ALGEMENE VOORWAARDEN
ALGEMENE VOORWAARDEN
Model VKG(01.01.2015)
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Hoofdstuk 2. Dekking van de verzekering
Rubriek: Inboedel Rubriek: Woonhuis Rubriek: Aansprakelijkheid
Rubriek: Doorlopende Reisverzekering Rubriek: Rechtsbijstand
Algemene bepalingen Module verkeer
Module Consument & wonen Module Inkomen
Rubriek: Gezinsongevallen Rubriek: Buitenshuisdekking
Veranderingen
In deze versie van de Algemene Voorwaarden zijn een aantal veranderingen aangebracht. Deze zijn per direct van toepassing voor nieuwe verzekeringen die worden afgesloten op of na 1 januari 2015 en voor bestaande verzekeringen vanaf de eerste contractvervaldatum op of na 1 januari 2015.
Het betreft de navolgende veranderingen:
Rechtsbijstand:
- aanpassing van de dekking inzake de handelswijze bij het benoemen van externe deskundigen;
- kleine aanpassingen van de dekkingslimiet voor externe deskundigen
- aanpassing van de bepalingen omtrent het beslechten van een meningsverschil tussen de verzekerde en ARAG.
Woonhuis:
- toevoeging van de uitsluiting in artikel 5.2.9 (schade tijdens/door reiniging, bewerking, e.d.)
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen.
1. Grondslag van de verzekering.
Deze verzekering is aangegaan op basis van de juistheid en volledigheid van de door de verzekeringnemer op het (digitale) aanvraagformulier verstrekte gegevens. Verzwegen gegevens en onjuist of onvolledig gegeven antwoorden kunnen directe opzegging van deze verzekering en verlies van dekking tot gevolg hebben.
2. Noodhulp.
Voor zover volgens het polisblad de rubrieken inboedel, woonhuis en/of doorlopende reisverzekering is verzekerd, kan in geval van nood onze 24-uur hulpdienst worden gebeld: Alarm Centrale, tel. x00 (0)00-0000000. Deze noodhulp omvat het verstrekken van inlichtingen en verlenen van bemiddeling bij noodreparaties, zoals het inschakelen van glaszetters, slotenmakers, e.d. Maakt u daarbij melding van het feit dat u verzekerd bent bij VKG.
3. Verplichtingen na schade.
3.1 Zodra de verzekeringnemer kennis draagt van een gebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden is hij verplicht:
3.1.1 die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan de maatschappij te melden;
3.1.2 alle maatregelen te nemen ter voorkoming en beperking van reeds ingetreden en onmiddellijk dreigende schade;
3.1.3 in geval van inbraak, diefstal, beroving, afpersing of vandalisme terstond aangifte te doen bij de politie;
3.1.4 op verzoek van de maatschappij een schriftelijke en ondertekende verklaring omtrent de oorzaak, toedracht en omvang van de schade te overleggen;
3.1.5 zijn volle medewerking te verlenen bij de regeling van de schade en alles na te laten, wat de belangen van de maatschappij zou kunnen schaden;
3.1.6 aan de maatschappij op te geven welke andere verzekeringen op de schade of het verzekerde object of delen daarvan ten tijde van de schade van toepassing zijn;
3.1.7 de aanwijzingen van de maatschappij of de door deze ingeschakelde deskundigen nauwkeurig op te volgen en de ter zake van de schade gestelde vragen volledig en naar waarheid te beantwoorden;
3.1.8 in geval van aansprakelijkheid zich te onthouden van al hetgeen waaruit erkenning van schuld of aansprakelijkheid zou kunnen worden afgeleid;
3.1.9 alle gegevens die op een schade betrekking hebben aan de maatschappij op te geven en de daarop betrekking hebbende brieven en andere stukken onmiddellijk aan de maatschappij te zenden.
3.2 Deze verzekering geeft geen dekking, indien de verzekeringnemer een van deze verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft geschaad.
4. Vaststelling van de schade.
4.1 De schade zal in onderling overleg of door een door de maatschappij te benoemen expert worden vastgesteld, tenzij wordt overeengekomen dat twee experts, waarvan de verzekeringnemer en de maatschappij er ieder één benoemen, de schade zullen vaststellen.
4.2 In het laatste geval benoemen beide experts samen, voor de aanvang van hun werkzaamheden een derde expert, die bij gebrek aan overeenstemming de grootte van de schade binnen de grenzen van beide taxaties bindend zal vaststellen na beide experts gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben.
4.3 Indien de schade niet in onderling overleg vastgesteld wordt, zal als uitsluitend bewijs van de grootte van de schade gelden een taxatie opgemaakt door de expert(s).
4.4 De experts hebben het recht zich, afzonderlijk of gezamenlijk, door deskundigen te doen bijstaan.
4.5 Door medewerking aan de vaststelling van de schade kan de maatschappij niet worden geacht aansprakelijk- heid te erkennen.
5. Andere verzekeringen.
5.1 Indien de schade - anders dan uit hoofde van de rubrieken aansprakelijkheid en buitenshuisdekking - tevens door één of meer andere verzekeringen is gedekt en blijkt dat het gezamenlijke bedrag van alle verzekeringen de waarde van het verzekerde overtreft, worden het voor de desbetreffende rubriek verzekerd bedrag en toepasselijke uitkeringsmaxima verminderd naar evenredigheid van het gezamenlijke bedrag van de verzekeringen en de waarde van het verzekerde. Vermindering of teruggave van premie vindt niet plaats.
5.2 De maatschappij vergoedt geen schade voor zover een beschadigd object elders door een speciale verzekering is gedekt.
6. Algemene uitsluitingen.
6.1 Deze verzekering geeft geen dekking voor schade:
6.1.1 waarover verzekeringnemer of een andere belanghebbende opzettelijk onjuiste informatie verstrekt;
6.1.2 die naar objectieve maatstaven voor verzekeringnemer of een andere belanghebbende bij deze verzekering het beoogde of zekere gevolg is van zijn handelen of nalaten;
6.2 voorts geeft deze verzekering geen dekking voor schade:
6.2.1 door molest, atoomkernreacties, overstroming, aardbeving en vulkanische uitbarsting (zie de Nadere omschrijvingen);
6.2.2 bestaande uit of verband houdende met verontreiniging van bodem, lucht of water, ongeacht hoe deze verontreiniging is ontstaan.
7. Verval van rechten.
7.1 Elk uit deze verzekering voortvloeiend recht op uitkering vervalt, indien binnen één jaar na de definitieve schriftelijke beslissing van de maatschappij, tegen haar geen rechtsvordering is ingesteld.
7.2 Alle vorderingen die een verzekerde wegens het niet verlenen van rechtsbijstand of het geven van adviezen geldend wenst te maken, vervallen na één jaar, te rekenen vanaf de dag waarop de verzekeringnemer van de weigering in kennis werd gesteld.
7.3 In elk geval vervalt het recht op uitkering, indien de aanmelding van een schade niet plaatsvindt binnen één jaar na de gebeurtenis. Deze termijn geldt niet als de verzekeringnemer aantoont, dat hem ter zake van de te late aanmelding redelijkerwijs geen verwijt treft.
8. Premie.
8.1 De premie voor deze verzekering is onder meer gebaseerd op het aantal verzekerde rubrieken. Indien gedurende de looptijd van deze verzekering één of meer rubrieken worden beëindigd – ongeacht de reden daarvan – heeft de maatschappij het recht de premie voor de resterende rubrieken, evenals de totale premie voor deze verzekering aan te passen aan de nieuwe situatie.
8.2.1 De verzekeringnemer dient de premie, de kosten en de assurantiebelasting te betalen uiterlijk op de 30e dag nadat zij verschuldigd worden.
8.2.2 Indien de verzekeringnemer het verschuldigde bedrag weigert te betalen of niet binnen de gestelde termijn betaalt, vindt schorsing van de dekking plaats met ingang van de eerste dag van het tijdvak waarover dit bedrag verschuldigd was. De verzekeringnemer dient het verschuldigde bedrag alsnog te betalen.
8.2.3 Geen dekking wordt verleend voor in de schorsings- periode plaatsvindende gebeurtenissen. De dekking wordt eerst weer van kracht op de dag na ontvangst van het verschuldigde bedrag (inclusief eventuele incassokosten en rente) door de maatschappij.
8.3 De premie is geïndexeerd. Jaarlijks wordt per hoofdpremievervaldatum de premie aangepast aan de prijsontwikkeling conform de ontwikkeling van de CPI (Totaal bestedingen, 2006 = 100) van het CBS.
Echter voor de rubrieken Inboedel en Gebouw wordt de premie jaarlijks geïndexeerd volgens de door het Verbond van Verzekeraars gepubliceerde indexcijfers voor Inboedels.
8.4 Uitsluitend bij beëindiging van de verzekering op grond van 10.1.2, 10.3 en 12.2.2 verleent de maatschappij restitutie van premie over de nog niet verstreken verzekeringstermijn.
9. Wijziging van premie en voorwaarden.
9.1 Indien de maatschappij haar tarieven of voorwaarden voor verzekeringen van dezelfde aard als deze verzekering, dan wel voor één of meer van de hierop verzekerde rubrieken herziet, is zij gerechtigd de aanpassing van deze verzekering aan de nieuwe tarieven of voorwaarden te verlangen met ingang van een door de maatschappij te bepalen datum.
9.2 De maatschappij doet van de aanpassing schriftelijk mededeling aan de verzekeringnemer.
9.3 Indien sprake is van premieverhoging of vermindering van de dekking heeft de verzekeringnemer het recht de aanpassing te weigeren binnen 30 dagen nadat hem daarvan mededeling is gedaan. In dit geval eindigt de verzekering aan het eind van het lopende verzekeringsjaar. Beëindiging op grond van dit artikel is niet mogelijk indien de verhoging van de premie of de wijziging van de voorwaarden voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen dan wel onderdeel is van deze overeenkomst.
10. Wijziging van het risico.
10.1 De ligging en het gebruik van de woning ten tijde van het aangaan van de verzekering zijn de maatschappij volledig bekend.
10.1.1 De verzekeringnemer is verplicht de maatschappij zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van elke belangrijke verandering van het risico waaronder in ieder geval wordt verstaan:
a. aanwezigheid van motorische drijfkracht boven 5 kW;
b. verandering in de bouwaard van de woning;
c. verandering in het gebruik of de bestemming (bijv. bestemming tot horecabedrijf of kamerverhuur- bedrijf);
d. het buiten gebruik zijn van de woning, gedurende een aaneengesloten periode van twee maanden of die naar verwachting langer dan twee maanden zal duren;
e. leegstand van de woning;
f. het kraken van de woning.
10.2 Indien de kennisgeving van een risicowijziging door de verzekeringnemer niet of niet tijdig geschiedt, vervalt het recht op schadevergoeding met ingang van de risicowijziging. Het vorenstaande geldt niet als de verzekering na kennisgeving ongewijzigd zou zijn gecontinueerd. Indien de maatschappij de verzekering slechts tegen een hogere premie zou hebben voortgezet, vindt vergoeding van een eventuele schade plaats in verhouding van de betaalde tot de te betalen premie.
10.3.1 De verzekeringnemer is verplicht de maatschappij zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van zijn verhuizing.
10.3.2 In dat geval heeft de maatschappij het recht de premie en de voorwaarden te herzien dan wel de verzekering met een opzeggingstermijn van 30 dagen te beëindigen.
10.3.3 Indien de kennisgeving door de verzekeringnemer niet binnen 30 dagen geschiedt, wordt de dekking m.i.v. de dertigste dag na de verhuizing geschorst.
10.4 De schadevergoedingsplicht van de maatschappij wordt niet beperkt door wijziging van bouwaard en gebruik van de belendingen.
11. Eigendomsovergang.
11.1 Bij overgang van het verzekerd belang eindigt de dekking 30 dagen na die overgang – tenzij de maatschappij met de nieuwe belanghebbende overeenkomt de verzekering voort te zetten – of zoveel eerder als de nieuwe belanghebbende elders een verzekering sluit.
11.2 Bij overgang van het verzekerde belang ten gevolge van overlijden van de verzekeringnemer blijft de verzekering van kracht, tenzij de nieuwe belanghebbende de verzekering binnen drie maanden na het overlijden opzegt.
12. Duur en einde van de verzekering.
12.1 De verzekering is aangegaan en wordt verlengd overeenkomstig de op het polisblad vermelde termijnen.
12.2 Onverminderd de overige in deze voorwaarden omschreven gevallen van beëindiging, eindigt de verzekering:
12.2.1 door schriftelijke opzegging door de verzekeringnemer:
- per contractvervaldatum als de polis korter dan een jaar gelopen heeft, mits de opzegging voordien aan de maatschappij is geschied;
- op een willekeurige datum, mits de polis tenminste een jaar heeft gelopen en mits rekening wordt gehouden met een opzegtermijn van 30 dagen;
- na een schademelding, mits de opzegging uiterlijk op de 30e dag na afwikkeling ervan is geschied;
12.2.2 door schriftelijke opzegging door de maatschappij:
- per jaarlijkse contractvervaldatum mits de opzegging tenminste 1 maand voordien aan de verzekeringnemer is geschied;
- na een schademelding mits de opzegging uiterlijk op de 30e dag na afwikkeling is geschied met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste 14 dagen;
- zodra de verzekeringnemer niet meer feitelijk in Nederland woont of gevestigd is;
- zodra de verzekeringnemer surseance van betaling heeft aangevraagd of in staat van faillissement is komen te verkeren.
13. Adres.
Kennisgevingen door de maatschappij aan de verzekering- nemer geschieden rechtsgeldig aan diens laatst bij de maatschappij bekende adres of aan het adres van de tussenpersoon, door wiens bemiddeling deze verzekering loopt.
14. Privacyreglement.
Bij de aanvraag van een verzekering worden persoons- gegevens gevraagd. Deze worden door de maatschappij verwerkt ten behoeve van het aangaan en het uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten; voor het uitvoeren van marketingactiviteiten; ter voorkoming en bestrijding van fraude jegens financiële instellingen; voor statistische analyse en om te kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen. Op de verwerking van persoonsgegevens is de gedragscode "Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen" van toepassing. De volledige tekst van de gedragscode kunt u raadplegen via de website van het Verbond van Verzekeraars (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx) of opvragen bij het informatiecentrum van het Verbond van Verzekeraars, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx, tel. 000-0000000.
15. Toepasselijk recht.
Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing.
16. Klachten en geschillen.
16.1 Interne klachtenprocedure.
Klachten die betrekking hebben op de totstandkoming en uitvoering van deze verzekering kunnen worden voorgelegd aan de directie van Xxx Xxxxxx Assuradeuren BV, Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxx of per mail via xxxx@xxx.xxx.
16.2 Klachten- en geschillenprocedure KiFiD.
Wanneer na het doorlopen van de interne klachtenprocedure het oordeel van de directie van Xxx Xxxxxx Assuradeuren BV voor een belanghebbende niet bevredigend is én belanghebbende een consument is in de zin van de reglementen van het KiFiD, kan belanghebbende zich binnen 3 maanden na de datum waarop de directie van Xxx Xxxxxx dit standpunt heeft ingenomen, wenden tot: Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (‘KiFiD’), Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx, telefoonnummer: 0900 - FKLACHT (0900 - 355
22 48), internet: xxx.xxxxx.xx.
Voor meer informatie over de klachten- en geschillenprocedure en de daaraan verbonden kosten wordt verwezen naar (de website van) het KiFiD.
16.3 Bevoegde rechter.
Als belanghebbende geen gebruik wil maken van de hiervoor genoemde klachtenbehandelingsmogelijk- heden of wanneer de klachtenbehandeling of de uitkomst daarvan voor belanghebbende niet bevredigend is, kan belanghebbende het geschil inhoudelijk voorleggen aan de bevoegde rechter, tenzij er sprake is geweest van een bindend advies.
17. Nadere omschrijvingen.
17.1 Molest: hieronder wordt verstaan schade veroorzaakt door:
17.1.1 gewapend conflict: onder gewapend conflict wordt verstaan elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de één de ander, gebruikmakend van militaire machtsmiddelen, bestrijden. Onder gewapend conflict wordt mede verstaan optreden van een Vredesmacht der Verenigde Naties of de West Europese Unie.
17.1.2 burgeroorlog: onder burgeroorlog wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen de inwoners van een zelfde staat, waarbij een belang- rijk deel van de inwoners van die staat betrokken is.
17.1.3 opstand: onder opstand wordt verstaan georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag.
17.1.4 binnenlandse onlusten: onder binnenlandse onlusten worden verstaan min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat.
17.1.5 oproer: onder oproer wordt verstaan een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag.
17.1.6 muiterij: onder muiterij wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enig gewapende macht gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
17.1.7 De verzekeraar dient te bewijzen dat de schade direct veroorzaakt is of ontstaan is uit één van de in het vorig lid genoemde zaken.
17.1.8 De zes genoemde vormen van molest, alsmede de definities van deze vormen van molest, vormen een onderdeel van de tekst die door het Verbond van Ver- zekeraars op 2 november 1981 ter xxxxxxx xxx xx Xxxxx- dissementsrechtbank te Den Haag is gedeponeerd.
17.2 Atoomkernreactie:
17.2.2 De uitsluiting onder 17.2.1 geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische of wetenschappelijke doeleinden, met dien verstande dat een vergunning voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen door het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne moet zijn afgegeven.
Voor zover op grond van de wet een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de uitsluiting onder 17.2.1 van kracht. Onder “wet” is te verstaan de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979 – 225), zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van kern- energie. Onder “kerninstallatie” wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van de bedoelde wet.
17.3 Overstroming: schade – voor zover geen brand of ontploffingsschade – die het directe of indirecte gevolg is van overstroming, waaronder wordt verstaan het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een door de verzekering gedekte gebeurtenis.
17.4 Aardbeving, vulkanische uitbarsting: schade ontstaan door of ten gevolge van aardbeving of vulkanische uitbarsting, ook indien gedurende de tijd waarin, of gedurende 24 uur nadat de schade is ontstaan in of nabij de plaats, waar het verzekerde is gelegen, de gevolgen van aardbeving of vulkanische uitbarsting zich hebben geopenbaard, tenzij de verzekeringnemer bewijst dat de schade niet aan één van de genoemde verschijnselen kan worden toegeschreven.
17.5 Maatschappij: Xxx Xxxxxx Assuradeuren BV, gevestigd te 0000 XX Xxxxx, Xxxxxxx 0000, in deze handelend als gevolmachtigde namens de op de verzekering betrokken verzekeraar(s), zoals weergegeven op het laatst afgegeven polisblad.
Hoofdstuk 2. Dekking van de verzekering.
Deze verzekering biedt dekking voor de rubrieken die genoemd zijn op het laatst afgegeven polisblad. De hierna vermelde bepalingen zijn alleen van toepassing indien de betreffende rubriek volgens dat polisblad van kracht is.
Rubriek Inboedel.
1. Begripsomschrijvingen.
1.1 Inboedel: alle roerende zaken behorende tot de particuliere huishouding van de verzekeringnemer en van elke persoon met wie de verzekeringnemer in gezinsverband duurzaam samenwoont. Tot de inboedel behoren gereedschappen voor de uitoefening van een beroep in loondienst. Fietsen, brom- en snorfietsen worden slechts tot de inboedel gerekend, indien zij zich in de woning bevinden. Audiovisuele- en computer- apparatuur, bijzondere bezittingen, huurders-/eige- naarsbelang alsmede lijfsieraden zijn verzekerd tot de hiervoor op het polisblad vermelde bedragen. Niet tot de inboedel worden gerekend geld en geldswaardige papieren, vaartuigen, caravans, aanhangwagens en motorrijtuigen, alsmede onderdelen en toebehoren hiervan. Meeverzekerd is de inboedel van derden die tijdelijk onder berusting van de verzekeringnemer is, mits deze zaken niet elders zijn verzekerd.
1.2 Lijfsieraden: sieraden, inclusief horloges, die zijn vervaardigd om op of aan het lichaam te worden gedragen en die geheel of ten dele bestaan uit (edel)metaal, gesteente, mineraal, ivoor, (bloed)koraal of andere dergelijke stoffen, alsmede parels.
1.3 Audiovisuele apparatuur: alle apparatuur die geluid of beeld vastlegt of weergeeft, alsmede de hierbij behorende randapparatuur, geluid- en beelddragers.
1.4 Bijzondere bezittingen: hieronder wordt verstaan:
- antiek, dit zijn voorwerpen waaraan op grond van hun ouderdom en/of zeldzaamheid een speciale waarde wordt toegekend;
- kunst, dit zijn voorwerpen waaraan op grond van hun artistieke kwaliteiten een speciale waarde wordt toegekend;
- goud en zilver(werk) geen lijfsieraden zijnde;
- verzamelingen;
- muziekinstrumenten.
1.5 Woning: het op het polisblad omschreven en door verzekeringnemer bewoonde (gedeelte van een) gebouw en de daarbij behorende en bij verzekering- nemer in gebruik zijnde bijgebouwen en privé bergruimten.
1.6 Bewoond: een (gedeelte van een) gebouw wordt als bewoond beschouwd, indien in de regel iemand bij dag
en nacht op geoorloofde wijze aanwezig is in dat gedeelte van het gebouw, waarin de verzekerde inboedel zich bevindt.
1.7 Nieuwwaarde: het bedrag benodigd voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
1.8 Dagwaarde: de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door veroudering of slijtage.
2. Dekking in de woning.
De maatschappij vergoedt de directe materiële schade aan de in de woning aanwezige inboedel veroorzaakt door:
2.1 brand (zie de Nadere omschrijvingen), naburige brand, alsmede brandblussing;
2.2 schroeien, zengen, smelten als gevolg van hitteuit- straling door een brandend, gloeiend of heet voorwerp of aanraking daarmede; schade die bestaat uit het doorbranden van elektrische apparaten en motoren is niet gedekt;
2.3 ontploffing (zie de Nadere omschrijvingen);
2.4 brand en ontploffing als gevolg van enig gebrek of eigen bederf;
2.5 blikseminslag, ongeacht of deze brand ten gevolge heeft;
2.6 overspanning/inductie ten gevolge van bliksemontlading;
2.7 luchtvaartuigen (zie de Nadere omschrijvingen);
2.8 inbraak, diefstal, gewelddadige beroving en afpersing, dan wel vernieling of beschadiging hierbij, alsmede vandalisme door wederrechtelijk de woning binnenge- drongen personen.
Indien de verzekeringnemer inwonend is bij andere personen dan waarmee hij in gezinsverband duurzaam samenwoont, wordt schade door diefstal uitsluitend vergoed mits duidelijke sporen van braak aanwezig zijn aan dat gedeelte van de woning waarin de inboedel aanwezig is;
2.10 water binnengedrongen als gevolg van verstopping van rioolputten of -buizen;
2.11 grondwater, mits binnengedrongen via afvoerleidingen en daarop aangesloten toestellen en installaties;
2.12 binnengedrongen neerslag (regen, sneeuw, hagel, smeltwater);
2.13 water uit aquaria door breuk of defect daarvan, alsmede schade aan de inhoud daarvan na breuk van het aquarium;
2.14 water onvoorzien gestroomd uit een waterbed als gevolg van een plotseling opgetreden defect. Deze dekking geldt uitsluitend indien het waterbed is voorzien van een deugdelijke waterdichte ommanteling;
2.15 olie onvoorzien gestroomd uit de centrale verwarmingsinstallaties of uit op de schoorsteen aangesloten kachels en haarden met bijbehorende leidingen en tanks;
2.16 storm, waaronder wordt verstaan wind met een snelheid van tenminste 14 meter per seconde;
2.17 aanrijding, aanvaring, afgevallen of uitgevloeide lading;
2.18 relletjes;
2.19 breuk van vaste spiegels; schade aan de spiegels zelf wordt eveneens vergoed;
2.20 schade aan levensmiddelen in een koelkast of diepvriesinstallatie in de woning door defect hiervan alsmede door stroomuitval langer dan 6 uur, tot maximaal € 1.000;
2.21 glasscherven als gevolg van breuk van ruiten. Xxxxxx aan de ruiten zelf wordt niet vergoed;
2.22 omvallen van xxxxxx en heistellingen;
2.23 rook en roet, plotseling uitgestoten door op een schoorsteen aangesloten haarden en kachels;
3. Dekking buiten de woning, maar binnen Nederland.
3.1 De maatschappij vergoedt eveneens de directe materiële schade aan het gedeelte van de inboedel, dat tijdelijk (gedurende ten hoogste 3 maanden achtereen) elders aanwezig is, mits binnen Nederland:
3.1.2 in andere gebouwen veroorzaakt door de gebeurtenissen als omschreven onder 2. echter door diefstal en vandalisme alleen na aantoonbare braak aan het gebouw;
3.1.3 buiten gebouwen veroorzaakt door de gebeurtenissen als omschreven onder 2.1 tot en met 2.7;
3.1.4 door diefstal van en vandalisme aan tuinmeubelen, tuingereedschap, vlaggenstokken en wasgoed, in de tuin of op het balkon van de woning;
3.1.5 in deugdelijk afgesloten auto’s door diefstal tot maximaal € 250, mits duidelijke sporen van braak aan de auto aanwezig zijn.
3.2 Tevens biedt deze verzekering dekking tegen directe materiële schade binnen Nederland:
3.2.1 door gewelddadige beroving en afpersing;
3.2.2 tijdens verhuizing bovendien tegen schade ten gevolge van een ongeval het middel van vervoer overkomen, het uit de strop schieten, het onklaar raken van hijsgerei of van enig ander hulpmiddel gebruikt bij het laden en lossen; bovendien tegen schade ten gevolge van diefstal of zoekraken van gehele kisten, koffers, dozen of andere verpakkingen.
4. Dekking binnen Europa.
De maatschappij vergoedt tevens tot maximaal € 25.000 de directe materiële schade aan het gedeelte van de inboedel dat tijdelijk (gedurende ten hoogste drie maanden achtereen) aanwezig is buiten Nederland, doch binnen Europa, veroorzaakt door de gebeurtenissen als omschreven onder 2.1 tot en met 2.7.
5. Dekking boven het verzekerd bedrag.
In geval van een gedekte gebeurtenis vergoedt de maatschappij boven het verzekerd bedrag:
5.1 de bereddingskosten gemaakt ter voorkoming en vermindering van de schade;
5.2 opruimingskosten (zie de Nadere omschrijvingen);
5.3 het salaris en de kosten van alle experts en de door hen geraadpleegde deskundigen. Het salaris en de kosten van de door de verzekeringnemer benoemde expert en de door deze geraadpleegde deskundigen worden slechts vergoed voor zover dit salaris en deze kosten niet uitgaan boven het salaris en de kosten welke de door de maatschappij benoemde expert en diens deskundigen in rekening brengen;
5.4 geld en geldswaardige papieren toebehorende aan of onder berusting van de verzekeringnemer, tot maximaal
€ 750 uitsluitend in de woning, doch niet in garages, bijgebouwen, kelderboxen en bergruimten;
5.5 vaartuigen en aanhangwagens, alsmede losse onderdelen en accessoires van motorrijtuigen, caravans, aanhangwagens en vaartuigen, alles voor zover dienende tot privé gebruik en aanwezig in de woning van verzekeringnemer of privé bergruimten daarvan, tot een maximum van € 2.500;
5.6 Indien de woning door verzekerde wordt gehuurd en:
− de schade uit hoofde van de huurovereenkomst voor zijn rekening komt en
− de verhuurder niet tot vergoeding kan worden gedwongen en
− de schade niet door enige andere verzekering is gedekt,
of indien de woning onderdeel uitmaakt van een appartementencomplex en:
− het gebouw verzekerd is via de vereniging van eigenaren en
− de schade niet geclaimd kan worden op de verzekering van de vereniging van eigenaren,
is verzekerd tot maximaal het op het polisblad genoem- de bedrag voor huurders- en/of eigenaarsbelang:
5.6.1 schade aan behang, witwerk, schilderwerk, betimme- ringen en verbeteringen (voor zover deze verbeteringen voor rekening van verzekerde zijn aangebracht) door de onder 2. genoemde gebeurtenissen;
5.6.2 schade aan de woning van verzekerde door inbraak of poging daartoe;
5.6.3 de kosten van herstel van de beschadigde leidingen, de toestellen en het sanitair ten gevolge van springen door vorst van leidingen, toestellen en sanitair van de waterleiding- en centrale verwarmingsinstallaties;
5.6.4 mits er sprake is van schade aan de inboedel als onder
2.9 omschreven: de kosten van opsporing van breuk of defect en van het daarmee verband houdende breek- en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van de woning;
5.7 extra kosten voor noodzakelijk verblijf elders, die de verzekeringnemer voor zich en zijn gezin moet maken voor voeding en huisvesting, indien door een gedekte gebeurtenis zijn woning onbewoonbaar wordt, tot maximaal € 10.000 per gebeurtenis;
5.8 kosten van vervoer en opslag, die de verzekeringnemer moet maken om de inboedel tijdens het onbewoonbaar zijn van de woning door een gedekte gebeurtenis elders op te slaan of in bewaring te geven, tot maximaal
€ 12.500 per gebeurtenis;
5.9 kosten van herstel van tuinaanleg, beplanting en bestrating behorende bij de woning als gevolg van een gedekte gebeurtenis, uitgezonderd weersinvloeden, diefstal en vandalisme, tot maximaal € 25.000 per gebeurtenis voor alle rubrieken van deze polis tezamen. Meeverzekerd is echter schade door het in de tuin neerkomen van voorwerpen - met uitzondering van neerslag - die door storm van buiten de tuin zijn meegevoerd. Deze kosten zijn slechts gedekt voor zover zij voor rekening van de verzekeringnemer komen.
5.10 Als op het polisblad is aangegeven dat "ruitbreuk voor huurders" is meeverzekerd, biedt deze verzekering tevens dekking voor schade door breuk van ruiten die onderdeel uitmaken van het gebouw en dienen tot lichtdoorlating, mits de breuk is veroorzaakt voor een van buiten komend onheil. De schade wordt vergoed op basis van herstelkosten.
De kosten voor het plaatsen van de ruit en/of de noodvoorziening worden vergoed tot een bedrag van maximaal € 250 per ruit.
6. Eigen Risico.
Voor elke schade conform artikel 2.24 geldt na toepassing van de eventueel van kracht zijnde maxima, een eigen risico van € 150 per gebeurtenis.
7. Bijzondere uitsluitingen.
Behalve de in Hoofdstuk 1 vermelde uitsluitingen is van de inboedelverzekering tevens uitgesloten:
7.1 diefstal uit trappenhuizen en andere voor derden toegankelijke ruimten, tenzij de diefstal werd voorafgegaan door aantoonbare braak;
7.2 verlies van contant of giraal geld als gevolg van misbruik van een bankpas of creditcard, al dan niet voorzien van een pincode;
7.3 van de dekking volgens 2.9 en 2.12 schade door:
7.3.1 vochtdoorlating van muren, constructiefouten of slecht onderhoud van de woning of de inboedel;
7.3.2 grondwater;
7.3.3 water of neerslag de woning binnengedrongen via openstaande ramen, deuren, luiken en dergelijke openingen;
7.4 van de dekking volgens 2.24 alle schade:
7.4.1 door enig gebrek, eigen bederf, slijtage of ander langzaam werkende (weers-)invloeden;
7.4.2 door of ten gevolge van verzakking of instorting van de woning;
7.4.3 veroorzaakt door dieren die door de verzekeringnemer of zijn huisgenoten worden gehouden of werden toegelaten, alsmede schade door ongedierte;
7.4.4 door vernieling of beschadiging op last van enige overheidsinstantie;
7.4.5 door opzet of met goedvinden van de verzekerde;
7.4.6 veroorzaakt door onvoldoende onderhoud;
7.4.7 die ontstaat als gevolg van ondeskundig aangelegde leidingen, toestellen en installaties;
7.4.8 schade uitsluitend bestaande uit krassen, schrammen of deuken;
7.4.9 bestaande uit medische kosten verbonden aan het behandelen van letsel van huisdieren;
7.4.10 aan zaken ontstaan door of tijdens behandeling, bewerking of reparatie;
7.4.11 schade aan mobiele telefoons, smartphones, tablets en dergelijke apparatuur als gevolg van vallen, stoten, of botsen.
7.5 In geval van een gedekte schade aan smartphones, tablets, laptops, mobiele telefoons en dergelijke is het de maatschappij toegestaan om de schade te vergoeden door het leveren van een gelijkwaardig model als het beschadigde of verloren apparaat. Met 'gelijkwaardig' wordt hierbij bedoeld een apparaat van dezelfde generatie, hetzelfde jaar van lancering van het model of de uitvoering, de omvang van het interne geheugen, de rekenkracht en rekensnelheid van de processor, het type van de fotosensor, en dergelijke.
8. Omvang van de schade.
8.1 De taxatie van de experts zal, onverminderd het hierna bepaalde, als schade aangeven het verschil tussen de waarde, welke de inboedel onmiddellijk voor de gebeurtenis en die, welke deze onmiddellijk na de gebeurtenis had. Beide waarden moeten uit de taxatie blijken. Indien het beschadigde naar hun oordeel voor herstel vatbaar is, zullen de experts ook de herstel- kosten onmiddellijk na de gebeurtenis, alsmede de door de reparatie niet opgeheven waardevermindering vaststellen.
8.2 De schadevergoeding geschiedt op basis van nieuwwaarde, behoudens het hierna bepaalde.
8.2.1 De schadevergoeding geschiedt op basis van dagwaarde voor:
a. zaken, waarvan de dagwaarde onmiddellijk voor de gebeurtenis minder bedroeg dan 40% van de nieuwwaarde;
b. zaken, die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij waren bestemd;
c. brom- en snorfietsen.
8.2.2 De schadevergoeding voor kunstvoorwerpen, antiqui- teiten en verzamelingen zal worden vastgesteld op basis van de waarde die daaraan door deskundigen wordt toegekend.
8.3 Indien beschadigde goederen naar het oordeel van de maatschappij hersteld kunnen worden, zal zij de herstelkosten vergoeden zomede de eventueel door de gebeurtenis veroorzaakte en door de reparatie niet volledig opgeheven waardevermindering. Meer dan de nieuwwaarde wordt echter nooit vergoed.
8.4 Garantie tegen onderverzekering.
Indien bij schade blijkt, dat het op het polisblad voor inboedel vermelde verzekerde bedrag lager is dan de waarde waarvan wordt uitgegaan bij de vaststelling van
de schade, wordt ingeval van een gedeeltelijke schade geen onderverzekering toegepast.
8.5 Maximale schadevergoeding.
Er zal schadevergoeding worden verleend tot maximaal
€ 250.000 voor de rubriek inboedel.
Indien ook de rubriek Woonhuis is verzekerd, zal de schadevergoeding nimmer meer bedragen dan
€ 1.000.000 voor de beide rubrieken tezamen.
9. Nadere omschrijvingen.
9.1 Brand: onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Derhalve is onder andere geen brand:
- zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
- doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
- oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
9.2 Ontploffing: onder schade door ontploffing wordt verstaan een gehele of gedeeltelijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, zulks met inachtneming van het hierna bepaalde. Is de ontploffing ontstaan binnen een – al dan niet gesloten – vat, dan is aan het vereiste van een eensklaps verlopende krachtsuiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen (onverschillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij reeds vóór de ontploffing aanwezig waren dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan dat door het uitstromen van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening, de drukken binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn geworden. Is dit niet het geval of is de ontploffing buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddellijke werking zijn geweest van gassen of dampen welke door een scheikundige reactie van vaste, vloeibare, gas- of dampvormige stoffen, of een mengsel daarvan, zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht. In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van andere zaken door ontploffing is meegedekt de schade aan de verzekerde zaken, welke als gevolg van de nabijheid van die vernieling moet worden aangemerkt.
9.2.1 De tekst van deze clausule en de daarbij behorende toelichting is op 5 april 1982 onder nummer 285/82 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht gedeponeerd.
9.3 Luchtvaartuigen: onverminderd de uitsluiting van schade als gevolg van molest is ook gedekt schade aan de verzekerde zaken ten gevolge van het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp, alsmede enig ander voorwerp dat getroffen is door enig hier genoemd voorwerp.
9.4 Opruimingskosten: de niet reeds in de schadetaxatie begrepen kosten van wegruimen en/of afbraak van de verzekerde voorwerpen, voor zover deze wegruiming en/of afbraak het noodzakelijk gevolg is van een door deze polis gedekte schade; het bedrag dezer kosten zal worden vastgesteld door dezelfde experts, die het bedrag der overige schade waartegen op deze polis dekking is verleend, zullen hebben vastgesteld.
Rubriek Woonhuis
1. Begripsomschrijvingen.
1.1 Woonhuis: het op het polisblad omschreven gebouw met de daarbij behorende garages, schuurtjes en bijgebouwen, inclusief de fundamenten, centrale verwarmingsinstallaties, aan de buitenzijde van de woning aangebrachte antennes en zonweringen alsmede de terreinafscheiding, mits niet bestaande uit planten of rietmatten. Onder het woonhuis is tevens begrepen buitenverlichting en tuinornamenten, tot maximaal € 5.000.
1.2 Bewoond: een woonhuis wordt als bewoond be- schouwd indien in de regel iemand bij dag en nacht op geoorloofde wijze in het woonhuis aanwezig is. Een woonhuis dat volgens deze omschrijving niet als be- woond kan worden beschouwd, wordt geacht leeg te staan.
1.3 Herbouwwaarde: het bedrag benodigd voor herbouw van het woonhuis op dezelfde plaats met dezelfde bestemming.
1.4 Verkoopwaarde: de waarde van het woonhuis bij verkoop in ontruimde en onverhuurde staat onder aftrek van de waarde van de grond. Wordt het woonhuis door een ander dan de verzekeringnemer gebruikt dan geldt als verkoopwaarde de waarde van het woonhuis bij verkoop in verhuurde staat onder aftrek van de waarde van de grond.
2. Gedekte gebeurtenissen.
De maatschappij vergoedt de directe materiële schade aan het woonhuis veroorzaakt door:
2.1 brand (zie de Nadere omschrijvingen), naburige brand, alsmede brandblussing;
2.2 ontploffing (zie de Nadere omschrijvingen);
2.3 brand en ontploffing als gevolg van enig gebrek of eigen bederf;
2.4 blikseminslag, ongeacht of deze brand ten gevolge heeft;
2.5 overspanning/inductie ten gevolge van bliksem ontlading;
2.6 luchtvaartuigen (zie de Nadere omschrijvingen);
2.7 inbraak, alsmede diefstal van tot het woonhuis behorende onderdelen;
2.8 vandalisme door wederrechtelijk het woonhuis binnengedrongen personen (deze dekking geldt niet voor leegstaande woonhuizen);
2.9.1 mits er sprake is van schade als onder 2.9 omschreven, zijn tevens gedekt de kosten van opsporing van breuk of defect en van het daarmee verband houdende breek- en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van het woonhuis;
2.9.2 uitsluitend indien waterschade is ontstaan ten gevolge van springen door vorst van leidingen, toestellen en sanitair van de waterleiding- en centrale verwarmings- installaties, worden bovendien de kosten van herstel van de beschadigde leidingen, de toestellen en het sanitair vergoed;
2.10 water, binnengedrongen als gevolg van verstopping van rioolputten of -buizen;
2.11 grondwater, mits binnengedrongen via afvoerleidingen en daarop aangesloten toestellen en installaties;
2.12 binnengedrongen neerslag (regen, sneeuw, hagel, smeltwater);
2.13 water uit aquaria door xxxxx of defect daarvan;
2.15 olie onvoorzien gestroomd uit de centrale verwarmingsinstallaties of uit op de schoorsteen aangesloten kachels en haarden met bijbehorende leidingen en tanks;
2.16 storm, waaronder wordt verstaan wind met een snelheid van tenminste 14 meter per seconde. Van iedere stormschade draagt de verzekeringnemer een eigen risico van € 250 per gebeurtenis;
2.17 aanrijding, aanvaring, afgevallen of uitgevloeide lading;
2.18 relletjes, plundering en ongeregeldheden bij werkstaking;
2.19 rook en roet, plotseling uitgestoten door op een schoorsteen aangesloten haarden en kachels;
2.20 omvallen van kranen en heistellingen;
3. Dekking boven het verzekerd bedrag.
In geval van een gedekte gebeurtenis vergoedt de maatschappij boven het verzekerd bedrag:
3.1 de bereddingskosten, gemaakt ter voorkoming en vermindering van de schade;
3.2 het salaris en de kosten van alle experts en de door hen geraadpleegde deskundigen. Het salaris en de kosten van de door de verzekeringnemer benoemde expert en de door deze geraadpleegde deskundigen, worden slechts vergoed voor zover dit salaris en deze kosten niet uitgaan boven het salaris en de kosten welke de door de maatschappij benoemde expert en diens deskundigen in rekening brengen;
3.3 schade aan eigendommen van derden (zoals boilers, geisers, gas-, elektriciteit- en watermeters) tot maximaal
€ 5.000, mits deze zaken duurzaam zijn bevestigd aan het woonhuis. Deze schade is slechts gedekt voor zover zij voor rekening van de verzekeringnemer komt en niet door een andere verzekering is gedekt;
3.4 de opruimingskosten (zie de Nadere omschrijvingen);
3.5 de kosten van noodzakelijke verbeteringen en noodvoorzieningen aan het beschadigde gedeelte van het woonhuis tot maximaal € 10.000, die de verzekeringnemer op last van de overheid moet aanbrengen;
3.6 kosten van herstel van tuinaanleg, beplanting en bestrating behorende bij het woonhuis, tot maximaal
€ 25.000 per gebeurtenis en voor alle rubrieken van deze polis tezamen, mits deze kosten het gevolg zijn van een gedekte gebeurtenis, uitgezonderd schade door weersinvloeden, diefstal en/of vandalisme.
Meeverzekerd is echter schade door het in de tuin neerkomen van voorwerpen - met uitzondering van neerslag - die door de storm van buiten de tuin zijn meegevoerd.
4. Aan- of verbouw.
4.1 Gedurende de tijd dat het woonhuis nog in aanbouw is, uitwendig of ingrijpend inwendig verbouwd wordt of leeg staat, geldt de dekking voor de gebeurtenissen als ge- noemd in 2. met uitzondering van 2.7 tot en met 2.14, 2.18, 2.20 en 2.21.
4.2 Gedurende deze periode zijn de op het terrein of in de keten of loodsen bij het bouwwerk aanwezige bouwmaterialen, die bestemd zijn om in of aan het woonhuis te worden verwerkt, medeverzekerd.
4.3 Gedurende deze periode zijn de op het terrein aanwezige keten en loodsen van de verzekering uitgesloten.
5. Bijzondere uitsluitingen.
Behalve de in Hoofdstuk 1 vermelde uitsluitingen is van de dekking voor de rubriek woonhuis tevens uitgesloten:
5.1 van de dekking volgens 2.9 en 2.12 schade:
5.1.1 door water of neerslag de woning binnengedrongen via openstaande ramen, deuren, luiken en dergelijke openingen;
5.1.2 ten gevolge van vochtdoorlating van muren, constructiefouten of slecht onderhoud van het woonhuis, alsmede reparatiekosten van daken, dakgoten en regenafvoerpijpen;
5.1.3 door grondwater;
5.1.4 door het lekken, springen of breken van leidingen en slangen die zijn bedoeld om de installatie te vullen met water;
5.1.5 door het overstromen of overlopen van gootstenen en afvoerpijpen, dat is mogelijk gemaakt door het zonder toezicht open laten staan van kranen, tappunten en dergelijke;
5.1.6 door het losschieten van de afvoerslang van een wasmachine, droger, afwasmachine en dergelijke, als dit is ontstaan door de omstandigheid dat deze niet deugdelijk was bevestigd aan een speciaal daarvoor aangelegde afvoerbuis;
5.2 van de dekking volgens 2.21 alle schade:
5.2.1 door enig gebrek, eigen bederf, slijtage en andere langzaam werkende (weers-)invloeden;
5.2.2 door of ten gevolge van verzakking of instorting;
5.2.3 door opzet of met goedvinden van de verzekerde;
5.2.4 veroorzaakt door dieren die door de verzekeringnemer of zijn huisgenoten worden gehouden of werden toegelaten, alsmede schade door ongedierte;
5.2.6 door vernieling of beschadiging door of op last van een overheidsinstantie;
5.2.7 veroorzaakt door onvoldoende onderhoud;
5.2.8 die ontstaat als gevolg van ondeskundig of verkeerd aangelegde leidingen, toestellen en installaties
5.2.9 veroorzaakt door of tijdens reiniging, bewerking en/of behandeling.
6. Omvang van de schade.
6.1 De taxatie van de expert(s) zal, onverminderd het hierna bepaalde als schade aangeven het verschil tussen de herbouwwaarde van het woonhuis onmiddellijk voor de gebeurtenis en van het overgebleven deel onmiddellijk nadien. Beide waarden moeten uit de taxatie blijken.
6.2 Bovendien zal de taxatie als schade moeten aangeven het verschil tussen de verkoopwaarde van het woonhuis onmiddellijk voor de gebeurtenis en van het overgebleven deel onmiddellijk nadien. Deze beide waarden moeten eveneens uit de taxatie blijken.
6.3 Herbouw of niet-herbouw.
6.3.1 Verzekeringnemer dient de maatschappij binnen twaalf maanden na de schadedatum schriftelijk mee te delen of hij al dan niet zal herbouwen of herstellen. Heeft verzekeringnemer zijn beslissing niet binnen de gestelde termijn kenbaar gemaakt, dan vindt de schadeafwikkeling plaats naar verkoopwaarde.
6.3.2 Onverminderd het voorgaande vindt bij herbouw of herstel op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming de schadevergoeding plaats naar herbouwwaarde.
6.3.3 In tegenstelling tot het onder het vorig artikel bepaalde zal schadevergoeding steeds plaatsvinden naar verkoopwaarde, indien reeds voor de schade:
a. verzekerde het voornemen had het woonhuis af te breken;
b. het woonhuis bestemd was voor afbraak of onteigening;
c. het woonhuis door de gemeente onbewoonbaar of onbruikbaar was verklaard;
d. het woonhuis leeg stond of al langer dan twee maanden buiten gebruik was en het bovendien ten verkoop stond aangeboden;
e. het woonhuis geheel of gedeeltelijk gekraakt was. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing als verzekeringnemer een herbouwplicht heeft.
6.3.4 In alle andere gevallen wordt het laagste van de naar herbouwwaarde en de naar verkoopwaarde berekende schadebedragen vergoed.
6.4 Schade-uitkering.
6.4.1 Indien de schadevergoeding op basis van herbouwwaarde plaatsvindt, wordt eerst 40% van de naar herbouwwaarde berekende schadevergoeding uitgekeerd, dan wel de volledige naar verkoopwaarde berekende schadevergoeding als dit bedrag lager is. De uitkering van het meerdere zal eerst plaatsvinden na overlegging van de nota's. De totale uitkering zal nimmer meer bedragen dan de werkelijk aan herbouw bestede kosten.
6.4.2 In het geval schadevergoeding plaatsvindt, berekend naar verkoopwaarde wordt de aldus berekende schadevergoeding in één termijn uitgekeerd. De schadevergoeding zal niet meer bedragen dan indien van de herbouwwaarde zou zijn uitgegaan.
6.5 Garantie tegen onderverzekering.
Indien bij schade blijkt dat het verzekerd bedrag van het woonhuis lager is dan de waarde waarvan wordt uitgegaan bij vaststelling van de omvang van de schade, wordt ingeval van een gedeeltelijke schade geen onderverzekering toegepast.
6.6 Maximale vergoeding:
Er zal schadevergoeding worden verleend tot maximaal
€ 750.000 voor de rubriek woonhuis. Indien ook de rubriek Inboedel is verzekerd, zal de schadevergoeding nimmer meer bedragen dan € 1.000.000 voor de beide rubrieken tezamen.
7. Eigen Risico.
Voor elke schade conform artikel 2.21 geldt na toepassing van de eventueel van kracht zijnde maxima, een eigen risico van € 150,- per gebeurtenis, uitgezonderd schade die enkel bestaat uit breuk van ruiten die dienen tot doorlating van licht.
8. Nadere omschrijvingen.
8.1 Brand: onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Derhalve is onder andere geen brand:
- zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
- doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
- oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
8.2 Ontploffing: onder schade door ontploffing wordt verstaan een gehele of gedeeltelijke vernieling on- middellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, zulks met inachtneming van het hierna bepaalde.
Is de ontploffing ontstaan binnen een – al dan niet gesloten – vat, dan is aan het vereiste van een eens- klaps verlopende krachtsuiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevinden- de gassen of dampen (onverschillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij reeds vóór de ontploffing aanwezig waren dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan dat door het uitstromen van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening, de drukken binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn geworden. Is dit niet het geval of is de ont- ploffing buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddellijke werking zijn geweest van gassen of dampen welke door een scheikundige reactie van vaste, vloeibare, gas- of dampvormige stoffen, of een mengsel daarvan, zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht.
In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van andere zaken door ontploffing is mede gedekt de
schade aan de verzekerde zaken die als gevolg van de nabijheid van die vernieling moet worden aangemerkt.
8.2.1 De tekst van deze clausule en de daarbij behorende toelichting is op 5 april 1982 onder nummer 275/82 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht gedeponeerd.
8.3 Luchtvaartuigen: onverminderd de uitsluiting van schade als gevolg van molest is ook gedekt schade aan de verzekerde zaken ten gevolge van het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp, alsmede enig ander voorwerp dat getroffen is door enig hier genoemd voorwerp.
8.4 Opruimingskosten: de niet reeds in de schadetaxatie begrepen kosten van wegruimen en/of afbraak van de verzekerde voorwerpen, voor zover deze wegruiming en/of afbraak het noodzakelijk gevolg is van een door deze polis gedekte schade; het bedrag dezer kosten zal worden vastgesteld door dezelfde experts, die het bedrag der overige schade waartegen op deze polis dekking is verleend, zullen hebben vastgesteld.
Rubriek Aansprakelijkheid
1. Begripsomschrijvingen.
1.1 Verzekerden (indien van toepassing) in gezinsverband zijn:
1.1.2 elke persoon met wie de verzekeringnemer in gezinsverband duurzaam samenwoont;
1.1.3 eigen, pleeg- of stiefkinderen, die uitwonend zijn voor studie;
1.1.4 de inwonende (groot)ouders, ongehuwde bloed- en aanverwanten van de onder 1.1.1 en 1.1.2 genoemden;
1.1.5 de logés, voor zover hun aansprakelijkheid niet wordt gedekt door een andere verzekering;
1.1.7 het huispersoneel van de onder 1.1.1 en 1.1.2 genoemden, voor zover hun aansprakelijkheid verband houdt met werkzaamheden ten behoeve van een verzekerde.
1.2 Hoedanigheid:
verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerde als particulier, mits de schade niet is toegebracht bij:
1.2.1 het uitoefenen van een (neven)bedrijf of (neven)beroep;
1.2.2 het verrichten van betaalde handenarbeid;
1.2.3 De onder 1.2.1 en 1.2.2 genoemde beperkingen gelden niet voor:
a. het huispersoneel;
b. de verzekerde kinderen, indien zij tijdens vakantie, vrije tijd of studie werkzaamheden voor anderen dan de verzekerden verrichten. Deze aansprakelijkheid is alleen verzekerd voor zover deze niet wordt gedekt door een andere verzekering. Aanspraken van de werkgever, diens rechtverkrijgenden of nagelaten betrekkingen zijn niet gedekt.
1.3 Schade: onder schade wordt verstaan:
1.3.1 schade aan personen: schade door letsel of aantasting van de gezondheid van personen, al dan niet de dood ten gevolge hebbend, waaronder begrepen de daaruit voortvloeiende schade;
1.3.2 schade aan zaken: schade door beschadiging of vernietiging of verloren gaan van zaken van anderen dan de verzekerden, waaronder begrepen de daaruit voortvloeiende schade.
2. Gedekte gebeurtenissen.
Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerden in hun bovengenoemde hoedanigheid voor schade veroorzaakt of ontstaan tijdens de verzekeringsduur.
Voor alle verzekerden tezamen wordt per schade- gebeurtenis niet meer uitgekeerd dan € 2.000.000.
De aansprakelijkheid van een verzekerde jegens huispersoneel voor schade ten gevolge van bedrijfs- ongevallen is ook ten aanzien van schade aan zaken meeverzekerd.
2.2 Proceskosten en wettelijke rente:
Boven het verzekerd bedrag worden vergoed:
2.2.1 de kosten van met goedvinden of op verlangen van de maatschappij gevoerde procedures en in haar opdracht verleende rechtsbijstand;
2.2.2 de wettelijke rente over het door de verzekering gedekte gedeelte van de hoofdsom.
2.3 Zekerheidsstelling
2.3.1 Indien een overheid wegens een onder de verzekering gedekte schade het stellen van een geldelijke zekerheid verlangt ter waarborging van de rechten van de benadeelde(n), zal de maatschappij deze zekerheid verstrekken tot ten hoogste 10% van het verzekerd bedrag.
2.3.2 De verzekerden zijn verplicht de maatschappij te machtigen over de zekerheid te beschikken zodra deze wordt vrij gegeven en bovendien alle medewerking te verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.
2.3.3 Uitsluitend de maatschappij is gerechtigd over de zekerheidsstelling te beschikken zodra deze wordt vrij gegeven.
2.4 Onroerende zaken: met betrekking tot schade door onroerende zaken is verzekerd de aansprakelijkheid van:
2.4.1 de onder 1.1.1 t/m 1.1.4 genoemde verzekerden als bezitter van:
a. de door hem/haar bewoonde woning of woonboot met de daarbij behorende bebouwingen, ook indien een deel daarvan wordt verhuurd;
b. een woning of woonboot met de daarbij behorende bebouwingen, die door hem/haar niet meer of nog niet wordt bewoond, dit voor een periode van ten hoogste 12 maanden na het verlaten of verkrijgen van de woning of de woonboot;
c. een in Europa gelegen tweede woning, recreatiewoning, stacaravan of huisje op een volkstuincomplex, mits deze niet uitsluitend dient tot verhuur aan derden;
a. brand;
b. water of stoom, gestroomd uit leidingen of daarop aangesloten toestellen en installaties van waterleiding of centrale verwarming;
2.5 Vriendendienst: bij het beoordelen van de aansprake- lijkheid zal de maatschappij geen beroep doen op de omstandigheid dat de schade is toegebracht in het
kader van een vriendendienst. Bij de toekenning van een dergelijke schade:
- worden alle aanspraken op uitkering die de benadeelde uit anderen hoofde heeft, in mindering gebracht;
- wordt geen schade vergoed indien de vorderende partij een andere is dan een rechtstreeks bij de gebeurtenis betrokken benadeelde, natuurlijk persoon of diens nagelaten betrekkingen;
- wordt nimmer meer uitgekeerd dan € 10.000 per gebeurtenis voor alle benadeelden tezamen.
3. Uitsluitingen.
3.1 Opzet.
Niet gedekt is de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade:
3.1.1 veroorzaakt door en/of voortvloeiende uit zijn/haar opzettelijk en tegen een persoon of zaak wederrechtelijk handelen of nalaten;
3.1.2 van een tot een groep behorende verzekerde voor schade veroorzaakt door en/of voortvloeiende uit opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht wederrechtelijk handelen of nalaten van een of meer tot de groep behorende personen, ook ingeval niet de verzekerde zelf zodanig heeft gehandeld of nagelaten;
3.1.3 aan het opzettelijk karakter van dit wederrechtelijk handelen of nalaten doet niet af dat de verzekerde of, ingeval deze tot een groep behoort, een of meer tot de groep behorende personen zodanig onder invloed van alcohol of andere stoffen verkeert/verkeren, dat deze/die niet in staat is/zijn, zijn wil te bepalen.
3.2 Seksuele gedragingen.
Niet gedekt is de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade:
3.2.1 veroorzaakt door en/of voortvloeiende uit zijn/haar seksuele of seksueel getinte gedragingen van welke aard dan ook;
3.2.2 van een tot een groep behorende verzekerde veroorzaakt door en/of voortvloeiende uit seksuele of seksueel getinte gedragingen van welke aard dan ook van een of meer tot de groep behorende personen, ook ingeval niet de verzekerde zelf zich zodanig heeft gedragen.
3.3.1 Niet is gedekt de aansprakelijkheid voor schade:
a. aan zaken die een verzekerde of iemand namens hem/haar onder zich heeft uit hoofde van:
- een huur-, huurkoop-, lease-, pacht-, pandovereenkomst of vruchtgebruik (waaronder het recht van gebruik en bewoning);
- de uitoefening van een (neven)bedrijf of (neven)beroep,
- het verrichten van handenarbeid anders dan bij wijze van vriendendienst;
b. aan zaken die een verzekerde onrechtmatig onder zich heeft. Deze bepaling is niet van toepassing wanneer de verzekerde jonger is dan 14 jaar, tenzij een verzekerde van 14 jaar of ouder de betreffende zaak eveneens onder zich heeft;
c. aan motorrijtuigen, (sta)caravans, vouwwagens, motor- en zeilvaartuigen (waaronder zeilplanken) en luchtvaartuigen, die een verzekerde of iemand namens hem onder zich heeft, zulks onverminderd het onder 2.4.2, 2.4.3, 2.4.4, 3.4, 3.5 en 3.6 bepaalde.
3.3.2 Aansprakelijkheid voor schade aan zaken die een verzekerde onder zich heeft - anders dan onder 3.3.1 genoemd - is verzekerd tot ten hoogste € 10.000 per gebeurtenis.
Niet gedekt is de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt met of door een motorrijtuig dat een verzekerde in eigendom heeft, bezit, houdt, bestuurt of
gebruikt.
Deze uitsluiting geldt niet voor de aansprakelijkheid:
3.4.1 van een verzekerde als passagier van een motorrijtuig. Het bepaalde onder 2.1 en 3.3 blijft onverminderd van kracht;
3.4.2 van de verzekeringnemer, zijn/haar echtgeno(o)t(e) of partner voor schade veroorzaakt door huispersoneel met of door een motorrijtuig waarvan geen van de andere verzekerden dan het huispersoneel houder of bezitter is;
3.4.3 voor schade veroorzaakt door of met motorisch voortbewogen maaimachines, kinderspeelgoed en dergelijke gebruiksvoorwerpen, mits zij een snelheid van 10 km per uur niet kunnen overschrijden;
3.4.4 voor schade door op afstand bediende modelauto’s;
3.4.5 van een verzekerde voor schade veroorzaakt tijdens joyriding met een motorrijtuig, mits de veroorzaker jonger is dan 18 jaar. Onder joyriding wordt verstaan elk wederrechtelijk gebruik van een motorrijtuig, zonder de bedoeling te hebben zich dit motorrijtuig toe te eigenen. Niet gedekt blijft de aansprakelijkheid voor schade:
- in geval van diefstal of verduistering van het motorrijtuig;
- voor schade aan het motorrijtuig zelf.
Ingeval van joyriding zonder geweldpleging geldt deze dekking niet indien voor het motorrijtuig een aansprakelijkheidsverzekering is gesloten. Voor schade aan het motorrijtuig zelf geldt een dekking van ten hoogste € 6.500.
3.4.6 Verzekerden die deelnemen aan het verkeer met een rijwiel voorzien van elektrische hulpaandrijving.
Niet gedekt is de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade veroorzaakt met of door een vaartuig.
Deze uitsluiting geldt niet voor de aansprakelijkheid:
3.5.1 voor schade veroorzaakt met of door woonboten, roeiboten, kano’s, zeilplanken, op afstand bediende modelboten en zeilboten met een zeiloppervlakte van ten hoogste 16m², tenzij deze boten zijn uitgerust met een (buitenboord)motor van meer dan 3 kW (4 PK);
3.5.2 van een verzekerde als passagier van een vaartuig. Het bepaalde in de artikelen 2.1 en 3.3 blijft onverminderd van kracht;
3.5.3 van een verzekerde voor schade veroorzaakt tijdens joy-varen met een vaartuig, mits de veroorzaker jonger is dan 18 jaar. Onder joy-varen wordt verstaan elk wederrechtelijk gebruik van een vaartuig, zonder de bedoeling te hebben zich dit vaartuig toe te eigenen. Niet gedekt is de aansprakelijkheid voor schade:
- ingeval van diefstal of verduistering van het vaartuig;
- aan het vaartuig zelf.
Ingeval van joy-varen zonder geweldpleging geldt deze dekking niet indien voor het vaartuig een aansprakelijk- heidsverzekering is gesloten.
Niet gedekt is de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade veroorzaakt met of door een luchtvaartuig, een modelvliegtuig, een drone, een zeilvliegtuig, een doelvliegtuig, een valschermzweeftoestel, een luchtschip, een modelraket, alsmede een ballon met een diameter van meer dan 1 meter in geheel gevulde toestand. Deze uitsluiting geldt niet voor de aansprakelijkheid:
3.6.1 voor schade veroorzaakt met of door deltavliegen, parasailing en parachutespringen;
3.6.2 voor schade met of door kabelvliegers met een oppervlakte van maximaal 1,5 m², zeilvliegtuigen en modelvliegtuigen, mits uitsluitend voor hobbymatig gebruik bestemd en het gewicht ten hoogste 20 kg bedraagt;
3.6.3 van een verzekerde als passagier van een vliegtuig.
3.6.4 Het bepaalde in de artikelen 2.1 en 3.3 blijft onverminderd van kracht.
3.7 Wapens.
Niet gedekt is de aansprakelijkheid van een verzekerde voor schade veroorzaakt in verband met het bezit en/of het gebruik van wapens als bedoeld in de Wet Wapens en Munitie, waarvoor verzekerde geen vergunning heeft. De aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt in verband met het bezit en/of het gebruik van vuurwapens tijdens de jacht is uitsluitend gedekt voor zover dit risico uitdrukkelijk is meeverzekerd.
3.8 Woonplaats buiten Nederland.
Niet gedekt is de aansprakelijkheid van een verzekerde, die zijn/haar woonplaats niet langer in Nederland heeft, met dien verstande dat de verzekering voor hem/haar eindigt 30 dagen na vertrek uit Nederland.
4. Schadevaststelling en -regeling
4.1 De maatschappij belast zich met de vaststelling en de regeling van de schade. De maatschappij heeft het recht de benadeelde rechtstreeks schadeloos te stellen en met deze schikkingen te treffen. Daarbij worden de belangen van de verzekerde in het oog gehouden.
4.2 Bestaat de vergoeding van de schade uit periodieke uitkeringen en is de waarde daarvan samen met de andere uitkeringen hoger dan het verzekerde bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkeringen - naar keuze van de verzekerde - naar evenredigheid verminderd.
4.3 Er zal schadevergoeding worden verleend tot maximaal
€ 2.000.000.
Rubriek Doorlopende Reisverzekering
1. Begripsomschrijvingen.
1.1 Verzekerden zijn, voor zover van toepassing:
1.1.1 de verzekeringnemer;
1.1.2 diens echtgeno(o)t(e) of (geregistreerde) partner, met wie hij/zij duurzaam in gezinsverband samenwoont;
1.1.3 hun inwonende, ongehuwde (pleeg- en stief) kinderen;
1.1.4 de onder 1.1.3 genoemde kinderen die uitwonend zijn voor studie.
1.2 Bagage.
Alle zaken van verzekerden die zijn meegenomen, vooruit gezonden of tijdens de reis aangeschaft, geleend of gehuurd, echter met uitzondering van gebitsprotheses, handelsgoederen, monstercollecties, kostbaarheden en zaken in logiesverblijven.
Onder bagage wordt ook begrepen paspoorten, visa, identiteitsbewijzen, rijbewijzen, kentekenbewijzen, kentekenplaten, reisbiljetten, carnets, geld en waarde- papieren en groene kaarten.
1.3 Kostbaarheden.
Sieraden, echte parels, edelgesteenten, horloges, voorwerpen van goud, platina of zilver, bont, foto- en filmapparatuur, (personal) computers, laptops e-readers en tablets met inbegrip van de randapparatuur, de software en geluid-, beeld- of informatiedragers, schilderijen en andere kunstvoorwerpen.
1.4 Zaken in logiesverblijven.
Alle zaken die geen eigendom zijn van de verzekerde en waarover deze kan beschikken op grond van door hem gehuurde of gebruikte logiesverblijven.
1.5 Geneeskundige kosten
Honoraria van artsen, op medisch voorschrift gemaakte kosten van apotheker, ziekenhuisverpleging, operatie, röntgenfoto’s, bestraling en fysiotherapie en kosten van medisch noodzakelijk vervoer naar en van artsen en ziekenhuizen.
1.6 Onvoorziene kosten.
Alle noodzakelijke extra kosten als nader genoemd in
2.7 die verzekerde voor zich zelf moet maken wegens een onvoorziene buitengewone omstandigheid, die is
in- of opgetreden tijdens de dekkingsperiode, doch met uitzondering van geneeskundige kosten.
1.7 Dekkingsperiode.
De dekking bestaat tijdens alle reizen van verzekerden die tenminste twee en maximaal negentig aaneen- gesloten dagen duren.
1.8 Schade.
Onder schade wordt verstaan de aantasting van het vermogen van een verzekerde door beschadiging of verlies van de verzekerde zaak.
2. Dekking.
2.1 De verzekering biedt dekking voor verzekerde gebeurtenissen die zich tijdens de reis of het verblijf voordoen, mits de reis of het verblijf geen zakelijk karakter heeft.
2.2 Deze verzekering verleent dekking in de gehele wereld. Ongeacht het hiervoor bepaalde is de verzekering binnen Nederland slechts van kracht voor zover de gebeurtenis plaats vindt:
2.2.1 terwijl de verzekerde vanaf zijn woonplaats rechtstreeks op weg was naar een bestemming buiten Nederland, of vanuit het buitenland rechtstreeks op weg was naar zijn woonplaats;
2.2.2 tijdens een vooraf geboekte vakantiereis van tenminste twee aaneengesloten dagen. Het originele boekings- formulier moet op verzoek van de maatschappij worden overlegd;
2.3 Ongevallen.
Gedekt is een verzekerde overkomen ongeval met als gevolg zijn overlijden of blijvende invaliditeit. De ver- zekering geschiedt op de voorwaarden zoals weerge- geven onder de rubriek Gezinsongevallen elders in deze voorwaarden. De aldaar weergegeven bepalingen worden beschouwd deel uit te maken van deze verzekering.
2.4 Bagage en kostbaarheden.
2.4.1 De maatschappij vergoedt de schade als gevolg van elke gebeurtenis die niet krachtens het bepaalde in Hoofdstuk 1 of krachtens het onder 2.4.3 bepaalde is uitgesloten, zulks met inachtneming van het volgende:
a. voor bagage wordt per verzekerde en per gebeurtenis ten hoogste een bedrag van € 2.500 vergoed; voor alle verzekerden tezamen wordt maximaal twee maal dit bedrag vergoed;
b. voor kostbaarheden wordt voor alle verzekerden tezamen per gebeurtenis ten hoogste twee maal een bedrag van € 500 vergoed;
c. voor geld en waardepapieren wordt per verzekerde per gebeurtenis ten hoogste een bedrag van
€ 1.250 vergoed; voor alle verzekerden tezamen wordt maximaal twee maal dit bedrag vergoed;
d. voor schade aan opvouwbare en opblaasbare boten alsmede zeilplanken wordt per gebeurtenis maximaal € 150 vergoed;
e. voor schade aan fietsen, invalide- en kinderwagens wordt per gebeurtenis maximaal € 250 vergoed;
f. de kosten van vooruitbetaalde, maar nog niet of nog niet ten volle gebruikte skipassen en skiliftkaarten
e.d. worden naar rato van het niet verbruikte deel tot het totaal vergoed, indien de verzekerde door ziekte of ongeval op medische indicatie niet meer mag skiën;
g. voor schade aan brillen, contactlenzen en kunstgebitten wordt per gebeurtenis een vergoeding verleend van maximaal € 300 per object;
h. voor schade aan mobiele telefoons, smartphones, mobiele navigatieapparatuur en dergelijke wordt
een vergoeding verleend van maximaal € 500 per object en maximaal twee maal dit bedrag voor alle verzekerden tezamen.
2.4.2 Indien de schade aan bagage of kostbaarheden tevens is gedekt onder een of meer andere onderdelen van deze verzekering, zal schadevergoeding plaats vinden uit hoofde van dat dekkingsonderdeel, welke voor de verzekerde de hoogste schadevergoeding genereert. Schadevergoeding uit hoofde van meer dekkings- onderdelen zal nimmer plaats vinden.
2.4.3 Uitsluitingen.
Niet gedekt is schade:
a. door diefstal of vermissing van kostbaarheden, indien deze zonder direct toezicht zijn achtergelaten, tenzij deze deugdelijk waren opgeborgen:
- in een afgesloten bagageruimte van een vervoermiddel, zodanig dat zij volledig aan het oog zijn onttrokken;
- in enig andere deugdelijk afgesloten ruimte, niet zijnde een vervoermiddel;
b. bestaande uit geheel of gedeeltelijk verlies van waardepapieren, postzegel- en muntenverzameling- en;
c. aan dieren;
d. aan motorrijtuigen, waaronder brom- en snorfietsen, kampeerwagens en (lucht)vaartuigen – anders dan onder 2.4.1.b omschreven – en de hierbij behorende accessoires, onderdelen en toebehoren. Deze uitsluiting geldt niet voor gereedschappen, reserve-onderdelen, sneeuwkettingen en autogeluidsapparatuur met accu-aansluiting van motorrijtuigen. Op dit dekkingsonderdeel is het bepaalde onder 2.2.3 niet van toepassing;
e. aan ski’s indien de schade is ontstaan tijdens deelname aan of voorbereiding van ski- en langlaufwedstrijden;
f. die bestaat uit beschadiging van lampen en video- en geluidskoppen van audiovisuele apparatuur;
g. die bestaat uit cosmetische beschadiging, zoals krassen, deuken, schrammen, vlekken, lakschade e.d., tenzij de beschadigde zaak daardoor niet meer kan worden gebruikt voor het doel waarvoor deze bestemd is;
h. door xxxxxxxx, enig gebrek, eigen bederf, geleidelijk werkende invloeden of ongedierte.
2.4.4 Omvang van de schade. De maatschappij vergoedt:
b. voor zaken die tenminste 12 maanden oud zijn dan wel de ouderdom niet kan worden aangetoond door overlegging van de originele aankoopnota’s de nieuwwaarde als onder a. omschreven, onder aftrek van een veronderstelde verbetering nieuw voor oud;
c. de herstelkosten vermeerderd met een eventuele waardevermindering, indien de schade kan worden hersteld. De schadevergoeding zal echter niet meer bedragen dan indien de schade zou zijn vastgesteld conform het onder a. en b. bepaalde;
d. Ter zake van schade aan bagage geldt een eigen risico van € 50 per persoon per reis;
e. voor schade aan computers, laptops, tablets, e- readers, mobiele telefoons, smartphones en dergelijke wordt een vergoeding verleend op basis van dagwaarde, die wordt vastgesteld op basis van de nieuwwaarde op het moment van de schade, verminderd met een percentage dat overeenkomt met de ouderdom van het apparaat gedeeld door de algemeen aanvaarde technische gebruiksduur.
Deze gebruiksduur kan overigens nooit langer zijn dan 48 maanden.
2.5 Logiesverblijven en de daarin aanwezige zaken.
De maatschappij vergoedt de schade, mits deze meer bedraagt dan € 50 en verzekerde hiervoor aansprakelijk is en wel tot een maximum van € 750 per reis:
2.5.1 aan het logiesverblijf, mits dit logiesverblijf geen eigendom is van één van de verzekerden;
2.5.2 aan de in het logiesverblijf aanwezige zaken die niet toebehoren aan de verzekerden en die de verzekerde huurt en gebruikt voor het doel waarvoor deze bestemd zijn;
2.5.3 die het gevolg is van het verloren gaan van de sleutel van een tijdens de reis gehuurd kluisje.
2.6 Geneeskundige kosten.
2.6.1 De verzekering tegen geneeskundige kosten is uitsluitend van kracht indien in Nederland een doorlopende basisverzekering voor ziektekosten van kracht is.
2.6.2 De maatschappij vergoedt:
a. de kosten van geneeskundige behandeling van een verzekerde, voor zover gemaakt buiten Nederland, gedurende ten hoogste 12 maanden te rekenen vanaf de begindatum van de behandeling, mits deze is begonnen tijdens de dekkingsperiode;
b. de in het buitenland gemaakte kosten van spoedeisende tandheelkundige behandeling tot ten hoogste € 250 per verzekeringsjaar;
2.6.3 Uitsluitingen.
Niet gedekt zijn:
a. de kosten die verband houden met een genees- kundige behandeling die aanleiding vormde tot de reis;
b. de kosten van tandtechnische behandeling;
c. de kosten van geneeskundige behandeling ter zake waarvan eveneens aanspraak op vergoeding krachtens enige andere verzekering of wettelijke voorziening zou hebben bestaan, indien deze verzekering niet bestond;
d. de kosten van geneeskundige of tandheelkundige behandeling in Nederland, uitgezonderd de kosten als genoemd in 2.6.2.c.
2.6.4 Omvang van de schade.
De maatschappij vergoedt voor in het buitenland gemaakte kosten de werkelijk gemaakte kosten mits de behandeling is aangevangen tijdens de looptijd van deze verzekering en gedurende maximaal 12 maanden na het begin van de behandeling.
2.7 Onvoorziene kosten. Dekking.
De maatschappij vergoedt de onvoorziene kosten zoals hierna onder 2.7.1 t/m 2.7.8 omschreven, met dien verstande dat:
- op de kosten van levensonderhoud 10% in mindering wordt gebracht wegens besparingen;
- voor gebruikmaking van de auto waarmede de reis is aangevangen per kilometer maximaal € 0,25 wordt vergoed.
2.7.1 Bij ziekte of ongeval van een verzekerde in het buitenland:
a. de extra verblijfkosten die een verzekerde moet maken, wegens noodzakelijk langer verblijf in zijn vakantie onderkomen of vervangend onderkomen, zulks tot maximaal € 150 per verzekerde per dag;
b. de extra reiskosten om de woonplaats vanuit het buitenland te bereiken, indien de terugreis in redelijkheid en op medisch advies niet op de oorspronkelijk geplande wijze of op het oorspronkelijk geplande tijdstip kan plaats vinden;
c. indien verzekerde alleen reizend is:
- de kosten van vervoer op basis van de laagste klasse van openbaar vervoer voor de overkomst en terugreis en
- de kosten van levensonderhoud en verblijf in een hotel tot ten hoogste € 150 per dag voor één persoon ter verpleging en bijstand van de alleen reizende verzekerde;
d. de kosten van medisch noodzakelijke repatriëring per ambulance(vliegtuig) voor verdere behandeling naar een ziekenhuis in Nederland, alsmede het vervoer van ziekenhuis naar ziekenhuis en daarvoor noodzakelijke medische begeleiding.
De medische noodzaak tot het vervoer wordt in overleg tussen de behandelend geneesheer in het buitenland en onze medisch adviseur vastgesteld. De repatriëring moet het redden van het leven of het verminderen van invaliditeit beogen;
e. de kosten van opsporings- en reddingsacties.
2.7.2 Bij overlijden van een verzekerde in het buitenland:
a. de kosten van vervoer van het stoffelijk overschot naar de woonplaats;
b. de kosten van het verkrijgen van de voor het vervoer noodzakelijke documenten;
c. de kosten van de binnenkist.
Indien de begrafenis of crematie in het buitenland plaats vindt wordt tevens vergoed:
d. de kosten van de begrafenis of crematie tot maximaal € 3.500 per persoon;
f. de verblijfkosten van de onder e. genoemden gedurende maximaal drie dagen tot maximaal € 150 per persoon per dag.
2.7.3 Vervangend vervoer.
Indien het oorspronkelijk middel van vervoer onbruik- baar is geworden en niet binnen 2 werkdagen kan worden gerepareerd, zijn gedekt de kosten van het huren van een gelijkwaardig(e) motorrijtuig of toer-
/vouwcaravan tot ten hoogste € 1.250 per verzekerings- jaar voor alle verzekerden tezamen. Deze dekking geldt uitsluitend indien bij het begin van de reis redelijkerwijs niet was te voorzien dat het motorrijtuig of de toer-
/vouwcaravan zou (kunnen) uitvallen.
2.7.4 Kosten van repatriëring van het middel van vervoer en/of de bagage.
a. De kosten van repatriëring vanuit het buitenland van het motorrijtuig, de toer-/vouwcaravan en de bagage indien het oorspronkelijke middel van vervoer onbruikbaar is geworden tot maximaal € 1.250 per verzekeringsjaar voor alle verzekerden gezamenlijk.
b. De kosten van transport van na verlies en/of diefstal teruggevonden bagage naar uw woonplaats in Nederland, mits voor deze zaken niet reeds door de verzekeraar een vergoeding is verleend vanwege het verlies van die zaken.
De vergoeding voor deze dekking bedraagt nooit meer dan de vergoeding die zou worden uitgekeerd bij totaal verlies van de betreffende zaken.
2.7.5 Vervangend vakantieverblijf.
De kosten van het huren van een vervangend vakantieverblijf, indien het door verzekerde geboekte vakantieverblijf door een van buiten komende oorzaak onbruikbaar c.q. onbewoonbaar is geworden, tot maximaal € 1.250 per verzekeringsjaar voor alle verzekerden gezamenlijk.
2.7.6 Vervangende ski’s.
De kosten van het huren van vervangende ski’s indien de op reis meegenomen ski’s door breuk of diefstal niet (meer) kunnen worden gebruikt.
2.7.7 Extra reiskosten.
a. de extra reiskosten om de woonplaats vanuit het buitenland te bereiken, indien de terugreis in redelijkheid niet op de oorspronkelijk geplande wijze of op het oorspronkelijk geplande tijdstip kan plaats vinden wegens een onvoorziene gebeurtenis;
b. de terugreiskosten naar de oorspronkelijke vakantiebestemming in het buitenland, indien deze terugreis wordt gemaakt binnen 21 dagen na terugkeer in Nederland en ter voortzetting van de te gevolge van een verzekerde gebeurtenis afgebroken reis.
a. De telefoon-, fax- en e-mailkosten tot maximaal
€ 125 per verzekeringsjaar;
b. De door verzekerde betaalde aanschafprijs van noodzakelijke kleding en toiletartikelen voor de eerste dagen van de reis, indien de reisbagage tijdens de vliegreis naar de vakantiebestemming in het ongerede is geraakt en niet binnen 6 uur na aankomst op de bestemming door de luchtvaartmaatschappij is of kon worden afgeleverd. Voor dit onderdeel wordt maximaal € 250 per persoon per gebeurtenis vergoed.
2.7.9 Uitsluitingen.
Niet gedekt zijn:
a. de kosten van onderdelen en reparatie van motorrijtuigen en toer-/vouwcaravans;
b. de onvoorziene kosten, indien de noodzaak tot het maken van deze kosten voortvloeit uit of verband houdt met het door verzekerde plegen van een misdrijf of het deelnemen aan een kaping of andere terreurdaden, dan wel het willens en wetens bijwonen van ernstige verstoringen van de openbare orde.
Onder “plegen van” wordt tevens verstaan de voorbereiding tot en deelnemen aan zodanige activiteiten;
c. de onvoorziene kosten ter zake van gebeurtenissen die krachtens de Algemene Voorwaarden zijn uitgesloten.
3. Annuleringskosten.
3.1 Geldigheidsduur.
De geldigheidsduur voor de annuleringskostendekking begint op de boekingsdatum van de reis of arrangement en eindigt bij de terugkeer van de verzekerden in hun woning.
3.2 Dekking.
3.2.1 De dekking van annuleringskosten bedraagt maximaal
€ 5.000 per reis of arrangement.
3.2.2 Recht op vergoeding van annuleringskosten of afbrekingsvergoeding bestaat, indien een reis of arrangement wordt geannuleerd of voortijdig wordt afgebroken als gevolg van onvoorziene bijzondere omstandigheden die zijn opgetreden tijdens de geldigheidsduur.
3.2.3 In geval van annulering of afbreking door een verzekerde die samen reist met één of meer andere verzekerden, worden de annuleringskosten of de afbrekingsvergoeding voor alle verzekerden vergoed.
3.2.4 In geval van reisvertraging vanwege vervoers- technische redenen van bus, boot, trein of vliegtuig naar de vakantiebestemming, waardoor verzekerden later dan het geplande tijdstip aankomen, wordt onder aftrek van door hen uit andere hoofden ontvangen restitutie, een vergoeding verleend voor niet genoten vakantiedagen en wel ingeval van vertraging:
1. van 8 tot 20 uur: één dag;
2. van 20 tot 32 uur: twee dagen;
3. van 32 uur of langer: drie dagen;
mits de reis of het arrangement langer duurt dan drie dagen.
3.2.5 In geval van een gedekte annulering of afbreking wordt het navolgende vergoed:
1. bij annulering: de kostprijs;
2. bij ongebruikte reisdagen, vertrekvertraging langer dan 8 uur, of eerdere terugkeer: de reissom per dag.
3.3 Verplichtingen van de verzekerden.
De verzekerden zijn verplicht onmiddellijk, doch uiterlijk binnen 3 x 24 uur na het ontstaan van de onvoorziene bijzondere omstandigheden die aanleiding zijn tot het annuleren van de reis of het arrangement daarvan mededeling aan de maatschappij te doen. Indien aanspraak op vergoeding van annuleringskosten of afbrekingsvergoeding wordt gemaakt zijn de verzekerden verplicht op verzoek van de maatschappij een bewijsstuk te overleggen ten bewijze van het feit dat zich zodanige bijzondere onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan.
Rubriek Rechtsbijstand
1. Inleiding.
De verzekeraar en uitvoerder van deze rechtsbijstanddekking is ARAG SE, statutair gevestigd te Düsseldorf, kantoor houdend in Leusden, verder in deze bijzondere verzekeringsvoorwaarden te noemen “ARAG”. Xxx Xxxxxx Assuradeuren BV garandeert nakoming door ARAG van de in de voorwaarden genoemde verplichtingen.
ARAG heeft een vergunning van De Nederlandsche Bank (DNB) voor het aanbieden van rechtsbijstand- verzekeringen en staat ingeschreven in het register van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) onder nummer 12041118
Elke dag loopt u het risico betrokken te raken in een juridisch conflict. Veel geschillen kunnen in onderling overleg worden opgelost. Maar soms komt u er niet uit zonder deskundige hulp. De kosten van (juridische) bijstand kunnen hoog oplopen en zijn voor velen simpelweg onbetaalbaar. Met een rechtsbijstandver- zekering verzekert u zich van goede rechtshulp bij de meest voorkomende juridische geschillen. Bovendien hoeft u zich geen zorgen meer te maken over de kosten die u maakt bij deze geschillen. Deze verzekering is bedoeld voor de particuliere sfeer. Dat wil zeggen: alle activiteiten die u onderneemt en alles wat u kan overkomen buiten de uitoefening van een zelfstandig beroep of bedrijf (of een nog te starten beroep en bedrijf).
2. Algemene regels voor de verzekering.
2.1 Welke personen kunnen aanspraak maken op rechtsbijstand?
In de eerste plaats de verzekeringnemer: degene die met ARAG het verzekeringscontract heeft afgesloten. Ook medeverzekerden kunnen aanspraak maken op rechtsbijstand. Medeverzekerden zijn alle personen die tot het huishouden van de verzekeringnemer behoren. Hieronder vallen ook inwonende au pairs, uitwonende kinderen van verzekeringnemer die naar school gaan of een dagstudie volgen en kinderen die in een verpleeg- of verzorgingshuis verblijven. Module A (Verkeer) kent nog meer medeverzekerden, te weten de inzittenden van een vervoermiddel van verzekerde en degenen die met zijn of haar toestemming diens vervoermiddel besturen. Deze medeverzekerden kunnen een beroep doen op de verzekering voor het verhalen van hun schade.
Het kan gebeuren dat de verzekeringnemer of een medeverzekerde overlijdt als gevolg van een ongeval waarvoor aanspraak op rechtsbijstand bestaat. In dergelijke gevallen kunnen nabestaanden een beroep
doen op de verzekering voor het instellen van een vordering tot vergoeding van hun schade.
2.2 Wat gebeurt er bij onderlinge geschillen?
De verzekering kan op meer dan één naam zijn gesteld. Mocht er een geschil tussen de twee verzekeringnemers ontstaan, dan kan geen beroep op deze rechtsbijstandverzekering worden gedaan. Een medeverzekerde kan alleen met toestemming van de verzekeringnemer een beroep doen op deze verzekering.
2.3 In welk gebied is de verzekering van kracht?
In de voorwaarden van de afzonderlijke modules leest u in welk(e) land(en) de verzekering van kracht is en ARAG rechtshulp verleent. Steeds geldt, dat alleen aanspraak op rechtsbijstand bestaat in het betreffende land als de zaak aan de rechter van dat land kan worden voorgelegd en het recht van een land uit het verzekeringsgebied van toepassing is.
2.4 Waarvoor kunt u een beroep doen op deze verzekering?
2.4.1 Gebeurtenis binnen de verzekeringsduur
U heeft aanspraak op rechtsbijstand als zich tijdens de looptijd van de verzekering een onvoorziene gebeurtenis voordoet waardoor u zelf partij wordt in een juridisch geschil dat volgens de door u verzekerde module(s) is gedekt. Als u met een juridisch geschil wordt geconfronteerd, moet dus worden vastgesteld welke feitelijke gebeurtenis tot dat geschil heeft geleid. Bijvoorbeeld:
- de boom van uw buurman waait om en valt op uw huis; u wilt dat de schade vergoed wordt, maar uw buurman wil niets betalen.
- u rijdt een voetganger aan en deze overlijdt; u wordt strafrechtelijk vervolgd voor ‘dood door schuld’ en u wilt zich hiertegen verdedigen.
- u koopt een huis dat bij de eerste regenbui blijkt te lekken; u wilt vermindering van de koopprijs, maar de verkoper weigert.
ARAG geeft u rechtsbijstand als het omwaaien, de aanrijding of het lekken (de gebeurtenissen) tijdens de verzekeringsduur plaatsvonden.
Zijn er verschillende, met elkaar samenhangende gebeurtenissen, dan moet de eerste gebeurtenis uit de reeks binnen de looptijd van de verzekering vallen.
2.4.2 Voorzienbaarheid.
Voor alle verzekeringen – dus ook voor rechtsbijstandverzekeringen – geldt dat alleen onzekere voorvallen verzekerd kunnen worden. U kunt dan ook geen aanspraak maken op rechtsbijstand als u bij het afsluiten van uw rechtsbijstandverzekering al wist of redelijkerwijs kon voorzien dat er iets zou gebeuren dat voor u tot een juridisch geschil kon leiden. U wist bijvoorbeeld dat de boom verrot was en elk moment kon omwaaien. Of u wist al dat het dak slecht was toen u de verzekering afsloot of een module meeverzekerde. ARAG moet in dit soort gevallen wel aantonen dat u het wist of kon voorzien.
2.4.3 Wachttijd.
De modules geven aan dat voor de meeste zaken een ‘wachttijd’ geldt. Dat is een periode na ingangsdatum van de verzekering. Uitgangspunt is dat er geen dekking bestaat voor gebeurtenissen die zich binnen de wachttijd voordoen. U kunt alleen aanspraak maken op rechtsbijstand als u kunt aantonen dat u de gebeurtenis niet kon voorzien bij het aangaan van de verzekering. Er geldt geen wachttijd als deze verzekering direct aansluit op een andere rechtsbijstandverzekering, die voor de gemelde gebeurtenis ook dekking zou geven.
2.4.4 Xxxxxxxx geschil
Het kan twijfelachtig zijn of het verzoek om rechtsbijstand van u betrekking heeft op een geschil. Het is bijvoorbeeld onduidelijk wie moet worden aangesproken of wat de oorzaak van de schade is. In dit soort gevallen kan van u verlangd worden de
aanwezigheid van een geschil aan te tonen door een deskundigenrapport. Dit rapport moet uitsluitsel geven over de feitelijke gevolgen van de gebeurtenis en over de oorzaak en veroorzaker van het geschil. Geeft het rapport voldoende grond voor het verlenen van rechtsbijstand, dan worden de kosten van het rapport vergoed.
2.5 Wat is gedekt bij strafzaken?
Wordt u voor een strafbaar feit vervolgd, dan heeft u in principe geen aanspraak op rechtsbijstand. ARAG vergoedt achteraf wel de door u gemaakte kosten van rechtsbijstand als u wordt vrijgesproken of ontslagen van rechtsvervolging of als de zaak wordt geseponeerd. In zo’n geval moet u de zaak bij ARAG melden binnen één maand na het bekend worden van de rechterlijke uitspraak of de kennisgeving van de officier van justitie. ARAG kan dan namelijk de kosten van rechtsbijstand terugvragen aan de Staat. In bepaalde strafzaken, als dood of letsel door schuld ten laste wordt gelegd, verleent ARAG wel direct rechtsbijstand; zie daarvoor de voorwaarden van de afzonderlijke verzekerings- modules. Onder strafzaken worden ook verstaan strafbare feiten die (in eerste instantie) bestuursrechtelijk worden afgedaan.
2.6 Welke kosten zijn verzekerd?
ARAG betaalt alle kosten die verbonden zijn aan de behandeling van uw zaak door haar medewerkers; de zogenaamde interne kosten. Daarnaast vergoedt ARAG de volgende externe kosten tot een limiet van € 15.000 all in per gebeurtenis (voor de module A geldt binnen Nederland geen limiet). Buiten Europa en de niet- Europese landen grenzend aan de Middellandse Zee geldt hiervoor een limiet van € 10.000. Als er sprake is van een gerechtelijke of administratieve procedure waarbij het volgens de wet- en regelgeving niet verplicht is om een advocaat in te schakelen maar op uw verzoek de zaak wel aan een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige in behandeling wordt gegeven, vergoedt ARAG de volgende externe kosten tot een maximum van € 6.000 all in per gebeurtenis.
Zijn er verschillende, met elkaar samenhangende gebeurtenissen, dan gelden deze kosten voor de reeks van gebeurtenissen tezamen:
a. De kosten van een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige, mits de kosten als normale en gebruikelijke kosten zijn te beschouwen. Het is bijvoorbeeld niet gebruikelijk meer kosten te maken dan het belang van de zaak;
b. de kosten van één andere externe deskundige die ARAG namens u inschakelt;
c. uw deel van de kosten van mediation (een vorm van geschiloplossing door middel van een onafhankelijke en deskundige bemiddelaar), als in overleg met ARAG geprobeerd wordt een geschil door mediation op te lossen;
d. de noodzakelijke reis- en verblijfkosten als u persoonlijk voor een buitenlandse rechter moet verschijnen;
e. griffierecht en kosten van namens u opgeroepen getuigen en deskundigen;
f. de gerechtelijke kosten van de tegenpartij, voor zover de rechter heeft bepaald dat u die dient te betalen. Indien de tegenpartij wordt veroordeeld tot betaling van de gerechtelijke kosten, komen die aan ARAG toe;
g. de kosten van het tenuitvoerleggen van een rechterlijke uitspraak, gedurende maximaal vijf jaar na de datum van de uitspraak.
2.7 Wat gebeurt er als er meer belanghebbenden zijn of als er gedeeltelijk dekking is?
Het kan gebeuren dat u samen met anderen een juridische actie wilt voeren. Ook kan het voorkomen dat het door u gemelde geschil slechts gedeeltelijk verzekerd is. In dergelijke gevallen vergoedt ARAG de
kosten van rechtsbijstand naar verhouding. Dit betekent dat alleen uw aandeel in de totale kosten respectievelijk het gedekte gedeelte daarvan vergoed wordt. Het maakt daarbij niet uit of de andere belanghebbenden concreet deelnemen aan de actie.
2.8 Xxxxx kosten zijn niet verzekerd?
De volgende kosten komen voor uw eigen rekening:
a. kosten die uw tegenpartij heeft gemaakt voor de inning van een vordering op u (buitengerechtelijke kosten);
b. kosten die u op een ander kunt verhalen of op een andere wijze vergoed kunt krijgen. Hierbij blijft een mogelijk beroep op de Wet op de Rechtsbijstand buiten beschouwing;
c. BTW-bedragen, indien u deze kunt verrekenen met door u verschuldigde BTW-afdrachten;
d. aan u opgelegde boetes, geldstraffen en dwangsommen;
e. een door de externe deskundige in rekening gebrachte resultaatafhankelijke toeslag, bijvoorbeeld een succes-fee of een verhoging achteraf.
2.9 Wat doet ARAG als een buitenlandse overheid een waarborgsom verlangt?
Voor zaken waarbij een buitenlands staatsorgaan een waarborgsom verlangt, kunt u ARAG vragen de borgsom voor te schieten. ARAG zal onder individueel af te spreken voorwaarden deze borgsom, tot een maximum van € 50.000, als renteloze lening aan u voorschieten.
3. Xxx doet u een beroep op de polis?
3.1 Aanmelding van een geschil.
Krijgt u een juridisch geschil, neem dan zo snel mogelijk contact op met uw assurantietussenpersoon. Ook als u twijfelt of u een geschil moet melden, is het verstandig te overleggen met uw tussenpersoon. Deze kan beoordelen of het noodzakelijk is de zaak door te sturen naar ARAG. Het is ook mogelijk dat uw tussenpersoon andere mogelijkheden ziet om tot een oplossing te komen. Zo nodig overlegt hij daarover met ARAG. In noodsituaties kunt u ARAG 24 uur per dag, 7 dagen per week, bellen: (000) 00 00 000.
Het is belangrijk dat u bij aanmelding van een geschil alle feiten vermeldt die voor de beoordeling en behandeling van belang kunnen zijn. Alleen dan kan ARAG u optimaal van dienst zijn. ARAG kan u vragen om aanvullende gegevens of bewijsmateriaal. Originele stukken kunt u het beste zoveel mogelijk in uw bezit houden. Aan ARAG kunt u kopieën van uw stukken sturen. Als ARAG voor de behandeling originele documenten nodig heeft, ontvangt u die na gebruik direct terug.
3.2 Preventief optreden.
Ook als er nog geen concreet juridisch geschil is, maar dit wel op korte termijn dreigt te ontstaan, kan ARAG u bijstaan om het geschil te voorkómen.
3.3 Dekkingsbeoordeling en intake
Als u een geschil bij ARAG meldt, wordt eerst nagegaan of uw verzekering hiervoor dekking biedt. Binnen twee werkdagen neemt ARAG contact met u op (behoudens bijzondere omstandigheden).
3.4 Behandeling van uw zaak.
De rechtshulp wordt verleend door een deskundige medewerker van ARAG. Deze treedt namens u op tegenover de betrokken personen en instanties en onderhandelt met de tegenpartij. Zo nodig voert hij of zij voor u een gerechtelijke procedure. Het is voor ARAG van belang om in een vroegtijdig stadium uw zaak zelf te kunnen beoordelen en behandelen. Dit is de kern van deze rechtsbijstandverzekering (zie artikel 4.a).
In twee gevallen kunt u zelf een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige aanwijzen, zoals in artikel 4:67 Wet op het financieel toezicht is bepaald:
1. Wanneer aan een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige wordt verzocht uw belangen in een gerechtelijke of administratieve procedure te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen, heeft u het recht deze advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige zelf te kiezen.
2. Als zowel u als uw tegenpartij aanspraak heeft op rechtsbijstand van ARAG (belangenconflict).
De advocaat of andere deskundige wordt uitsluitend door ARAG, namens u, ingeschakeld. U mag dit niet zelf doen (zie artikel 4.a). Voor een zaak waarin een Nederlandse rechter bevoegd is, komen uitsluitend advocaten of andere rechtens bevoegde deskundigen in aanmerking die bevoegd zijn om de benodigde stappen te nemen en die in Nederland zijn ingeschreven en daar kantoor houden. ARAG zal per aangemelde gebeurtenis slechts aan één externe advocaat of deskundige opdracht voor het verlenen van rechtsbijstand verstrekken.
Nadat de zaak in behandeling is gegeven aan een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige, kunt er u niet meer voor kiezen de zaak door een medewerker van ARAG te laten behandelen.
Voor een zaak waarin een buitenlandse rechter bevoegd is, komen alleen advocaten of andere deskundigen in aanmerking die bij het betreffende buitenlandse gerecht staan ingeschreven. ARAG wil graag op de hoogte blijven van de zaak, om zicht te houden op de kosten en het verloop. Het gemakkelijkst is voor u de advocaat te machtigen om ARAG over de voortgang van de zaak te informeren.
3.5 Scenario en redelijke kans op succes.
De ARAG-medewerker of de advocaat overlegt met u over het plan van aanpak van de zaak. Dit plan van aanpak bevat een analyse van de zaak en zo mogelijk een scenario met de te nemen stappen. Het plan geeft ook aan of het door u gewenste resultaat met redelijke kans op succes te bereiken is. Als ontwikkelingen in de zaak dat noodzakelijk maken, zal een ander plan of bijgesteld plan van aanpak worden gemaakt. Ook daarover vindt overleg met u plaats.
3.6 Afkoop.
Bij de behandeling van bepaalde geschillen kan een wanverhouding ontstaan tussen de kosten van de behandeling van een geschil en het (financiële) belang daarvan. In zo’n geval kan ARAG besluiten de zaak af te doen door u schadeloos te stellen. Hierdoor vervalt dan voor ARAG de verplichting tot (verdere) rechtsbijstandverlening.
4. In welke gevallen bestaat geen aanspraak op rechtsbijstand?
4.1 In de volgende gevallen kunt u geen beroep doen op uw rechtsbijstandverzekering:
a. als zonder toestemming van ARAG aan bijvoorbeeld een advocaat of een andere deskundige opdracht tot behandeling van de zaak is gegeven;
b. als het geschil zo laat gemeld wordt, dat de behandeling van de zaak hierdoor voor ARAG aanmerkelijk moeilijker of kostbaarder is geworden. Hiervan is bijvoorbeeld sprake indien ARAG niet in staat is zelf rechtsbijstand te verlenen of geen regeling meer kan treffen in der minne, of dit alleen met extra kosten kan doen of wanneer ARAG proceskosten en/of andere kosten van rechtsbijstand moet vergoeden. In elk geval vervalt uw aanspraak op rechtsbijstand indien de aanmelding niet plaatsvindt binnen 1 maand na beëindiging van de verzekering;
c. als u onjuiste informatie verstrekt of niet de medewerking verleent die bij de behandeling en de beoordeling van de zaak is vereist, of als u zich
onbehoorlijk gedraagt tegenover ARAG en/of haar medewerkers;
d. als het belang dat u heeft bij de zaak minder is dan
€ 175. Rente en incassokosten worden hierbij buiten beschouwing gelaten. Voor verkeerszaken (module A) geldt geen minimum schadebedrag;
e. als het geschil gaat over belastingrecht of daarmee verband houdt. Onder belastingrecht vallen in dit verband ook invoerrechten, accijnzen, leges, retributies, toeslagen en andere heffingen. Hieronder vallen ook toeslagen en waarderingen in het kader van de Wet waardering Onroerende Zaken (WOZ);
f. als het geschil gaat over wetten of regels die de overheid heeft vastgesteld of wil vaststellen en die voor iedere burger gelden;
g. als u een schuld niet kunt betalen of als een geschil te maken heeft met (het aanvragen van) uw faillissement of surseance van betaling;
h. als het geschil te maken heeft met natuurrampen of atoomkernreacties;
i. als het geschil verband houdt met molest of een vorm daarvan. Onder molest wordt hier verstaan het begrip molest zoals dat in de verzekeringsbranche gewoonlijk wordt gehanteerd en is vastgelegd in een tekst die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1991 onder nummer 136/1981 bij de griffie van de Arrondissementsrecht- bank in Den Haag is gedeponeerd. In aanvulling op de polisvoorwaarden is het “Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herver- zekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V.” (NHT) van toepassing. Dit clausuleblad is gedeponeerd op 23 november 2006 bij de Recht- bank Amsterdam onder nummer 150/2006 en op 23 november 2006 onder nummer 27178761 bij de Kamer van Koophandel Amsterdam;
j. als het gaat om een geschil waarbij u oorspronkelijk geen partij was, maar inmiddels wel, bijvoorbeeld als gevolg van overdracht van een vordering, borg- stelling, regres of vererving;
k. als het geschil samenhangt met industriële of intellectuele eigendom, zoals auteurs- en octrooirechten.
l. Als de behoefte aan rechtsbijstand het beoogde of voorspelbare gevolg is van uw handelen of nalaten.
m. Als het geschil betrekking heeft op de verzekerings- voorwaarden zoals bijvoorbeeld de dekking of de premie, van deze verzekeringsovereenkomst.
4.2 Andere beperkingen.
De modules beschrijven nauwkeurig voor welke geschillen u een beroep op ARAG kunt doen. Er is geen dekking voor geschillen die niet expliciet zijn vermeld en geschillen die zijn uitgesloten in de bepalingen van de modules of andere bepalingen, waarin grenzen van deze verzekering zijn vastgelegd.
5. Verschil van mening over de behandeling. Andere visie op de aanpak van de zaak.
ARAG staat in voor een kwalitatief goede behandeling van uw zaak. Het kan echter gebeuren dat u met ARAG van mening verschilt over de juridische stappen die genomen moeten worden. Ook kan verschil van mening ontstaan over de vraag of het door u beoogde resultaat een redelijke kans van slagen heeft.
Blijkt het niet mogelijk dit meningsverschil te overbruggen, dan is het van belang dat dit op een goede en zorgvuldige wijze wordt opgelost, zonder dat u hiervan nadeel ondervindt.
Daarom schakelt ARAG in dergelijke gevallen een erkende, onafhankelijke deskundige in die als scheidsrechter (juridisch geheten: bindend adviseur) oordeelt over het verschil van mening. In de praktijk wordt aan de plaatselijke deken van de orde van
advocaten gevraagd een deskundige, onafhankelijke advocaat als scheidsrechter aan te wijzen. De beslissing van deze scheidsrechter is bindend zowel voor u als voor ARAG. De kosten van de scheidsrechter komen voor rekening van ARAG en tellen niet mee voor de dekkingslimiet zoals omschreven in artikel 2.6.
Deelt de scheidsrechter geheel of in hoofdlijnen de mening van ARAG, dan zal de zaak door ARAG verder worden afgewikkeld zoals eerder was voorgesteld. Wilt u de zaak toch volgens uw visie voortzetten, dan stuurt ARAG u de stukken toe en kunt u de zaak voor eigen rekening verder (laten) behandelen. Bereikt u uiteindelijk en onherroepelijk het door u beoogde resultaat langs de door u voorgestelde stappen, dan vergoedt ARAG de verzekerde kosten van rechtsbijstand achteraf alsnog aan u.
Als de scheidsrechter het met uw visie eens is, dan wordt de verlening van rechtsbijstand voortgezet door ARAG met inachtneming van het oordeel van de scheidsrechter. Als ARAG de behandeling overdraagt aan een externe advocaat, dan heeft u de vrije keuze wie de zaak verder volgens deze visie zal behandelen. De scheidsrechter of een kantoorgenoot van de scheidsrechter mag de zaak niet verder behandelen. Wordt uw zaak behandeld door een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige, dan geldt de volgende regeling. Indien u met de advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige van mening verschilt over de juridische stappen die genomen moeten worden of er een verschil van mening ontstaat over de vraag of het door u beoogde resultaat redelijke kans van slagen heeft, kunt u de zaak voortzetten met behulp van een andere advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige. De hiermee gemoeide kosten komen voor uw eigen rekening. Bereikt u uiteindelijk het door u beoogde resultaat, dan vergoedt ARAG de verzekerde kosten van rechtsbijstand achteraf alsnog aan u.
De rubriek Rechtsbijstand is opgebouwd uit diverse modules. De tekst van de afzonderlijke module(s) beschrijft precies waar u recht op heeft.
A Module Verkeer
1. Verzekerde hoedanigheid.
U heeft dekking in de hoedanigheid van:
- verkeersdeelnemer, dat wil zeggen wanneer u deelneemt aan het verkeer, met of zonder vervoermiddel, op de openbare weg, op het spoor, op het water of in de lucht;
- eigenaar van een vervoermiddel; als een auto op naam van een BV staat en die BV eigendom is van verzekeringnemer en de auto wordt grotendeels privé gebruikt, is er eveneens dekking;
- inzittende of gemachtigd bestuurder van een vervoermiddel van verzekerde.
2. Dekking.
U heeft aanspraak op rechtsbijstand wanneer u deelneemt aan het verkeer en:
a. iemand maakt een verkeersfout waardoor u schade lijdt;
b. iemand maakt een andere fout waardoor u letsel oploopt of uw vervoermiddel wordt beschadigd, zoals een ongeval door een verkeerd uitgevoerde reparatie of schade aan uw auto door een onjuist afgestelde wasstraat;
c. u maakt een verkeersfout (of dat wordt beweerd) waarvoor u strafrechtelijk wordt vervolgd; zie hiervoor ook artikel 2.5 van het algemene gedeelte van de verzekeringsvoorwaarden. Als u wordt verweten (ten laste wordt gelegd) dat u schuld zou hebben aan andermans dood of letsel, zal ARAG
direct rechtsbijstand verlenen, ongeacht de uitkomst van de zaak;
d. uw rijbewijs wordt buiten een strafrechtelijke procedure (door het Ministerie van Verkeer & Waterstaat) ingevorderd.
3. Verzekeringsgebied.
Het verzekeringsgebied is de hele wereld.
4. Wachttijd. Geen.
5. Specifieke uitsluitingen.
Naast de algemene beperkingen geldt dat geen aanspraak op rechtsbijstand kan worden gemaakt:
a. als u een vervoermiddel bestuurt zonder daartoe wettelijk bevoegd te zijn of als u deelneemt aan snelheids- of behendigheidswedstrijden;
b. als een vervoermiddel bedrijfsmatig wordt gebruikt, bijvoorbeeld als taxi of lesvoertuig. Hiervoor kunt u desgewenst een rechtsbijstandverzekering voor bedrijfsmotorrijtuigen afsluiten.
B Module Consument & Wonen
1. Verzekerde hoedanigheid.
U heeft dekking in de hoedanigheid van particulier. Hieronder wordt verstaan alles wat u doet om de belangen van uzelf en uw gezinsleden te behartigen, buiten uitoefening van een beroep of bedrijf en buiten datgene wat u doet om inkomsten te verwerven.
2. Dekking.
U heeft aanspraak op rechtsbijstand wanneer u als particulier aan het maatschappelijk verkeer deelneemt en:
a. iemand brengt u schade toe (‘pleegt een onrechtmatige daad tegenover u’) of dreigt dat te doen;
b. u sluit een consumentenovereenkomst (bijvoorbeeld koop van meubilair, huur van een vakantiehuis, reparatie van een wasmachine) of een overeen- komst over dienstverlening (bijvoorbeeld een vakantie boeken) en de andere partij komt deze overeenkomst niet (goed) na; hier onder vallen zowel mondelinge als schriftelijke overeenkomsten en ook transacties die via internet worden afgesloten;
c. u sluit een overeenkomst met betrekking tot uw woning, hoofdwoning of tweede woning voor eigen gebruik (koop, aanneming van werk, huur) en hieruit ontstaat een geschil;
d. u krijgt een geschil over het burenrecht, bijvoorbeeld over bomen die dicht bij uw grond staan;
e. u krijgt een geschil met de overheid, omdat deze een andere beslissing neemt dan u wenst; dekking bestaat voor de volgende beslissingen:
- een bouwvergunning of een vergunning Wet Milieubeheer;
- een besluit dat rechtstreeks het gebruik of de eigendom van uw woning aantast, zoals bijvoorbeeld een bestemmingsplan;
- onteigening;
- concrete beslissingen ten aanzien van uw persoon.
f. u krijgt een geschil dat voortkomt uit het personen- en familierecht, bijvoorbeeld over adoptie of curatele, behalve als dat te maken heeft met een echtscheiding (zie verder onder 5, specifieke uitsluitingen);
g. u wordt aangesproken op iets dat u als onbetaald bestuurder van een vereniging of stichting heeft gedaan of nagelaten;
h. u krijgt een geschil over een erfenis;
i. u wordt strafrechtelijk vervolgd; zie hiervoor ook artikel 2.5 van het algemene gedeelte van de verzekeringsvoorwaarden;
j. u wordt verweten dat u tegenover iemand anders onrechtmatig heeft gehandeld. In dit geval kunt u onder de volgende voorwaarden aanspraak maken op rechtshulp:
- u heeft een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren afgesloten;
- de betreffende zaak valt niet onder de dekking van deze aansprakelijkheidsverzekering;
- u stelt zich op het standpunt dat u geen verwijt te maken valt.
Als aan deze voorwaarden is voldaan, verleent ARAG rechtsbijstand totdat er (eventueel) een procedure wordt gestart. De kosten van deze procedure worden alleen achteraf vergoed als de rechter uitspreekt dat u niet onrechtmatig heeft gehandeld.
3. Verzekeringsgebied.
Het verzekeringsgebied is Nederland.
4. Wachttijd.
Er geldt een wachttijd van drie maanden. Deze geldt echter niet voor geschillen uit overeenkomst, indien de overeenkomst na de ingangsdatum van deze verze- kering is gesloten, en ook niet voor het verhalen van schade op een wettelijk aansprakelijke derde en strafzaken.
Naast de algemene beperkingen geldt dat geen aanspraak op rechtsbijstand kan worden gemaakt voor:
a. geschillen over een andere onroerende zaak dan die u zelf bewoont, heeft bewoond of heeft verworven om zelf te gaan bewonen;
b. geschillen over verhuur van onroerende zaken;
c. geschillen in verband met de aankoop van gebruikte motorrijtuigen, indien deze zijn gekocht zonder BOVAG-garantie of schriftelijke garantie van een erkende dealer;
x. xxxxxxxxxx over erfenissen, als de erflater vóór de ingangsdatum van de verzekering is overleden;
e. geschillen die te maken hebben met beleggingen, aandelen, obligaties, andere waardepapieren en vermogensbeheer in het algemeen met inbegrip van alle (contractuele) geschillen die hier betrekking op hebben of hier mee samenhangen, zoals verkeerde adviezen en gewekte verwachtingen door bemiddelaars en adviseurs;
f. geschillen die te maken hebben met kansspelen;
g. geschillen die betrekking hebben op of samenhangen met door u verstrekte geldleningen;
h. geschillen die direct of indirect te maken hebben met echtscheiding scheiding van tafel en bed, beëindiging van een samenlevingsverband en de gevolgen daarvan.
C Module Inkomen
1. Verzekerde hoedanigheid.
U heeft dekking in de hoedanigheid van (ex-) werknemer; hieronder wordt verstaan iemand die zijn inkomsten in loondienst of als ambtenaar verwerft of heeft verworven; u heeft eveneens dekking als u een sociale (verzekerings-)uitkering of pensioen ontvangt.
2. Dekking.
U heeft aanspraak op rechtsbijstand als u:
a. een geschil in verband met een arbeidsovereen- komst krijgt met uw (ex-) werkgever; hieronder vallen ook geschillen met betrekking tot aandelen of opties die zijn gerelateerd aan het dienstverband;
b. een geschil krijgt dat te maken heeft met uw aanstelling als ambtenaar;
c. een geschil krijgt over een sociale verzekeringsuitkering of sociale voorziening;
d. een geschil krijgt over pensioenaanspraken of pensioenuitkering;
e. wordt verweten uw werkzaamheden in loondienst niet volgens de geldende beroepsregels te hebben uitgevoerd, u wordt geconfronteerd met een klacht, een tucht- of strafzaak en u zich daartegen wilt verweren. Ook als het gaat om een strafzaak zal ARAG in dit geval direct rechtsbijstand verlenen, ongeacht de uitkomst van de zaak.
3. Verzekeringsgebied.
Het verzekeringsgebied is Nederland.
4. Wachttijd.
Er geldt een wachttijd van drie maanden. Deze geldt echter niet voor geschillen uit overeenkomst, indien de overeenkomst na de ingangsdatum van de verzekering is gesloten en voor klacht-, tucht- en strafzaken.
5. Specifieke uitsluitingen.
Naast de algemene beperkingen geldt dat geen aanspraak op rechtsbijstand kan worden gemaakt voor geschillen die te maken hebben met het uitoefenen van een vrij beroep of bedrijf door verzekerde of met een andere wijze van het verwerven van inkomsten buiten loondienst. Verder bestaat geen dekking wanneer verzekerde als bestuurder van een rechtspersoon wordt aangesproken wegens onjuist bestuur of voor geschillen die betrekking hebben op het voeren van verweer inzake aansprakelijkheidszaak van verzekerde in de hoedanigheid van statutair directeur.
Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxx
1. Begripsomschrijvingen.
1.1 Verzekerden zijn, voor zover van toepassing:
1.1.1 de verzekeringnemer;
1.1.2 diens echtgeno(o)t(e) of (geregistreerd-) partner, met wie hij/zij duurzaam in gezinsverband samenwoont;
1.1.3 de inwonende, ongehuwde (pleeg- en stief)kinderen, ongeacht de bereikte leeftijd;
1.1.4 de onder 1.1.3 genoemde kinderen die uitwonend zijn voor studie.
1.2 Ongeval:
Onder ongeval wordt verstaan een plotselinge en rechtstreekse inwerking van een van buiten komend geweld, waardoor lichamelijk letsel wordt toegebracht, waarvan aard en plaats medisch zijn vast te stellen. Met een ongeval wordt gelijk gesteld:
1.2.1 besmetting door ziekteverwekkers als rechtstreeks gevolg van een onvrijwillige val in water of in enige andere stof, dan wel het zich daarin begeven ter redding van mens of dier;
1.2.2 complicaties en verergeringen van het ongevalsletsel als rechtstreeks gevolg van eerste hulpverlening of van een medisch noodzakelijke behandeling;
1.2.3 het ongewild binnenkrijgen van stoffen of voorwerpen, met uitzondering van ziekteverwekkers;
1.2.4 verstikking, verdrinking, zonnesteek, warmtestuwing, bevriezing, verbranding, etsing door bijtende vloeistoffen, blikseminslag of een andere elektrische ontlading;
1.2.5 uitputting, verhongering, verdorsting en zonnebrand als gevolg van een ramp.
1.3 Blijvende invaliditeit:
Van blijvende invaliditeit is uitsluitend sprake in geval van blijvend (functie)verlies van enig deel of orgaan van het lichaam van de verzekerde.
2. Dekking.
2.1 Uitkering bij overlijden (A).
In geval van overlijden van de verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval, wordt een bedrag uitgekeerd van € 10.000. Indien de verzekerde een meeverzekerd kind is, bedraagt de uitkering € 5.000. Een uitkering wegens blijvende invaliditeit ter zake van hetzelfde ongeval wordt in mindering gebracht op de voor overlijden verschuldigde uitkering. Terugvordering van een reeds verrichte uitkering zal niet plaats vinden.
2.2 Uitkering bij blijvende invaliditeit (B).
Ingeval van blijvende invaliditeit van de verzekerde als rechtstreeks en uitsluitend gevolg van een ongeval wordt de uitkering vastgesteld, zodra de mate van blijvende invaliditeit medisch kan worden bepaald, doch uiterlijk twee jaar na het ongeval.
Het verzekerde bedrag voor blijvende invaliditeit is
€ 100.000, of € 50.000 indien het een meeverzekerd kind betreft. De uitkering is een percentage van het voor blijvende invaliditeit verzekerde bedrag, zoals hierna aangegeven:
bij algehele verlamming 100%
bij algehele geestesstoornis 100% bij algeheel (functie)verlies van:
- het gezichtsvermogen van beide ogen 100%
- het gezichtsvermogen van één oog 35%
- het gehoor van beide oren 60%
- het gehoor van één oor 25%
- een arm 65%
- een hand 55%
- een duim 25%
- een wijsvinger 15%
- een middelvinger 10%
- een ringvinger 5%
- een pink 5%
- een been 60%
- een onderbeen 55%
- een voet 40%
- een grote teen 10%
- elke overige teen 5%
- de milt 5%
- een nier 5%
- de reuk of de smaak 6%
- een natuurlijk gebitselement 1% Van de hiervoor genoemde percentages wordt bij gedeeltelijk (functie)verlies een evenredig deel uitgekeerd.
2.2.1 In alle hier niet genoemde gevallen van blijvende invaliditeit wordt het uitkeringspercentage vastgesteld naar de mate van blijvende invaliditeit, die het letsel voor het lichaam als geheel oplevert, waarbij geen rekening zal worden gehouden met het beroep van verzekerde.
2.2.2 De mate van blijvende invaliditeit zal worden vast- gesteld op basis van het (functie)verlies zonder rekening te houden met uitwendig geplaatste kunst- of hulpmiddelen. Indien inwendig kunst- of hulpmiddelen zijn geplaatst, wordt met het daardoor verkregen geringere (functie)verlies wel rekening gehouden.
2.2.3 Bestaande afwijkingen.
a. Indien een bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt verergerd, wordt de uitkering berekend op basis van het verschil tussen het percentage van blijvende invaliditeit vóór en na het ongeval.
b. Indien de gevolgen van een ongeval worden vergroot door een ziekelijke toestand of door een geestelijke of lichamelijke afwijking van de verzekerde, wordt niet meer uitgekeerd dan indien het ongeval een geheel valide en gezonde persoon zou zijn overkomen.
2.2.4 De uitkering ingeval van blijvende invaliditeit wordt als volgt vastgesteld:
c. indien het vastgestelde percentage blijvende invaliditeit meer dan 50 bedraagt, wordt - onver- minderd het onder a. en b. bepaalde - over het meerdere boven 50% drievoudige uitkering verleend;
d. alle uitkeringen wegens blijvende invaliditeit, ontstaan gedurende de looptijd van deze verzekering zullen tezamen nimmer meer kunnen bedragen dan 225% van het voor blijvende invaliditeit verzekerde bedrag.
2.2.5 Indien binnen zes maanden na het ongeval nog geen uitkering wegens blijvende invaliditeit kan worden vastgesteld, verleent de maatschappij een rente- vergoeding van 6% per jaar over de later voor blijvende invaliditeit vast te stellen uitkering. Deze rentever- goeding wordt berekend vanaf de zevende maand na het ongeval, tot het moment waarop de uitkering voor blijvende invaliditeit is verleend.
3. Uitsluitingen.
De maatschappij verleent geen uitkeringen ter zake van ongevallen aan de verzekerde overkomen:
3.1 die voor de verzekerde of voor iemand die belang heeft bij de uitkering het beoogde of zekere gevolg is van diens handelen;
3.2 tijdens het (mede)plegen van een misdrijf door de verzekerde;
3.3 bij vechtpartijen of waagstukken, anders dan tot (zelf)verdediging, redding of behoud van personen, dieren of zaken;
3.4 door overmatig alcoholgebruik, tenzij wordt aangetoond dat verzekerde ten tijde van het ongeval minder dan 0,8‰ alcohol in zijn bloed had;
3.5 waarvan het ontstaan op enigerlei wijze in verband staat met het gebruik van of de verslaving aan bedwelmende, opwekkende of soortgelijke middelen, tenzij het gebruik overeenkomstig het voorschrift van een arts geschiedt en de verzekerde zich aan de gebruiksaanwijzing heeft gehouden;
3.6 tijdens het reizen in een motorvliegtuig, anders dan als passagier;
3.7 met als gevolg ingewandsbreuk (hernia abdominalis), uitstulping van een tussenwervelschijf (hernia nucleï pulposi) en psychische aandoeningen tenzij deze medisch aantoonbaar het gevolg zijn van het bij het ongeval ontstaan hersenletsel.
4. Verplichtingen van de verzekerde.
Verzekerde is verplicht:
4.1 zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na plaats vinden van het ongeval, de maatschappij in kennis te stellen van een ongeval, waaruit recht op uitkering wegens blijvende invaliditeit zou kunnen ontstaan.
Indien de melding later geschiedt, kan toch recht op uitkering bestaan, mits wordt aangetoond dat:
- de invaliditeit rechtstreeks en uitsluitend het geval is van een ongeval;
- de gevolgen van het ongeval niet zijn vergroot door een ziekelijke toestand of door een lichamelijke of geestelijke afwijking van de verzekerde;
- de verzekerde in alle opzichten de voorschriften van de behandelend arts heeft opgevolgd.
4.2 zich terstond onder behandeling van een arts te stellen en al het mogelijke te doen om zijn herstel te bevorder- en;
4.3 zich desgevraagd voor rekening van de maatschappij te laten onderzoeken door een door de maatschappij aan te wijzen arts of zich voor een onderzoek te laten opnemen in een door de maatschappij aan te wijzen ziekenhuis of andere medische inrichting;
4.4 de maatschappij te machtigen bij derden inlichtingen in te winnen;
4.5 alle door de maatschappij noodzakelijk geachte gegevens te verstrekken of te doen verstrekken aan de maatschappij of aan door de maatschappij aan te wijzen deskundigen en geen feiten of omstandigheden te verzwijgen, die voor de vaststelling van de mate van de invaliditeit van belang zijn;
4.6 de maatschappij terstond te informeren omtrent zijn geheel of gedeeltelijk herstel;
4.7 de maatschappij tijdig te informeren bij vertrek naar het buitenland.
4.8 In geval van overlijden van de verzekerde zijn de begunstigden verplicht desgevraagd hun medewerking te verlenen aan alle maatregelen ter vaststelling van de doodsoorzaak.
4.9 De verzekering geeft geen dekking indien de verzeker- de of - ingeval van zijn overlijden - de begunstigde(n) één van deze verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij zijn geschaad. Elk recht op uitkering vervalt als een verzekerde of andere belanghebbende bij deze verzekering opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt.
5. Vaststelling van de uitkering.
De omvang van de uitkering en de mate van blijvende invaliditeit worden door de maatschappij vastgesteld aan de hand van gegevens van medische en andere deskundigen. Van deze vaststelling zal zo spoedig mogelijk na ontvangst van alle voor de vaststelling noodzakelijke gegevens aan de verzekeringnemer of - in geval van overlijden van de verzekerde - aan degene die aanspraak heeft op de uitkering bij overlijden, mededeling worden gedaan.
6. Wijze van uitkering.
6.1 De uitkering geschiedt aan de verzekeringnemer, tenzij blijkens de polis een ander als uitkeringsgerechtigde is aangewezen.
6.2 In geval van overlijden van de verzekerde zal de uitkering plaats vinden aan de echtgeno(o)t(e) of partner van de overleden verzekerde. Indien er geen echtgeno(o)t(e) of partner is, zal de uitkering plaats vinden aan de erfgenamen van de overleden verzekerde.
6.3 De Staat der Nederlanden zal nimmer als begunstigde kunnen worden aangemerkt.
Rubriek Buitenshuisdekking
1. Begripsomschrijvingen
a. u;
b. uw echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner;
c. de met u in gezinsverband samenwonende personen;
x. xx xxxxxxxxx kinderen van u of van uw echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner die bij u inwonen;
e. de onder d. genoemde kinderen, die voor studie, dan wel voor stage uitwonend zijn,
voor zover de verzekerden de zaken als bezitter of houder onder zich hebben.
1.1.1 De verzekering is niet van kracht voor zaken die aan derden zijn toevertrouwd.
alle roerende zaken die behoren tot particuliere huishouding van de verzekerden en die behoren tot de categorieën die op het polisblad als verzekerd worden aangegeven en die zijn vervaardigd met het oogmerk om ook buiten een woonhuis te worden gebruikt, met uitzondering van:
- zaken die gehuurd, geleend of geleased zijn (behoudens medische hulpmiddelen);
- geld en geldswaardig papier;
- fietsen, snorfietsen en bromfietsen;
- motorvoertuigen, caravans, aanhangwagens, (lucht)vaartuigen, surfplanken, alsmede de onderdelen en accessoires van deze zaken;
- brillen en contactlenzen;
- mobiele telefoons, pda's, smartphones en andere soortgelijke communicatieapparatuur.
Als object in de zin van deze voorwaarden wordt beschouwd een samenstel van onderdelen, die tezamen nodig zijn om een functionerend geheel te maken. Optionele toevoegingen, die ten tijde van het ontstaan van de schade niet waren gemonteerd of aangesloten, worden als separaat object beschouwd.
2. Wat is verzekerd
De verzekering dekt per gebeurtenis tot maximaal het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag, de schade als gevolg van diefstal, verlies, vermissing en materiële beschadiging van de verzekerde zaken ten gevolge van plotselinge en onverwachte van buitenkomende gebeurtenissen.
De verzekerde zaken moeten zich ten tijde van het schadevoorval buiten de woning van de verzekerden (inclusief de woonruimte van verzekerden genoemd in artikel 1.1 lid e) bevinden. Onder woning wordt hier mede verstaan een (gedeelte van een) gebouw, stacaravan (of toercaravan die als stacaravan wordt gebruikt) die bij verzekerden in eigendom is, door hen wordt gehuurd of anderszins bij hen duurzaam in gebruik is.
De verzekering heeft een wereldwijde dekking.
3. Uitbreiding
Boven het verzekerde bedrag worden de bereddingskosten volledig vergoed.
4. Wat is niet verzekerd
4.1 Van de dekking is uitgesloten:
a. schade als gevolg van het normale gebruik van een verzekerde zaak;
b. schade die is veroorzaakt door onzorgvuldig handelen, opzet, merkelijke schuld, dan wel grove nalatigheid van de verzekerde;
c. schade als gevolg van eigen gebrek en eigen bederf van de verzekerde zaak, behalve als dit brand of ontploffing tot gevolg heeft;
d. schade die is veroorzaakt door slijtage, motten of ander ongedierte, klimatologische of temperatuur- invloeden, dan wel andere geleidelijk werkende invloeden;
x. xxxxxx als gevolg van reiniging, reparatie of bewerking;
f. schade als gevolg van mechanische gebreken en het opwinden van veren;
g. schade die is veroorzaakt door kortsluiting, overbelasting, te hoge spanning en stroomlekken;
x. xxxxxx als gevolg van krassen, barsten, deuken en putten, tenzij deze beschadiging gelijktijdig is ontstaan met andere schade aan de verzekerde zaak en is veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis;
i. schade als gevolg van verbeurdverklaring of inbeslagneming door de douane of andere autoriteiten;
x. xxxxxx aan haren en snaren, trommelvellen, lampen en snoeren, behalve als gevolg van brand, diefstal, verlies of vermissing van de gehele verzekerde zaak, of schade die is ontstaan door een ongeval dat het vervoermiddel is overkomen tijdens het vervoer van het verzekerde zaken;
k. schade die is ontstaan, terwijl de verzekerde zaken voor beroeps-, of semiberoepsdoeleinden werden gebruikt;
l. schade bestaande uit het verlies van edelstenen, parels en dergelijke uit sieraden, als verzekerde niet kan aantonen dat de zettingen hiervan tijdig door een deskundige zijn onderhouden en gecontroleerd;
x. xxxxxx door misbruik door derden van data- en/of spraakverbindingen van verloren of gestolen apparatuur.
Geen recht op schadevergoeding bestaat indien de verzekerde niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen ter voorkoming van beschadiging aan of verlies en diefstal van de verzekerde zaken.
4.3 Onbeheerd achterlaten
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4.1 en 4.2, bestaat er bovendien geen recht op schadevergoeding indien de verzekerde zaken onbeheerd zijn achtergelaten, tenzij in een deugdelijk afgesloten ruimte.
4.4 Diefstal uit een motorrijtuig
Geen recht op schadevergoeding bestaat indien de verzekerde zaken gestolen zijn uit een motorrijtuig.
5. Schadevaststelling
5.1. Wanneer schade aan de verzekerde zaken is ontstaan door één van de gedekte gebeurtenissen, vergoeden wij:
a. in geval van beschadiging de kosten van herstel, mits dit vooraf door ons is goedgekeurd, tot maximaal de waarde direct voor de beschadiging, verminderd met de waarde van de beschadigde zaak onmiddellijk daarna;
b. in geval van geheel of gedeeltelijk verloren gaan de waarde direct voor de gebeurtenis onder aftrek van de eventuele restantwaarde.
5.2 Schade aan verzekerde zaken wordt vergoed op basis van nieuwwaarde, tenzij de dagwaarde voor de gebeurtenis minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde. In dat geval zal de schade worden vastgesteld op basis van dagwaarde.
5.3 Naar eigen inzicht kunnen wij bij verlies, vermissing of beschadiging van de verzekerde zaken, voorwerpen van dezelfde kwaliteit en een soortgelijke uitvoering aan de verzekerde leveren, of de waarde van deze zaken in geld vergoeden.
5.4 Als basis voor de vergoeding wordt uitsluitend in aanmerking genomen de waarde van de zaken afzonderlijk, ongeacht eventueel waardeverlies uit hoofde van een manco in een collectie, een paar, stel en dergelijke.
5.5 Verzekerd is maximaal het verzekerde bedrag dat op de polis staat vermeld, waarbij de schadevergoeding per gebeurtenis is beperkt tot het hieronder genoemde bedrag per object:
Hobby- en sportartikelen: max. € 1.500 per object; Sieraden: max. € 2.500 per object; Muziekinstrumenten: max. € 2.500 per object; Foto- en videoapparatuur: max. € 2.000 per object; Computerapparatuur: max. € 1.500 per object.
5.6 De op het polisblad genoemde verzekerde bedragen gelden als premier risque.
5.7 Bij schade geldt een eigen risico van € 50 per gebeurtenis.
6. Andere verzekeringen
Indien op het moment van de schade de verzekerde zaken ook onder één of meer andere polis(sen) tegen de gedekte schadegebeurtenis zijn verzekerd, geldt deze verzekering als secundair, ongeacht de ingangsdatum van die andere polis(sen).
7. Belang
De verzekering van een verzekerde zaak eindigt zodra de verzekerde geen eigenaar, bezitter of houder van de zaak meer is.