COMPETENTIES
Coördinerend Apothekersassistent
COMPETENTIES
Overal waar zij staat, wordt ook hij bedoeld
1
Hieronder staan de competenties van de coördinerend apothekersassistent beschreven.
Voor deze functie gelden ook de competenties genoemd onder het competentieprofiel apothekersassistent. In dit profiel worden alleen die competenties beschreven die van toepassing zijn voor de variant coördinerend apothekersassistent.
Samenwerken
Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat, door het maken van werkafspraken en collega’s te helpen en te ondersteunen.
Integriteit
Het hanteren en handhaven van algemeen aanvaarde en bedrijfsnormen en
-waarden op zowel sociaal, ethisch als professioneel vlak.
Plannen en organiseren Op effectieve wijze doelen en prioriteiten bepalen en de benodigde tijd, acties en middelen aangeven om
bepaalde doelen te bereiken.
Communicatievermogen Ideeën, meningen en informatie aan anderen duidelijk maken, gebruik makend van: duidelijke taal, non-verbale communicatie en relevante middelen. Maar ook van grammaticaal correcte rapporten of documenten met de juiste opzet, structuur en terminologie voor de lezer.
Cliëntgerichtheid Signaleren van en inleven in wensen en behoeften van de cliënt en werkwijze hierop afstemmen. Hoge prioriteit geven aan service en cliënttevredenheid.
Kwaliteitsgerichtheid Continu hoge eisen stellen aan de kwaliteit van het afgeleverde werk door accuraat handelen. Werken volgens procedures en werkafspraken en actief bijdragen aan het verbeteren hiervan.
Taakgericht aansturen Geven van duidelijke taakopdrachten aan apothekersassistenten in het kader van hun functie.
Besluitvaardigheid Beslissingen nemen door het ondernemen van acties. Zich vastleggen door middel van het uitspreken van oordelen en daarvoor verantwoordelijkheid nemen.
2 DOEL VAN DE FUNCTIE
De apothekersassistent verricht werkzaamheden met betrekking tot het klaarmaken of bereiden, mede bewaken, controleren en het ter hand stellen van genees- en zelfzorgmiddelen en het geven van voorlichting/advies daarover, zodanig dat wordt bijgedragen aan een cliëntgerichte foutloze dienstverlening.
47
De coördinerende apothekersassistent verricht hiernaast ook werkzaamheden met betrekking tot het coördineren van werkzaamheden.
3 ORGANISATORISCHE CONTEXT
De variant coördinerend apothekersassistent:
• ontvangt hiërarchisch leiding van de apotheker, farmaceutisch manager of de teamleider;
• ontvangt functionele richtlijnen van de apotheker;
• geeft bij coördinerende taken operationeel leiding aan apothekersassistenten;
• geeft functionele richtlijnen aan bezorgers en algemeen ondersteunend medewerkers en/of apothekersassistenten.
4 BENODIGDE KENNIS EN VAARDIGHEDEN
Van de coördinerend apothekersassistent wordt verwacht dat zij bij instroom in de functie de volgende kennis en vaardigheden bezit:
• kennis en vaardigheden van een apothekersassistent (zoals beschreven in het
competentieprofiel van de apothekersassistent);
• vakbekwaam;
• leidinggevende en coördinerende vaardigheden;
• kennis van richtlijnen en procedures binnen de apotheek;
• indien mogelijk: opleiding coördinerend apothekersassistent;
• communicatief vaardig (omgaan met weerstand, mondige teamleden, duidelijk, to-the-point; collega’s durven aansturen en aanspreken op hun gedrag);
• overall view, verbanden kunnen leggen, inzicht in organisatie en veranderingen, overzicht
hebben en houden;
• verantwoordelijkheid kunnen en willen nemen.
5 BENODIGDE PERSOONLIJKHEIDSKENMERKEN
Van de coördinerend apothekersassistent wordt verwacht dat zij bij instroom in de functie:
• veerkrachtig op stress reageert en kalm, evenwichtig en zelfverzekerd is;
• openstaat voor nieuwe ervaringen, methoden en ontwikkelingen en initiatiefrijk, creatief en leergierig is;
• zich doelgericht gedraagt en besluitvaardig en zorgvuldig is;
• sociaal is en bereid is om anderen te helpen;
• flexibel is.
6 ONTWIKKELINGEN IN HET WERK
Recente algemene ontwikkelingen in het werk van een coördinerend apothekersassistent zijn:
• intensievere cliëntenvoorlichting;
• meer mondige cliënten;
• meer nadruk op cliëntgerichtheid;
• minder bereidingen;
• toename vereiste geneesmiddelenkennis;
• verhoging van de werklast;
• meer parttimers;
• meer aandacht voor kwaliteitszorg;
• toename vereiste kennis verzekeringsstelsels en verstrekkingen- en vergoedingensysteem (i.v.m. wijzigingen medicijnvergoedingensysteem);
• toename vereiste kennis omtrent wet- en regelgeving zorg;
• toename adviserende rol met betrekking tot farmaceutische patiëntenzorg;
• invoering WGBO: apotheek medeverantwoordelijk voor behandelresultaat cliënt;
• meer koppelverkoop;
48
meer baxterwerkzaamheden omdat thuiszorg dit niet meer doet.
Ontwikkelingen meer gericht op Coördinerende werkzaamheden:
• geautomatiseerde administratie.
7 RESULTAATGEBIEDEN
• Operationeel management
De coördinerende apothekersassistent stuurt apothekersassistenten aan en zorgt dat de primaire processen in de apotheek zo gestroomlijnd mogelijk kunnen verlopen. Zij geeft functionele richtlijnen aan bezorgers en ondersteunende medewerkers.
Kernactiviteiten:
– plannen van de dagelijkse werkzaamheden van apothekersassistenten door het rooster en/ of werkschema op te stellen;
– bespreken van de voortgang van de werkzaamheden met collega’s;
– registreren van ziek- en herstelmeldingen en verlofaanvragen;
– verrichten van kwaliteit- en voortgangcontroles;
– oplossen van operationele problemen;
– oplossen knelpunten ten aanzien van de bezetting;
– het doen en verwerken van verbeteringsvoorstellen voor de kwaliteit en/of efficiency van werkprocessen en in overleg met de leidinggevende vervolgacties bepalen.
8 KRITISCHE BEROEPSSITUATIES
Zie ook het competentieprofiel apothekersassistent.
De coördinerend apothekersassistent krijgt dagelijks te maken met lastige ofwel kritische situaties, waarbij bepaald gedrag wordt verwacht (☑) en ander gedrag beslist niet (☒). Deze kritische beroepssituaties zijn:
• Afspraken worden niet nagekomen
☑ Met de betreffende persoon in gesprek gaan en haar wijzen op het niet nakomen van de afspraak.
☒ Iedereen over één kam scheren of anderen erbij betrekken.
• Positie tussen de apotheker en het team
☑ Invulling geven aan deze positie middels gedelegeerde bevoegdheid. Hier met de apotheker over spreken en een ‘contract’ opstellen, dit communiceren aan het team en hierbij commitment verkrijgen. In de uitvoering van deze gecommitteerde positie op deze wijze haar professionele rol spelen.
☒ ‘Aardig gevonden worden’ boven de professionele rol stellen, of het belang van haar functie bagatelliseren.
• Ontevredenheid in het team
☑ Inventariseren bij alle betrokkenen wat er speelt, dit bespreken met haar medewerkers tijdens één-op-één gesprekken en het aankaarten bij haar leidinggevende.
☒ Denken dat zij het allemaal alleen moet oplossen of haar constatering direct in een werkoverleg inbrengen.
• Vorderingen leerlingen/stagiaires blijven achter
☑ Leerlingen en stagiaires aanspreken op hun resultaten en gedrag. Samen met de leerling/ stagiaire naar de oorzaak zoeken, samen tot een oplossing komen en deze vervolgens uitwerken of laten uitwerken.
☒ Denken dat het vanzelf overgaat, niets zeggen en geen verbetermogelijkheden aanbieden.
• Belemmeringen in de dagelijkse werkuitvoering (trouble shooting-achtig type)
49
☑ De planning van de dagelijkse werkuitvoering scherp in de gaten houden en tijdig
signaleren of er factoren in het spel zijn die dat kunnen belemmeren (zoals onvrede in het team, aanvraag vrije dagen, ongeplande urgente activiteiten, enzovoort).
In deze gevallen een voorstel (op basis van prioriteitsstelling) doen voor een oplossing, deze aandragen aan het team en zo nodig aan de apotheker. Vervolgens zal zij hieraan uitvoering geven ten behoeve van tevreden klanten.
50
☒ Geen aandacht besteden aan mogelijke belemmeringen.
51
9 CONCRETE GEDRAGSVOORBEELDEN
Competentie | Operationeel Management | Afhandeling recepten | Voorlichting en begeleiding | Handverkoop | Logistiek |
Samenwerken | – Helpt apothekersassisten- ten (op weg) bij vragen. – Overlegt met het team over beslissingen of keuzes. | – Controleert recept van collega’s. – Laat het recept daar waar nodig controleren door een collega. – Overlegt zonodig met derden. – Vraagt hulp aan collega’s indien nodig. – Helpt collega’s wanneer zij vragen hebben. – Valt in voor collega bij afwezigheid. – Valt in bij de balie bij drukte. – Geeft een medewerker in opleiding tips, aanwijzingen en advies en legt uit hoe iets werkt. | Verdeelt samen met de collega’s de voorlichtingstaken. Schakelt collega in aan de balie bij drukte. Schakelt collega in om instructie te geven. Vraagt hulp aan collega’s indien nodig. Helpt collega’s wanneer zij vragen hebben. Zorgt voor kennisoverdracht bij werkoverleg. Geeft een medewerker in opleiding tips, aanwijzingen en advies en legt uit hoe iets werkt. | – Ondersteunt collega’s indien mogelijk bij drukte. – Vraagt hulp aan collega’s indien nodig. – Helpt collega’s wanneer zij vragen hebben. – Geeft een medewerker in opleiding tips, aanwijzingen en advies en legt uit hoe iets werkt. | – Overlegt met leveranciers over aanlevering van geneesmiddelen. – Geeft een medewerker in opleiding tips, aanwijzingen en advies en legt uit hoe iets werkt. |
Integriteit | – Brengt geen informatie van cliënten en andere derden naar buiten. – Behandelt cliënten en collega’s respectvol. – Brengt geen vertrouwelijke informatie over collega’s naar buiten. | – Behandelt cliënten en collega’s respectvol. – Past gespreksvolume aan situatie aan. – Noemt productnamen niet hardop. – Brengt geen informatie van cliënten naar buiten. – Houdt rekening met de herkenbaarheid van privacygevoelige producten. | – Behandelt cliënten en collega’s respectvol. – Zorgt voor voldoende privacy bij privacygevoelige onderwerpen of wanneer de cliënt daartoe signalen uitzendt. | – Vraagt alleen naar relevante informatie. – Gebruikt alleen relevante informatie in het advies. – Noemt privacygevoelige productnamen niet hardop. | |
Plannen en organiseren | – Plant personeel zodanig in dat de werkdruk gelijkmatig verdeeld is en acceptabel blijft. – Stuurt prioriteiten van het team bij indien nodig. – Zorgt voor vervanging bij ziekte en verlof. – Regelt de verdeling van vrije dagen van medewerkers en speelt bezettingproblemen door aan de leidinggevende. – Regelt datum, tijd, locatie, agenda en uitnodigingen voor het werkoverleg. |
Competentie | Operationeel Management | Afhandeling recepten | Voorlichting en begeleiding | Handverkoop | Logistiek |
Communicatie- vermogen | – Zet afspraken en aangepaste of nieuwe procedures voor de dagelijkse gang van zaken op papier en verspreidt deze onder de apothekersassistenten. – Rapporteert aan de apotheker over de dagelijkse gang van zaken. – Levert inhoudelijke inbreng over de dagelijkse gang van zaken tijdens het werkoverleg. – Geeft toelichting op (en motiveert) beslissingen en keuzes. – Xxxxxxx meningen van anderen terug en vat ze samen en sluit aan bij het niveau van de gesprekspartner. – Kan draagvlak creëren onder medewerkers. | ||||
Kwaliteits- gerichtheid | – Komt met verbetervoorstellen m.b.t. de dagelijkse werkzaamheden. – Houdt kennis en ontwikkelingen bij over het eigen werkgebied. | – Controleert gegevens op het recept. – Vult ontbrekende gegevens in. – Voert medicatiebewaking uit. – Controleert via een afleversysteem. – Voert nacontrole uit op eigen bereiding. – Zorgt voor tweede controle voor recept. – Controleert de kwaliteit van het eindproduct. – Legt wijzigingen in de medicatie vast. – Registreert klachten en interne fouten in het Elektronisch Medicatie Dossier (EMD). – Legt informatie en afspraken vast in het Elektronisch Medicatie Dossier (EMD). – Zorgt dat ook bij drukte de balie en de werkplek netjes blijven. – Onderhoudt kennis en vaardigheden. | – Werkt volgens protocollen en procedures. Geeft relevante informatie mee. – Legt informatie en afspraken vast in Elektronisch Medicatie Dossier (EMD). – Zorgt dat ook bij drukte de balie en de werkplek netjes blijven. – Onderhoudt kennis en vaardigheden. – – Evalueert de dienstverlening van een zorgmodule en geeft verbeterpunten aan. – Houdt kennis en ontwikkelingen bij over het eigen werkgebied. | – Stelt WHAM-vragen om de klacht van de cliënt helder te krijgen. – Voert zonodig medicatiebewaking uit. – Adviseert volgens de standaarden voor zelfzorg van de KNMP. – Legt informatie en afspraken vast in Elektronisch Medicatie Dossier (EMD). – Zorgt dat ook bij drukte de balie en de werkplek netjes blijven. – Onderhoudt kennis en vaardigheden. | – Zorgt dat het assortiment op peil is. – Kijkt vervaldatum na met behulp van een systeem. – Stelt een minimumvoorraad vast in overleg met de leidinggevende. – Telt de voorraad. – Legt informatie en afspraken vast in Elektronisch Medicatie Dossier (EMD). – Onderhoudt kennis en vaardigheden. |
Besluitvaardig- heid | – Beoordeelt probleemrecepten en onderneemt actie. – Komt met een probleemanalyse of met oplossingen wanneer apothekersassistenten problemen op de werkvloer ervaren. – Xxxxx besluiten over de dagelijkse gang van zaken. |
52
Competentie | Operationeel Management | Afhandeling recepten | Voorlichting en begeleiding | Handverkoop | Logistiek |
Cliëntgericht- heid | – Zorgt dat het dienstroos- ter voldoende ruimte biedt voor een servicege- richte cliëntbehandeling. – Geeft bij drukte priori- teit aan het helpen van cliënten in plaats van het uitvoeren van coördine- rende werkzaamheden. – Vraagt apothekersas- sistenten bij te springen om bij drukte cliënten te helpen. | – Groet de cliënt. – Houdt de aandacht bij de cliënt tijdens het gesprek. – Informeert de cliënt over de voortgang bij receptafhandeling. – Maakt in overleg met de cliënt een vervolgafspraak of laat gevraagde producten thuisbezorgen. – Reageert adequaat in conflictsituaties. – Loopt pas weg als het contact met de cliënt is afgerond. | – Geeft indien gewenst mondelinge of schriftelijke instructie over hulpmiddelen of medicijnen, zonodig in een aparte ruimte. – Past duur en intensiteit voorlichting aan de behoefte van de cliënt aan. – Biedt de cliënt aan om bij vragen contact op te nemen. – Beantwoordt (telefonische) vragen. – Gedragsvoorbeeld specifiek voor AA FPZ – Benadert gericht cliënten voor een voorlichtingsavond. – Geeft aanvullende informatie mee aan cliënten. | – Stelt WHAM-vragen om de behoefte van de cliënt helder te krijgen bij een klachtvraag. – Houdt de aandacht bij de cliënt tijdens het gesprek. – Herkent (in)directe wensen van de cliënt. – Biedt eventueel een alternatief aan voor het gevraagde product. – Loopt pas weg als het contact met de cliënt is afgerond. | – Stemt het assortiment af op de vraag van cliënten en voorschrijvers binnen de randvoorwaarden of in overleg met leidinggevende. – Adviseert een alternatief wanneer door xxxxxx gevraagde product niet op voorraad is. – Vraagt informatie op voor de cliënt. |
Taakgericht aansturen | – Xxxxxxxxx werkzaamheden van de medewerkers. – Xxxxxxxxx en stimuleert apothekersassistenten, BBL’ers en stagiaires. – Vraagt apothekersassistenten, BBL’ers en stagiaires of de uitvoering van afgesproken activiteiten volgens planning verloopt. – Probeert zelf knelpunten of problemen binnen het team op te lossen. |
53