UW REF. ONZE REF. DATUM BIJLAGE(N)
UW REF. ONZE REF. DATUM BIJLAGE(N)
CONTACT XXXXXXXX XXXXXXXX
FAX 00 000 00 00
E-MAIL xxxxxxxx.xxxxxxxx@xxxxxx.xxxxxxx.xx
Directoraat-generaal Xxxx, Plant en Voeding
Dienst Voedingsmiddelen, Dierenvoeders en andere Consumptieproducten
Aan de werkende en plaatsvervangende leden van de Adviesraad inzake voedingsbeleid en gebruik van andere consumptieproducten
Notulen van de vergadering van de Adviesraad inzake voedingsbeleid en gebruik van andere consumptieproducten – 28 juni 2016
Agenda
1. Bezoek EFSA
a. Europe is what we make of it together: Stakeholder Engagement. Xxxxxxxx Xxx, Uit- voerend Directeur van de Europese Voedselautoriteit (EFSA)
b. Vragen/antwoorden
2. Goedkeuring van de agenda
3. Goedkeuring van het verslag van de vergadering van 16 februari 2016
4. Voorstelling van het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het K.B. van 3 maart 1992 betreffende het in de handel brengen van nutriënten en van voedingsmiddelen waaraan nutriënten werden toegevoegd (X. Xx Xxxx/X. Xxxxxxx)
5. Landbouwcontaminanten: blauwzuur in abrikozenpitten, THC in hennep, opiumalkaloïden in maan- zaad, tropaanalkaloïden, zearalenon, Alternaria toxines (X. Xxxxx)
6. Codex Alimentarius:
6.1. Verslag Codex Committee on Food Additives: vragen? (X. Xxxxx)
6.2. Verslag Codex Committee on Contaminants in Food: vragen? (X. Xxxxx)
6.3. 43ste sessie van het Codex Committee on Food Labelling: vragen? (J. Pottier/L. Ogiers)
7. Korte update:
7.1. Milieu- en procescontaminanten (o.a. KB As in voedingssupplementen, MCPD & glycidyl es- ters, perchloraat, minerale olie koolwaterstoffen) (I. De Boosere)
7.2. Hygiëne: TTX in tweekleppigen (I. De Boosere)
7.3. Additieven: call for data (X. Xxxxx)
7.4. Vernieuwing van de adviesraad
8. Komende evenementen, conferenties en workshops
Xxxxxx Xxxxxxxxxx 40, bus 10 ● 0000 Xxxxxxx ● xxx.xxxxxxxxxx.xxxxxx.xx
9. Varia
NOTULEN VAN DE VERGADERING
1. Bezoek EFSA
a. Europe is what we make of it together: Stakeholder Engagement. Xxxxxxxx Xxx, Uitvoerend Directeur van de Europese Voedselautoriteit (EFSA)
EFSA_B URL
M. De Win verwelkomt de vertegenwoordigers van EFSA: Xxxxxxxx Xxx (Executive Director), Xxxxxx Xxxxxxx (EFSA Acting Head of Department, Scientific Evaluation of Regulated Products) en Xxxx Xxxx (EFSA Deputy Head of AFSCO Unit) alsook X. Xxxxxxx, vertegenwoordiger van de Minister van Landbouw. Hij stelt ook kort de samenstelling van de Adviesraad voor.
Vervolgens neemt de heer B. Url het woord in het Engels met simultaan vertaling in FR en NL. Hij dank vooreerst de heer M. De Win voor de inleiding en voor de uitnodiging.
Europa is wat we er zelf van maken, samen, het is een relevante topic vandaag de dag. De focus van de presentatie ligt op hoe EFSA overlegt en samenwerkt met de stakeholders. Zoals vanmorgen gezegd is de wetenschappelijke opinie van weinig waarde als ze niet het vertrouwen krijgt van de gemeenschap. Er zijn genoeg voorbeelden waarbij de wetenschappers een relatief duidelijke overtuiging hebben maar ze er niet in slagen om de publieke opinie ervan te overtuigen, bijvoorbeeld als het gaat om GGO’s.
XXXX probeert op een bedreven en interactieve manier uit te leggen wat ze doet en wat ze verwacht. Ze tracht ook informatie te krijgen van producenten, consumenten en NGO’s over wat zij verwachten van XXXX en hoe ze haar kennis tot bij de mensen kan brengen. Wat we willen uitleggen is wie zijn we, wat onze globale drijfveren zijn, wat onze manier van werken beïnvloed, wat de uitdagingen zijn en hoe we dat vertalen naar het engagement met de stakeholders.
De Meeste adviezen van EFSA worden geproduceerd via de experten (in werkgroepen). EFSA produ- ceert ongeveer vijfhonderd wetenschappelijke adviezen per jaar. EFSA wordt volledig gefinancierd door publieke middelen. Je kan je afvragen waarom de belastingbetaler hiervoor moet opdraaien. Om- wille van de onafhankelijkheid van EFSA! EFSA werkt met een jaarbudget van 80 miljoen euro.
We zijn gevestigd in Parma met ongeveer 450 stafmedewerkers. We werken samen met ongeveer 1500 experts van heel Europa. De meeste van onze expertise wordt geproduceerd door deze experten. Ook Belgische wetenschappers leveren een belangrijke bijdrage in ons netwerk via werkgroepen, weten- schappelijke panels en netwerken en helpen ons bij het tot stand brengen van de adviezen.
We werken ook samen met ongeveer 400 onderzoekinstituten, universiteiten, risicoassessmentinstitu- ten in Europa en in de wereld en produceren ongeveer 500 wetenschappelijke outputs per jaar.
We geven adviezen in 10 verschillende domeinen binnen de ganse voedselketen: plantengezondheid, dierengezondheid, additieven, biologische en chemische hazards, …. Dus de hele voedselketen is hier- mee afgedekt.
Het budget van 80 miljoen euro per jaar wordt volledig afgedekt door de belastingbetaler. EFSA heeft geen andere inkomsten. Je zou dit kunnen bekritiseren en dit werd besproken met de Europese Com- missie maar er werd besloten dat EFSA volledig onafhankelijk moest zijn. Dus het mag geen geld van de industrie krijgen. Dit is een faire benadering hoewel het in de farmaceutische sector volledig anders is. De farmaceutische bedrijven moeten zelf betalen voor de evaluatie van hun dossiers, zowel op na- tionaal als op Europees niveau.
De taken bestaan uit vier grote pijlers.
• De grootste pijler is het geven van wetenschappelijke adviezen (het adviseren) ten behoeve van het risicomanagement in hoofdzaak van de Commissie maar ook ten behoeve van de lid- staten. EFSA komt niet tussen in het risicomanagement. De commissie en de lidstaten nemen de beslissingen op basis van de EFSA-adviezen. Er wordt dus een duidelijk een belangrijk on- derscheid gemaakt tussen het risk assessment en het risk management Europa is daar heel
strikt in. Dit was een van de belangrijkste lessen die werden getrokken uit de BSE-crisis. We- tenschap moest volledig los staan van economische, politieke, religieuze of andere belangen.
• Onze tweede grote taak is het communiceren met het grote publiek over de risico’s binnen de voedselketen. Het is een uitdagende taak te communiceren met 500-miljoen inwoners. Daar- voor zijn heel wat tools beschikbaar maar soms falen we in onze communicatie. Soms is het moeilijk de argumenten over te brengen op het publiek, waarom EFSA tot een bepaalde con- clusie komt en anderen soms tot een andere conclusie komen (bijvoorbeeld in het dossier gly- fosaat).
• De derde pijler van onze genetische code is samenwerking. EFSA kan niet bestaan zonder sa- men te werken, in hoofdzaak met de lidstaatautoriteiten. Zonder de politieke steun van de lid- staten kan EFSA niet bestaan, zij moeten de nodige experts ter beschikking stellen van EFSA.
• De vierde taak is het identificeren van de opkomende risico’s. XXXX heeft ook tot taak om deze opkomende bedreigingen te identificeren en te analyseren voordat ze schade berokkenen.
Wat onze operaties (business als ik het zo mag noemen) sterk beïnvloedt, is dat de risico’s meer en meer geglobaliseerd zijn door de globalisering van de handel. Zo is er bijvoorbeeld een ziekte (inge- voerd uit midden Amerika) die grote schade aanricht in de olijfteelt in Italië. Dit vormt ook een bedrei- ging voor Spanje, Griekenland, Frankrijk, dus sanitaire maatregelen zijn vereist om verspreiding tegen te gaan. Idem voor risico op migratie van chemische en microbiologische hazards en dierziekten door grensoverschrijdende bewegingen van dieren en mensen. Door de migratiecrisis en oorlogen zoals in Syrië en vanuit Noord-Afrika en de grote bewegingen van mensen die ermee gepaard gaan, en die ook dieren meenemen, is er een veeziekte (lumpy skin disease) via Turkije vanuit Afrika in Griekenland, Bulgarije en Servië beland. Deze migratiebewegingen zorgen voor zeer grote uitdagingen op vlak van risicoassessment.
Een ander belangrijke drijfveer is de innovatie in de voedingsindustrie met de ontwikkeling van nieuwe producten, processen, nanomaterialen, synthetische biologie, nieuwe teelttechnieken zoals het wijzigen van DNA. Hoe gaan we daar mee om? Deze ontwikkelingen en hun wetenschappelijke complexiteit vormen een grote uitdaging voor het werk van EFSA. Ons werk wordt aangedreven door de weten- schappelijke ontwikkelingen in de voedingsindustrie. Door deze complexiteit wil de consument ook beter en beter beschermd zijn. We kijken niet meer naar een parasiet of een chemische substantie. Het gaat om chemische mengsels. We bekijken ook holistische invloeden, bijvoorbeeld met betrekking tot het overleven van bijenkorven. Het gaat hier niet alleen meer om ziekten, chemische stoffen, parasie- ten en over hoe de landbouwers werken.
Dus er komen grote uitdagingen op ons af waar we een antwoord moeten op bieden met nieuwe en innovatieve benaderingen. De drie belangrijkste ingrediënten in risicoassessment daarvoor zijn het vol- gen van een wetenschappelijke methodologie (methods), het gebruik maken van data en wetenschap- pelijke literatuur (evidence) en het aanwenden van de hersenen (expertise).
Een van de waarden van EFSA om deze doelstellingen te bereiken is openheid. Dit betekent niet enkel transparantie, laten zien wat we doen, welke data we gebruiken, welke experts we gebruiken, methodo- logie, maar het gaat een stap verder en heeft ook betrekking op engagement. Hoe kunnen we het pu- bliek laten deel uitmaken van ons wetenschappelijk productieproces. Dit is een hele uitdaging want het publiek bestaat niet alleen uit wetenschappers.
Hoe kunnen we het publiek betrekken en mede-eigenaar maken en het gevoel geven dat het kan bijdra- gen tot het wetenschappelijke werk van XXXX, bijvoorbeeld door bepaalde context te delen en aspec- ten te belichten die EFSA zelf misschien niet ziet? We moeten ook trachten om meer wetenschappers in de Europese gemeenschap die gewoonlijk niet in contact staan met EFSA, te bereiken en te betrek- ken bij het werk van XXXX om hen aan te moedigen waar mogelijk ook een bijdrage te leveren en con- text uit te wisselen, bijvoorbeeld door zich gedurende het weekend een paar uur te buigen over een kwestie waar EFSA over moet oordelen.
Dit maakt deel uit van de openheidsinitiatieven van EFSA zoals ook crowd sourcing (beroep doen op de creativiteit, de intelligentie en de knowhow van een groot aantal personen in onderaanneming) tot een nieuwe stakeholderbenadering kan leiden en een manier is om de wetenschap bij de bevolking te brengen. Als we dit niet doen dan zal de gemeenschap ons niet geloven en ons ook niet vertrouwen. En als de wetenschap niet geloofd wordt, heeft ze weinig of geen waarde!
We moeten ook kijken hoe we gebruik kunnen maken van de innovaties die de industrie op de markt brengt in het kader van Risk assessment. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van cognitive computing die voor een deel het menselijk brein kan vervangen. Zie bijvoorbeeld een oud Aziatisch spel Go (complexer dan schaak) waarvoor Google software heeft ontwikkeld en waarbij voor het eerst de com- puter het wint van de beste Koreaanse Go-meesterspeler. Ook EFSA experimenteert met het aanwen- den van cognitive computing bijvoorbeeld voor pre-risicoassessment voor de evaluatie van literatuur.
De benadering van EFSA rond het stakeholder engagement is vervat in de EFSA 20-20 strategie. Er werden 5 strategische objectieven vooropgesteld in de stakeholder engagement benadering.
• Belangrijkste doelstelling is het prioritiseren van het publiek engagement in het proces van we- tenschappelijke risicoassessments.
• Een tweede objectief is het uitbreiden van de evidence base en maximaliseren van de toegang tot onze data voor het publiek. We produceren niet enkel risico-assessment maar stellen de data die we produceren beschikbaar en maken die op die manier herbruikbaar voor anderen, voor academische onderzoek, product- en softwareontwikkelaars, creatie van nieuwe weten- schap, dus voor ontwikkeling van nieuwe kennis.
• Derde objectief is het uitbouwen van nieuwe assessment capaciteit en een wetenschapscom- munity. We moeten één risk assessment community uitbouwen en één risk assessment agenda. We hebben een lange oefening te maken met een Europa van 28 lidstaten maar het gaat lang- zaam maar zeker vooruit.
• We moeten ons voorbereiden op toekomstige risk assessment uitdagingen. Dat is moeilijk en riskant. In een tijd van snelle wijzigingen is het moeilijk te plannen op lange termijn. Planning maken voor 10 jaar is quasi onmogelijk geworden. We weten niet wat we nodig zullen hebben binnen 5 jaar. De wereld zag er 5 jaar geleden ook helemaal anders uit. We kunnen niet plan- nen op basis van wat we weten maar we moeten ook plannen voor het onwetende. We moe- ten onze kennis organiseren rekening houdend met kennis die we nog niet hebben. We moe- ten dus voorbereid zijn! De kwestie is dus niet het plannen voor iets toekomstigs maar ons in een status van voorbereidheid bevinden zodat we een antwoord kunnen bieden op toekom- stige risk assessment uitdagingen.
• Een interne omgeving en cultuur creëren die de waarden van EFSA reflecteert. Dit is een doelstelling binnen EFSA zelf.
Wat betekent dit voor onze stakeholders engagement principes? Alle stakeholders zouden de mogelijk- heid moeten hebben om met EFSA samen te werken. Dit was niet het geval tot nu. Tot nu hadden we een stakeholderplatform van 24 leden, die een mix vertegenwoordigen van organisaties uit de industrie, consumentenorganisaties, NGO’s, ... Het is een heel representatieve mix voor de food- en feedsector maar was dus beperkte was 24 leden. Nu hebben we het EFSA-stakeholderforum opengesteld voor alle organisaties die aan bepaalde criteria beantwoorden. Dus om het even welke organisatie die aan be- paalde criteria beantwoordt, kan zich laten registreren als lid van het EFSA-platform. We willen ook meer doelgericht werken en dus niet enkel praten over grote strategieën maar ook met subgroepen van stakeholders willen we meer op technisch niveau samenwerken over specifieke thema’s met betrekking tot gezondheidsaspecten, die meer gericht zijn op specifieke aspecten, bijvoorbeeld gericht op GGO’s.
We willen dus meer samenwerken met de stakeholders en hen meer betrekken om samen met hen een moderne organisatie te vormen. Het is niet voor de show dat we een stakeholderplatform hebben. Ook in een meer holistische benadering willen we informatie krijgen. We willen enerzijds meer informatie van de stakeholders en anderzijds ook onze zienswijze met hen delen.
We hebben de stakeholders in 7 categorieën opgesplitst: de voedingsindustrie, landbouw/primaire productie, distributie en horeca, milieu en gezondheids-NGO’s, consumentenorganisaties, academici, praktijkbeoefenaars. Iedere categorie zal één vertegenwoordiger selecteren om hen te vertegenwoordi- gen in wat wij noemen het stakeholderbureau. Van 24 leden gaan we dus evolueren naar een benade- ring met een forum waarbij er honderd of tweehonderd leden kunnen bijkomen. Om dit te managen hebben we een ‘Bureau’ van 7 leden die deze 7 stakeholdercategorieën vertegenwoordigen.
Naast deze grote groepen gaan we in meer doelgerichte structuren kleinere groepen organiseren die een meer technische benadering zullen volgen en zullen interageren met de stakeholders op technisch
vlak: gemandateerde werkgroepen, discussiegroepen voor specifieke topics, ronde tafels NGO’s - indu- strie, communicatorenlabs, infosessies, ….
Deze nieuwe stakeholdersaanpak is helemaal nieuw en werd pas 3 weken geleden goedgekeurd door de raad van bestuur van EFSA. We hebben met de nieuwe structuur nog geen ervaring. Het oude model was 10 jaar van toepassing. Het is tijd voor een nieuwe aanpak met meer stakeholders en om meer doelgericht te werken. Tegen ons volgende bezoek, laat ons zeggen binnen 3 jaar, kunnen we deze vol- ledig nieuwe aanpak van stakeholder management evalueren en verslag hierover uitbrengen. De bedoe- ling is de beste waarde tot bij de stakeholders te brengen.
M. De Win bedankt de heer Xxx en zegt dat hij geen 3 jaar moet wachten om terug te komen om de resultaten en de ervaringen via de nieuwe aanpak van het stakeholder-engagement te delen met ons. Naast laat ons zeggen de structuur van EFSA is ook de filosofie van waaruit EFSA werkt, the state of mind, zeer belangrijk. Een aantal belangrijke woorden zijn: trust of society die moet worden gevonden en moet behouden blijven, stakeholdermanagement, aandacht voor globalisatie en innovatie. Ook de zeer innovatieve aanpak van wat men verstaat onder transparantie en participatieve aanpak. Ook het idee dat we niet precies weten waar we naartoe gaan, wat we moeten onderzoeken maar dat we moeten klaarstaan om op een bepaald moment de juiste keuzes te maken.
Vragen/antwoorden
M. De Win nodigt de leden van de adviesraad uit tot een kleine vragenronde. We hebben vooraf reeds een aantal vragen schriftelijk ontvangen maar de vragenronde is niet beperkt tot deze vooraf ontvangen vragen.
Nvdr: De vraagstelling na de presentatie kan wat afwijken van de vragen die voorafgaandelijk schriftelijk werden gesteld. Zie bijlage:
Stakeholders_Ques tions.pdf
Vragen FWA
X. Xxxxxxx: Ik hoor hier nu hoe EFSA zal te werkt gaan in de toekomst, welke engagementen worden aangegaan. Het is soms moeilijk om de wetenschappelijke adviezen tot bij de stakeholders en het pu- bliek te krijgen, sommige worden ook gecontesteerd of in twijfel getrokken. Als er nog meer personen hun mening formuleren en worden betrokken bij het vormen van een advies, zal het dan niet nog moeilijker worden om tot eenduidige resultaten en adviezen te komen ?
B. Url: Binnen EFSA moeten we altijd blijven werken vanuit wetenschappelijke principes. We kunnen binnen EFSA niet stemmen voor of tegen of zeggen ik hou ervan of ik hou er niet van. We vertrekken vanuit drie vaste ingrediënten: evidentie, methodologie en expertise. Dat zal niet veranderen in de toe- komst. Wat we willen doen is de samenleving de kans geven om beter te begrijpen waarom we een der- gelijke benadering volgen, welke data, modellen, experten we gebruiken en hoe zij tot een conclusie ko- men. Dat kan helpen te begrijpen waarom het resultaat van een wetenschappelijk assessment is wat het is.
Wat we bijvoorbeeld in het EP dikwijls zien, is dat als een EFSA-opinie de politieke agenda van een bepaalde groep volgt, dan is het fantastisch wat EFSA heeft gedaan. Als dezelfde mensen met dezelfde methodologie tot de conclusie komen dat er geen gezondheidsrisico is bij juist gebruikt, en die conclu- sie indruist tegen een politieke agenda, dan is het een schandaal, dan is EFSA corrupt en zouden haar activiteiten moeten worden gestopt. Xxx werkt XXXX xxxxxxxx voor de industrie. Wat we zien is dat wetenschap wordt gebruikt voor de politieke objectieven die sommigen hebben. We zijn nog niet in een stadium beland waarbij alle leden van het Parlement zich kunnen neerleggen bij een betrouwbare EFSA-opinie als ze er niet van houden. Als men schiet op een wetenschapper die een politieke overtui- ging niet volgt, dan is er een probleem. Velen politici schieten op de Europese instellingen omdat ze politiek voordeel willen halen op nationaal vlak. Daarom moeten we voldoende transparantie bieden en de mogelijkheid geven om vertrouwen te hebben in het proces. We hopen dat het op die manier makkelijker wordt de wetenschappelijke boodschap over te brengen. We zijn niet zeer optimistisch maar we blijven proberen.
X. Xxxxxxx zegt positief te staan t.o.v. de transparantie die EFSA verschaft. Als het EFSA-forum zich uitspreekt over een bepaald thema moet daar voldoende zichtbaarheid aan gegeven worden, niet enkel aan de politieke consequenties die er soms worden aan gekoppeld.
Vragen FEVIA
X. Xxxxxxx: ik zou vooreerst willen ingaan op de data collectie m.b.t. voedselconsumptiegegevens. In diverse lidstaten worden gegevens ingezameld voor EFSA. Hoe zal dat in de toekomst worden xxxxxx- xxxxxxx. We willen zeker zijn dat de data bruikbaar zijn en vermijden dat verschillende manieren van gegevensinzameling worden toegepast.
B. Url: EFSA heeft voor de voedselconsumptiepeilingen een bepaalde methodologie ontwikkeld (ge- noemd EU-menu road check). EFSA kan de lidstaten ook een bepaald bedrag betalen voor het inza- melen van gegevens (maar kan niet alles kosten betalen) en probeert de beschikbare middelen te verde- len over alle 28 lidstaten en voor gegevens over alle leeftijdsgroepen van de bevolking. We schrijven geen specifieke software voor (wat eens het idee geweest is maar niet haalbaar was wegens grote ver- schillen tussen tools en benaderingen van de lidstaten). Maar we zorgen ervoor dat de gegevens zo ver- gelijkbaar mogelijk zijn door de methodologie waarmee de data worden verzameld. Uit de praktijk van de laatste 10 jaar blijkt dat de gegevens van hoge kwaliteit zijn en ons in staat stellen om risicoanalyses te maken op een verfijnd niveau. De laatste 10 jaar is daar ook nog veel vooruitgang in geboekt en we mogen trots zijn op de brede basis en de hoge kwaliteit van de data die we ingezameld hebben.
X. Xxxxxxxxxxxx: voor de voedingsindustrie en de hele toevoerketen was de oprichting van EFSA een van de grote mijlpalen van de laatst decennia. Ik ben het eens met wat u heeft gezegd, wetenschappe- lijke gegevens zonder geloofwaardigheid hebben geen waarde. Dat was precies de bestaansreden en de essentie van EFSA. Sindsdien zijn belangrijke stappen gezet.
Een eerste vraag: EFSA verdient de beste experten en heeft die ook nodig en doet daar ook heel wat inspanningen voor om die aan te trekken. We horen soms dat door de kritische opinie van de bevol- king t.o.v. de wetenschappers, zij niet altijd in een comfortabele positie worden geplaatst. Een juiste balans is nodig en transparantie en betrokkenheid kunnen een deel van de oplossing vormen. Kunt u wat dieper ingaan op wat de concrete plannen zijn om ervoor te zorgen dat EFSA de beste experten blijft aantrekken?
B. Url: hoe kan EFSA ervoor zorgen dat ze de beste beschikbare expertise in huis haalt? Dit heeft meerdere facetten. Hoe kunnen we de beste expertise hebben en toch de onafhankelijkheid waarbor- gen? We werken niet met de mensen uit de industrie zelf. Punt. Dat is een beslissing die een prijs heeft maar het voordeel heeft van onafhankelijkheid om objectieve wetenschap te produceren, wat onze be- staansreden is. Dat is een deel van de beschikbare expertise die we niet kunnen benutten. Hoe kunnen we het andere deel aantrekken, de academische wereld, de onderzoeksinstituten van de lidstaten, risico- assessment-organisaties, ... ? Het is ook een politieke vraag. In hoever willen de lidstaten steun verlenen en hun medewerkers voor EFSA laten werken. Die instellingen moeten hun medewerkers toelaten om voor EFSA te werken gedurende soms tot 50 dagen per jaar en hen zelf betalen zonder compensatie. Het lijkt geen goede deal maar het is een vorm van een lidstaatbijdrage aan Europa. Europa is voor het moment wel niet zo aantrekkelijk. Het is nu economische crisis in heel wat lidstaten. Hoe kunnen we attractief genoeg blijven en hoe kunnen de lidstaten Europa politiek steunen om ervoor te zorgen dat we de beste expertise krijgen?
Anderzijds moeten we ook de job aantrekkelijk maken voor de wetenschappers door te trachten routi- netaken te verminderen, de wetenschap aantrekkelijk te maken, netwerking en globale samenwerking aan te moedigen, dat maakt de job interessant voor de onderzoekers. We moeten ook de administra- tieve lasten verminderen. We moeten dus een balans zoeken tussen de beste expertise en de grootst mogelijke onafhankelijkheid. Tot nu toe is EFSA daarin geslaagd maar niet iedereen is het daar mee eens.
J. Kleiner: de kritiek van de publieke opinie op EFSA kan ook mensen weerhouden om voor EFSA te werken. We werken in alle onafhankelijkheid en hebben daar duidelijke regels voor maar voor som- mige NGO’s en parlementariërs is dit onvoldoende. Naar een workshop gaan die mede betaald wordt door de industrie wordt soms al beschouwd als belangenvermenging. We kunnen niet vermijden dat
experten worden aangevallen, hoewel er volgens ons geen belangenconflict is. We moeten de experten ten volle blijven steunen.
X. Xxxxxxxxxxxx: een tweede vraag die niet schriftelijk werd meegedeeld maar is ingegeven door de in- leiding van uw presentatie en gaat over risicocommunicatie: we zien dat in de traditionele media, ook sociale media, rond voedsel en wetenschap rond voedsel, er angst en conflicten worden gecreëerd en dit tegen een nooit geziene snelheid. Een van de issues is, hoe ziet u de rol van EFSA in risicocommu- nicatie en in dit soort evoluties? Is EFSA voldoende uitgerust om hier een antwoord op te bieden.
B. Url: Wat we moeten doen is bij het principe blijven dat we goede wetenschap moeten blijven produ- ceren. We moeten dus niet snel iets willen gaan doen dat niet goed is. We maken ook gebruik van de nieuwe communicatiemiddelen om te communiceren over de manier waarop wij aan wetenschap pro- duceren. Soms zijn we te traag daarin maar we moeten ook rekening houden met de financiële midde- len die we hebben. Hoe gebruiken we die het beste? We kunnen geen 40-miljoen euro investeren in communicatie want onze corebusiness is wetenschappelijk advies geven. De vraag is dus ook, hoe kun- nen we de hefbomen van andere lidstaatorganisaties aanwenden door gebruik te maken van hun net- werk van communicatoren en zo de krachten bundelen om de sociale netwerken te bereiken. Met het advies over Glyfosaat is dat bijvoorbeeld niet helemaal gelukt, het betreft ook een heel controversieel dossier. Bisfenol-A, GGO’s en aspartaam liggen ook moeilijk. Het advies over de veiligheid van cafeïne was veel minder controversieel.
X. Xxxxxxxx bevestigt dat BE voor de voedselconsumptiepeilingen de criteria van de guidelines van EFSA in aanmerking neemt.
Vragen COMEOS
X. Xxxxx: in verband met opkomende risico’s, twee delicate thema’s zijn voedselfraude en voedselvei- ligheid in het licht van terroristische aanslagen. Dit laatste wordt een belangrijke opkomende dreiging of beter gezegd is een reeds bestaande dreiging. U spreekt over transparantie, data sharing, vertrouwen tussen operatoren en lidstaatautoriteiten maar criminele activiteiten blijven een donkere vlek. Data sha- ring moet op de juiste manier gebeuren, vooral als het om delicate data gaat. Wat betreft het vertrou- wen tussen operatoren en lidstaatautoriteiten, misschien is er nog te weinig vertrouwen van de autori- teiten door fraudegevallen. We moeten zoals u heeft gezegd, voorbereid zijn op het onwetende maar ik heb het gevoel dat rond bepaalde thema’s men wil dat bepaalde zaken onbekend blijven.
B. Url: wat fraude en terrorisme betreft, als daarover een advies wordt gevraagd, hebben we er mee te maken maar het is niet onze hoofdtaak. Van zodra een veilig ingrediënt vervangen wordt door een on- bekend ingrediënt is er een veiligheidsprobleem. Bijvoorbeeld het aanwenden van vlees van sportpaar- den voor consumptie. Daar konden residuen in aanwezig zijn van geneesmiddelen. Er was een klein veiligheidsrisico maar het ging om economische fraude. Dus ja, als het over de veiligheid gaat is EFSA betrokken partij. EFSA heeft niet vaak te maken met voedselfraude, enkel als daarover een weten- schappelijk advies wordt gevraagd omtrent de veiligheidsrisico’s, bijvoorbeeld van bepaalde toxines of micro-organismen. Voor fraude zijn in eerste instantie ander autoriteiten bevoegd, ook meer en meer op Europees niveau sinds het paardenvleesincident.
M. De Win besluit dat terrorisme in de eerste plaats een zaak is van de veiligheidsdiensten maar die hebben ook nood aan goed wetenschappelijk advies en ook aan analysecapaciteit om de aard van de risico’s correct in te schatten.
Vragen FEVIA
X. Xxxxxxxxxxxx: u heeft reeds gesproken over uiteenlopende wetenschappelijke standpunten tussen lidstaten en EFSA maar die zijn er ook op internationaal niveau. Sommigen misbruiken deze situatie (zie glyfosaat). Vandaar het belang om ook nauwer samen te werking in de toekomst op internationaal niveau.
X Xxxxxxx: EFSA werkt ook goed samen met derde landen, US FDA, Japan, Canada, en wereldorganisa- ties als WHO, enz. via samenwerkingsmechanismen. Het doel is informatie te delen en te komen tot een gezamenlijke geharmoniseerde methoden voor risico-evaluatie.
Er is dus nauwe samenwerking en uitwisseling (soort memorandum voor samenwerking) maar er is nog geen wettelijk kader hiervoor. Wat betreft uiteenlopende standpunten rond Glyfosaat, dit was een heel specifiek geval doordat sommige organisaties andere onderzoeksmethoden of bewijsmateriaal ge- bruiken. IARC werkt bijvoorbeeld enkel met gepubliceerde informatie, XXXX xxxxxxx alle beschikbare informatie (dus ook informatie die niet gepubliceerd werd). We wilden dit uitklaren in een meeting
maar die is niet doorgegaan. Het is niet wenselijk om met uiteenlopende adviezen naar buiten te ko- men. dit was een betreurenswaardige situatie. Dit betekent niet dat EFSA niet samenwerkt met IARC. We nodigen hen ook uit naar onze vergaderingen en werken soms samen op technisch vlak of als ob- servator. De samenwerkingsmechanismen moeten dus nog verder worden ontwikkeld en als er tegen- strijdige opinies zijn moeten we daarover ten minste duidelijk kunnen communiceren en uitleggen hoe het komt dat die verschillende meningen er zijn.
X. Xxxxxxx: Is er de mogelijkheid tot het organiseren van bilateraal overleg tussen een applicant en EFSA, voorafgaand aan het indienen van zijn dossier bij EFSA? Wat zijn de intenties van EFSA op dit vlak? Een ontmoeting voorafgaand aan het indienen van het dossier zou nuttig kunnen zijn en heel wat clock stops kunnen vermijden.
J. Kleiner: voorafgaand bilateraal overleg is niet voorzien door de wetgever voor de activiteiten van EFSA. XXXX heeft ook niet de middelen om in dialoog te treden met elke applicant. We doen ander- zijds wel inspanningen om daarin tegemoet te komen, bijvoorbeeld hebben we de nieuwe dienstencata- logus, richtlijnen waarin de criteria zijn vermeld voor het indienen van dossiers, een focusgroep en conceptpapers met de datavereisten. EFSA overweegt wel een voorafgaande administratieve controle (naast de wetenschappelijke beoordeling) van de dossiers als ze worden ingediend. Ook het organise- ren van vergaderingen met groepen van kandidaat-applicanten om specifieke problemen te bespreken wordt overwogen maar is nu nog niet mogelijk.
B. Url: het is ook belangrijk omwille van de onafhankelijkheid. Daarom organiseert EFSA geen bilate- raal overleg op wetenschappelijk niveau. Er zou altijd een perceptie van beïnvloeding van de experten kunnen zijn! Dit is anders bij de geneesmiddelen, daar moet de operator bilateraal overleggen met EMEA voorafgaand aan het indienen van een dossier om het dossier beter te maken en de beoordeling te vergemakkelijken. Het is altijd een afweging tussen het stroomlijnen van het proces van risico-evalu- atie en het bewaren van de perceptie van onafhankelijkheid. De voedingssector is een gevoeliger thema hiervoor, voedsel is veel emotioneler dan geneesmiddelen. Met voedsel zitten we niet in de ziekte-busi- ness. Bij geneesmiddelen is de aanvaarding door de publieke opinie veel groter. Als we ziek zijn aan- vaarden we veel, bijvoorbeeld neveneffecten, GGO-vaccins of -insuline.
X. Xxxxx merkt nog op dat iedere operator ook met zijn vragen bij de FOD terecht kan voordat hij een uitbreidingsdossier voor een additief indient bij de Europese Commissie. De Commissie wil dit ook stimuleren om de kwaliteit van de ingediende dossiers te verbeteren. De FOD gaat de dossiers zelf niet schrijven en wil ook onafhankelijk blijven maar kan toch uitleggen hoe de dossiers moeten worden sa- mengesteld.
M. De Win bedankt de EFSA-delegatie voor de aanwezigheid, openheid en transparantie, ook in naam van de voorzitter van de FOD, de heer Xx Xxxxxx. De holistische benadering van EFSA sluit ook aan bij onze bekommernis: ‘One World, One Health’, een waarde die we delen. ook het woord samenwer- ken is zeer belangrijk. ‘Samenwerking loont’, zowel intern binnen de administratie, met andere organi- saties en sectoren, lidstaten, EFSA of de Europese Commissie.
2. Goedkeuring van de agenda
M. De Win zit de vergadering voor. Ph. Xxxxxxx is verontschuldigd. Er zijn geen bijkomende variapunt.
3. Goedkeuring van het verslag van de vergadering van 16 februari 2016
De opmerkingen van FEVIA die per mail werden ontvangen, zijn opgenomen in het ontwerpverslag. Het verslag wordt goedgekeurd.
2016_02_16_Advisor y_board_report_NL_
4. Voorstelling van het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het K.B. van 3 maart 1992 betreffende het in de handel brengen van nutriënten en van voedingsmid- delen waaraan nutriënten werden toegevoegd –ontwerp volgt- (X. Xx Xxxx/J. Meu- nier)
160617 Ontwerp KB
tot wijziging KB Nut 160628_Presentatie
adviesraad_Belangri
X. Xx Xxxx geeft toelichting aan de hand van een PPT-presentatie. Het betreft een ontwerp van wijzi- ging van het kb van 3 maart 1992 waarbij rekening werd gehouden met de adviezen van de Hoge Ge- zondheidsraad van juni 2015, nrs. 9164 en 9174 inzake de herziening van de voedselaanbevelingen voor België, Partim I: vitaminen en sporenelementen. Het besluit wordt hiermee ook in overeenstem- ming gebracht met VO 1169/2011 van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinfor- matie aan consumenten, laatst gewijzigd bij VO (EU) 2015/2283 van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen.
De belangrijkste wijzigingen zijn:
• Boor, fluor en silicium worden opgenomen in het besluit.
• Er zijn nieuwe maximumwaarden vastgesteld voor sommige vitaminen, mineralen en sporen- elementen. Deze zijn nu rechtstreeks af te lezen in de bijlage. Voor sommige is niet langer een maximumwaarde vastgelegd.
• Nu zal de term ‘referentie-inname’ gehanteerd worden (de hoeveelheid van een nutriënt die een normaal volwassen persoon gemiddeld dagelijks zou moeten verbruiken als vastgesteld in punt 1 van deel A van bijlage XIII van verordening (EU) nr. 1169/2011) in de plaats van de
‘dagelijks aanbevolen hoeveelheid’.
• Het toevoegen van nutriënten moet leiden tot de aanwezigheid in voedingsmiddelen van ten minste een significante hoeveelheid, zijnde een minimumpercentage van de referentie-inname.
• De notificatieprocedure voor voedingssupplementen verandert niet. De notificatiedossiers van voedingssupplementen dienen een kwalitatieve en kwantitatieve ingrediëntenlijst te bevat- ten. Voor verrijkte voeding verandert dit naar een lijst (kwalitatief en kwantitatief) van de toe- gevoegde nutriënten per dagelijks aanbevolen portie/per gemiddeld dagelijks gebruik ervan. Dus er is niet langer een volledige lijst van de ingrediënten vereist voor verrijkte voeding, enkel van de toegevoegde nutriënten.
• Om de veiligheid te garanderen, dienen extra waarschuwingen vermeld te worden op de etiket- tering van voedingsmiddelen vanaf deze een bepaald gehalte aan nutriënten bevatten: een waarschuwing voor vit K (indien het voedingsmiddel> 25 μg/dag bevat), voor zink (indien > 10 mg/dag) en voor kalium (indien ≥ 1000 mg/dag).
• Nicotinezuur en inositolhexanicotinaat (inositolhexaniacinaat) zijn niet toegelaten als bron van vitamine B3 (bijlage 3); nicotinamide kan wel gebruikt worden.
Vragen?
M. De Win: betreft het een vraag voor formeel advies? X. Xx Xxxx: het betreft geen formeel advies, het wijzigings kb is gebaseerd op de adviezen van de Hoge Gezondheidsraad.Het is een gewone con- sultatie van de betrokken sectoren. Alle opmerkingen of vragen zijn welkom.
X. Xxxxxxx: We zullen onze leden consulteren maar tijdens de zomermaanden ligt dat wat moeilijk. Welke procedure zal het ontwerp nu volgen en hoe en tegen wanneer worden de reacties verwacht?
X. Xx Xxxx: het ontwerp hangt samen met het advies van de nieuwe voedingsaanbevelingen van de HGR. De publicatie van het laatste deel van het advies van de HGR (voor alle vitaminen, mineralen en sporenelementen) wordt in september verwacht. Nadien volgt advies van de inspecteur van financiën, het advies van de Raad van State en de Europese notificatie. Het ontwerp zal vermoedelijk midden 2017 kunnen worden gepubliceerd (afhankelijk van de reacties tijdens de formele procedure en van de opmerkingen van de sectoren).
De opmerkingen van de betrokken sectoren worden verwacht tegen uiterlijk 20 september en kunnen schriftelijk naar de dienst gestuurd worden.
5. Landbouwcontaminanten: blauwzuur in abrikozenpitten, THC in hennep, opiumal- kaloïden in maanzaad, tropaanalkaloïden, zearalenon, Alternaria toxines (X. Xxxxx)
Landbouwcontaminanten Blauwzuur in abrikozenpitten
EFSA heeft een advies uitgebracht over blauwzuur in abrikozenpitten, met vaststelling van een met een acute referentiedosis van 20 μg cyanide /kg lichaamsgewicht. Er moet iets gedaan worden.
De FOD VVVL heeft een nieuwsbericht gepubliceerd om de mensen te zeggen geen rauwe abrikozen- pitten of bittere amandelen te eten.
Op EU niveau wordt een norm uitgewerkt voor rauwe abrikozenpitten en bittere amandelen. Er wordt daarbij ook gedacht aan een analyseplicht voor de operatoren. Deze discussie loopt in het kader van de contaminantenverordening.
Verder lijkt er ook een nood te zijn aan verlaging van de norm voor blauwzuur in marsepein (in bijlage III van de aromaverordening).
THC in hennep (cannabis)
Er is een EFSA advies met een acute referentiedosis van 1 μg Δ9-THC/kg lichaamsgewicht en er zijn handelsproblemen in de EU. België heeft nationale wetgeving via het plantenbesluit, met een aantal de- rogaties voor hennepproducten.
Een Europese norm wordt overwogen, maar daarvoor zijn meer data nodig. Een monitoringaanbeve- ling werd goedgekeurd.
De landbouwnorm voor THC in planten op het veld (Verordening 1122/2009), is geen norm die er voor zorgt dat alle levensmiddelen die er van afgeleid zouden kunnen zijn, veilig zijn. Er zijn dus aparte normen nodig voor hennepproducten gebruikt als levensmiddelen.
De verplichte analysemethode met FID (Flame Ionisation Detector) voor de 2% norm van landbouw is niet geschikt voor de analyse van levensmiddelen. Er moet een gevoeliger methode gebruikt worden met massaspectrometrie.
Opiumalkaloïden in maanzaad
De Europese code met goede praktijken 2014/662 is nog onvoldoende geïmplementeerd en er zijn nog onvoldoende meetgegevens van maanzaad dat geproduceerd is volgens deze goede praktijken. Er blijft discussie of een Europese norm enkel voor morfine nodig is of voor meerdere opiumalkalo- iden, dus er komt een bijkomende vraag voor EFSA.
Er is nog werk te doen op de methoden voor staalname en analyse. Het normerend werk moet verdergezet worden.
Tropaanalkaloïden
Verordening (EU) 2016/239 van de Commissie van 19 februari 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat de maximumgehalten aan tropaanalkaloïden in bepaalde voedingsmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters betreft, is van kracht.
De monitoringaanbeveling (EU) 2015/976 betreffende de monitoring van de aanwezigheid van tropaanalkaloïden in levensmiddelen loopt. De FOD VVVL vraagt een bijdrage van de sectoren. De FOD VVVL vraagt of de landbouwsector zo nodig maatregelen zou nemen tegen giftig onkruid zoals doornappel (Datura stramonium).
Zearalenon
EFSA heeft een advies (WEB) uitgebracht waarbij een TDI van 0,25 µg per kg lichaamsgewicht per dag werd vastgesteld voor zearalenon en een lange lijst van gemodificeerde vormen hiervan. Er werden “relative potency factors” vastgesteld, waarmee concentraties moeten vermenigvuldigd worden. Het gaat om oestrogene effecten. Het is duidelijk dat sommige gemodificeerde vormen, zoals alpha-
zeralenol, relevant zijn voor de inname. Er is beleidsopvolging nodig. Eerst zijn er nog meer meetgege- vens nodig, vooral voor graanproducten. Mogelijks laat EFSA een studie doen (survey). De Europese referentielaboratoria wordt gevraagd om te werken op de analysemethodes en een “proficiency test” te organiseren. Eind 2018 kunnen dan normbesprekingen gevoerd worden (wijziging/uitbreiding van norm).
Alternariatoxines
XXXX heeft contaminatiegegevens verzameld en zal een nieuwe blootstellingsschatting maken.
Het Belgische ALTER project is afgerond en wees vooral in de richting van producten van tomaten en van sesam. De toxines zijn stabiel tijdens de verwerking van levensmiddelen.
Mogelijks zijn er na het EFSA advies normbesprekingen.
6. Codex Alimentarius
6.1. Verslag Codex Committee on Food Additives: vragen? (X. Xxxxx)
Vragen zijn welkom. Puntje nitraat en nitriet: Codex zal hiervoor een apart overleg organiseren (apart punt op de agenda volgend jaar). Debat additieven in wijn verloopt nogal moeilijk.
In het algemeen werd grote vooruitgang geboekt.
6.2. Verslag Codex Committee on Contaminants in Food : vragen ? (X. Xxxxx)
Vragen zijn welkom. Er is een norm voor arseen in bruine rijst beslist maar Europa is niet van plan om zich daaraan aan te passen. Er is ook een update van praktijkcode voor preventie en reductie van my- cotoxines in granen.
6.3. 43ste sessie van het Codex Committee on Food Labelling: vragen? (J. Pottier/L. Ogiers)
J. Xxxxxxx had het verslag van de 43ste sessie van het Codex Committee on Food Labelling van 9 tot 13 mei 2016 in Ottawa, vooraf doorgestuurd aan de leden van de Adviesraad.
J. Pottier verduidelijkt dat de Codex een internationale organisatie is en dat de discussies op dit niveau niet altijd rechtstreeks relevant zijn op Europees niveau. Er is bijvoorbeeld geen intentie om de EU eti- ketteringswetgeving te wijzigen. Het is dus belangrijk voor ons om de EU-aanpak te verdedigen tijdens de vergaderingen.
7. Korte update:
7.1. Milieu- en procescontaminanten (o.a. KB contaminanten in voedingssupplementen, MCPD & glycidyl esters, perchloraat, minerale olie koolwaterstoffen) (I. De Boosere)
- Arseen in voedingssupplementen
Een kleine wijziging van het KB uit 2002 zit in de pijplijn. Dit is een eerste stap gezien het lopende on- derzoek. Arsenobetaïne zal mogen worden afgetrokken van het gehalte aan totaal arseen. De waarde van het maximumgehalte blijft dezelfde. Er wordt ook verduidelijkt dat het maximumgehalte geldt op het product zoals vermarkt, zoals ook Europees het geval is.
Dit werd ook op Europees vlak genotificeerd en de stand still periode loopt tot en met 1 juli 2016. Tot nu toe werd ons geen enkele opmerking overgemaakt.
- MCPD & glycidyl esters
De EFSA opinie werd begin mei gepubliceerd en zowel voor de 3-MCPD esters als voor de glycidyl esters zijn er zorgen voor de volksgezondheid en dan vooral voor de zuigelingen, peuters en andere kinderen. Voor de 2-MCPD esters ontbraken toxicologische data om dit te kunnen evalueren, het me- tabolisme is waarschijnlijk verschillend als voor de 3-MCPD esters, dus men kon die ook niet afleiden. Voor glycidyl esters en ook wat voor 3-MCPD esters ziet men de impact van de inspanningen van de sector voor palmolie en -vetten, er wordt een dalende trend weergenomen. Het ziet ernaar uit dat er discussies zullen komen over maximumgehaltes voor zowel 3-MCPD als glycidyl esters, maar niet voor
de 2-MCPD esters. XXXX is bezig met het compileren en triëren van nog meer recentere ontvangen data om de discussies te kunnen opstarten. Wordt vervolgd dus. Dit staat op de agenda van de werk- groep van 30 juni.
- Kwik
De discussie kabbelt voort. Er waren na de laatste vergaderingen nog wijzigingen nodig en de Commis- sie plande een stakeholderconsultatie. Dit staat op de agenda van de werkgroep van 30 juni. De timing wordt verlaat, het zal eerder tegen het einde van het jaar worden gestemd.
- Perchloraat
De deadline van de monitoring- en onderzoeksaanbeveling is afgelopen, maar de lidstaten, en vermoe- delijk ook andere stakeholders, kunnen nog tot oktober data indienen bij EFSA, die zal dan een geüp- datete blootstellingsinschatting uitvoeren. Na publicatie daarvan starten dus discussies over maximum- gehaltes, pas in 2017 dus.
In het begeleidingscomité van het lopende FOD VVVL project “PERCHLOREM” werd gevraagd om een Engelstalige samenvatting te maken met belangrijkste conclusies en grafieken om te verspreiden naar de Commissie en lidstaten en om alsook het volledige Nederlandstalige rapport vertrouwelijk over te maken aan enkel de Commissie om aan te tonen dat bladgroenten in de serre het toch moeilijker hebben.
Voor perchloraat, en ook andere contaminanten zoals cadmium en nikkel werden er ook onderhande- lingen opgestart voor maximumgehaltes voor (bepaalde) meststoffen. Voor meer informatie hierover contacteert u best Xxxxxxx Xxxxxx xxxxxx.xxxxxxx@xxxxx.xxxxxxxx.xx en De Norre Xxxxxx Xxxxxx.Xx- Xxxxx@xxxxxxxxxx.xxxxxx.xx .
- Minerale olie koolwaterstoffen
Er is sterke druk om hieraan iets te doen. Aangezien deze meerdere bronnen kunnen hebben en de voedselcontactmaterialenexperten zich voornamelijk toespitsen op plastics, trekt de werkgroep milieu- contaminanten dit issue, samen met de voedselcontactmaterialengroep. Er wordt in een eerste stap een monitoringsaanbeveling opgesteld om meer data te verzamelen. Dit is niet evident want analytisch is het nog een uitdaging. De FOD VVVL heeft onderzoek lopende via contractueel onderzoek. Ook Xxx Xxxxxxxx, voedingscontactmaterialenexpert werkt hier dus op.
7.2. Hygiëne : TTX in tweekleppigen (I. De Boosere)
Zoals u waarschijnlijk in de pers heeft vernomen, werd er recent TTX of tetrodotoxine gevonden in Europese tweekleppigen, o.a. in Griekenland, Engeland en Nederland. De Nederlanders maken zich zorgen en plannen nationale wetgeving en raden ook mensen af om in bepaalde gebieden schelpdieren te rapen/plukken voor eigen consumptie. De andere tweekleppigenproducerende lidstaten zien dit niet onmiddellijk zitten. Er heersen veel vraagtekens over de toxicologische relevantie van de gevonden ge- haltes: een Nederlandse risicobeoordeling sprak zorgen uit, een Britse niet. Een mandaat voor EFSA werd dus voorbereid. In de EU is er enkel een Spaans geval bekend van een man met verlammingsver- schijnselen na het eten van een zeeslak.
Ter informatie: TTX is een marien biotoxine, een neurotoxine. De bron is onduidelijk, men verdenkt eerder bacteriën dan algen van de productie ervan. Het is vooral bekend als vistoxine; vooral in kogel- vis, de fameuze Japanse delicatesse die enkel door ervaren chefs mag worden bereid en in de EU ver- boden is. De gehaltes TTX in die kogelvis liggen uiteraard veel hoger dan de gehaltes gevonden in tweekleppigen. Het is onbekend of dat dit gif zich al langer in Europese tweekleppigen bevindt of dat dit eerder een recent gegeven is, bv. door de klimaatverandering. Men is het maar recent beginnen me- ten.
Tenslotte wenst I. De Boosere de leden te bedanken voor de samenwerking doorheen de jaren. Zij gaat een nieuwe uitdaging aan bij de cel leefmilieu en gezondheid.
M. De Win bedankt I. De Boosere voor haar geleverde werk en feliciteert haar met de nieuwe uitda- ging.
7.3. Additieven: call for data (X. Xxxxx)
Het programma voor de herbeoordeling van additieven door EFSA is heel belangrijk. In het kader daarvan doet EFSA steeds calls for data. Er zijn nu 4 calls lopende. Deze gegevens zijn absoluut noodza- kelijk en moeten komen van de industrie (fabrikanten en gebruikers), opdat EFSA volledige adviezen kan uitbrengen omtrent de veiligheid van de producten. Voortaan dient men daartoe twee websites in het oog te houden.
Ten eerste is er de website van EFSA waar men de lijst vindt met calls for data. Momenteel zijn er ver- schillende lopende calls voor additieven:
• xxxx://xxx.xxxx.xxxxxx.xx/xx/xxxx/xxxx/000000 Call for technical data on certain starches and
celluloses authorised as food additives in the EU - Extended deadline: 31 August 2016
• xxxx://xxx.xxxx.xxxxxx.xx/xx/xxxx/xxxx/000000 Call for technical data on salts of fatty acids (E470a,b) and related food additives authorised in the EU - Extended deadline: 30 September 2016
• xxxx://xxx.xxxx.xxxxxx.xx/xx/xxxx/xxxx/000000 Call for scientific data on L(+)-tartaric acid (E 334) and related food additives authorised in the EU
• xxxx://xxx.xxxx.xxxxxx.xx/xx/xxxx/xxxx/000000 Call for food additives usage level and/or concentration data in food and beverages intended for human consumption
Ten tweede is er de website van de Europese Commissie, die de opvolging van de EFSA-adviezen probeert te beheren: xxxx://xx.xxxxxx.xx/xxxx/xxxxxx/xxxx_xxxxxxxxxxx_xxxxxx/xxxxxxxxx/xx-xxxxxx- tion/index_en.htm Er is een overzicht met de stand van zaken van het herbeoordelingsprogramma, zodat men kan zien voor welke additieven er al een EFSA opinie is en voor welke nog niet.
Soms ontbreekt er nog informatie voor een volledig advies en in sommige gevallen zal de Commissie ervoor opteren om toch nog bijkomende gegevens te vragen in de plaats van direct toelatingen in te perken of in te trekken op basis van te weinig gegevens. Een belangrijke call loopt nu:
• voor sorbaten, met deadline 22 juli 2016: xxxx://xx.xxxxxx.xx/xxxx/xxxxxx/xxxx/xx-xxxxxx- call_for_scientific_and_technical_data.pdf Call for scientific and technical data on the permitted food additives sorbic acid (E 200), potassium sorbate (E 202) and calcium sorbate (E 203).
De ADI voor deze sorbaten is tijdelijk geworden in afwachting van bijkomende toxicologische studies. Er moeten nog proeven worden uitgevoerd want de tijdelijke ADI vervalt binnen een aantal jaren. In een eerste fase wordt gevraagd welke operatoren (fabrikanten of gebruikers) het gebruik van deze stoffen willen ondersteunen. Na de datum van 22 juli zal de lijst van die operatoren gepubliceerd worden zodat deze contact kunnen leggen met elkaar. Vervolgens moeten zij dan tegen 25 november hun engagemen- ten duidelijk maken in verband met de studies die ze zullen uitvoeren.
Bijvoorbeeld calciumsorbaat zit nu buiten de ADI wat snel moet worden opgelost. Studies zijn dus wel degelijk nodig en we hopen dat iemand die kan opleveren.
Dit is een eerste oproep in dit kader maar er zullen er nog volgen. Uiteraard komen de toelatingen in gevaar als de gevraagde gegevens niet worden verstrekt.
7.4. Vernieuwing van de adviesraad
P. Hocepied: er zal een selectie gemaakt worden uit de kandidaten. De transport zal niet meer vertegen- woordigd zijn. Het ontwerp van KB kreeg vorige week het advies van de Raad van State. Vervolgens zal het MB kunnen worden opgemaakt met de nieuwe ledenlijst.
De ledenlijst belet niet dat men een externe persoon mag uitnodigen voor een bepaald thema. Iedereen is welkom!
M. De Win wijst op het belang om alle experten te horen, ook al zijn ze geen lid van de Adviesraad!
8. Komende evenementen, conferenties en workshops
/
9. Varia
/
VOLGENDE VERGADERING: 18 OKTOBER OM 14.00 UUR
Aanwezigheidslijst
ORGANISATIE | NAAM | AANWEZIGHEID | EFFECTIEF/ PLAATSVERV ANGEND |
Toelevering aan de landbouw | |||
BEMEFA/APFACA | Xxxxxxxxx Xxxx | X | |
BEMEFA | Hoeven Xxxx | X | |
Primaire productie | |||
Fédération wallonne de l'Agriculture | Xxxxxxxx Xxx | Verontschuldigd | E |
Fédération wallonne de l'Agriculture | Xxxxxxx Xxxxxxxxx | Aanwezig | P |
Boerenbond en rederscentrale | Xxxxxx Xxxx /Xxxx Xxxxxxxx | E | |
Boerenbond en rederscentrale | Van Keerberghen X. | P | |
Federatie Belgisch Vlees (FEBEV) | Xxxxx Xxx Xxxx Xxxxxxx | Xxxxxxxx | E |
Federatie Belgisch Vlees (FEBEV) | Xxx Xxxx Xxxxxxxx | P | |
Vereniging Industriële Pluimveeslachterijen (VIP) | Xxxxxx Xxx | Verontschuldigd | E |
NVP | De Roover Xxxxx | X | |
Voedingsindustrie | |||
XXXXX | Xxxxxxxx Xxxxx | Xxxxxxxxxxxxxxx | E |
FEVIA | Xxxxxxx Xxxx | Aanwezig | P |
Ter Beke N.V. | Xxxxxxxxxxx Xxxxx | X | |
Unilever | Xxxxxxxx Xxxxx | X | |
Nestlé Belgilux NV | Xxxxxxxxxxxx Xxxx | Aanwezig | E |
Mondelez | P | ||
Coca-Cola | O’Xxxxxxxx Xxxxxxx | X | |
Syral | P | ||
Chemische nijverheid | |||
Essenscia | Van de Meerssche Xxxx | Xxxxxxxx | E |
Essenscia | Xxxxx Xxxxxx | P | |
Handel en distributie | |||
Centrale voor levensmiddelenbedrijven (CLB) | Xxxxxx Xxx | X | |
VDV / Verbond handelaars, groenten, fruit en primeurs | Xxxx Xxxxxxxxx | P | |
COMEOS | Xxxxx Xxxxxxxx / Xxxxxx Xxxxx | Aanwezig | E |
COMEOS | Xx Xxxxx Xxxxxxxx | ||
NUFEG/NUBELT | Cattoor Nele | Aanwezig | P |
Landsbond der beenhouwers, spekslagers en traiteurs van België | Xxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxx | X | |
Bakkersfederatie | Xxxxxxx Xxxx | X | |
Nationaal Verbond van eierhandelaars | Xxx Xxxxx Xxxxx | Xxxxxxxxxxxxxxx | E |
SYNAGRA | Xxxxxxxx Xxxx | X | |
Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties | Xx Xxxxxx Xxx | Xxxxxxxx | E |
Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) Naredi | Mattheeuws Xxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxx-Xxxxxxxxx Xxxxxxxx Stefaan | Aanwezig Aanwezig | P |
Transport | |||
XXXXXXX | Xxx Xxxx Xxxxxxxx | X | |
TLV | Fonteyn Freija | Verontschuldigd | P |
Horeca | |||
BEMORA c/o COMEOS | Xxxxx Xxxxxxxx | E | |
Fed Xx.Xx.Xx Wallonie | Xxxxxx Xxxxxx | X | |
NAVEFRI | Xxxxxxx Xxxxxxx | X | |
Fed Xx.Xx.Xx Brussel | Xxxxxxx Xxx | P | |
Verbruikersorganisaties | |||
Voedingscentrale ABVV /socialistische werknemersorganisatie | Gerlo Xxxx | X | |
ACV voeding en diensten /christelijke werknemersorganisatie | Xxxxxxxxxxxxx Xxxx | X | |
Socialistische mutualiteit (NVSM) | Xxxx Xxx | Aanwezig | P |
Christelijke mutualiteiten (CM) | Xxxxxxx Xxxx | X | |
Test-Aankoop (Belgische verbruikersunie) | Xxxxxxxxx Xxxxxx | Xxxxxxxxxxxxxxx | E |
Test-Achats | Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx | P | |
Ligue des familles | Xxxxxxx Xxxxx | P | |
Gezinsbond | Xxxxxxxx Xxx | X | |
CRIOC-OIVO BV-OECO | Xxxx Xx Xxxx | P | |
CRIOC-OIVO AB-REOC | Xxxxxxxxx-Xxxxx | Aanwezig | E |
Kind en Gezin | Xxxxxxxxxx Xxxxxx | Xxxxxxxxxxxxxxx | E |
O.N.E | Xxxxxx Xxxxx-Xxxxxxxxx | X |
Xxxxxxxxxxxxxxxxx | |||
Bioforum | E | ||
Bioforum | Xxxxxx Xxxx | Aanwezig | |
Bond Xxxxx Xxxxxxxxxx | Xxxxx Xxxx | P | |
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselke- ten | |||
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen | Xxxxxxx Xxxxx / Xxxxx Xxxxxxxxx | X | |
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen | Xxxxxxx Xxxx-Xxxxxxxx | X | |
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen | Xx Xxxxxxx Xxxxxxxx | X | |
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen | Xxxxxxxxxx Xxxx | X | |
FOD Economie FOD Economie | Xxxxxx Xxxxxxx | Aanwezig | P |
FOD Economie | Xx Xxxxxxx Xxxxxxxxxx | X | |
FOD Economie | Sonnet Xxxx / Xx Xxxxxx Xxxxxxx | X | |
FOD Economie | Xxxxxx Xxx | X | |
FOD Volksgezondheid | |||
Voorzitter van de Adviesraad | Mortier Xxxxxxxx Xxxx Xx Xxx | Verontschuldigd Aanwezig | E |
Diensthoofd | Xxxxxxx Xxxx | X | |
Expert | Xxxxxxx Xxxx | Xxxxxxxx | |
Expert | Xxxxxxxx Xxxxxxxx | Xxxxxxxx | |
Expert | Xxxxxxx Xxxxxx | Xxxxxxxx | |
Expert | Xxxxxxx Xxxxxxxx | ||
Expert | Xxxxxx Xxxxxx | Xxxxxxxx | |
Expert | Xxxxx Xxxxxxxxx | Xxxxxxxx | |
Expert | Xxxxxxxxx Xxxxxxxx | ||
Expert | Xxxxxx xx Xxxxxxxx Xxxxxxx | ||
Expert | Heyvaert Els | Aanwezig | |
Expert | de Clock Xxxxxxxxx | ||
Expert | Xxxxxxxxx Xxxxx | ||
Expert | Xx Xxxxxxx Xxxxxx | Xxxxxxxx | |
Expert | Xx Xxxx Xxxxxxx | Aanwezig | |
Technisch deskundige | Xxxxxxxx Xxxxxxxx | Xxxxxxxx | |
Technisch deskundige | Xxx Xxxxx Xxxxx (rapporteur) | Aanwezig | |
Internationale betrekkingen | |||
Beleidscel van minister Xxxxxx | Xxxxxxx Xxxxxxx | Xxxxxxxx | |
Beleidscel van minister Xxxxxx xx Xxxxx | Xxxxxx Xxxxx | ||
Xxxxxxxxxx | XXXX | ||
Xxxxxxxx URL – Executive Director | |||
Xxxxxxx Xxxxxxx – Acting Head of Department, Scientific Evaluation of Regulated Products | |||
Xxxx Xxxx – Deputy Head of AFSCO unit | |||