Contract
VOORWAARDEN Inventaris / Goederenverzekering | Delta Lloyd Schadeverzekering NV Amsterdam | ||
MODEL | |||
B 03.2.89 A | |||
INHOUD | Artikel 1 | Specifieke begripsomschrijvingen | 2 |
Artikel 2 | Omvang van de dekking | 2 | |
Artikel 3 | Bijzondere dekkingen | 4 | |
Artikel 4 | Dekking boven het verzekerd bedrag | 5 | |
Artikel 5 | Uitsluitingen | 6 | |
Artikel 6 | Specifieke schadebepalingen | 6 | |
Artikel 7 | Indexering | 7 |
B 03.2.89-0410
Deze specifieke voorwaarden vormen één geheel met de Algemene voorwaarden (B 03.2.87).
Bij verschil tussen deze beide voorwaarden gaan de bepalingen van de specifieke voorwaarden vóór op de Algemene voorwaarden.
ARTIKEL 1
SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1.1
VERZEKERDE
De verzekeringnemer en/of de natuurlijke of rechts- persoon die op grond van de polis rechten kan ontlenen aan de polis.
ARTIKEL 1.2
BEDRIJFSUITRUSTING / INVENTARIS
Alles wat - buiten de categorie goederen genoemd - verzekeringnemer dient tot uitoefening van bedrijf, beroep of andere activiteiten, evenals eigendommen van directie en medewerkers, voor zover niet of niet voldoende elders verzekerd. Inventaris van derden, die bij verzekeringnemer in gebruik of bewaring is, is meeverzekerd voor zover deze zaken niet of niet voldoende elders verzekerd zijn, mits het verzekerd bedrag toereikend is. Van de verzekering zijn uitge-
sloten: motorrijtuigen of motorvoertuigen, vaartuigen, luchtvaartuigen, caravans, aanhangwagens, alles met inbegrip van losse onderdelen en accessoires, onbe- werkte edele metalen, ongezette edelstenen, geld en geldswaardige papieren behoudens het bepaalde in artikel 4.1 (meeverzekering van geld en geldswaardig papier tot ten hoogste 10% van het verzekerde bedrag met het maximum van 1250 euro).
ARTIKEL 1.3
GOEDEREN
Grond- en hulpstoffen, halffabrikaten, eindproducten, goederen in bewerking, emballage, reinigingsmid- delen en brandstoffen. Goederen van derden, onder berusting van verzekeringnemer zijn meeverzekerd voor zover zij niet of niet voldoende elders verzekerd zijn, mits de verzekerde som toereikend is. Van de verzekering zijn uitgesloten: motorrijtuigen of motor- voertuigen, vaartuigen, luchtvaartuigen, caravans, aanhangwagens, alles met inbegrip van losse onder- delen en accessoires, onbewerkte edele metalen, ongezette edelstenen, geld en geldswaardige papieren behoudens artikel 4.1 (meeverzekering van geld en geldswaardig papier tot ten hoogste 10% van het verzekerde bedrag met het maximum van 1250 euro).
ARTIKEL 1.4
HUURDERSBELANG
De kosten van alle door verzekerde voor zijn reke- ning in het (gedeelte van het) gebouw aangebrachte veranderingen, betimmeringen en installaties, evenals behang-, schilder- en witwerk, indien verzekerde huurder van het (gedeelte van het) gebouw is.
ARTIKEL 1.5
RELLEN, RELLETJES OF OPPSTOOTJES
Onder rellen, relletjes of opstootjes worden verstaan incidentele geweldmanifestaties.
ARTIKEL 1.6
WERKSTAKING
Onder werkstaking wordt verstaan het gemeenschap- pelijk niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren van het legitiem opgedragen werk door een aantal werk- nemers in een onderneming.
ARTIKEL 2
OMVANG VAN DE DEKKING
Schade aan of verlies van verzekerde zaken aanwezig in het verzekerde gebouw ontstaan door:
ARTIKEL 2.1
BRAND EN BRANDBLUSSING
Onder brand is te verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Daarom is onder andere geen brand:
– zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
– doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
– oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Als schade door brand wordt ook beschouwd de schade aan verzekerde zaken, ontstaan door en tijdens het blussen en bestrijden van de brand, evenals de materiële schade ontstaan bij het redden van verzekerde zaken, waaronder begrepen schade door wegraken of diefstal en schade aan verzekerde zaken die het gevolg is van door de bevoegde auto- riteiten genomen maatregelen om de voortgang van de brand te stuiten, evenals schade aan verzekerde zaken ten gevolge van naburige brand.
ARTIKEL 2.2
BLIKSEMINSLAG
Waarbij de bliksem aantoonbaar is ingeslagen in het verzekerde gebouw of het deel dat bij verzekerde in gebruik is. Ook al heeft het inslaan van de bliksem geen brand ten gevolge gehad.
ARTIKEL 2.3
INDUCTIE / OVERSPANNING, ALS GEVOLG VAN ONWEERSACTIVITEITEN
De schadevergoeding bedraagt maximaal 25% van het verzekerde bedrag met een maximum van
250.000 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 2.4
ONTPLOFFING
Waaronder is te verstaan gehele of gedeeltelijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eens
klaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, dit met inachtneming van het hierna bepaalde. Is de ontploffing ontstaan binnen een - al dan niet gesloten - vat, dan is aan het vereiste van een eensklaps verlopende krachtsuiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen en dampen (onver- schillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij al voor de ontploffing aanwezig
waren dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan, dat door het uitstromen van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening, de drukken binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn geworden. Is dit niet het geval of is de ontplof- fing buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddellijke werking zijn geweest van gassen of dampen die door een scheikundige reactie van vaste, vloeibare, gas-
of dampvormige stoffen of van een mengsel daarvan, zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht.
In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van verzekerde zaken door ontploffing is eveneens gedekt de schade aan verzekerde zaken, die als een gevolg van die vernieling moet worden aangemerkt. In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van andere zaken door ontploffing is eveneens gedekt de schade aan verzekerde zaken, die als gevolg van de nabijheid van die vernieling moet worden aangemerkt.
ARTIKEL 2.5
LUCHT- OF RUIMTEVAARTUIGEN OF METEORIETEN
Waaronder te verstaan schade aan verzekerde zaken ten gevolge van het getroffen worden door een mete- oriet of een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, of een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voor- werp, evenals enig ander voorwerp dat getroffen is door enig hier genoemd voorwerp.
ARTIKEL 2.6
LUCHTDRUK
Als gevolg van startende of proefdraaiende lucht- of ruimtevaartuigen en het doorbreken van de geluids- barrière.
ARTIKEL 2.7
INBRAAK OF POGING TOT INBRAAK
1 Voor gebouwen waarbij de bewoners respectie- velijk gebruikers van een gemeenschappelijke straatdeur gebruik maken, wordt met inbraak gelijkgesteld het zich toegang verschaffen door de dader door inbraak ten opzichte van de bij verzekeringnemer in gebruik zijnde ruimte(n).
2 Verzekeringnemer is verplicht alle voorzorgen te nemen voor de veiligheid van verzekerde zaken in het bijzonder wat betreft de behoorlijke slui- ting van vensters, luiken, deuren en andere toegangen. Indien de gestolen zaken geheel of gedeeltelijk zijn opgespoord, dient verzekering- nemer daarvan onmiddellijk de maatschappij in kennis te stellen.
ARTIKEL 2.8
SCHADE DOOR AFPERSING EN BEROVING OF POGING DAARTOE
Mits gepaard gaande met geweld of bedreiging met geweld tegen personen.
ARTIKEL 2.9
VANDALISME
Gepleegd door één of meer wederrechtelijk het omschreven (gedeelte van het) gebouw binnen- gedrongen personen.
ARTIKEL 2.10
STORM
Met windsnelheden van minstens 14 meter per seconde (windkracht 7). Als bewijs kan dienen:
– waarneming door het K.N.M.I.;
– verklaring van getuigen;
– stormschade aan andere gebouwen in de omgeving.
ARTIKEL 2.11
WATER, STOOM, BLUSMIDDEL
Onvoorzien gestroomd uit de waterleiding, aircondi- tioning-, centrale verwarmings-, sprinklerinstallatie en daarop aangesloten leidingen, sanitaire- en andere toestellen, als gevolg van een plotseling opgetreden defect of van springen door vorst en overlopen van water uit de vermelde installaties en toestellen.
De kosten van opsporing van het defect en van het daarmee verband houdende breek- en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van het gebouw zijn eveneens verzekerd, dit onder voor- waarde dat door het onvoorzien uitgestroomde of overgelopen water, stoom of blusmiddel schade is ontstaan aan het gebouw en voor zover de kosten niet worden vergoed door de gebouweigenaar of diens verzekeraar(s). Alleen in het geval van sprin- gen door vorst zijn eveneens gedekt de kosten van herstel van de installaties (met uitzondering van sprinklerinstallaties), leidingen en toestellen zelf, voor zover de kosten niet worden vergoed door de gebouweigenaar of diens verzekeraar(s).
ARTIKEL 2.12
REGEN SNEEUW, HAGEL EN SMELTWATER
1 Binnengedrongen door storm of als gevolg van overlopen of lekkage van daken en dakgoten of de bovengrondse afvoerpijpen daarvan;
2 Water onvoorzien gestroomd uit belendende gebouwen;
3 Onvoorzien het gebouw binnengedrongen via de begane grond bij hevige, in de nabijheid van het risicoadres opgetreden plaatselijke neerslag waarbij het water buiten zijn normale loop is getreden.
ARTIKEL 2.13
SNEEUWDRUK EN WATERACCUMULATIE
Een zodanig zware belasting van het gebouw, of deel daarvan waarin zich de verzekerde zaken bevinden,
door xxxxxx en/of accumulatie van water dat het gebouw eronder bezwijkt.
ARTIKEL 2.14
UITVALLEN VAN DE ELEKTRICITEIT-, GAS- OF WATERLEVERING
Gedurende een aaneengesloten periode langer dan zes uur als gevolg van een schadeoorzaak zoals genoemd in artikel 2.1 t/m 2.26 bij het betrokken elektriciteit-, gas- of waterleidingbedrijf (inclusief tussenstations, transformatorhuizen en dergelijke). Uitgesloten zijn storingen door schade aan buizen, pijpen, leidingen, hoogspanningsmasten met toebe- horen, kabels en dergelijke, zich bevindende tussen één of meer van de genoemde bedrijven, respec- tievelijk op de terreinen daarvan en het bedrijf van de verzekerde.
ARTIKEL 2.15
HAGEL
ARTIKEL 2.16
UIT- OF OVERSTROMEN VAN AQUARIA
In dat geval wordt de schade aan aquaria en inhoud eveneens vergoed.
ARTIKEL 2.17
PAARDEN EN VEE
Voor zover geen eigendom van verzekeringnemer.
ARTIKEL 2.18
OLIE
Onvoorzien gestroomd uit een op een schoorsteen aangesloten verwarmings- of kookinstallatie met bijbehorende leidingen en tanks.
ARTIKEL 2.19
ROOK EN ROET
Plotseling uitgestoten door een op de schoorsteen aangesloten verwarmings- of kookinstallatie.
ARTIKEL 2.20
OMVALLEN VAN
Bomen, kranen, hoogwerkers, heistellingen, wind- molens, antennes, vlaggenmasten, lichtmasten en/ of afbreken van delen van genoemde zaken. Van de dekking is uitgesloten schade aan deze genoemde zaken zelf.
ARTIKEL 2.21
KAPPEN OF SNOEIEN VAN BOMEN
ARTIKEL 2.22
AANRIJDING EN AANVARING
De aanrijding en aanvaring van het op de polis genoemde gebouw, een belendend gebouw of van de vast opgestelde bedrijfsinventaris. Deze dekking omvat ook schade door de van voer- of vaartuigen afgevallen lading.
ARTIKEL 2.23
RELLEN, RELLETJES, OPSTOOTJES EN WERKSTAKING
Uitsluitend voor wat betreft vernieling of beschadiging van de verzekerde zaken als gevolg hiervan.
ARTIKEL 2.24
HET BREKEN VAN GLAS VAN VASTE SPIEGELS, WANDVERSIERINGEN, VITRINES EN RUITEN
De schade aan de spiegels zelf is meeverzekerd; die aan de wandversieringen, vitrines en ruiten niet.
ARTIKEL 2.25
BIJTENDE STOFFEN
Voor zover niet ontstaan als gevolg van reiniging, reparatie, vernieuwing of productiefouten.
ARTIKEL 2.26
EEN VAN DE HIERVOOR GENOEMDE OORZAKEN
Als gevolg van eigen gebrek of schade vanwege de aard van de verzekerde zaken.
ARTIKEL 3
BIJZONDERE DEKKINGEN
1 Schade aan zaken elders
Indien verzekerde zaken zich tijdelijk (maximaal drie maanden) elders binnen één van de landen van de Europese Unie, Zwitserland of Noorwegen bevinden, zijn deze verzekerd tot maximaal 10% van het verzekerde bedrag met een maximum van 125.000 euro per gebeurtenis:
– binnen gebouwen tegen alle verzekerde oorzaken;
– buiten gebouwen uitsluitend tegen schade, ontstaan door de in artikel 2.1 t/m 2.6, 2.8 en 2.26 genoemde oorzaken (brandblussing, blikseminslag, inductie, ontploffing, lucht- en ruimtevaartuigen, luchtdruk, afpersing en beroving en eigen gebrek van verzekerde zaken bij
deze gebeurtenis).
2 Buitenvitrines / zonweringen
Voorts is verzekerd tegen schade ontstaan door de in artikel 2.1 t/m 2.6, 2.8 t/m 2.20, 2.22 en
2.26 genoemde oorzaken (brand, brandblussing, blikseminslag, inductie, ontploffing, lucht- en ruimtevaartuigen, luchtdruk, afpersing en beroving, uitvallen van de elektriciteits-, gas- of waterlevering, olie, rook en roet, en omvallen, aanrijding en aanvaring, en eigen gebrek van verzekerde zaken bij deze gebeurtenis) aan:
– buitenvitrines, eilandetalages, de aan de buitenzijde van het gebouw aangebrachte automaten, evenals de daarin aanwezige goederen en inventaris;
– zonweringen, uithangborden, naamplaten, antennes en lichtreclames aan of nabij de op de polis genoemde gebouwen.
Voor deze zaken zal de vergoeding geschieden op basis van dagwaarde.
3 Zaken onder afdaken / op terreinen
Verzekerde zaken die zich onder afdaken of op de terreinen van de in de polis genoemde gebouwen bevinden, zijn verzekerd tegen schade ontstaan door de in artikel 2.1 t/m 2.6 en 2.26 genoemde oorzaken (brand en brandblussing, blikseminslag, inductie, ontploffing, lucht en ruimtevaartuigen en luchtdruk en eigen gebrek door een van deze oorzaken) evenals door afpersing en beroving of poging daartoe mits gepaard gaande met geweld of bedreiging met geweld tegen personen.
4 Nieuwwaarde
De verzekering geschiedt ten aanzien van bedrijfs- uitrusting/inventaris op basis van nieuwwaarde tenzij uit de polis anders blijkt. Uitgezonderd hiervan zijn de volgende zaken:
– motorvoertuigen/motorrijtuigen, waaronder bromfietsen;
– voorwerpen die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij bestemd waren;
– voorwerpen waarvan de dagwaarde direct voor het voorval minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde;
– vaartuigen, zonweringen, uithangborden, naamplaten, antennes, lichtreclames, aanhangwagens en caravans, alles met inbe- grip van losse onderdelen en accessoires, waarvoor de dagwaarde zal gelden;
– zaken van derden, waarvoor de dagwaarde zal gelden;
– kunstvoorwerpen en zaken met antiquarische of zeldzaamheidswaarde, waarvoor de vervan- gingswaarde zal gelden Zijn de beschadigde zaken te repareren, dan kan worden volstaan met betaling van de reparatiekosten, even- tueel vermeerderd met een vergoeding voor waardevermindering, zo deze door de schade is ontstaan en niet door de reparatie is opge- heven. Indien ten tijde van schade mocht blijken, dat een eventueel elders op dezelfde zaken lopende verzekering niet naar nieuw- waarde, maar naar dagwaarde is gesloten, zal deze verzekering met de elders lopende ver- zekering slechts in gemeenschap lopen, voor zover de dagwaarde van de zaken het elders verzekerde bedrag te boven mocht gaan. De nieuwwaarderegeling zal niet gelden wanneer verzekerde al voor het voorval het voornemen had het bedrijf te beëindigen of wanneer door verzekerde niet binnen drie jaar na de scha- dedatum tot voortzetting van het bedrijf en tot herstel of heraanschaf van de beschadigde of voor verzekerde verloren gegane zaken wordt overgegaan. Voorwaarde is eveneens dat verzekerde van voortzetting en herstel of heraanschaf binnen één jaar na de schade- datum schriftelijk mededeling heeft gedaan
en uitvoering daarvan binnen drie jaar na bedoelde datum wordt gerealiseerd.
ARTIKEL 4
DEKKING BOVEN HET VERZEKERDE BEDRAG
De verzekering dekt eveneens – zonodig boven het verzekerde bedrag – de hierna genoemde schaden en kosten ontstaan als gevolg van het optreden van één of meer van de gedekte oorzaken.
Onder het verzekerde bedrag – in de zin van dit artikel – wordt verstaan het voor de bedrijfsuitrus- ting/inventaris en/of goederen verzekerde bedrag.
1 Geld en/of geldswaardigpapier
Verlies of tenietgaan van geld en/of geldswaardige papieren voor zover aanwezig in het op de polis genoemde gebouw, tot ten hoogste van 10% van de verzekerde som met een maximum van 1250 euro per gebeurtenis. Fraude met een pinpas is niet verzekerd. Onder geld wordt ook verstaan elektronisch opgeslagen geld. Vergoeding van schade door diefstal van ongetekende cheques/ betaalkaarten geschiedt slechts voor zover de schade niet verhaalbaar is op de uitgevende bancaire instelling. Creditcards zijn geen gelds- waardig papier in de zin van deze verzekering.
2 Vals geld
Schade door het accepteren van vals geld (niet het accepteren van ongedekte cheques), als betaling ontvangen in het op de polis genoemde gebouw voor door verzekerde in het kader van zijn bedrijf geleverde producten en/of verleende diensten, tot ten hoogste van 10% van de verze- kerde som met een maximum van 1250 euro per gebeurtenis.
3 Herstelkosten van de tuin
Tot een maximum van 10% van het verzekerde bedrag. Uitgesloten is schade ontstaan door de in artikel 2.7 t/m 2.14, 2.20, 2.21 en 2.25 van deze specifieke verzekeringsvoorwaarden Inventaris/ goederen genoemde oorzaken. Vergoeding vindt plaats voor zover de tuinaanleg en beplanting door verzekerde zelf of voor zijn rekening is geschied en betrekking heeft op de tuin van het op de polis genoemde gebouw en mits de schade door verzekerde wordt hersteld.
4 Opruimingskosten
Tot een maximum van 10% van het verzekerde bedrag per gebeurtenis.
5 Inbraakschade
Aan het op de polis genoemde gebouw tot
een maximum van 1250 euro per gebeurtenis. Vergoeding van schade vindt alleen plaats voor zover het gebouw geen eigendom is van verze- kerde en voor zover de eigenaar van het gebouw niet verplicht is en/of weigert de schade te herstellen.
6 Kosten van vervoer en opslag
Van verzekerde zaken ter voorkoming van schade aan deze zaken in verband met het geheel of gedeeltelijk onbruikbaar worden van het op de polis genoemde gebouw tot een maximum van 10% van het verzekerde bedrag per gebeurtenis.
7 Koelschade
Schade aan de inhoud van koelkasten en diep- vriezers als gevolg van defect aan de koel- of vriesinrichting tot ten hoogste 1250 euro per gebeurtenis.
8 Bereddingskosten
9 Honoraria en kosten experts
De kosten van alle bij de schaderegeling betrokken registerexperts. De kosten van de door verzekerde benoemde registerexperts worden vergoed tot maximaal de kosten van de door de maatschappij benoemde registerexpert.
10 Salvagekosten
Voorwaarde voor vergoeding van deze kosten is dat de Stichting Salvage door de brandweer is ingeschakeld.
11 Schade aan huurdersbelang
Tot een maximum van 10% van het verzekerde bedrag per gebeurtenis. Indien op de polis een apart bedrag voor huurdersbelang is meeverze- kerd vindt de uitkering plaats in-aanvulling op het apart verzekerde bedrag.
12 Premier risque
De maximale uitkeringen genoemd in artikel 4.1,
4.2 en 4.4 t/m 4.7 zijn verzekerd ongeacht het werkelijke belang.
13 Overdekking
Ten aanzien van de Gebouwen- en Inventaris/ goederen verzekeringen geldt de navolgende overdekkingsregeling. Indien ingeval van schade blijkt, dat na toepassing van de verbruggingsrege- ling,
de waarde(n) meer bedraagt respectievelijk meer bedragen dan de herleide verzekerde bedragen, geldt per verzekering een overdekking van 15% van de oorspronkelijke verzekerde som(men).
Het bedrag van deze overdekking zal bij een schadevergoeding nooit meer bedragen dan
230.000 euro voor de verzekeringen samen.
Deze regeling komt boven de overige in deze ver- zekeringsvoorwaarden aanwezige bijzondere dek- kingen en dekkingen boven het verzekerd bedrag.
14 Aanvullende uitkering
Als op de polis een percentage aanvullende uitke- ring is vermeld dan is een aanvullende uitkering meeverzekerd op de vergoedingen als gevolg
van een gedekte schadeoorzaak ter hoogte van genoemd percentage, ook als de uitkering hierdoor boven het verzekerd bedrag komt.
Artikel 5
UITSLUITINGEN EN EIGEN RISICO
ARTIKEL 5.1
UITSLUITINGEN
Naast de uitsluitingen vermeld in de Algemene voor- waarden (B 03.2.87) is ook niet verzekerd:
1 Schade veroorzaakt door aardbevingen en vulkanische uitbarstingen;
2 Schade veroorzaakt door:
– overstroming ongeacht waardoor deze is veroorzaakt;
Deze uitsluiting geldt echter niet voor brand- en/ of ontploffingsschade als gevolg van over- stroming.
– terugstromend water van de openbare riolering;
– regen, sneeuw, hagel en smeltwater via de begane grond of openbare weg het gebouw binnengedrongen tenzij sprake is van hevige, in de nabijheid van het risicoadres opgetreden, plaatselijke neerslag, waarbij het water buiten zijn normale loop is getreden;
– riool- of grondwater;
– water aan goederen in kelders/kelderboxen en souterrains, tenzij de goederen op vlonders, pallets of stellingen liggen, ten minste tien centimeter boven de vloer.
3 Schade als gevolg van slecht onderhoud van het gebouw;
4 Schade aan voorwerpen of belangen waarvoor een speciale verzekering is gesloten die vol- doende dekking biedt.
ARTIKEL 5.2
EIGEN RISICO
Het op de polis vermelde eigen risico is van van toepassing. Als uit de polis blijkt dat een nader aanvullend eigen risico is gesteld dan geldt dit boven het eerder genoemde, van toepassing zijnde eigen risico.
ARTIKEL 6
SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
ARTIKEL 6.1
TAXATIE
1 Indien uit de polis blijkt dat verzekerde zaken zijn gewaardeerd door een of meer door beide partijen benoemde deskundige(n) of op basis van een beslissing van partijen op advies van een een of meer deskundige(n), dan is deze taxatie bindend. Het taxatierapport wordt geacht deel uit te maken van deze overeenkomst. De taxatie heeft ten aanzien van elke in het taxatierapport met een afzonderlijk bedrag omschreven zaak de kracht van taxatie, behoudens het hierna bepaalde.
Te rekenen vanaf de dagtekening van het rapport is de geldigheidsduur van de taxatie 3 jaar.
2 Behoudens voor kunstvoorwerpen en zaken met antiquarische of zeldzaamheidswaarde zal de taxatie als omschreven in artikel 6.1.1 niet gelden wanneer de verzekerde al voor de gebeurtenis het voornemen had het bedrijf te beëindigen of wanneer door de verzekerde niet binnen drie
jaar na de schadedatum tot voortzetting van het bedrijf en tot herstel dan wel heraanschaf van de beschadigde dan wel voor de verzekerde verloren gegane zaken wordt overgegaan.
ARTIKEL 6.2
OMVANG VAN DE VERGOEDING
1 Verschil in waarde vóór en na schade / Herstelkosten
De verplichting van de maatschappij tot schade- vergoeding omvat: Het verschil tussen de waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk vóór en onmiddellijk na de verzekerde gebeurtenis of, naar keuze van verzekeraar, de herstelkosten onmiddellijk na de verzekerde gebeurtenis van die zaken, die naar het oordeel van de expert(s) voor herstel vatbaar zijn, evenals bij verzekering op basis van nieuwwaarde de grootte van een door de verzekerde gebeurtenis veroorzaakte en door het herstel niet opgeheven waardevermindering.
2 Schade aan zaken elders
De verplichting van de maatschappij omvat tevens vergoeding van de onder artikel 3 (Dekking voor schade elders) gedekte schade en kosten.
3 Waardevaststelling
Als waarde onmiddellijk voor de gedekte gebeur- tenis zal worden aangehouden:
– het bedrag van de taxatie in overeenstem- ming met artikel 6.1.1 in geval van verzeke- ring op basis van een taxatie. Als de taxatie haar kracht heeft verloren dan zal als waarde onmiddellijk vóór de gedekte gebeurtenis de vervangingswaarde of dagwaarde worden aangehouden;
– de nieuwwaarde in overeenstemming met artikel 3.4, tenzij anders is overeengekomen;
– de vervangingswaarde of dagwaarde in geval niets anders is overeengekomen. Bij de vast- stelling van de waarde onmiddellijk ná het voorval zal waar mogelijk met deze waarden rekening worden gehouden.
4 Maximale schadevergoeding
De verplichting van verzekeraar tot schadever- goeding geldt tot ten hoogste het verzekerde bedrag, rekening houdend met de in artikel
4.14 genoemde aanvullende dekking met dien verstande, dat nimmer meer wordt vergoed dan het totaal van de voordien verzekerde bedragen. Dit met inachtneming van het gestelde in artikel 14 (verbrugging) van de Algemene voorwaarden (B 03.2.87) en artikel 4.13 (overdekking) van deze specifieke voorwaarden.
5 Onderverzekering
Schadevergoeding is slechts naar evenredigheid verschuldigd, indien het bij deze polis verzekerde bedrag lager is dan de waarden van de verzekerde zaken onmiddellijk voor de gedekte gebeurtenis.
6 Huurdersbelang
De schadevergoeding betreffende het huurders- belang zal uitsluitend aan verzekeringnemer plaatsvinden.
ARTIKEL 7
INDEXERING
Als uit de polis blijkt dat indexering van toepassing is dan worden jaarlijks per de premievervaldatum het verzekerde bedrag van de inventaris en, in evenre- digheid daarmee, de premie verhoogd of verlaagd in overeenstemming met het door het Centraal Bureau voor de Statistiek laatst vastgestelde prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie (met verlaagde weging voor medische verzorging en exclusief de invloed van indirecte belastingen en subsidies). Indien bij schade blijkt dat de waarde van de verzekerde inventaris hoger is dan het verzekerde bedrag, dan wordt voor de regeling van de schade het verzekerde bedrag aangepast in overeenstemming met de stijging van het indexcijfer vanaf de laatste premievervaldag, echter met een maximum aanpassing van 25% van het op de laatste premievervaldag vastgestelde verzekerde bedrag.