UITVOERINGSOVEREENKOMST 2022 – 2024
UITVOERINGSOVEREENKOMST 2022 – 2024
Partijen:
Keesing Media Group B.V., gevestigd te Amsterdam, optredende voor zich alsmede voor de met haar in een groep verbonden ondernemingen die zijn opgenomen in bijlage 3 van deze uitvoeringsovereenkomst, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heren P.J. Alberdingk Thijm en
J.H.J. Xxxxxx, hierna te noemen “de Werkgever” en
Stichting Mediahuis Nederland Pensioenfonds, gevestigd te Amsterdam, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer A.J. Xxxxxxx (voorzitter) en mevrouw N.O. Xxxxxxx (secretaris), hierna te noemen “het Fonds”
hierna gezamenlijk te noemen: de Partijen; overwegende dat:
• de Werkgever Pensioenovereenkomsten met de Werknemers heeft gesloten;
• de Werkgever mede ten behoeve van de in bijlage 3 vermelde andere Aangesloten ondernemingen voor de Werknemers via het Fonds pensioenvoorziening(en) heeft getroffen en daartoe vertegenwoordigingsbevoegd is;
• ingevolge de Pensioenwet een werkgever gehouden is de uitvoering van de Pensioenovereenkomsten en de daaruit voortvloeiende Pensioenregeling op basis van een uitvoeringsovereenkomst onder te brengen bij een pensioenuitvoerder in de zin van de Pensioenwet;
• de Werkgever in het verleden onderdeel is geweest van Mediahuis Nederland B.V. (voorheen Telegraaf Media Groep N.V.);
• na de verkoop door Mediahuis Nederland B.V. van diens aandelenbelang in de Werkgever, de Werkgever met diens ondernemingsraad en de Werknemers is overeengekomen om de vanaf 1 januari 2019 bestaande Pensioenregeling (Collective Defined Contribution pensioenregeling en/of een volledige Defined Contribution pensioenregeling) vanaf die datum voort te zetten met betrekking tot alle Werknemers van Werkgever en van de huidige en toekomstige Aangesloten ondernemingen;
• artikel 122 van de Pensioenwet bepaalt dat voor een onderneming die niet langer deel uitmaakt van een groep ondernemingen waaraan een ondernemingspensioenfonds verbonden is, dat ondernemingspensioenfonds als pensioenuitvoerder mag blijven optreden;
• de Werkgever ter uitvoering van genoemde bestaande Pensioenregeling zelfstandig een uitvoeringsovereenkomst onder eigen naam met het Fonds mag sluiten en daadwerkelijk heeft gesloten;
• de onder eigen naam vanaf 1 januari 2019 geldende uitvoeringsovereenkomst door Partijen is gesloten voor de duur van drie jaar en derhalve zal eindigen op 31 december 2021;
• de Werkgever aan het Fonds kenbaar heeft gemaakt de uitvoeringsovereenkomst voor de duur van drie jaar te willen verlengen zodat deze eindigt op 31 december 2024;
• het Fonds daartoe op 2 maart 2021 een schriftelijk indicatief voorstel aan de Werkgever heeft uitgebracht met als onderdeel een intentieverklaring door de Werkgever dat de uitvoeringsovereenkomst vanaf 1 januari 2025 door de Werkgever bij het Fonds wordt voortgezet;
• de Werkgever naar aanleiding van genoemd indicatief voorstel van 2 maart 2021 de jaarlijks aan het Fonds af te dragen premie heeft bepaald op 21,9%;
• Partijen in de uitvoeringsovereenkomst niet alleen afspraken dienen vast te leggen over de uitvoering van de Pensioenovereenkomsten en de daaruit voortvloeiende Pensioenregeling, maar eveneens afspraken wensen vast te leggen dat de financiële aansprakelijkheid van de Aangesloten ondernemingen richting het Fonds beperkt is tot de expliciet in deze uitvoeringsovereenkomst genoemde premies;
• aangezien het risico dat de middelen van het Fonds niet toereikend zijn om de beoogde pensioenen uit te kunnen betalen volledig bij de (gewezen) deelnemers ligt, zowel Werkgever als Fonds er zich van bewust zijn dat in de communicatie deze (gewezen) deelnemers op zorgvuldige wijze op dit risico gewezen dienen te worden;
• de Pensioenregeling onder de International Financial Reporting Standards dient te kwalificeren als Defined Contribution;
• Partijen rekening houdende met de voorafgaande overwegingen in deze uitvoeringsovereenkomst de afspraken over de uitvoering vanaf 1 januari 2022 van de Pensioenregeling van de Aangesloten ondernemingen schriftelijk wensen vast te leggen in deze uitvoeringsovereenkomst;
verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1 – Definities
1. In deze uitvoeringsovereenkomst wordt overgenomen de terminologie van de statuten en het Pensioenreglement van het Fonds zoals deze op de datum van inwerkingtreding van deze uitvoeringsovereenkomst luiden en nadien tijdens de duur van deze uitvoeringsovereenkomst worden gewijzigd, welke door Partijen worden aanvaard als grondslag van deze uitvoeringsovereenkomst.
Daarnaast gelden de gehanteerde begrippen die in bijlage 1 bij deze uitvoeringsovereenkomst nader zijn omschreven.
2. Het Pensioenreglement zoals dit is geplaatst op de website van het Fonds, vormt een onderdeel van deze uitvoeringsovereenkomst.
3. De considerans hierboven en de bijlagen bij de uitvoeringsovereenkomst zijn onderdeel van deze uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 2 – Verplichtingen van het Fonds en de Aangesloten ondernemingen
1. Het Fonds verplicht zich jegens iedere Aangesloten onderneming tot uitvoering van de Pensioenovereenkomsten en de daaruit voortvloeiende Pensioenregeling, zoals neergelegd in het Pensioenreglement van het Fonds, tegen betaling van de hiervoor benodigde premie door de Werkgever. Het in de vorige volzin bepaalde geldt met inachtneming van het bepaalde hieromtrent in de statuten, het Pensioenreglement en deze uitvoeringsovereenkomst.
2. Het Fonds kan indien niet voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 7 lid 3 van deze uitvoeringsovereenkomst besluiten de uitvoering als bedoeld in lid 1 niet langer geheel of gedeeltelijk op zich te nemen.
3. Iedere Aangesloten onderneming enerzijds en het Fonds anderzijds verbinden zich over en weer om elkaar de medewerking te verlenen die nodig is voor de vervulling van de aan het Fonds bij de statuten, het Pensioenreglement en deze uitvoeringsovereenkomst opgedragen taak.
4. Het Fonds verstrekt aan de Werknemer, waarmee de Aangesloten onderneming een Pensioenovereenkomst heeft gesloten en die pensioenaanspraken bij het Fonds verwerft conform de Pensioenregeling, binnen drie maanden na de start van de verwerving van pensioenaanspraken de informatie over de Pensioenregeling als bedoeld in artikel 21 van de Pensioenwet.
5. Iedere Aangesloten onderneming verplicht zich jegens het Fonds tot het aangaan van een Pensioenovereenkomst met iedere Werknemer. De Werkgever zal namens de Aangesloten onderneming de in de vorige volzin bedoelde Werknemer zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 2 maanden na de dag van indiensttreding van de Werknemer aanmelden bij het Fonds op een door het Fonds aan te geven wijze. Gedurende de in de vorige volzin genoemde periode is de Werknemer op risicobasis volledig gedekt voor de CDC-regeling.
Artikel 3 – Financiering door de Werkgever of Aangesloten ondernemingen
1. Met in achtneming van het bepaalde in lid 5 van dit artikel, is de Werkgever namens de Aangesloten onderneming gehouden maandelijks per de eerste dag van de maand bij het Fonds de premies te storten ter financiering van de aanspraken van de deelnemers die bij de Aangesloten onderneming in dienst zijn, zoals voortvloeiend uit het Pensioenreglement. Vanaf 1 januari 2022 zijn deze maandelijkse premies gelijk aan 1/12e deel van 21,9% van de som van alle pensioengrondslagen per de datum van de maandelijkse premievaststelling van de deelnemers in dienst van de Aangesloten onderneming op de datum van premievaststelling. Voor deelnemers die in deeltijd werkzaam zijn wordt de premie naar rato van de arbeidsduur vastgesteld.
De Aangesloten onderneming kan niet verplicht worden tot betaling van een hogere premie. De Aangesloten ondernemingheeft evenmin de mogelijkheid om, behoudens het bepaalde in artikel 11 van deze uitvoeringsovereenkomst, de premies op een lager niveau vast te stellen.
2. De in lid 1 bedoelde premies komen voor rekening van de Werkgever of de Aangesloten onderneming. Een gedeelte van deze premies wordt - onder de voorwaarden als vermeld in het Pensioenreglement - door de Aangesloten onderneming op de deelnemers verhaald door middel van een deelnemersbijdrage. De Aangesloten onderneming zullen daartoe de deelnemersbijdragen inhouden op de salarissen van de deelnemers bij hem in dienst en als onderdeel van de premies als is bedoeld in lid 1 afdragen aan het Fonds.
3. Door betaling van de in lid 1 bedoelde premies voldoet de Aangesloten onderneming aan de verplichtingen uit hoofde van de Pensioenregeling. Een Aangesloten ondernemingkan niet aansprakelijk gesteld worden voor enig tekort in het Fonds. Tevens kan een Aangesloten onderneming geen aanspraak maken op enig overschot in het Fonds. Er is geen financieel verhaal mogelijk door het Fonds op een Aangesloten onderneming, behoudens als gevolg van het door een Aangesloten onderneming niet naleven van de bepalingen in deze uitvoeringsovereenkomst en de daaruit voor het Fonds voortvloeiende schade.
De bij het Fonds te verwerven aanspraken worden gefinancierd op basis van de Gedempte kostendekkende premie.
4. De Gedempte kostendekkende premie wordt vastgesteld op basis van een vastgestelde waarde van het toekomstig rendement, die wordt bepaald met inachtneming van artikel 4 lid 3 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen en met inachtneming van de actuariële en bedrijfstechnische nota van het Fonds.
Indien de in artikel 3 lid 1 bedoelde premie in enig jaar lager is dan de Gedempte kostendekkende premie wordt de in artikel 3 lid 1 bedoelde premie vanuit de bestemmingsreserve premies aangevuld tot het niveau van de Gedempte kostendekkende premie. Is de bestemmingsreserve premies in enig jaar ontoereikend om de in de vorige volzin bedoelde aanvulling te bekostigen, dan past het Fonds artikel 10 lid 4 toe.
Het Fonds behoudt zich het recht voor om bij significante bestandswijzigingen die zich na de jaarlijkse vaststelling van het opbouwpercentage voordoen, een afwijkend opbouwpercentage vast te stellen ten aanzien van de deelnemers die bij de desbetreffende Aangesloten onderneming in dienst zijn.
Op de bestemmingsreserve premies zijn de bepalingen in bijlage 2 bij deze uitvoeringsovereenkomst van toepassing.
5. Indien een Aangesloten onderneming met de Werknemers een op de Pensioenovereenkomst en daarmee verband houdende Pensioenregeling, aanvullende pensioenovereenkomsten sluit en deze door het Fonds wil laten uitvoeren zal hierover tussen de Werkgever (namens de desbetreffende Aangesloten onderneming) en het Fonds vooraf overleg plaatsvinden. Het Fonds is niet verplicht de uitvoering van de in de vorige zin bedoelde aanvullende pensioenovereenkomsten te accepteren.
Indien het Fonds besluit de uitvoering van de in de vorige volzin bedoelde aanvullende pensioenovereenkomsten te accepteren, zullen vooraf afspraken gemaakt worden over de wijze van financiering en over de omvang van de financieringsverplichting van de Aangesloten onderneming.
6. Indien als gevolg van een acquisitie door de Werkgever of andere Aangesloten onderneming sprake is van een groepsgewijze toetreding van deelnemers in het Fonds, zullen partijen in overleg treden over de financiële gevolgen hiervan waarbij als uitgangspunt geldt dat de Nominale dekkingsgraad en de Reële dekkingsgraad voor en na toetreding gelijk zijn. Indien en voor zover de Nominale dekkingsgraad minder is dan 100%, besluit het bestuur over de voorwaarde van de toetreding onder voorbehoud van advies van het verantwoordingsorgaan.
7. Indien door het afstoten van een bedrijfsonderdeel van de Werkgever of van een andere Aangesloten onderneming of door het uittreden van een rechtspersoon uit de Groep van de Werkgever sprake is van een groepsgewijze uittreding van deelnemers in het Fonds, zullen Partijen in overleg treden over de mogelijkheid van een collectieve waardeoverdracht en de mogelijke financiële gevolgen hiervan, waarbij indien er sprake is van een Nominale dekkingsgraad van meer dan 100% geldt dat minimaal de netto Technische voorziening wordt
overgedragen. Of er meer wordt overgedragen is onder andere afhankelijk van de Nominale dekkingsgraad, samenstelling (actieven/inactieven) van de over te dragen aanspraken en het soort aanspraken (voorwaardelijk/onvoorwaardelijk) en is uitsluitend ter bepaling door het Fonds.
Artikel 3 A. Kosten uitvoering Pensioenregeling
Alle kosten welke het Fonds maakt komen voor rekening van het Fonds.
Artikel 4 – Premie-inning
1. De in artikel 3 van deze uitvoeringsovereenkomst bedoelde premies zijn verschuldigd per de eerste dag van iedere maand van het desbetreffende kalenderjaar.
2. De Werkgever draagt er – mede namens de andere Aangesloten ondernemingen – zorg voor dat de in artikel 3 van deze uitvoeringsovereenkomst bedoelde premies per de eerste dag van iedere maand waarop de premies betrekking hebben, zijn bijgeschreven op de op de factuur van het Fonds vermelde bankrekening. Bij te late betaling is de Werkgever en/of de Aangesloten ondernemingen een rentevergoeding verschuldigd welke gelijk is aan de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW per 1 januari van dat jaar. Het Fonds behoudt zich nadrukkelijk het recht voor om de door te late betaling door de Werkgever en/of Aangesloten ondernemingen ontstane schade op de Werkgever en/of de Aangesloten ondernemingen te verhalen welk recht hierbij door de Werkgever en/of Aangesloten ondernemingen wordt geaccepteerd. De hiervoor bedoelde rentevergoeding doet niet af aan de mogelijkheid van het Fonds om schade door te late betaling te verhalen.
3. De Werkgever en de Aangesloten ondernemingen ontvangen aan het eind van ieder kalenderkwartaal een eindafrekening. Het resterende bedrag wordt na ontvangst van deze eindafrekening in de eerstvolgende kalendermaand verrekend of betaald aan het Fonds door Werkgever en de Aangesloten ondernemingen.
4. Xxxxxxx xxx xxxxxxxxxxx van de deelneming door een deelnemer in de Pensioenregeling wordt de ten tijde van de beeindiging nog verschuldigde premie binnen dertien weken voldaan door Werkgever en/of de Aangesloten ondernemingen. Het in lid 2 bepaalde omtrent te late betaling van pensioenpremies is onverminderd van toepassing.
Artikel 5 – Procedures bij het niet nakomen van premiebetalingsverplichting
1. Het Fonds informeert elk kwartaal schriftelijk het verantwoordingsorgaan indien en zolang sprake is van een premieachterstand ter grootte van 5% van de totale door het Fonds te ontvangen jaarpremie en tevens niet voldaan wordt aan de bij of krachtens de Pensioenwet geldende eisen inzake het MVEV.
2. Gedurende de in het vorige lid bedoelde situatie informeert het Fonds tevens elk kwartaal de OR van de Werkgever en de desbetreffende Aangesloten onderneming met een premieachterstand.
Artikel 6 – Informatieverstrekking door de Werkgever
1. De Werkgever is namens iedere Aangesloten onderneming verplicht een Werknemer zo spoedig mogelijk na indiensttreding als deelnemer bij het Fonds aan te melden en zo spoedig
mogelijk na uitdiensttreding af te melden en de volgende voor de uitvoering benodigde gegevens en mutaties in deze gegevens aan het Fonds te leveren:
a. naam van de deelnemer;
b. adres van de deelnemer;
c. geboortedatum van de deelnemer;
d. burgerservicenummer van de deelnemer;
e. personeelsnummer;
f. salarisgegevens van de deelnemer;
g. moment van ingang van de Pensioenovereenkomst;
h. alle overige relevante gegevens om een pensioenaanspraak te kunnen vaststellen.
De aan- en afmelding dient te geschieden met inachtneming van de termijn als bedoeld in artikel 2 lid 5 van deze uitvoeringsovereenkomst.
2. De Werkgever levert namens iedere Aangesloten onderneming de in lid 1 genoemde gegevens en mutaties maandelijks in een door het Fonds te bepalen bestandsvorm bij het Fonds aan.
3. De Werkgever informeert namens iedere Aangesloten onderneming, het Fonds schriftelijk of elektronisch wie of welke instantie als rechtsgeldige vertegenwoordiger kan optreden voor de betrokken deelnemers bij een wijziging van de Pensioenregeling.
4. De Werkgever informeert namens iedere Aangesloten onderneming, het Fonds binnen tien dagen na een genomen besluit over een wijziging van de Pensioenregeling. De informatie dient schriftelijk of elektronisch te worden verstrekt en een volledige opsomming te bevatten van de overeengekomen wijzigingen.
Artikel 7 – Procedures voor het opstellen of wijzigen van het Pensioenreglement
1. Het Fonds stelt een Pensioenreglement op en wijzigt dit overeenkomstig de bepalingen in de statuten, het Pensioenreglement en deze uitvoeringsovereenkomst.
2. Nadat het Fonds kennis heeft genomen van een wijziging van de Pensioenregeling als bedoeld in artikel 6, lid 4, stelt het Fonds een aangepast Pensioenreglement in concept op en legt dit voor aan de Werkgever. De Werkgever wordt hierbij gevraagd om namens de Aangesloten onderneming aan te geven of de in het concept Pensioenreglement opgenomen wijzigingen volledig in overeenstemming zijn met de wijzigingen van de Pensioenregeling. Ter verifiëring zal aan genoemde partijen het Pensioenreglement worden voorgelegd.
3. Het Pensioenreglement wordt - overeenkomstig het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel – vastgesteld door het Fonds in overeenstemming met de Pensioenregeling en wijzigingen daarin met inachtneming van het bepaalde in lid 2. Het voorgaande is van toepassing voor zover, dit uitsluitend naar het oordeel van het bestuur:
a. de Pensioenregeling niet strijdig is met geldend jurisprudentie en wet- en regelgeving;
b. de financiële toestand van het Fonds dit toelaat en
c. de bepalingen naar het oordeel van het bestuur in redelijkheid uitvoerbaar zijn;
d. overigens wordt voldaan aan dit artikel en artikel 8.
4. Het Fonds heeft het recht, met inachtneming van het bepaalde in de statuten en het Pensioenreglement, zelfstandig wijzigingen in het Pensioenreglement door te voeren van de door de wetgever of de toezichthouder in de zin van de Pensioenwet vereiste dwingend voorgeschreven wijzigingen van het Pensioenreglement die niet van invloed zijn op de omvang of de aard van de pensioenaanspraken.
5. Het Fonds zal de door de wetgever of de toezichthouder in de zin van de Pensioenwet vereiste dwingend voorgeschreven wijzigingen van het Pensioenreglement die wel van invloed zijn op de omvang of de aard van de pensioenaanspraken schriftelijk of elektronisch gelijktijdig onder
de aandacht brengen van de Werkgever en de rechtsgeldige vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 6 lid 3. Indien binnen de termijn voor doorvoering van de door de wetgever of de toezichthouder vereiste dwingend voorgeschreven wijzigingen geen wijziging van de Pensioenregeling tot stand dreigt te komen, kan het Fonds zelfstandig besluiten de door de wetgever of toezichthouder in de zin van de Pensioenwet vereiste dwingend voorgeschreven wijzigingen in het Pensioenreglement door te voeren. De bij het arbeidsvoorwaardenoverleg betrokken partijen worden schriftelijk of elektronisch van het in de vorige volzin bedoelde besluit op de hoogte gesteld.
Artikel 8 - Doelstellingen, ambities voor toeslagverlening en risicohouding
1. Op basis van de toetsing in de zin van artikel 102a van de Pensioenwet is de toeslagenambitie bepaald zoals vastgelegd in het Pensioenreglement en artikel 9 van deze uitvoeringsovereenkomst.
2. De ondergrenzen (inclusief maximale afwijking) voor het pensioenresultaat zijn door het Fonds vastgesteld en vastgelegd in de Actuariele en bedrijfstechnische nota van het Fonds.
3. Het Fonds zal met inachtneming van het bepaalde bij en krachtens de Pensioenwet jaarlijks een haalbaarheidstoets uitvoeren en zal voorts in geval van iedere significante wijziging in de zin van artikel 22 lid 2 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen een aanvangs- haalbaarheidstoets uitvoeren. Over de uitkomsten van de haalbaarheidstoets zal het Fonds verantwoording afleggen aan het verantwoordingsorgaan en aan de Werkgever. Indien uit de haalbaarheidstoets blijkt dat het verwachte pensioenresultaat op fondsniveau onder de door het Fonds vastgestelde ondergrens voor dit pensioenresultaat uitkomt of blijkt dat het pensioenresultaat op Fondsniveau in een slechtweerscenario teveel afwijkt van het verwachte pensioenresultaat op Fondsniveau, waarbij het Fonds hiervoor de maximale afwijking heeft vastgesteld, dan treedt het Fonds in overleg met de Werkgever met het verzoek aan de Werkgever met de OR af te stemmen of dit moet leiden tot een wijziging van de Pensioenregeling en/of van de daaraan ten grondslag liggende doelstellingen, ambities en risicohouding. Indien dit leidt tot nieuwe door het Fonds vastgestelde ondergrenzen worden deze vastgelegd in de Actuariele en bedrijfstechnische nota van het Fonds.
4. Indien uit een haalbaarheidstoets blijkt dat – rekening houdend met het bepaalde in lid 3 – niet langer wordt voldaan aan artikel 22 lid 3 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, zal het Fonds in overleg met Werkgever en andere Aangesloten ondernemingen de Werkgever en andere Aangesloten ondernemingen verzoeken maatregelen te nemen zodat daarna alsnog wordt voldaan aan artikel 22 lid 3 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen. De Werkgever en andere Aangesloten ondernemingen verplichten zich de te nemen maatregelen af te stemmen met de OR.
Indien binnen een door het Fonds schriftelijk of elektronisch te stellen redelijke termijn nadat het verzoek als bedoeld in de eerste volzin is gedaan, de Werkgever of andere Aangesloten ondernemingen geen of onvoldoende maatregelen heeft genomen, eindigt deze uitvoeringsovereenkomst met de Werkgever en de andere Aangesloten ondernemingen op de laatste dag van de door het Fonds gestelde termijn.
Artikel 9 – Toeslagverlening
1.a. Op de pensioenrechten en pensioenaanspraken kan jaarlijks toeslag verleend worden van maximaal het verschil tussen enerzijds de prijsindex over oktober van het betrokken jaar en anderzijds de prijsindex over oktober van het daaraan voorafgegane jaar, te delen door laatstbedoelde prijsindex. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en
pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald.
1.b. Onder prijsindex wordt verstaan het consumentenprijsindexcijfer, reeks CPI-Alle Huishoudens, zoals dit cijfer wordt gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bedoeld percentage wordt door het bestuur op twee decimalen afgerond.
1.c. De onder 1.a. bedoelde pensioenrechten en pensioenaanspraken betreffen:
1. de opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen tijdens deelnemerschap;
2. ingegaan jaarlijks pensioen;
3. premievrije aanspraken op pensioen als bedoeld in artikel 9 van het Pensioenreglement;
4. aanspraak als gevolg van verevening, zoals omschreven in artikel 6a van het Pensioenreglement.
2. Indien het bestuur de systematiek van toeslagverlening aanpast, zal deze ten aanzien van alle belanghebbenden (inclusief ex-deelnemers en pensioengerechtigden) worden aangepast.
3. Er is geen recht op toekomstige toeslagen. Deze toeslag op de pensioenrechten en pensioenaanspraken is voorwaardelijk.
4. Het bestuur stelt beleid voor toeslagverlening vast in overeenstemming met deze uitvoeringsovereenkomst en het bepaalde bij en krachtens de Pensioenwet.
Artikel 10 – Haalbaarheidstoets van het Fonds
1. De verplichting van de Werkgever tot voldoening van premies aan het Fonds gaat niet verder dan de verplichte premie zoals omschreven in artikel 3. Ingeval van tekorten van het Fonds zijn de Werkgever en andere Aangesloten ondernemingen niet gehouden tot aanvullingen op de in artikel 3 van deze uitvoeringsovereenkomst omschreven premie. Ingeval van een overschot, hoe ook genaamd, bij het Fonds, hebben de Werkgever en andere Aangesloten ondernemingen geen recht op premierestitutie dan wel korting op de in artikel 3 van deze uitvoeringsovereenkomst omschreven premie.
2. Indien in enig jaar de haalbaarheidstoets van het Fonds uitwijst, dat de financiële positie van het Fonds ontoereikend is, zal het bestuur vaststellen of alsnog op andere wijze middelen ter opheffing van de ontoereikendheid worden gevonden, dan wel of de beperkende bepalingen van lid 4 worden toegepast.
3. De premie conform artikel 3 lid 1 van deze uitvoeringsovereenkomst kan gedurende de looptijd van deze uitvoeringsovereenkomst niet worden aangepast als gevolg van de financiële situatie van het Fonds.
In een situatie van toepassing van de beperkende bepalingen zal het Fonds de pensioen- en aanspraakgerechtigden die hierdoor worden geraakt hiervan onverwijld in kennis stellen. De situatie van ontoereikendheid als bedoeld in dit lid doet zich voor in de situatie als omschreven in het Pensioenreglement.
4. Indien de bij het Fonds te verwerven aanspraken in enig jaar niet kunnen worden gefinancierd uit de maandelijks na toepassing van artikel 3 leden 1 en 4 vastgestelde premie worden de nog te verwerven aanspraken in de Pensioenregeling zodanig aangepast conform het Pensioenreglement dat het betreffende financieringstekort is opgeheven.
5. Indien na de toepassing van de leden 2 en 4 van dit artikel de financiële positie van het Fonds nog steeds ontoereikend is, zullen de opgebouwde aanspraken en rechten op pensioen van de
pensioen- en aanspraakgerechtigden met een gelijk percentage worden verminderd tot een zodanig niveau dat de financiële positie van het Fonds wederom toereikend is, met inachtneming van het Pensioenreglement en het bepaalde in artikel 134 van de Pensioenwet.
Artikel 11 – Werkgeversvoorbehoud
1. De Aangesloten onderneming behoudt zich het recht voor om de premie aan het Fonds tussentijds te verminderen, op te schorten of te beëindigen bij een ingrijpende wijziging van de omstandigheden.
2. Als de Aangesloten onderneming voornemens zijn/is van dit voorbehoud gebruik te maken, deelt de Aangesloten onderneming dit uiterlijk een kalendermaand voorafgaand aan de uitoefening van het voorbehoud schriftelijk of elektronisch mee aan het Fonds en zal het Fonds degenen wier pensioen of aanspraak op pensioen daardoor worden getroffen hier direct schriftelijk of elektronisch over informeren.
Artikel 12 – Nieuwe toetredingen
1. Bij aanvang van deze uitvoeringsovereenkomst zijn de in bijlage 3 bij deze uitvoeringsovereenkomst genoemde rechtspersonen de Aangesloten ondernemingen.
2. Indien met inachtneming van de statuten van het Fonds een nieuwe rechtspersoon als Aangesloten onderneming toetreedt die tevens door de Werkgever wordt vertegenwoordigd in deze uitvoeringsovereenkomst, wordt deze uitvoeringsovereenkomst mede van toepassing voor die nieuwe onderneming, nadat het bestuur daartoe een advies van het verantwoordingsorgaan heeft ontvangen. Bijlage 3 van deze uitvoeringsovereenkomst wordt alsdan aangepast. In een dergelijke situatie hebben Partijen de mogelijkheid om zo nodig aanvullende afspraken te maken. Deze uitvoeringsovereenkomst wordt van toepassing op de nieuwe onderneming per de datum van aanpassing van bijlage 3 bij deze uitvoeringsovereenkomst.
3. Na toetreding van een nieuwe Aangesloten onderneming past het Fonds het Pensioenreglement aan met inachtneming van deze uitvoeringsovereenkomst.
4. De Werkgever streeft er naar iedere rechtspersoon die deel uit gaat maken van haar Groep aan te laten sluiten bij het Fonds en vanaf de datum van aansluiting de Pensioenregeling op de Werknemers van de betreffende rechtspersoon van toepassing te laten zijn. De Werkgever zal voor de betreffende rechtspersoon instaan en deze vertegenwoordigen met betrekking tot het van toepassing worden van deze uitvoeringsovereenkomst op de betreffende rechtspersoon.
Artikel 13 Geheimhouding en privacy
1. Het Fonds zal alle informatie die zij van de Werkgever, iedere andere Aangesloten onderneming en/of Deelnemer ontvangt en/of zelf verzamelt of dient te verzamelen met het doel deze te verwerken overeenkomstig het in deze uitvoeringsovereenkomst en/of het Pensioenreglement daartoe bepaalde, vertrouwelijk behandelen en niet met derden delen anders dan in het kader van de uitvoering van de Pensioenregeling of krachtens wettelijke verplichtingen.
2. Het Fonds zal de in lid 1 bedoelde informatie op een zodanige wijze opslaan, dat onbevoegden hier geen toegang toe hebben. Tevens zal het Fonds deze informatie niet voor een ander doel gebruiken dan waarvoor zij deze heeft verkregen.
3. De geheimhoudingsplicht is niet van toepassing voor zover de Werkgever, een andere
Aangesloten onderneming en/of de Deelnemer uitdrukkelijk schriftelijk of elektronisch toestemming heeft gegeven om informatie aan derden te verschaffen.
4. In die gevallen dat het Fonds in het kader van de uitvoering van de Pensioenregeling gebruik maakt van de diensten van derden, zal het Fonds er voor zorgen dat deze derden dezelfde geheimhoudingsplicht aanvaarden als met de Werkgever in deze uitvoeringsovereenkomst is overeengekomen.
5. Op grond van deze uitvoeringsovereenkomst worden persoonsgegevens verwerkt door het Fonds en door het Fonds ingeschakelde derden. Omdat het Fonds zelf het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens bepaald, is het Fonds een verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het Fonds heeft daarmee dezelfde positie als de Werkgever, die eveneens verwerkingsverantwoordelijke is, en daarom is een verwerkersovereenkomst tussen de Werkgever en het Fonds niet nodig. Het Fonds zal te allen tijde de verplichtingen ingevolge de AVG naleven ten aanzien van persoonsgegevens die worden verwerkt ten behoeve van de uitvoering van de Pensioenregeling onder deze uitvoeringsovereenkomst. Het Fonds zal er voorts op toezien dat derden als bedoeld in lid 4 de verplichtingen ingevolge de AVG naleven. Het Fonds heeft ter voldoening aan de AVG een privacyverklaring opgesteld. Deze verklaring is te vinden op de website van het Fonds.
Artikel 14 – Duur en beëindiging uitvoeringsovereenkomst
1. Deze uitvoeringsovereenkomst treedt in werking per 1 januari 2022 en vervangt voor de verbintenissen uit deze uitvoeringsovereenkomst vanaf die datum de voorgaande uitvoeringsovereenkomst.
2. Deze uitvoeringsovereenkomst wordt aangegaan voor de duur van drie jaar en eindigt derhalve op 31 december 2024. Onverminderd het in de vorige volzin bepaalde, zijn Partijen deze uitvoeringsovereenkomst aangegaan met de intentie dat Partijen na de beëindiging van deze uitvoeringsovereenkomst in beginsel een nieuwe uitvoeringsovereenkomst met elkaar aangaan.
3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 is elk der Partijen gerechtigd deze uitvoeringsovereen- komst te ontbinden ingeval van ernstige toerekenbare tekortkoming (wanprestatie) van de wederpartij, zonder enige termijn in acht te nemen en derhalve met onmiddellijke ingang door middel van kennisgeving per aangetekende brief onder opgaaf van redenen, zulks behoudens het navolgende. Ontbinding als in de vorige zin bedoeld kan eerst plaatsvinden indien de wederpartij schriftelijk of elektronisch op haar tekortkoming is gewezen en gedurende een redelijke termijn - afhankelijk van de omstandigheden van het geval - in de gelegenheid is gesteld haar tekortkoming te herstellen.
4. Voorts eindigt de uitvoeringsovereenkomst op de datum als bedoeld in lid 5 indien artikel 2 lid 2 van toepassing is of indien één der Partijen:
a. de voorwaarden van deze uitvoeringsovereenkomst feitelijk of van rechtswege niet langer kan vervullen wegens overmacht;
b. surséance van betaling heeft verkregen;
c. failliet is verklaard;
d. wordt ontbonden of geen rechtspersoon meer is.
5. Indien één van de in lid 4 genoemde gebeurtenissen zich voordoet, is de desbetreffende partij verplicht de wederpartij hiervan onmiddellijk schriftelijk onder bevestiging van ontvangst in kennis te stellen. De beëindiging van deze uitvoeringsovereenkomst is rechtsgeldig met ingang van de datum van het desbetreffende rechterlijke bevel, de beschikking, het vonnis of de desbetreffende notariële akte.
6. Het Fonds is bevoegd deze uitvoeringsovereenkomst te beëindigen ten aanzien van een Aangesloten onderneming(en) die in deze uitvoeringsovereenkomst door de Werkgever wordt vertegenwoordigd als de betreffende Aangesloten onderneming(en) niet meer tot de zelfde Groep als de Werkgever behoort. Alvorens daartoe te besluiten treden het Fonds, Werkgever en de desbetreffende Aangesloten onderneming(en) daarover in overleg. Hierbij neemt het Fonds een opzegtermijn van een jaar in acht vanaf de datum dat de uittredende Aangesloten onderneming de Groep heeft verlaten.
Artikel 15 Gevolgen van het einde van de uitvoeringsovereenkomst
1. Na beëindiging van deze uitvoeringsovereenkomst behouden de Werkgever en de andere Aangesloten ondernemingen enerzijds en het Fonds anderzijds jegens elkaar de uit deze uitvoeringsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de pensioenaanspraken en -rechten en kosten terzake van tijdvakken gelegen vóór de datum van beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst.
2. Na beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst worden de onder de uitvoeringsovereenkomst gesloten verzekeringen, hetzij premievrij gemaakt, hetzij geheel of gedeeltelijk overgedragen naar een andere pensioenuitvoerder in de zin van de Pensioenwet, hetzij geroyeerd indien zij geen premievrije waarde hebben.
3. Collectieve overdracht van de waarde van pensioenaanspraken en -rechten naar een andere pensioenuitvoerder in de zin van de Pensioenwet na beëindiging van deze uitvoeringsovereenkomst is mogelijk onder op dat moment overeen te komen condities en met inachtneming van de ter zake geldende wettelijke vereisten. De Werkgever en de andere Aangesloten ondernemingen blijven na beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst verplicht de eventueel door het Fonds voor de uitvoering van de Pensioenregeling benodigde gegevens te verstrekken.
4. Op verzoek van de Aangesloten onderneming waarvan de uitvoeringsovereenkomst is beëindigd, zal het Fonds de nieuwe pensioenuitvoerder van die (voorheen) Aangesloten onderneming alle informatie verstrekken die deze voor de voortzetting van de Pensioenregeling nodig heeft. Het Fonds kan de informatieverstrekking afhankelijk stellen van een door de (voorheen) Aangesloten onderneming aan het Fonds te betalen kostenvergoeding welke door het Fonds wordt vastgesteld en voorafgaand aan de informatieverstrekking aan de (voorheen) Aangesloten onderneming schriftelijk of elektronisch wordt medegedeeld.
Artikel 16 Wijziging in deze uitvoeringsovereenkomst
1. Een wijziging in deze uitvoeringsovereenkomst kan uitsluitend schriftelijk worden overeengekomen.
Artikel 17 Toepasselijk recht
1. Op deze uitvoeringsovereenkomst en het Pensioenreglement is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
2. Alle geschillen voortvloeiende uit deze uitvoeringsovereenkomst, zullen worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter in Amsterdam.
Aldus overeengekomen en getekend in viervoud,
Amsterdam, ………………0000 Xxxxxxxxx, 2021
Keesing Media Groep B.V. Stichting Mediahuis Nederland Pensioenfonds Keesing Nederland B.V.
Cypher Bidco B.V.
……………………….. ……………………………..
P.J. Alberdingk Thijm A.J. Xxxxxxx, voorzitter
……………………….. ……………………………..
J.H.J. Bouwman N.O. Xxxxxxx, secretaris
BIJLAGE 1 bij de Uitvoeringsovereenkomst 2022 - 2024 tussen Keesing Media Group
B.V. en Stichting Mediahuis Nederland Pensioenfonds (artikel 1).
Begripsomschrijvingen Aangesloten onderneming(en):
Iedere rechtspersoon die onderdeel uitmaakt van Werkgever en door deze wordt vertegenwoordigd in onderhavige uitvoeringsovereenkomst, zoals opgenomen in bijlage 3 bij deze uitvoeringsovereenkomst;
Dekkingsgraad (DG): De dekkingsgraad in de zin van artikel 1 van de Pensioenwet. Beleidsdekkingsgraad: de beleidsdekkingsgraad in de zin van artikel 133a van de
Pensioenwet;
OR: de ondernemingsraad van de Werkgever en/of de overige Aangesloten ondernemingenen;
Eigen Vermogen : het EV is het verschil van de som van de beleggingen, de
verzekeringen, de vorderingen en overlopende activa onder
aftrek van de overige schulden en overlopende passiva enerzijds en de TV anderzijds.
Groep: een groep in de zin van artikel 2:24b Burgerlijk Wetboek.
Gedempte kostendekkende
premie: de gedempte kostendekkende premie als bedoeld in artikel 128 lid 2 van de Pensioenwet.
Minimaal vereist eigen vermogen (MVEV):
het minimaal vereist eigen vermogen in de zin van artikel 131 van de Pensioenwet;
Pensioenovereenkomst: de pensioenovereenkomst tussen een Aangesloten ondernemingen en een Werknemer daarvan, waarin de Pensioenregeling van toepassing is verklaard;
Pensioenregeling: de Pensioenovereenkomsten en de daaruit voortvloeiende Collective Defined Contribution pensioenregeling van de Werkgever zoals deze geldt vanaf 1 januari 2019 en nadien rechtsgeldig wordt gewijzigd en zoals deze is vastgelegd in het Pensioenreglement;
Pensioenreglement: het pensioenreglement van het Fonds zoals dat geldt vanaf 1 januari 2022 en zoals dat nadien met inachtneming van de statuten en deze uitvoeringsovereenkomst wordt gewijzigd;
Reële dekkingsgraad: de reële dekkingsgraad in de zin van artikel 133b van de
Pensioenwet;
Nominale dekkingsgraad: De hoogte van de dekkingsgraad is een maatstaf voor de financiële positie van een pensioenfonds. De dekkingsgraad is een percentage dat de verhouding uitdrukt tussen het aanwezige vermogen van het pensioenfonds en de contante waarde van alle opgebouwde pensioenverplichtingen. Bij een dekkingsgraad van 100% is er exact genoeg vermogen aanwezig om de opgebouwde pensioen- verplichtingen na te komen.
Technische voorzieningen (TV):
technische voorzieningen in de zin van artikel 126 van de Pensioenwet;
Vereist Eigen Vermogen (VEV):
het VEV zoals vastgesteld op basis van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen. Het VEV is het vermogen dat behoort bij de evenwichtssituatie van het Fonds. In die situatie is het EV zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% ten aanzien van de als onvoorwaardelijk aangemerkte onderdelen van de Pensioenregeling wordt voorkomen dat de som van de beleggingen, de verzekeringen, de vorderingen en overlopende activa onder aftrek van de overige schulden en overlopende passiva van het Fonds binnen een jaar minder is dan de TV.
Werknemer: werknemer in dienst van de Werkgever of de overige Aangesloten ondernemingen
BIJLAGE 2 bij de Uitvoeringsovereenkomst 2022 – 2024 tussen Keesing Media Group B.V. en
Stichting Mediahuis Nederland Pensioenfonds (artikel 3 lid 4) Nadere bepalingen over de bestemmingsreserve premies
1. De omvang van een onttrekking aan de bestemmingsreserve premies wordt bij aanvang van het jaar vastgesteld op basis van het (procentuele) premietekort in de door het Fonds conform deze uitvoeringsovereenkomst ontvangen premie ten opzichte van de Gedempte kostendekkende premie. De bestemmingsreserve premies kan niet negatief worden.
2. De Werkgever en het Fonds treden in overleg indien significante wijzigingen in het deelnemersbestand na vaststelling van de feitelijk door de Werkgever aan het Fonds af te dragen premie en de Gedempte kostendekkende premie, ertoe leiden dat het saldo van de bestemmingsreserve premies lager dan nul zou worden of op andere wijze de evenwichtigheid van de financiële opzet in het geding brengt, dit uitsluitend ter bepaling door het bestuur van het Fonds.
3. Het saldo in de bestemmingsreserve premies wordt door het Fonds op dezelfde wijze belegd als de overige middelen van het Fonds worden belegd. Er wordt geen rendement toegekend over het saldo van de bestemmingsreserve premies.
4. Het bestuur van het Fonds kan, gehoord de actuaris, de bestemming van de bestemmingsreserve premies wijzigen zodra deze aantoonbaar naar verwachting niet meer nodig is voor het realiseren van het doel waarvoor de bestemmingsreserve premies in het leven is geroepen.
5. Onverminderd het bepaalde in de vorige volzin besluit het bestuur van het Fonds, gehoord de actuaris, in geval van beëindiging van deze uitvoeringsovereenkomst over de bestemming van het dan aanwezige saldo van de bestemmingsreserve premies.
6. Het saldo van de bestemmingsreserve premies wordt niet uitgekeerd aan de Werkgever of overige Aangesloten ondernemingen.
BIJLAGE 3 bij de Uitvoeringsovereenkomst 2022 - 2024 tussen Keesing Media Group B.V. en
Stichting Mediahuis Nederland Pensioenfonds (aanhef).
Aangesloten ondernemingen | Rechtsgeldig bevoegd tot ondertekening |
Keesing Media Group B.V. | Puzzle Holding B.V. |
Keesing Nederland B.V. | Keesing Media Group B.V. |
Cypher Bidco B.V. | P.J. Alberdingk Thijm J.H.J. Bouman |