) verschaffen van informatie en gegevens aan het bestuur of een ander orgaan of commissie van de NABV;
d. De in een reglement vermelde verzuimen, waaronder de verzuimen zoals genoemd in het Veiligheidsreglement, Wedstrijdreglement, Licentiereglement en het Huishoudelijk reglement.
2. Het bestuur is bevoegd ter zake van een administratief verzuim een administratieve maatregel te nemen.
3. Een administratieve maatregel bestaat uit het in rekening brengen van de administratiekosten.
4. Het bestuur maakt jaarlijks bekend voor welke administratieve verzuimen welke administratiekosten in rekening worden gebracht.
5. Indien de duur van een in lid 1 genoemd verzuim meer dan twee (2) weken bedraagt, is het bestuur bevoegd voor elke week of een gedeelte hiervan dat het verzuim nadien voortduurt het voor dat verzuim door het bestuur vastgestelde bedrag aan administratiekosten in rekening te brengen. Het bestuur kan onder zijn
verantwoordelijkheid het opleggen van administratiekosten mandateren aan de directie.
6. Zodra ter zake van een administratief verzuim door de betrokkene een bezwaarschrift is ingediend, is alleen de geschillencommissie bevoegd de overtreding te behandelen.
7. Indien het lid niet tijdig de verschuldigde administratiekosten heeft voldaan, geldt het verzuim tevens als een overtreding in welk geval de overtreding tuchtrechtelijk kan worden bestraft.
VI Disciplines
Artikel 29 Nieuwe discipline(s)
1. De airsoftsport bestaat uit drie disciplines:
a. Re-enactment, skirms;
b. Dynamisch, waaronder parcours; en
c. Statisch, waaronder kaart.
2. Het bestuur kan andere disciplines instellen.
3. Eenenvijftig (51) leden kunnen een aanvraag doen voor het realiseren van een nieuwe discipline.
4. Het bestuur onderzoekt de onder lid 3 genoemde aanvraag, waarbij de aanvraag binnen het wettelijk en regelgevend kader dient te vallen en zal daarnaast -onder meer- nader onderzoek instellen, naar de vraag of:
a. Een gevaar bestaat voor de openbare orde en of veiligheid;
b. Gevaar bestaat voor de persoonlijke veiligheid of veiligheid van medebeoefenaars.
c. De activiteit politiek of ideologisch is georiënteerd en, of een politieke stroming of ideologie uitdraagt;
d. De activiteit raakvlakken heeft met maatschappelijk gevoelige onderwerpen;
e. De activiteit niet in strijd is met de statuten en reglementen van de NABV, of organisaties waarmee de NABV verbonden is.
5. Het bestuur neemt binnen een termijn van acht (8) weken een schriftelijk besluit en kan deze termijn met nog eens acht (8) weken verlengen.
6. Indien de aanvraag wordt afgewezen kan een vergelijkbare aanvraag eerst na één (1) jaar opnieuw worden ingediend.
7. Indien de aanvraag wordt geaccepteerd, zal nadere regelgeving betreffende deze discipline volgen.
VII Financiën
Artikel 30 Jaarrekening en verantwoording
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de NABV zodanig aantekening te houden dat daaruit te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
2. Het bestuur brengt, behoudens verlenging van deze termijn door de Ledenraad, binnen zes (6) maanden na afloop van het verenigingsjaar op een Ledenraadsvergadering zijn jaarverslag uit en legt onder overlegging van de nodige bescheiden rekening en verantwoording af over zijn in het afgelopen kalenderjaar gevoerd bestuur. Bij gebreke hiervan kan, na afloop van de termijn, ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.
3. Voordat het bestuur de in lid 2 genoemde bescheiden aan de Ledenraadsvergadering overlegt, dienen deze bescheiden ter controle te worden voorgelegd aan een door de Ledenraad aangewezen en gecertificeerde accountant.
4. Gelijktijdig met de overlegging van de bescheiden aan de Ledenraadsvergadering dient de accountant zich uit te hebben gesproken over de getrouwheid van de stukken.
5. Het bestuur is verplicht de bescheiden als bedoeld in de leden 1 en 2 minimaal zeven (7) jaar te bewaren.
VIII Statuten en reglementen Artikel 31 Statutenwijziging
1. De statuten kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit van de Ledenraad, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat daarin wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. De oproeping met de mededeling van statutenwijziging dient ten minste drie (3) weken voorafgaand aan de ledenvergadering bekend te zijn gemaakt.
3. Zij die de oproeping tot de Ledenraad ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste veertien (14) dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel aan alle leden toezenden, de dag der oproeping en der vergadering niet meegerekend.
4. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
5. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.
Artikel 32 Reglementen
1. De organisatie, alsmede de taken en bevoegdheden van de NABV en haar organen kunnen nader worden geregeld in afzonderlijke reglementen.
2. Het Wedstrijdreglement, het Veiligheidsreglement en het Licentiereglement worden door het bestuur vastgesteld.
3. Met uitzondering van de in lid 2 bedoelde reglementen, worden reglementen vastgesteld en gewijzigd door een besluit van de Ledenraad, waartoe werd opgeroepen met de mededeling, dat aldaar vaststelling casu quo wijziging van reglementen zal worden voorgesteld.
4. Nieuwe reglementen, alsmede wijzigingen in reglementen, treden in werking op de eenentwintigste (21) dag na de dag waarop de Xxxxxxxxx het besluit tot vaststelling of wijziging van het reglement heeft genomen, tenzij anders zal worden bepaald.
5. De leden 2 en 3 van dit artikel zijn niet van toepassing voor zover het gaat om de door het Instituut Sportrechtspraak vast te stellen en krachtens overeenkomst van toepassing verklaarde reglementen. Deze reglementen kunnen alleen worden gewijzigd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak.
6. Iedere vaststelling of wijziging van de statuten, alsmede van een reglement wordt ter kennis van de leden gebracht onder vermelding van de datum van inwerkingtreding met letterlijke weergave van de tekst van aangenomen bepaling(en). Een reglement dat door het Instituut Sportrechtspraak van toepassing is verklaard of een reglement van het Instituut Sportrechtspraak dat gewijzigd is dient via een publicatie te worden medegedeeld aan alle leden.
IX Ontbinding vereffening
Artikel 33 Ontbinding, vereffening
1. De NABV wordt ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de Ledenraad, genomen met ten minste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen van de aanwezige Ledenraadsleden.
2. Het bepaalde in de leden 3 en 4 van artikel 31 is van overeenkomstige toepassing.
3. Indien bij het besluit tot ontbinding geen vereffenaars zijn aangewezen, geschiedt de vereffening door het bestuur.
4. Een eventueel batig saldo zal niet vervallen aan de leden, die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid zijn, maar aan een dan door de Ledenraad aan te wijzen doel, dat nauw verband houdt met de airsoftsport. Een besluit strekkende tot het aanwijzen van een doel voor een eventueel batig saldo geschiedt overeenkomstig het eerste lid.
5. Na ontbinding blijft de NABV voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen noodzakelijk is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de NABV uitgaan moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden 'in liquidatie'.
6. De Ledenraad benoemt de persoon onder wie de boeken en bescheiden van de ontbonden NABV na afloop van de vereffening gedurende zeven (7) jaren blijven berusten.