OPRICHTING
Dossier: 1010662 WSB/
OPRICHTING
STICHTING OPENBARE VERLICHTING NEDERLAND (OVLNL)
Op vierentwintig december tweeduizend vijftien ----------------------------------
verscheen voor mij, xx. Xxxxxx Xxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, notaris te Naarden: ---------
de xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxx, geboren te Utrecht op veertien maart -------------
negentienhonderd éénenzestig, wonende Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 XX Xxxxxx, rijbewijs met nummer 0000000000, gehuwd; hierna te noemen: ‘de oprichter’. ---------------
De verschenen persoon verklaarde als volgt. ---------------------------------------
De oprichter richt bij deze akte een stichting op en stelt daarvoor de volgende ------
statuten vast.
STATUTEN
Begripsomschrijvingen.
Artikel 1
In deze statuten wordt verstaan onder:
1. bestuur, het orgaan bedoeld in artikel 2:291 van het Burgerlijk Wetboek en in -- artikel 6 lid 1 en in artikel 8 lid 1 van deze statuten; ---------------------------
2. commissie, een door het bestuur ingestelde tijdelijke of permanente commissie - ter ondersteuning van de werkzaamheden van het bestuur, als bedoeld in artikel 9 van deze statuten;
3. jaarrekening, de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting van de stichting;
4. deelnemers, de rechtspersonen, de natuurlijke personen en de, al dan niet ------
rechtspersoonlijkheid bezittende, organisaties, die als deelnemer tot de stichting zijn toegelaten als bedoeld in artikel 5 van deze statuten; ----------------------
5. ketenpartners: andere instellingen die activiteiten ontplooien in samenhang met dan wel voorafgaand aan dan wel volgend op de activiteiten die de instelling zelf verleent en waarbij sprake is van een zekere mate van continuïteit van ---------
activiteiten.
6. langs elektronische weg, kunnen schriftelijke mededelingen aan respectievelijk - van de stichting geschieden door een langs elektronische weg toegezonden ----
leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door de stichting --------
respectievelijk degene met wie wordt gecommuniceerd voor dit doel aan degene met wie wordt gecommuniceerd respectievelijk de stichting bekend is gemaakt; -
7. raad van toezicht, het orgaan bedoeld in artikel 13 van deze statuten; ----------
8. stichtingsbureau, het orgaan bedoeld in artikel 17 lid 1 van deze statuten; ------
9. stichting, de stichting bedoeld in artikel 2 lid 1 van deze statuten. --------------
Naam en zetel.
Artikel 2
1. De stichting is genaamd: Stichting Openbare Verlichting Nederland ------------
2. De stichting heeft haar zetel in de gemeente Baarn. ---------------------------
Doel.
Artikel 3
1. De stichting heeft ten doel het vertegenwoordigen van de gehele sector openbare verlichting richting stakeholders, alsook het organiseren en kwalitatief ---------
ontwikkelen van de sector en alles wat daar direct of indirect raakvlak mee heeft en / of daar onderdeel van uit maakt.
2. De stichting tracht haar doel onder meer te bereiken door: ---------------------
a. het bevorderen, initiëren, uitvoeren van theoretische en praktische --------
onderzoeken; en / of de deelname daaraan; -------------------------------
b. het inbrengen van commentaar en zienswijzen in het belang van haar -----
deelnemers, bij de vaststelling van aanbevelingen, richtlijnen, normen en of regelgeving door derden, alsmede de medewerking aan de voorbereiding -- daarvan;
c. openbare bekendheid te geven aan de criteria voor openbare verlichting en aan de wijze waarop aan die criteria kan worden voldaan; -----------------
d. te publiceren en mee te werken aan relevante publicaties van derden; ------
e. informatie te verstrekken aan partijen, organisaties en / of personen die ---
hierom vragen;
f. de bevordering en / of verzorging van onderwijs; --------------------------
g. advisering aan de overheid, daarbij zoveel mogelijk rekening houdend met de belangen van haar deelnemers;
h. de instelling van commissies voor het uitvoeren van stichting activiteiten; --
i. een kennisbank en een (digitale) bibliotheek aan te leggen en bij te houden;
j. het doen, mede en / of zelf organiseren van netwerk- en ------------------
kennisbijeenkomsten, evenementen en vakbeurzen.------------------------
k. de samenwerking met publieke en private organisaties, in binnen en -------
buitenland, die van belang zijn voor de stichting om haar doelen te --------
realiseren;
l. alle overige wettelijke middelen die bevorderlijk kunnen zijn voor het ------
bereiken van het doel van de stichting, alsmede andere middelen die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk ----
kunnen zijn.
3. De stichting beoogt niet het maken van winst. --------------------------------
Vermogen.
Artikel 4
1. Het vermogen van de stichting wordt gevormd door:---------------------------
a. het stichtingskapitaal;
x. xxxxxxxxxxx, erfstellingen en legaten; ------------------------------------
c. subsidies en donaties;
x. xxxxxxxxxx voor bewezen diensten;
e. rente van belegde gelden;
f. bijdragen van deelnemers;
g. abonnementen;
h. alle andere verkrijgingen en baten.
2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van ---------
boedelbeschrijving.
3. Het vermogen van de stichting dient ter verwezenlijking van het doel van de --- stichting.
Deelnemers.
Artikel 5
1. De stichting kent deelnemers en stelt vast welke soorten deelnemers er zijn bij - reglement. Het bestuur stelt door een deelnemer te ondertekenen overeenkomst op.
2. Als deelnemer kunnen worden toegelaten natuurlijke personen, rechtspersonen - en, al dan niet rechtspersoonlijkheid bezittende, organisaties die naar het oordeel van het bestuur voldoen aan de in de reglementen neergelegde voorwaarden en die de deelnemersovereenkomst hebben getekend. Deelnemers worden na ------
toelating ondergebracht in een door het bestuur te bepalen commissie. ---------
3. De aanmelding van een deelnemer dient langs elektronische weg te geschieden. Het besluit omtrent toelating wordt genomen binnen één maand na ontvangst - van de aanmelding en vindt plaats door te toetsen aan de reglementen. De -----
aanvrager wordt schriftelijk langs elektronische weg op de hoogte gesteld van -- het besluit omtrent toelating. Bij niet-toelating wordt van de redenen melding - gemaakt.
4. De toelatingsprocedure wordt in door het bestuur vast te stellen reglementen -- uitgewerkt. Bij toelating wordt de deelnemer in een door de stichting te houden register van deelnemers ingeschreven en wordt met de deelnemer een ---------
overeenkomst gesloten, onder meer omtrent de door de deelnemer te betalen -- jaarlijkse bijdrage.
Door aanmelding gevolgd door toelating, onderwerpt de deelnemer zich aan de - bepalingen bij of krachtens de statuten en reglementen van de stichting gesteld.
5. Het deelnemerschap eindigt door opzegging door de deelnemer. ---------------
Het deelnemerschap eindigt voorts door opzegging door de stichting. De -------
stichting kan het deelnemerschap opzeggen wanneer een deelnemer heeft -----
opgehouden aan de vereisten voor het deelnemerschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de stichting niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de stichting niet gevergd kan worden het -----------
deelnemerschap te laten voortduren. Opzegging door de stichting geschiedt door het bestuur. Een besluit van het bestuur tot opzegging kan slechts worden -----
genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste drie vierde gedeelte van het ---
aantal in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is en dient -- met redenen te zijn omkleed.
6. Opzegging van het deelnemerschap door de deelnemer of door de stichting kan slechts schriftelijk. Onder een schriftelijke verklaring wordt mede begrepen een - langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan - het adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan allen bestuurders bekend heeft gemaakt.
Het deelnemerschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd indien van de ---
stichting of van de deelnemer redelijkerwijs niet gevergd kan worden het ------
deelnemerschap te laten voortduren.
7. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid doet het -------------
deelnemerschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de ----
datum waartegen was opgezegd.
8. Bij het eindigen van het deelnemerschap, eindigt ook de met de desbetreffende deelnemer gesloten overeenkomst als bedoeld in lid 1. -------------------------
9. Bij de beëindiging van het deelnemerschap vindt geen restitutie van de jaarlijkse bijdrage plaats. De jaarlijkse bijdrage die de deelnemer verschuldigd is geworden vóór de beëindiging van zijn deelnemerschap, blijft hij na beëindiging van zijn -- deelnemerschap verschuldigd.
Bestuur: toezicht op het bestuur en samenstelling. -------------------------------
Artikel 6
1. De stichting wordt bestuurd door het bestuur onder toezicht van de raad van ---
toezicht.
2. Het bestuur bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van ten -----
minste drie bestuurders. Slechts meerderjarige natuurlijke personen kunnen tot - bestuurder van de stichting worden benoemd. ---------------------------------
3. Bij de samenstelling van het bestuur wordt gewerkt met een door de raad van -- toezicht vastgestelde profielschets. Het bestuur dient zodanig te zijn -----------
samengesteld dat het zijn taak naar behoren kan vervullen en een -------------
representatieve weergave is van de achterban die de stichting vertegenwoordigt.
4. Het bestuur is integer en stelt zich toetsbaar op ten aanzien van zijn eigen -----
functioneren. Elke vorm en schijn van persoonlijke bevoordeling dan wel -------
belangenverstrengeling tussen enig bestuurder en de stichting wordt vermeden.
5. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een ---------
penningmeester aan. De functies van secretaris en penningmeester kunnen ook door één bestuurder worden vervuld.
6. In geval van belet of ontstentenis van een of meer bestuurders, zijn de ---------
overblijvende bestuurders of is de enig overblijvende bestuurder tijdelijk met het bestuur belast.
In geval van belet of ontstentenis van alle bestuurders, zorgt de raad van ------
toezicht voor waarneming van het bestuur. -----------------------------------
Bestuur: benoeming, ontslag, schorsing en defungeren.---------------------------
Artikel 7
1. Bestuurders worden benoemd door het bestuur. Voorafgaand aan een besluit tot benoeming van een bestuurder geeft het bestuur de raad van toezicht de ------
gelegenheid daaromtrent advies uit te brengen. Na het advies van de raad van - toezicht worden ook de deelnemers geraadpleegd. In ontstane vacatures wordt - zo spoedig mogelijk voorzien.
2. Een bestuurder kan niet zijn:
a. een persoon die zitting heeft in de raad van toezicht;----------------------
b. een persoon die, zulks ter uitsluitende beoordeling van het bestuur, een ----
zodanige andere functie bekleedt dat het lidmaatschap van het bestuur kan
leiden tot onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van deze functie met het belang van de stichting, dan wel tot ongewenste vermenging van belangen. Hiermee wordt in elk geval bedoeld een persoon in dienst bij een ----------
ketenpartner.
Het bestuur bepaalt welke organisatie als ketenpartner wordt aangemerkt.------
3. Een besluit tot benoeming, herbenoeming, (verlenging van de) schorsing of -----
ontslag van een bestuurder kan door het bestuur slechts worden genomen met - een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen in - een vergadering, waarin ten minste twee derden van de in functie zijnde -------
bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Voorafgaand aan een besluit tot benoeming, herbenoeming, (verlenging van de) schorsing of ontslag van een ---
bestuurder geeft het bestuur de raad van toezicht de gelegenheid daaromtrent - advies uit te brengen en worden de deelnemers geraadpleegd. -----------------
4. Indien het bestuur een bestuurder heeft geschorst, dient het bestuur binnen drie maanden na ingang van de schorsing te besluiten hetzij tot ontslag, hetzij tot -- verlenging van de schorsing; bij gebreke daarvan vervalt de schorsing. Een besluit tot handhaving van de schorsing kan slechts eenmaal worden genomen en de -- schorsing kan daarbij ten hoogste worden verlengd voor drie maanden, ingaande op de dag, waarop het bestuur het besluit tot verlenging heeft genomen. Indien het bestuur niet binnen de voor de verlenging bepaalde termijn tot ontslag of tot opheffing van de schorsing heeft besloten, vervalt de schorsing. Een geschorst -- bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld zich in de vergadering van het -----
bestuur, waarin over de schorsing wordt besloten, te verantwoorden en zich ----
daarbij door een raadsman te doen bijstaan.-----------------------------------
5. Een geschorst bestuurder is tijdens zijn schorsing niet bevoegd om -------------
bestuursvergaderingen en/of vergaderingen van de raad van toezicht bij te -----
wonen, behoudens de vergadering van het bestuur als bedoeld in het vorige lid. Hij is evenmin bevoegd om de aan bestuurders door de wet of deze statuten ---
toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen. ----------------------------
6. Bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste vijf jaar. -------
7. Het bestuur stelt een rooster van aftreden vast dat voorziet in periodiek aftreden van de bestuurders en is bevoegd dit rooster te wijzigen. Een aftredend --------
bestuurder is, al dan niet aansluitend, onbeperkt herbenoembaar, telkens voor -- een periode van ten hoogste vijf jaar. Wie in een tussentijdse vacature wordt ---
benoemd, neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in. -- Hetgeen in deze statuten over de benoeming van bestuurders is bepaald, is van - overeenkomstige toepassing op de herbenoeming van bestuurders. -------------
8. Een bestuurder defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door zijn bedanken;
c. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn ---
aftreden volgens het in lid 7 bedoelde rooster van aftreden;----------------
d. door zijn ontslag verleend door het bestuur; ------------------------------
e. doordat hij failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt of ---
verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de -- Faillissementswet;
f. door zijn ondercuratelestelling, alsmede door een rechterlijke beslissing ----
waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind - over een of meer van zijn goederen wordt ingesteld;-----------------------
g. door zijn ontslag, verleend door de rechtbank in de gevallen in de wet -----
voorzien;
h. door zijn benoeming tot lid van de raad van toezicht;----------------------
i indien, zulks ter beoordeling van het bestuur, het gestelde in artikel 7 lid 2.b op hem van toepassing is.
Bestuur: taken en bevoegdheden.
Artikel 8
1. Behoudens beperkingen volgens deze statuten is het bestuur belast met het ----
besturen van de stichting. Het bestuur heeft tot taak om alle werkzaamheden te verrichten die nodig zijn tot de realisatie van het doel van de stichting en tot -- instandhouding en aanwending van de daartoe strekkende middelen en is ------
eindverantwoordelijk voor de dagelijkse leiding. -------------------------------
2. Het bestuur bepaalt met welke taak iedere bestuurder meer in het bijzonder is - belast. Het bestuur kan, mits met voorafgaande goedkeuring van de raad van ---
toezicht, een reglement van het bestuur vaststellen, waarin de aangelegenheden, hem intern betreffende, worden geregeld. -------------------------------------
3. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot ---
verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk ------------
medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot ---------
zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt en tot ----------------
vertegenwoordiging van de stichting ter zake van deze handelingen. -----------
Commissies.
Artikel 9
Het bestuur kan een of meer, tijdelijke of permanente, commissies instellen ter -----
ondersteuning van de werkzaamheden van het bestuur. Het bestuur kan een --------
commissie opheffen. De samenstelling, de wijze van benoemen en het defungeren van de leden, werkzaamheden, taken en bevoegdheden van dergelijke door het bestuur in te stellen commissies worden in een door het bestuur vast te stellen en eventueel te wijzigen reglement uitgewerkt (zoals bedoeld in artikel 21). ------------------------
Bestuur: vergaderingen.
Artikel 10
1. Vergaderingen van het bestuur worden gehouden zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee van de overige bestuurders een bestuursvergadering bijeenroept of bijeenroepen, doch ten minste één maal per jaar. ------------------------------
2. De bijeenroeping van een bestuursvergadering geschiedt door de voorzitter of ten minste twee van de overige bestuurders, dan wel namens deze of dezen, en wel schriftelijk langs elektronische weg, onder opgaaf van de te behandelen --------
onderwerpen, alsmede datum, uur en plaats van de vergadering, op een termijn
van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering daaronder niet begrepen.
3. Toegang tot de vergaderingen hebben de bestuurders, alsmede zij die door de ter vergadering aanwezige bestuurders worden toegelaten. ------------------------
4. Een bestuurder kan zich ter vergadering slechts bij schriftelijke volmacht door -- een medebestuurder doen vertegenwoordigen. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd. Een - bestuurder kan ten hoogste één medebestuurder ter vergadering ---------------
vertegenwoordigen.
5. Onverminderd het bepaalde in de vorige leden kan, indien het bestuur hiertoe -- besluit, een bestuurder ook door middel van een elektronisch ------------------
communicatiemiddel aan de bestuursvergaderingen deelnemen, daarin het woord voeren en zijn stem uitbrengen. Daartoe is vereist dat de bestuurder via het ----
elektronisch communicatiemiddel i) kan worden geïdentificeerd, ii) rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering, iii) kan deelnemen aan de beraadslaging en iv) zijn stemrecht kan uitoefenen. ------------------------
6. Nadere regels omtrent het bijeenroepen van, de toegang tot, het voorzitten van, het stemmen in en het notuleren van vergaderingen van het bestuur en omtrent het deelnemen aan en het stemmen in vergaderingen van het bestuur door -----
middel van een elektronisch communicatiemiddel kunnen in het reglement van - het bestuur worden vastgesteld.
Bestuur: besluitvorming.
Artikel 11
1. Iedere bestuurder heeft recht op het uitbrengen van één stem. -----------------
2. Alle besluiten waaromtrent bij de wet of deze statuten niet anders is bepaald, -- worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. ----
Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien ten - minste de meerderheid van het aantal in functie zijnde bestuurders ter ---------
vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.---------------------------------
Is in een vergadering niet ten minste de meerderheid van het aantal in functie - zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan een tweede --------
vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ------
ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders rechtsgeldig - omtrent het voorstel, zoals dit in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten mits met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.--------
3. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Staken de stemmen bij een voorstel omtrent de verkiezing van personen dan beslist de voorzitter van de desbetreffende vergadering van het bestuur. ----------------------------------
Indien omtrent een ander voorstel de stemmen staken, wordt het voorstel ------
geplaatst op de agenda voor de eerstvolgende vergadering van het bestuur. ----
Indien in die vergadering bij de stemming omtrent dat voorstel de stemmen ----
wederom staken, beslist de raad van toezicht. ---------------------------------
4. Alle stemmingen geschieden mondeling. Echter kan de voorzitter bepalen dat de
stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Indien het betreft een verkiezing van - personen kan ook een aanwezige stemgerechtigde verlangen dat de stemmen -- schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt door middel van ongetekende stembriefjes.
5. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door deze statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van ----
bestuursvergaderingen niet in acht genomen. ---------------------------------
6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Bij diens afwezigheid ------
voorziet de vergadering zelf in haar leiding. Tot dat ogenblik wordt het ---------
voorzitterschap waargenomen door xxxxxx die het langst in het bestuur zitting heeft gehad.
7. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag -- van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een -------
genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd - voorstel.
8. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van een in het vorige lid bedoeld -- oordeel de juistheid ervan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet - hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
9. Van het verhandelde in de vergadering worden door een daartoe door de -------
voorzitter van de vergadering aangewezen persoon notulen opgemaakt. De -----
notulen worden binnen twee weken na de vergadering via e-mail verzonden, met het verzoek om binnen twee weken na dagtekening akkoord te gaan met -------
vaststelling van de notulen. Na verloop van de twee weken worden de notulen - geacht te zijn vastgesteld.
10. Besluitvorming van het bestuur kan ook buiten vergadering geschieden. Zulk een besluitvorming is slechts mogelijk met algemene stemmen van alle in functie -- zijnde bestuurders. De stemmen kunnen alsdan alleen langs elektronische weg - worden uitgebracht.
Vertegenwoordiging.
Artikel 12
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te vertegenwoordigen. De bevoegdheid tot - vertegenwoordiging komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende ---------
bestuurders, waaronder of de voorzitter of secretaris of penningmeester.--------
2. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan een of meer ------
bestuurders, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die -----
volmacht te vertegenwoordigen.
Raad van toezicht: taak en samenstelling.----------------------------------------
Artikel 13
1. De stichting kent een raad van toezicht die het bestuur adviseert inzake het ----
beleid van het bestuur en inzake de algemene gang van zaken in de organisatie van de stichting en die het bestuur met raad en daad ter zijde staat.------------
2. De raad van toezicht van de stichting bestaat uit een door de raad van toezicht te bepalen aantal van ten minste drie leden. Slechts meerderjarige natuurlijke -- personen kunnen tot lid van de raad van toezicht van de stichting worden -----
benoemd. Indien om welke reden dan ook een of meer leden van de raad van ---
toezicht ontbreken, vormen de overblijvende leden van de raad van toezicht, of - vormt het enig overblijvend lid van de raad van toezicht, een volledig bevoegde raad van toezicht. De raad van toezicht neemt alsdan onverwijld maatregelen tot aanvulling van het aantal leden van de raad van toezicht. ----------------------
3. De raad van toezicht dient zodanig te zijn samengesteld dat hij zijn taak naar -- behoren kan vervullen en een representatieve weergave is van de achterban die het bestuur vertegenwoordigt.
4. De raad van toezicht wijst uit zijn midden een voorzitter aan. ------------------
5. In geval van ontstentenis van alle leden van de raad van toezicht zal door de ---
president van de rechtbank van het arrondissement, waarin de stichting is -----
gevestigd, op verzoek van hetzij een afgetreden lid van de raad van toezicht, ---
hetzij het bestuur, met inachtneming van het in deze statuten bepaalde, een ---
nieuwe raad van toezicht worden benoemd. ----------------------------------
Raad van toezicht: benoeming, ontslag, schorsing en defungeren. ----------------
Artikel 14
1. Leden van de raad van toezicht worden benoemd door de raad van toezicht. Het bestuur heeft de bevoegdheid om een (niet bindende) voordracht op te maken -- voor de benoeming van een lid van de raad van toezicht.-----------------------
In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. ---------------------
2. Een lid van de raad van toezicht kan niet zijn: --------------------------------
a. een persoon die in dienst is van de stichting;------------------------------
b. een persoon die zitting heeft in het bestuur; ------------------------------
c. een persoon die een zodanige andere functie bekleedt dat het lidmaatschap van de raad van de raad van toezicht kan leiden tot onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van deze functie met het belang van de stichting, dan wel - tot ongewenste vermenging van belangen. Hiermee wordt in elk geval -----
bedoeld een persoon in dienst bij een ketenpartner zoals bedoeld onder ----
artikel 1 lid 5 en artikel 7 lid 2 b.
3. Een lid van de raad van toezicht vervult zijn functie zonder last en ruggespraak. -
4. De raad van toezicht kan leden van de raad van toezicht te allen tijde schorsen of ontslaan.
5. Een besluit tot benoeming, herbenoeming, (verlenging van de) schorsing of -----
ontslag van een lid van de raad van toezicht kan door de raad van toezicht -----
slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste drie vierde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin ten minste twee derde van de in functie zijnde leden van de raad van toezicht aanwezig of vertegenwoordigd - zijn.
6. Indien de raad van toezicht een lid van de raad van toezicht heeft geschorst, ---
dient de raad van toezicht binnen drie maanden na ingang van de schorsing te - besluiten hetzij tot ontslag, hetzij tot verlenging van de schorsing; bij gebreke -- daarvan vervalt de schorsing. Een besluit tot verlenging van de schorsing kan --- slechts eenmaal worden genomen en de schorsing kan daarbij ten hoogste -----
worden verlengd voor drie maanden, ingaande op de dag, waarop de raad van -- toezicht het besluit tot verlenging heeft genomen. Indien de raad van toezicht - niet binnen de voor de verlenging bepaalde termijn tot ontslag of tot opheffing van de schorsing heeft besloten, vervalt de schorsing. Een geschorst lid van de - raad van toezicht wordt in de gelegenheid gesteld zich in de vergadering van de raad van toezicht waarin om de schorsing wordt besloten te verantwoorden en - zich daarbij door een raadsman te doen bijstaan. ------------------------------
7. Een geschorst lid van de raad van toezicht is tijdens zijn schorsing niet bevoegd om vergaderingen van de raad van toezicht en/of bestuursvergaderingen bij te - wonen, behoudens de vergadering van de raad van toezicht als bedoeld in het -- vorige lid. Hij is evenmin bevoegd om de aan leden van de raad van toezicht door de wet of deze statuten toegekende taken of bevoegdheden uit te oefenen. -----
8. Leden van de raad van toezicht worden benoemd voor een periode van ten -----
hoogste drie jaar.
9. De raad van toezicht stelt een rooster van aftreden vast dat voorziet in periodiek aftreden van de leden van de raad van toezicht en is bevoegd dit rooster te ----
wijzigen. Vaststelling of wijziging van het rooster van aftreden kan niet tot ----
gevolg hebben dat een zittend lid van de raad van toezicht tegen zijn wil ------
defungeert voordat de periode waarvoor hij is benoemd, is verstreken. Een -----
aftredend lid van de raad van toezicht is, al dan niet aansluitend, onbeperkt ----
herbenoembaar, telkens voor een periode van ten hoogste drie jaar. Wie in een - tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden in ----
beginsel de plaats van zijn voorganger in. -------------------------------------
Hetgeen in deze statuten over de benoeming van leden van de raad van toezicht is bepaald, is van overeenkomstige toepassing op de herbenoeming van leden van de raad van toezicht.
10. Periodiek bespreekt de raad van toezicht met ieder lid ieder van de raad van ----
toezicht of de kwaliteiten en ambities van dit lid van de raad van toezicht -----
overeenkomen met de kwaliteiten en ambities die de stichting in de komende -- jaren nodig heeft. De raad van toezicht legt de uitkomsten en afspraken uit het periodiek gesprek over de verdere toekomst vast in een dossier dat door of -----
wegens de raad van toezicht wordt beheerd. ----------------------------------
11. Een lid van de raad van toezicht defungeert: ----------------------------------
a. door zijn overlijden;
b. door zijn bedanken;
c. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd of door zijn ---
aftreden volgens het in lid 9 bedoelde rooster van aftreden;----------------
d. door zijn ontslag door de raad van toezicht;-------------------------------
e. doordat hij failliet wordt verklaard, surséance van betaling aanvraagt of ---
verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de --
Faillissementswet;
f. door zijn ondercuratelestelling, alsmede door een rechterlijke beslissing ----
waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind - over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld;-----------------------
g. doordat hij in dienst van de stichting treedt; ------------------------------
h. door zijn benoeming tot bestuurder --------------------------------------
i indien, zulks ter beoordeling van het bestuur, het gestelde in artikel 7 lid 2.b op hem van toepassing is.
Raad van toezicht: taakverdeling en bevoegdheden. ------------------------------
Artikel 15
1. De raad van toezicht bepaalt met welke taak ieder lid van de raad van toezicht - meer in het bijzonder is belast. De raad van toezicht kan een reglement van de - raad van toezicht vaststellen en weer intrekken of wijzigen, waarin de ---------
aangelegenheden, hem intern betreffende, worden geregeld. -------------------
2. Met inachtneming van de wet- en regelgeving op het gebied van de bescherming van privacy en persoonsgegevens, na overleg met het bestuur en na een --------
bepaaldelijk daartoe genomen besluit, heeft de raad van toezicht of een of meer door de raad van toezicht gemachtigde leden, toegang tot alle lokaliteiten van de stichting en het recht om te allen tijde inzage te krijgen in alle bescheiden en -- boeken van de stichting. De raad van toezicht kan zich daarbij, na overleg met - het bestuur, doen bijstaan door de accountant van de stichting dan wel een door de raad van toezicht aan te wijzen deskundige aan wie inzage van de volledige - administratie dient te worden verleend.
Raad van toezicht: vergaderingen en besluitvorming. -----------------------------
Artikel 16
1. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, is hetgeen in artikel 10 is ---
bepaald omtrent de vergaderingen van het bestuur van overeenkomstige -------
toepassing op de vergaderingen van de raad van toezicht, met dien verstande -- dat:
a. de bestuurders toegang hebben tot de vergaderingen van de raad van -----
toezicht, tenzij de raad van toezicht met opgaaf van redenen de wens te ---
kennen geeft zonder de bestuurders te willen vergaderen; -----------------
b. nadere regels omtrent het bijeenroepen van, de toegang tot, het voorzitten van, het stemmen in en het notuleren van vergaderingen van de raad van -- toezicht en omtrent het deelnemen aan en het stemmen in vergaderingen - van de raad van toezicht door middel van een elektronisch ----------------
communicatiemiddel door de raad van toezicht in een reglement kunnen -- worden vastgesteld.
2. Voor zover in deze statuten of in het in het vorige lid bedoelde reglement niet -- anders is bepaald, is hetgeen in artikel 11 is bepaald omtrent de besluitvorming van het bestuur van overeenkomstige toepassing op de besluitvorming van de -- raad van toezicht.
Stichtingsbureau.
Artikel 17
1. Ter uitvoering van haar taak kan het bestuur van de stichting een --------------
stichtingsbureau in het leven roepen, waarin het secretariaat van de stichting is gevestigd en waarin onder meer de administratie en het financieel beheer van de stichting worden gevoerd.
2. Aan het stichtingsbureau kan door het bestuur zodanig overig personeel worden verbonden als het bestuur nodig oordeelt. Het bestuur stelt de bezoldiging en de verdere arbeidsvoorwaarden van het aan het stichtingsbureau verbonden ------
personeel vast. Het besluit tot vaststelling van de bezoldiging en de verdere ----
arbeidsvoorwaarden van het aan het stichtingsbureau verbonden personeel ----
behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht. -----------------------------
3. Het bestuur stelt de taken en bevoegdheden die worden gedelegeerd aan het - aan het stichtingsbureau verbonden personeel schriftelijk langs elektronische -- weg vast. Voorafgaand aan een besluit tot vaststelling van deze taken en ------
bevoegdheden geeft het bestuur de raad van toezicht de gelegenheid ----------
daaromtrent advies uit te brengen.
4. De werkzaamheden van het aan het stichtingsbureau verbonden personeel -----
worden verricht onder verantwoordelijkheid van het bestuur. ------------------
Bovengenoemde functies en taken kunnen ook worden uitbesteed aan derden. --
Boekjaar, balans, staat van baten en lasten. --------------------------------------
Artikel 18
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. --------------------
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting naar de eisen die voortvloeien - uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de - daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening te maken en om deze op papier te stellen. Binnen deze termijn stelt het bestuur ook een jaarverslag op. --------------------------------------
4. De stichting kan de jaarrekening doen onderzoeken door een accountant, als ---
bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, hiertoe opdracht te -- verlenen.
Tot het verlenen van de opdracht is het bestuur bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan is de Raad van Toezicht daartoe bevoegd. De opdracht kan te allen tijde worden ingetrokken door degene die haar heeft verleend; de door het bestuur -- verleende opdracht kan bovendien door de raad van toezicht worden ingetrokken. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de raad van ------
toezicht en aan het bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een - verklaring.
5. De jaarrekening wordt vastgesteld door het bestuur; het besluit tot vaststelling - van de jaarrekening behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht. ----------
Xxxxxxxxxxx van het besluit tot vaststelling van de jaarrekening door de raad van toezicht strekt niet tot decharge van de bestuurders voor het gevoerde beleid --
over het afgelopen boekjaar.
Nadat het voorstel tot goedkeuring van het besluit tot vaststelling van de ------
jaarrekening aan de orde is geweest, zal aan de raad van toezicht het voorstel -- worden gedaan om decharge te verlenen aan de bestuurders voor het door hen - gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar, voor zover van dat beleid uit de ---
jaarrekening blijkt of over dat beleid aan de raad van toezicht mededelingen zijn gedaan.
6. De jaarrekening wordt ondertekend door alle bestuurders, alsmede door alle ----
leden van de raad van toezicht; ontbreekt een handtekening van één of meer ---
hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. ---------
7. Het bestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren, onverminderd het hierna in lid 8 bepaalde.
8. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier -- gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere -----------
gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging -------
geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en deze gegevens - gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd -----
leesbaar kunnen worden gemaakt.
Statutenwijziging.
Artikel 19
1. Het bestuur is bevoegd, mits met goedkeuring van de raad van toezicht, te -----
besluiten de statuten van de stichting te wijzigen. -----------------------------
2. Een besluit van het bestuur tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van - twee derden van de stemmen, uitgebracht in een vergadering waarin alle in ----
functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat er in - het bestuur een vacature bestaat. Is een vergadering, waarin een voorstel tot ---
statutenwijziging aan de orde is, niet voltallig, of wordt het besluit niet met een meerderheid van twee derden van de stemmen genomen, dan kan geen tweede - vergadering worden gehouden.
3. Bij de oproeping tot de vergadering waarin een statutenwijziging zal worden ---
voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, te worden gevoegd.-----------------------------
4. Een besluit tot statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een ----
notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is iedere -------
bestuurder zelfstandig bevoegd.
Ontbinding.
Artikel 20
1. Het bestuur is bevoegd, mits met goedkeuring van de raad van toezicht, te -----
besluiten de stichting te ontbinden. Op het besluit van het bestuur tot ---------
ontbinding is het bepaalde in lid 2 van het vorige artikel van overeenkomstige -- toepassing.
2. In geval van ontbinding van de stichting treden de bestuurders, onder toezicht - van de raad van toezicht, op als vereffenaars van het vermogen van de stichting,
tenzij bij het besluit tot ontbinding (tevens) een of meer andere vereffenaars zijn aangewezen.
3. De vereffening geschiedt met inachtneming van het daaromtrent in titel 1 van - Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde. Tijdens de vereffening blijven deze statuten, voor zover mogelijk, van kracht. -------------------------------------
4. Bij het besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het ------------
liquidatiesaldo vastgesteld.
5. Nadat de stichting heeft opgehouden te bestaan, blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de stichting gedurende zeven jaren berusten ---
onder degene die daartoe door de vereffenaars is aangewezen. -----------------
Reglementen.
Artikel 21
1. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald, worden de reglementen van - de stichting door het bestuur, met goedkeuring van de raad van toezicht, ------
vastgesteld en kunnen zij door het bestuur, met goedkeuring van de raad van -- toezicht, worden gewijzigd of geschrapt. --------------------------------------
2. In de reglementen van de stichting worden die onderwerpen geregeld die in deze statuten niet of niet volledig zijn geregeld. De reglementen van de stichting ----
mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar deze geen dwingend recht bevat, en deze statuten.
Slotartikelen.
Artikel 22
In alle gevallen, waarin noch de wet, noch deze statuten, noch de reglementen van de stichting voorzien en/of waarin sprake is van een geschil over de toepassing van de - bij of krachtens deze statuten vastgestelde bepalingen, beslist het bestuur, nadat het bestuur de raad van toezicht in de gelegenheid heeft gesteld om daaromtrent advies uit te brengen.
SLOTVERKLARINGEN
De verschenen persoon verklaarde ten slotte: --------------------------------------
Eerste bestuur
Het eerste bestuur bestaat uit drie bestuurders. ------------------------------------
Voor de eerste maal worden tot bestuurder benoemd: ------------------------------
1. de voornoemde xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxx; als voorzitter; -------------------
2. de xxxx Xxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx, geboren te Xxxxxxx-Xx Xxxxx op - zeven november negentienhonderd tweeënzeventig, wonende Xxxx ------------
Xxxxxxxxxxxxx 0 xx 0000 XX Xx Xxxxx, gemeente Utrecht, rijbewijs met nummer 4745320907, gehuwd; als penningmeester; -----------------------------------
3. de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, geboren te Hedel op negenentwintig oktober negentienhonderd tweeënvijftig, wonende Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxx-X 0 xx 0000 XX Xxxx, rijbewijs met nummer 4333578208, gehuwd; als bestuurder.---------------
Raad van Toezicht
1. de xxxx Xxxxxx Xxx Xxxxxxxx Xxxxxx, geboren te Harmelen op vier augustus ----
negentienhonderd vierenzestig, wonende Xxxxxx xxx Xxxxxxxxxxxxx 0 xx 0000 XX Xxxxx, rijbewijs met nummer 4902395016, gehuwd; als voorzitter; ------------
2. de xxxx Xxxxxxxx Xxx Xxxxxxx, geboren te Nieuwer-Amstel op vier mei ---------
negentienhonderd negenenvijftig, wonende Remmelinge 1 te 8334 MT Tuk, ----
gemeente Steenwijkerland, paspoort met nummer XX000XX00, gehuwd; als lid;
3. de xxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxx, geboren te Dordrecht op twintig februari ---------
negentienhonderd vierenzestig, wonende Xxxxxxxxx 00 xx 0000 XX Xxxxxxxxxxx, paspoort met nummer XX00XX000, gehuwd; als lid. --------------------------
Eerste boekjaar
Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op éénendertig december tweeduizend - zestien (31-12-2016).
Adres
Het adres van de stichting is: Xxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX Baarn.--------------------
AANGEHECHTE STUKKEN
Aan deze akte zijn geen stukken gehecht.
SLOT
Deze akte is verleden te Naarden, op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. -- De verschenen persoon is mij, notaris, bekend en de identiteit is door mij, notaris, aan de hand van het hiervoor vermelde en daartoe bestemde document vastgesteld. -----
De zakelijke inhoud van de akte is door mij aan de verschenen persoon opgegeven en toegelicht, waarbij ik tevens heb gewezen op de gevolgen die voor de verschenen ---
persoon uit de inhoud van deze akte voortvloeien. ---------------------------------
De verschenen persoon heeft verklaard tijdig voor het verlijden van de inhoud van -- deze akte te hebben kennis genomen en met de inhoud in te stemmen. -------------
Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de - verschenen persoon en vervolgens door mij, notaris.--------------------------------
(Volgt ondertekening)