Interlokale vereniging DKO Beeldende en Audiovisuele Kunsten Turnhout, Beerse, Oud-Turnhout, Zoersel
Interlokale vereniging DKO Beeldende en Audiovisuele Kunsten Turnhout, Beerse, Oud-Turnhout, Zoersel
Tussen de hierna vermelde lokale overheden, vertegenwoordigd zoals nader aangeduid, is overeengekomen een interlokale vereniging op te richten volgens de toepasselijke bepalingen van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking:
de stad Turnhout vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxx Xxxxxx, voorzitter van de gemeenteraad, en de xxxx Xxxxx Xxxxx, algemeen directeur, in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 12 november 2018;
de gemeente Beerse vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxx Xxxxx, voorzitter van de gemeenteraad, en xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx, algemeen directeur, in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 31 januari 2019;
de gemeente Oud–Turnhout vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxx Xxxxxxx, voorzitter van de gemeenteraad, en mevrouw Xxx Xx Xxxxxx, algemeen directeur, in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 15 november 2018;
de gemeente Zoersel vertegenwoordigd door mevrouw Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx, burgemeester, en de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, algemeen directeur, in uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 23 oktober 2018;
Voormelde partijen hebben de inhoud van deze overeenkomst met statutaire draagkracht vastgesteld als volgt:
Titel 1: Naam, doel, zetel, beherende gemeente, duur, opzeg, toetreding
Art. 1 Naam
De interlokale vereniging draagt de naam ‘Interlokale vereniging DKO Beeldende en Audiovisuele Kunsten Turnhout, Beerse, Oud-Turnhout, Zoersel’.
Art. 2 Doel
§1.
De ‘Interlokale vereniging DKO Beeldende en Audiovisuele Kunsten Turnhout, Beerse, Oud-Turnhout, Zoersel’ heeft als doelstelling om binnen de krijtlijnen van de onderwijsregelgeving, de organisatie van de Stedelijke Academie voor Beeldende en Audiovisuele Kunsten (049619), hierna vermeld als ‘Stedelijke Academie voor Schone Kunsten Turnhout’, met inbegrip van haar vestigingsplaatsen optimaal af te stemmen op de lokale noden en deze vorm van onderwijs zo toegankelijk en bereikbaar mogelijk aan te bieden in de deelnemende gemeenten. Hieruit kunnen eventueel gemeentelijke en intergemeentelijke activiteiten en projecten voortvloeien.
§2.
De Stedelijke Academie voor Schone Kunsten Turnhout verstrekt deeltijds kunstonderwijs in de deelnemende gemeenten en dit overeenkomstig de geldende wettelijke voorschriften en normen inzake deeltijds kunstonderwijs, domein Beeldende en Audiovisuele Kunsten.
§3.
Alle vestigingsplaatsen maken pedagogisch en administratief deel uit van de Stedelijke Academie
voor Schone Kunsten Turnhout met als schoolbestuur het stadsbestuur van Turnhout.
De hoofdvestigingsplaats van de Academie is gevestigd op het volgende adres: Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxx.
§4.
Ten opzichte van andere initiatieven die men concurrentieel zou kunnen noemen ten aanzien van het al aanwezige deeltijds kunstonderwijs (DKO) op het eigen grondgebied, engageren de deelnemende gemeenten zich duidelijk ten gunste van onderhavig samenwerkingsverband.
Art. 3 Zetel, beherende gemeente
§1.
De stad Turnhout wordt aangeduid als beherende gemeente.
§2.
De zetel van de ‘Interlokale vereniging DKO Beeldende en Audiovisuele Kunsten Turnhout, Beerse, Oud-Turnhout, Zoersel’ wordt gevestigd op volgend adres: Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxx.
Art. 4 Duur, opzegmogelijkheid, toetreding
§1.
De interlokale vereniging wordt opgericht voor onbepaalde duur, ingaand op 1 september 2018.
§2.
Uittreding kan enkel op 1 september mits de uittreding aangetekend wordt meegedeeld aan de andere deelnemende gemeenten en aan de voorzitter van het beheerscomité en dit vóór 1 maart van het schooljaar voorafgaand aan de datum van uittreding. De mededeling tot uittreding moet gebaseerd zijn op een beslissing van de gemeenteraad van de uittredende gemeente.
De uittredende gemeente heeft geen recht op recuperatie van de eventueel ingebrachte financiële middelen.
§3.
Een nieuwe gemeente kan enkel op 1 september toetreden. De gemeente dient hiertoe bij de voorzitter van het beheerscomité per aangetekend schrijven een aanvraag in en dit vóór 1 januari van het schooljaar voorafgaand aan de datum van toetreding. Het beheerscomité formuleert een advies over het verzoek tot toetreding en legt de aanvraag ter goedkeuring voor aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten. De toetreding wordt aanvaard indien alle deelnemende gemeenten zich akkoord hebben verklaard. Indien een gemeenteraad geen beslissing neemt binnen de 90 dagen na voorlegging, wordt de betreffende gemeenteraad verondersteld de toetreding te aanvaarden.
Titel 2: Beheerscomité – samenstelling en werking
Art. 5 Samenstelling
§ 1.
Er wordt een beheerscomité opgericht.
§ 2.
Door elke gemeenteraad wordt een lid van het college van burgemeester en schepenen afgevaardigd, alsmede een vervangend lid met hetzelfde mandaat ingeval van afwezigheid van het effectief lid.
De leden van het beheerscomité worden afgevaardigd voor de periode van een bestuurslegislatuur, onverminderd de mogelijkheid van de gemeenteraden het mandaat van hun vertegenwoordigers in te trekken en onverminderd de beëindiging van rechtswege van het mandaat van de leden van het beheerscomité zodra zij hun betreffende politieke mandaat verliezen. De leden blijven evenwel lid van het beheerscomité tot het moment dat er in hun vervanging is voorzien. In geval van algehele vernieuwing van de gemeenteraden duiden de deelnemende gemeente in de eerste drie maanden volgend op het jaar van de verkiezingen de nieuwe bestuurders aan. Zij treden aan vanaf het ogenblik van hun aanstelling.
§3.
De directeur van de academie evenals de bevoegde ambtenaar van elk van de deelnemende (niet- beherende) gemeenten worden naar het beheerscomité uitgenodigd als deskundigen. Zij hebben geen stemrecht. Hun aanwezigheid wordt in het verslag vermeld.
§4.
Het beheerscomité kan andere deskundigen uitnodigen op haar vergaderingen. Zij hebben geen stemrecht. Hun aanwezigheid wordt in het verslag vermeld.
Art. 6 Werking
§1.
Het beheerscomité houdt minstens één zitting per kalenderjaar op een gezamenlijk afgesproken datum en zo vaak als het belang van de interlokale vereniging het vereist of telkens wanneer minstens 1/3 van de leden erom verzoekt.
§2.
Het beheerscomité stelt een huishoudelijk reglement op waarin ze de organisatie van haar werkzaamheden vastlegt (wijze van samenroepen, wijze van vergaderen, plaats van de vergaderingen, wijze van goedkeuring van de verslagen).
§3.
De vertegenwoordiger van de beherende gemeente neemt de rol van voorzitter van het beheerscomité op. De directeur van de academie neemt het secretariaat waar en rapporteert aan het beheerscomité.
§4.
Het beheerscomité kan slechts geldig vergaderen indien twee derden van de vertegenwoordigers van de deelnemers aanwezig is. Bovendien moet telkens minstens de afgevaardigde van de beherende gemeente (of diens vervanger) aanwezig zijn. Indien de vergadering niet voldoende aanwezigen telt, wordt een datum vastgelegd voor een nieuwe vergadering, minstens één week later. Op deze tweede vergadering is het aanwezigheidsquorum van twee derden niet meer vereist voor de punten die voor de tweede maal op de agenda zijn vermeld. In de oproep naar deze nieuwe vergadering wordt hierop gewezen. De aanwezigheid van de afgevaardigde van de beherende gemeente (of diens vervanger) blijft evenwel van toepassing.
§5.
Elke deelnemende gemeente beschikt over één stem in het beheerscomité. Beslissingen worden genomen bij consensus.
§6.
Van elke vergadering van het beheerscomité wordt een verslag opgemaakt dat wordt gedateerd en ondertekend door de voorzitter en mede ondertekend door de directeur. De goedgekeurde notulen met alle documenten waaraan de notulen refereren, worden bijgehouden op de zetel van de interlokale vereniging. Een afschrift van de notulen wordt bezorgd aan de deelnemende gemeentebesturen alwaar ze ter inzage liggen van de gemeenteraadsleden op het secretariaat van de deelnemende gemeenten, onverminderd de decretale bepalingen inzake de openbaarheid van bestuur.
Titel 3: Beheerscomité – bevoegdheden
Art. 7
§1.
Binnen het beheerscomité wordt overleg gepleegd over de wijze waarop de overeenkomst wordt uitgevoerd.
§2.
Het beheerscomité formuleert adviezen ten behoeve van het schoolbestuur inzake de organisatie van het domein Beeldende en Audiovisuele Kunsten van het DKO, een rationele spreiding van het onderwijsaanbod, infrastructuur, uitrusting en didactisch materiaal en investeringen.
§3.
Daarnaast heeft het beheerscomité de volgende taken:
- vaststellen van het huishoudelijk reglement van het beheerscomité
- vaststellen van de ontwerpjaarrekening en het jaarverslag van de interlokale vereniging
- ter goedkeuring voorleggen aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeentebesturen van de ontwerpjaarrekening samen met het jaarverslag
- formuleren van adviezen met betrekking tot de wijziging van deze algemene overeenkomst.
Art. 8
Onverminderd de taken die aan het beheerscomité van de interlokale vereniging zijn toegewezen, blijft het schoolbestuur verantwoordelijk voor haar onderwijsinstelling(en) en voor de personeelsleden die zij heeft aangesteld.
Titel 4: Personeel en werkingskosten
Art. 9 Gesubsidieerd onderwijspersoneel
§1.
Het gesubsidieerd bestuurs- en onderwijzend, ondersteunend en desgevallend opvoedend hulppersoneel wordt binnen de vigerende reglementering van de Vlaamse Gemeenschap aangesteld en benoemd door het schoolbestuur, namelijk het stadsbestuur van Turnhout. De rechtspositieregeling voor personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs is integraal van toepassing met inbegrip van de aanvullende reglementen opgelegd door het schoolbestuur.
§2.
Het aantal gesubsidieerde lestijden dat wordt aangewend voor de vestigingsplaatsen in de niet- beherende gemeenten, wordt bepaald door de noodwendigheden in de vestigingsplaatsen en het aantal financierbare leerlingen dat op 1 februari van het vorig schooljaar in de vestigingsplaatsen van de betreffende gemeenten werd geteld.
§3.
Op basis van het aantal leerlingen ingeschreven voor de diverse vestigingsplaatsen zal het stadsbestuur van Turnhout – binnen de perken van het door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming gesubsidieerde lesurenpakket – de nodige leerkrachten gelasten met het geven van de lessen aan de leerlingen in de betreffende vestigingsplaatsen. Deze leerkrachten worden bezoldigd door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Zij verzorgen het door het Vlaams Ministerie verplichte toezicht voor, tijdens en na de klassikale lessen.
Art. 10 Niet-gesubsidieerd personeel
§1.
De beherende gemeente kan na advies van het beheerscomité niet-gesubsidieerd personeel aanstellen ten behoeve van de DKO-werking (toezicht, lestijden, administratie…) in de vestigingsplaatsen. Dit niet-gesubsidieerd personeel valt ofwel onder de lokale rechtspositieregeling van de beherende gemeente ofwel onder het statuut van het gesubsidieerd onderwijspersoneel indien de beherende gemeente dit personeel aanstelt onder het zogenaamde PWB-systeem binnen de onderwijsregelgeving.
§2.
Op expliciete vraag van een niet-beherende gemeente kan de beherende gemeente bijkomend niet- gesubsidieerd onderwijspersoneel aanstellen dat wordt tewerkgesteld in de vestigingsplaats(en) van deze niet-beherende gemeente en onder leiding staat van de directeur van de academie.
§3.
De kosten voor het inzetten van niet-gesubsidieerd personeel in de vestigingsplaats(en) van een
niet-beherende gemeente worden door het stadsbestuur van Turnhout jaarlijks doorgerekend aan de betreffende niet-beherende gemeente op basis van de werkelijke kost, samen met de andere werkingskosten zoals bepaald onder artikel 13 van deze overeenkomst.
Art. 11 Verplaatsingskosten
§1.
De gemeentebesturen van de niet-beherende gemeenten vergoeden de verplaatsingskosten van de leerkrachten voor wat betreft hun door het lessenrooster verplichte verplaatsingen tussen het hoofdfiliaal in Turnhout en de vestigingsplaats(en) in de eigen gemeente. Deze vergoeding is gelijk aan de kilometervergoeding voor gemeentepersoneel zoals opgenomen in de rechtspositieregeling van de stad Turnhout en wordt uitbetaald door het stadsbestuur van Turnhout. Het stadsbestuur van Turnhout rekent deze verplaatsingskosten jaarlijks door aan het gemeentebestuur van de niet- beherende gemeente.
§2.
Voor de regelmatige verplaatsingen van de directeur van de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten van Turnhout tussen het hoofdfiliaal in Turnhout en de vestigingsplaats(en) in een niet- beherende gemeente, wordt door het gemeentebestuur van de niet-beherende gemeente jaarlijks een forfaitaire vergoeding van 1.280 EUR (jaarlijks op 1 juli aan te passen aan het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen) toegekend. Deze vergoeding wordt uitbetaald door het stadsbestuur van Turnhout dat deze kost jaarlijks doorrekent aan het gemeentebestuur van de niet- beherende gemeente.
Art. 12 Administratiekosten
De gemeentebesturen van de niet-beherende gemeenten komen tussen in de administratiekosten van de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten van Turnhout. Deze tussenkomst wordt, ongeacht het bedrag van de werkingstoelagen, bepaald op 4/5 van de werkingstoelagen die uitgekeerd worden voor de cursussen ingericht in de niet-beherende gemeenten.
Art. 13 Jaarlijkse verrekening
De eventuele inzet van niet-gesubsidieerd personeel en de overige werkingskosten (verplaatsingskosten directie en leerkrachten, administratiekosten) voor de organisatie van het domein Beeldende en Audiovisuele Kunsten van het DKO vallen rechtstreeks ten laste van de gemeentebesturen van de deelnemende gemeenten. Het stadsbestuur Turnhout rekent deze jaarlijks via een detailberekening door aan de gemeentebesturen van de vestigingsplaatsen nadat ze de door de Vlaamse gemeenschap toegekende werkingsmiddelen in verhouding tot het aantal gesubsidieerde leraarsuren in de betreffende vestigingsplaatsen in mindering heeft gebracht.
Titel 5: Infrastructuur, materiaal, verzekeringen
Art. 14 Infrastructuur en didactisch materiaal
§1.
Elke deelnemende gemeente staat voor de vestigingsplaats(en) op haar grondgebied in voor:
a. geschikte en voldoende lokalen die beantwoorden aan de voorwaarden inzake hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid;
b. het nodige didactisch materiaal en de nodige schooluitrusting die beantwoorden aan de specifieke technische en pedagogische eisen voor het organiseren van kwaliteitsvol onderwijs, met name:
voor het domein Beeldende en Audiovisuele kunsten: in elk klaslokaal een afsluitbare kast, een wastafel met stromend water, voldoende tafels en stoelen aangepast aan de doeleinden en de vereisten van de aangeboden opleidingen in dit domein.
c. een functionele inrichting van de vestigingsplaats(en) met oog voor een vlotte bereikbaarheid van straat of plein, parking en fietsenstalling;
d. het onderhoud van de lokalen;
e. de verwarming, verlichting, watervoorziening, telefoon en andere verbruikskosten;
f. voldoende EHBO-voorzieningen (in functie van de risicoanalyse);
g. brandbeveiliging (pictogrammen, brandblusapparaten,...);
h. de nodige verzekeringen tegen brand waarbij een afschrift van de betreffende polissen aan het stadsbestuur van Turnhout wordt overgemaakt.
§2.
De roerende en onroerende goederen van de vestigingsplaatsen gelegen op het grondgebied van de niet-beherende gemeenten worden vervat in een inventaris en blijven eigendom van de betreffende gemeente.
§3.
De bibliotheek van de academie wordt ter beschikking gesteld van het personeel en de leerlingen van alle vestigingsplaatsen.
Art. 15 Inrichting, onderhoud en nutsvoorzieningen
De kosten voor de inrichting van de lokalen, de kosten voor het onderhoud, de verwarming, de verlichting en het gebruik van andere nutsvoorzieningen zoals bepaald in artikel 14, §§1 en 2 worden rechtstreeks gedragen door de betreffende gemeente.
Art. 16 Verzekeringen
De verzekeringspolissen die het schoolbestuur afsluit ten behoeve van de leerlingen en personeelsleden van de academie, gelden eveneens voor:
- de personeelsleden aangesteld conform artikel 9 en 10 van deze overeenkomst
- de leerlingen van de vestigingsplaatsen. Het gaat om minimaal:
- een polis burgerlijke aansprakelijkheid voor de leerlingen en het personeel;
- een polis tegen lichamelijke ongevallen voor de leerlingen en desgevallend het niet-gesubsidieerd personeel. Het gesubsidieerd personeel is via het ministerie van Onderwijs en Vorming verzekerd tegen arbeidsongevallen;
- een verzekering rechtsbijstand voor het personeel.
Titel 6: Financieel beheer en controle
Art. 17 Jaarrekening, jaarverslag en controle
§1.
Het beheerscomité maakt de jaarrekening en de bijhorende verantwoordingsstukken over aan de deelnemende gemeenten uiterlijk binnen de zes maanden na afsluiting van het voorgaande werkingsjaar. Een werkingsjaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus.
§2.
Samen met de jaarrekening wordt aan de deelnemende gemeenten een jaarverslag ter beschikking gesteld.
§3.
De jaarrekening is goedgekeurd door de gemeenteraad indien de gewone meerderheid ze goedkeurt. Indien de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen binnen de 90 dagen na de voorlegging, wordt de jaarrekening als goedgekeurd beschouwd.
§4.
De jaarlijkse evaluatie in de gemeenteraden gebeurt ter gelegenheid van de bespreking van het jaarverslag.
§5.
Elke deelnemende gemeente kan de boekhouding en de jaarrekening met betrekking tot de interlokale vereniging laten controleren door een door haar aangeduide natuurlijke persoon of rechtspersoon.
Art. 18 Bestemming van het resultaat
§1.
Het eventueel positief resultaat van de rekening blijft in de vereniging en wordt aangewend voor de realisatie van de doelstelling van de vereniging.
§2.
Het eventueel negatief resultaat van de rekening wordt door de deelnemers gedragen overeenkomstig de verdeelsleutel zoals bepaald in artikel 13 (verhouding van het aantal gesubsidieerde leraarsuren in een deelnemende gemeente in het afgelopen schooljaar tot het totaal aantal gesubsidieerde leraarsuren voor alle deelnemende gemeenten in het afgelopen schooljaar).
Titel 7: Praktische afspraken
Art. 19 Leiding personeel
De directeur is de leidinggevende van zowel het gesubsidieerd als het niet-gesubsidieerd personeel dat ingezet wordt in de academie met inbegrip van de vestigingsplaatsen.
Art. 20 Toezicht
De beherende gemeente staat in voor het ministerieel verplicht toezicht gedurende de klassikale lessen in de vestigingsplaatsen en kan ten behoeve hiervan gesubsidieerd en niet-gesubsidieerd personeel aanstellen conform de bepalingen van de artikels 9 en 10.
Art. 21 Inschrijvingen
§1.
Het inschrijven van de leerlingen voor de diverse vestigingsplaatsen gebeurt rechtstreeks door de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten Turnhout volgens de modaliteiten bepaald door de directeur van de academie.
§2.
Het inschrijvingsgeld van de leerlingen van de diverse vestigingsplaatsen en desgevallend de retributies met betrekking tot de inschrijvingen worden rechtstreeks geïnd door Stedelijke Academie voor Schone Kunsten Turnhout.
§3.
Het inschrijvingsgeld van de leerlingen in gesubsidieerde uren wordt door de beherende gemeente doorgestort aan het ministerie van Onderwijs en Vorming conform de vigerende regelgeving.
Art. 22 Certificering
§1.
De getuigschriften en attesten van de leerlingen hebben, ongeacht de vestigingsplaats waar ze worden behaald, dezelfde inhoudelijke waarde en worden afgeleverd onder de benaming van de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten Turnhout.
§2.
Ieder jaar zal in elke deelnemende gemeente ter gelegenheid van de uitreiking van de leerlingencertificaten een tentoonstelling van de werken van de leerlingen plaatsvinden samen met opendeurdagen. Het deelnemende gemeentebestuur biedt bij de inrichting hiervan materiële en logistieke steun. Dit geldt eveneens voor de organisatie van extra-scolaire projecten zoals tentoonstellingen, voordrachten en projecten in samenwerking met andere academies, voor alle activiteiten die de werking, de bekendheid en de uitstraling van de academie promoten en voor de organisatie van pedagogische studiedagen en navormingssessies in
samenwerking met de Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG) of met andere academies.
Titel 8: Veiligheid, preventie, welzijn
Art. 23 Diensten Preventie en Bescherming op het Werk
§1.
De adviezen van de interne en/of externe diensten voor Preventie en Bescherming op het Werk worden in eerste instantie geformuleerd aan het schoolbestuur. Indien de adviezen verband houden met en/of een weerslag hebben op de infrastructuur van een niet-beherende gemeente, worden deze verder besproken met de betreffende niet-beherende gemeente.
§2.
De wettelijke opgelegde adviesverlening door de preventiedienst bij aankoop van materiaal (voor gebruik door het deeltijds kunstonderwijs, domein Beeldende en Audiovisuele kunsten) wordt opgenomen door de preventiedienst van de beherende gemeente.
Art. 24 Globaal preventieplan en jaaractieplan
De uitwerking van een dynamisch risicobeheer wordt via een globaal preventieplan gekaderd. Dit plan wordt telkens voor een periode van zes jaar door de beherende gemeente uitgewerkt voor alle vestigingsplaatsen. Dit plan met de hieruit voortvloeiende jaaractieplannen worden via de interne preventiedienst van de beherende gemeente opgesteld, opgevolgd en geactualiseerd. De rapportering
wordt gecommuniceerd met de personeelsleden en feedback vanuit het personeel wordt mee opgenomen.
Art. 25 Controle gebouwen
§1.
Elke deelnemende gemeente staat in voor de wettelijke keuringen van installaties en toestellen in haar lokalen die ter beschikking worden gesteld van de interlokale vereniging. Een inventaris en aansluitende rapportering van de te keuren toestellen wordt overgemaakt aan de directeur van de academie.
§2.
Periodiek kan in elke deelnemende gemeente een inspectie van de gebouwen worden verricht door de brandweercommandant van de betreffende zone. In dat geval richt de burgemeester van de deelnemende gemeente hiertoe het nodige verzoek. De verslaggeving en besluiten worden overgemaakt aan de preventiedienst van de beherende gemeente. De gebundelde resultaten worden voorgelegd aan het beheerscomité.
§3.
De voorzitter van de interlokale vereniging legt bij de aanvang van ieder werkingsjaar een lijst voor aan de leden van het beheerscomité, met daarop de voor dat werkingsjaar voorziene keuringen en bijhorende vereiste attesten.
Art. 26 Rookverbod
Er geldt een absoluut en permanent verbod op het roken van producten op basis van tabak of van soortgelijke producten, inclusief e-roken. De deelnemende gemeenten brengen in hun vestigingsplaatsen rookverbodstekens aan zodanig dat ieder die aanwezig is, er kennis van kan nemen. De deelnemende gemeenten doen het nodige om dit rookverbod eveneens te handhaven bij gebruik door derden van deze vestigingsplaatsen.
Titel 9: Vereffening
Art. 27
Wanneer aan het bestaan van de interlokale vereniging een einde komt, wordt door de deelnemende gemeenten in gezamenlijk akkoord de vereffening geregeld. De aan de vereniging toegekende middelen worden in voorkomend geval verdeeld over de deelnemende gemeenten overeenkomstig hun inbreng. In voorkomend geval worden de schulden evenredig verdeeld over de deelnemende gemeenten a rato van hun inbreng.
Titel 10: Slotbepaling
Art.28
Deze beslissing vervangt alle bestaande overeenkomsten tussen het stadsbestuur van Turnhout enerzijds en de gemeentebesturen van Beerse, Oud-Turnhout en Zoersel anderzijds inzake het verstrekken van deeltijds kunstonderwijs in Beerse, Oud-Turnhout en Zoersel door de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten van Turnhout.
Aldus opgemaakt te Turnhout op 12/09/2018 in 4 exemplaren waarvan elk der voornoemde partijen erkent één exemplaar te hebben ontvangen.
Getekend door,
Te Turnhout, (datum)……………………..
De algemeen directeur, de voorzitter,
Xxxxx Xxxxx Xxxxx Xxxxxx
Te Beerse, (datum)……………………..
De algemeen directeur, de voorzitter,
Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxx
Te Oud-Turnhout, (datum)……………………..
De algemeen directeur, de voorzitter,
Bie De Busser Xxxxx Xxxxxxx
Te Zoersel, (datum)……………………..
De algemeen directeur, de burgemeester,
Xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx