SOCIALE VERKIEZINGEN 2016
FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
SOCIALE VERKIEZINGEN 2016
Brochure betreffende de verkiezingen voor de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk
Juni 2015
Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen
Cel Inspraakorganen
Cette brochure peut être également obtenue en français.
Volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van de teksten uit deze brochure mag alleen met bronvermelding
VOORWOORD
Elke vier jaar hebben in de Belgische ondernemingen de sociale verkiezingen plaats. Deze verkiezingen worden georganiseerd om de vertegenwoordigers van de werknemers aan te duiden in de inspraakorganen van de ondernemingen, met name de ondernemingsraad (verder: “raad”) en het comité voor preventie en bescherming op het werk (verder: “comité”).
De volgende sociale verkiezingen zullen plaatsvinden tussen 9 en 22 mei 2016.
De verkiezingen moeten georganiseerd worden in de ondernemingen volgens zeer precieze regels. Deze brochure werd opgesteld zodat de ondernemingen zich kunnen voorbereiden op de verschillende stappen van de procedure en zodat zij kunnen beschikken over een praktische gids doorheen deze stappen.
Merk op dat er onder de huidige stand van de regelgeving nog geen sprake is van een volledige eenmaking van de statuten arbeiders/bedienden. De opdeling arbeiders/bedienden blijft voor de sociale verkiezingen 2016 dan ook verder ongewijzigd.
INHOUD
Voorwoord 3
Inhoud
INLEIDING – Digitale communicatie 6
HOOFDSTUK 1 - Enkele nuttige begrippen 8
Afdeling 1 - Begrip onderneming 8
1.1 De raad en het comité op het niveau van de technische bedrijfseenheid 8
1.2 De technische bedrijfseenheid komt overeen met de juridische entiteit 9
1.3 De juridische entiteit is samengesteld uit meerdere technische bedrijfs- eenheden 9
1.4 Meerdere juridische entiteiten vormen een technische bedrijfseenheid 9
Afdeling 2 - Ondernemingen die verkiezingen moeten houden 11
2.1 Begrip «werknemer» 11
2.2 Minimum tewerk te stellen werknemers 11
2.3 Berekening van het aantal werknemers 13
2.4 Berekening van het aantal uitzendkrachten 15
Afdeling 3 - Categorieën van werknemers 17
3.1 Arbeiders en bedienden 17
3.2 Jeugdige werknemers 17
3.3 Kaderleden 17
3.4 Leidinggevend personeel 17
Afdeling 4 - Representatieve organisaties 19
4.1 Representatieve werknemersorganisaties 19
4.2 Representatieve organisaties van kaderleden 19
Afdeling 5 - Opschorting van de verkiezingen 20
Afdeling 6 - Taalvoorschriften inzake sociale verkiezingen 21
6.1 Brussel, Duits taalgebied en gemeenten met faciliteiten 21
6.2 Nederlands taalgebied met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten 22
6.3 Frans taalgebied met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten 22
HOOFDSTUK 2 - De verkiezingsprocedure 23
Afdeling 1 - Datum van de verkiezingen 23
1.1 Datum van de verkiezingen 23
1.2 Dagen X en Y 23
1.3 Belang van de chronologie 23
1.4 Zondag of een gewone inactiviteitsdag in de onderneming 23
Afdeling 2 - Voor dag X: de voorbereidende procedure 24
2.1 X - 60: eerste schriftelijke aankondigingen 24
2.2 Van X - 60 tot X - 35: raadplegingen 25
2.3 X - 35: schriftelijke mededelingen van de beslissingen 26
2.4 Van X - 35 tot X - 28: beroepen 27
2.5 Van X - 28 tot X - 5 : uitspraak van de arbeidsrechtbank 27
2.6 Voorbereiding van de verrichtingen voor de dag van de aanplakking van 27
het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt 27
Afdeling 3 - Dag X: aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt 34
3.1 Aanplakking van het bericht 34
3.2 Afschriften 35
3.3 Rechtzetting van de verkiezingsdatum 35
Afdeling 4 - Van dag X tot dag Y: verkiezingsprocedure 36
BEZWAREN BETREFFENDE HET BERICHT VAN DAG X 36
4.1 X + 7 dagen: Bezwaren 36
4.2 Van X + 7 tot X + 14: beslissingen betreffende de bezwaren en aan- plakking van een rechtzetting 36
4.3 Van X + 14 dagen tot X + 21: beroepen 36
4.4 X + 28: Beslissing van de rechtbank waarbij de zaak werd aanhangig gemaakt 37
UITSTEL VAN DE KIESVERRICHTINGEN 37
4.5 Schorsing van de kiesverrichtingen, opschorting van de verkiezingen 37
KANDIDATUREN
4.6 X + 35: Indienen van de kandidatenlijsten 38
4.7 Van X + 35 tot X + 40 41
4.8 Van X + 40 tot X + 56 41
4.9 Van X + 47 tot X + 61: Beroep tegen de kandidatenlijsten 43
4.10 X + 76: Vervanging van kandidaten en aanplakking 44
4.11 X + 77: Afsluiten van de kandidatenlijsten en opmaken van de
stembiljetten 45
SAMENSTELLING VAN DE KIESCOLLEGES EN VAN DE STEMBUREAUS 46
4.12 Samenstelling van de kiescolleges 46
4.13 Van X + 40 tot X + 70: Samenstelling van de stembureaus 47
4.14 Vrijstelling van het organiseren van verkiezingen 48
4.15 X + 56: Stemming per brief 51
4.16 X + 80: oproeping van de kiezers 52
Afdeling 5 - Dag X + 90 of dag Y: Verkiezingen en stemopneming 54
5.1 De stemverrichtingen 54
5.2 Verloop van de stemverrichtingen 55
5.3 Stemopneming 57
5.4 Verdeling van de mandaten 60
5.5 Aanwijzing van de verkozenen 63
5.6 Opmaken van het proces-verbaal en verzending van de resultaten van
de stemming 66
Afdeling 6 - Elektronisch stemmen 68
Afdeling 7 - Na dag Y 70
7.1 Y + 1: Afsluiting van de kiesverrichtingen 70
7.2 Y + 2: Aanplakking van de uitslagen van de verkiezingen en samenstelling van de raad en het comité 70
7.3 Y + 15: Beroep bij de arbeidsrechtbank 70
7.4 Y + 69: Beslissing van de arbeidsrechtbank waarbij de zaak
aanhangig is gemaakt 71
7.5 Y + 84: Xxxxx beroep tegen deze beslissing bij het arbeidshof 71
7.6 Y + 86: Verwijdering van de aangeplakte berichten 71
7.7 Y + 144: Beslissing van het arbeidshof 71
7.8 Eerste vergadering van de nieuwe raad of van het nieuwe comité 72
HOOFDSTUK 3 - Samenvatting van de verkiezingskalender 75
HOOFDSTUK 4 – Nuttige informatie 85
Inleiding – Digitale communicatie
Sinds de sociale verkiezingen van 2004 spant de FOD WASO zich steeds meer in voor de vereenvoudiging van de procedure sociale verkiezingen. Voor de sociale verkiezingen van 2016 werd opnieuw een stap verder gezet in deze vereenvoudiging door de algemene omkadering van de verkiezingsprocedure nog verder uit te breiden en te verfijnen.
1.1 Modelformulieren
De FOD WASO stelt op haar website een reeks modelformulieren ter beschikking die door de ondernemingen gebruikt kunnen worden gedurende de verkiezingsprocedure. Nieuw voor de sociale verkiezingen 2016 is het ter beschikking stellen van nieuwe modelformulieren voor de ondernemingen, alsook modelformulieren waarvan het gebruik uitsluitend aan de representatieve organisaties toekomt.
Verplichte modellen: Deze modellen gaan als bijlage bij de wet betreffende de sociale verkiezingen en hebben dus een verplicht karakter. In geval de werkgever of de gebruiker kiest om eigen formulieren op te stellen of modellen te gebruiken gegenereerd door softwarepakketten van derden, dienen deze formulieren conform te zijn aan de modellen die als bijlage gaan bij de wet.
Met het oog op de uniformiteit van de modelformulieren en rekening houdende met de tijd die deze derden nodig hebben om software in het kader van de sociale verkiezingen te programmeren worden de modelformulieren die een verplicht karakter hebben vanaf december 2014 online ter beschikking gesteld.
Niet-verplichte modellen: Naast de modelformulieren die als bijlage gaan bij de wet worden er ook modellen voorzien die geen verplicht karakter hebben. Deze worden op de website van de FOD WASO aangeboden als hulpmiddel voor de ondernemingen bij de organisatie van de sociale verkiezingen, maar kunnen ook door derden opgenomen worden in software ontwikkeld in het kader van de sociale verkiezingen.
1.2 e-box
Een e-Box is een beveiligde elektronische brievenbus waarmee de instellingen van de Sociale Zekerheid documenten, meldingen en taken doorsturen naar ondernemingen.
De verschillende voordelen van de e-Box :
- de verzendingen gebeuren via een beveiligd kanaal;
- de verzendingen worden rechtstreeks naar de eindbestemmeling gestuurd (de contactpersoon sociale verkiezingen in de onderneming );
- alle verzendingen worden gedurende de ganse verkiezingsprocedure bewaard, op die manier is het mogelijk om alle belangrijke informatie (bv. de inlogcodes voor de webapplicatie, brochure,
…) op elke moment te consulteren.
In het kader van de sociale verkiezingen zal volgende informatie via de e-Box verstuurd worden:
- inlogcodes (dossiernummer en paswoord) voor de webapplicatie;
- informatieve brochures en documenten;
- meldingen en herinneringen betreffende de verschillende fases van de verkiezingsprocedure.
1.3 Webapplicatie
Net als bij de vorige sociale verkiezingen stelt de FOD WASO een webapplicatie ter beschikking van de ondernemingen. Een webapplicatie die hen toelaat wettelijk verplichte documenten en statistieken digitaal te versturen naar de FOD WASO en/of naar de representatieve werknemersorganisaties.
De ondernemingen kunnen via de webapplicatie volgende verplichtingen nakomen:
- het invullen van administratieve en statistische informatie bestemd voor de FOD WASO;
- via upload, (pre)ëlectorale informatie verstrekken aan de verschillende werknemersorganisaties;
- via upload het proces-verbaal van de verkiezingen verzenden aan de verschillende werknemersorganisaties en aan de FOD WASO;
- de kandidatenlijsten ingediend door de verschillende werknemersorganisaties digitaal (via download) te ontvangen.
De inlogcodes (dossiernummer en paswoord) om toegang te krijgen tot deze applicatie zullen via de e-Box van de Sociale Zekerheid naar de ondernemingen verstuurd worden.
1.4 Brochure met toelichting over de digitale communicatie
Onderliggende brochure belicht de volledige verkiezingsprocedure vanuit een juridisch perspectief. Op de website van de FOD WASO is ook een praktische handleiding beschikbaar die eerder betrekking heeft op het concreet gebruik van de webapplicatie. Deze praktische handleiding richt zich tot de contactpersoon die aangeduid zal worden in de onderneming met het oog op de organisatie van de sociale verkiezingen en begeleidt de contactpersoon bij het in gebruik nemen van de e-box, modelformulieren en webapplicatie gedurende de verschillende fases van de verkiezingsprocedure.
In onderliggende brochure wordt met volgend icoon
aangeduid wanneer de webapplicatie moet
worden gebruikt om informatie op te laden of te ontvangen.
HOOFDSTUK 1
Enkele nuttige begrippen
Afdeling 1 - Begrip onderneming
1.1 De raad en het comité worden opgericht op het niveau van de technische bedrijfseenheid :
🖉 In het kader van de sociale verkiezingen verstaan we onder onderneming de technische
bedrijfseenheid, gedefinieerd op grond van economische en sociale criteria. In geval van twijfel primeren deze laatste.
Kunnen bijvoorbeeld als economische criteria beschouwd worden: een aparte boekhouding, een autonoom dagelijks bestuur, een eigen beheer, de vrijheid om eigen activiteiten te ontwikkelen. Wat de sociale criteria betreft kunnen volgende voorbeelden aangehaald worden: een autonoom personeelsbeleid, geografische verwijdering, een verschillend loonbeleid, enz.
Opmerkingen:
- De aldus omschreven onderneming is die met of zonder handels- of industriële finaliteit.
- De bepaling van de technische bedrijfseenheid kan verschillend zijn voor de raad en voor het comité. Dit is te verklaren door de verschillende finaliteiten van deze twee organen.
- Bij het vaststellen van de technische bedrijfseenheden wordt rekening gehouden met het fundamentele belang dat de werknemers hebben bij een goede werking van de raden en de comités.
🖉 Voor het bepalen van de aard van de technische bedrijfseenheid in het kader van een conventionele overgang, overdracht onder gerechtelijk gezag, splitsing of elke andere wijziging in de
structuur van de onderneming, moet in de eerste plaats gekeken worden op welk moment de wijziging plaatsvond.
Indien de overgang van onderneming krachtens overeenkomst plaatsvindt vóór de definitieve bepaling van de technische bedrijfseenheid (in principe X-35), dient men rekening te houden met deze overgang. Voor de berekening van het aantal personen tewerkgesteld in de onderneming (teneinde te zien of de drempel van 50 of 100 werknemers wordt bereikt) wordt enkel de periode van de vier trimesters die gesitueerd is na de overgang, m.a.w. de periode in het jaar 2015 gedurende de welke de nieuwe entiteit heeft bestaan, in aanmerking genomen (zie punt 2.3. van sectie 2 hieronder).
Indien deze wijziging plaatsvindt nadat de bepaling van de technische bedrijfseenheid definitief is geworden (in principe X-35) en vòòr de dag van de verkiezingen, wordt met deze overgang, splitsing of wijziging van de technische bedrijfseenheid slechts rekening gehouden vanaf de aanstelling van de ondernemingsraad of het comité volgens de bepalingen van artikel 21 § 10 en § 12 van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en de artikelen 70, 71, 72, 73, 76ter tot 76septies van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Dit betekent dat men vanaf het moment van de definitieve vaststelling van de TBE een fictie toepast, als ware de overgang niet gebeurd. Zo zullen de kiezers en kandidaten
blijven voorkomen op de lijsten van de definitief vastgelegde TBE (zoals vòòr de overgang). Op dag Y zullen de ondertussen overgedragen kiezers zich verplaatsen naar hun oude TBE teneinde te gaan stemmen. Een andere mogelijkheid bestaat erin een bijkomend apart stembureau op te richten voor deze kiezers of een stemming per brief toe te passen. Bij aanstelling van de raad/comité zullen eventuele verkozenen die werden overgedragen, plaatsnemen in het orgaan van hun nieuwe onderneming.
1.2 De technische bedrijfseenheid komt overeen met de juridische entiteit
De eenvoudigste situatie is deze waarbij de bepaling van de technische bedrijfseenheid identiek is aan deze van de juridische entiteit. In dit geval dient enkel één orgaan (een comité, een raad) opgericht te worden.
1.3 De juridische entiteit is samengesteld uit meerdere technische bedrijfseenheden
De technische bedrijfseenheid stemt niet altijd overeen met de juridische entiteit. Dit is het geval wanneer een juridische entiteit samengesteld is uit verschillende technische bedrijfseenheden die gekenmerkt worden door een economische zelfstandigheid (een zekere onafhankelijkheid ten opzichte van de directie van de zetel) en door een sociale zelfstandigheid (voorbeelden van sociale criteria : de verscheidenheid van mensenkringen, verwijdering van de centra, verschil in taal, de zelfstandigheid op het niveau waarop het personeelsbeleid wordt gevoerd, de zelfstandigheid op het niveau waarop de onderhandelingen over de sociale kwesties worden toegepast, enz.).
1.4. Meerdere juridische entiteiten vormen een technische bedrijfseenheid
Meerdere juridische entiteiten worden vermoed, tot het tegendeel wordt bewezen, een technische bedrijfseenheid te vormen, indien het bewijs kan worden geleverd:
(1) dat ofwel deze juridische entiteiten deel uitmaken van eenzelfde economische groep of beheerd worden door eenzelfde persoon of door personen die onderling een economische band hebben, ofwel dat deze juridische entiteiten eenzelfde activiteit hebben of activiteiten die op elkaar afgestemd zijn;
(2) en dat er elementen bestaan die wijzen op een sociale samenhang tussen deze juridische entiteiten, zoals met name een gemeenschap van mensen verzameld in dezelfde gebouwen of in nabije gebouwen, een gemeenschappelijk personeelsbeheer, een gemeenschappelijk personeelsbeleid, een arbeidsreglement of collectieve arbeidsovereenkomsten die gemeenschappelijk zijn of die gelijkaardige bepalingen bevatten.
Wanneer het bewijs wordt geleverd van één van de voorwaarden bedoeld in (1) en het bewijs van bepaalde elementen bedoeld in (2), zullen de betrokken juridische entiteiten beschouwd worden als vormend een enkele technische bedrijfseenheid. Dit vermoeden mag geen afbreuk doen aan de continuïteit, de werking en de bevoegdheidssfeer van de bestaande organen en mag enkel ingeroepen worden door de werknemers en door de representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties.
Dit vermoeden kan echter worden weerlegd als de werkgever(s) het bewijs levert(en) dat het personeelsbeheer en –beleid geen sociale criteria aan het licht brengen, kenmerkend voor het bestaan van een technische bedrijfseenheid.
Voorbeeld :
Een winkelketen is samengesteld uit meerdere juridische entiteiten verspreid in het land. De hergroepering van deze verschillende juridische entiteiten in één technische bedrijfseenheid kan geëist worden op volgende wijze.
De eisers (bijvoorbeeld een vakbondsorganisatie) leveren het bewijs dat deze verschillende juridische entiteiten eenzelfde activiteit hebben, de detailhandel van eenzelfde assortiment producten aangekocht door een gemeenschappelijke centrale inkooporganisatie.
Wanneer het bewijs van deze voorwaarde met een economisch karakter geleverd is, dan moeten de eisers bovendien een begin van bewijs (enkele bewijselementen) aanbrengen dat er een sociale samenhang bestaat tussen deze verschillende juridische entiteiten. In het concreet geval van de winkelketen kunnen deze bewijselementen met een sociaal karakter gaan over het feit af te hangen van dezelfde paritaire comités, eenzelfde arbeidsreglement te hebben en gemeenschappelijke collectieve arbeidsovereenkomsten, eenzelfde beleid van extra-legale verzekering te genieten, een gemeenschappelijke personeelsvorming, een personeelsdienst die het geheel van het personeel van de verschillende juridische entiteiten beheert.
Indien het bewijs van eenzelfde activiteit is geleverd evenals dit van bepaalde elementen die wijzen op het bestaan van een sociale samenhang tussen de verschillende juridische entiteiten, komt het aan de werkgever toe, wanneer hij de oprichting van een orgaan betwist, te bewijzen dat de entiteiten geen sociale criteria vertonen die het bestaan rechtvaardigen van een technische bedrijfseenheid.
Wanneer de werkgever wenst te beslissen dat meerdere juridische entiteiten een technische bedrijfseenheid vormen, moet hij het volledig bewijs leveren van de economische en sociale criteria die deze beslissing rechtvaardigen.
Afdeling 2 - Ondernemingen die verkiezingen moeten houden
2.1 Begrip «werknemer»
🖉 Sociale verkiezingen voor de oprichting van een comité en een raad moeten georganiseerd worden in ondernemingen die een bepaalde drempel aan werknemers tewerkstellen.
Voor de berekening van de drempel, de berekening van het aantal mandaten, de verkiesbaarheidsvoorwaarden en de kiesvoorwaarden in het bijzonder, alsook voor alle regels van de verkiezingsprocedure, wordt als «werknemer» beschouwd: iedere persoon die verbonden is met de onderneming door een arbeids- of leerovereenkomst.
Worden dus als zodanig beschouwd: de arbeiders, de bedienden met inbegrip van de handelsvertegenwoordigers, de kaderleden en het leidinggevend personeel (enkel het leidinggevend personeel met een arbeidsovereenkomst wordt beschouwd als «werknemers». Dit begrip is beperkter dan dit van punt 3.4. van de afdeling 3 hieronder, betreffende het vaststellen van het leidinggevend personeel in de onderneming). De studenten, de huisarbeiders, de telewerkers, de dienstencheque- werknemers en de industriële leerlingen zijn ook opgenomen in deze definitie.
Worden gelijkgesteld met werknemers van de onderneming waar ze worden tewerkgesteld :
- de personen die voor een beroepsopleiding in de onderneming geplaatst zijn door de gemeenschapsinstellingen belast met de beroepsopleiding;
- de onderzoekers aangeworven door het Fonds national de la recherche scientifique of door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen, evenals door de geassocieerde Fondsen, worden beschouwd als werknemers van de instelling waar zij hun onderzoeksopdracht uitoefenen.
Worden enkel voor de berekening van de drempel niet als «werknemer» bij hun werkgever beschouwd:
- de werknemer die verbonden is door een vervangingsovereenkomst gesloten overeenkomstig de bepalingen van artikel 11ter van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
- de uitzendkracht (bij het uitzendkantoor)
Opmerking: terwijl de uitzendkrachten niet als werknemers worden beschouwd bij hun werkgever, worden ze wel in aanmerking worden genomen in de gebruikende ondernemingen voor zover ze geen werknemers vervangen gedurende de schorsing van de uitvoering van de overeenkomst (zie punt 2.4 hieronder).
2.2 Minimum tewerk te stellen werknemers
🖉 Er moet een raad worden opgericht:
- In de ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste 100 werknemers tewerkstellen.
- In de ondernemingen waar bij de vorige verkiezingen een raad werd opgericht of had moeten worden opgericht, voor zover zij gewoonlijk gemiddeld ten minste 50 werknemers tewerkstellen. In dergelijk geval moet niet worden overgegaan tot de verkiezing van de leden van de raad. Hun mandaat zal worden uitgeoefend door de verkozen personeelsafgevaardigden van het comité.
🖉 Er moet een comité worden opgericht in de ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste 50 werknemers tewerkstellen.
Voor de ondernemingen van de sector van de mijnen, de graverijen en de ondergrondse groeven, moet een comité worden opgericht in de ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste 20 werknemers tewerkstellen.
Indien een onderneming als juridische entiteit verscheidene technische bedrijfseenheden omvat en één van deze niet aan de norm voldoet van 50 werknemers voor de comités en 100 werknemers voor de raden, moet:
- ofwel deze technische bedrijfseenheid gevoegd worden bij andere technische bedrijfseenheden van dezelfde juridische entiteit die evenmin de norm van 50 werknemers voor de comités en 100 werknemers voor de raden bereiken;
- ofwel deze technische bedrijfseenheid gevoegd worden bij een technische bedrijfseenheid van dezelfde juridische entiteit die de norm van 50 werknemers voor de comités en 100 werknemers voor de raden bereikt.
De samenvoegingen geschieden bij voorkeur tussen technische bedrijfseenheden die het dichtst bij elkaar gelegen zijn.
Enkele voorbeelden.
▪ Een juridische entiteit telt verscheidene technische bedrijfseenheden en stelt meer dan 100 werknemers tewerk. Geen enkele van de technische eenheden stelt, afzonderlijk genomen, ten minste 100 werknemers tewerk. Er dient een raad te worden opgericht op het niveau van de juridische entiteit.
▪ Een juridische entiteit telt vier technische bedrijfseenheden die samen 190 werknemers tewerkstellen. Eén van de technische eenheden stelt ten minste 100 werknemers tewerk. De overige drie technische eenheden stellen samen 90 werknemers tewerk. Er dient een voor alle technische eenheden gemeenschappelijke raad te worden opgericht op het niveau van de juridische entiteit.
▪ Een juridische entiteit telt zeven technische bedrijfseenheden. Eén of meer technische bedrijfseenheden stellen maar 24 werknemers tewerk. Drie technische bedrijfseenheden stellen ieder ten minste 100 werknemers tewerk. Er moeten drie raden worden opgericht. Eén voor iedere technische eenheid met ten minste 100 werknemers. Van die drie raden zal er ten minste één zijn die tegelijk gemeenschappelijk is voor één of meer van de technische eenheden die maar 24 werknemers tewerkstellen.
▪ Een juridische entiteit telt vier technische bedrijfseenheden. Iedere technische eenheid stelt ten minste 100 werknemers tewerk. Er zijn vier raden nodig. Eén voor iedere technische eenheid.
▪ Een juridische entiteit telt vier technische bedrijfseenheden. Twee technische eenheden stellen ieder ten minste 100 werknemers tewerk . Twee andere technische eenheden stellen ieder ten minste 55 werknemers tewerk. Er dienen twee of drie raden te worden opgericht. Twee raden, als iedere technische eenheid met 55 werknemers verbonden wordt met een andere die ten minste 100 werknemers tewerkstelt. Drie raden, als de twee technische eenheden die 55 werknemers tewerkstellen onderling verbonden worden. In dit laatste geval zal er immers een raad zijn voor iedere technische eenheid die ten minste 100 werknemers tewerkstelt en een gemeenschappelijke raad voor de twee andere technische eenheden die onderling verbonden worden.
▪ Verscheidene juridische entiteiten vormen een technische bedrijfseenheid bij toepassing van de regels van vermoeden (zie punt 1.4 hierboven). Er dient een raad te worden opgericht, als die
technische eenheid ten minste 100 werknemers tewerkstelt.
De voorbeelden blijven eveneens gelden voor de comités met dien verstande dat het aantal van 100 werknemers vervangen wordt door het aantal van 50 werknemers.
Opmerking:
Zoals hierboven reeds vermeld, voorziet de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven dat een raad moet opgericht worden in ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste 100 werknemers tewerkstellen.
Deze wet preciseert evenwel dat haar bepalingen niet van toepassing zijn op “de inrichtingen en instellingen waarvan de personeelsleden onderworpen zijn aan een syndicaal statuut dat vastgesteld is door of krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen”.
Op basis van deze bepaling dienen de instellingen of inrichtingen die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, geen sociale verkiezingen te organiseren. Het betreft bijvoorbeeld besturen en andere diensten van de Staat, van de gemeenschaps- en gewestregeringen, provincies, gemeenten, onderwijsinstellingen opgericht door gemeenschappen, …
Voor zover de publiekrechtelijke instelling of inrichting niet onder het toepassingsgebied van deze wet van 19 december 1974 valt, dient men telkens na te gaan of het syndicaal statuut geregeld is, in welk geval er evenmin sociale verkiezingen moeten worden georganiseerd. Zo wordt het syndicaal statuut van de autonome overheidsbedrijven geregeld door de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Op basis van deze wet dienen bijvoorbeeld de NMBS, BELGACOM, DE POST, … geen sociale verkiezingen te organiseren. Hetzelfde geldt voor RTBF en VRT.
2.3 Berekening van het aantal werknemers
🖉 De berekening van de personeelsbezetting is een gemiddelde.
Om de personeelsbezetting te bepalen wordt rekening gehouden met al de werknemers bedoeld in punt 2.1 hierboven, zelfs wanneer zij bijvoorbeeld door ziekte of ongeval afwezig zijn.
🖉 Het gemiddelde van de tewerkgestelde werknemers wordt berekend:
- door het totaal der kalenderdagen van iedere periode die aanvangt op de datum van indiensttreding en eindigt op de datum van uitdiensttreding zoals voor elke werknemer gedurende 2015 medegedeeld in het DIMONA-systeem, te delen door 365;
- voor de werknemers die uitgesloten worden uit het DIMONA-systeem, door het totaal der kalenderdagen waarop elk van deze werknemers gedurende 2015 ingeschreven werd in het algemeen personeelsregister, waarvan het bijhouden wordt opgelegd door het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten, te delen door 365;
- in geval van niet-onderwerping aan de bepalingen in verband met het bijhouden van het algemeen personeelsregister wordt het totaal aantal kalenderdagen waarop elk van de werknemers gedurende 2015 werd ingeschreven in elk document dat hiertoe wordt bijgehouden gedeeld door 365.
- wanneer het werkelijke uurrooster van een werknemer niet 3/4den bereikt van het uurrooster dat het zijne zou zijn geweest indien hij voltijds tewerkgesteld was, wordt het totaal der kalenderdagen waarop hij aangegeven werd in het DIMONA-systeem of, indien hij niet onderworpen is aan het DIMONA-systeem, het totaal der kalenderdagen waarop hij in het personeelsregister of in elk document dat hiertoe wordt bijgehouden, ingeschreven werd, gedeeld door twee.
Om de 3/4de van een voltijdse tewerkstelling te bepalen, dient het werkelijk uurrooster, m.a.w. de werkelijk gepresteerde arbeidsduur, in rekening gebracht te worden. Deze duur kan afwijken van de arbeidsduur voorzien in de arbeidsovereenkomst als bijvoorbeeld de werknemer regelmatig meer uren presteert dan zijn uurrooster initieel voorziet.
Enkele bijzondere gevallen:
▪ Een voltijdse werknemer die tewerkgesteld is in een regime van medische deeltijder erkend door zijn ziekenfonds, zal als een voltijder beschouwd dienen te worden. Deze werknemer blijft immers met zijn werkgever verbonden door een voltijdse arbeidsovereenkomst.
▪ Een werknemer van wie de arbeidsovereenkomst geschorst is omdat die volledig ouderschapsverlof geniet, wordt aangegeven in het DIMONA-systeem tijdens zijn ouderschapsverlof. Zijn arbeidsovereenkomst wordt niet verbroken. Men dient dus tijdens deze onderbreking de kalenderdagen in aanmerking te nemen. De arbeidsregeling die in rekening gebracht moet worden is deze opgenomen in zijn arbeidsovereenkomst.
▪ Een werknemer die gedurende het hele jaar 6 uur per week verlof zonder wedde neemt, moet beschouwd worden als een deeltijdse werknemer. Er dient dus geen rekening te worden gehouden met deze 6 uur om de 3/4 de van een voltijds uurrooster te bepalen.
▪ Een werknemer van meer dan 50 jaar oud in tijdskrediet, dient te worden beschouwd als een deeltijdse werknemer voor zover hij een halftijds contract heeft.
Als algemene regel geldt dat in geval van schorsing van de uitvoering van de overeenkomst rekening gehouden moet worden met het arbeidsstelsel dat de schorsing voorafging, tenzij de arbeidsovereenkomst werd aangepast aan het arbeidsregime dat volgt uit de schorsing.
Voorbeelden:
In toepassing van voormelde regel, wanneer een onderneming in 2012 verkiezingen heeft georganiseerd om haar personeelsafgevaardigden bij de raad en bij het comité aan te duiden, en het geheel van de werknemers heeft een uurrooster van 40u. per week, wordt bij toepassing van voormelde regel, het gemiddelde van het aantal werknemers als volgt berekend:
▪ 30 werknemers worden gedurende 365 dagen in het DIMONA-systeem aangegeven; 14 onder hen verrichten arbeid gedurende 28u per week:
365 x 16 + 365 x 14 = 8.395 ofwel 365 x 23
2
▪ 10 werknemers worden gedurende 330 dagen in het DIMONA-systeem aangegeven; 2 onder hen verrichten arbeid gedurende 28u per week: 330 x 9 = 2.970
▪ 20 werknemers worden gedurende 274 dagen in het DIMONA-systeem aangegeven: 274 x 20 = 5.480
▪ 5 werknemers worden gedurende 150 dagen in het DIMONA-systeem aangegeven: 150 x 5 = 750
▪ 15 werknemers worden gedurende 346 dagen in het DIMONA-systeem aangegeven: 346 x 15 = 5.190
▪ 20 werknemers worden gedurende 230 dagen in het DIMONA-systeem aangegeven: 230 x 20 = 4.600
Gemiddelde van het aantal werknemers: 8.395+2.970+5.480+750+5.190+4.600 = 75
365
Het gemiddelde aantal werknemers bedraagt 75. De onderneming zal bijgevolg het comité en de raad moeten hernieuwen. Er dient opgemerkt dat in dit geval (minder dan 100 werknemers), niet moet worden overgegaan tot de verkiezing van de leden van de raad. Hun mandaat wordt uitgeoefend door
de verkozenen van het comité.
In geval van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten wordt de berekening als volgt uitgevoerd:
Een werknemer wordt in het DIMONA-systeem aangegeven van 2 februari 2015 tot 1 april 2015, hetzij 59 dagen. Dezelfde werknemer wordt in het DIMONA-systeem aangegeven van 1 juli tot 31 augustus, hetzij 62 dagen.
59 + 62 = 0,33
365
Deze werknemer zal 0,33 eenheden vertegenwoordigen in de totale berekening van het aantal werknemers.
🖉 In geval van overgang van onderneming krachtens overeenkomst of van overdracht onder gerechtelijk gezag gedurende de referentieperiode zal voor de berekening van de drempel van de
tewerkgestelde werknemers (2015 voor de verkiezingen van het jaar 2016), de telling gebeuren op basis van het gedeelte van de referteperiode dat gesitueerd is na de overgang of overdracht om te vermijden dat het effectief van het personeel dat in aanmerking genomen wordt, kunstmatig wordt verminderd, en om dus toe te laten een juiste beoordeling te maken van het aantal werknemers van de onderneming.
Voorbeeld :
Een onderneming stelt gemiddeld 400 werknemers tewerk. Ze moet in beginsel een raad en een comité oprichten.
Laat ons veronderstellen dat deze onderneming het voorwerp uitmaakt van een overgang op 1 december 2015, dan geeft de berekening uitgevoerd over heel het jaar, zoals voorheen het geval was, als resultaat: 400 x 30 dagen/365 = 33 werknemers.
Deze onderneming zou dus noch een raad noch een comité moeten oprichten terwijl ze in feite 400 werknemers tewerkstelt.
Indien men enkel rekening houdt met de maanden van bestaan van de nieuwe entiteit, zoals dit het geval is in de nieuwe regeling, stelt men vast dat de onderneming wel 400 werknemers tewerkstelt (400 x 30/30 = 400) en een raad en een comité moet oprichten.
2.4 Berekening van het aantal uitzendkrachten
🖉 Uitzendkrachten .
Ter herinnering: voor de berekening van de drempel worden de uitzendkrachten niet meegeteld bij hun werkgever (het uitzendkantoor). Ze moeten daarentegen als volgt in rekening gebracht worden bij de gebruiker van uitzendkrachten: de gebruiker moet een bijlage bijhouden bij het algemeen personeelsregister gedurende het vierde trimester van het jaar 2015.
In deze bijlage wordt aan elke uitzendkracht een nummer toegewezen volgens een doorlopende nummering en in de chronologische volgorde van zijn terbeschikkingstelling aan de gebruiker.
De bijlage vermeldt voor elke uitzendkracht:
- het nummer van de inschrijving;
- de naam en voornamen;
- de datum van het begin van de terbeschikkingstelling;
- de datum van het einde van de terbeschikkingstelling;
- het uitzendbureau dat hem tewerkstelt;
- zijn wekelijkse arbeidsduur.
-
🖉 Berekening van het gemiddelde aantal uitzendkrachten.
Het gemiddelde aantal uitzendkrachten wordt berekend door het totaal van de kalenderdagen gedurende dewelke elke uitzendkracht, die geen vaste werknemer vervangt waarvan de uitvoering van de overeenkomst is geschorst, ingeschreven is in de bijlage bij het algemeen personeelsregister gedurende het vierde trimester van het jaar 2015 (namelijk vanaf oktober 2015), te delen door 92.
Wanneer het werkelijk uurrooster van de uitzendkracht niet de 3/4den bereikt van het uurrooster dat het zijne zou zijn geweest indien hij voltijds tewerkgesteld was, wordt het aantal kalenderdagen waarop hij in de bijlage bij het algemeen personeelsregister werd ingeschreven, gedeeld door twee.
Voorbeeld :
In toepassing van voormelde regel wordt voor een onderneming, waarvan het uurrooster 40 uren per week bedraagt, en die 30 uitzendkrachten gebruikt, waarvan 10 geen vaste werknemers, waarvan de overeenkomst is geschorst, vervangen, wordt het gemiddelde aantal uitzendkrachten als volgt berekend:
▪ 2 uitzendkrachten werden ingeschreven in de bijlage bij het algemeen personeelsregister gedurende 14 dagen: 2 x 14 = 28
▪ 5 uitzendkrachten werden ingeschreven in de bijlage bij het algemeen personeelsregister gedurende 31 dagen waarvan 2 tewerkgesteld werden gedurende 28 uren per week:
4 x 31 = 124
▪ 3 uitzendkrachten werden ingeschreven in de bijlage bij het algemeen personeelsregister gedurende 62 dagen: 3 x 62 = 186
▪ Gemiddelde aantal uitzendkrachten: 28 + 124 + 186 = 3,7
92
Afdeling 3 - Categorieën van werknemers
Merk op dat er onder de huidige stand van de regelgeving nog geen sprake is van een volledige eenmaking van de statuten arbeiders/bedienden. Voor de organisatie van de sociale verkiezingen 2016, blijft de opdeling in aparte categorieën arbeiders/bedienden dus ongewijzigd toepasbaar, overeenkomstig de aangifte bij de Sociale Zekerheid.
3.1 Arbeiders en bedienden
De werknemers worden als bedienden of als arbeiders beschouwd in functie van de aangifte die overgemaakt werd aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
3.2. Jeugdige werknemers
Xxxxxx beschouwd als jeugdige werknemers, de werknemers die de leeftijd van 25 jaar niet bereikt hebben op de dag van de verkiezingen (Y).
3.3 Kaderleden
🖉 Maken enkel voor de ondernemingsraad deel uit van het kaderpersoneel, de bedienden, met
uitsluiting van die welke deel uitmaken van het leidinggevend personeel, die in de onderneming een hogere functie uitoefenen, die in het algemeen voorbehouden wordt aan de houder van een diploma van een bepaald niveau of aan diegene die een evenwaardige beroepservaring heeft.
De groep werknemers, die als kaderlid wordt aangezien, is zo heterogeen en verscheiden dat een soepele definitie vereist is, die rekening houdt met de uiterst veranderlijke sociale en organisatorische realiteit in de ondernemingen.
De meeste definities concentreren zich op het element «leiding, delegatie van gezag door de werkgever», met een zeker initiatiefrecht; daarnaast dienen eveneens als kaderpersoneel aangezien werknemers die zonder echt gezag uit te oefenen, toch hoogstaande taken (staffuncties) vervullen in een dienst voor wetenschappelijk onderzoek of in een studiedienst.
Het gaat uiteindelijk om hogere functies, omwille van gezag of louter omwille van de inhoud van de taak. Het gaat hier om functies, die doorgaans voorbehouden zijn aan gediplomeerden van hoger onderwijs of aan personen die een evenwaardige beroepservaring hebben. Het zijn deze elementen die aan de basis liggen van het begrip kaderpersoneel in de wet van 20 september 1948.
🖉 Voor het comité is er geen aparte categorie voor de kaderleden. De kaderleden zijn opgenomen in de categorie bedienden.
3.4 Leidinggevend personeel
Tot het leidinggevend personeel behoren:
- de personen belast met het dagelijks bestuur van de onderneming, die gemachtigd zijn om de werkgever te vertegenwoordigen en te verbinden; dit kunnen personen zijn die niet verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst met de onderneming.
- de personeelsleden, onmiddellijk ondergeschikt aan die personen, wanneer zij opdrachten van dagelijks bestuur vervullen.
Het leidinggevend personeel kan niet meer dan twee niveaus bevatten. Het betreft de twee hoogste niveaus in de hiërarchie van de structuur van de onderneming belast met het dagelijks bestuur.
Afdeling 4 - Representatieve organisaties
4.1 Representatieve werknemersorganisaties
Representatief zijn de werknemersorganisaties die voldoen aan volgende voorwaarden:
- zij moeten opgericht zijn op nationaal vlak;
- zij moeten interprofessioneel zijn;
- zij moeten vertegenwoordigd zijn in de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en in de Nationale Arbeidsraad.
Bovendien worden ook als representatief beschouwd de professionele en interprofessionele organisaties die aangesloten zijn bij één van de organisaties die aan de hoger gestelde voorwaarden voldoet .
In de praktijk betekent dit dat enkel het A.B.V.V., het A.C.V. en de A.C.L.V.B. en de daarbij aangesloten organisaties als representatief worden beschouwd.
4.2 Representatieve organisaties van kaderleden
Als representatieve organisaties van kaderleden worden beschouwd de interprofessionele organisaties van kaderleden, die voor het gehele land zijn opgericht en die ten minste 10.000 leden tellen. Hoe dit aantal moet geteld worden is niet bepaald. Wellicht daarom is eraan toegevoegd dat deze organisaties nog als representatief moeten erkend worden door de Koning volgens de nadere regelen en de procedure.
De organisaties van kaderleden die als representatief willen erkend worden moeten hun verzoek bij een ter post aangetekende brief richten tot de federale Minister die de werkgelegenheid onder zijn bevoegdheden heeft. Dit verzoek moet vergezeld zijn van:
- een afschrift van hun statuten;
- de lijst met hun leiders;
- hun benaming;
- hun adres;
- hun telefoonnummer.
Zij moeten er eveneens elk gegeven toevoegen dat dienstig is om vast te stellen of zij voldoen aan de door de wet gestelde voorwaarden van representativiteit.
De Nationale Arbeidsraad moet in het kader van de erkenningsprocedure advies uitbrengen. Op het advies wordt echter niet gewacht wanneer het binnen twee maanden na het verzoek niet verstrekt is.
Sinds de sociale verkiezingen van 1987 werd de N.C.K. (Nationale Confederatie van het Kaderpersoneel) erkend als een representatieve organisatie van kaderleden.
Afdeling 5 - Opschorting van de verkiezingen.
De sociale verkiezingen moeten plaatsvinden binnen een bepaalde termijn. Voor het jaar 2016 is dit de periode van 9 mei tot en met 22 mei 2016.
De verkiezingen kunnen evenwel worden opgeschort onder de volgende omstandigheden :
- wanneer de onderneming besloten heeft al haar activiteiten voorgoed stop te zetten;
- bij gedeeltelijke sluiting, door de stopzetting van één of meer activiteiten, voor zover het aantal tewerkgestelde werknemers na deze sluiting kleiner wordt dan het aantal werknemers vereist voor het houden van verkiezingen.
Opgelet: het volstaat evenwel niet dat deze voorwaarden vervuld zijn opdat de werkgever autonoom kan beslissen om de verkiezingen op te schorten. Hiervoor moet hij de voorafgaande toestemming bekomen van de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten. Vooraleer deze toestemming te verlenen, vraagt de sociaal inspecteur-districtshoofd de instemming van de raad of het comité. Zo deze organen nog niet zijn opgericht, moet hij de instemming van de werkgever en van de vakbondsafvaardiging bekomen. Wanneer een opschorting van de verkiezingen toegelaten is omwille van de voormelde omstandigheden, mag deze opschorting in geen geval één jaar overschrijden. De raad of het bestaande comité blijft gedurende die periode fungeren.
Afdeling 6 - Taalvoorschriften inzake sociale verkiezingen
Gedurende de sociale verkiezingen moeten verschillende taalvoorschriften gerespecteerd worden. Naargelang de regio is een andere reglementering van toepassing.
De toepasselijke taalvoorschriften worden bepaald in functie van de plaats van de uitbatingszetel van de onderneming.
6.1 Brussel, Duits taalgebied en gemeenten met faciliteiten
In Brussel, in het Duitse taalgebied en in de gemeenten met faciliteiten, moet men rekening houden met het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken.
🖉 Brussel-Hoofdstad
In de negentien gemeenten van Brussel-Hoofdstad moeten de verkiezingen georganiseerd worden in het Nederlands voor het Nederlandssprekend personeel en in het Frans voor het Franssprekend personeel. Er moet evenwel onderscheid gemaakt worden tussen de documenten met een collectief karakter en deze met een individueel karakter.
Wat de documenten voor collectief gebruik betreft (bijvoorbeeld de aanplakkingen van X-60, X-35 en X), deze moeten beschikbaar zijn in het Frans en het Nederlands.
De documenten met een individueel karakter moeten opgesteld worden in de taal van de betrokkene. Een personeelslid wordt geacht Nederlands- of Franssprekend te zijn naargelang van het taalgebied waar hij woont. Dit vermoeden kan echter weerlegd worden. Voor de inwoners van de negentien gemeenten van Brussel-Hoofdstad, moet naar andere aanduidingen gekeken worden; bijvoorbeeld: de taal van de identiteitskaart, het diploma, of de arbeidsovereenkomst; de taal waarin de sociale documenten worden opgesteld. In beginsel moet men met eentalige documenten werken. Voor de Nederlandstaligen moet men dus eentalig Nederlandse documenten en voor de Franstaligen eentalig Franse documenten gebruiken. Wanneer in een onderneming zowel Nederlandstaligen als Franstaligen werken moeten de aan te plakken documenten in dubbel ( in de twee talen ) uitgehangen worden. Documenten die zich individueel tot een werknemer richten, bijvoorbeeld de oproepingsbrief, moeten in de taal van die werknemer zijn.
Voor de hoofdstembureaus waarvan de zetel gelegen is te Brussel-Hoofdstad, mogen de stembiljetten tweetalig zijn om het kiesgeheim te waarborgen.
🖉 Duits taalgebied
Een onderneming die gevestigd is in het Duits taalgebied moet de verkiezingen organiseren in de taal van dat gebied.
🖉 Gemeenten met faciliteiten
De gemeenten met faciliteiten zijn de gemeenten gelegen in een bepaald taalgebied (het Nederlandse, het Franse of het Duitse), waar taalfaciliteiten zijn voorzien voor anderstalige minderheden. Deze gemeenten zijn met name opgesomd in de wet van 2 augustus 1963. Het zijn voornamelijk de zes randgemeenten van de Brusselse agglomeratie en een bepaald aantal taalgrensgemeenten, onder meer de gemeenten in de Voerstreek. In deze gemeenten moeten de verkiezingen georganiseerd worden in de taal van de streek. Vertalingen in een of meer talen zijn echter toegestaan indien de samenstelling van het personeel zulks rechtvaardigt.
6.2 Nederlands taalgebied, met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten
In het Nederlands taalgebied, met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten, is deze materie onderworpen aan het decreet van 19 juli 1973 tot regeling van het gebruik der talen onder meer in de sociale betrekkingen tussen werkgever en werknemers. Ten gevolge van dit decreet moet in Vlaanderen heel de verkiezingsprocedure in het Nederlands verlopen. Er mogen enkel Nederlandstalige documenten gebruikt worden. Anderstalige documenten zijn nietig, en met nietige documenten kan men uiteraard onmogelijk geldige verkiezingen organiseren. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden, bij de Nederlandstalige documenten vertalingen gevoegd worden. Volgens de tekst van het decreet zijn vertalingen verplicht wanneer de samenstelling van het personeel het rechtvaardigt en:
- op eenparige aanvraag van de werknemersvertegenwoordigers in de raad of indien dit orgaan niet bestaat,
- op eenparige aanvraag van de vakbondsafvaardiging of, indien dit orgaan ook niet bestaat,
- op verzoek van een afgevaardigde van een representatieve werknemersorganisatie.
Deze regeling moet op schrift gesteld worden. De werkgever moet ze binnen een termijn van een maand bekendmaken aan de ambtenaren die belast zijn met het toezicht op de uitvoering van het decreet.
Zonder het volgen van deze procedure zijn vertalingen mogelijk. Ze zijn niet verplicht, maar er wordt aanvaard dat zij toegelaten zijn.
Wanneer men gebruik maakt van vertalingen is enkel het Nederlandstalige document het officiële.
6.3 Frans taalgebied, met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten
In het Franse taalgebied, met uitzondering van de gemeenten met faciliteiten, is het decreet van 12 juli 1978 over de verdediging van de Franse taal en het decreet van 30 juni 1982 inzake de bescherming van de vrijheid van het gebruik van de Franse taal in de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en hun personeel, van toepassing.
Deze decreten stellen dat het uitsluitend gebruik van een andere taal dan het Frans verboden is voor de ondernemingsakten en documenten die door wetten of reglementen zijn voorgeschreven. Het Frans moet gebruikt worden. Daarnaast kunnen de partijen vrij een andere taal kiezen. Alleen de in het Frans opgestelde tekst bezit echter rechtsgeldigheid.
HOOFDSTUK 2
De verkiezingsprocedure
Afdeling 1 - Datum van de verkiezingen.
1.1 Datum van de verkiezingen
De verkiezingen voor de oprichting of de vernieuwing van de ondernemingsraden, en van de comités voor preventie en bescherming op het werk, moeten plaatsvinden in de periode die aanvangt op 9 mei 2016 en die eindigt op 22 mei 2016.
1.2 Dagen X en Y
🖉 Betekenis van dag X en dag Y
In de verkiezingsprocedure wordt heel dikwijls verwezen naar twee belangrijke dagen:
- de dag van de verkiezingen, verder in de tekst « dag Y « geheten;
- de dag waarop de verkiezingsdatum wordt bekendgemaakt, hierna aangeduid als « dag X « .
Bepaalde formaliteiten moeten vervuld worden in de periodes vóór of na deze dagen. Voor de berekening van deze periodes moet steeds geteld worden met kalenderdagen en niet met werkdagen.
De dagen X en Y bakenen de verschillende etappes af die gedurende de verkiezingsprocedure moeten doorlopen worden. Dit zijn:
- vóór dag X : de voorbereiding van de procedure;
- dag X : de aanplakking van de verkiezingsdatum;
- van dag X tot dag Y : de eigenlijke procedure;
- dag Y : de verkiezingen;
- na dag Y : mogelijkheid tot beroep en eerste samenroeping van de raad en/of het comité.
1.3 Belang van de chronologie
De verkiezingsprocedure duurt 150 dagen.
In de verkiezingsprocedure moet de chronologie strikt geëerbiedigd worden. Het niet-respecteren van de voorgeschreven periodes en data kan achteraf de vernietiging van de verkiezingen met zich meebrengen. Spil van alles is de dag van de verkiezingen, dag Y. Nadat die datum bepaald is, kunnen er alle andere data uit afgeleid worden.
1.4 Zondag of een gewone inactiviteitsdag in de onderneming
Indien de data van de verkiezingsprocedure samenvallen met een zondag of een gewone inactiviteitsdag in de onderneming, moet de verrichting ten laatste aan de vooravond van die zondag of die gewone inactiviteitsdag uitgevoerd zijn.
Afdeling 2 - Voor dag X: de voorbereidende procedure
2.1 X - 60 : eerste schriftelijke aankondigingen
🖉 Vaststelling van het aantal technische bedrijfseenheden
Uiterlijk op de 60e dag die de aanplakking voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, informeert de werkgever schriftelijk de raad of het comité of bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging over de aard, de gebieden en de graad van zelfstandigheid en afhankelijkheid van de technische bedrijfseenheid of -eenheden ten opzichte van de juridische entiteit of over de aard, de gebieden en de graad van zelfstandigheid of afhankelijkheid van de juridische entiteiten ten opzichte van de technische bedrijfseenheid. Wanneer reeds een orgaan werd opgericht, heeft de informatie enkel betrekking op de wijzigingen die zich in de structuur van de onderneming hebben voorgedaan en op de nieuwe criteria van zelfstandigheid of afhankelijkheid van de technische bedrijfseenheid of -eenheden ten opzichte van de juridische entiteit of van de juridische entiteiten ten opzichte van de technische bedrijfseenheid.
In geval er zich geen enkele wijzigingen hebben voorgedaan in de samenstelling van de technische bedrijfseenheid ten opzichte van de voorgaande sociale verkiezingen, dient men op dit punt niet noodzakelijk informatie mee te geven.
🖉 Het aantal personeelsleden per categorie
Uiterlijk de zestigste dag vóór de aanplakking van het bericht dat de verkiezingsdatum aankondigt, deelt de werkgever schriftelijk aan de raad of aan het comité of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging, het aantal personeelsleden per categorie mee (de arbeiders, de bedienden met inbegrip van het leidinggevend - en het kaderpersoneel, de jeugdige werknemers; een jeugdig kaderlid wordt bij de jeugdige werknemers ingedeeld) die in de onderneming in dienst zijn op dag X - 60.
🖉 Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het leidinggevend personeel Uiterlijk op de 60e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het bericht waarin de datum van de verkiezingen wordt aangekondigd informeert de werkgever schriftelijk de raad of het comité of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, over de functies van het leidinggevend personeel door hun benaming en hun inhoud te verduidelijken, alsmede, bij wijze van aanduiding, de lijst van de personen die deze functies uitoefenen. In deze lijst worden de leidinggevende functies vermeld en de personen die deze uitoefenen en die niet tot de technische bedrijfseenheid behoren.
🖉 Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden
Uiterlijk op de 60e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, informeert de werkgever schriftelijk de raad of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, over de functies van de kaderleden alsmede, bij wijze van aanduiding, de lijst van de personen die deze functies uitoefenen. Mogen slechts als kaderleden beschouwd worden, de werknemers die als bedienden aangegeven zijn in de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Opmerking: Deze procedure is niet van toepassing in de ondernemingen die moeten overgaan tot de verkiezing van personeelsafgevaardigden in de raad maar die minder dan 30 bedienden tewerkstellen uiterlijk 60 dagen voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt (X-60).
🖉 Xxx van aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt en voor de verkiezingen beoogde datum
Uiterlijk op de 60e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, informeert de werkgever schriftelijk de raad of het comité of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, over de dag waarop de datum van de verkiezingen zal worden aangekondigd evenals de voor de verkiezingen beoogde datum. Hij moet dus de datum van dag X in de onderneming meedelen evenals de beoogde datum van dag Y.
De schriftelijke informatie moet niet noodzakelijk medegedeeld worden tijdens een vergadering van het orgaan.
In alle gevallen, zelfs wanneer er geen raad of comité is, of bij ontstentenis daarvan, geen vakbondsafvaardiging, worden deze inlichtingen meegedeeld op een document overeenkomstig met het model beschikbaar op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (hierna: FOD WASO).
Een afschrift van dit, naar behoren ingevuld, document wordt aangeplakt in de verschillende secties en afdelingen van de onderneming. Deze aanplakking mag vervangen worden door het ter beschikking stellen van een elektronisch document, voor zover alle werknemers hiertoe tijdens hun normale werkuren toegang hebben.
Een afschrift van hetzelfde document wordt geüpload via het tabblad “documenten” van de
webapplicatie op de website van de FOD WASO, ofwel onmiddellijk verzonden naar de zetels van de representatieve werknemersorganisaties en de representatieve organisaties van kaderleden; in dit laatste geval enkel wanneer de ingezette procedure gericht is op de oprichting van een raad.
Het modelformulier en de webapplicatie zijn beschikbaar op volgend adres:
- de modellen
- de webapplicatie
Opmerking: Het informeren van de raad of het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging betekent dat bij de procedure voor een ondernemingsraad de informatie meegedeeld wordt aan de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, aan de vakbondsafvaardiging; en bij de procedure voor een comité de informatie meegedeeld wordt aan het comité of, bij ontstentenis, aan de vakbondsafvaardiging. Het gaat dus wel degelijk om twee aparte procedures.
Let op: uiterlijk op ditzelfde ogenblik X -60, dienen ook de ondernemingsgegevens de worden
geverifieerd op het tabblad “X-60” in de webapplicatie.
2.2 Van X - 60 tot X - 35 : raadplegingen
🖉 Aantal technische bedrijfseenheden
Tussen de 60e en de 35e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, raadpleegt de werkgever de raad, het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging over het aantal technische bedrijfseenheden of juridische entiteiten waarvoor organen moeten worden opgericht evenals over hun beschrijving, over de verdeling van de juridische entiteit in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en hun grenzen of het samenvoegen van meerdere juridische entiteiten in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en hun grenzen.
🖉 Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het leidinggevend personeel Tussen de 60e en de 35e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, raadpleegt de werkgever de raad, het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging over de functies van het leidinggevend personeel, alsmede over de lijst die bij wijze van aanduiding door de werkgever werd gegeven.
🖉 Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden
Tussen de 60e en de 35e dag die de dag van de aanplakking voorafgaat van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, raadpleegt de werkgever de raad, het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging over de functies van de kaderleden, alsmede over de lijst die bij wijze van aanduiding door de werkgever werd gegeven. Mogen slechts als kaderleden beschouwd worden, de werknemers die als bedienden aangegeven zijn in de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Opmerking: Deze voorziene procedure is niet van toepassing in de ondernemingen die moeten overgaan tot de verkiezing van personeelsafgevaardigden in de raad maar die minder dan 30 bedienden tewerkstellen uiterlijk 60 dagen voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
2.3 X - 35: schriftelijke mededelingen van de beslissingen
🖉 Aantal technische bedrijfseenheden
Uiterlijk op de 35e dag, die de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, voorafgaat, worden de raad of het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, door de werkgever schriftelijk in kennis gesteld van zijn beslissingen betreffende de technische bedrijfseenheden of de juridische entiteiten waarvoor afzonderlijke organen moeten worden opgericht met hun beschrijving en hun grenzen. Hij deelt eveneens zijn beslissing mee betreffende de indeling van de juridische entiteit in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en hun grenzen of de samenvoeging van meerdere juridische entiteiten in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en hun grenzen.
🖉 Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het leidinggevend personeel Uiterlijk op de 35e dag, die de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt voorafgaat, worden de raad of het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, door de werkgever schriftelijk in kennis gesteld van zijn beslissingen betreffende de functies van het leidinggevend personeel alsmede, bij wijze van aanduiding, de lijst van de personen die deze functies uitoefenen.
🖉 Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden
Uiterlijk op de 35e dag, die de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, voorafgaat, worden de raad en het comité, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, door de werkgever schriftelijk in kennis gesteld van zijn beslissingen betreffende de functies van de kaderleden alsmede, bij wijze van aanduiding, de lijst van de personen die deze functies uitoefenen.
In alle gevallen, zelfs wanneer er geen raad of comité is, of bij ontstentenis daarvan, geen vakbondsafvaardiging, worden deze inlichtingen meegedeeld op een document overeenkomstig het model beschikbaar op de website van de FOD WASO. Een afschrift van dit, naar behoren ingevuld, document wordt aangeplakt in de verschillende secties en afdelingen van de onderneming. Deze aanplakking mag vervangen worden door het ter beschikking stellen van een elektronisch document, voor zover alle werknemers hiertoe tijdens hun normale werkuren toegang hebben.
Een afschrift van hetzelfde document wordt geüpload via het tabblad “documenten” van de
webapplicatie op de website van de FOD WASO, ofwel onmiddellijk verzonden naar de zetels van de representatieve werknemersorganisaties en de representatieve organisaties van kaderleden; in dit laatste geval enkel wanneer de ingezette procedure gericht is op de oprichting van een raad.
Het modelformulier en de webapplicatie zijn beschikbaar op volgend adres:
- de modellen
- de webapplicatie
2.4 Van X - 35 tot X - 28 : beroepen
Beroep kan ingesteld worden bij de arbeidsrechtbank door de betrokken werknemers, de betrokken representatieve werknemersorganisaties, alsook door de betrokken representatieve kaderledenorganisaties indien een raad moet worden opgericht, ten laatste de 28e dag die de dag voorafgaat van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, voor wat betreft:
🖉 Aantal technische bedrijfseenheden
⇨ De beslissing of ontstentenis van beslissing van de werkgever betreffende de technische bedrijfseenheden of de juridische entiteiten waar organen moeten worden opgericht;
⇨ De beslissing of ontstentenis van beslissing betreffende de indeling van de juridische entiteit in technische bedrijfseenheden met hun beschrijving en grenzen of de samenvoeging van meerdere juridische entiteiten in technische bedrijfseenheden met hun
beschrijving en grenzen;
🖉 Functies van het leidinggevend personeel en de indicatieve lijst van het leidinggevend personeel De beslissing of ontstentenis van beslissing van de werkgever betreffende de functies van het leidinggevend personeel;
🖉 Functies van kaderleden en de indicatieve lijst van de kaderleden
De beslissing of ontstentenis van beslissing betreffende de functies van de kaderleden.
2.5 Van X - 28 tot X - 5 : uitspraak van de arbeidsrechtbank
De arbeidsrechtbank waarbij beroep is ingesteld doet uitspraak binnen 23 dagen na de ontvangst van het beroep.
2.6 Voorbereiding van de verrichtingen voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de verkiezingsdatum aankondigt
Voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de verkiezingsdatum aankondigt (dag X), moeten volgende inlichtingen bekend zijn.
🖉 Het aantal mandaten per orgaan
✓ Datum die in aanmerking moet genomen worden
De datum die in aanmerking moet genomen worden voor de vaststelling van het personeel en de verdeling van de zetels onder de arbeiders, bedienden en jeugdige werknemers en eventueel de kaderleden als de onderneming meer dan 100 werknemers tewerkstelt, is die van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
✓ Berekening van het aantal mandaten per orgaan.
De personeelsafvaardiging in de ondernemingsraad en in het comité is samengesteld uit:
- 4 gewone leden voor een onderneming met minder dan 101 werknemers;
- 6 gewone leden voor een onderneming met 101 tot 500 werknemers;
- 8 gewone leden voor een onderneming met 501 tot 1000 werknemers;
- 10 gewone leden voor een onderneming met 1001 tot 2000 werknemers;
- 12 gewone leden voor een onderneming met 2001 tot 3000 werknemers;
- 14 gewone leden voor een onderneming met 3001 tot 4000 werknemers;
- 16 gewone leden voor een onderneming met 4001 tot 5000 werknemers;
- 18 gewone leden voor een onderneming met 5001 tot 6000 werknemers;
- 20 gewone leden voor een onderneming met 6001 tot 8000 werknemers;
- 22 gewone leden voor een onderneming met méér dan 8000 werknemers, op de datum van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
In de ondernemingen van de sector van de mijnen, de graverijen en de ondergrondse groeven, is de personeelsafvaardiging in het comité samengesteld uit 2 gewone leden voor een onderneming met minder dan 50 werknemers.
De leden van het leidinggevend personeel moeten bij het aantal werknemers worden gevoegd om het aantal gewone leden van de personeelsafvaardiging vast te stellen.
Gelet op het arrest van het Hof van Cassatie van 30 maart 2009 (Nr. S. 08.0088.N), dienen de uitzendkrachten die in de gebruikende onderneming tewerkgesteld zijn op dag X voortaan meegeteld te worden bij het aantal werknemers van de onderneming teneinde het aantal mandaten per orgaan te bepalen. Teneinde dubbeltellingen te vermijden, moeten uitzendkrachten die, behoudens in geval van economische werkloosheid of slecht weer, een vaste werknemer vervangen, evenwel niet worden meegeteld.
De uitzendkrachten moeten niet meegeteld worden bij hun werkgever, namelijk het uitzendkantoor.
Voor de berekening van de mandaten komen alleen die leden van het leidinggevend personeel in aanmerking die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst.
Bij de verkiezing van de leden van de raad en in geval van een afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden, d.w.z. wanneer de onderneming ten minste 15 kaderleden tewerkstelt, wordt de personeelsafvaardiging van de raad met één eenheid verhoogd indien de onderneming minder dan honderd kaderleden tewerkstelt en met twee eenheden indien de onderneming 100 kaderleden of meer tewerkstelt. De leden van het leidinggevend personeel moeten eveneens gevoegd worden bij het aantal kaderleden om de verhoging van de personeelsafvaardiging te bepalen.
De afvaardiging bestaat bovendien uit plaatsvervangende leden waarvan het aantal gelijk is aan dat van de gewone leden.
✓ Eventuele verhoging van het aantal mandaten
Het bij vorig punt bedoelde aantal leden van de personeelsafvaardiging kan evenwel worden verhoogd na een éénparig akkoord gesloten tussen de werkgever en de representatieve werknemersorganisaties met dien verstande dat er niet meer dan 25 mogen zijn.
Evenwel, als de verkiezing gehouden wordt voor de oprichting van een raad, kan het aantal van 25 mandaten eventueel verhoogd worden tot 26 of 27 op voorwaarde dat er een afzonderlijke vertegenwoordiging van de kaderleden is (dus als de onderneming ten minste 15 kaderleden telt).
Het akkoord moet uiterlijk worden bereikt de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. Dit akkoord moet de aanvullende mandaten onder de verschillende categorieën van werknemers verdelen, naar keuze van de partijen die het akkoord gesloten hebben.
🖉 Het aantal mandaten per categorie
✓ Datum die in aanmerking moet genomen worden
Bij de verdeling van de mandaten van de personeelsafgevaardigden moet rekening worden gehouden
met het aantal personeelsleden van de verschillende categorieën in dienst in de onderneming op de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. Het aantal uitzendkrachten tewerkgesteld bij de gebruiker op dag X dat werd meegeteld voor de berekening van het aantal mandaten, dient daarentegen niet meer in aanmerking te worden genomen voor de verdeling van deze mandaten.
De werknemers moeten beschouwd worden als arbeiders of als bedienden naargelang van de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Als jeugdige werknemers worden beschouwd, de werknemers die de leeftijd van 25 jaar niet bereikt hebben op de dag van de verkiezingen.
Het leidinggevend personeel is begrepen in de categorie van bedienden of in de categorie van kaderleden in geval van een afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden.
✓ Indien de onderneming minder dan 25 jeugdige werknemers telt
⇨ Geen afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden
Het aantal mandaten dat aan de personeelsafgevaardigden wordt toegekend, wordt verdeeld in verhouding tot de bezetting van de categorie van «arbeiders» en van de categorie van «bedienden».
Het wordt als volgt berekend:
Het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal werknemers van elk van deze categorieën met het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging wordt gedeeld door het totaal aantal werknemers die in de onderneming zijn tewerkgesteld.
Zo het totaal van de aldus bekomen twee quotiënten (zonder rekening te houden met de decimalen) een eenheid minder bedraagt dan het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging, wordt het overblijvende mandaat toegekend aan die van beide categorieën die het kleinste aantal werknemers telt, zo deze nog niet vertegenwoordigd is.
Deze bepaling is niet van toepassing in de ondernemingen van de sector van de mijnen, de graverijen en de ondergrondse groeven.
In de andere gevallen, als de beide categorieën al vertegenwoordigd zijn, wordt het overblijvende mandaat toegekend aan de categorie die de hoogste decimaal heeft verkregen of aan die welke het grootste aantal werknemers telt, zo beide quotiënten dezelfde decimaal hebben.
⇨ Afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden
Het aantal mandaten dat aan de personeelsafvaardiging wordt toegekend, wordt verdeeld in verhouding tot de bezetting van de categorie «arbeiders», «bedienden» en «kaderleden».
Het wordt berekend op de volgende wijze:
Het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal werknemers van elk van deze categorieën met het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging gedeeld door het totaal aantal werknemers die in de onderneming zijn tewerkgesteld.
Zo het totaal van de aldus bekomen quotiënten (zonder rekening te houden met de decimalen) een eenheid minder bedraagt dan het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging wordt het overblijvende mandaat toegekend aan die van de drie categorieën die nog niet vertegenwoordigd is.
Zo twee categorieën nog niet vertegenwoordigd zijn, zal aan elke categorie een mandaat worden toegekend of, indien er slechts één mandaat overblijft, wordt hen dit toegekend, vermeerderd met een mandaat dat onttrokken werd aan de categorie die het meest vertegenwoordigd is.
In de andere gevallen, dus wanneer alle categorieën al vertegenwoordigd zijn, worden de overblijvende mandaten toegekend achtereenvolgens aan de categorieën die de hoogste decimalen hebben verkregen.
Bij gelijkheid van decimalen worden zij achtereenvolgens toegekend aan de categorieën die de hoogste
tweede decimalen hebben verkregen. Bij gelijkheid van de eerste twee decimalen worden zij achtereenvolgens toegekend aan de categorieën die het grootste aantal werknemers tellen.
✓ Indien de onderneming ten minste 25 jeugdige werknemers telt
Indien de onderneming ten minste 25 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt, worden die jeugdige werknemers vertegenwoordigd:
- in de ondernemingen die minder dan 101 werknemers tellen, door één vertegenwoordiger indien de onderneming 25 tot 50 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt, en door twee vertegenwoordigers indien de onderneming meer dan 50 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt;
- in de ondernemingen die 101 tot 500 werknemers tellen, door één vertegenwoordiger indien de onderneming 25 tot 100 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt, en door twee vertegenwoordigers indien de onderneming meer dan 100 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt;
- in de ondernemingen die meer dan 500 werknemers tellen, door één vertegenwoordiger indien de onderneming 25 tot 150 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt, door twee vertegenwoordigers indien de onderneming 151 tot 300 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt en door drie vertegenwoordigers indien de onderneming meer dan 300 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar tewerkstelt.
In de praktijk worden, eenmaal het aantal mandaten voor de jeugdige werknemers is vastgesteld, de overblijvende mandaten (totaal mandaten – het aantal mandaten jeugdige werknemers) toegekend aan de arbeiders, bedienden en kaderleden.
⇨ Geen afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden
Het aantal mandaten toegekend aan de personeelsafvaardiging van 25 jaar en ouder, wordt verdeeld in verhouding tot de bezetting van de categorie arbeiders van 25 jaar en ouder en van deze van de bedienden van 25 jaar en ouder.
Het wordt als volgt berekend:
Het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal werknemers van elk van deze categorieën met het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging, verminderd met de zetel(s) die aan de vertegenwoordigers van voornoemde jeugdige werknemers wordt (worden) toegewezen, gedeeld door het totaal aantal werknemers van 25 jaar en ouder die in de onderneming zijn tewerkgesteld.
Indien het totaal van de twee aldus bekomen quotiënten (zonder rekening te houden met de decimalen), een eenheid minder bedraagt dan het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging, verminderd met de zetel(s) die aan de jeugdige werknemers wordt (worden) toegewezen, wordt het overblijvende mandaat toegekend aan die van de twee categorieën die het kleinste aantal werknemers telt, zo deze nog niet vertegenwoordigd is.
In de andere gevallen, dus wanneer beide categorieën al vertegenwoordigd zijn, wordt het mandaat toegekend aan de categorie die de hoogste decimaal heeft verkregen of aan die welke het grootste aantal werknemers telt, zo beide quotiënten dezelfde decimaal hebben.
⇨ Afzonderlijke vertegenwoordiging van kaderleden
Het aantal mandaten toegekend aan de personeelsafvaardiging van 25 jaar en ouder, wordt verdeeld in verhouding tot de bezetting van de categorie arbeiders, bedienden en kaderleden van 25 jaar en ouder.
Het wordt als volgt berekend:
Het resultaat van de vermenigvuldiging van het aantal werknemers van elk van deze categorieën met het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging, verminderd met de zetel(s) die aan de vertegenwoordigers van voornoemde jeugdige werknemers wordt (worden) toegewezen, gedeeld door het totaal aantal werknemers van 25 jaar en ouder die in de onderneming zijn tewerkgesteld.
Indien het totaal van de aldus bekomen quotiënten (zonder rekening te houden met de decimalen), een eenheid minder bedraagt dan het totaal aantal leden van de personeelsafvaardiging, verminderd met de zetel(s) die aan de jeugdige werknemers wordt (worden) toegewezen, wordt het overblijvende mandaat toegekend aan die van de drie categorieën die nog niet vertegenwoordigd is.
Indien twee categorieën nog niet vertegenwoordigd zijn, zal aan elke categorie een mandaat worden toegekend, of, indien er slechts één mandaat overblijft, wordt hen dit toegekend, vermeerderd met het mandaat dat onttrokken werd aan de categorie die het meest vertegenwoordigd is.
In de andere gevallen, dus wanneer de drie categorieën al vertegenwoordigd zijn, worden het of de mandaten toegekend achtereenvolgens aan de categorieën die de hoogste decimalen hebben verkregen. Bij gelijkheid van de decimalen worden zij achtereenvolgens toegekend aan de categorieën die de hoogste twee decimalen hebben verkregen. Bij gelijkheid van de eerste twee decimalen worden zij achtereenvolgens toegekend aan de categorieën die het grootste aantal werknemers tellen.
Voorbeelden :
▪ Een onderneming stelt 620 werknemers tewerk, 535 arbeiders, 55 bedienden, 30 kaderleden; 8 mandaten zijn te verdelen waaraan men 1 mandaat moet toevoegen omwille van de afzonderlijke vertegenwoordiging van de kaderleden (de onderneming stelt ten minste 15 kaderleden tewerk).
mandaten «arbeiders»: aantal arbeiders x totaal aantal mandaten / totaal aantal werknemers 535 x 9 = 7,76
620
mandaten «bedienden»: aantal bedienden x totaal aantal mandaten / totaal aantal werknemers 55 x 9 = 0,79
620
mandaten «kaderleden»: aantal kaderleden x totaal aantal mandaten / totaal aantal werknemers 30 x 9 = 0,43
620
In dit geval zullen twee categorieën niet vertegenwoordigd zijn, zij zullen dus ieder een mandaat toegekend krijgen.
Resultaten: mandaten «arbeiders»: 7 ; mandaten «bedienden»: 1 ; mandaten «kaderleden»: 1
▪ Een onderneming stelt 400 werknemers tewerk, 300 arbeiders, 50 jeugdige werknemers, 25 bedienden, 25 kaderleden : 6 mandaten zijn te verdelen waaraan men 1 mandaat moet toevoegen omwille van de afzonderlijke vertegenwoordiging van de kaderleden = 7 mandaten.
mandaten «jeugdige werknemers» : 1
mandaten «arbeiders» : 300 x 6 (7 - 1 mandaat toegekend aan jeugdige werknemers) = 5,14
350 (400 - 50 jeugdige werknemers)
mandaten «bedienden» en «kaderleden» : 25 x 6 ( 7 - 1 mandaat jeugdige werknemers) = 0,42
350 (400-50 jeugdige werknemers)
In dit geval zijn twee categorieën nog niet vertegenwoordigd. Aan elk van hen zal een mandaat toegekend worden. Aangezien er slechts één mandaat overblijft, wordt aan één van de twee
categorieën een mandaat toegekend, dat onttrokken werd aan de categorie die het meest vertegenwoordigd is (mandaten «arbeiders» : 5,14 - 1).
Resultaten : mandaten «arbeiders»: 4 ; mandaat «bedienden»: 1 ; mandaat «jeugdige werknemers»:
1 ; mandaat «kaderleden»: 1
▪ Een onderneming stelt 600 werknemers tewerk, 250 bedienden, 200 arbeiders, 150 kaderleden:
8 mandaten zijn te verdelen waarvan men 2 mandaten moet toevoegen omwille van de afzonderlijke vertegenwoordiging van de kaderleden.
Mandaten “bedienden”: 250 x 10 = 4,16
600
Mandaten “arbeiders” : 200 x 10 = 3,33
600
Mandaten “kaderleden” : 150 x 10 = 2,50
600
In dit geval zijn alle categorieën al vertegenwoordigd. Omdat er één mandaat overblijft, wordt deze toegekend aan de categorie die de hoogste eerste decimaal heeft verkregen.
Resultaten : mandaten «bedienden» : 4 ; mandaten «arbeiders» : 3 ; mandaten «kaderleden» : 3.
▪ Een onderneming stelt 450 werknemers tewerk, 225 arbeiders, 167 bedienden, 58 kaderleden :
6 mandaten zijn te verdelen waaraan men 1 mandaat moet toevoegen omwille van de afzonderlijke vertegenwoordiging van de kaderleden = 7 mandaten.
mandaten «arbeiders» : 224 x 7 = 3,48
450
mandaten «bedienden»:166 x 7 = 2,58
450
mandaten «kaderleden»: 60 x 7 = 0,93
450
In dit geval is één categorie niet vertegenwoordigd en blijven 2 mandaten over. De categorie kaderleden, die nog niet vertegenwoordigd is, krijgt één van de overblijvende mandaten. Het andere overblijvende mandaat gaat naar één van de 2 overige categorieën die de hoogste decimalen heeft verkregen, namelijk de categorie bedienden.
Resultaten : mandaten «arbeiders»: 3 ; mandaat «bedienden»: 3 ; mandaat «kaderleden»: 1
🖉 De datum en de uurregeling van de verkiezingen
De datum en de uurregeling van de verkiezingen worden vastgesteld door de raad of het comité. Indien deze organen nog niet bestaan, moet de werkgever deze beslissingen treffen.
De datum en het uur moeten zo worden vastgesteld dat, in beginsel, elke werknemer kan stemmen gedurende zijn werkuren.
Indien binnen de raad of het comité geen akkoord over de datum en de uurregeling kan bereikt worden, worden zij vastgesteld door de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het rechtsgebied .
De verkiezingen vinden plaats uiterlijk 90 dagen na dag X.
Voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt (dag X), moeten volgende documenten opgesteld worden.
🖉 De voorlopige kiezerslijsten
Voorwaarden inzake kiesrecht waaraan moet voldaan zijn op de verkiezingsdag (dag Y):
- Werknemer zijn: Aan de verkiezingen van de personeelsafgevaardigden in de raad en het comité wordt deelgenomen door alle werknemers van de onderneming, de buitenlandse werknemers en de staatslozen inbegrepen, die verbonden zijn door een arbeids- of een leerovereenkomst, alsook de personen gelijkgesteld met werknemers zoals vermeld in punt 2.1 van afdeling 2 van hoofdstuk 1;
- Geen deel uitmaken van het leidinggevend personeel;
- Sedert ten minste drie maanden tewerkgesteld zijn in de juridische entiteit of in de technische bedrijfseenheid gevormd door meerdere juridische entiteiten. Bij overgang krachtens overeenkomst van een onderneming of bij splitsing ervan, wordt rekening gehouden met de anciënniteit verworven voor de overgang.
Voor de berekening van de anciënniteit wordt er rekening gehouden met de periodes gedurende welke de onderzoeker aangeworven door het Fonds national de la recherche scientifique of door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen, of de geassocieerde fondsen, zijn onderzoeksopdracht heeft uitgeoefend in de instelling, evenals met de periodes gedurende welke een werknemer voor een beroepsopleiding in de onderneming geplaatst is door de gemeenschapsinstellingen bevoegd voor de beroepsopleiding.
De oorzaken van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst zijn zonder invloed op de anciënniteitsvoorwaarden.
De kiezers worden op afzonderlijke lijsten ingeschreven naargelang zij in functie van de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, als arbeider of als bediende moeten worden beschouwd.
Indien de onderneming ten minste 15 kaderleden tewerkstelt, worden voor de verkiezingen van de raad, de bedienden en de kaderleden op afzonderlijke kiezerslijsten ingeschreven. Indien de onderneming op de dag van de verkiezingen tenminste 25 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar telt, worden deze jeugdige werknemers eveneens op een afzonderlijke kiezerslijst ingeschreven.
De hoedanigheid van kiezer wordt vastgesteld door de inschrijving op de kiezerslijsten.
Deze lijsten hernemen, in alfabetische volgorde en per werknemerscategorie, de in de onderneming tewerkgestelde werknemers die aan de voorwaarden inzake kiesrecht zullen voldoen op de dag van de verkiezing; aan elke werknemer van dezelfde categorie wordt een nummer toegekend. De lijsten moeten de volgende gegevens bevatten: nummer van de werknemer, naam, voornamen, geboortedatum, datum van indiensttreding in de onderneming en de plaats waar de werknemer in de onderneming werkt (bv. in welk winkelfiliaal binnen dezelfde TBE, op welke werf, …); de nummering gebeurt dus per kiezerslijst (indien er later nog schrappingen gebeuren binnen de kiezerslijst, wijzigt dit niets aan de oorspronkelijke nummering) ; de kiezerslijst vermeldt ook het geslacht van de werknemer (deze inlichting wordt ook gevraagd in de statistische informatie die op het tabblad « X » moet worden ingevuld in de webapplicatie).
De nummering gebeurt per kiezerslijst. Indien er later nog schrappingen gebeuren binnen de kiezerslijst, wijzigt dit niets aan de oorspronkelijke nummering
Op de datum van aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt worden de voorlopig opgemaakte kiezerslijsten ingediend en ter beschikking van de werknemers gesteld op een voor hen toegankelijke plaats in de onderneming.
🖉 De lijst van de leden van het leidinggevend personeel
De dag zelf van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt deelt de raad of het comité of, bij ontstentenis ervan, de werkgever aan de werknemers de lijst mee van de leden van het leidinggevend personeel met de vermelding van de benaming en de inhoud van de functies, of de plaatsen waar deze kan worden geraadpleegd.
🖉 De lijst van de kaderleden
Dit punt is niet van toepassing in de ondernemingen die moeten overgaan tot de verkiezing van personeelsafgevaardigden in de raad, maar die minder dan 30 bedienden tellen uiterlijk 60 dagen voor de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
Afdeling 3 - Dag X : aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt
3.1 Aanplakking van het bericht
Door aanplakking van een bericht, 90 dagen voor de dag van de verkiezing in de verschillende secties en afdelingen van de onderneming, stelt de raad of het comité, of bij ontstentenis ervan de werkgever, de werknemers in kennis van :
- de datum en de uurregeling van de verkiezingen; Xxxxxxx hieromtrent geen akkoord is bereikt in de raad of het comité, stelt de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied deze datum en deze uurregeling vast;
- het adres en de benaming van de technische bedrijfseenheid of -eenheden waarvoor raden of comités moeten worden opgericht. Er moet slechts één adres vermeld worden per technische bedrijfseenheid die een raad of een comité moet oprichten;
- het aantal mandaten per raad of comité en per categorie;
- de voorlopige kiezerslijsten of de plaatsen waar zij kunnen worden geraadpleegd. Deze lijsten hernemen, in alfabetische volgorde en per werknemerscategorie, de in de onderneming tewerkgestelde werknemers die aan de voorwaarden inzake kiesrecht zullen voldoen op de dag van de verkiezing. De lijsten moeten de volgende vermeldingen bevatten: het volgnummer van de werknemer, naam, voornamen, geboortedatum, datum van indiensttreding in de onderneming en de plaats waar de werknemer in de onderneming werkt (bijvoorbeeld : welke winkel, welke werf…) ; de nummering gebeurt dus per kiezerslijst (indien er later nog schrappingen gebeuren binnen de kiezerslijst, wijzigt dit niets aan de oorspronkelijke nummering) ; de kiezerslijst vermeldt ook het geslacht van de werknemer (deze inlichting wordt ook gevraagd in de statistische informatie die op het tabblad « X » moet worden ingevuld in de webapplicatie) ;
- de lijst van de leden van het leidinggevend personeel met vermelding van de benaming en de inhoud van de functies, of de plaatsen waar zij kan worden geraadpleegd;
- de lijst van de kaderleden of de plaatsen waar zij kan worden geraadpleegd, indien de onderneming moet overgaan tot verkiezing van personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraad. Mogen slechts als kaderleden beschouwd worden, de werknemers die als bedienden aangegeven zijn in de aangifte overgemaakt aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. De werknemers die één van de kaderfuncties uitoefenen en die voorkomen op de kiezerslijst van de jeugdige werknemers worden niet opgenomen in de lijst van de kaderleden;
- de data die uit de verkiezingsprocedure voortvloeien;
- de persoon of de dienst, belast door de werkgever met versturen of ronddelen van de oproepingsbrieven voor de verkiezingen;
- in voorkomend geval, de beslissing om over te gaan tot elektronisch stemmen.
Wanneer de verkiezingen zich uitspreiden over meerdere opeenvolgende dagen, valt dag Y samen met de eerste dag van de verkiezingen.
Dit bericht moet de datum van de aanplakking vermelden en dient de volgende vermelding te bevatten: «Om de afvaardiging die zal worden verkozen, een werkelijk vertegenwoordigend karakter te geven, hebben alle werknemers tot plicht aan de stemming deel te nemen.»
De datum vermeld op het bericht moet de datum zijn van de aanplakking van het bericht dat de datum
van de verkiezingen aankondigt. Hij kan niet vroeger zijn dan de werkelijke datum van de aanplakking.
De aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, kan vervangen worden door het ter beschikking stellen van een elektronisch document, voor zover alle werknemers hiertoe toegang hebben tijdens hun normale werkuren.
Dit bericht blijft aangeplakt en blijft elektronisch beschikbaar tot de 15de dag die volgt op de aanplakking van de uitslagen van de verkiezingen. Hierna, en tot de 86e dag die volgt op deze van de stemming, moet dit bericht ter beschikking gesteld worden van de werknemers op hun eenvoudig verzoek.
3.2 Afschriften
Het afschrift van dit bericht moet in overeenstemming zijn met het model beschikbaar op de website van de FOD WASO.
Een afschrift van hetzelfde document wordt geüpload via het tabblad “documenten” van de
webapplicatie op de website van de FOD WASO, ofwel onmiddellijk verzonden naar de zetels van de representatieve werknemersorganisaties en van de representatieve organisaties van kaderleden; in dit laatste geval enkel wanneer de ingezette procedure gericht is op de oprichting van een raad.
De lijsten van de leden van het leidinggevend personeel en van de werknemers die een kaderfunctie uitoefenen worden bij deze verzendingen gevoegd. De kiezerslijsten worden enkel bijgevoegd bij ontstentenis van een raad, een comité of een vakbondsafvaardiging.
Het modelformulier en de webapplicatie zijn beschikbaar op volgend adres:
- de modellen
- de webapplicatie
Let op: op ditzelfde ogenblik dienen ook gegevens te worden ingevuld op het tabblad “”X” in de
webapplicatie.
3.3 Rechtzetting van de verkiezingsdatum
Indien de in het aangeplakte bericht vermelde verkiezingsdatum niet valt op de negentigste dag na de aanplakking ervan, blijft het bericht geldig. De datum van de verkiezingen moet echter in overeenstemming met de voorschriften gebracht worden.
Afdeling 4 - Van dag X tot dag Y : verkiezingsprocedure
BEZWAREN BETREFFENDE HET BERICHT VAN DAG X
4.1 X+7 dagen: bezwaren
Uiterlijk de 7e dag na de dag van de aanplakking van het bericht waarbij de datum van de verkiezingen wordt aangekondigd, kunnen de werknemers, de representatieve organisaties van werknemers, alsmede de representatieve kaderledenorganisaties indien een raad moet worden opgericht, bezwaar indienen bij de raad of het comité, of bij ontstentenis hiervan, bij de werkgever voor wat betreft :
- De voorlopige kiezerslijsten, wegens het niet inschrijven of onbehoorlijk inschrijven van kiezers of wegens onjuistheden;
- De vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en hun verdeling per categorie;
- De lijst van het leidinggevend personeel, in de mate dat op deze lijst een persoon voorkomt die geen leidinggevende functie vervult;
- De lijst van de kaderleden.
🖉 Definitieve afsluiting bij afwezigheid van bezwaren
De kiezerslijsten, de lijst van het leidinggevend personeel, de lijst van de kaderleden en het aantal evenals de verdeling van de mandaten per orgaan en per categorie zijn definitief bij het verstrijken van de termijn van bezwaar indien geen enkel bezwaar werd ingediend.
4.2 Van X + 7 tot X + 14: beslissingen betreffende de bezwaren en aanplakking van een rechtzetting
Binnen 7 dagen na het verstrijken van de termijn van bezwaar, spreekt de raad of het comité, of bij ontstentenis de werkgever zich uit over de klacht en plakt, in geval van wijziging een rechtzetting aan de dag zelf van zijn beslissing.
De aanplakking van deze beslissing kan worden vervangen door het ter beschikking stellen van een elektronisch document, voor zover alle werknemers hiertoe toegang hebben tijdens hun normale werkuren.
Indien er geen raad of comité is, moet de rechtzetting eveneens worden medegedeeld aan de representatieve organisaties en indien het de oprichting van een raad betreft, aan de representatieve organisaties van kaderleden.
4.3 Van X + 14 tot X + 21 : beroepen
Binnen 7 dagen na het verstrijken van de termijn binnen dewelke het orgaan zich dient uit te spreken over de bezwaren, kunnen de betrokken werknemers, de betrokken representatieve werknemersorganisaties, alsmede de representatieve kaderledenorganisaties indien een raad moet worden opgericht, tegen de beslissing of de afwezigheid van beslissing een beroep instellen aangaande:
- De voorlopige kiezerslijsten;
- De vaststelling van het aantal mandaten per orgaan en per categorie;
- De lijst van het leidinggevend personeel, in de mate dat op deze lijst een persoon voorkomt die geen leidinggevende functie vervult;
- De lijst van de kaderleden;
🖉 Definitieve afsluiting bij afwezigheid van beroep
De kiezerslijsten, de lijst van het leidinggevend personeel, de lijst van de kaderleden en het aantal evenals de verdeling van de mandaten per orgaan en per categorie zijn definitief bij het verstrijken van de termijn van beroep tegen de beslissing of de afwezigheid van beslissing indien bezwaar werd ingediend maar geen enkel beroep werd ingesteld tegen de beslissing of de afwezigheid van beslissing.
4.4 X + 28 : beslissing van de rechtbank waarbij de zaak werd aanhangig gemaakt
🖉 Beslissing van de rechtbank waarbij de zaak werd aanhangig gemaakt
De arbeidsrechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, doet uitspraak binnen de 7 dagen die volgen op de ontvangst van het beroep. De beslissing van de rechtbank zal het voorwerp uitmaken, indien noodzakelijk, van een rechtzetting van de aanplakking.
Deze beroepen zijn niet vatbaar voor hoger beroep of verzet.
🖉 Definitieve afsluiting
De kiezerslijsten, de lijst van het leidinggevend personeel, de lijst van de kaderleden en het aantal evenals de verdeling van de mandaten per orgaan en per categorie zijn definitief op het ogenblik waarop de arbeidsrechtbank uitspraak doet over het ingestelde beroep tegen de beslissing of de afwezigheid van beslissing.
UITSTEL VAN DE KIESVERRICHTINGEN
4.5 Schorsing van de kiesverrichtingen, opschorting van de verkiezingen
🖉 Schorsing van de kiesverrichtingen.
Indien gedurende de periode vanaf de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt (X) tot de dag van de verkiezingen (Y) de meerderheid van de werknemers, met andere woorden meer dan 50 % van de betrokken categorie arbeiders of bedienden, bij een staking betrokken is of indien 25 % van de betrokken categorie arbeiders of bedienden tijdelijk werkloos is volgens de documenten van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, kunnen de kiesverrichtingen op verzoek van een representatieve werknemersorganisatie die kandidaten kunnen voorgedragen, worden geschorst.
De werkgever en de representatieve werknemersorganisaties die kandidaten kunnen voorgedragen kunnen nochtans beslissen de verkiezingen voort te zetten. Bij ontstentenis van dergelijk akkoord stellen zij de datum vast waarop de verkiezingsverrichtingen worden geschorst. Indien zij nalaten dit te doen, neemt de schorsing een aanvang op het ogenblik dat de voorwaarden voor schorsing vervuld zijn. De schorsing neemt een einde op de dag dat de voorwaarden voor schorsing niet meer vervuld zijn.
🖉 Opschorting van de verkiezingen
In de ondernemingen waar een raad of een comité moet worden opgericht of vernieuwd, kan de oprichting of de vernieuwing van de raad of het comité geschorst worden mits voorafgaande toestemming van de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het rechtsgebied waarin de onderneming gelegen is. Deze situatie is al besproken in afdeling 5 van hoofdstuk 1 hierboven.
KANDIDATUREN
4.6 X + 35 : indienen van kandidatenlijsten
🖉 Verkiesbaarheidsvoorwaarden
Om als afgevaardigde van het personeel verkiesbaar te zijn, moeten de werknemers aan de volgende voorwaarden voldoen op de dag van de verkiezingen (Y):
- ten minste 18 jaar oud zijn; evenwel, de afgevaardigden van de jeugdige werknemers moeten ten minste 16 jaar oud zijn en mogen de leeftijd van 25 jaar niet bereikt hebben op de datum van de verkiezingen;
- geen deel uitmaken van het leidinggevend personeel, noch de hoedanigheid hebben van preventieadviseur van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk of vertrouwenspersoon in de zin van de welzijnswetgeving (voor een definitie van “vertrouwenspersoon”)
- 🡪 hetzij sedert tenminste zes maanden tewerkgesteld zijn in de juridische entiteit waaronder de onderneming ressorteert of in de technische bedrijfseenheid die gevormd wordt door verscheidene juridische entiteiten;
🡪 hetzij in totaal gedurende ten minste negen maanden tijdens meerdere periodes tewerkgesteld zijn in de juridische entiteit waaronder de onderneming ressorteert of in de technische bedrijfseenheid die gevormd wordt door verscheidene juridische entiteiten gedurende het jaar dat voorafgaat aan dit waarin de verkiezingen plaatshebben; voor de berekening van deze periode van negen maanden wordt rekening gehouden met alle periodes gedurende welke de werknemer werd tewerkgesteld, hetzij krachtens een arbeids- of leerovereenkomst hetzij onder gelijkaardige voorwaarden (cf. punt 2.1. van hoofdstuk 1, afdeling 2 - eerste alinea «Voor de berekening van de drempel, de berekening van het aantal mandaten, de verkiesbaarheidsvoorwaarden en de kiesvoorwaarden, worden beschouwd als werknemers»).
Voor de berekening van de anciënniteit wordt er rekening gehouden met de periodes gedurende welke de onderzoeker van het Fonds national de la recherche scientifique of van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen of van geassocieerde fondsen, zijn onderzoeksopdracht heeft uitgeoefend in de instelling, evenals met de periodes gedurende welke een werknemer voor een beroepsopleiding in de onderneming geplaatst is door de gemeenschapsinstellingen bevoegd voor de beroepsopleiding.
In geval van overgang krachtens overeenkomst van een onderneming, moet de anciënniteit door de werknemer verworven vóór de overgang, in rekening gebracht worden.
- de leeftijd van 65 jaar niet hebben bereikt.
De oorzaken van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst hebben geen invloed op de anciënniteitsvoorwaarden.
De voorwaarden van verkiesbaarheid moeten vervuld zijn op de datum van de verkiezingen.
De werknemer die in strijd met de bepalingen van de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden, werd ontslagen, mag als kandidaat worden voorgedragen.
Wegens hun functie mogen de preventieadviseur, de arbeidsgeneesheer en de vertrouwenspersoon in de zin van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk noch deel uitmaken van de personeelsafvaardiging, noch van de werkgeversafvaardiging bij de raad en het comité. Zij wonen evenwel als
deskundigen de vergaderingen bij van het comité.
🖉 Neerlegging van de kandidatenlijsten
Wie kan een lijst indienen?
Het zijn de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties die bij de werkgever kandidatenlijsten kunnen indienen; tot op vandaag zijn dit het ABVV, het ACV en de ACLVB.
Evenwel zijn deze organisaties gemachtigd om volmacht te geven voor de neerlegging van deze kandidatenlijsten. Ze kunnen slechts één volmacht geven per werknemerscategorie binnen eenzelfde onderneming.
De volmachthebbers die kandidatenlijsten hebben neergelegd kunnen ook voor de kiesverrichtingen, die plaatsvinden na het neerleggen van de kandidatenlijsten, gemandateerd worden.
Zo kunnen deze volmachthebbers handelen in naam van de organisatie in wiens naam ze een lijst hebben neergelegd, bijvoorbeeld wanneer een akkoord gegeven moet worden voor stemming per brief, aanduiding van de getuigen ...
In de ondernemingen die ten minste 15 kaderleden tewerkstellen, kunnen kandidatenlijsten voor de verkiezing van de personeelsafgevaardigden die in de raad de kaderleden vertegenwoordigen eveneens worden ingediend door:
- de representatieve organisaties van kaderleden, tot op vandaag het NCK;
- ten minste 10 % van de kaderleden van de onderneming, met dien verstande dat het aantal ondertekenaars ter ondersteuning van deze lijst niet kleiner mag zijn dan 5 indien het aantal kaderleden minder bedraagt dan 50, en dan 10 indien het aantal kaderleden minder bedraagt dan 100; een kaderlid kan slechts één lijst ondersteunen.
Wanneer een lijst indienen?
Het indienen van de kandidatenlijsten moet plaatsvinden ten laatste op de 35e dag na de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. (X + 35)
Indien de lijsten worden neergelegd op papier, wordt de datum van neerlegging bepaald door de datum van verzending per post of de datum van de onmiddellijke overhandiging van de lijsten aan de werkgever.
Indien de lijsten worden neergelegd via elektronische weg, wordt de datum van neerlegging bepaald door de datum en het uur dat wordt aangegeven in de webapplicatie naast de opgeladen kandidatenlijst.
Hoe een lijst indienen?
Voor de sociale verkiezingen van het jaar 2016 werd een nieuwigheid ingevoerd voor de neerlegging van kandidatenlijsten, hun wijziging of de vervanging van kandidaten op een lijst: de kandidatenlijsten kunnen naar keuze worden ingediend, ofwel via de papieren weg –zoals dit voorheen gebeurde -, ofwel via elektronische weg door het opladen op de webapplicatie die ter beschikking gesteld wordt door de FOD WASO.
Eens de interprofessionele werknemersorganisatie of de representatieve organisatie van kaderleden echter gekozen heeft voor een bepaalde wijze van voordracht (papier dan wel elektronisch), dient zij zich verder te houden aan deze eerder gekozen wijze voor de betrokken verkiezing. Dit geldt voor alle
handelingen die betrekking hebben op de kandidatenlijsten voor een zelfde verkiezing. Met andere woorden, elke indiening van kandidatenlijsten, elke wijziging van de lijst of vervanging van kandidaten binnen een zelfde technische bedrijfseenheid en voor een zelfde interprofessionele werknemersorganisatie of de representatieve organisatie van kaderleden, moet gebeuren overeenkomstig de oorspronkelijk gekozen wijze.
De modelformulieren die gebruikt moeten worden voor de indiening van kandidatenlijsten, voor de wijziging van deze lijsten of de vervanging van kandidaten zijn beschikbaar op de website van de FOD WASO.
=> Neerlegging via papieren weg
Indien men kiest voor de papieren weg, moeten de kandidatenlijsten worden neergelegd door middel van het modelformulier genaamd “Formulier Kandidatenlijsten”.
=> Neerlegging via elektronische weg
De interprofessionele werknemersorganisaties of de representatieve organisaties van kaderleden
kunnen hun kandidatenlijsten ook indienen via elektronische weg. Hiertoe dienen zij de lijsten – nadat deze werden opgesteld overeenkomstig het modelformulier genaamd “Formulier Kandidatenlijsten” – op te laden op de webapplicatie.
De kandidatenlijst moet worden opgeladen overeenkomstig het modelformulier alsook volgens het voorgeschreven formaat (excell). De werkgever wordt van deze upload op de hoogte gebracht via een bericht in zijn e-box. Hij kan de opgeladen kandidatenlijsten dan raadplegen op de webapplicatie.
Let op: de huislijsten van kandidaat-kaderleden voor de verkiezing van de leden van de ondernemingsraad moeten steeds via papieren weg worden ingediend, zij kunnen niet worden opgeladen op de webapplicatie.
🖉 Opstellen van de kandidatenlijsten
Op de lijsten mogen niet meer kandidaten voorkomen dan er gewone en plaatsvervangende mandaten toegekend kunnen worden. De kandidaten-arbeiders, kandidaten-bedienden, kandidaten-jeugdige werknemers en de kandidaten-kaderleden moeten onderscheidelijk behoren tot de categorie waarvoor zij ter verkiezing worden voorgedragen en moeten behoren tot de technische bedrijfseenheid waarbinnen hun kandidatuur werd voorgedragen. Eenzelfde kandidaat mag niet op meer dan één kandidatenlijst worden voorgedragen.
Het behoren tot een categorie van werknemers wordt vastgesteld in functie van de kiezerslijst waarop de werknemer is ingeschreven.
De representatieve werknemersorganisaties en de representatieve kaderledenorganisaties en de kaderleden moeten er in de mate van het mogelijke voor zorgen dat werknemers van de verschillende secties van de onderneming op hun kandidatenlijst(en) vertegenwoordigd zijn en moeten erover waken dat de werknemers en de werkneemsters op hun kandidatenlijst(en) vertegenwoordigd zijn in verhouding tot hun respectievelijk belang in elke categorie van werknemers waarvan kandidatenlijsten neergelegd worden.
Op elke kandidatenlijst neergelegd, bijvoorbeeld voor de categorie van de bedienden, zou het aantal vrouwen en mannen evenredig moeten zijn met het aantal bedienden en de bedienden tewerkgesteld in de betrokken technische bedrijfseenheid. In diezelfde zin moet men ook de evenredige vertegenwoordiging van de in de onderneming tewerkgestelde buitenlandse werknemers op de kandidatenlijsten nastreven.
De organisaties die lijsten hebben voorgedragen kunnen, indien zij dit nodig achten, tot het verstrijken van de termijn van X+35, de voorgedragen kandidatenlijsten wijzigen. Dit recht om de voorgedragen kandidatenlijsten te wijzigen is aan geen enkele beperking onderworpen. De werkgever moet de laatste voorgedragen kandidatenlijst aanplakken. Met andere woorden, zolang de termijn van dag X + 35 niet verstreken is, kan een organisatie haar oorspronkelijk ingediende lijst nog wijzigen. In dergelijk geval gaat het niet om een wijziging van de lijst, maar wel degelijk om de indiening van een nieuwe lijst. De laatste lijst die wordt ingediend is de geldige. Het document dat dus moet worden gebruikt is het modelformulier genaamd “Formulier Kandidatenlijsten
4.7 Van X + 35 tot X + 40
🖉 Toekenning van lijstnummers
De toekenning van de lijstnummers gebeurt op nationaal vlak door de Minister bevoegd voor werk. De minister gaat over tot een eerste trekking ten einde de volgnummers te bepalen die toegekend zullen worden aan de organisaties die kandidaten kunnen voordragen voor beide organen, raad en comité. Daarna gaat de Minister over tot een tweede trekking om het lijstnummer te bepalen van de organisaties die slechts voor één enkel orgaan kandidaten kunnen voordragen.
In het geval de kaderleden zelf één of meerdere huislijsten indienen kan een lottrekking, met als doel een lijstnummer toe te kennen, ook plaatsvinden op het niveau van de onderneming. De kaderleden die een individuele lijst voordragen moeten de werkgever dan verzoeken hen een nummer voor de verkiezingen toe te kennen.
Wanneer meerdere verzoeken aan de werkgever worden gericht, zal hij of zijn afgevaardigde overgaan tot een loting van aan deze lijsten toe te kennen nummers na de 35e dag van aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt en voor de aanplakking van de kandidatenlijsten.
🖉 Aanplakking van de kandidatenlijsten
Uiterlijk op dag X + 40 gaat de werkgever of zijn afgevaardigde over tot de aanplakking van de elektronische of papieren kandidatenlijsten, die moeten overeenstemmen met het modelformulier dat beschikbaar is op de website van de FOD WASO. De elektronische of papieren kandidatenlijsten, overeenstemmend met het modelformulier, kunnen als zodanig worden aangeplakt.
De lijsten moeten overeenkomstig de bij loting bepaalde volgorde worden gerangschikt. De lijsten worden op dezelfde plaatsen aangeplakt als het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt. Een vertegenwoordiger van elke organisatie die een lijst heeft ingediend, mag deze aanplakking bijwonen.
Deze aanplakking mag vervangen worden door het ter beschikking stellen van een elektronisch document, voor zover alle werknemers hiertoe tijdens hun normale werkuren toegang hebben.
4.8 Van X + 40 tot X + 56
🖉 X + 47: eventuele wijziging van de kandidatenlijsten
De gehuwde vrouwen en de weduwen komen op de kandidatenlijsten voor met hun meisjesnaam eventueel voorafgegaan door de naam van hun echtgenoot of van hun overleden echtgenoot. Zij kunnen elke wijziging dienaangaande aan de werkgever mededelen tot uiterlijk bij het verstrijken van de termijn die een einde neemt op de 47e dag te rekenen vanaf de datum van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt (X+47).
De kandidaten kunnen aan de werkgever vragen om hun voornaam te laten volgen door hun gebruikelijke voornaam. Dit verzoek moet aan de werkgever meegedeeld worden uiterlijk op X+47.
De werknemers die hun kandidatuur wensen in te trekken brengen dit ter kennis van de werkgever binnen dezelfde termijn.
In de drie voorgaande gevallen, past de werkgever de lijst aan overeenkomstig het verzoek van de kandidaat.
🖉 X + 47: mogelijke klacht tegen de kandidatenlijsten
Gedurende een periode van 7 dagen na de aanplakking van de kandidatenlijsten, kunnen de werknemers die op de kiezerslijsten voorkomen, alsmede de betrokken representatieve werknemersorganisaties en de betrokken representatieve kaderledenorganisaties, bij de werkgever elke klacht indienen die in verband met de voordracht van de kandidaten nuttig geacht wordt.
🖉 X + 48: indienen van klachten door de werkgever bij de betrokken organisatie
Daags na de in het voorgaande punt bedoelde dag, legt de werkgever de klacht of de intrekking van de kandidatuur voor aan de organisatie die kandidaten heeft voorgedragen, of aan de kaderleden die een lijst hebben voorgedragen.
Deze voorlegging kan gebeurt naar keuze van de werkgever, hetzij via een upload op de daartoe
voorziene plaats in de webapplicatie, hetzij per post.
Indien de werkgever de klacht per post overmaakt, dient hij deze te richten aan de representatieve organisatie, alsook aan zijn volmachthebber, voorzover deze een adres meegedeeld heeft.
Indien de werkgever de klacht overmaakt via een upload op de webapplicatie, dient hij deze
niettemin ook onder papieren vorm via de post te verzenden naar de volmachthebber voor zover deze een adres heeft meegedeeld en voor zover de kandidatenlijst oorspronkelijk op papier werd ingediend. In dat geval is het immers mogelijk dat de volmachthebber geen toegang tot de webapplicatie heeft en dus de klachten die de werkgever er op laadt niet kan raadplegen.
De organisaties of de kaderleden die een lijst hebben voorgedragen, beschikken over een termijn tot uiterlijk X + 54 om de lijst met voorgedragen kandidaten te wijzigen als zij dat nodig achten.
In geval van wijziging van de lijst, dient deze wijziging aan de onderneming te worden
overgemaakt op dezelfde wijze als deze gekozen voor de indiening van de betrokken lijst, dus naargelang het geval, hetzij via elektronische weg, hetzij via papieren weg.
Elke wijziging van een lijst dient te gebeuren door middel van één van de modelformulieren die beschikbaar zijn op de website van de FOD WASO “Formulier Aanpassing aan lijst na klacht” of “Formulier Aanpassing na klacht tegen volledige lijst”.
De kandidaten die het voorwerp zijn van een klacht omdat ze niet voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden mogen niet vervangen worden wanneer ze geen deel uitmaakten van de onderneming op de 30ste dag voorafgaand aan de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
Voorbeelden :
In een onderneming valt dag X op 10 februari 2016 en is een kandidaat het voorwerp van klacht omdat hij niet voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Deze kandidaat komt niet in het DIMONA- systeem voor tijdens de periode van 30 dagen voorafgaand aan 10 februari 2016, hetzij vóór 11 januari 2016. Hij zal dus niet mogen vervangen worden.
In dezelfde onderneming wordt een kandidaat die het voorwerp is van een klacht omdat hij niet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, aangegeven in het DIMONA-systeem bij indiensttreding op 29 januari 2016. Zijn datum van uitdiensttreding is 1 maart 2016. Hij zal niet mogen vervangen worden.
In dezelfde onderneming wordt een kandidaat die het voorwerp is van een klacht omdat hij niet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, aangegeven in het DIMONA-systeem bij indiensttreding op 15 december 2015. Zijn datum van uitdiensttreding is 1 maart 2016. Hij zal mogen vervangen worden.
In geval van intrekking van de kandidatuur binnen de voorgeschreven termijn, zijnde ten laatste op X
+ 47, beschikt de organisatie over een termijn die uiterlijk op de 76e dag na de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt een einde neemt, om deze kandidaat te vervangen (cf. punt 4.10.).
🖉 X + 56: aanplakking van de gewijzigde kandidatenlijst
Uiterlijk op X + 56 laat de werkgever de kandidatenlijsten aanplakken, die al dan niet werden gewijzigd door de mannelijke en vrouwelijke kandidaten of door de representatieve werknemersorganisaties, de representatieve kaderledenorganisaties of de kaderleden die ze hebben voorgedragen. Deze aanplakking kan worden vervangen door het ter beschikking stellen van een elektronisch document, voor zover alle werknemers hiertoe toegang hebben tijdens hun normale werkuren.
De lijsten moeten overeenkomstig de bij loting bepaalde volgorde worden gerangschikt. De namen van de kandidaten worden ingeschreven in de volgorde van hun voordracht.
Dit bericht wordt op dezelfde plaatsen aangeplakt als het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
4.9 Van X + 47 tot X + 61 : beroep tegen de kandidatenlijsten
🖉 Van X + 47 tot X + 52 : beroep van de werkgever indien voorafgaandelijk geen klacht werd ingediend
De werkgever kan beroep instellen tegen de voordracht van kandidaten, zelfs indien geen enkele klacht werd ingediend, wanneer de kandidaturen niet in overeenstemming zijn met de wettelijke en reglementaire bepalingen (voorwaarden van verkiesbaarheid, teveel kandidaten op eenzelfde lijst...).
In het geval er geen bezwaar werd ingediend, moet het beroep van de werkgever worden ingesteld ten laatste op de 52e dag te rekenen vanaf de datum van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
🖉 Van X + 52 tot X + 66 : beslissing van de rechtbank over dit beroep
De arbeidsrechtbank doet uitspraak binnen de 14 dagen die volgen op de dag van ontvangst van het beroep.
Deze beroepen zijn niet vatbaar voor hoger beroep of verzet.
🖉 Van X + 56 tot X + 61 : beroep tegen de gewijzigde kandidatenlijsten na klacht
Uiterlijk de 5e dag te rekenen vanaf de datum van de aanplakking van de kandidatenlijsten die al dan niet gewijzigd zijn door de vrouwelijke en mannelijke kandidaten of door de representatieve werknemersorganisaties, de representatieve kaderledenorganisaties of de kaderleden die deze hebben voorgedragen, kunnen de betrokken werknemers, de betrokken representatieve werknemersorganisaties en de betrokken representatieve kaderledenorganisaties alsmede de werkgever een beroep instellen tegen de voordracht van de kandidaten die aanleiding tot de klacht heeft gegeven.
🖉 Van X + 61 tot X + 75 : beslissing van de rechtbank over dit beroep
De arbeidsrechtbank doet uitspraak binnen de 14 dagen die volgen op de dag van ontvangst van het beroep.
Deze beroepen zijn niet vatbaar voor hoger beroep of verzet.
De kandidaten waarover de rechtbank geoordeeld heeft dat ze niet voldeden aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden, mogen niet vervangen worden indien ze geen deel uitmaakten van de onderneming op de 30ste dag voorafgaand aan de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
4.10 X + 76 : Vervanging van kandidaten en aanplakking
Tot de 14e dag voor de dag van de verkiezingen, kunnen de representatieve werknemersorganisaties, de representatieve kaderledenorganisaties of de kaderleden die een lijst hebben voorgedragen, na raadpleging van de werkgever (dit betreft enkel een mededeling aan de werkgever, géén akkoord van de werkgever), een kandidaat vervangen in de volgende gevallen:
- bij het overlijden van een kandidaat;
- bij het ontslag gegeven door een kandidaat uit zijn betrekking in de onderneming;
- wanneer een kandidaat ontslag neemt uit de representatieve werknemersorganisatie of de representatieve kaderledenorganisatie die hem heeft voorgedragen;
- bij de intrekking door de kandidaat van zijn kandidatuur (die plaats moet vinden uiterlijk op X+47);
- bij de wijziging van de categorie van een kandidaat.
De mededeling van de vervanging van een kandidaat aan de werkgever moet gebeuren door
middel van het modelformulier genaamd “Formulier Vervanging van een kandidaat” dat beschikbaar is op de website van de FOD WASO. Dit document moet aan de onderneming worden overgemaakt op dezelfde wijze als deze gekozen voor de indiening van de betrokken kandidatenlijst, dus naargelang het geval, hetzij via elektronische weg, hetzij via papieren weg.
De nieuwe kandidaat zal naar keuze van de organisatie die zijn kandidatuur heeft voorgedragen, op de lijst voorkomen hetzij op dezelfde plaats als de kandidaat die hij vervangt, hetzij als laatste kandidaat aan het einde van de lijst.
Zodra de vervanging hem wordt betekend, worden de wijzigingen door de werkgever meegedeeld.
⇨ Enkele bijzondere gevallen
Het principe is dat de kandidatenlijsten zo opgesteld dienen te worden dat elke kandidaat deel uitmaakt van de technische bedrijfseenheid waarin zijn kandidatuur werd voorgedragen.
Hypothese van overplaatsing van een kandidaat van een TBE naar een andere tussen dag X en dag X + 35.
Tenzij de representatieve werknemersorganisatie die de kandidaat voordraagt, anticipeert op de gevolgen van de overplaatsing, zal de kandidaat in principe voorkomen op de kandidatenlijst die door de organisatie worden voorgedragen op dag X+35 voor XXX 0. Nochtans, zou hij er niet meer op mogen voorkomen eens de overplaatsing is gebeurd, gelet op het hogervermelde principe (hij kan geen kandidaat meer zijn voor een TBE waarin hij niet meer werkt).
Mogelijkheid tot weghalen van een kandidaat van de lijst van XXX 0
Op dag X + 47 kunnen de werknemers die op de kiezerslijsten voorkomen en de representatieve werknemersorganisaties elke klacht indienen die in verband met de voordracht van de kandidaten nuttig wordt geacht. De wijziging van de lijst van XXX 0 teneinde haar in overeenstemming te brengen met haar personeel, is dus perfect mogelijk, maar enkel op initiatief van de werknemers en hun representatieve organisaties.
De werkgever heeft dus hiertoe en in dit stadium geen zeggenschap.
Zelfs indien geen enkele klacht werd ingediend, heeft de werkgever op dag X + 52 de mogelijkheid om beroep in te stellen wanneer een kandidaat niet voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Voor zover er aangaande een overgeplaatste werknemer die initieel werd ingeschreven op de kandidatenlijst van XXX 0 geen klacht werd ingediend, kan de werkgever van zijn kant een beroep instellen teneinde hem te laten schrappen van de lijst van TBE1.
Bij gebreke aan enig beroep, is het dus mogelijk dat een werknemer die werd ingeschreven op de kiezerslijst van TBE1, maar die ondertussen werd overgeplaatst naar TBE2, kiezer is in de XXX 0. Dit echter zonder afbreuk te doen aan de bijwerking van de lijst die zich kan voordoen op dag X + 77 ingevolge een unanieme beslissing van de ondernemingsraad of het comité aangaande de werknemers die geen deel meer uitmaken van de onderneming.
Mogelijkheid tot toevoeging van de kandidaat aan de lijst van TBE2.
Behoudens een vervanging op dag X + 76 op de lijst van TBE2 door de organisatie die hem voordraagt, is het moeilijk denkbaar dat de kandidaat die voorkomt op de kandidatenlijst van TBE1 en die werd overgeplaatst naar TBE2, zich bevindt op de kandidatenlijst van deze tweede TBE in geval van overplaatsing tussen X en X + 35.
Hypothese van overplaatsing van een kandidaat van een technische bedrijfseenheid naar een andere nà X + 35.
Mogelijkheid tot weghalen van een kandidaat van de lijst van TBE1
Gelet op het bestaan van de mogelijkheden tot klacht en beroep, is het belangrijk te weten wanneer deze overplaatsing precies plaatsheeft. Als de overplaatsing plaatsvindt vóór dag X + 47, hebben de werknemers die op de kiezerslijsten voorkomen en de representatieve organisaties de mogelijkheid tot het indienen van een klacht in verband met de voordracht van kandidaten. Zelfs indien geen enkele klacht werd ingediend, heeft de werkgever in elk geval tot dag X + 52 de mogelijkheid om een beroep in te stellen in geval de kandidaat niet voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden.
Voor zover de overplaatsing zou plaatsvinden nà X+47 en de kandidaat die naar TBE2 overgeplaatst werd zou blijven voorkomen op de lijst van de TBE1, hoewel hij daar niet meer werkt, zal zijn eventuele verkiezing ingevolge de stemming op dag Y ongeldig verklaard worden. Zoniet zou hij immers verkozen zijn zonder te voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden.
Mogelijkheid tot toevoeging van de kandidaat aan de lijst van TBE2
Dergelijke mogelijkheid bestaat enkel in geval er een vervanging zou gebeuren in de kandidatenlijst door de organisatie tot wie de overgeplaatste werknemer behoort.
4.11 X + 77 : Afsluiten van de kandidatenlijsten en opmaken van de stembiljetten
Na al die mogelijke wijzigingen zijn de kandidatenlijsten definitief. Deze lijsten mogen niet meer gewijzigd worden na dag Y - 13.
Als de kandidatenlijsten definitief zijn, kan de werkgever overgaan tot het opmaken van de stembiljetten. Een model van stembiljet voor arbeiders, bedienden, jeugdige werknemers of kaderleden is beschikbaar op de website van de FOD WASO.
Bovenaan het stembiljet staan de beginletters van de representatieve werknemersorganisaties en van
de representatieve kaderledenorganisaties en het nummer dat hen bij loting werd toegekend, alsook het nummer dat aan de individuele voordrachtlijsten van kaderleden werd toegekend.
De namen van de kandidaten worden erop ingeschreven in de volgorde van hun voordracht, gevolgd door de letter M of V naargelang het gaat om een kandidaat of kandidate.
Indien een representatieve werknemersorganisatie of een representatieve organisatie van kaderleden geen kandidaten heeft voorgedragen, moet er op het stembiljet geen ruimte worden gelaten.
Er wordt de werkgever aangeraden om de stembiljetten niet te laten drukken in de kleur van de ene of de andere representatieve organisatie van werknemers of van kaderleden. Er wordt hem eveneens aangeraden om de modellen van stembiljetten te volgen zoals opgenomen in bijlage bij deze brochure en te waken over de naleving van een presentatie waarbij elke mogelijke verwarring tussen de lijsten en tussen de kandidaten vermeden wordt.
SAMENSTELLING VAN DE KIESCOLLEGES EN VAN DE STEMBUREAUS
4.12 Samenstelling van de kiescolleges
🖉 Afzonderlijke kiescolleges
Afzonderlijke kiescolleges worden samengesteld voor de arbeiders en voor de bedienden wanneer het aantal bedienden in een onderneming waar hoofdzakelijk arbeiderspersoneel wordt tewerkgesteld, ten minste 25 bedraagt.
Hetzelfde geldt wanneer in een onderneming waar hoofdzakelijk bediendenpersoneel tewerkgesteld is, het aantal arbeiders ten minste 25 bedraagt.
Een afzonderlijk kiescollege wordt eveneens samengesteld voor de jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar, indien de onderneming ten minste 25 jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar telt. In dat geval worden zij in mindering gebracht op de categorie arbeiders of de categorie bedienden.
De minimumleeftijd om verkozen te worden bedraagt 16 jaar.
Voor de verkiezing van een raad wordt een afzonderlijk kiescollege samengesteld voor de kaderleden indien de onderneming ten minste 15 kaderleden telt op de definitieve lijst van de kaderleden.
🖉 Gemeenschappelijke kiescolleges
Wanneer het aantal jeugdige werknemers ten minste gelijk is aan 25 en dus een afzonderlijk kiescollege dient te worden opgericht voor deze jeugdige werknemers, moet niettemin een gemeenschappelijk kiescollege voor de werknemers van minimum 25 jaar worden opgericht indien het aantal werknemers van minimum 25 jaar van de minderheidscategorie (arbeiders of bedienden ) kleiner dan 25 is.
Wanneer het aantal jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar kleiner is dan 25 of indien er geen jeugdige werknemers zijn en het aantal werknemers van de minderheidscategorie (bedienden of arbeiders) 25 niet overschrijdt, moet eenzelfde gemeenschappelijk kiescollege worden opgericht voor alle werknemers.
In dit geval bedraagt de minimumleeftijd om verkozen te worden 18 jaar.
Wanneer het aantal kaderleden kleiner is dan 15 en er dus geen afzonderlijk kiescollege voor deze categorie werknemers is, worden deze beschouwd als «bedienden» en maken zij deel uit van het kiescollege van de bedienden.
Voor de berekening van het aantal werknemers per categorie, wordt rekening gehouden met het aantal werknemers dat voor elke categorie is ingeschreven op de kiezerslijsten na het afsluiten ervan.
4.13 Van X + 40 tot X + 70 : samenstelling van de stembureaus
🖉 Oprichting
Voor elk kiescollege is de oprichting van een afzonderlijk stembureau verplicht.
De raad of het comité, of indien er nog geen is, de werkgever mag verscheidene bureaus samenstellen voor ieder kiescollege, zo de omstandigheden dit vereisen.
Hoofdbureau en secundaire bureaus.
In elk kiescollege wordt één van deze bureaus door de raad of het comité, of indien er nog geen is, door de werkgever tot hoofdbureau aangewezen, het (of de) andere bureau(s) van hetzelfde kiescollege vormt (vormen) het (de) secundaire bureau(s).
🖉 X + 40 : aanwijzing van de voorzitters van de stembureaus en tussenkomst van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten in geval er geen akkoord is
De voorzitter van elk bureau wordt gekozen door de raad of het comité, of bij ontstentenis ervan door de werkgever in akkoord met de vakbondsafvaardiging, of, bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, door de werkgever in akkoord met de betrokken representatieve werknemersorganisaties.
Hij wijst eveneens een plaatsvervangend voorzitter aan die opgeroepen wordt om de voorzitter te vervangen wanneer deze in de onmogelijkheid verkeert om zijn functie uit te oefenen.
Indien op de dag van de aanplakking van de kandidatenlijsten geen akkoord is bereikt, stelt de werkgever de sociaal inspecteur-districtshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied daarvan in kennis. Deze mag hetzij het voorzitterschap van een hoofdbureau op zich nemen en de voorzitters en de plaatsvervangende voorzitters van de andere bureaus aanwijzen, hetzij de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitters van het hoofdbureau en van de andere bureaus aanwijzen wanneer hij verhinderd is het voorzitterschap van een hoofdbureau op zich te nemen.
Zowel in het ene als in het andere geval worden de voorzitters en de plaatsvervangende voorzitters onder het personeel van de onderneming aangewezen. Ze mogen niet onder de kandidaten worden gekozen. Bij bemiddeling van de sociaal inspecteur-distictshoofd van de Algemene Directie Toezicht op de sociale wetten van het ambtsgebied en zo het niet mogelijk is deze voorzitters aan te wijzen onder het personeel van de onderneming kan de sociaal inspecteur-districtshoofd daartoe een sociaal inspecteur aanwijzen die onder zijn gezag staat.
🖉 X + 54 : aanwijzing van alle leden van de stembureaus
De secretaris evenals een plaatsvervangende secretaris van elk stembureau wordt aangewezen door de voorzitter van dit bureau.
Vier bijzitters worden door de raad of het comité aangesteld; als deze geen beslissing neemt, dan wijst de sociaal inspecteur-districtshoofd of een sociaal inspecteur die hij afvaardigt, de bijzitters aan. Wanneer nog geen raad of comité is opgericht, wijst de voorzitter de bijzitters aan.
Indien bij de aanvang of hervatting van de kiesverrichtingen één of meer bijzitters afwezig zijn, wijst de voorzitter, om hen te vervangen, kiezers aan onder de eersten die zich aanbieden bij het stembureau zonder dat deze aanwijzing, voor zover mogelijk, de goede gang van de onderneming mag schaden.
De secretaris en de bijzitters moeten op de kiezerslijsten van de werknemerscategorie, voor dewelke ze hun functie als secretaris of bijzitter uitoefenen, voorkomen. Met de instemming van de werknemersafgevaardigden, of van de representatieve werknemersorganisaties mag evenwel afgeweken worden van het voorschrift dat zij tot dezelfde werknemerscategorie (die in het bureau komt stemmen) moeten behoren (een bediende zou secretaris of bijzitter van een stembureau van het
kiescollege van arbeiders kunnen zijn). Zij mogen niet onder de kandidaten worden gekozen en zij moeten deel uitmaken van het personeel van de onderneming.
De aanwijzing van alle leden van de bureaus moet gebeuren uiterlijk op de 54e dag na de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
🖉 X + 60 : aanplakking van de samenstelling en van de verdeling van de stembureaus
De 60e dag na de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, laat de raad of het comité, of indien er nog geen is, de werkgever op dezelfde plaatsen als het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt een bericht aanplakken waarop de samenstelling van de stembureaus en de indeling van de kiezers per bureau zijn aangegeven. Dit bericht blijft aangeplakt tot op de 86ste dag na de stemming.
🖉 X + 70 : aanwijzing van de getuigen
70 dagen na de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen vaststelt kunnen de betrokken representatieve organisaties als getuigen bij de kiesverrichtingen zoveel werknemers aanwijzen als er stembureaus zijn en evenveel plaatsvervangende getuigen. Ze infomeren de getuigen ervan dat ze werden aangeduid.
Voor zover er slechts één materieel stembureau zetelt voor verschillende, aparte kiescolleges (arbeiders, bedienden, kaderleden, jeugdige werknemers), is er juridisch sprake van verschillende stembureaus. In dat geval is het mogelijk dat elke representatieve organisatie één getuige en plaatsvervanger aanduidt per werknemerscategorie waarvoor zij een kandidatenlijst indiende.
In geval er slechts één stembureau voor één gemeenschappelijk kiescollege is, is er juridisch sprake van één stembureau, en kunnen de betrokken organisaties slechts één getuige en plaatsvervanger aanduiden, te kiezen uit één van de betrokken werknemerscategorieën (arbeider of bediende).
De getuigen stemmen in het bureau waar zij dienst doen. Indien zij volgens de werknemerscategorie waartoe zij behoren (arbeiders, bedienden, jeugdige werknemers of kaderleden) in een ander bureau moeten stemmen, mogen zij om een schorsing van de kiesverrichtingen verzoeken voor de tijd die nodig is voor het uitbrengen van hun stem.
🖉 X + 77 : Schrapping van de kiezerslijsten
Ten laatste de 13e dag vòòr de verkiezingen schrapt de raad of het comité, bij een beslissing genomen met eenparigheid van stemmen, de werknemers die geen deel meer uitmaken van de onderneming op het ogenblik waarop de beslissing wordt genomen, van de kiezerslijsten.
Bij ontstentenis van een raad of een comité, wordt deze beslissing genomen door de werkgever met het akkoord van alle leden van de vakbondsafvaardiging.
Deze beslissingen zijn niet vatbaar voor beroep.
Deze schrappingen hebben geen gevolgen voor de samenstelling van de kiescolleges en stembureaus.
4.14 Vrijstelling van het organiseren van verkiezingen
De kiesprocedure wordt volledig of gedeeltelijk stopgezet wanneer één van de volgende situaties zich voordoet in de onderneming:
🖉 De procedure wordt volledig stopgezet wanneer geen enkele kandidatenlijst werd ingediend voor geen enkele werknemerscategorie.
🖉 De procedure wordt gedeeltelijk stopgezet wanneer:
- ofwel geen enkele kandidatenlijst werd ingediend voor één of meerdere werknemerscategorieën (bv. arbeiders), maar één of meerdere lijsten werden
ingediend voor minstens één andere werknemerscategorie (bv. bedienden);
- ofwel één enkele representatieve werknemersorganisatie of één enkele representatieve organisatie van kaderleden of één enkele groep van kaderleden een kandidatenlijst heeft ingediend waarbij het aantal kandidaten op de lijst lager is dan of gelijk is aan het aantal toe te kennen gewone mandaten. In dit geval zijn de kandidaten van rechtswege verkozen.
🖉 Volledige stopzetting
De kiesprocedure wordt volledig stopgezet wanneer geen enkele lijst werd ingediend door geen enkele werknemerscategorie. Hetzelfde geldt wanneer alle kandidaturen ingetrokken werden of alle kandidaturen nietig verklaard werden in het kader van een beroep voor de arbeidsrechtbank.
Bij een volledige stopzetting moet de stemming niet georganiseerd worden.
De beslissing om de procedure volledig stop te zetten wordt genomen door de werkgever na verloop van de termijn voorzien voor het indienen van de kandidatenlijsten, dus na dag X+35. In geval alle kandidaturen nietig verklaard werden door de arbeidsrechtbank wordt de beslissing genomen na de kennisgeving van het vonnis. In het geval alle kandidaturen werden ingetrokken kan de beslissing om de procedure volledig stop te zetten pas genomen worden na verloop van de termijn om kandidaten te vervangen.
De volledige stopzetting van de procedure moet opgenomen worden in een bericht
overeenkomstig het model beschikbaar op de website van de FOD WASO. Dit bericht moet aangeplakt worden in de onderneming en moet gecommuniceerd worden aan de Directeur-Generaal van de Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO, ofwel per post ofwel via een upload op het tabblad “documenten” van de webapplicatie die voor de sociale verkiezingen werd voorzien.
Een afschrift van dit bericht moet, bij een aangetekend schrijven, ook naar de betrokken representatieve werknemers en kaderledenorganisaties verzonden worden. De werkgever moet echter niet overgaan tot deze verzending indien hij het afschrift heeft overgemaakt aan de Directeur-Generaal van de Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO door het uploaden van het afschrift op de webapplicatie die voor de sociale verkiezingen werd voorzien.
Het modelformulier en de webapplicatie zijn beschikbaar op volgend adres: Model
Webapplicatie
In geval van volledige stopzetting wordt geen enkel bureau opgericht en moet niet overgegaan worden tot de overhandiging of verzending van de oproepingsbrieven.
🖉 Gedeeltelijke stopzetting
⇨ Gedeeltelijke stopzetting wanneer geen enkele kandidatenlijst werd ingediend voor één of meerdere werknemerscategorieën (bv. arbeiders), maar één of meerdere lijsten werden ingediend voor minstens één andere werknemerscategorie (bv. bedienden).
De beslissing om de procedure gedeeltelijk stop te zetten kan ook genomen worden wanneer alle ingediende kandidaturen voor één of meerdere werknemerscategorieën werden ingetrokken of door de arbeidsrechtbank nietig verklaard werden, terwijl één of meerdere lijsten werden ingediend voor één of meerdere andere werknemerscategorie(en).
In dit geval wordt de kiesprocedure voortgezet voor de andere werknemerscategorie(en). Een stembureau wordt samengesteld voor deze categorie(en). Het stembureau van de categorie die het grootste aantal kiezers telt stelt de stopzetting van de kiesprocedure vast op de vooravond van de overhandiging of de verzending van de oproepingsbrieven. Volgend op de vaststelling van de gedeeltelijke stopzetting moet er niet overgegaan worden tot de samenstelling van een stembureau voor de betrokken categorie, noch tot de overhandiging of de verzending van de oproepingsbrieven voor deze werknemerscategorieën.
De gedeeltelijke stopzetting moet worden vastgesteld in een proces-verbaal overeenkomstig het model voorzien door de wet.
Dit proces-verbaal moet verzonden worden naar de Directeur-Generaal van de Algemene Directie
Individuele Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO, ofwel per post ofwel via een upload op het tabblad “documenten” van de webapplicatie die voor de sociale verkiezingen werd voorzien.
Een afschrift van dit proces-verbaal moet naar de werkgever verzonden worden, alsook naar, bij een aangetekend schrijven, de betrokken representatieve werknemers en kaderledenorganisaties. Er moet echter niet overgaan worden tot deze verzending indien het afschrift overgemaakt werd aan de Directeur-Generaal van de Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO via het uploaden van het proces-verbaal op de webapplicatie die voor de sociale verkiezingen werd voorzien.
Het modelformulier van proces-verbaal van gedeeltelijke stopzetting en de webapplicatie zijn beschikbaar op volgend adres:
Model Webapplicatie
Ten laatste 2 dagen na de voorziene datum voor de verkiezingen wordt een bericht met de vaststelling van gedeeltelijke stopzetting aangeplakt ter attentie van het personeel.
⇨ Gedeeltelijke stopzetting voor één of meerdere werknemerscategorieën wanneer voor de betrokken werknemerscategorie slechts één kandidatenlijst werd ingediend door één enkele representatieve werknemersorganisatie of één enkele representatieve organisatie
van kaderleden of één enkele groep van kaderleden, en wanneer het aantal kandidaten voorgedragen op deze lijst lager is dan of gelijk is aan het aantal toe te kennen gewone mandaten.
In dit geval moet het stembureau samengeroepen worden voor de betrokken categorie(en) op de vooravond van de overhandiging of de verzending van de oproepingsbrieven teneinde de gedeeltelijke stopzetting vast te stellen. Het stembureau stelt een proces-verbaal van gedeeltelijke stopzetting op overeenkomstig het model voorzien in de wet, met vermelding van de redenen waarom er geen stemming heeft plaatsgevonden. Volgend op deze vaststelling moeten de oproepingsbrieven niet overhandigd of verzonden worden.
De kandida(a)t(en) is/zijn van rechtswege verkozen. Dit resultaat moet meegedeeld worden aan de FOD WASO, ofwel per post, ofwel via het invullen van de gegevens op het tabblad “Y” op de webapplicatie die voor de sociale verkiezingen werd voorzien.
Het proces-verbaal van gedeeltelijke stopzetting moet verzonden worden naar de Directeur-
Generaal van de Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO, ofwel per post ofwel via een upload op het tabblad “documenten” van de webapplicatie die voor de sociale verkiezingen werd voorzien.
Een afschrift van dit proces-verbaal moet naar de werkgever verzonden worden, alsook naar, bij een aangetekend schrijven, de betrokken representatieve werknemers en kaderledenorganisaties. Er moet echter niet overgaan worden tot deze verzending indien het afschrift overgemaakt werd aan de Directeur-Generaal van de Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO via het uploaden van het document op de webapplicatie die voor de sociale verkiezingen werd voorzien.
Het modelformulier van proces-verbaal van gedeeltelijke stopzetting en de webapplicatie zijn beschikbaar op volgend adres:
Model Webapplicatie
Ten laatste 2 dagen na de voorziene datum voor de verkiezingen wordt een bericht met de vaststelling van gedeeltelijke stopzetting van de kiesprocedure door het stembureau aangeplakt ter attentie van het personeel. De namen van de van rechtswege verkozen werknemers vormen eveneens het voorwerp van de aanplakking. Als verkiezingen hebben plaatsgevonden voor andere werknemerscategorieën van dezelfde onderneming, moet de aanplakking van de van rechtswege verkozenen plaatsvinden na deze stemming om het resultaat van de verkiezingen niet te beïnvloeden.
Opmerking: De van rechtswege verkozen kandidaat geniet als effectief verkozene van de bescherming tegen ontslag van de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden, zelfs indien hij de enige verkozene is en derhalve het orgaan niet zal kunnen functioneren.
4.15 X + 56: stemming per brief
De stemming per brief kan enkel worden toegestaan :
- bij aanzienlijke spreiding van het personeel (voorbeelden: over het hele land verspreide winkels die slechts één of twee personen per vestiging tewerkstellen, vervoerbedrijven waarvan de chauffeurs op de baan zijn, ondernemingen die herstellingen van apparaten uitvoeren aan huis
...);
- in geval van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst;
- in geval van nachtarbeid voor zover, voor de betrokken werknemerscategorie, aan volgende voorwaarden is voldaan:
▪ het aantal tewerkgestelde werknemers tussen 20u en 6u op de dag van de verkiezing overschrijdt niet 5% van het aantal op deze datum tewerkgestelde werknemers ;
▪ en het aantal tewerkgestelde werknemers tussen 20u en 6u op de dag van de verkiezing overschrijdt niet vijftien;
- wanneer de werknemers niet werken tijdens de openingsuren van de stembureaus.
Daartoe moet de werkgever het akkoord bekomen van alle vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties en van de representatieve kaderledenorganisaties die kandidaten hebben voorgedragen voor de betrokken categorie, uiterlijk 56 dagen na de dag van de aanplakking van het bericht dat de verkiezingsdatum aankondigt. Een (niet verplicht) model van akkoord voor stemming per brief is beschikbaar op de website van de FOD WASO.
De getuigen mogen aanwezig zijn bij al de verrichtingen vereist door de stemming per brief.
4.16 X + 80: oproeping van de kiezers
🖉 Verzending of overhandiging van de oproepingsbrieven in geval van stemming in een stembureau
De kiezers worden door de werkgever voor de verkiezingen opgeroepen. De oproepingsbrief wordt hen in de onderneming overhandigd ten laatste 10 dagen voor de datum van de verkiezingen.
Een bericht dat aangeplakt wordt op de laatste dag van deze overhandiging, duidt aan dat deze plaats heeft gehad.
De kiezer die op de dagen waarop de oproepingsbrief wordt overhandigd niet in de onderneming aanwezig is, wordt opgeroepen bij een aangetekende brief of door eender welk middel op de laatste dag van deze overhandiging.
Als de oproeping plaatsgevonden heeft door een ander middel dan de aangetekende verzending, moet de werkgever het bewijs leveren van verzending van deze oproepingsbrief en van ontvangst door de bestemmeling. Bij ontstentenis van een bewijs van ontvangst door de bestemmeling, wordt de oproepingsbrief bij aangetekende brief verzonden ten laatste 8 dagen voor de dag van de verkiezingen.
In voorkomend geval kan de verzending zowel de oproepingsbrief voor de verkiezing van de raad als van het comité bevatten.
De oproepingsbrief moet de volgende vermelding bevatten: «Om de afvaardiging die zal worden verkozen een werkelijk vertegenwoordigend karakter te geven, hebben alle werknemers tot plicht aan de stemming deel te nemen». De oproeping moet ten minste melding maken van de datum en de plaats van de verkiezingen, alsook van het stembureau waarbij de werknemer zich moet aanmelden.
🖉 Verzending of overhandiging van de stembiljetten in geval van stemming per brief Xxxxxxx per brief wordt gestemd, wordt de oproepingsbrief samen met het of de gestempelde stembiljet(ten) door de voorzitter van het stembureau overhandigd aan de kiezers die in de onderneming aanwezig zijn, ten laatste 10 dagen voor de datum van de verkiezingen. Deze overhandiging gebeurt tegen ontvangstbewijs.
Voor de kiezers die niet aanwezig zijn in de onderneming op de dagen dat deze oproepingsbrieven en stembiljetten worden overhandigd, stuurt de voorzitter van het stembureau op de laatste dag van deze overhandiging de oproepingsbrief samen met het of de gestempelde stembiljet(ten) naar deze kiezers. Deze verzending geschiedt bij een dezelfde dag ter post aangetekende brief.
De getuigen, op de hoogte gebracht door de voorzitter, mogen deze overhandiging en verzending van de oproepingsbrieven bijwonen.
In voorkomend geval kan de aangetekende verzending zowel de oproeping en de stembiljetten voor de verkiezing van de raad als van het comité bevatten, alsook de stembiljetten voor arbeiders en bedienden in geval van gemeenschappelijk kiescollege.
De oproepingsbrief moet de volgende vermelding bevatten: «Om de afvaardiging die zal worden verkozen een werkelijk vertegenwoordigend karakter te geven, hebben alle werknemers tot plicht aan de stemming deel te nemen». De oproeping moet ten minste melding maken van de datum en de plaats van de verkiezingen, alsook van het stembureau waarbij de werknemer zich moet aanmelden.
🖉 Inhoud van de oproepingsbrief en stemprocedures in geval van stemming per brief
Het gevouwen en gestempelde stembiljet wordt in een eerste omslag gestoken, die open gelaten wordt en geen enkel opschrift draagt. Een tweede omslag, eveneens open doch gefrankeerd, wordt bij de zending gevoegd en draagt het volgende opschrift:
«Aan de voorzitter van het kiesbureau voor de verkiezing van de ondernemingsraad (of van het comité voor preventie en bescherming op het werk) van ...(naam van de onderneming), straat...,te...».
Op deze omslag staan eveneens de aanwijzing van het stembureau «bedienden», «arbeiders»,
«jeugdige werknemers» of «kaderleden» alsook de vermelding «afzender» en de naam van de kiezer en dat deze zal moeten gevolgd worden door diens handtekening en de vermelding van het verplicht karakter van het plaatsen van de handtekening van de kiezer.
Dit alles wordt aan de kiezer in een derde gesloten omslag overhandigd of verstuurd.
Indien de stemming per brief geschiedt, steekt de kiezer, na zijn stem te hebben uitgebracht, het stembiljet rechthoekig in vieren gevouwen zodat de vakken bovenaan de lijsten naar binnen zijn gekeerd, terug in de omslag.
Hij sluit deze eerste omslag en steekt hem in de tweede omslag waarop het adres van de voorzitter van het stembureau voorkomt; hij sluit deze tweede omslag en brengt er de vermeldingen op aan die hierboven zijn bepaald.
De omslag met het stembiljet mag over de post of op onverschillig welke wijze worden verzonden. Deze moet aankomen voor de sluiting van de stemming.
Indien een kiezer meerdere stembiljetten ontvangt (voor de verkiezing van twee organen of in geval van gemeenschappelijk kiescollege) in één enkele buitenomslag, dient hij beide stembiljetten niettemin in aparte omslagen terug te zenden.
Afdeling 5 - Dag X + 90 of dag Y :
verkiezingen en stemopneming
5.1 De stemverrichtingen
🖉 Datum, uur van de verkiezingen
De stemming heeft plaats negentig dagen na de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt (dag X), in de lokalen die door de werkgever ter beschikking van de stembureaus worden gesteld.
De openingsuren van de stembureaus worden derwijze vastgesteld dat alle werknemers tijdens de werkuren aan de stemming kunnen deelnemen en zonder dat de goede gang van de onderneming erdoor kan verhinderd worden. De kiesverrichtingen hebben plaats op een werkdag en moeten op dezelfde dag beëindigd zijn.
Nochtans wanneer het niet mogelijk is de kiesverrichtingen tot één dag te herleiden, mogen zij gedurende verscheidene, zelfs niet achtereenvolgende werkdagen worden voortgezet, na akkoord van de raad of het comité of bij ontstentenis daarvan, van de vakbondsafvaardiging.
Wanneer het niet mogelijk is alle werknemers toe te laten deel te nemen aan de verkiezing gedurende hun werkuren, betaalt de werkgever de verplaatsingskosten van de werknemers terug die zich naar de stembureaus begeven buiten hun werkuren.
🖉 Aantal stembureaus
Het algemeen principe is één stembureau per kiescollege. Dit betekent 1 tot 3 stembureaus voor het comité en 1 tot 4 stembureaus voor de raad.
Indien het nodig is en om niet teveel personeelsleden te moeten inzetten, is het mogelijk slechts één enkel stembureau op te richten voor de verschillende werknemerscategorieën, dus één bureau voor de verschillende kiescolleges samen. In dergelijk geval vraagt de aanwijzing van secretarissen en bijzitters een aantal toestemmingen: de wet voorziet namelijk dat de secretaris en de bijzitters van een stembureau op de kiezerslijst moeten voorkomen van hun werknemerscategorie (een arbeider is secretaris van het stembureau voor arbeiders). Van dit principe kan afgeweken worden (een bediende is secretaris van een stembureau voor arbeiders) mits een akkoord van de werknemersvertegenwoordigers of de representatieve werknemersorganisaties.
In de praktijk wordt in ieder geval sterk aangeraden om de verschillende werknemerscategorieën op verschillende uren te laten stemmen in een zelfde bureau, bijvoorbeeld de arbeiders stemmen van 9 tot 10 uur en de bedienden van 10 tot 11 uur.
Omgekeerd kan het bestaande inspraakorgaan, of zo er nog geen organen zijn, de werkgever, beslissen om verschillende stembureaus per kiescollege op te richten indien sommige kiescolleges een groot aantal kiezers bevatten, zodat het niet mogelijk is om hen in één zelfde stembureau te laten stemmen.
Eén van deze bureaus wordt als hoofdbureau van het kiescollege aangeduid en wordt belast om bij de stemopneming de stemresultaten van de verschillende bureaus te centraliseren, de mandaten te verdelen tussen de lijsten en de verkozenen aan te duiden. De andere bureaus vormen de secundaire bureaus.
🖉 Taak van het stembureau
Het stembureau draagt de verantwoordelijkheid voor de kiesverrichtingen en de werkgever moet het stembureau alle faciliteiten verlenen die voor het vervullen van zijn taak vereist zijn.
De werkgever moet het voor elk bureau bestemd lokaal zo inrichten, dat het geheim van de stemming wordt bewaard.
🖉 Begeleiding van de kiezer.
De voorzitter mag aan een kiezer die tengevolge van een lichaamsgebrek niet in staat is om alleen naar de voor de stemming bestemde plaats te gaan of om alleen zijn stem uit te brengen, toestemming geven om zich door iemand te laten geleiden of bijstaan.
5.2 Verloop van de stemverrichtingen
🖉 Volledigheid van het stembureau
Indien één of meer bijzitters niet aanwezig zijn op het uur van aanvang of van hervatten van de stemverrichtingen, wijst de voorzitter vervangers aan onder de kiezers die zich als eersten aanbieden, er op lettend dat zijn keuze, voor zover het mogelijk is, de goede gang van de onderneming niet schaadt.
🖉 Stembiljetten
De stembiljetten die voor de stemming worden gebruikt moeten overeenstemmen met het model voorzien door de wet. Ze worden aangemaakt door toedoen de werkgever.
De namen van de kandidaten die voorkomen op de stembiljetten moeten in overeenstemming zijn met deze van de definitieve kandidatenlijsten.
In de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de beschutte en sociale werkplaatsen ressorteren, is het toegelaten om een foto van elke kandidaat op de stembiljetten toe te voegen overeenkomstig het bij wet voorziene model, voor zover de handicap van de kiezers het rechtvaardigt en mits akkoord tussen de werkgever en alle representatieve werknemersorganisaties die kandidatenlijsten hebben ingediend.
Indien er één of meer secundaire stembureaus opgericht zijn, dient de voorzitter van het hoofdbureau de nodige stembiljetten te verzenden of te overhandigen daags voor de verkiezingen aan de voorzitter van elk secundair stembureau.
Op de omslag moet het adres van de geadresseerde en het aantal ingesloten stembiljetten worden vermeld. De omslag mag slechts in aanwezigheid van het regelmatig samengesteld bureau worden geopend.
De voorzitter vergewist zich of de stembiljetten rechthoekig in vieren zijn gevouwen zodat de vakken bovenaan de lijsten naar binnen zijn gekeerd; hij stempelt ze op de keerzijde, voor al de stembiljetten op dezelfde plaats, met een zegel waarop de datum van de verkiezingen is vermeld. De voorzitter moet alle schikkingen nemen opdat deze stempel niet bedrieglijk zou worden aangebracht.
🖉 Overhandigen van de stembiljetten
Wanneer er een gemeenschappelijk kiescollege voor arbeiders en bedienden is opgericht, en in geval voor zowel kandidaten-arbeiders en kandidaten-bedienden lijsten werden ingezonden, krijgt de kiezer van de voorzitter een stembiljet met de naam van de kandidaten-bedienden en een ander met de naam van de kandidaten-arbeiders.
Wanneer er een gemeenschappelijk kiescollege voor arbeiders en bedienden is opgericht, en in geval alleen lijsten van kandidaat-bedienden zijn ingezonden, krijgt de kiezer (arbeiders en bedienden) van de voorzitter slechts één stembiljet met de naam van de kandidaten-bedienden; in geval enkel lijsten
van de kandidaten-arbeiders zijn ingezonden, krijgt de kiezer (arbeiders en bedienden) van de voorzitter slechts één stembiljet met de naam van de kandidaten-arbeiders.
Wanneer afzonderlijke kiescolleges voor bedienden, voor arbeiders en voor kaderleden zijn opgericht, krijgt de kiezer van de voorzitter slechts één stembiljet, naargelang van de categorie van werknemers waartoe hij behoort.
Wanneer een gemeenschappelijk kiescollege voor de bedienden en de arbeiders en een afzonderlijk kiescollege voor de kaderleden is opgericht, ontvangen de kiezers die behoren tot het gemeenschappelijk kiescollege voor de bedienden en de arbeiders een stembiljet met de naam van de kandidaten-bedienden en een ander met de naam van de kandidaten-arbeiders, terwijl de kiezers die behoren tot het afzonderlijk kiescollege voor de kaderleden een stembiljet ontvangen met de naam van de kandidaten-kaderleden.
Wanneer een afzonderlijk kiescollege voor jeugdige werknemers jonger dan 25 jaar is opgericht, krijgen de kiezers jonger dan 25 jaar van de voorzitter slechts één stembiljet met de naam van de kandidaten-jeugdige werknemers.
De voorzitter moet een nieuw stembiljet overhandigen aan de kiezer die zijn stembiljet heeft beschadigd. De kiezer moet erover waken dat het stembiljet dat hij in de stembus steekt geen merk, scheur of vlek vertoont, die de ongeldigverklaring ervan kan meebrengen.
🖉 Geldig stemmen
Als algemene regel geldt dat de kiezer niet meer stemmen mag uitbrengen dan er gewone mandaten te begeven zijn.
Wanneer hij zijn voorkeur wil geven aan één enkele voorgedragen lijst en met de orde van voordracht van de kandidaten van deze lijst akkoord gaat, stemt hij in het vakje boven een lijst.
Wanneer hij deze rangorde wil wijzigen, brengt hij één of meer naamstemmen uit in het vakje naast de naam van de kandida(a)t(en) van die lijst aan wie hij zijn voorkeurstem wil geven.
Bontstemmen is verboden. Onder bontstemmen wordt verstaan, het uitbrengen van een naamstem voor kandidaten van verschillende lijsten door naast de naam van die kandidaten te stemmen. Deze wijze van stemmen leidt tot een ongeldige stem.
🖉 Stemming
Na zijn stem in het hiervoor bestemde gedeelte van het lokaal uitgebracht te hebben, steekt de kiezer zijn gevouwen stembiljet in de stembus. Wanneer een gemeenschappelijk kiescollege voor arbeiders en bedienden is opgericht en gelijktijdig voor kandidaten-bedienden en voor kandidaten-arbeiders wordt gekozen, worden twee stembussen gebruikt die respectievelijk voor beide categorieën zijn bestemd.
Wanneer de kiezer de voorafgaande bepalingen niet naleeft kan de voorzitter zijn stembiljet terugnemen en vernietigen, maar hij moet hem een ander geven. De voorzitter moet eveneens een nieuw biljet geven aan de kiezer die zijn stembiljet heeft beschadigd. Het is zijn taak erover te waken dat het biljet dat hij in de stembus steekt geen enkel merk, scheur of vlek bevat dat zou kunnen leiden tot vernietiging.
Wanneer de kiesverrichtingen verschillende dagen duren, neemt de voorzitter van het bureau alle nodige maatregelen ter bewaring van de stembussen, van de stembiljetten en van de documenten betreffende de kiesverrichtingen.
De stembussen moeten op het einde van iedere kieszitting verzegeld worden. De getuigen hebben het recht op de verzegelingsband een kenteken te plaatsen.
🖉 Afsluiting van de stemverrichtingen
Voordat het bureau het proces-verbaal van de verkiezingen sluit, geeft de voorzitter aan het bureau de omslagen die hij van de per brief stemmende kiezers heeft ontvangen, maar zonder deze te openen.
De naam van ieder per brief stemmende kiezer wordt aangestipt op de kiezerslijst.
De voorzitter opent de buitenomslagen en steekt de binnenomslagen met stembiljetten in de daarvoor bestemde stembus, zonder dat deze binnenomslagen mogen geopend worden.
5.3 Stemopneming
Na het afsluiten van de stemverrichtingen, gaat het bureau over tot de stemopneming. Indien het nodig blijkt, kan de voorzitter beslissen om de opnemingsverrichtingen te verdagen. In dat geval moet hij alle nodige maatregelen treffen ter bewaring van de stembussen, van de biljetten en van de voor de stemming gebruikte documenten.
Het schikken van de biljetten bij reeksen moet met de grootste zorg worden uitgevoerd.
Een afzonderlijke reeks moet worden gevormd voor de blanco of ongeldige stembiljetten, een andere voor de verdachte stembiljetten.
🖉 Gemeenschappelijk kiescollege voor arbeiders en bedienden
Indien in een gemeenschappelijk kiescollege tegelijkertijd voor arbeiders en bedienden gestemd werd, gebeuren de stemopnemingsverrichtingen voor elke categorie afzonderlijk.
🖉 Opneming van de per brief uitgebrachte stemmen
De voorzitter van het stembureau opent de stembus en haalt er de omslagen uit met de per brief uitgebrachte stemmen. Hij opent deze omslagen en haalt er de stembiljetten uit, zonder ze open te vouwen.
Wanneer één omslag meer dan één stembiljet bevat, worden deze ongeldig verklaard. De voorzitter doet de andere stembiljetten terug in de stembus en de inhoud ervan wordt gemengd. Daarna ledigt de voorzitter de stembus en telt de stembiljetten zonder ze open te vouwen.
Wanneer een kiezer die voorkomt op de kiezerslijsten en die een biljet voor de stemming per brief ontvangen heeft, komt stemmen in het stembureau, wordt zijn stem als geldig beschouwd. De voorzitter van het stembureau zal zorgen voor de annulering van het biljet voor de stemming per brief van dezelfde kiezer.
🖉 Schikking van de stembiljetten
Nu worden de stembiljetten opengevouwen en met de hulp van de bijzitters worden zij in volgende categorieën verdeeld:
1° de stembiljetten met geldige stemmen voor één enkele lijst of met naamstemmen voor één of meer kandidaten van deze lijst; een afzonderlijke categorie moet worden gevormd voor elke lijst in de volgorde van de lijstnummers.
De stembiljetten met een stem bovenaan de lijst en met een stem ten gunste van één of meer kandidaten van dezelfde lijst worden bij deze reeks geschikt, de stem bovenaan de lijst wordt dan als de enig geldige beschouwd. Hetzelfde geldt indien het stembiljet meer naamstemmen telt dan er gewone mandaten te begeven zijn. Ongeldige naamstemmen worden dus omgezet in één geldige lijststem.
2° de ongeldige stembiljetten
Zijn ongeldig:
▪ andere stembiljetten dan die welke aan de kiezer werden overhandigd;
▪ stembiljetten waarop meer dan één stem bovenaan een lijst werd uitgebracht;
▪ stembiljetten waarop de kiezer terzelfdertijd een lijststem en één of meerdere naamstemmen voor één kandidaat of meerdere kandidaten van een andere lijst of meerdere lijsten heeft uitgebracht, of stembiljetten waarbij de kiezer een stem gaf aan de kandidaten van verschillende lijsten (gepanacheerde stembiljetten);
▪ stembiljetten waaraan de kiezer door een teken, een schrapping of een merk zou kunnen worden herkend;
In geval van stemming per brief, worden eveneens als ongeldig beschouwd:
▪ de na de afsluiting van stemming binnengekomen stembiljetten;
▪ de stembiljetten teruggezonden in een omslag waarop de handtekening van de kiezer ontbreekt;
▪ de stembiljetten die teruggestuurd werden door een kiezer die reeds is komen stemmen in het stembureau;
De binnenomslagen met het ongeldige stembiljet worden bewaard in de onderneming. Als er geen beroep wordt ingesteld of nadat de definitieve beslissing van het rechtsorgaan van beroep is gevallen mag de werkgever de stembiljetten vernietigen.
3° de blanco stembiljetten
Zijn blanco, de stembiljetten waarop niet gestemd is.
4° de verdachte stembiljetten
Bij verdachte stembiljetten rangschikt de voorzitter de stembiljetten waaromtrent hijzelf aan de geldigheid twijfelt of waaromtrent een ander lid van het bureau voorbehoud meent te moeten maken over de geldigheid ervan. Hij parafeert deze verdachte stembiljetten.
De verdachte stembiljetten worden volgens de beslissing van de voorzitter bij de categorie gevoegd waartoe zij behoren.
De voorzitter vermeldt in het proces-verbaal het voorbehoud dat hijzelf of één of meer leden van het bureau menen te moeten maken.
🖉 Beoordeling van de geldigheid van de stembiljetten.
Bij de beoordeling van de geldigheid van de stembiljetten moet een belangrijk onderscheid worden gemaakt tussen de tekens welke het gevolg kunnen zijn van de geringe handigheid van de kiezer bij het gebruik van het stempotlood en andere tekens.
In het eerste geval (onvolmaakt aangebrachte stemmingsmerk, niet volledig zwart maken van het wit middelpunt van het stemvakje) mag het bureau slechts dan het stembiljet ongeldig verklaren wanneer de kiezer zich klaarblijkelijk heeft willen kenbaar maken.
Wat de andere al dan niet opzettelijke tekens betreft (vlekken, scheuren, nagelkrabben, onregelmatige plooien, tekens met het potlood aangebracht buiten het stemvakje, enz.) geven deze aanleiding tot de ongeldigverklaring van het stembiljet zodra zij de kiezer doen kennen, zonder dat dient nagegaan te worden of een bedrieglijk inzicht aan de basis ervan ligt.
Een stembiljet dat niet is ingevuld met het kiespotlood, mag niet enkel om deze reden ongeldig verklaard worden, behalve als de kiezer, zelfs ongewild, geïdentificeerd kan worden. In dezelfde zin is ook de kleur van de gebruikte balpen of het gebruikte potlood op zichzelf geen voldoende reden om te besluiten tot ongeldigheid van een stembiljet.
De strikte toepassing van deze regels is noodzakelijk om het geheim van de stemming te waarborgen.
Het bureau dient evenwel ervan af te zien stembiljetten ongeldig te verklaren die lichte gebreken vertonen en klaarblijkelijk te wijten zijn aan het drukken of vervaardigen van het stembiljet of aan het snijden van het stempapier.
🖉 Opneming van de naamstemmen
Om tot de aanwijzing van de gewone verkozenen en van de plaatsvervangers van elke lijst te kunnen overgaan, is het nodig een opnemingstabel te gebruiken die als titel draagt: «Opnemingstabel van de onvolledige lijststembiljetten»( onvolledige lijststembiljet = stembiljet met naamstemmen).
Er wordt aanbevolen onderstaande modeltabel te gebruiken:
Naam van de kandidaten | Aantal stemmen | Totaal |
Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx enz. |
Bij het aflezen van de stembiljetten waarbij slechts aan enkele kandidaten van één lijst stemmen gegeven zijn, moet het lid van het bureau dat met het aanstippen belast is, naast de afgelezen namen, een streepje aanbrengen.
Op deze wijze zal deze telling zeer vlot verlopen en zal er een ernstige waarborg zijn tegen mogelijke vergissingen.
🖉 Tellen van de stemmen en opstellen van het proces-verbaal van de kiesverrichtingen Op het proces-verbaal van de verkiezingen worden volgende inlichtingen meegedeeld:
- de teruggenomen en de ongebruikte stembiljetten. Deze stembiljetten alsmede de lijsten die voor het aanstippen hebben gediend, ondertekend door de leden van het bureau die ze aanstreepten en door de voorzitter, worden in een te verzegelen omslag gestoken.
De getuigen hebben het recht hun opmerkingen in het proces-verbaal te doen opnemen en een kenteken aan te brengen op de verzegelde omslagen.
- de berekening door het stembureau van:
▪ het aantal ongeldige stemmen;
▪ het aantal blanco stemmen;
▪ voor elke lijst, het aantal bovenaan de lijst uitgebrachte stemmen;
▪ voor elke lijst, het aantal van de ten gunste van de kandidaten van de lijst uitgebrachte stemmen;
▪ het aantal door iedere kandidaat bekomen naamstemmen.
Wanneer deze verrichtingen zijn beëindigd, worden de stembiljetten, geschikt volgens hun reeks, in afzonderlijke en gesloten omslagen gedaan.
De voorzitter zendt deze omslagen naar de voorzitter van het hoofdbureau; indien er geen hoofdbureau bestaat, zendt hij ze onverwijld naar de werkgever.
🖉 Afsluiting van de opnemingsverrichtingen
Wanneer deze verrichtingen zijn beëindigd, worden de stembiljetten, geschikt volgens hun categorie (zie hoger “Schikking van de stembiljetten”), en in afzonderlijke en gesloten omslagen gedaan.
Indien er een hoofdbureau bestaat worden de processen-verbaal van de secundaire stembureaus aan het hoofdbureau gezonden, ten einde dit te laten overgaan tot de verrichtingen die vermeld zijn in de hiernavolgende punten.
5.4 Verdeling van de mandaten
Het stembureau verdeelt de mandaten, wijst de gewone en plaatsvervangende gekozenen aan en rangschikt de niet verkozen kandidaten. Indien er een hoofdbureau is, gebeurt de verdeling en de aanwijzing door het hoofdbureau nadat het de processen-verbaal van stemopneming van de secundaire bureaus ontvangen heeft en nadat het de telresultaten van de verschillende secundaire bureaus heeft samengeteld.
🖉 Bepaling van het kiescijfer
Teneinde de mandaten onder de verschillende lijsten te verdelen, stelt het bureau het kiescijfer van elke lijst vast, door de optelling van:
▪ het aantal stembiljetten met een lijststem (= volledige lijststembiljetten) en
▪ het aantal stembiljetten met naamstemmen voor kandidaten van de lijst (= onvolledige lijststembiljetten).
Het kiescijfer is dus gelijk aan het totaal aantal geldige stembiljetten
Voorbeeld:
Aantal gewone mandaten: 6
Volledige lijststembiljetten:
lijst 1: 60
lijst 2: 30
lijst 3: 52
Onvolledige lijststembiljetten:
lijst 1: 22
lijst 2: 65
lijst 3: 47
Kiescijfer van lijst 1 : 60 + 22 = 82
Kiescijfer van lijst 2 : 30 + 65 = 95
Kiescijfer van lijst 3 : 52 + 47 = 99
🖉 Bepaling van de nuttige quotiënten
Het kiescijfer van elke lijst moet achtereenvolgens gedeeld worden door de getallen 1, 2, 3, 4, 5 enz. (de delers). Hierdoor bekomt men een aantal quotiënten. Men houdt alleen rekening met een aantal van deze quotiënten (nuttige quotiënten geheten). Het aantal nuttige quotiënten is gelijk aan het aantal te verdelen mandaten.
De nuttige quotiënten plaatst men op volgorde van grootte, ongeacht de lijst waarop ze voorkomen en te beginnen vanaf het grootste quotiënt. Nu kent men aan elke lijst zoveel mandaten toe, als deze lijst quotiënten heeft bekomen gelijk aan of hoger dan het laatste nuttige quotiënt.
Voorbeeld : | |||
Deler | Lijst 1 | Lijst 2 | Lijst 3 |
1 | 82 (3) | 95 (2) | 99 (1) |
2 | 41 (6) | 47,5 (5) | 49,5 (4) |
3 | 27,33 | 31,66 | 33 |
Er zijn 6 mandaten te verdelen, dus in totaal 6 nuttige quotiënten. Lijst 1 bekwam 2 nuttige quotiënten en krijgt dus 2 mandaten.
Lijst 2 bekwam 2 nuttige quotiënten en krijgt dus 2 mandaten. Lijst 3 bekwam 2 nuttige quotiënten en krijgt dus 2 mandaten.
🖉 Bijzondere gevallen - Verschillende lijsten bekomen gelijke nuttige quotiënten
Wanneer verschillende lijsten gelijke nuttige quotiënten bekomen, is er betwisting omtrent de toekenning van het mandaat.
Wanneer een mandaat met gelijk recht aan verschillende lijsten toekomt, wordt het toegekend aan de lijst met het hoogste kiescijfer. In geval van gelijkheid van kiescijfers gaat het mandaat naar de lijst waarop de kandidaat die bij de aanwijzing van de gewone verkozenen (zie lager: punt 5.5, tweede alinea) zich het bijkomend mandaat toegekend zou zien dat aan zijn lijst toekomt en die het meeste aantal stemmen behaald heeft, rekening houdend met de lijststemmen en de naamstemmen, of in geval van gelijkheid, aan deze kandidaat die de grootste anciënniteit in de onderneming heeft.
▪ Een mandaat komt met gelijk recht toe aan verschillende lijsten, bij ongelijke kiescijfers Wanneer een mandaat met gelijk recht aan verschillende lijsten toekomt, wordt het toegekend aan de lijst met het hoogste kiescijfer.
Voorbeeld :
Deler | Lijst 1 | Lijst 2 | Lijst 3 |
1 | 60 (1) | 30 (3) | 20 (5) |
2 | 30 (2) | 15 | 10 |
3 | 20 (4) | 10 | 6,66 |
4 | 15 (6) |
Er zijn zes mandaten te verdelen.
(1) Het eerste mandaat komt toe aan lijst 1.
(2) Het tweede mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 2. Het wordt in ieder geval toegekend aan lijst 1 met het hoogste kiescijfer (60).
(3) Het derde mandaat komt toe aan lijst 2.
(4) Het vierde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 3. Het wordt in ieder geval toegekend aan lijst 1 met het hoogste kiescijfer (60).
(5) Het vijfde mandaat komt toe aan lijst 3.
(6) Het zesde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 2 . Het wordt in ieder geval toegekend aan lijst 1 met het hoogste kiescijfer (60).
Samengevat, lijst 1 bekomt 4 mandaten, lijst 2 bekomt 1 mandaat en lijst 3 bekomt 1 mandaat.
▪ Een mandaat komt met gelijk recht toe aan verschillende lijsten, bij gelijke kiescijfers
Bij gelijke kiescijfers, komt het mandaat toe aan de lijst waarop de kandidaat voorkomt die bij de aanwijzing van de gewone verkozenen (zie lager: punt 5.5), het bijkomend mandaat zou toegewezen krijgen indien het mandaat naar zijn lijst ging en die de meeste stemmen behaald heeft, rekening houdend met de lijststemmen en de naamstemmen, of bij gelijkheid, aan de kandidaat met de grootste anciënniteit in de onderneming.
Hiervoor gaat men over tot een fictieve aanwijzing van de gewone verkozenen waarbij het verkiesbaarheidscijfer berekend moet worden en aan de kandidaten individueel de lijststemmen worden toegekend die ten gunste van de orde van voordracht zijn uitgebracht (de “pot” wordt verdeeld
- zie lager: punt 5.5).
Voorbeelden :
Voorbeeld 1 :
3 toe te kennen mandaten; 2 lijsten zijn aanwezig;
er is gelijkheid van kiescijfers tussen de twee lijsten : 24.
1° Eerste stap.
Deler Lijst 1 Lijst 2
1 | 24 – 1e | mandaat | 24 – 2e mandaat |
2 | 12 | 12 | |
3 | 8 | 8 |
het derde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 2.
2° Tweede stap: aanwijzing van de gewone verkozenen (fictief).
Het verkiesbaarheidscijfer wordt berekend en de “pot” wordt verdeeld onder de kandidaten, in volgorde van de orde van voordracht.
Verkiesbaarheidscijfer = Geheel van nuttige stemmen* = 24 x 2 = 16 het aantal aan de lijst toe te kennen zetels +1 2+1
* geheel van nuttige stemmen = het aantal stembiljetten met een geldige stem bovenaan de lijst (volledige lijststembiljetten) gevoegd bij het aantal stembiljetten met geldige stemmen voor één of meerdere kandidaten (onvolledige lijststembiljetten) vermenigvuldigd met het aantal zetels dat aan de lijst toekomt
De “pot” = stemmen ten gunste van de orde van de voordracht = het aantal volledige lijststemmen x het aantal zetels door de lijst behaald = 12 x 2 = 24
Lijst 1 Kandidaten | Lijst 2 Kandidaten |
A 4 + 12= 16 | A 3 + 13 = 16 |
B 1 + 12= 13 | B 5 + 11 = 16 |
C 6 | C 2 |
D 4 | D 3 |
Kandidaat B van lijst 2 heeft de meeste stemmen behaald, rekening houdend met de lijststemmen en de naamstemmen. Het is dus aan lijst 2 dat het derde mandaat toekomt.
Voorbeeld 2 :
3 toe te kennen mandaten; 2 lijsten zijn aanwezig;
er is gelijkheid van kiescijfers tussen de twee lijsten : 10.
1° Eerste stap.
Lijst 1 heeft 5 onvolledige lijststembiljetten en 5 volledige lijststembiljetten Lijst 2 heeft 3 onvolledige lijststembiljetten en 7 volledige lijststembiljetten
Lijst 1 Lijst 2
10 - eerste mandaat 10 - tweede mandaat 5 5
het derde mandaat met gelijk recht komt toe aan lijst 1 en aan lijst 2.
2° Tweede stap : aanwijzing van de gewone gekozenen ( fictief )
Verkiesbaarheidscijfer = 10 x 2 = 6,6 = 7
3
De “pot” = stemmen ten gunste van de orde van de voordracht = het aantal volledige lijststemmen x het aantal zetels door de lijst behaald = Lijst 1: 5 x 2 = 10 Lijst 2: 7 x 2 = 14
Lijst 1 Lijst 2
Kandidaten Kandidaten
A 3 + 4 = 7 A 0 + 7 = 7
B 4 + 3 = 7 B 3 + 4 = 7
De kandidaat B van lijst 1 heeft het verkiesbaarheidscijfer bereikt aangezien hij 4 naamstemmen heeft (4 + 3 = 7) evenals de kandidaat B van lijst 2 aangezien hij 3 naamstemmen heeft (3 + 4 = 7).
De twee kandidaten hebben het verkiesbaarheidscijfer bereikt en het overblijvend mandaat zal toegekend worden aan de lijst waarop de kandidaat met de grootste anciënniteit voorkomt.
▪ Een lijst behaalt meer zetels dan zij kandidaten telt
Indien een lijst meer zetels behaalt dan zij kandidaten telt, blijven de zetels die niet kunnen bezet worden, vacant.
5.5 Aanwijzing van de verkozenen
🖉 Berekening van het verkiesbaarheidscijfer
Het bijzonder verkiesbaarheidscijfer, eigen aan elke lijst wordt verkregen door het totaal van de nuttige stemmen te delen door het aantal aan de lijst toegekende zetels plus één. Wanneer hierin een decimaal voorkomt, wordt het cijfer naar beneden afgerond voor een decimaal van 1 tot 4 en naar boven voor een decimaal van 5 tot 9.
Het totaal van de nuttige stemmen wordt verkregen door het aantal volledige en onvolledige lijststembiljetten te vermenigvuldigen met het door de lijst bekomen aantal zetels.
Voorbeeld:
Aantal aan de lijst toegekende zetels 5
Volledige lijststembiljetten 622
Onvolledige lijststembiljetten 666
Vooreerst moet het aantal nuttige stemmen bepaald worden.
Te dien einde wordt het aantal volledige lijststembiljetten, gevoegd bij het aantal onvolledige lijststembiljetten (622 + 666 = 1.288). Dit resultaat wordt daarna vermenigvuldigd met het door de lijst bekomen aantal zetels (1.288 x 5 = 6.440).
Om het verkiesbaarheidscijfer te bekomen wordt het aantal nuttige stemmen gedeeld door het aantal aan de lijst toegekende zetels plus één (6.440 : 6 = 1.073).
🖉 Aanwijzing van de gewone gekozenen
Zodra het aantal zetels, toe te kennen aan elk van de lijsten, definitief is vastgesteld, moet het bureau nog slechts de verkozenen uitroepen.
Wanneer het aantal kandidaten van een lijst gelijk is aan het aantal zetels, toegekend aan deze lijst, worden al de kandidaten zonder verdere verrichting verkozen verklaard.
Wanneer er meer kandidaten zijn dan het aantal mandaten, toegekend aan de lijst, worden zij ten belope van het aantal zetels dat aan de lijst toegewezen is, toegekend aan de kandidaten die in volgorde van hun voordracht het verkiesbaarheidscijfer bereiken.
Zijn er nog mandaten te begeven dan worden zij toegekend aan de kandidaten die de meeste naamstemmen hebben behaald. Bij gelijk stemmental is de volgorde van de voordracht beslissend.
Alvorens tot deze aanwijzing over te gaan, worden de bovenaan de lijst uitgebrachte stemmen en die dus de voordrachtsorde ten goede komen, individueel toegekend aan de kandidaten bij wijze van overdracht, nadat deze stemmen met het aan de lijst toekomend aantal zetels vermenigvuldigd werden (de “pot” wordt verdeeld).
De overdracht geschiedt volgens de orde van voordracht van de kandidaten, en voor elk van hen ten belope van het verkiesbaarheidscijfer van de lijst.
Voorbeeld:
Wanneer dit verkiesbaarheidscijfer is vastgesteld, moet het totaal van de stemmen die aan de voordrachtsorde ten goede komen onder de kandidaten verdeeld worden.
Dit totaal wordt bekomen door het aantal lijststembiljetten waarop één stem bovenaan werd uitgebracht, te vermenigvuldigen met het aantal zetels, toegekend aan die lijst (622 x 5 = 3.110).
Het bureau hoeft dan nog slechts de 3.110 stemmen te verdelen onder de kandidaten, volgens de orde van voordracht. Deze verdeling geschiedt door bij het door elke kandidaat bekomen aantal naamstemmen het aantal stemmen te voegen nodig om het verkiesbaarheidscijfer te bereiken.
Hieronder deze verdeling voor het aangehaalde voorbeeld:
Naam van de kandidaten | Naam stemmen | Stemmen bij wijze van overdracht | Totaal |
Ackerman | 202 | + 871 | =1.073 |
Barbaix | 166 | + 907 | =1.073 |
Ceulemans | 196 | + 877 | =1.073 |
Danneels | 176 | + 455 | = 631 |
Xxxxxxxxx | 00 | ||
Durieux | 197 | ||
Goossens | 171 | ||
Gysels | 73 |
Puttemans | 97 |
Roose | 91 |
Thiel | 160 |
Baels | 31 |
Bailly | 55 |
Vandevijver | 73 |
Claessens | 150 |
Dupuis | 78 |
Vanmeren | 110 |
Na deze verdeling wordt er vastgesteld dat de kandidaten Xxxxxxxx, Barbaix, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxx en Durieux het grootste aantal stemmen bekomen hebben en als gewone afgevaardigden dienen te worden aangewezen.
Er moet opgemerkt worden dat bij staking van stemmen, voorrang gegeven wordt aan de voordrachtsorde op de lijst.
🖉 Aanwijzing van de plaatsvervangers
Onmiddellijk na de aanwijzing van de gewone afgevaardigden gaat het bureau over tot de aanwijzing van de plaatsvervangers.
Het aantal plaatsvervangers is gelijk aan het aantal gewone verkozenen.
Vooraleer de plaatsvervangers worden aangewezen, gaat het bureau over tot een nieuwe individuele toewijzing van de lijststemmen in de orde van voordracht; deze toewijzing geschiedt op dezelfde wijze als voor de gewone afgevaardigden, doch te beginnen met de eerste van de niet-verkozen kandidaten in de orde van voordracht.
In het hierboven aangehaalde voorbeeld geschiedt de verdeling van de lijststemmen, in de orde van voordracht, en de aanwijzing van de plaatsvervangers als volgt:
Het aantal te verdelen stemmen (3.110) en het verkiesbaarheidscijfer (1.073), zijn dezelfde als die welke gediend hebben bij de verdeling voor de aanwijzing van de gewone afgevaardigden.
Naam van Naam Stemmen toegekend
de kandidaten stemmen bij wijze van overdracht
Dewachter 48 + 1025 = 1073 1ste
Goossens 171 + 902 = 1073 2de
Gysels 73 + 1000 = 1073 3de
Puttemans 97 + 183 = 280 4de
Roose 91
Thiel 160 5de
Baels 31
Bailly 55
Vandevijver 73
Claessens 150
Dupuis 78
Vanmeren 110
Bijgevolg worden op elke lijst waarvan één of meer kandidaten verkozen zijn, de niet-verkozen kandidaten plaatsvervangend verklaard volgens de regel voorzien voor de gewone verkozenen, zonder dat hun aantal hoger mag zijn dan het aantal verkozenen van de lijst.
🖉 Schikking van de niet-verkozen kandidaten
De aanwijzing van de plaatsvervangers en de schikking van de niet-verkozen kandidaten gebeurt tijdens dezelfde toewijzingsronde. De aanwijzing van de plaatsvervangers en de niet-verkozen kandidaten evenals hun rangschikking zal worden uitgevoerd in functie van het aantal bekomen naamstemmen vermeerderd met de hen toegewezen lijststemmen bij de tweede individuele toewijzing van de lijststemmen.
Het resultaat is als volgt:
Naam van de kandidaten | Naamstemmen | |
Claessens | 150 | 1ste |
Vanmeren | 110 | 2de |
Roose | 91 | 3de |
Dupuis | 78 | 4de |
Vandevijver | 73 | 5de |
Bailly | 55 | 6de |
Baels | 31 | 7de |
In de hypothese dat een niet-verkozene moet zetelen als gevolg van het toepassen van de vervangingsregelen, zal in eerste instantie rekening gehouden worden met hun rangschikking zoals opgenomen in het proces-verbaal van de verkiezingen en in tweede instantie zal men nakijken of de niet-verkozene van een 4-jarige of 2-jarige bescherming geniet.
Als het een eerste kandidatuur betreft die niet tot verkiezing leidt, genieten niet-verkozenen een bescherming gedurende eenzelfde periode als voor de effectief verkozenen, namelijk tot de aanstelling van de verkozen werknemersafgevaardigden bij volgende verkiezingen. Kandidaten genieten van een 2-jarige bescherming indien zij reeds kandidaat waren, ongeacht voor welk overlegorgaan, en niet verkozen werden bij de vorige verkiezingen.
5.6 Opmaken van het proces-verbaal en verzending van de resultaten van de stemming
De uitslag van de algemene telling van de stemmen en de namen van de gewone en plaatsvervangende verkozen kandidaten, alsook de schikking van de niet verkozenen kandidaten wordt opgetekend zoals bepaald op de pagina’s 5 tot 11 van het model proces-verbaal. De getuigen hebben het recht om hun opmerkingen te laten opnemen in het proces-verbaal van de verkiezing.
Zodra de verrichtingen beëindigd zijn sluit het bureau, dat de mandaten heeft verdeeld, de gewone en plaatsvervangende verkozenen heeft aangewezen en de niet verkozen kandidaten heeft gerangschikt, het proces-verbaal af, dat door al de leden van het bureau wordt ondertekend.
De voorzitter van het bureau zendt onmiddellijk, voor de raad of het comité:
▪ het origineel van de processen-verbaal naar de Directeur-generaal van de Algemene
Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO, Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx, met vermelding van het dossiernummer dat hun werd toegekend door voornoemde Algemene Directie. Deze verzending kan worden vervangen door het uploaden van een afschrift van dit document op het tabblad “documenten” van de webapplicatie die precies daartoe werd voorzien op de website van de voornoemde Federale overheidsdienst.
▪ een afschrift van de processen-verbaal naar de werkgever, die het tijdens de gehele legislatuur bewaart;
▪ bij een aangetekend schrijven, een afschrift van de processen-verbaal naar de betrokken
representatieve werknemers en kaderledenorganisaties. Hij moet echter niet overgaan tot deze verzending indien het proces-verbaal via upload op de webapplicatie overgemaakt werd aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO.
Terzelfdertijd moeten de resultaten van de stemming aan de FOD WASO meegedeeld worden voor
het opmaken van statistieken. Deze mededeling gebeurt langs elektronische weg op de webapplicatie van de FOD WASO overeenkomstig de nadere regelen vastgesteld door voornoemde FOD. Bij ontstentenis zullen deze gegevens verzonden worden door middel van een statistische steekkaart die wordt bekomen bij de FOD.
Met het oog op deze verzending van resultaten, zal de werkgever aan de FOD, langs elektronische weg of bij ontstentenis, door middel van een statistische steekkaart verstrekt door de FOD, inlichtingen leveren, die toelaten de onderneming die sociale verkiezingen organiseert te identificeren en inlichtingen geven over het tewerkgesteld personeel alsook inlichtingen over het aantal mandaten per categorie. Deze inlichtingen worden verzonden overeenkomstig de nadere regelen vastgesteld door de FOD; uiterlijk op de 60ste dag voor de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, voor wat betreft de inlichtingen die toelaten de onderneming die sociale verkiezingen organiseert te identificeren, en uiterlijk de dag van de aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt (dag X), voor wat betreft de inlichtingen over het tewerkgesteld personeel en het aantal mandaten per categorie.
Belangrijke opmerking : Wanneer de onderneming minder dan l00 werknemers tewerkstelt en deze onderneming bij de vorige sociale verkiezingen een ondernemingsraad heeft opgericht of had moeten oprichten, moet er dus niet overgegaan worden tot verkiezingen voor de hernieuwing van de leden van de raad gezien het mandaat zal uitgeoefend worden door de verkozen leden van het comité. In dit geval moet bij het invoeren van de resultaten van het comité op de webapplicatie, op de hiertoe bestemde plaats vermeld worden dat de onderneming een raad heeft die samengesteld is uit leden die verkozen werden bij de verkiezing van de leden van het comité.
Afdeling 6 - Elektronisch stemmen
Tot elektronisch stemmen kan worden overgegaan onder de volgende voorwaarden:
A. Het informatica-systeem dat aangewend wordt, moet beantwoorden aan volgende voorwaarden:
1° in overeenstemming zijn met de wettelijke en reglementaire bepalingen die de verkiezing van de personeelsafgevaardigden in de raden en de comités regelen;
2° volgende gegevens registreren die moeten opgenomen worden in het proces-verbaal:
a) de datum van de verkiezingen
b) het betrokken orgaan
c) het nummer van het stembureau
d) het betrokken kiescollege
e) het aantal kiezers die aan de stemming hebben deelgenomen (in geval van gemeenschappelijk kiescollege, brengt elke kiezer twee stemmen uit)
f) het aantal blanco stemmen
g) het aantal lijststemmen
h) het aantal uitgebrachte lijststemmen enkel ten voordele van kandidaten van de lijst
i) het aantal stemmen behaald door elke kandidaat
j) het aantal effectieve mandaten per lijst
k) de naam en de voornaam van de gewone verkozenen per lijst
l) de naam en de voornaam van de plaatsvervangende verkozenen per lijst
3° een beeldscherm tonen dat bij het begin van de kiesverrichting een overzicht geeft van alle lijstnummers en letterwoorden van de kandidatenlijsten; wanneer de kiezer een lijst kiest, moeten de namen van alle kandidaten verschijnen in de volgorde van hun voordracht; deze overzichten moeten een waarborg van neutraliteit bieden;
4° niet toelaten dat een ongeldige stem wordt geregistreerd; de kiezer moet uitgenodigd worden om zijn stem opnieuw uit te brengen. Wanneer meer naamstemmen worden uitgebracht op een lijst dan er toe te kennen zetels zijn of wanneer één of meerdere naamstemmen worden uitgebracht tegelijk met een lijststem, moet het beeldscherm een bericht tonen dat de kiezer erop wijst dat hij teveel naamstemmen heeft uitgebracht op een lijst of dat hij moet kiezen tussen een lijststem en één of meerdere naamstemmen zonder evenwel het aantal toe te kennen zetels te overschrijden. De kiezer moet vervolgens worden uitgenodigd om zijn stemming te herbeginnen;
5° de nodige waarborgen bieden inzake betrouwbaarheid en veiligheid en de onmogelijkheid verzekeren van elke manipulatie van de geregistreerde gegevens evenals het geheim der stemming;
(6° … );
7° de bewaring verzekeren van de resultaten van de stemming en van de mogelijkheid tot controle van de stemverrichtingen en van de resultaten door de arbeidsgerechten.
Een systeem van elektronisch stemmen mag enkel worden gebruikt:
▪ indien het vergezeld is van een attest van de fabrikant dat het systeem beantwoordt aan de voorafgaande voorwaarden;
▪ indien de fabrikant ondersteuning kan waarborgen in geval van technische problemen die rijzen op het ogenblik van de verkiezingen;
▪ indien het door de fabrikant werd neergelegd bij de Directeur-generaal van de Algemene Directie Individuele Arbeidsbetrekkingen van de FOD WASO, Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx 1 te 0000 Xxxxxxx, alwaar een attest van neerlegging zal worden overhandigd.
B. De beslissing om over te gaan tot elektronisch stemmen moet met unanimiteit genomen worden door elke betrokken raad of comité. De raad of het comité moet voorafgaandelijk ingelicht worden over de bovenvermelde punten. Deze beslissing is het voorwerp van een vermelding in het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt.
C. Vorming
De leden van de stembureaus, de plaatsvervangende voorzitters en secretarissen, de getuigen en de kiezers, moeten een passende opleiding krijgen. Elk kiescollege moet afzonderlijk stemmen. De getuigen van het hoofdbureau kunnen de encodering van de kandidatenlijsten bijwonen.
D. Afschaffing van het verplichte gebruik van magnetische kaarten
Het afschaffen van het verplichte gebruik van magnetische kaarten heeft niet tot gevolg dat de stemverrichtingen niet meer in een stembureau moeten plaatsvinden. Het gebruikte systeem moet de onmogelijkheid van elke manipulatie van de geregistreerde gegevens verzekeren en het geheim der stemming garanderen, daarom moet de kiezer zijn stem komen uitbrengen in het speciaal hiertoe opgericht stembureau en kan hij bijgevolg niet stemmen van thuis uit of van op zijn persoonlijke computer op de arbeidsplaats.
E. Elektronisch stemmen en stemming per brief
In geval van stemming per brief moeten de nodige waarborgen worden geboden om de geheimhouding te bewaren.
Met het oog daarop mag bij het elektronisch stemmen de stemming per brief enkel gebeuren via het hoofdstembureau. Van dat bureau moeten ook de eerste tien kiezers die zich aanmelden en niet de leden van dit stembureau mogen zijn, per brief stemmen. De regels betreffende de stemming per brief moeten ook hier nageleefd worden, hetgeen betekent dat de stembrieven van de genoemde kiezers, zoals voor de stemmers per brief, in blanco briefomslagen gestopt worden en gevoegd worden bij de omslagen met de stembrieven van de stemmers per brief.
De telling van de stemmen per brief zal daarna op elektronische wijze gebeuren in het hoofdstembureau in aanwezigheid van de getuigen, hetgeen betekent dat elke omslag opengemaakt zal worden en de voorzitter een elektronische stem zal uitbrengen overeenkomstig de voorkeur die op de stembrief aangeduid werd. Wanneer de stembrief meer naamstemmen telt dan er toe te kennen zetels zijn of in geval dat er tegelijkertijd één of meer naamstemmen en een lijststem uitgebracht werden, wordt deze stem beschouwd als een lijststem.
Wanneer elektronisch gestemd en geteld wordt, dient de verdeling van de mandaten en de aanwijzing van de verkozenen niet noodzakelijk elektronisch te geschieden.
Het moet mogelijk zijn bij elke betwisting van het resultaat van de verkiezingen een hertelling van de stemmen te laten plaatsvinden. Met het oog daarop moeten de elektronische dragers die voor de verkiezingen hebben gediend, in de onderneming verzegeld bewaard blijven.
Afdeling 7 - Na dag Y
7.1 Y + 1 : Afsluiting van de kiesverrichtingen
Uiterlijk daags na de sluiting van de verrichtingen overhandigt de voorzitter de documenten die voor de verkiezingen hebben gediend, in verzegelde omslagen aan de werkgever.
In geval dat de verkiezingen zich uitspreiden over meerdere opeenvolgende dagen, wordt de afsluiting van de kiesverrichtingen uitgevoerd op de laatste dag.
De werkgever bewaart de documenten gedurende een periode van 25 dagen die volgt op de dag van de sluiting van de kiesverrichtingen. In geval van beroep bezorgt de werkgever de documenten aan het bevoegde rechtsorgaan.
Als er geen beroep wordt ingesteld of nadat de definitieve beslissing van het rechtsorgaan van beroep is gevallen, mag de werkgever 25 dagen na het einde van de kiesverrichtingen de stembiljetten vernietigen.
7.2 Y + 2 : Aanplakking van de uitslagen van de verkiezingen samenstelling van de raad of het comité
Uiterlijk twee dagen na de sluiting van de kiesverrichtingen wordt door de werkgever op dezelfde plaatsen waar het bericht met de datum van de verkiezingen hing, een bericht aangeplakt met de uitslag van de stemming en de samenstelling van de raad of het comité. Bij gebreke aan aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt, wordt het bericht met de uitslag der stemming en de samenstelling van de raad of het comité aangeplakt op de plaats waar het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt zou zijn aangeplakt geweest indien het niet op elektronische wijze was ter beschikking gesteld.
Dat bericht vermeldt duidelijk en nauwkeurig alle personeelsafgevaardigden en alle werkgeversafgevaardigden alsmede hun plaatsvervangers. Het moet aangeplakt blijven tot de vierentachtigste dag die volgt op deze van de stemming.
Let op: de preventieadviseur of de vertrouwenspersoon die deel uitmaakt van het personeel kan niet de functie van werkgeversafgevaardigde hebben.
De werkgeversafgevaardigden en hun plaatsvervangers moeten een leidinggevende functie uitoefenen zoals deze is bepaald in het bericht dat de datum van de verkiezingen aankondigt en dus over de bevoegdheid beschikken om de werkgever te vertegenwoordigen en te verbinden.
7.3 Y + 15 : Beroep bij de arbeidsrechtbank
Binnen de 13 dagen na de aanplakking van de uitslag van de stemming kunnen de werkgever, de werknemers, of de betrokken representatieve werknemers- en kaderledenorganisaties beroep instellen bij de arbeidsrechtbank met een verzoek tot gehele of gedeeltelijke nietigverklaring van de verkiezingen of van de beslissing de procedure stop te zetten of een verzoek tot verbetering van de verkiezingsuitslagen.
Een beroep wordt eveneens binnen dezelfde termijn ingesteld in het geval dat de leden van de werkgeversafvaardiging niet één van de leidinggevende functies, zoals omschreven tijdens de preëlectorale procedure, bekleden.
7.4 Y + 69 : Beslissing van de arbeidsrechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt
De arbeidsrechtbank waarbij de zaak aanhangig is gemaakt, doet uitspraak uiterlijk binnen de 67 dagen na aanplakking van de uitslag van