REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE AUTEURSCONTRACTENRECHT
REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE AUTEURSCONTRACTENRECHT
per 1 oktober 2016
Begripsomschrijving
Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder:
stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Beroep en Bedrijf;
geschil : verschil van mening tussen een individuele maker en een exploitant, of tussen individuele makers en een exploitant, inzake een tussen hen van kracht zijnde exploitatieovereenkomst. In geval de exploitant de exploitatiebevoegdheid heeft overgedragen aan een derde waarmee een individuele maker c.q. individuele makers een verschil van mening heeft c.q. hebben, dan is eveneens sprake van een geschil.
commissie : de Geschillencommissie Auteurscontractenrecht ingevolge art. 25g Auteurswet aangewezen door de Minister van Veiligheid en Justitie, ingesteld en in stand gehouden door de stichting;
partijen : de maker(s) en de exploitant, partij in een overeenkomst die de verlening van exploitatiebevoegdheid ten aanzien van het auteursrecht tot hoofddoel heeft als bedoeld in artikel 25b lid 1 Auteurswet of ten aanzien van naburige rechten van de uitvoerend kunstenaar, als bedoeld in artikel 2b van de Wet op de naburige rechten dan wel een derde, aan wie de exploitatiebevoegdheid door de exploitant is overgedragen.
maker: : maker in de zin van artikel 4 Auteurswet, of ten aanzien van naburige rechten van de uitvoerend kunstenaar, als bedoeld in artikel 2b van de Wet op de naburige rechten zijnde een natuurlijke persoon of diens legataris of erfgenaam, alsmede de rechtspersoon die zich naar het oordeel van de commissie feitelijk in een vergelijkbare positie bevindt;
exploitant : de bij de Stichting aangesloten exploitant, waaronder de bij de Stichting aangesloten derde aan wie de exploitatiebevoegdheid is overgedragen;
klager : de partij die het geschil bij de commissie aanhangig maakt; wederpartij : de partij tegen wie het geschil aanhangig is gemaakt; Platform Makers : de stichting Platform Makers;
PCMI : de stichting Platform Creatieve Media Industrie.
Samenstelling en taak
Artikel 2 1. De commissie bestaat uit een door de stichting te bepalen aantal onafhankelijke leden: een of meer door de stichting aangezochte voorzitters en twee of meer door Platform Makers respectievelijk door PCMI voorgedragen leden. Alle leden worden benoemd door het bestuur van de stichting voor een periode van maximaal vier jaar. De (vice)voorzitter(s) dient(nen) de hoedanigheid van meester in de rechten te hebben.
Aan de commissie wordt een (plaatsvervangend) secretaris toegevoegd, die eveneens de hoedanigheid van meester in de rechten heeft.
Het secretariaat van de commissie wordt verzorgd door de stichting.
2. De voorzitter wijst ter behandeling van het geschil uit de leden van de commissie een individuele commissie van drie aan bestaande uit een voorzitter alsmede één op voordracht van Platform Makers en één op voordracht van PCMI benoemd lid. Indien de voorzitter van oordeel is dat het belang en/of de aard van het geschil zulks wenselijk maakt, wordt in afwijking van het voorgaande ter behandeling van het
geschil een commissie van vijf aangewezen, bestaande uit een voorzitter alsmede twee leden voorgedragen door Platform Makers en twee leden voorgedragen door PCMI.
Artikel 3 De commissie heeft tot taak beslechting van geschillen in de zin van artikel 25g Auteurswet inzake de toepassing van artikel 25c, eerste en zesde lid, 25d, 25e, 25f en 45d lid 1 Auteurswet.
Zij doet dit door in een dergelijk geschil primair een schikking tussen partijen tot stand te brengen of secundair als dat niet mogelijk blijkt een uitspraak te doen.
Bevoegdheid
Artikel 4 De commissie is bevoegd een geschil als genoemd in artikel 3 te behandelen, indien en voor zover de maker en de exploitant dit zijn overeengekomen.
Ontvankelijkheid
Artikel 5 De commissie verklaart de klager ambtshalve niet ontvankelijk:
a. indien het een geschil betreft waarover de betrokken partij(en) reeds bij de rechter een procedure aanhangig heeft (hebben) gemaakt of waarin de rechter reeds een uitspraak over de inhoud van het geschil heeft gedaan.
b. wanneer hij zijn klacht niet eerst heeft ingediend bij de wederpartij.
c. Indien klager onvoldoende belang heeft.
d. Indien niet is voldaan aan formele of procedurele eisen zoals blijkend uit dit reglement.
Artikel 6 De commissie verklaart de klager op verzoek van de wederpartij niet ontvankelijk wanneer hij de wederpartij niet in de gelegenheid heeft gesteld binnen een redelijke termijn tot een schikking te komen.
De behandeling van geschillen
Artikel 7 Nadat de Commissie het geschil in behandeling heeft genomen kan zij beide partijen een redelijke termijn geven waarbinnen zij kunnen pogen tot een schikking te komen. Met instemming van partijen kan daartoe door de commissie een bemiddelingsdeskundige ter beschikking worden gesteld.
Artikel 8 1. Partijen hebben het recht zich ter zake van een geschil door derden te laten bijstaan of vertegenwoordigen.
2. Het geschil dient aan de commissie te worden voorgelegd door middel van een door de commissie te verstrekken vragenformulier.
3. Het geschil kan ook door de gemachtigde van de individuele maker(s) aan de commissie worden voorgelegd zonder dat hij de identiteit van de maker daarbij bekend maakt. Artikel 17 is in dat geval van toepassing.
4. Een voorzitter van de commissie kan, na een summier onderzoek, het voorleggen van het geschil door de gemachtigde van de individuele maker(s) terstond bij een met redenen omklede beslissing afwijzen.
Artikel 9 1. Degene die een geschil voorlegt, is een door de stichting vastgesteld bedrag aan klachtengeld verschuldigd.
2. Het in lid 1 bedoelde bedrag wordt door de commissie niet terugbetaald, tenzij partijen tot een onderlinge oplossing komen voordat de wederpartij om zijn standpunt wordt gevraagd.
Artikel 10 Indien degene die een geschil voorlegt niet binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek voldoet aan het bepaalde in de artikelen 8 lid 2 en 9 lid 1, wordt hij geacht het geschil dat hij aanhangig heeft gemaakt te hebben ingetrokken. De commissie kan de termijn van één maand bekorten of verlengen.
Artikel 11 Na faillietverklaring van de wederpartij van de klager wordt de behandeling van het geschil geschorst, om alleen dan voortgezet te worden indien de verificatie van de vordering betwist wordt door de curator. In dat geval kan de curator in plaats van de gefailleerde partij de procedure bij de geschillencommissie voortzetten.
Artikel 12 1. De commissie stelt de wederpartij van de klager schriftelijk in kennis van het in behandeling nemen van het geschil, en stelt hem gedurende één maand in de gelegenheid zijn standpunt over het geschil schriftelijk aan de commissie kenbaar te maken. De commissie kan de termijn van één maand bekorten of verlengen, alsmede partijen opdragen zich schriftelijk nader uit te laten over gewisselde standpunten.
2. De in het eerste lid bedoelde standpunten worden door de commissie in afschrift aan de wederpartij toegezonden.
Artikel 13 1. Indien de commissie dit nodig acht of indien één partij of beide partijen hiertoe de wens te kennen geeft of geven, worden beide partijen opgeroepen teneinde mondeling te worden gehoord. De commissie stelt plaats, dag en uur vast en stelt partijen daarvan uiterlijk twee weken van tevoren op de hoogte.
2. De commissie kan partijen op hun verzoek toestaan getuigen of deskundigen mee te nemen teneinde dezen door haar te doen horen. De namen en adressen dienen uiterlijk één week voor de zitting van de commissie aan haar te zijn opgegeven.
Artikel 14 1. De commissie kan indien zij dat noodzakelijk acht zelf inlichtingen inwinnen, ondermeer door het horen van getuigen of deskundigen, door het instellen van een onderzoek of door het doen instellen van een onderzoek door één of meer door haar aan te wijzen deskundige(n).
De commissie geeft daarvan kennis aan partijen. Partijen kunnen bij het horen van getuigen of deskundigen desgewenst aanwezig zijn. De deskundige kan in elke stand van het deskundigenonderzoek een schikking tussen partijen beproeven.
2. De commissie verstrekt een afschrift van het deskundigenrapport aan partijen, die daarop binnen twee weken schriftelijk bij de commissie kunnen reageren. De commissie kan de termijn van twee weken bekorten of verlengen.
Uitspraak
Artikel 15 1. De geschillencommissie betrekt bij haar beoordeling van het geschil onder andere:
a. aard en inhoud van de overeenkomst, wederzijds kenbare belangen van partijen en overige omstandigheden van het geval;
b. relevante tweezijdige modelcontracten, relevante tweezijdige modelbepalingen of relevante tweezijdige normtarieven van representatieve belangenorganisaties: deze bepalingen en tarieven worden in beginsel billijk en redelijk geacht, tenzij deze tot kennelijk onredelijke consequenties leiden in het individuele geval;
2. De commissie beslist met meerderheid van stemmen.
3. De uitspraak wordt door de voorzitter ondertekend en schriftelijk aan partijen medegedeeld.
4. De uitspraak bevat, naast de beslissing, in elk geval:
a. de namen van de leden van de commissie;
b. de namen en woon-, c.q. vestigingsplaatsen van partijen, behoudens van de maker die anoniem wil blijven als genoemd in artikel 8 lid 3;
c. de dagtekening van de uitspraak;
d. de motivering van de gegeven beslissing.
Artikel 16 De commissie beslist over haar bevoegdheid, de ontvankelijkheid van partijen en het geheel of gedeeltelijk (on)gegrond zijn van de klacht.
Artikel 17 Wanneer het geschil door de gemachtigde van de individuele maker(s) aan de commissie is voorgelegd, kan de commissie, wanneer zij zich daarvoor voldoende geïnformeerd acht, uitsluitend beslissen wat zij voor recht houdt in de rechtsverhouding tussen de individuele maker(s) en de exploitant, zonder dat het in artikel 25g Auteurswet bedoelde rechtsgevolg intreedt.
Artikel 18 Indien de partijen bij de mondelinge behandeling tot een schikking komen, kan de commissie de inhoud daarvan in de vorm van een vaststellingsovereenkomst vastleggen. Het bepaalde in artikel 19 is in dat geval niet van toepassing.
Artikel 19 Indien de klager door de commissie geheel in het gelijk wordt gesteld, wordt in de uitspraak tevens bepaald dat de wederpartij aan de klager het door deze ingevolge artikel 9 betaalde klachtengeld geheel moet vergoeden. Indien de klager door de commissie gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld, kan in de uitspraak tevens bepaald worden dat de wederpartij aan de klager het door deze ingevolge artikel 9 betaalde klachtengeld gedeeltelijk moet vergoeden.
Artikel 20 1. De door partijen ter zake van de behandeling van het geschil gemaakte kosten komen voor hun eigen rekening, tenzij de commissie in bijzondere gevallen anders bepaalt. In een zodanig geval komen voor vergoeding door de geheel of gedeeltelijk in het ongelijk gestelde partij slechts in aanmerking de door de andere partij in redelijkheid gemaakte kosten en wel tot een maximum van vijfmaal het bedrag dat ingevolge artikel 9 lid 1, aan de commissie verschuldigd is.
2. De commissie kan in geval van misbruik van de procedure bij de commissie bepalen dat klager een bedrag aan de commissie betaalt als bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil. De hoogte daarvan is maximum vijfmaal het bedrag dat ingevolge artikel 9 lid 1, aan de commissie verschuldigd is.
Artikel 21 1. De voorzitter van de commissie kan uit eigen beweging of op een binnen twee weken na de verzenddatum van de uitspraak door een partij schriftelijk gedaan verzoek een kennelijke fout in de uitspraak herstellen, dan wel - indien de gegevens genoemd in artikel 15 lid 4 onder a tot en met c onjuist zijn vermeld - tot verbetering van die gegevens overgaan.
2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt in afschrift aan de wederpartij gezonden en schort de mogelijkheid van tenuitvoerlegging van de uitspraak op, totdat op het verzoek is beslist.
3. De wederpartij wordt twee weken in de gelegenheid gesteld op het verzoek als bedoeld in het eerste lid te reageren.
4. Herstel of verbetering geschiedt door schriftelijke mededeling aan partijen.
Artikel 22 Wordt het geschil niet binnen drie maanden nadat afschrift van de (herstelde of verbeterde) uitspraak van de commissie aan partijen werd verzonden bij de rechter aanhangig gemaakt, dan wordt hetgeen in de uitspraak is vastgesteld na het verstrijken van deze termijn geacht te zijn overeengekomen tussen partijen in de vorm van een vaststellingsovereenkomst. Voorgaande is niet van toepassing wanneer de commissie beslist op basis van artikel 17 van het reglement.
Beroep
Artikel 23 1. Partijen kunnen geschillen waarin door de commissie een beslissing is genomen in de zin van artikel 17 binnen twee maanden na verzending nogmaals in volle omvang ter beoordeling aan de commissie voorleggen.
2. De commissie die het geschil beoordeelt kan niet bestaan uit een voorzitter en leden die de beslissing hebben genomen waarvan in beroep wordt gekomen.
3. Op de behandeling van het geschil in beroep zijn de bepalingen van het reglement voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing.
4. Degene die het beroep instelt is daarvoor een door de stichting vastgesteld bedrag aan klachtengeld verschuldigd.
Artikel 24 In het geval van voormeld beroep wordt de uitvoering van de beslissing in eerste aanleg geschorst. In iedere stand van behandeling van het geschil in beroep kan op verzoek van één van de partijen de schorsing van de beslissing in eerste aanleg geheel of gedeeltelijk ongedaan worden gemaakt.
Geheimhouding, wraking en verschoning
Artikel 25 De leden van de commissie en de (plaatsvervangend) secretaris zijn tot geheimhouding verplicht ten aanzien van alle de partijen betreffende gegevens die hen bij de behandeling van het geschil ter kennis zijn gekomen.
Artikel 26 1. Elk van de leden van de commissie, die met de behandeling van het geschil belast zijn, kan door één of door beide partijen in het geschil worden gewraakt indien gerechtvaardigde twijfel bestaat aan zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid. Wraking kan worden gedaan uiterlijk binnen een week na de zitting waarop het geschil is behandeld.
2. Een wrakingsverzoek dient schriftelijk en gemotiveerd ingediend te worden. Tijdens een zitting kan het verzoek ook mondeling worden gedaan, maar dient het verzoek vervolgens uiterlijk binnen een week na zitting schriftelijk en gemotiveerd te worden ingediend. De behandeling van het geschil zal worden aangehouden totdat op het verzoek door de wrakingscommissie is beslist.
3. Een tijdig wrakingsverzoek wordt voorgelegd aan de wrakingscommissie van de stichting. De wrakingscommissie neemt het verzoek tot wraking zo spoedig mogelijk in behandeling. De procedure voor de behandeling van een wrakingsverzoek is vastgelegd in het reglement van de wrakingscommissie van de stichting.
4. Op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in het eerste lid kan een lid van de commissie zich ter zake van de behandeling van een geschil verschonen. Hij is verplicht dit te doen, indien de beide overige leden van de commissie, die aan de behandeling van het geschil zullen deelnemen, van oordeel zijn dat de bedoelde feiten of omstandigheden zich te zijnen aanzien voordoen.
5. In geval van terechte wraking of verschoning wordt het betrokken lid (of leden) vervangen door een ander lid (of leden) van de commissie.
6. Zodra partijen op de hoogte zijn gesteld van de beslissing van de wrakingscommissie, zal de behandeling van het geschil zo spoedig mogelijk worden voortgezet.
Slotbepalingen
Artikel 27 De uitspraak van de commissie kan, mits zonder vermelding van de namen en woon- c.q. vestigingsplaatsen of opgave van of verwijzing naar andere elementen die tot herkenbaarheid zouden kunnen leiden van partijen, op een door de stichting te bepalen wijze worden gepubliceerd.
Artikel 28 De stichting, de leden van de commissie en de (plaatsvervangend) secretaris zijn niet aansprakelijk voor enig handelen of nalaten met betrekking tot een geschil waarop dit reglement van toepassing is.
Artikel 29 In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de commissie die het geschil behandelt, met inachtneming van eisen van redelijkheid en billijkheid.
Artikel 30 De werking van het reglement wordt opgeschort dan wel beëindigd indien de financiering van de geschilbehandeling ontoereikend is om nieuwe geschillen in behandeling te nemen. Het reglement blijft van toepassing op reeds in behandeling genomen geschillen.