Convenant Klimaatadaptatie Strategie Zeeland Partijen
Convenant Klimaatadaptatie Strategie Zeeland
Partijen
1. De gemeenten Schouwen-Duiveland, Tholen, Noord-Beveland, Goes, Kapelle, Reimerswaal, Borsele, Veere, Vlissingen, Middelburg, Sluis, Terneuzen en Hulst, ten deze op grond van een daartoe strekkende machtiging rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer X.X. xxx xxx Xxx, wethouder van Schouwen-Duiveland en lid van het algemeen bestuur van de Vereniging van Zeeuwse gemeenten;
2. De Minister van Infrastructuur en Milieu, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur Netwerk Ontwikkeling Rijkswaterstaat Zee en Delta, mevrouw E.B. Alwayn, hierna te noemen 'Rijkswaterstaat'; en
3. Dagelijks bestuur van het Waterschap Scheldestromen; en
4. Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland Hierna gezamenlijk te noemen partijen.
Overwegen het volgende,
1. Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast, extreme hitte, langdurige droogte en overstromingen toe. Dat levert risico’s op voor onze economie, gezondheid en veiligheid. Het is van groot belang dat Zeeland zich aanpast aan deze veranderingen. Vanwege versnelde zeespiegelstijging is de borging van de waterveiligheid van groot belang. In het stedelijke en landelijk gebied kan daarnaast aanzienlijke schade optreden. Stortbuien en langdurige neerslag veroorzaken wateroverlast. Op andere momenten ontstaat juist droogteschade. Hitte veroorzaakt uitzettingsproblemen bij spoorwegen, bruggen en andere infrastructuur. Ook raakt hitte de gezondheid van kwetsbare mensen, zoals ouderen en jonge kinderen.
2. In de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie is afgesproken dat overheden ervoor gaan zorgen dat schade door hitte, wateroverlast, droogte en overstromingen zo min mogelijk toeneemt en letten daarop bij de aanleg van nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen, het opknappen van bestaande bebouwing, vervanging van rioleringen, groenbeheer en wegonderhoud. Hierop volgend is in het Deltaplan 2018 afgesproken dat gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk het proces van ruimtelijke adaptatie willen versnellen en intensiveren met als doel het opstellen van een klimaatadaptatiestrategie in 2020.
3. Naar aanleiding hiervan is bij partijen de wens ontstaan om de opgave gezamenlijk aan te pakken. In de Waterochtend van 28 september 2017 is afgesproken dat de ‘werkregio Zeeland’ uitvoering geeft aan het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie via een drietal stappen: het uitvoeren van klimaatstresstesten, het aangaan van een dialoog met de samenleving en het opstellen van een regionale klimaatadaptatiestrategie met een bijbehorend investeringsprogramma.
Om hier verder gezamenlijk invulling aan te geven zijn in de Waterochtend van 12 september 2018 zijn afspraken gemaakt om tot een governance structuur te komen. Tijdens de Waterochtend van 28 november 2018 hebben partijen een gezamenlijk Plan van aanpak Klimaatadaptatie Strategie Zeeland onderschreven. Hiermee geven partijen invulling aan het opstellen van een klimaatadaptatiestrategie in 2020 zoals afgesproken in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie.
4. Het Plan van aanpak zal resulteren in voorstellen voor beleidswijzigingen m.b.t. de aanpak van Klimaatadaptatie. De uiteindelijke besluitvorming hierover zal in de individuele besturen van Partijen plaatsvinden.
Komen het volgende overeen,
Artikel 1 Doel van het convenant
Het doel van dit convenant is het vastleggen van de tussen Partijen bereikte overeenstemming over het ‘Plan van aanpak Klimaatadaptatie Strategie Zeeland’, die als bijlage bij dit convenant is toegevoegd.
Partijen onderschrijven de uitgangspunten van het plan van aanpak en zullen de uitvoering bevorderen en uitgangspunten uitdragen door zich actief in te zetten voor de inhoud en het proces van het plan van aanpak en de hierin benoemde acties.
Artikel 2 Inzet partijen
1. Partijen zetten zich in om alle in het Plan van aanpak genoemde afspraken en acties ter hand te nemen, specifiek de 7 stappen uit het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie:
1) Kwetsbaarheid in beeld
2) Risicodialoog voeren (a) en strategie opstellen (b)
3) Uitvoeringsagenda opstellen.
4) Meekoppelkansen benutten
5) Stimuleren en faciliteren
6) Reguleren en borgen
7) Handelen bij calamiteiten.
2. Partijen erkennen de integrale- en thema overstijgende benadering,
3. Partijen onderschrijven de opgave waar niet alleen de overheden maar ook private partijen en burgers een belangrijke rol moeten gaan spelen. In het kader van de risicodialoog gaan Partijen in gesprek met de samenleving. Uitgangspunten:
a. Gezamenlijk aanpak
b. Zowel regionale als lokale invulling
c. Transparant en open gesprek met de samenleving
4. Partijen leveren bestuurlijke en ambtelijke inzet om-niet, tenzij anders benoemd.
Artikel 3 Overlegstructuur
1. Ten behoeve van de totstandkoming van de Klimaatadaptatie Strategie Zeeland werken partijen samen. Hiertoe wordt de ‘Waterochtend’ benut en is het ‘bestuurlijk Kernteam klimaatadaptatie’ (hierna ‘Kernteam’) opgericht.
2. In de Waterochtend hebben zitting een lid van elke ondertekenaar van dit convenant.
3. In het Kernteam hebben zitting vertegenwoordigers van twee gemeenten, waterschap Scheldestromen, SAZ+ en de provincie Zeeland.
4. De Waterochtend heeft de doelen en taken zoals verwoord in het plan van aanpak.
5. Het Kernteam heeft de doelen en taken zoals verwoord in het plan van aanpak.
6. Naast het kernteam functioneert een ambtelijk Platform klimaatadaptatie. Dit platform heeft als taak de ondersteuning van het Kernteam bij de uitvoering van hun taken.
Artikel 4 Financiering van de uitvoering
Partijen financieren de in het plan van aanpak Klimaatadaptatie Strategie Zeeland genoemde acties uit hun eigen middelen, tenzij zij daarover andere afspraken maken. Partijen die voorzien in de ambtelijke kernteamleden kunnen een beroep doen op de middelen Ruimtelijke Adaptatie die de Zuidwestelijke Delta beschikbaar stelt.
Artikel 5 Wijziging/opzegging van het convenant
1. Indien een partij, na inwerkingtreding van dit convenant, wijziging, aanvulling, tussentijdse beëindiging van dit convenant wenst, formuleert zij een schriftelijk voorstel daartoe. Dit voorstel wordt voorgelegd aan de Waterochtend.
2. Partijen nemen een gezamenlijk gedragen schriftelijk besluit naar aanleiding van het in het eerste lid van dit artikel bedoelde voorstel.
3. Een wijziging en het schriftelijke besluit tot instemming worden als bijlage aan het convenant gehecht.
Artikel 6 Onvoorziene omstandigheden
Bij het optreden van omstandigheden die op het tijdstip van ondertekening van dit convenant redelijkerwijze niet waren te voorzien of konden worden voorzien en die op enigerlei wijze van invloed zijn op de nakoming van dit convenant, treden partijen met elkaar in overleg. Een verzoek om overleg als bedoeld wordt door een partij schriftelijk gedaan. Het verzoek bevat een aanduiding van de bedoelde omstandigheid
Artikel 7 Afdwingbaarheid
Partijen komen overeen dat de nakoming van afspraken in dit convenant niet in rechte afdwingbaar zijn.
Artikel 8 Inwerkingtreding
Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na de dag van ondertekening door partijen.
Artikel 9 Publicatie
Partijen publiceren ieder dit convenant op hun eigen openbaar toegankelijke website.
Artikel 10 Bijlage
Als bijlage is het ‘plan van aanpak Klimaatadaptatie Strategie Zeeland’ bijgevoegd, die onverbrekelijk onderdeel van dit convenant uitmaakt.
ALDUS OVEREENGEKOMEN EN IN TWEEVOUD ONDERTEKEND TE MIDDELBURG OP 27 MAART 2019.
De Zeeuwse gemeenten,
De heer X.X. xxx xxx Xxx
De Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze,
Mevrouw E.B. Alwayn
Waterschap Scheldestromen,
Xx xxxx X. xxx Xxxxxxxxx
Xxxxxxxxx Xxxxxxx.
De heer B.J. de Reu
Plan van aanpak: Klimaatadaptatie Strategie Zeeland
Opgesteld door: Bestuurlijk kernteam Klimaatadaptatie Zeeland Versie: 08-11-2018
In 2014 is het nationale Deltaprogramma gepresenteerd, een visie van de gezamenlijke overheden in Nederland op de vraag hoe Nederland zich beschermt tegen klimaatverandering. Het Deltaprogramma is een visie voor 2050, met een doorkijk naar 2100.
Het voorkeursscenario voor de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie stelt de ruimtelijke inrichting van Nederland centraal. In 2050 moet de ruimte in ons land zodanig zijn ingericht dat we voorbereid zijn op extreme regenval, langdurige droogte, een grotere kans op hittegolven en een toename van het overstromingsrisico. Nederland dient dan voorbereid te zijn, zodat extreem weer niet tot grote schade en maatschappelijke ontwrichting leidt. Om dat doel te halen moeten in 2019 de risico’s in beeld zijn gebracht (weten) via klimaatstresstesten, dient er in 2020 een adaptatiestrategie te zijn geformuleerd en geborgd (willen), die vervolgens via concrete maatregelen wordt uitgevoerd (werken).
Op basis van de monitoring 2016 van de voortgang van het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie bleek dat in het tot dan toe gevoerde tempo de doelen van "weten, willen, werken" in 2020 en 2050 niet zouden worden gehaald. Als reactie hierop is tijdens Prinsjesdag 2017 het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie gepresenteerd. Dit Deltaplan beoogt via een 7-tal ambities de uitvoering van de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie te intensiveren en te versnellen. Aan iedere ambitie is een deadline gekoppeld en is aangegeven waar verantwoordelijkheden worden neergelegd.
Tijdens de Waterochtend van 28 september 2017 is aan de hand van een startnotitie besproken wat de gevolgen van dit Deltaplan voor Zeeland zijn. Hierin is afgesproken welke ambitie Zeeland heeft en zijn kwartiermakers aangewezen om tot een voorstel voor een governance structuur te komen. Deze stap is tijdens de Waterochtend van 12 september j.l. afgerond via het vaststellen van een governance structuur en het benoemen van 5 bestuurders die zitting nemen in een bestuurlijk kernteam. Deze structuur is beschreven in de figuur op de volgende pagina:
Het kernteam bestaat uit 4 bestuurlijke trekkers (1 per thema) en 1 bestuurlijke voorzitter.
Het totale kernteam is verantwoordelijk voor de onderlinge afstemming tussen de thema’s, overige beleidsvelden (o.a. RO, water, energie, etc.) en het doorlopen van de 7 stappen van het DPRA 2018 (incl. het opzetten van de risicodialoog en communicatie richting de samenleving). In gezamenlijkheid bereidt het kernteam voorstellen voor, die in de Waterochtend aan de orde komen.
De volgende stap in het proces is een voorstel voor een plan van aanpak, waarin wordt geschetst hoe Zeeland toewerkt naar een klimaatadaptieve samenleving in 2050. Hierin wordt beschreven wat de rollen en verantwoordelijkheden van het kernteam (en de individuele leden) zijn, wordt stilgestaan bij de rol van de Waterochtend en wordt het proces richting besluitvorming door de gemeenten, waterschap en provincie uiteen gezet.
Dit plan van aanpak start met het beschrijven van de rollen van de Waterochtend en het Kernteam en gaat vervolgens in op de 7 stappen (ambities) uit het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie:
1. Kwetsbaarheid in beeld
2. Risicodialoog voeren (a) en strategie opstellen (b)
3. Uitvoeringsagenda opstellen.
4. Meekoppelkansen benutten
5. Stimuleren en faciliteren
6. Reguleren en borgen
7. Handelen bij calamiteiten.
Per stap wordt toegelicht hoe Zeeland hieraan invulling gaat geven. Hierbij komt steeds aan de orde hoe zich dit verhoudt tot de gekozen governancestructuur. Stap 6 geeft inzicht in het besluitvormingsproces en de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van individuele bestuursorganen.
Bedacht moet worden dat we niet blanco beginnen! Overheden in Zeeland zijn al jaren geleden gestart om knelpunten die relatie hebben met klimaatverandering in beeld te brengen en daarop beleid te ontwikkelen en maatregelen uit te voeren. Het Bestuursakkoord Water en de SAZ+ zijn daar voorbeelden van. Voorliggend plan van aanpak zal waar mogelijk gebruik maken van lopende beleidsprocessen.
Waterochtend
Taken en samenstelling
Hoe Zeeland voor te bereiden op klimaatverandering is een brede en complexe opgave, die alleen via samenwerking tot een goed einde kan worden gebracht. De samenwerking krijgt vorm middels de Waterochtend, bestaande uit vertegenwoordigers namens de 13 Zeeuwse gemeenten, waterschap Scheldestromen, Rijkswaterstaat Zee en Delta en provincie Zeeland.
Taken van de Waterochtend zijn:
• Het maken van afspraken over samenwerking tussen de regionale overheden over aanpak en uitvoering van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie. Het kernteam bereidt dit voor in de vorm van voorliggend plan van aanpak. De Waterochtend bekrachtigt dit plan van aanpak en de ambitie om samen te werken door middel van een voor te bereiden intentieverklaring of convenant;
• Het doen van voorstellen aan de dagelijkse besturen van de regionale overheden over de klimaatadaptatiestrategie en de uitvoeringsagenda, de borging daarvan in het beleid van gemeenten, waterschap en provincie en de financiering van projecten voor klimaatadaptatie.
• Het kennis nemen van de resultaten van de diverse projecten voor klimaatadaptatie in Zeeland (o.a. Cool Towns, FRAMES/RAAK-projecten, meetprogramma hittestress, klimaatstresstesten, Normering Regionale Waterkeringen, Impactanalyses overstromingsrisico, quick-scan water op straat);
• Het jaarlijks rapporteren over de voortgang van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie aan de voorzitter van het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta;
Vergaderfrequentie
De Waterochtend komt 4x per jaar bijéén.
Bevoegdheden
De Waterochtend is een samenwerkingsverband, waarin vertegenwoordigers namens de regionale overheden in de werkregio Zeeland sturing geven aan en afstemming plegen bij de aanpak en uitvoering van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie.
De Waterochtend heeft geen formele bevoegdheden, met uitzondering van de bevoegdheid om jaarlijks te rapporteren aan de voorzitter van het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta over de voortgang van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie.
De kracht van dit samenwerkingsverband wordt bepaald door de adviezen die worden uitgebracht aan de diverse regionale overheden. Deze invloed wordt versterkt, indien het samenwerkingsverband er in slaagt consensus te bereiken over de uit te brengen adviezen. Het bereiken van consensus wordt gestimuleerd, indien de vertegenwoordigers in de Waterochtend over een mandaat vanuit hun organisatie beschikken.
Teneinde de regionale overheden in staat te stellen hun vertegenwoordiger van een mandaat te voorzien worden voorstellen van het bestuurlijke Kernteam klimaatadaptatie 3 weken voor de bijeenkomst van de Waterochtend verzonden.
Kernteam (bestuurlijk) klimaatadaptatie
Taken en samenstelling
Dit Kernteam vormt het “dagelijks bestuur” van de Waterochtend voor het onderwerp klimaatadaptatie. Zij bereiden onderwerpen en voorstellen voor die in de Waterochtend aan de orde komen. Gelet op de breedte van de opgaven voor klimaatadaptatie en de relaties met andere beleidsvelden (zoals ruimtelijke ordening, water, landbouw, woningbouw, zorg etc.) is het zorg dragen voor integrale voorstellen een belangrijke uitdaging voor het Kernteam.
Een tweede uitdaging wordt gevormd door de stapsgewijze aanpak die het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie kenmerkt: het vergaren van kennis, beleidsvorming, strategieontwikkeling en uitvoering. Deze stappen dienen enerzijds van elkaar te worden onderscheiden (elke stap vraagt keuzes, besluitvorming, acties), maar hebben anderzijds een directe relatie met elkaar (de samenhang dient te worden bewaakt).
Het Kernteam is gezamenlijk verantwoordelijk voor een integrale advisering over klimaatadaptatie aan de Waterochtend. Om te garanderen dat elk klimaatthema voldoende aandacht krijgt hebben 4 leden van het Kernteam, naast hun bijdrage aan een integrale voorbereiding, een specifieke verantwoordelijkheid voor één klimaatthema. Zij zorgen dat bij de kennisontwikkeling,
beleidsvorming, strategieontwikkeling en uitvoering “hun” klimaatthema evenredige aandacht krijgt. De voorzitter van het Kernteam heeft geen klimaatthema onder de hoede, maar heeft als verantwoordelijkheid om binnen het kernteam voor afstemming en coördinatie te zorgen. Indien nodig kan de voorzitter ook stimuleren en aanjagen, indien hij/zij van mening is dat een thema of onderwerp onvoldoende aandacht krijgt. Tot slot is de voorzitter verantwoordelijk voor het bewaken van de integraliteit van de adviezen die het Kernteam uitbrengt en de communicatie.
De samenstelling van het bestuurlijke Kernteam is terug te zien in het schema op pagina 2.
Vergaderfrequentie
Het bestuurlijke Kernteam klimaatadaptatie vergadert 4x tot 8x per jaar.
Taken van het Kernteam zijn:
• De gezamenlijke aansturing van de aanpak en uitvoering van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie in Zeeland – inclusief financiële afspraken - en het hiertoe voorbereiden van een samenwerkingsovereenkomst of –convenant;
• Het voorbereiden van voorstellen aan de dagelijkse besturen (via een concepttekst, mocht dat voor het onderwerp nuttig zijn) van de regionale overheden over de klimaatadaptatiestrategie en de uitvoeringsagenda en de borging daarvan in het beleid van gemeenten, waterschap en provincie;
• Het breed delen van de resultaten van de projecten voor klimaatadaptatie in Zeeland (o.a. Cool Towns, FRAMES, RAAK, meetprogramma hittestress, klimaatstresstesten, Normering Regionale Waterkeringen, Impactanalyses overstromingsrisico);
• Ingeval de uitvoering van de stappen 1 t/m 7 van dit plan van aanpak regionale financiering vergt: het adviseren van de Waterochtend over de verdeling van de kosten;
• Ingeval van het starten van nieuwe projecten voor klimaatadaptatie, die (co-)financiering vanuit de regio vereisen: het adviseren van de Waterochtend over de verdeling van de kosten van deze projecten;
• Het voorbereiden van de jaarlijks rapportage over de voortgang van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie aan de voorzitter van het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta;
• De communicatie over onderwerpen die in de Waterochtend aan de orde komen;
• Het onderhouden van een bestuurlijk netwerk op het gebied van Klimaatadaptatie, zowel regionaal als landelijk.
Platform (ambtelijk) Klimaatadaptatie
Taken en samenstelling
Het Platform ondersteunt het Kernteam bij de uitvoering van hun taken. De samenstelling van het Platform is terug te zien in het schema op pagina 1.
De betrokken overheden brengen voor de geleverde ambtelijke uren geen kosten in rekening.
Gelet op de breedte van de opgaven en de samenhang met andere beleidsvelden zijn er een aantal agendaleden, die op afroep deel kunnen nemen aan vergaderingen van het Platform, zoals:
• GGD:
• Veiligheidsregio Zeeland:
• Zuidwestelijke Delta:
• Gemeenten: (gemeente Noord-Beveland en voorzitter Xxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxx), (xxxxxxxx Xxxxxxx), (xxxxxxxx Xxxx)
• Hogeschool Zeeland:
• Rijkswaterstaat
Deze opsomming is niet uitputtend. Afhankelijk van de behoefte kunnen ook andere deskundigen worden uitgenodigd een vergadering bij te wonen of te adviseren.
Bij belangrijke onderwerpen – zoals de risico-dialoog en de adaptatiestrategie/uitvoeringsagenda – wordt het platform uitgebreid met de leden van het Ambtelijk Overleg Water. Alle gemeenten worden op deze wijze betrokken bij de voorbereiding van dit onderwerp.
Vergaderfrequentie
Het Platform klimaatadaptatie komt 1x per maand bijéén.
Taken van het Platform zijn:
• Het samenstellen van de agenda van het Kernteam;
• Het voorbereiden van agendaonderwerpen die in het Kernteam aan de orde komen;
• Het ondersteunen van de individuele leden van het Kernteam bij hun specifieke taak (de 4 klimaatthema’s en de coördinatie en afstemming);
• Het fungeren als aanspreekpunt voor de regionale overheden en onderhouden van de contacten met deze overheden;
• Het fungeren als aanspreekpunt voor en het onderhouden van de contacten met het Deltaprogramma Zuidwestelijke Delta, de Staf Deltacommissaris en het Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie.
De basis voor een klimaatadaptatiestrategie en uitvoeringsagenda is het in beeld hebben van kwetsbaarheden.
Bouwstenen kwetsbaarheden
Alle Zeeuwse gemeenten voeren een klimaatstresstest uit. Hierin wordt aangegeven wat de gevolgen van de klimaatverandering zijn op het gemeentelijke grondgebied. Elke gemeente pakt dit naar eigen inzicht op, maar besteed in ieder geval aandacht aan de gevolgen van de 4 thema’s wateroverlast, overstromingen, hitte en droogte. Vanuit al lopende beleidslijnen is voor een aantal
thema’s al veel informatie en kennis beschikbaar. De ambtelijke werkgroep klimaatstresstesten heeft een Zeeuwse Handleiding Klimaatstresstest opgesteld. Ook wisselt de werkgroep beschikbare kennis en ervaring uit op basis van eerdere stresstesten. Eind 2018 wordt vanuit het Rijk een nieuwe handreiking klimaatstresstesten aangeboden. Op basis hiervan zal de werkgroep bezien of de Zeeuwse handleiding op bijstelling vraagt voor stresstesten die de komende jaren blijvend worden uitgevoerd (zie hieronder).
Het Waterschap Scheldestromen en de provincie Zeeland voeren een eigen stresstest uit. Hier wordt ingegaan op bovenregionale aspecten zoals vitale en kwetsbare functies, regionale belangen, eigendommen (bruggen, gemalen, wegen, etc.) en eventuele witte vlekken die niet in de gemeentelijke stresstesten naar voren zijn gekomen.
De resultaten van de Impactanalyse van de Veiligheidsregio en het project Normering Regionale Waterkeringen van de provincie Zeeland zijn ook input voor het in beeld brengen van de kwetsbaarheden. Alle partijen ronden de stresstest voor de zomer 2019 uit.
Verdieping kwetsbaarheden
De stresstesten zijn een basis en een eerste inzicht van de kwetsbaarheden per organisatie. Elke organisatie is zelf aan zet op deze resultaten verder uit te diepen en te concretiseren op het desbetreffende niveau. Dit gebeurt gezamenlijk op regionaal niveau en individueel op lokaal niveau. De resultaten worden in een later stadium benut voor de strategie en uitvoeringsagenda.
Op regionaal niveau verzamelen de trekkers van de 4 thema’s de resultaten van de stresstesten. Daarnaast doen de trekkers aanvullend onderzoek per thema. Verwezen wordt naar de plannen van aanpak per thema in de bijlagen. Per thema wordt benoemd:
• Welke kwetsbaarheden breed herkend worden, veelvoorkomend zijn en/of terugkomen in meerdere regio’s / gemeenten in Zeeland;
• Welke kwetsbaarheden op Zeeuws niveau urgent zijn en welke niet (prioritering);
• Welke kwetsbaarheden eventueel nader (gezamenlijk) onderzoek vergen;
• Welke mogelijke oplossingen hiervoor voorhanden zijn;
Het kernteam is gezamenlijk verantwoordelijk voor het bundelen van de kwetsbaarheden en het eventueel combineren van bijbehorende mogelijke oplossingen en/of maatregelen.
Op lokaal niveau geven alle organisaties een vervolg aan de stresstest door:
• Verkennen welke kwetsbaarheden urgent zijn en welke niet (prioritering);
• Wat dit betekent voor de interne werkprocessen (geeft de stresstest aanleiding op nu al actie te ondernemen die geen aanvullende of bijzondere investering vragen. Denk aan eenvoudige oplossingen in de openbare ruimte, riolering, planvorming, etc.);
• Het bedrijfsleven te stimuleren ook de klimaatrisico’s voor hun eigendommen en productieprocessen in beeld te brengen, bijv. door informatie beschikbaar te stellen.
Alle organisaties delen bovengenoemde resultaten met het kernteam. Het kernteam benut deze informatie voor bovengenoemde regionale opdracht.
Deze stap wordt voor de zomer van 2019 afgerond. Hiernaast is het belangrijk om een klimaatstresstest de komende jaren te blijven herhalen. Op basis van veranderende omstandigheden of nieuwe inzichten kunnen nieuwe kwetsbaarheden of oplossingen in beeld komen.
Alle organisaties voeren elke 6 jaar een (update van een) klimaatstresstest uit.
2. Risicodialoog voeren (a) en strategie opstellen (b)
(a) Risicodialoog voeren
Maatregelen om Zeeland klimaatadaptief te maken kunnen voor 40% door de overheid worden uitgevoerd, terwijl 60% bij de samenleving (burger en bedrijfsleven) ligt. Het voeren van een dialoog met de samenleving is daarom cruciaal. De dialoog zet in op twee punten: enerzijds het vergroten van bewustwording in de samenleving en anderzijds de basis leggen voor de strategie en uitvoeringsagenda.
De risicodialoog biedt inzicht in welke kwetsbaarheden acceptabel zijn en welke om actie vragen. Concreet gaat het hier om het verschil tussen risico’s die Zeeland wil vermijden (grote schade, kans dat er slachtoffers vallen, maatschappelijke ontwrichting) en risico’s die ‘hinderlijk’ zijn (tijdelijke hinder, geen slachtoffers, geen schade). Als risico’s om actie vragen is de risicodialoog de basis voor een afweging waar deze actie thuishoort; bij de samenleving of de overheid. Ook kan de risicodialoog tot nieuwe inzichten in kwetsbaarheden of oplossingen daarvoor leiden.
Het doorlopen van de dialoog is niet een eenmalig actie. Het aanpassen aan de veranderingen van het klimaat is een meerjarig proces en zal blijvende aandacht vragen. Overheden, particulieren en bedrijven zullen niet in één jaar alle benodigde maatregelen uitvoeren. Daar hoort een éénmalige én een meerjarige aanpak bij.
De provincie neemt het initiatief voor het opzetten van een ‘werkgroep risicodialoog’. In deze werkgroep wordt een Zeeuwse aanpak voor risicodialoog uitgewerkt. In de werkgroep nemen in ieder geval gemeenten, waterschap, een afvaardiging vanuit de NME’s, en HZ plaats. Deze werkgroep wordt voorzien van deskundigheid op het gebied van strategische communicatie.
Er wordt voorzien in een verbinding tussen de werkgroep risicodialoog en het platform en de Zuidwestelijke Delta.
In de aanpak voor de risicodialoog komen in ieder geval de volgende procesmatige en inhoudelijke elementen terug:
• Een handreiking hoe verschillende dialogen op Zeeuws, deelregionaal (bv. Walcheren) en/of lokaal niveau kunnen worden opgepakt;
• Inventariseren en benutten bestaande structuren en natuurlijke momenten (herstructurering van een wijk, vervanging riolering, dorpsraden, verenigingen lokale Groenplan, Omgevingsvisies/plannen, etc.);
• Aandacht voor het bereiken van verschillende doelgroepen (burgers, bedrijfsleven, belangenorganisaties, maatschappelijke organisaties, politici);
• Benutten van de resultaten uit stap 1 (kwetsbaarheden in beeld);
• Aandacht en afweging voor de manier waarop kwetsbaarheden voorgelegd worden tijdens de discussie;
• Benoemen gewenste uitkomsten van de risicodialoog t.b.v. bruikbaarheid richting het opzetten van de strategie;
• Aandacht de mate waarin mogelijke uitkomsten een vrijblijvend of een meer verplicht karakter kunnen hebben;
• Opzetten meerjarig communicatieplan (bv. website, app, logo, Omroep Zeeland, ZB etc.);
• Verkennen gewenste bijdrage vanuit het Deltaprogramma en de NAS (bv. landelijke campagne).
Om de risicodialoog zorgvuldig op te pakken, schakelt de werkgroep externe ondersteuning in voor advisering in het te doorlopen proces en daadwerkelijke uitvoering van bovenlokale bijeenkomsten. De provincie draagt deze kosten. Kosten voor bijeenkomsten op lokaalniveau worden gedragen door individuele organisaties.
Het kernteam bereid voor de Waterochtend van maart 2019 een voorstel voor over de aanpak en uitvoering van de risicodialoog. Op basis hiervan wordt een extern bureau geselecteerd en vindt een nadere uitwerking plaats tot de zomer van 2019. De daadwerkelijke dialoog en bijbehorende bijeenkomsten vinden plaats en worden afgerond in tweede halfjaar van 2019.
(b) Strategie opstellen
Op basis van de dialoog met de samenleving wordt duidelijk welke gevolgen van klimaatverandering worden ervaren en welke als onaanvaardbaar (grote schade, risico op slachtoffers, maatschappelijke ontwrichting) of hinderlijk (tijdelijke hinder, geen slachtoffers, geen schade) worden gezien. In de
klimaatadaptatiestrategie volgt de afweging op welke manier met de gevolgen en risico’s wordt omgegaan om Zeeland in 2050 klimaatrobuust te maken. Hierbij hoort het besef dat niet alle gevolgen van klimaatverandering op te lossen zijn. In de strategie wordt ingegaan op antwoorden op vragen als:
• Welke mate van risico’s zijn aanvaardbaar;
• Welke risico’s krijgen prioriteit;
• Welke maatregelen kunnen burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties treffen;
• Welke maatregelen kunnen/moeten overheden treffen;
• Welke bijbehorende kosten en inspanningen horen daarbij;
De strategie is integraal van karakter en wordt voorbereid door de kerngroep. De integraliteit komt naar voren op twee manieren. Enerzijds door de 4 thema’s onderling complementair aan elkaar te laten zijn en oplossingen voor één thema zo veel als mogelijk laten bijdragen aan oplossingen voor andere thema’s. Anderzijds door ook overige opgaven in Zeeland zoals herstructurering in de kernen, leefbaarheid en de ontwikkeling/transitie van het landelijk gebied aan de 4 thema’s te koppelen.
Door deze integratie is de strategie niet alleen direct in te passen in regionaal en lokaal beleid en uitvoering, maar zijn ook op korte termijn meekoppelkansen te benutten (zie stap 4).
De strategie bestaat uit drie onderdelen: (1) de Zeeuwse strategie, (2) de lokale strategie en (3) aanbevelingen voor nader onderzoek of toekomstige vervolgacties.
Deel 1 gaat in op de bovenlokale / regionale klimaatadaptatiestrategie. Hierin komen integrale maatregelen voor de 4 thema’s en de integratie met andere sectoren terug die voor heel Zeeland gelden. Dit kunnen concrete fysieke maatregelen of beleidsmatige uitgangspunten zijn. Denk daarbij aan bijvoorbeeld:
• Compartimentering binnendijken;
• Locatiekeuzen vitale functies;
• Uitgangspunten voor nieuwbouw of herstructurering;
• Bermbeheer regionale wegen;
• Verziltingsmaatregelen.
Deel 2 is de lokale klimaatadaptatiestrategie. In dit deel van de klimaatadaptatiestrategie wordt een set van (integrale en sectorale) maatregelen benoemd die per gemeente of kern verschillend kunnen worden ingezet. Het inzetten van de maatregelen is afhankelijk van de lokale kwetsbaarheden en het bijbehorende ambitieniveau van de gemeente of lokale gemeenschap. De lokale strategie is daarmee dus nadrukkelijk geen blauwdruk. Ook hier geldt dat de strategie kan bestaan uit fysieke concrete maatregelen of beleidsmatige uitgangspunten. Denk hierbij aan bijvoorbeeld:
• Aanpak riolering;
• Aanpak openbare ruimte;
• Stimuleren groene tuinen of groene schoolpleinen;
• Aanvalsplan hittestress.
Deel 3 zet in op aanbevelingen voor nader onderzoek of toekomstige vervolgacties. Ook wordt benoemd waar op een later moment overeenstemming over moet worden bereikt. Dit maakt de strategie een groeidocument. Ook wordt benoemd welke bijdragen vanuit het Deltaprogramma en de NAS gewenst zijn.
De klimaatadaptatiestrategie wordt in 2020 ter agendering voor de Waterochtend afgerond. Voor de bestuurlijke aspecten, zie ook stap 6 (Reguleren en borgen).
3. Uitvoeringsagenda opstellen
De regionale uitvoeringsagenda is gekoppeld aan de klimaatadaptatiestrategie en wordt voorbereid door het kernteam. De uitvoeringsagenda heeft een horizon tot 2050, waar Zeeland bestand moet zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering. Dit biedt ruimte voor prioritering en fasering van maatregelen en acties. Net zoals bij de klimaatadaptatiestrategie maakt de uitvoeringsagenda ook onderscheid tussen regionale (Zeeuwse) en lokale maatregelen.
In de regionale (Zeeuwse) uitvoeringsagenda worden afspraken gemaakt over gezamenlijke en/of grensoverschrijdende uitvoeringsacties en maatregelen. Hier wordt benoemd:
• wie hiervoor verantwoordelijk is;
• wie deze uitvoeren;
• op welke termijn en eventuele fasering;
• welke kosten en financiering hierbij hoort.
Om de regionale slagkracht te vergroten wordt de uitvoeringsagenda zo veel als mogelijk toegespitst op de landelijke cofinanciering van het Deltaprogramma.
De lokale uitvoeringsagenda is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Gemeenten kunnen profiteren van landelijke of regionale cofinanciering of efficiëntie in uitvoering door aan te haken op de regionale uitvoeringsagenda.
Zoals eerder benadrukt zullen uitvoeringsmaatregelen deels al zijn opgenomen in bestaande uitvoeringsmaatregelen (bijvoorbeeld maatregelen in gemeentelijke rioleringsplannen of plannen voor stedelijk waterbeheer).
Ook de uitvoeringsagenda is een groeidocument. Afhankelijk van de voortgang zal deze steeds worden bijgesteld. Het basisproduct wordt in 2020 aan de Waterochtend aangeboden. Voor de bestuurlijke aspecten, zie ook stap 6 (Reguleren en borgen).
Vooruitlopend op de risicodialoog, strategie en uitvoeringsagenda kan Zeeland direct aan de slag met maatregelen voor klimaatadaptatie. Door geen-spijtmaatregelen te treffen wordt nu al een stap gezet in het beperken van de gevolgen van klimaatverandering en wordt bijgedragen aan bewustwording in de samenleving. De provincie maakt een overzicht van mogelijke maatregelen in de vorm van een ‘toolbox’ of ‘wiki’. Hierin komt naar voren welke maatregelen mogelijk zijn, met welk doel, wie deze kan nemen en voor welke indicatieve kosten.
Alle overheden ondernemen nu al actie om ‘quick win’-maatregelen voor klimaatadaptatie nu al mee te nemen in lopende dossiers en uitvoeringsacties. De uitkomsten van de klimaatstresstesten bieden daar concrete handvatten voor. Voorbeelden zijn:
• Meenemen in trajecten met aannemers, uitvoerders of belangenorganisaties;
• Koppelen aan lopende processen rond de Omgevingsvisies of –plannen;
• Meenemen in wegbeheer of onderhoud openbare ruimte;
• Informatie beschikbaar stellen (bijvoorbeeld opgavenkaart SAZ+).
Maatregelen om Zeeland klimaatadaptief te maken kunnen voor 40% door de overheid worden uitgevoerd, terwijl 60% bij de samenleving ligt. Het stimuleren en faciliteren van de burger, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties is cruciaal. De stappen 1, 2, 3 en 4 bieden inzicht op welke manieren dit vorm kan krijgen. De klimaatadaptatiestrategie (stap 2) doet een voorstel voor een nadere invulling van deze stap 5.
De provincie onderhoudt contact met de Rijksoverheid en verkent mogelijke acties richting bijvoorbeeld verzekeraars en tuincentra.
In 2020 dient er een regionale klimaatadaptatiestrategie tot stand te komen, met een bijpassende regionale uitvoeringsagenda. De keuzes die bij het bepalen van de strategie worden gemaakt zijn de uitkomst van een politieke weging. Gelijktijdig wordt bepaald welke concrete maatregelen (uitvoeringsagenda) er nodig zijn om deze strategie te kunnen realiseren.
Deze klimaatadaptatiestrategie moet worden geborgd in de Omgevingsvisies (en bijbehorende Omgevingsplannen en uitvoeringsprogramma’s/-agenda’s) van de Zeeuwse gemeenten en de provincie Zeeland en het beleid van het waterschap Scheldestromen. Mogelijk landen onderdelen
hiervan in de Provinciale Omgevingsverordening en de Keur van het waterschap. De Waterochtend doet hiertoe een aanbeveling aan provincie en waterschap.
Hieronder wordt het proces beschreven die de klimaatadaptatiestrategie en de uitvoeringsagenda doorloopt.
Klimaatadaptatiestrategie en regionale uitvoeringsagenda
1. Voorbereiding
Het Kernteam bereidt de klimaatadaptatiestrategie met bijbehorende regionale uitvoeringsagenda voor. Zij wordt daarbij ondersteund door het Platform en eventuele andere deskundigen en deskundige (maatschappelijke) organisaties.
Het kernteam doorloopt hiertoe een proces, waarbij stapsgewijs wordt toegewerkt naar een voorstel dat aan de Waterochtend wordt voorgelegd. Dit proces ziet er als volgt uit:
a. Het opstellen van een kadernota voor klimaatadaptatiestrategie. De kadernota bevat de contouren en opzet van de uiteindelijke strategie. De kadernota wordt besproken en vastgesteld in de Waterochtend. De daadwerkelijke invulling en koers vindt plaats naar aanleiding van de risicodialoog.
b. Het opstellen van een concept-klimaatadaptatiestrategie op basis van de kadernota en resultaten van de risicodialoog. De concept-klimaatadaptatiestrategie is een gedragen document door de Waterochtend. Dit document wordt ter consultatie voorgelegd aan de Zeeuwse burgers, maatschappelijke organisaties en leden van gemeenteraden, leden van het Algemeen Bestuur Waterschap Scheldestromen en leden van Provinciale Staten. Dit biedt ruimte voor reflectie en eventuele bijsturing vanuit de achterbannen. Sluitstuk van deze stap vormt het beschouwen van alle bijdragen in de Waterochtend, waarbij de Waterochtend richtinggevende aanbevelingen meegeeft aan het Kernteam voor een definitieve versie.
c. Gelijktijdig met stap b wordt het Ambtelijk overleg Water advies gevraagd over de concept-klimaatadaptatiestrategie.
d. Het Kernteam bereid een definitieve versie van de klimaatadaptatiestrategie voor, met bijbehorende investeringsagenda, die wordt behandeld in de Waterochtend.
Streven: de afronding van de discussie over de concept-klimaatstrategie (stap b) vindt voor het zomerreces 2020 plaats.
2. Advisering
Het voorstel van het Kernteam (1d) wordt geagendeerd in de Waterochtend. Hier wordt het voorstel inhoudelijk besproken en blijkt of dit steun geniet. Zo ja, dan wordt dit voorstel voorgelegd aan alle regionale overheden met het voorstel om in te stemmen met de klimaatadaptatiestrategie en de regionale uitvoeringsagenda. Zo nee, dan wordt bezien of een gewijzigd voorstel (op basis van een aanpassing van de strategie of een compromis) mogelijk is. Eventueel wordt het voorstel terug verwezen naar het Kernteam met het verzoek een aangepast voorstel uit te werken.
Streven: de Waterochtend brengt uiterlijk in de laatste vergadering van 2020 advies uit aan de regionale overheden.
3. Besluitvorming
De colleges van Burgemeester en Wethouders van de 13 gemeenten, het Dagelijks Bestuur van het waterschap en het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland leggen de klimaatadaptatiestrategie en uitvoeringsagenda voor aan hun gemeenteraden, Algemeen Bestuur en Provinciale Staten, vergezeld met het advies van de Waterochtend. Het staat de dagelijks besturen vrij deze strategie aan te vullen met onderwerpen en thema’s die de betreffende overheid van belang acht, mits deze niet strijdig zijn met of afbreuk doen aan het voorstel van de Waterochtend.
Streven: de klimaatadaptatiestrategie wordt in het voorjaar (maart) van 2021 door de gemeenteraden, Algemeen Bestuur en Provinciale Staten behandeld.
4. Borging en uitvoering
De gemeenten en de provincie vertalen deze klimaatadaptatiestrategie naar hun Omgevingsvisie. Het waterschap neemt deze klimaatadaptatiestrategie op in een relevant beleidsdocument. De opname van onderdelen van deze strategie in de Provinciale Omgevingsverordening en de Keur van het waterschap – voor zover voorgesteld door de Waterochtend – maakt hier deel van uit. De financiële consequenties van de uitvoeringsagenda worden – voor zover nodig - opgenomen in de meerjarenbegroting van gemeenten, waterschap en provincie.
Streven: de vaststelling van de beleidsdocumenten van de diverse overheden vindt plaats uiterlijk eind 2022.
Regionale uitvoeringsagenda
De regionale uitvoeringsagenda is gekoppeld aan de klimaatadaptatiestrategie en doorloopt hetzelfde proces. Er zijn echter een aantal bijzonderheden:
• De regionale uitvoeringsagenda bevat alleen maatregelen die een bovenlokaal of Zeeuws breed belang dienen. De keuze welke maatregelen in de regionale uitvoeringsagenda worden opgenomen, wordt door de Waterochtend gemaakt. Dit voorstel wordt gelijktijdig met de klimaatadaptatiestrategie aan de gemeenten, waterschap en provincie aangeboden. Dit voorstel geeft per maatregel inzicht in de kosten en bevat een voorstel voor de financiering ervan.
• In de meeste gevallen zullen maatregelen uitsluitend een lokaal effect hebben. Dergelijke maatregelen worden opgenomen in een lokale uitvoeringsagenda. De keuze welke maatregelen in de lokale uitvoeringsagenda worden opgenomen wordt door de gemeenten, waterschap, provincie gemaakt. De Waterochtend speelt hierin geen rol.
• Het verdient aanbeveling om deze lokale uitvoeringsagenda gelijktijdig met de klimaatadaptatiestrategie en de regionale uitvoeringsagenda vast te stellen.
Draagvlak bij partijen en hoe om te gaan met verschillen van inzicht
De Waterochtend is “de spin in het web” van het proces om tot een klimaatadaptatiestrategie en regionale uitvoeringsagenda te komen. Hier vindt de primaire discussie en (politieke) weging van belangen plaats. Maar feit is dat de Waterochtend geen formele bevoegdheden heeft. Het zijn immers de gemeenteraden, Algemeen Bestuur en Provinciale Staten die uiteindelijk de strategie vast zullen stellen.
Om de kans te vergroten dat aan het einde van het proces voldoende draagvlak bestaat voor de voorgestelde klimaatadaptatiestrategie wordt de volgende lijn gehanteerd:
• Leden van gemeenteraden, Algemeen Bestuur waterschap en Provinciale Staten zullen worden betrokken bij de risicodialoog die in 2019 gevoerd gaat worden. Zij worden betrokken bij het proces van bewustwording voor de risico’s van klimaatverandering en de noodzaak van adaptatiemaatregelen. Net als Zeeuwse burgers zijn zij in de gelegenheid om actief mee te doen aan de discussie over de te voeren strategie en de oplossingen om klimaatrisico’s in Zeeland te beperken.
• Leden van de algemene besturen zullen door het Kernteam in de gelegenheid worden gesteld om mee te praten over de concept-klimaatadaptatiestrategie (zie het onderdeel “Voorbereiding”).
• Alle regionale overheden zijn vertegenwoordigd in de Waterochtend. Het is van belang dat deze vertegenwoordigers door hun dagelijkse besturen van een mandaat worden voorzien ten behoeve van de besluitvorming over agendapunten. Om dagelijkse besturen in staat te stellen de ruimte voor dit mandaat te bepalen zullen de stukken voor de Waterochtend minimaal 3 weken voor de vergadering aan de regionale overheden worden verzonden.
Kern van deze lijn is dat verschillen van inzicht tijdens het proces van voorbereiding door het Kernteam of tijdens de bespreking in de Waterochtend naar voren komen. Dan is er nog ruimte voor discussie en het zoeken naar alternatieven c.q. compromissen.
Zodra het eindvoorstel over de klimaatadaptatiestrategie en de uitvoeringsagenda door de Waterochtend aan de regionale overheden is voorgelegd is deze ruimte er feitelijk niet meer. Alle overheden hebben dan immers het traject richting besluitvorming ingezet. Een negatief besluit van één bestuursorgaan zou dan voor de gehele werkregio Zeeland de besluitvorming kunnen blokkeren. Dat is niet acceptabel. Mocht die situatie zich voordoen, dan wordt de klimaatadaptatiestrategie en de regionale uitvoeringsagenda door de overige overheden vastgesteld. In de jaarlijks rapportage over de voortgang van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie aan de voorzitter van het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta zal worden gemeld dat de klimaatadaptatiestrategie voor de werkregio Zeeland is vastgesteld, maar niet door alle regionale overheden wordt gesteund.
Voortgangsrapportage aan de Deltacommissaris
Jaarlijks stuurt de Staf Deltacommissaris aan alle gebiedsregio’s in Nederland een format voor het monitoren van de voortgang van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (“meten, weten, handelen”). De gebiedsregio Zuidwestelijke Delta zet deze vragen uit binnen de werkregio’s Goeree-Overflakkee en Zeeland.
Binnen de werkregio Zeeland verzamelt het platform bij de gemeenten, waterschap en provincie de benodigde informatie en stelt in concept een rapportage op en biedt dit aan het Kernteam aan.
Het Kernteam bespreekt de resultaten en legt de concept-rapportage voor aan de Waterochtend. Deze monitoringsrapportage heeft 2 functies, namelijk:
1. De Waterochtend inzicht verschaffen in de voortgang van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie binnen de werkregio Zeeland. Dat kan aanleiding geven tot bijstelling van de strategie, her-prioritering van de uitvoeringsagenda, etc.
2. De Deltacommissaris inzicht verschaffen in de voortgang van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie binnen de werkregio Zeeland.
Na vaststelling van de rapportage wordt deze aangeboden aan de voorzitter van het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta.
De klimaatadaptatiestrategie zet in op het voorkomen of beperken van problemen als gevolg van klimaatverandering. Ondanks alle inspanningen – of op basis van weloverwogen besluiten om geen maatregelen te nemen – kunnen zich calamiteiten voordoen. Dit kan variëren van water op straat, tot hitte in verzorgingstehuizen en een dijkdoorbraak.
De Veiligheidsregio Zeeland stelt in 2020 een handelingsperspectief op. Hierin wordt ingegaan op de manier waarop kan worden omgegaan met een crisissituatie. De basis hiervoor is de impactanalyse en de mate van risicoacceptatie bij de risicodialoog en de strategie (zie stap 2).
De daadwerkelijke uitvoering is een continu proces van bewustwording bij de samenleving en omgaan met voorkomende incidenten.
Overzicht tijdspad voortgang en resultaten
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 t/m 2050 | |||||||||
1. | Kwetsbaarheid in beeld (van 2018 t/m half 2019) | ||||||||||||
2a. | Risicodialoog voeren (2019) | ||||||||||||
2b. | Strategie opstellen (van half 2019 t/m 2020) | ||||||||||||
3. | Uitvoeringsagenda opstellen (2020) | ||||||||||||
4. | Meekoppelkansen benutten (van 2018 t/m 2050) | ||||||||||||
5. | Stimuleren en faciliteren (van 2018 t/m 2050) | ||||||||||||
6. | Reguleren en borgen (eerste helft van 2021) | ||||||||||||
7. | Handelen bij calamiteiten (van 2018 t/m 2050) |