STATUTEN NEDERLANDSE DARTS BOND
STATUTEN NEDERLANDSE DARTS BOND
STATUTEN NEDERLANDSE DARTS BOND
Artikel 1 - Naam, zetel en duur Artikel 2 - Doel
Artikel 3 - Organisatie Artikel 4 - Leden
Artikel 5 - Algemene rechten en verplichtingen Artikel 6 - Rechtspraak en geschillen
Artikel 7 – Tuchtrechtspraak Artikel 8 - Einde lidmaatschap Artikel 9 - Het bondsbestuur Artikel 10 - Dagelijks bestuur
Artikel 11 - Taken en bevoegdheden bondsbestuur Artikel 12 - Bestuursvergaderingen
Artikel 13 - Vertegenwoordiging Artikel 14 – Regio’s
Artikel 15 - Commissies Artikel 16 - Bondsbureau
Artikel 17 - Boekhouding en financiën Artikel 18 - Rekening en verantwoording Artikel 19 - Bondsvergadering
Artikel 20 - Het bijeenroepen van de bondsvergadering Artikel 21 - Toegang bondsvergadering
Artikel 22 - Agenda Artikel 23 - Besluiten
Artikel 24 - Nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten Artikel 25 - Reglementen en uitvoeringsbesluiten
Artikel 26 - Wijziging van statuten Artikel 27 - Ontbinding en vereffening
Artikel 1 - Naam, zetel en duur
1. De vereniging draagt de naam: Nederlandse Darts Bond en wordt in de statuten en reglementen nader aangeduid als: NDB.
2. De NDB is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid.
3. De zetel van de NDB is gevestigd te Nieuwegein.
4. De NDB is aangegaan voor onbepaalde tijd.
5. De vereniging is opgericht op tweeëntwintig december negentienhonderd zesenzeventig.
Artikel 2 - Doel
1. De NDB stelt zich ten doel in Nederland leiding te geven aan de beoefening van de dartsport, alsmede om zowel de beoefening van de dartsport als van de belangen van de leden te bevorderen.
2. De NDB tracht haar doel onder meer te bereiken door:
a. het bevorderen en het doen houden van wedstrijden en competities;
b. het doen houden van demonstraties ter bevordering van de dartsport;
c. voorts alles te doen wat tot het gestelde doel bevorderlijk kan zijn.
Artikel 3 - Organisatie
1. De NDB wordt geleid door het bondsbestuur dat leiding geeft aan de NDB en verantwoording aflegt aan de bondsvergadering.
2. De bondsvergadering vertegenwoordigt alle leden van de bond en bestaat uit de door de lidorganisaties benoemde bondsafgevaardigden.
3. Organen van de NDB zijn het bondsbestuur en de bondsvergadering, de aanklager, de tuchtcommissie en de commissie van beroep, alsmede die personen en commissies die op grond van de statuten door de bondsvergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend.
4. Alle officiële mededelingen van organen van de NDB worden bekend gemaakt in de Officiële Mededelingen van de NDB.
Artikel 4 - Leden
1. De NDB kent als lid:
a. verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid (lidorganisaties in de vorm van verenigingen);
b. natuurlijke personen, die lid zijn van een onder a. bedoelde vereniging (verenigingsleden);
c. natuurlijke personen die aan wedstrijden willen deelnemen en geen lid zijn van een vereniging (wedstrijdleden);
d. natuurlijke personen die zich rechtstreeks bij de NDB als lid hebben aangemeld, die geen lid zijn van een vereniging of wedstrijdlid zijn en die niet als deelnemer aan wedstrijden mogen deelnemen (persoonlijke leden).
2. Werknemers van de NDB kunnen als lid tot de NDB worden toegelaten. Zij mogen als lid wel aan wedstrijden deelnemen maar het dienstverband bij de NDB is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de financiële commissie, de tuchtcommissie of de commissie van beroep, noch met het bestuurslidmaatschap van een vereniging.
3. Het bondsbestuur beslist over de toelating van leden. Indien het bondsbestuur niet tot toelating besluit, kan de bondsvergadering op verzoek van de betrokkene alsnog tot toelating besluiten.
4. De wijze van toelating wordt in het Algemeen Reglement geregeld.
5. De bondsvergadering is bevoegd leden in categorieën onder te verdelen en voor elke categorie afwijkende rechten en verplichtingen vast te stellen.
6. Het bondsbestuur houdt een ledenregister bij. In dit register worden alleen die gegevens bijgehouden welke voor de realisering van het doel van de NDB noodzakelijk zijn. Na voorafgaande toestemming van de bondsvergadering kan het bondsbestuur geregistreerde gegevens aan derden verstrekken, behalve van het lid dat tegen die verstrekking bij het bondsbestuur schriftelijk bezwaar heeft gemaakt.
7. Op voorstel van het bondsbestuur kan de bondsvergadering een persoon die zich in het kader van de doelstelling van de dartsport in het algemeen en voor de NDB in het bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt het predikaat 'lid van verdienste' verlenen.
8. Op voorstel van het bondsbestuur kan de bondsvergadering een persoon die zich in het kader van de doelstelling van de dartsport in het algemeen en voor de NDB in het bijzonder gedurende lange tijd zeer verdienstelijk heeft gemaakt het predikaat 'erelid' verlenen.
Artikel 5 - Algemene rechten en verplichtingen
1. Leden van de NDB zijn verplicht:
a. de statuten, reglementen en besluiten van organen van de NDB na te leven;
b. de belangen van de NDB en/of van de dartsport in het algemeen niet te schaden;
c. alle overige verplichtingen welke de NDB in naam of ten behoeve van de leden aangaat of welke uit het lidmaatschap van de NDB voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.
2. Verenigingen zijn verplicht in hun statuten een bepaling op te nemen op grond waarvan leden van die verenigingen verplicht zijn het lidmaatschap van de NDB aan te vragen en na toelating tot de NDB verplicht zijn te handelen in overeenstemming met de statuten, reglementen en besluiten van de NDB.
3. Het bondsbestuur is bevoegd aan de leden verplichtingen van financiële en andere aard op te leggen en om verbintenissen aan het lidmaatschap te verbinden.
4. De NDB kan ten behoeve van de leden rechten bedingen. Tenzij het betreffende lid zich daartegen verzet, kan de NDB voor het lid nakoming van bedongen rechten en schadevergoeding vorderen. De NDB kan bovendien ten laste van de leden verplichtingen aangaan. Tot deze verplichtingen behoren onder meer het aanvaarden en nakomen van verplichtingen welke de NDB is aangegaan met betrekking tot sponsoring en de rechten van televisie-registraties en -uitzendingen.
5. Behalve in deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement of bij besluit van een orgaan.
6. Een lid is verplicht zijn financiële verplichtingen op de door de NDB aangegeven datum (de vervaldatum) te voldoen. Indien het lid een maand na de vervaldatum niet geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan, is hij vanaf die datum zonder recht van beroep uitgesloten van deelname aan de activiteiten van de NDB totdat hij geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan. Gedurende die periode kan het lid in de NDB geen rechten uitoefenen en blijft hij verplicht te voldoen aan alle verplichtingen welke uit het lidmaatschap voortvloeien.
7. Verenigingen zijn verplicht uiterlijk vijftien april op de door het bondsbestuur bepaalde wijze opgave te doen van al hun verenigingsleden per een april en een december (peildata). Het bondsbestuur is bevoegd het opgegeven aantal verenigingsleden op juistheid te controleren. Indien een vereniging niet al haar leden heeft opgegeven, is de vereniging voor ieder verenigingslid dat niet is opgegeven een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd. Het bedrag van de boete wordt jaarlijks door het bondsbestuur vastgesteld.
Het bondsbestuur doet hiervan schriftelijk mededeling aan de vereniging met opgave van de datum waarvoor de boete op de bankrekening van de NDB moet zijn bijgeschreven. Indien de opgelegde boete niet tijdig is voldaan, kan het bondsbestuur de desbetreffende vereniging het recht op deelname aan de activiteiten van de NDB ontzeggen totdat de boete geheel is voldaan.
8. Indien een lid niet tijdig voldoet aan zijn financiële verplichtingen tegenover de NDB, is het lid vanaf de vervaldatum over het verschuldigde bedrag de wettelijke rente verschuldigd. Blijft het lid geheel of gedeeltelijk in gebreke, nadat hem een nieuwe termijn voor betaling is gegund, dan is het lid behalve de wettelijke rente ook vijftien procent (15%) aan buitengerechtelijke kosten over het oorspronkelijke bedrag verschuldigd. Xxxxxxxx het lid in zijn verzuim, dan is hij naast de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten ook alle redelijkerwijs voor de inning van zijn
schuld aan de NDB door een advocaat of deurwaarder gemaakte kosten verschuldigd, tenzij de rechter anders beslist.
9. Het gebruik of doen gebruiken van verboden stimulerende middelen (doping) is verboden. Leden zijn verplicht hun volledige medewerking te geven aan dopingcontroles en zich te houden aan het Dopingreglement.
10. Verenigingsleden, wedstrijdleden en persoonlijke leden onthouden zich tegenover andere leden van elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door het andere lid, die het ondergaat, als ongewenst of gedwongen wordt ervaren. Het in strijd handelen met deze bepaling geldt als een overtreding, als geregeld in het Tuchtreglement.
Artikel 6 - Rechtspraak en geschillen
1. De in dit artikel bedoelde rechtspraak of bemiddeling is van toepassing op alle leden van de NDB.
2. In geval van overtreding van de statuten, een reglement en/of een besluit is het bepaalde in het artikel 7 van toepassing.
3. Geschillen tussen leden onderling welke samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de NDB worden naar keuze van partijen beslecht door:
a. mediation volgens het Mediationreglement van de Mediators Federatie Nederland (MFN), of anders door
b. arbitrage volgens het Arbitragereglement, indien en zodra de Stichting Instituut Sportrechtspraak de mogelijkheid daartoe biedt.
Mediation is een wijze van beslechten van geschillen waarbij partijen zelf onder leiding van een onafhankelijk mediator tot een oplossing van hun geschil komen, welke oplossing wordt vastgelegd in een partijen bindende vaststellingsovereenkomst.
4. Geschillen tussen leden of tussen een lid en een sponsor worden, voor zover deze betrekking hebben op sponsoring, naar keuze van partijen beslecht door:
a. mediation volgens het Mediationreglement van het MFN, of anders door
b. arbitrage volgens het Arbitragereglement van de door NOC*NSF en het Genootschap voor Reclame (sectie sponsoring) ingestelde Arbitragecommissie Sportsponsoring.
5. Een geschil tussen een lid en een niet-lid kan alleen door mediation of arbitrage worden beslecht indien die derde zich daartoe vooraf schriftelijk bereid heeft verklaard.
6. Een geschil tussen een lid en de NDB kan niet door arbitrage worden beslecht, maar alleen door de burgerlijke rechter of door mediation indien en voor zover de partijen tot mediation bereid zijn.
7. Indien een beslissing als bedoeld in dit artikel tot gevolg heeft dat een besluit geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin aanspraak kan worden gemaakt op het opnieuw houden van een wedstrijd, op een gewijzigde uitslag.
Artikel 7 – Tuchtrechtspraak
1. Alle leden van de NDB zijn onderworpen aan de onafhankelijke tuchtrechtspraak van de NDB.
2. Alle leden van de NDB zijn onderworpen aan de tuchtrechtspraak van NDB welke tuchtrechtspraak krachtens een overeenkomst door NDB is opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
3. Op de tuchtrechtspraak van NDB zijn van toepassing het betreffende Tuchtreglement, waaronder begrepen het Algemeen Tuchtreglement, het reglement Seksuele Intimidatie, het reglement matchfixing en/of het Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak.
4. Op de leden is ingeval van:
a. seksuele intimidatie van toepassing het Tuchtreglement seksuele intimidatie;
b. doping van toepassing het Tuchtreglement dopingzaken en het Dopingreglement, de daarvan deel uitmakende dopinglijsten en bijlagen, waaronder - maar niet uitsluitend - de Bijlage Dispensaties en de Bijlage Whereabouts, alsmede de door een internationale sportfederatie op NDB van toepassing verklaarde sportspecifieke dopingbepalingen. Wanneer het Tuchtreglement dopingzaken niet meer van toepassing is worden overtredingen van het Dopingreglement berecht met inachtneming van het Dopingreglement.
c. matchfixing waaronder mede begrepen het gokken op wedstrijden, het reglement matchfixing van toepassing.
d. Bij alle andere overtredingen is het Algemeen Tuchtreglement van toepassing.
e. De verplichting om het Tuchtreglement te aanvaarden en na te komen geldt tevens als een verplichting in de zin van artikel 2:27 van het Burgerlijk Wetboek die de NDB de leden oplegt respectievelijk als een verbintenis in de zin van artikel 2:34a van het Burgerlijk Wetboek.
5. Overtredingen van de in lid 4 genoemde reglementen worden berecht met inachtneming van het bepaalde in deze reglementen en van het Tuchtreglement door de aanklager, de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Stichting Instituut Sportrechtspraak.
6. De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de NDB de in dit artikel ten hunnen laste door de NDB in de overeenkomst met de Stichting Instituut Sportrechtspraak aangegane verplichtingen, waaronder maar niet uitsluitend die welke zijn vermeld in lid 3 en 4 van dit artikel, alsmede voor de duur na beëindiging van het lidmaatschap van de NDB indien zij alsdan betrokken zijn bij een door de aanklager, de tuchtcommissie en/of commissie van beroep behandelde zaak, zulks totdat in die zaak onherroepelijk is beslist.
7. Het Tuchtreglement treedt in werking op de door het bondsbestuur van NDB met de Stichting Instituut Sportrechtspraak overeengekomen datum, van welke datum het bondsbestuur aan de leden via publicatie mededeling doet. Wijzigingen in een in lid 4 genoemd reglement treden in werking op de door het bestuur van de Stichting Instituut Sportrechtspraak bepaalde datum. Het bondsbestuur doet van deze datum alsmede van de wijzigingen via een publicatie mededeling aan de leden.
a. Aan de leden kunnen door de aanklager van het Instituut Sportrechtspraak voorstellen worden gedaan en sancties worden opgelegd overeenkomstig het bepaalde in de in lid 4 genoemde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak. De aanklager van het Instituut Sportrechtspraak wordt bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak.
b. Een door de betrokkene geaccepteerd schikkingsvoorstel van de aanklager is bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de bond als voor de bond zelf. Alle leden, organen en commissies van de bond zijn gehouden mee
te werken aan het ten uitvoerleggen van de door de aanklager opgelegde sanctie(s).
c. Een aanklager treedt af indien hij tot het bondsbestuur, de bondsvergadering, de tuchtcommissie of de commissie van beroep wordt benoemd.
8. De tuchtrechtspraak in de NDB wordt – met uitsluiting van andere organen van de NDB - uitgeoefend door de aanklager, de tuchtcommissie en de commissie van beroep van de Stichting Instituut Sportrechtspraak, bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van de Stichting Instituut Sportrechtspraak. Zowel de tuchtcommissie als de commissie van beroep spreken recht in naam van de NDB. Waar in de statuten en reglementen wordt gesproken over ‘tuchtcommissie’ en ‘commissie van beroep’ worden de tuchtcommissie en commissie van beroep van de Stichting Instituut Sportrechtspraak bedoeld, waaronder tevens begrepen hun algemeen voorzitters, kamers, kamervoorzitters en genoemde secretariaten.
9. De aanklager(s), leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep worden benoemd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak.
10. Het dopingreglement, het reglement seksuele intimidatie en het reglement matchfixing regelen de wijze van het benoemen van de leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep, hun samenstelling, bevoegdheden en werkwijze, alsmede de overtreding, de op de leggen straffen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
11. Het dopingreglement, het reglement seksuele intimidatie en het reglement matchfixing regelen de wijze van het benoemen van de aanklagers, de kwaliteitseisen waar een aanklager aan moet voldoen, bevoegdheden en werkwijze, alsmede de mogelijke maatregelen, besluiten die de aanklager kan nemen en voorstellen die de aanklager aan betrokkene kan doen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
12. Het Tuchtreglement regelt de procesgang van de tuchtrechtspraak, de taken en bevoegdheden van hen die bij de tuchtrechtspraak zijn betrokken, alsmede de overtredingen en hun aangifte, de op de leggen straffen, de mogelijkheid van beroep en voorts de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
13. De tuchtcommissie en de commissie van beroep bestaan uit kamers. Met inachtneming van het daaromtrent in de reglementen van de Stichting Instituut Sportrechtspraak bepaalde kan de bondsvergadering aan het bestuur van de Stichting Instituut Sportrechtspraak leden van die kamers voor benoeming aanbevelen. De totstandkoming van die aanbeveling geschiedt op dezelfde wijze waarop in de statuten of reglementen de benoeming van commissieleden door de bondsvergadering is geregeld. Indien de NDB niet het benodigde aantal leden benoemt, geschiedt de benoeming van de niet door de bondsvergadering benoemde leden voor bedoelde periode door de Stichting Instituut Sportrechtspraak.
14. Op grond van het Algemeen Tuchtreglement is strafbaar – en derhalve een overtreding - elk handelen of nalaten:
a. waardoor een bepaling in de Statuten of reglementen niet wordt nagekomen, dit reglement, spelregels en wedstrijdbepalingen hieronder begrepen;
b. dat in strijd is met een besluit van een orgaan of van een commissie van de NDB;
c. waardoor de belangen van de NDB worden geschaad;
d. waarbij een lid zich jegens een ander lid, een orgaan, of een commissie van de NDB niet gedraagt naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid wordt verlangd.
Het handelen of nalaten in strijd met het Dopingreglement en de daarvan deel uitmakende bijlagen is strafbaar en derhalve een overtreding van dat reglement.
15. De tuchtcommissie en commissie van beroep zijn tevens met uitsluiting van andere organen van de NDB bevoegd een lid uit het lidmaatschap te ontzetten (royement), na een daartoe door het bondsbestuur bij de tuchtcommissie gedane aangifte met het verzoek het desbetreffende lid uit het lidmaatschap te ontzetten. Ontzetting is alleen mogelijk wanneer een lid in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de NDB dan wel de NDB op onredelijke wijze benadeelt. Een door de tuchtcommissie uit het lidmaatschap van de NDB ontzet lid kan daarvan op de in het Algemeen Tuchtreglement aangegeven wijze in beroep gaan bij de commissie van beroep. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Tijdens zijn schorsing is het lid gehouden diens verplichtingen na te komen en worden diens rechten opgeschort, met uitzondering van de rechten die het lid in het Algemeen Tuchtreglement zijn toegekend.
16. De uitspraken van de tuchtcommissie en de commissie van beroep gelden als uitspraken van de NDB, welke uitspraken het desbetreffende lid, de overige leden van de NDB en de NDB zelf binden. Alle leden, organen en commissies van de NDB zijn gehouden mede te werken aan de ten uitvoerlegging van door de tuchtcommissie en de commissie van beroep opgelegde straffen.
17. Indien een beslissing van de tuchtcommissie, de commissie van beroep, de aanklager of van het bondsbestuur tot gevolg heeft dat een besluit geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, noch tegenover de NDB noch tegenover de Stichting Instituut Sportrechtspraak.
18. De door het Instituut Sportrechtspraak in de bond krachtens een overeenkomst uit te oefenen tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting geschiedt in naam, ten behoeve, alsmede voor rekening en risico van de bond. De bond vrijwaart het Instituut Sportrechtspraak, zijn aanklagers, zijn bestuursleden, zijn tuchtrechters, zijn arbiters, zijn bindend adviseurs, zijn mediators, zijn ambtelijke secretariaat, zijn juridisch secretariaat, zijn deskundigen en zijn juridisch adviseur voor elke aansprakelijkheid ten aanzien van zowel de door of namens het Instituut Sportrechtspraak verzorgde rechtspleging en mediations als met betrekking tot de bij de oprichting van het Instituut Sportrechtspraak en nadien gekozen en toegepaste constructie van rechtspleging door het Instituut Sportrechtspraak in de bond.
19. In afwijking van het bepaalde in lid 8 is het bondsbestuur bevoegd bij overtreding van het Dopingreglement met inachtneming van dat reglement een ordemaatregel te nemen, welke ordemaatregel voor haar duur bindend is. Tegen die ordemaatregel kan met inachtneming van het Algemeen Tuchtreglement worden opgekomen bij de algemeen voorzitter van de tuchtcommissie, wiens beslissing niet bindend is voor de door de tuchtcommissie nadien te behandelen aangifte van de overtreding.
20. Voor zover van toepassing kunnen leden van de NDB die door de commissie van beroep tuchtrechtelijk zijn bestraft daarvan in beroep gaan bij de Court of Arbitration for Sports (CAS) te Lausanne (Zwitserland). Op deze laatste beroepsprocedure zijn van toepassing de reglementen en besluiten van de CAS.
21. Leden van de NDB zijn verplicht op het (Nationaal) Dopingreglement gebaseerde besluiten van de Dopingautoriteit en haar commissies of organen na te leven.
Artikel 8 - Einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van de NDB eindigt:
a. van verenigingen: door opzegging of ontzetting (royement);
x. xxx xxxxxxxxxxxxxxxx: door hun overlijden, opzegging, ontzetting of door de beëindiging van hun lidmaatschap van hun vereniging;
c. van wedstrijdleden: door hun overlijden, opzegging van het lidmaatschap van de NDB en ontzetting;
d. van persoonlijke leden: door hun overlijden, opzegging of royement.
2. Indien de NDB het lidmaatschap van een verenigingslid beëindigt, is de vereniging gehouden het lidmaatschap van het desbetreffende verenigingslid door opzegging met onmiddellijke ingang te beëindigen. Worden door de vereniging nog andere takken van sport beoefend, dan is de vereniging gehouden slechts het lidmaatschap van het lid van de afdeling Darts te beëindigen. Indien de vereniging het lidmaatschap met een verenigingslid beëindigt, eindigt daardoor niet het lidmaatschap van de NDB wanneer het verenigingslid uit andere hoofde verenigingslid van de NDB blijft dan wel kiest voor het persoonlijk lidmaatschap en als zodanig aansluitend wordt toegelaten.
3. Indien de NDB het lidmaatschap van een wedstrijdlid beëindigt, is de vereniging waarvoor hij speelgerechtigd is gehouden de betrokkene niet meer aan wedstrijden te laten deelnemen en zijn verenigingen van de NDB gehouden de betrokkene niet als lid tot hun vereniging toe te laten.
4. Het lid kan zijn lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar. Een lid kan voorts het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat:
a. hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de NDB in een andere rechtsvorm, dan wel tot fusie of splitsing van de NDB;
b. hem een besluit is bekend geworden of meegedeeld waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, in welk geval het besluit door de opzegging niet op hem van toepassing is.
Het lidmaatschap kan niet met onmiddellijke ingang worden opgezegd wanneer het een wijziging van rechten en verplichtingen betreft die nauwkeurig zijn omschreven of wanneer een verplichting van geldelijke aard wordt gewijzigd.
5. In andere gevallen kan een lid het lidmaatschap voorts met onmiddellijke ingang door opzegging beëindigen, indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
6. Opzegging door de NDB geschiedt door het bondsbestuur. De NDB kan het lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar. Opzegging door de NDB kan geschieden wanneer:
a. het lid zijn verplichtingen tegenover de NDB niet of niet tijdig nakomt, waaronder - doch niet uitsluitend - die van artikel 5;
b. de belangen van de NDB of van de dartsport schaadt;
c. het lid niet voldoet aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap stellen.
7. Voorts kan de NDB het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging doen beëindigen indien redelijkerwijs van de NDB niet kan worden verlangd het lidmaatschap te laten voortduren.
8. Een opzegging tegen het einde van het boekjaar geschiedt met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Is niet tijdig opgezegd, dan geldt de opzegging tegen het einde van het daaropvolgende boekjaar. Is ten onrechte met onmiddellijke ingang opgezegd, dan eindigt het lidmaatschap op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was opgezegd. Zolang het lidmaatschap niet is beëindigd, behoudt het lid zijn rechten en moet hij zijn verplichtingen nakomen.
9. Behalve in geval van overlijden en royement, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid tot ten hoogste het einde van het boekjaar volgend op dat waarin werd opgezegd, zolang het lid niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen tegenover de NDB, of zolang een aangelegenheid waarbij het lid is betrokken niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf hieronder begrepen. Het bondsbestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.
Artikel 9 - Het bondsbestuur
1. Het bondsbestuur bestaat uit ten minste drie meerderjarige personen, die tevens het dagelijks bestuur als bedoeld in artikel 10 lid 1 met de aangegeven functies uitmaken. De bondsvergadering bepaalt het aantal bestuursleden.
2. De leden van het bondsbestuur worden door de bondsvergadering uit de leden benoemd. De voorzitter wordt in functie benoemd. De overige functies worden door de leden van het bondsbestuur onderling verdeeld.
3. Het lidmaatschap van het bondsbestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de financiële commissie, de tuchtcommissie of de commissie van beroep, noch met het bestuurslidmaatschap van een vereniging.
4. Het bondsbestuur en de lidorganisaties kunnen schriftelijk kandidaten stellen tot uiterlijk de datum waarop de definitieve agenda voor de betreffende vergadering van de bondsvergadering wordt verzonden.
5. Indien de benoeming in functie geschiedt, geschiedt ook de kandidaatstelling in functie.
6. De leden van het bondsbestuur worden (her)benoemd voor een periode van drie jaar. Onder een 'jaar' wordt in dit verband verstaan de periode tussen drie opeenvolgende jaarlijks te houden vergaderingen van de bondsvergadering. Een aftredend bestuurder is onmiddellijk doch hoogstens twee maal herbenoembaar. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan dit verlengd worden.
7. Bondsbestuursleden treden in functie de dag na hun benoeming in de voorjaarsvergadering en treden af aan het eind van de dag van de vergadering van de bondsvergadering, waarin de duur van hun benoeming eindigt of waarin zij aftreden. In een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk tijdens de eerstvolgende vergadering van de bondsvergadering voorzien.
8. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op. In een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk op de eerstvolgende bondsvergadering voorzien.
9. Na de benoeming van bondsbestuursleden worden de functies verdeeld en de taken van ieder bondsbestuurslid vastgesteld, waarvan mededeling wordt gedaan aan de leden. Ieder bondsbestuurslid is tegenover de NDB gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer leden van het bondsbestuur behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
10. Een lid van het bondsbestuur kan, ook al is hij voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door de bondsvergadering, met twee derden van de uitgebrachte stemmen worden ontslagen of geschorst. Een schorsing kan worden opgelegd voor ten hoogste drie maanden. Behalve wanneer de schorsing eindigt door een besluit tot ontslag of bedanken, eindigt de schorsing door tijdsverloop of eerder door een besluit tot opheffing van de schorsing. De bondsvergadering neemt haar besluit niet eerder dan nadat het desbetreffende bondsbestuurslid door de bondsvergadering is gehoord, althans daartoe in de gelegenheid is gesteld.
11. Het lidmaatschap van het bondsbestuur eindigt door overlijden, ontslag, bedanken, door het verstrijken van de duur van de (her)benoeming en wanneer het lidmaatschap van de NDB eindigt. Voorts eindigt het lidmaatschap van het bestuur indien het bestuurslid wordt benoemd in een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van het bondsbestuur.
12. Xxxxxxx van ontstentenis of belet van een of meer bestuurders, berust het bestuur tijdelijk bij de overblijvende bestuurders. Ingeval van ontstentenis of belet van alle bestuurders of de enig bestuurder, berust het bestuur tijdelijk bij een of meer jaarlijks door de algemene vergadering aan te wijzen personen. Voor de gedurende deze periode verrichte bestuursdaden worden de aangewezen personen met een bestuurder gelijkgesteld.
13. Als het aantal bestuursleden onvoldoende is om een besluit te nemen zal een stemming plaatsvinden in de Algemene Ledenvergadering.
Artikel 10 - Dagelijks bestuur
1. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, secretaris en penningmeester.
2. Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse gang van zaken in de NDB.
3. De taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur worden door het bondsbestuur vastgesteld.
4. Het dagelijks bestuur doet tijdens vergaderingen van het bondsbestuur verslag van zijn werkzaamheden.
Artikel 11 - Taken en bevoegdheden bondsbestuur
1. Tenzij de statuten anders bepalen, is het bondsbestuur belast met het besturen van de NDB.
2. Het bondsbestuur kan met behoud van zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak door personen of commissies doen uitvoeren. Bovendien is het bondsbestuur bevoegd - al dan niet tegen betaling - werkzaamheden aan derden op te dragen.
3. Indien door ontstentenis het aantal bondsbestuursleden beneden het aantal van drie is gedaald, blijft het bondsbestuur bevoegd. Het is echter verplicht alsdan zo spoedig mogelijk een bondsvergadering bijeen te roepen om in de vacatures te voorzien.
4. Het bondsbestuur ziet toe op de naleving van de statuten, reglementen en door de NDB genomen besluiten.
5. Het bondsbestuur is na voorafgaande goedkeuring van de bondsvergadering bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de NDB zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
6. Het bondsbestuur is bevoegd beslissingen te nemen waarvan de financiële verplichtingen de voor dat boekjaar vastgestelde begroting in totaal met niet meer dan vijf procent (5%) overschrijden. Bedraagt de overschrijding meer dan vijf procent (5%) maar niet meer dan tien procent (10%), dan is het bondsbestuur bevoegd de voorgenomen beslissingen te nemen, na voorafgaande toestemming van de financiële commissie.
Artikel 12 - Bestuursvergaderingen
1. Het bondsbestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter of twee andere bondsbestuursleden dit gewenst achten. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls een lid van het dagelijks bestuur dit gewenst acht.
2. De voorzitter bepaalt de wijze van vergaderen. Het bondsbestuur onderscheidenlijk het dagelijks bestuur kan ook anders dan in een bijeenkomst vergaderingen houden, mits alle betrokken bondsbestuursleden daaraan deelnemen of in geval van afwezigheid verklaard hebben met die wijze van vergaderen in te stemmen.
3. Het bondsbestuur en het dagelijks bestuur kunnen slechts rechtsgeldige besluiten nemen, indien ten minste drie leden aan de vergadering deelnemen, met inachtneming van het in artikel 11 lid 3 bepaalde.
4. Indien de stemmen in een bondsbestuursvergadering staken, wordt het voorstel in een volgende bestuursvergadering opnieuw in stemming gebracht. Staken de stemmen dan wederom, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
5. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming indien hij/zij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging en de met haar verbonden (onderneming of) organisatie. De bestuurder heeft - onverminderd het bepaalde in de vorige volzin - wel het recht de desbetreffende vergadering van het bestuur bij te wonen.
6. Wanneer op grond van het bepaalde in de eerste volzin van artikel 12 lid 5 geen enkele bestuurder aan de besluitvorming kan deelnemen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
7. In het Algemeen Reglement kunnen nadere regels aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur (inclusief tegenstrijdig belang) worden gegeven, waarbij geldt dat een bestuurder niet meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders tezamen.
Artikel 13 - Vertegenwoordiging
1. Het bondsbestuur vertegenwoordigt de NDB.
2. De NDB wordt voorts vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het bondsbestuur, alsmede door een lid van het bondsbestuur en de directeur.
3. Het bondsbestuur of twee gezamenlijk handelende leden van het bondsbestuur kunnen een ander bondsbestuurslid of een derde schriftelijk machtigen om de NDB te vertegenwoordigen in de gevallen en onder de voorwaarden die uit de verstrekte volmacht blijken.
4. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bondsbestuur en van de gezamenlijk handelende bondsbestuursleden kan niet worden beperkt of aan voorwaarden worden gebonden. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen aan wie een volmacht is verleend, kan in die volmacht naar aard en omvang worden beperkt en/of aan voorwaarden worden gebonden.
5. De directeur is bevoegd de NDB te vertegenwoordigen tot de bedragen en rechtshandelingen, als vermeld in de volmacht die bij het Handelsregister is gedeponeerd.
6. Personen aan wie hetzij op grond van deze statuten, hetzij een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend, oefenen die bevoegdheid niet uit dan nadat hiertoe een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de desbetreffende rechtshandeling is besloten.
Artikel 14 – Regio’s
1. Het bondsbestuur stelt regio’s in, heft deze op en bepaalt voorts hun werkterrein
en/of hun grenzen.
2. Elke regio regelt uitsluitend de zaken die de eigen regio betreffen.
3. Het regio overleg wordt gevormd door afgevaardigden van de lidorganisaties.
4. Een regio heeft tot taak op regioniveau het beleid van de bond uit te voeren en is daarvoor aan het bondsbestuur verantwoording verschuldigd. De eigen activiteiten mogen niet in strijd zijn met het beleid van de bond.
5. Een regio is verplicht met betrekking tot besluiten die naar het oordeel van een van de lidorganisaties, regio’s of van het bondsbestuur mede de belangen van een andere lidorganisatie of regio raken, overleg te plegen met de lidorganisatie of regio. Komt m niet tot overeenstemming dan beslist het bondsbestuur.
Artikel 15 - Commissies
1. Het bondsbestuur, de bondsvergadering en een regio overleg zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en de leden van die commissies te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
2. Tenzij de samenstelling, taken en bevoegdheden van een commissie in de statuten of een reglement is geregeld, worden deze bij besluit vastgesteld door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld.
3. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het orgaan dat haar heeft ingesteld.
4. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat een commissie uit drie leden. De leden van een permanente commissie worden telkens benoemd voor de duur van drie jaar en kunnen aansluitend voor eenzelfde periode worden herbenoemd. De leden van een tijdelijke commissie worden benoemd voor de duur van de aan de commissie verstrekte opdracht.
5. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat elke commissie uit een voorzitter, een secretaris en uit een of meer leden en wordt de voorzitter in functie benoemd. De leden van een commissie verdelen in onderling overleg de overige functies.
6. De financiële commissie bestaat uit drie leden, die door de bondsvergadering jaarlijks worden benoemd. De financiële commissie adviseert het bondsbestuur in financiële aangelegenheden.
7. Het lidmaatschap van de financiële commissie is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het bondsbestuur.
Artikel 16 - Bondsbureau
1. De NDB kent een bondsbureau.
2. Aan het hoofd van het bondsbureau staat een directeur die belast is met de dagelijkse gang van zaken, met de uitvoering van de besluiten van het bondsbestuur en van de bondsvergadering, alsmede met het verrichten van werkzaamheden die op grond van de met de directeur gesloten arbeidsovereenkomst zijn opgedragen of welke anderszins door het bondsbestuur worden opgedragen. De directeur is alleen verantwoording verschuldigd aan het bondsbestuur.
3. De directeur benoemt, schorst en ontslaat in overleg met het bondsbestuur de werknemers van de NDB. Het bondsbestuur stelt de arbeidsvoorwaarden van de directeur en de andere werknemers vast.
4. De directeur woont alle vergaderingen van het bondsbestuur en van de bondsvergadering bij, tenzij het bondsbestuur of de bondsvergadering anders beslist.
5. De directeur wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het bondsbestuur dat tevens de voorwaarden van zijn dienstbetrekking schriftelijk vaststelt. Een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag wordt genomen met tenminste twee derden meerderheid.
6. Het bondsbestuur benoemt een plaatsvervangend directeur, die de directeur bij diens afwezigheid vervangt en dan dezelfde bevoegdheden als de directeur heeft.
Artikel 17 - Boekhouding en financiën
1. Het boekjaar van de NDB is gelijk aan het kalenderjaar.
2. De geldmiddelen van de NDB bestaan uit: contributies, bijdragen, entree- en inschrijfgelden, boetes, uitkeringen, donaties, subsidies, legaten en andere inkomsten. Erfenissen en legaten kunnen slechts worden aanvaard na boedelbeschrijving.
3. De leden zijn gehouden tot betaling van de bondscontributie en andere bijdragen die de bondsvergadering vaststelt. De bondsvergadering kan voor bepaalde groepen van leden een verschillende contributie en andere bijdragen vaststellen.
4. De bondsvergadering stelt jaarlijks de bondscontributie vast.
Artikel 18 - Rekening en verantwoording
1. Het bondsbestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de NDB en van alles betreffende de werkzaamheden van de NDB, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze administratie te voeren en daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de NDB kunnen worden gekend.
2. Het bondsbestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de NDB op te maken en op papier te stellen.
3. Het bondsbestuur brengt op een binnen zes maanden na het einde van het boekjaar te houden bondsvergadering een jaarverslag uit over de gang van zaken in de NDB en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de bondsvergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de leden van het bondsbestuur. Heeft een lid van het bondsbestuur de stukken niet ondertekend dan wordt daarvan onder opgave van de redenen melding gemaakt.
4. De bondsvergadering kan de in lid 4 genoemde termijn verlengen met ten hoogste vijf maanden. Na afloop van de oorspronkelijke of de verlengde termijn kan ieder lid van de gezamenlijke leden van het bondsbestuur in rechte vorderen dat zij hun verplichtingen nakomen.
5. De op voorstel van het bondsbestuur door de bondsvergadering benoemde registeraccountant onderzoekt jaarlijks de jaarrekening van het bondsbestuur en brengt daarvan verslag uit aan het bondsbestuur en aan de bondsvergadering. Het bondsbestuur is verplicht de registeraccountant ten behoeve van zijn onderzoek alle door deze gevraagde inlichtingen te verschaffen, deze desgewenst de kas en de
waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de NDB voor raadpleging beschikbaar te stellen.
6. Goedkeuring door de bondsvergadering van de balans en de staat van lasten met toelichting gebeurt nadat is kennis genomen van de bevindingen van de financiële commissie en van de verklaring van de registeraccountant. Goedkeuring strekt het bondsbestuur tot decharge voor alle handelingen die uit die stukken blijken.
7. De balans en de staat van baten en lasten met toelichting moeten op papier worden gesteld en bewaard. Indien de boekhouding computermatig wordt gevoerd, kunnen
- met uitzondering van de op papier gestelde balans en de staat van baten en lasten - de op een gegevensdrager aangebrachte gegevens op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard. Het overbrengen van de gegevens moet alsdan met juiste en volledige weergave van de gegevens geschieden, terwijl deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar moeten zijn en binnen redelijke tijd leesbaar moeten kunnen worden gemaakt.
8. Het bondsbestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
Artikel 19 - Bondsvergadering
1. De bondsvergadering bestaat uit door de lidorganisaties gekozen bondsafgevaardigden van achttien jaar en ouder die in de bondsvergadering alle leden van hun lidorganisatie vertegenwoordigen.
2. Elke lidorganisatie wordt vertegenwoordigd door minimaal twee en maximaal drie bondsafgevaardigden.
3. De afgevaardigden van elk (kandidaat-)lid brengen ten minste vier stemmen uit. Daarnaast brengen zij voor iedere tweehonderd leden (of resterende deel daarvan) die zij meer hebben dan vijfhonderd, nog eens een stem uit. Als peildatum voor het aantal leden wordt genomen de laatste opgave als omschreven in artikel 5 lid 7.
4. Indien zulks bij de oproeping is vermeld is iedere stemgerechtigde bevoegd om, in persoon of bij schriftelijk gevolmachtigde, door middel van een elektronisch communicatiemiddel het stemrecht uit te oefenen, mits de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en kan deelnemen aan de beraadslaging.
5. De algemene vergadering is bevoegd bij reglement voorwaarden te stellen aan het gebruik van het elektronische communicatiemiddel. Indien de algemene vergadering van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt, worden de voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt.
Artikel 20 - Het bijeenroepen van de bondsvergadering
1. Jaarlijks worden twee bondsvergaderingen gehouden:
a. de voorjaarsvergadering welke uiterlijk dertig juni wordt gehouden;
b. de najaarsvergadering welke uiterlijk dertig december wordt gehouden.
2. De bijeenroeping gebeurt door een mededeling in de officiële mededelingen of door een schriftelijke oproep aan de lidorganisaties.
3. De termijn van oproeping bedraagt ten minste vier weken. Het bondsbestuur kan in bijzondere gevallen de termijn van oproeping bekorten.
4. Een buitengewone bondsvergadering wordt met inachtneming van lid 3 gehouden indien het bondsbestuur dit nodig acht.
5. Voorts wordt een buitengewone bondsvergadering gehouden indien ten minste zoveel bondsafgevaardigden als bevoegd zijn tot het uitbrengen van een/vijfde
gedeelte van de stemmen in de bondsvergadering het bondsbestuur daarom verzoekt. Het verzoek bevat een opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting. Indien het bondsbestuur niet binnen veertien dagen aan het verzoek gevolg heeft gegeven door binnen vier weken een bondsvergadering te doen houden, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bondsbestuur de bondsvergadering bijeenroept of door het plaatsen van een advertentie in een veelgelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bondsbestuursleden belasten met de leiding van de bondsvergadering en het opstellen van de notulen.
6. Behalve in het in het vorige lid bedoelde geval, bepaalt het bondsbestuur waar en wanneer een bondsvergadering wordt gehouden.
Artikel 21 - Toegang bondsvergadering
1. Alle bondsafgevaardigden hebben toegang tot de vergadering van de bondsvergadering. Voorts hebben toegang degenen die door het bondsbestuur of door de bondsvergadering zijn toegelaten. Bondsafgevaardigden die geschorst zijn, hebben geen toegang tot en geen stemrecht in de vergadering van de bondsvergadering. Met uitzondering van de leden van het bondsbestuur en bondsafgevaardigden, mogen leden niet aan de beraadslaging deelnemen.
2. Over wat in een vergadering is behandeld, kan geheimhouding worden opgelegd aan hen die daarbij aanwezig of vertegenwoordigd waren.
Artikel 22 - Agenda
1. Tegelijk met de bijeenroeping van de vergadering van de bondsvergadering wordt de voorlopige agenda door publicatie in de officiële mededelingen en door toezending ter kennis van de lidorganisaties gebracht. Publicatie of toezending van de definitieve agenda geschiedt uiterlijk twee weken voor de dag waarop de vergadering van de bondsvergadering wordt gehouden.
2. De agenda van de voorjaarsvergadering bevat in ieder geval:
a. het vaststellen van de notulen van de vorige bondsvergadering;
b. het jaarverslag van het bondsbestuur;
c. het financieel verslag van het bondsbestuur;
d. het verslag van de financiële commissie;
e. het vaststellen van de balans en van de staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar;
f. het verlenen van décharge aan de leden van het bondsbestuur;
g. het voorzien in vacatures;
h. de behandeling van wijzigingen in de statuten of in een reglement;
i. de rondvraag.
3. De agenda van de najaarsvergadering bevat in ieder geval:
a. het vaststellen van de notulen van de vorige bondsvergadering;
b. het vaststellen van de bondscontributie en andere bijdragen;
c. het vaststellen van de begroting en activiteitenplan voor het volgend boekjaar;
d. het voorzien in vacatures;
e. de behandeling van wijzigingen in de statuten of in een reglement;
f. de rondvraag.
4. Uiterlijk drie weken voor de dag van de bondsvergadering kunnen bondsafgevaardigden een amendement schriftelijk bij het bondsbestuur indienen en aan de agenda toevoegen. Het voorstel of amendement moet voorzien zijn van een toelichting. Indien de bondsvergadering meent dat een voorstel of amendement te
ingrijpend is om deze - zonder in de bestuursvergaderingen of leden van de lidorganisaties te zijn behandeld - in de vergadering van de bondsvergadering te behandelen, kan zij besluiten het voorstel of het amendement op de eerstvolgende vergadering van de bondsvergadering te behandelen.
5. De bondsvergadering kan geen besluiten nemen over voorstellen die niet in de agenda zijn vermeld, tenzij de bondsvergadering anders beslist.
Artikel 23 - Besluiten
1. Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op alle besluiten die in de NDB worden genomen. Lid 8 is alleen van toepassing op de besluitvorming in de vergadering van de bondsvergadering.
2. De voorzitter van een orgaan of van een commissie leidt de vergadering. De bondsvergadering wordt geleid door de voorzitter van het bondsbestuur. De voorzitter stelt daarin de orde van de vergadering vast, behoudens het recht van de vergadering daarin wijziging te brengen.
3. Tenzij in de statuten of in een reglement anders is bepaald, worden besluiten in vergaderingen genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Onder meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de door stemgerechtigden uitgebrachte stemmen, zo nodig door afronding naar boven. Indien stemmen staken is geen meerderheid behaald.
4. Ongeldige stemmen zijn stemmen uitgebracht door een geschorste stemgerechtigde en wanneer schriftelijk is gestemd voorts blanco stemmen en stemmen die een andere aanduiding bevatten dan voor de desbetreffende stemming noodzakelijk is.
5. Tenzij in de statuten anders is bepaald, brengt iedere stemgerechtigde in de desbetreffende vergadering één stem uit. Een stemgerechtigde kan één andere stemgerechtigde schriftelijk een volmacht verlenen om namens hem in een vergadering zijn stem uit te brengen. Een stemgerechtigde kan slechts door één andere stemgerechtigde worden gemachtigd.
6. De stemming over personen gebeurt schriftelijk met gesloten stembriefjes. De stemming over zaken gebeurt hoofdelijk door handopsteken of bij acclamatie. In beide gevallen kan de vergadering tot een andere dan de voorgeschreven wijze van stemmen besluiten. In elk geval wordt schriftelijk gestemd indien een stemgerechtigde een schriftelijke stemming verlangt.
7. Indien bij een stemming over personen geen van de kandidaten bij de eerste stemming een twee derden meerderheid behaalt, wordt een tweede stemming gehouden tussen de kandidaten die het hoogste respectievelijk het hoogste en het op één na hoogste aantal stemmen hebben behaald. Staken bij de tweede stemming de stemmen, dan wordt een derde stemming gehouden. Benoemd is die kandidaat die bij de tweede of de derde stemming de gewone meerderheid haalt, of door loting na een derde stemming is aangewezen.
8. Bij een schriftelijke stemming in de bondsvergadering benoemt de voorzitter een stembureau van drie leden, die geen lid van het bondsbestuur mogen zijn. Het stembureau onderzoekt de geldigheid van de uitgebrachte stemmen, berekent de uitslag en doet daarvan mededeling.
9. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming
plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt of - wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde, een stemgerechtigde dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
10. Over alle voorstellen en voorstellen tot wijziging wordt in volgorde van indienen gestemd, tenzij naar het oordeel van de voorzitter een later ingediend voorstel een verder reikende strekking heeft dan een eerder ingediend voorstel en daardoor eerder dient te worden behandeld.
11. Wanneer een voorstel tot wijziging is ingediend, komt dit eerst in stemming. Een voorstel tot wijziging van een geagendeerd onderwerp mag niet de strekking hebben het doel van het voorstel te wijzigen of aan te tasten, zulks ter uitsluitende beoordeling van de voorzitter.
12. Indien voor het aannemen van een voorstel een gekwalificeerde meerderheid is vereist, geldt dezelfde meerderheid voor het aannemen van een voorstel tot wijziging op het voorstel.
Artikel 24 - Nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten
1. Een besluit van een orgaan dat in strijd is met de wet of met de statuten, is nietig, tenzij uit de wet anders voortvloeit. Een nietig besluit mist rechtskracht.
2. Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen, dan kan het door die ander worden bekrachtigd. Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dat ook voor de bekrachtiging.
3. Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke termijn die aan de ander is gesteld door het orgaan dat het besluit heeft genomen of door de wederpartij tot wie het was gericht.
4. Een besluit van een orgaan is, onverminderd het elders in de wet over de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:
a. wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van het besluit regelen;
b. wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid.
c. wegens strijd met een reglement.
5. Tot de in lid 4 bedoelde bepalingen behoren niet die welke de voorschriften bevatten waarop in lid 2 wordt gedoeld.
6. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te vorderen, vervalt een jaar na het einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij een belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd.
7. Een besluit dat vernietigbaar is op grond van het bepaalde in lid 4 onder a., kan door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd. Voor dit besluit gelden dezelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit. Bevestiging is niet mogelijk zodra een vordering tot vernietiging aanhangig is gemaakt. Indien de vordering wordt toegewezen, geldt het vernietigde besluit als opnieuw genomen door het latere besluit, tenzij uit de strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit.
Artikel 25 - Reglementen en uitvoeringsbesluiten
1. De organisatie van de NDB alsmede de taken en bevoegdheden van haar organen en commissies kunnen nader worden uitgewerkt in reglementen.
2. Reglementen worden met een gewone meerderheid vastgesteld en gewijzigd door de bondsvergadering.
3. Nieuwe reglementen en wijzigingen in reglementen, alsmede uitvoeringsbesluiten treden in werking op de veertiende dag na de dag waarop de bondsvergadering tot vaststelling of wijziging van het reglement heeft besloten. In de statuten, in een reglement of bij besluit van de bondsvergadering kan een andere datum van inwerkingtreden worden bepaald, doch niet eerder dan nadat publicatie in de officiële mededelingen. Van een nieuw reglement, van een wijziging van een reglement en van een uitvoeringsbesluit wordt in de officiële mededelingen of op andere wijze mededeling aan de leden gedaan met vermelding van de datum van inwerkingtreding.
4. In afwijking van het bepaalde in de leden 2 en 3 geldt ten aanzien van de totstandkoming, wijziging en datum van inwerkingtreding van het Tuchtreglement en het Dopingreglement het bepaalde in artikel 7.
5. In gevallen waarin de statuten en een reglement niet voorzien, beslist het bondsbestuur.
6. Het bondsbestuur is bevoegd om in spoedeisende gevallen met een algemeen karakter, die een nadere regeling vereisen een uitvoeringsbesluit vast te stellen. Het uitvoeringsbesluit heeft de kracht van een reglement, is voor alle leden bindend vanaf de datum van bekendmaking en dient door de eerst volgende bondsvergadering te worden bekrachtigd, dan wel alsdan als bepaling in de statuten of in een reglement te worden opgenomen. Een uitvoeringsbesluit mag niet in strijd zijn met de statuten en reglementen.
7. Tevens kan het bondsbestuur in de vorm van een uitvoeringsbesluit voor een bepaalde tijdsduur heffingen, bedragen op percentages vaststellen.
8. Ieder lid wordt geacht de statuten, reglementen en uitvoeringsbesluiten te kennen, waaronder begrepen de wedstrijdbepalingen en de op grond van het Dopingreglement gepubliceerde dopinglijsten, alsmede alle mededelingen die als officiële mededelingen zijn gepubliceerd. Het bondsbestuur kan de dopinglijsten via internet bekend maken.
Artikel 26 - Wijziging van statuten
1. In de statuten van de NDB kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van een bondsvergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste vier weken.
2. Zij die de oproeping tot de bondsvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vier weken vóór de bondsvergadering een voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen en welke is voorzien van een toelichting, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de bondsvergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift van het voorstel toegezonden aan de bondsafgevaardigden en aan de verenigingen.
3. Een besluit tot wijziging van de statuten kan slechts door de bondsvergadering met ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen worden genomen.
4. Het bepaalde in lid 2 en 3 is niet van toepassing indien in de bondsvergadering alle bondsafgevaardigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
5. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder lid van het bondsbestuur bevoegd, dat bevoegd is de NDB te vertegenwoordigen.
6. De leden van het bondsbestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en van de gewijzigde statuten neer te leggen op het kantoor van het Handelsregister waarin de NDB is ingeschreven.
Artikel 27 - Ontbinding en vereffening
1. Een besluit tot ontbinding van de NDB kan alleen worden genomen in een daartoe speciaal bijeengeroepen bondsvergadering. Het bepaalde in het vorige artikel is van overeenkomstige toepassing.
2. Indien de bondsvergadering tot ontbinding van de NDB heeft besloten, treden de leden van het bondsbestuur als vereffenaar op, tenzij de bondsvergadering de vereffening aan een derde opdraagt.
3. Na de ontbinding blijft de NDB voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de NDB uitgaan, wordt aan de naam toegevoegd "in liquidatie".
4. De bondsvergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden van de NDB zal bewaren gedurende zeven jaar na afloop der vereffening. De bondsvergadering kan de bewaarder een bewaarloon toekennen. Is geen bewaarder aangewezen en is de laatste vereffenaar niet bereid te bewaren, dan kan de bevoegde kantonrechter op verzoek van een belanghebbende uit de leden een bewaarder aanwijzen.
5. Bij besluit tot ontbinding beslist de bondsvergadering welke bestemming aan het batig saldo wordt gegeven, nadat alle verplichtingen zijn vereffend en rekening is gehouden met de sociale belangen van de werknemers van de NDB. Deze bestemming dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij de doelstellingen van de NDB.