REGLEMENTEN
REGLEMENTEN
Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector
INHOUDSOPGAVE
STATUTEN VAN DE STICHTING KWALITEITSGARANTIE VLEESKALVERSECTOR .. 5 CONTROLE- EN SANCTIEREGLEMENT SKV 12
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen 12
HOOFDSTUK 2 Bepalingen met betrekking tot de aangeslotene 14
HOOFDSTUK 4 Het kwaliteitscertificaat 22
HOOFDSTUK 6 Samenwerking met overheid 31
HOOFDSTUK 2 Monsteronderzoek 35
BIJLAGE II Kwaliteitscertificaat 36
BIJLAGE III CSR Garantiesysteem Tracering SKV-Xxxxxxxxxxxxx 00
BIJLAGE IV CSR Voorbeeld derdenbeding GTSKV 43
BIJLAGE V CSR Protocol voor bepaling van de vachthygiëne 44
BIJLAGE VI CSR Voorbeeld derdenbeding in het kader van artikel 43a CSR 48
TOELICHTING BEHORENDE BIJ HET CONTROLE- EN SANCTIEREGLEMENT SKV 49 GESCHILLENREGLEMENT SKV 1991 54
TOELICHTING BEHORENDE BIJ HET GESCHILLENREGLEMENT SKV 1991 59
HUISHOUDELIJK REGLEMENT SKV 1991 61
STATUUT JURIDISCHE COMMISSIE SKV 66
STATUUT WETENSCHAPPELIJKE RAAD SKV 68
STATUUT TECHNISCHE COMMISSIE SKV 71
REGLEMENT (STATUUT) COLLEGE VAN ADVIES SKV 74
REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP DEELNEMERS BEELDMERK SKV 78
REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP VLEESBEELDMERK SKV . 83
TOELICHTING BEHORENDE BIJ HET REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP VLEESBEELDMERK 87
REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP VLEESBEELDMERK VOOR ROSE VLEESKALVEREN SKV 88
laatste tekst bijgewerkt t/m wijziging XIV
STATUTEN VAN DE STICHTING KWALITEITSGARANTIE VLEESKALVERSECTOR
STATUTEN
NAAM EN ZETEL.
Artikel 1.
De stichting draagt de naam: Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (afgekort: SKV). Zij is gevestigd te: Zeist.
Artikel 1-bis
Voor de toepassing van deze statuten en de krachtens deze statuten vastgestelde reglementen wordt verstaan onder vleeskalveren:
a. in belangrijke mate met melk of met een melkvervangend preparaat gevoede kalveren die kennelijk zijn bestemd om te worden geslacht;
b. indien en voor zover zulks in een reglement als bedoeld in artikel 14 is bepaald: andere categorieën kalveren die kennelijk zijn bestemd om ten hoogste twaalf maanden na hun geboorte te worden geslacht.
DOEL.
Artikel 2.
1. De stichting heeft ten doel:
a. de kwaliteit van kalvervoeders en kalfsvlees te bevorderen en te garanderen, te bevorderen dat kalfsvlees geproduceerd wordt in overeenstemming met bepaalde kwaliteitseisen en zonder gebruik van ongewenste groeibevorderende middelen, en aldus de belangen van de consument van kalfsvlees te dienen;
b. de belangen te behartigen van de bij de productie en verhandeling van kalvervoeders betrokken ondernemingen die kalvervoeders wensen te produceren die voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen en die geen kalvervoeders wensen te produceren en/of te verhandelen, waaraan een of meer ongewenste groeibevorderende middelen zijn toegevoegd;
c. de belangen te behartigen van de bij de productie en verhandeling van vleeskalveren betrokken ondernemingen, daaronder de houders van vleeskalveren begrepen, die vleeskalveren wensen te produceren en/of te verhandelen die voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen en die geen vleeskalveren wensen te produceren en/of verhandelen waaraan een of meer ongewenste groeibevorderende middelen zijn toegediend;
d. de belangen te behartigen van de bij de productie en verhandeling van kalfsvlees betrokken ondernemingen, daaronder met name de slachterijen die vleeskalveren slachten, de handelaren in kalfsvlees en de bedrijven die kalfsvlees bewerken en/of verpakken begrepen, die kalfsvlees wensen te produceren en/of te verhandelen, dat voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen en waaraan geen verboden groeibevorderende middelen zijn toegediend; alles in de ruimste zin des woords.
2. De stichting tracht dit doel te verwezenlijken door het toezien op de naleving van bepaalde kwaliteitseisen en door de toevoeging respectievelijk toediening van ongewenste groeibevorderende middelen aan kalvervoeders en vleeskalveren te bestrijden, in het bijzonder door middel van:
a. het uitoefenen van toezicht op de productie van kalvervoeders en vleeskalveren, onder meer met betrekking tot voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen en het achterwege laten van toevoeging respectievelijk toediening van ongewenste
groeibevorderende middelen aan kalvervoeders respectievelijk vleeskalveren, en het uitvoeren van alle daarmee verband houdende werkzaamheden in de ruimste zin des woords;
b. het instellen van rechtsvorderingen die strekken tot bescherming van de belangen van de in lid 1 bedoelde consumenten en ondernemingen, meer in het bijzonder het instellen van rechtsvorderingen strekkende tot:
i. het tegengaan van de toevoeging van ongewenste groeibevorderende middelen aan kalvervoeders;
ii. het tegengaan van de toediening van ongewenste groeibevorderende middelen aan vleeskalveren;
iii. de bevordering respectievelijk de effectuering van het in (a) omschreven toezicht;
c. het sluiten van overeenkomsten met producenten van en handelaren in kalvervoeders, met eigenaren casu quo houders van en handelaren in vleeskalveren, met handelaren in kalfsvlees, alsmede met slachterijen die vleeskalveren slachten, en met bedrijven die kalfsvlees bewerken en/of verpakken, waardoor dezen zich onderwerpen aan de reglementen van de stichting inzake controles, sancties, geschillenregelingen en financiën;
d. het afgeven van een kwaliteitscertificaat voor het afleveren van vleeskalveren;
e. het toekennen van beeldmerken;
f. het uitvoeren of doen uitvoeren van promotionele activiteiten met betrekking tot kalfsvlees;
g. het ontplooien van alle andere activiteiten, in de ruimste zin des woords, die naar het oordeel van het bestuur kunnen bijdragen tot het bevorderen van de kwaliteit van kalvervoeders respectievelijk vleeskalveren;
en voorts met alle overige wettige middelen die het bestuur voor het bereiken van de doelstelling dienstig acht.
3. Als ongewenste groeibevorderende middelen in de zin van dit artikel gelden in ieder geval de naar gangbare inzichten niet als normale voedingsstoffen aan te merken stoffen met een veronderstelde en/of daadwerkelijke groeibevorderende en/of herverdelende werking, daaronder in het bijzonder begrepen alle stoffen met een al dan niet beschreven hormonale of sympathico-mimetische werking, alsmede alle andere stoffen die naar het oordeel van het bestuur als ongewenst worden beschouwd.
4. De stichting beoogt niet het maken van winst.
DUUR EN BOEKJAAR.
Artikel 3.
1. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
2. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
MIDDELEN.
Artikel 4.
De middelen van de stichting bestaan uit:
a. bijdragen van aangeslotenen;
b. subsidies en donaties;
c. alle overige wettige inkomsten.
AANGESLOTENEN.
Artikel 5.
1. Aangeslotenen zijn rechtspersonen en natuurlijke personen, die zich bij een schriftelijke overeenkomst met de stichting onderworpen hebben aan het bepaalde bij of krachtens de statuten van de stichting en deelnemen aan de kwaliteitsregeling Vitaal Kalf of een ander door de stichting erkend, gelijkwaardig kwaliteitssysteem. Daarnaast worden als aangeslotenen aangemerkt:
a. eigenaren van vleeskalveren, mits zij zich bij een schriftelijke overeenkomst met de stichting onderworpen hebben aan het bepaalde bij of krachtens de statuten van de stichting en mits hun kalveren gehuisvest zijn op een vleeskalverhouderij die deelneemt aan de kwaliteitsregeling Vitaal Kalf of een ander, door de stichting erkend, gelijkwaardig kwaliteitssysteem.
b. registratieplaatsen, producenten van kalvervoeders en handelaren in kalvervoeders, handelaren in vleeskalveren, handelaren in kalfsvlees en bedrijven die kalfsvlees verpakken, mits zij zich bij een schriftelijke overeenkomst met de stichting onderworpen hebben aan het bepaalde bij of krachtens de statuten van de stichting.
2. Een aangeslotene is verplicht een gehele of gedeeltelijke overdracht of beëindiging van de door deze uitgeoefende onderneming onmiddellijk, bij aangetekend schrijven, ter kennis van de stichting te brengen.
3. De stichting verleent aan aangeslotenen, die voldoen aan nader te stellen voorwaarden, een beeldmerk.
4. Een aangeslotene die de in lid 1 van dit artikel bedoelde overeenkomst wenst te beëindigen, geeft hiervan, bij aangetekend schrijven, kennis aan de stichting. De aangeslotene houdt op aangeslotene te zijn een half jaar nadat deze kennisgeving is verzonden.
5. Het bestuur kan met de in artikel 10, elfde lid, omschreven meerderheid besluiten, dat de in het voorgaande lid bedoelde termijn van een half jaar gedurende een bij het besluit vast te stellen periode, al dan niet onder nader vast te stellen voorwaarden, jegens bepaalde aangeslotenen of categorieën van aangeslotenen niet of niet volledig van toepassing zal zijn.
BESTUUR.
Artikel 6.
1. Het bestuur bestaat uit drie leden, waaronder een voorzitter en een secretaris/penningmeester. Indien het aantal bestuursleden daalt beneden drie, blijft het bestuur volledig bevoegd, echter onder de verplichting zo spoedig mogelijk in de vacature te (doen) voorzien.
2. De bestuursleden worden benoemd, geschorst en ontslagen door de Stichting Brancheorganisatie Kalversector, met inachtneming van het bepaalde in lid 3 van dit artikel.
3. Tot bestuurder van de stichting kan niet worden benoemd:
a. een bestuurder van de Stichting Brancheorganisatie Kalversector;
b. een persoon die direct of indirect betrokken is bij het produceren van of de handel in kalvervoeders, het houden van of de handel in vleeskalveren of het vlees daarvan dan wel de be- of verwerking van kalfsvlees;
c. een persoon in dienst van de stichting.
4. De bezoldiging, vacatiegelden en dergelijke voor leden van het bestuur, worden door het bestuur vastgesteld. Een dergelijk besluit behoeft de goedkeuring van de Stichting Brancheorganisatie Kalversector.
BESTUURSTAAK / BESTUURSBEVOEGDHEID.
Artikel 7.
1. Het bestuur is belast met het besturen der stichting. Elke bestuurder is tegenover de stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuurders behoort, is ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk, tenzij hij bewijst, dat de tekortkoming niet aan hem te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
2. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van alle rechtshandelingen, waaronder begrepen het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen of het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich
als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.
JAARVERSLAG / REKENING EN VERANTWOORDING.
Artikel 8.
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand der stichting zodanige aantekening te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
2. Het bestuur van de stichting stelt jaarlijks, vóór één oktober een werkplan met een begroting van de benodigde financiële middelen voor het eerstvolgende kalenderjaar vast en legt deze stukken ter goedkeuring voor aan het bestuur van de Stichting Brancheorganisatie Kalversector.
3. Het bestuur maakt binnen zes maanden na afloop van enig boekjaar een balans en een staat van baten en lasten op. Het bestuur stelt een registeraccountant aan ter controle van de jaarstukken en de boekhouding; de secretaris/penningmeester is verplicht aan de controle alle medewerking te verlenen. Voorts stelt het bestuur een verslag van de werkzaamheden en de bereikte resultaten over het voorafgaande jaar op. Het bestuur brengt het in de vorige zin bedoelde verslag alsmede de jaarstukken ter kennis aan de Stichting Brancheorganisatie Kalversector.
4. Het bestuur is verplicht de in de leden 1 en 3 vermelde bescheiden zeven jaar lang te bewaren.
BESTUURSVERGADERINGEN.
Artikel 9.
1. Ieder jaar worden ten minste twee vergaderingen gehouden.
2. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer één van de bestuursleden daartoe schriftelijk, waaronder mede begrepen langs elektronische weg, en onder opgave van de te behandelen punten een verzoek indient bij de secretaris/penningmeester. Na ontvangst van een verzoek tot vergadering is de secretaris/penningmeester verplicht binnen vier weken een bestuursvergadering te doen houden. Indien de secretaris /penningmeester niet binnen twee weken na het verzoek de daartoe strekkende oproeping doet uitgaan, gaat de verzoeker zelf over tot bijeenroeping op dezelfde wijze als voor de secretaris/penningmeester is bepaald.
3. De oproeping tot vergadering geschiedt schriftelijk, waaronder mede begrepen langs schriftelijke weg, ten minste zeven dagen tevoren, de dag van oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven.
4. De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
5. De secretaris/penningmeester houdt notulen bij; deze worden goedgekeurd in de eerstvolgende vergadering.
6. Indien van het ter vergadering verhandelde een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt is het in lid 5 bepaalde niet van toepassing.
7. In de bestuursvergaderingen hebben alle leden één stem.
8. Ieder bestuurslid kan zich te allen tijde doen vertegenwoordigen, doch alleen door een mede-bestuurslid en krachtens schriftelijke volmacht.
9. Tenzij de vergadering met algemene stemmen anders besluit, geschieden stemmingen over verkiezingen van personen schriftelijk en stemmingen niet rakende verkiezingen van personen xxxxxxxxx.
10. Er wordt besloten met gewone meerderheid van stemmen, in een vergadering waarin ten minste de helft van het aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is, tenzij deze statuten anders bepalen.
11. Ingeval in een vergadering het vereiste aantal stemgerechtigde leden niet aanwezig of vertegenwoordigd is, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden binnen tien weken na de dag, waarop de vorige werd gehouden en overigens onder gelijke bepalingen als vermeld in lid 2 van dit artikel. Deze tweede vergadering, welke
niet kan worden gehouden binnen drie weken na de eerste vergadering, kan over de voor de eerste vergadering aan de orde gestelde agendapunten besluiten met een gelijke meerderheid als voor de eerste vergadering vereist, doch ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden. Xxxxxx en ongeldig uitgebrachte stemmen worden niet in aanmerking genomen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
12. Het ter bestuursvergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter, dat door haar een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van enig besluit. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in de vorige zinnen bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt.
13. De voorzitter, of bij diens afwezigheid de vice-voorzitter, treedt op als voorzitter van de vergadering.
14. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten, mits een desbetreffend voorstel schriftelijk aan alle bestuursleden ter kennis is gebracht en te dezen zich allen schriftelijk, waaronder mede wordt begrepen langs elektronische weg, daarmede akkoord hebben verklaard.
VERTEGENWOORDIGING.
Artikel 10.
1. De voorzitter en de secretaris/penningmeester tezamen vertegenwoordigen de stichting in en buiten rechte.
2. Xxxxxxx xxx xxxxx of ontstentenis van de voorzitter, wordt de stichting in en buiten rechte vertegenwoordigd door de vice-voorzitter tezamen met de secretaris/penningmeester.
EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP.
Artikel 11.
1. Het bestuurslidmaatschap eindigt buiten de gevallen genoemd in artikel 298 lid 1 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek:
a. door de dood van het bestuurslid;
b. door opzegging door het bestuurslid;
c. door periodiek aftreden;
d. door ontslag als bedoeld in artikel 14 lid 2;
e. door ontslag door de Stichting Brancheorganisatie.
2. Een bestuurslid kan worden geschorst door de Stichting Brancheorganisatie Kalversector en/of het bestuur van de stichting.
3. Bestuursleden treden af in de eerste vergadering, gehouden na verloop van een bestuurstermijn van twee jaar. De aftredende is terstond herkiesbaar.
STATUTENWIJZIGING.
Artikel 12.
1. Wijziging van de statuten vindt plaats behoudens het bepaalde in de artikelen 294 en 296 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek na een desbetreffend besluit van het bestuur. In de agenda wordt alsdan de letterlijke tekst van de statuten voor zover van belang en van de wijzigingsvoorstellen opgenomen.
2. Besluiten tot wijziging van de statuten behoeven tenminste twee/derde gedeelte van de uitgebrachte stemmen en kunnen slechts tot stand komen in een bestuursvergadering waarin tenminste twee/derde der leden aanwezig of vertegenwoordigd is of met inachtneming van artikel 9 lid 14. Het bepaalde in artikel *9 lid 11 tweede volzin is ten aanzien van een besluit tot statutenwijziging van overeenkomstige toepassing. Een besluit tot wijziging van de statuten behoeft de goedkeuring van de Stichting Brancheorganisatie Kalversector.
3. De statutenwijziging komt tot stand bij notariële akte. Het bestuur deponeert een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten ten kantore van de desbetreffende Kamer van Koophandel.
Artikel 13.
1. Het bestuur stelt huishoudelijke, financiële, controle, sanctie-, fonds-, geschillen-, beeldmerk- en eventuele andere reglementen vast. Bepalingen in een reglement, welke in strijd zijn met de Wet of deze statuten, worden voor niet geschreven gehouden.
2. Een besluit tot vaststelling of wijziging van een reglement, alsmede een besluit tot vaststelling of wijziging van regels krachtens een reglement, waarbij een tarief voor aangeslotenen wordt vastgesteld, waarbij een minimumleeftijd voor vleeskalveren bij opzet wordt vastgesteld, waarbij regels worden gesteld ten aanzien van het melden van het transport naar de vleeskalverhouderij waar de vleeskalveren worden opgezet en/of waarbij regels worden gesteld ten aanzien van de opzet van vleeskalveren die afkomstig zijn uit een gebied waar een besmettelijke dierziekte heerst of heeft geheerst, behoeft de goedkeuring van het bestuur van de Stichting Brancheorganisatie Kalversector.
3. In de reglementen bedoeld in het eerste lid kan mede worden gedifferentieerd naar gelang de te onderscheiden categorieën kalveren die door de daarbij gegeven voorschriften worden geraakt.
GEHEIMHOUDING.
Artikel 14.
1. De leden van het bestuur zijn verplicht tot geheimhouding van bedrijfsspecifieke gegevens die zij in hun hoedanigheid hebben verkregen, van zaken waarvan zij het vertrouwelijk karakter moeten begrijpen, alsmede van aangelegenheden ten aanzien waarvan het bestuur of de voorzitter geheimhouding heeft opgelegd.
2. Indien een lid van het bestuur in strijd met het in het eerste lid bepaalde handelt, kan dit lid door de voorzitter na overleg met het bestuur geschorst of ontslagen worden door de Stichting Brancheorganisatie Kalversector. Een zodanige beslissing wordt niet genomen, dan nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld zich terzake te verantwoorden.
3. Door of vanwege het bestuur wordt aan het personeel van de stichting, aan de leden, plaatsvervangende leden en adviserende leden van bij reglement ingestelde commissies en soortgelijke overlegorganen, aan door de stichting ingeschakelde deskundigen, en voorts aan een ieder die ten behoeve van de stichting werkzaamheden verricht, de verplichting tot geheimhouding opgelegd ter zake van bedrijfsspecifieke gegevens die zij in hun hoedanigheid hebben verkregen, van zaken waarvan zij het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen, alsmede van aangelegenheden waarvan hun het vertrouwelijke karakter is medegedeeld.
ONTBINDING EN VEREFFENING.
Artikel 15.
1. Behoudens het bepaalde in artikel 301 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt de stichting ontbonden door een besluit daartoe van het bestuur.
2. Het bepaalde in artikel 13 lid 2 is ten aanzien van een besluit tot ontbinding van overeenkomstige toepassing.
3. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Aan haar naam wordt toegevoegd: "in liquidatie".
4. Zijn bij het besluit tot ontbinding geen vereffenaars benoemd, dan treedt het bestuur als zodanig op.
5. Op vereffenaars zijn van toepassing de bepalingen dezer statuten onder meer voor wat betreft de benoeming, schorsing en ontslag, de bevoegdheden, de plichten en de aansprakelijkheid van bestuurders.
Overigens is van toepassing artikel 23 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
6. Een eventueel batig saldo wordt ter beschikking gesteld aan de Stichting Brancheorganisatie Kalversector.
7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden gedurende dertig jaar berusten bij de persoon, door het bestuur daartoe benoemd.
aangevuld t/m wijziging XXXI
CONTROLE- EN SANCTIEREGLEMENT SKV
Het bestuur van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector heeft, gelet op de artikelen 2, tweede lid en 14 van de Statuten van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector; op 24 februari 2011 het navolgende reglement vastgesteld:
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 (begripsbepaling)
Dit reglement verstaat onder:
1 | SKV | de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector; |
2 | Bestuur | het bestuur van de SKV, als bedoeld in artikel 6 van de Statuten van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector; |
3 | Statuten | de Statuten van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector; |
4 | Reglement | het Controle- en Sanctiereglement SKV; |
5 | GTSKV | het Garantiesysteem Tracering SKV-Vleeskalveren zoals opgenomen in bijlage III van het Reglement; |
6 | NVWA | de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA); |
7 | Controleur | de persoon, onder gezag van de SKV, belast met het uitoefenen van het in dit reglement bedoelde toezicht; |
8 | visuele controle | een controle waarbij de controleur de vleeskalveren op uiterlijke kenmerken beoordeelt, die kennelijk zijn veroorzaakt door het gebruik van niet-toegelaten stoffen; |
9 | Aangeslotene | een ondernemer die een overeenkomst met de SKV heeft gesloten als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Statuten; |
10 | Vleeskalverhouder | eigenaar van een vleeskalverhouderij |
11 | Vleeskalverhouderij | het bedrijf waar vleeskalveren worden gehouden; |
12 | Registratieplaats | de door de SKV erkende plaats buiten Nederland als bedoeld in artikel 6.3 van het GTSKV; |
13 | Koppel | een groep van bij elkaar op één locatie gehuisveste vleeskalveren van één eigenaar die ongeveer gelijktijdig zijn opgezet, dan wel de karkassen van deze vleeskalveren; |
14 | Deelkoppel | deel van een koppel dat apart van de rest van het koppel wordt afgeleverd; |
15 | Kwaliteitscertificaat | het certificaat als bedoeld in hoofdstuk 4 van het Reglement; |
16 | niet-toegelaten stoffen | de stoffen, producten en methoden als bedoeld in artikel 3 lid 1 van het Reglement; |
17 | Vleeskalveren | de kalveren die mede blijkens de wijze van houden kennelijk zijn bestemd om ten hoogste 12 maanden na hun geboorte te worden geslacht, dan wel de karkassen van deze vleeskalveren; |
18 | Kalvervoeder | alle producten bestemd om te vervoederen aan vleeskalveren; |
19 | Mestperiode | de periode vanaf de geboorte van de vleeskalveren tot aan de slacht met een maximum van 12 maanden; |
20 | SKV-kalfsvlees | het kalfsvlees afkomstig van vleeskalveren waarvoor een geldig kwaliteitscertificaat is afgegeven; |
21 | niet-SKV-kalfsvlees | het kalfsvlees afkomstig van vleeskalveren waarvoor geen geldig kwaliteitscertificaat is afgegeven |
22 | Belgian Controlled Veal | Belgische voedselkwaliteitsregeling voor kalfsvlees; |
23 | Conformiteits- Certificaat | het certificaat dat wordt verstrekt door het daartoe bevoegde gezag wanneer wordt voldaan aan het bepaalde in de ‘Belgian Controlled Veal’; |
24 | I&R systeem | het Nederlands gecomputeriseerd gegevensbestand zoals bedoeld in artikel 5 van de Verordening EG 1760/2000; |
25 | I&R nummers | Identificatiecode ter identificatie en registratie van een vleeskalf, zoals bedoeld in artikel 14 onderdeel b Regeling identificatie en registratie van dieren; |
26 27 28 29 30. | UBN Stoffen met hormonale werking Diergeneesmiddelen en Contaminanten KVS Infokalf | uniek bedrijfsnummer als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Regeling Identificatie en Registratie van dieren. stoffen met thyreostatische, oestrogene, androgene of gestagene werking, stilbenen, stilbeenderivaten, zouten en de esters daarvan; a. antibacteriële stoffen met inbegrip van sulfonamiden, quinolonen; b. andere diergeneesmiddelen: 1. Wormmiddelen; 2. Anticoccidia, met inbegrip van nitroïmidazolen; 3. carbamaten en pyrethroïden; 4. tranquilizers; 5. niet-steroïdale anti-inflammatoire farmaca (NSAIF); 6. andere stoffen met farmacologische werking; c. andere in het milieu aanwezige stoffen en contaminanten: 1. organische chloorverbindingen met inbegrip van PCB’s; 2. organische fosforverbindingen; 3. scheikundige elementen; 4. mycotoxinen; 5. kleurstoffen; 6. overige. Kalf Volg Systeem; databank toegankelijk via xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx of via de KalfVolgSysteem-app, waar registraties met betrekking tot het transport van kalveren tussen melkveehouder en verzamelcentrum en vleeskalverhouder kunnen plaatsvinden. webportaal en webservices van SKV die toegang kunnen verlenen tot verschillende databanken, waaronder maar niet beperkt tot een databank voor registratie van levering en toepassing van diergeneesmiddelen, afgifte van kwaliteitscertificaten, voedsel keten informatie en informatie met betrekking tot vachthygiëne. |
Artikel 2 (inhoud Reglement)
Het bepaalde in de bijlagen van het Reglement maakt onderdeel uit van het Reglement.
HOOFDSTUK 2 Bepalingen met betrekking tot de aangeslotene
§ 2.1. Verbodsbepalingen
Artikel 3 (verboden toediening)
1. Onverminderd de bij of krachtens de Wet Dieren vastgestelde verbodsvoorschriften is het de aangeslotene verboden:
a. ß-agonisten aan vleeskalveren toe te dienen of de toediening daarvan aan vleeskalveren toe te laten;
b. stoffen met hormonale werking of producten die zulke stoffen bevatten aan vleeskalveren toe te dienen of de toediening daarvan aan vleeskalveren toe te laten;
c. de farmacologisch werkzame substanties als bedoeld in tabel 2 van de bijlage van de Verordening (EG) 37/2010 aan vleeskalveren toe te dienen of de toediening daarvan aan vleeskalveren toe te laten;
d. stoffen als bedoeld in de onderdelen S1, S2, S3, S4 en S5 van de geldende Prohibited List World Anti-Doping Code van de World Anti Doping Agency (WADA) of producten die zulke stoffen bevatten aan vleeskalveren toe te dienen of de toediening daarvan aan vleeskalveren toe te laten;
e. methoden als bedoeld in de onderdelen M2 en M3 van de geldende Prohibited List World Anti-Doping Code van de World Anti Doping Agency (WADA) bij vleeskalveren toe te passen of de toepassing daarvan bij vleeskalveren toe te laten;
f. vleeskalveren waaraan de stoffen, producten of methoden bedoeld in onderdeel a, b, c, d en/of e zijn toegediend respectievelijk toegepast, voorhanden of in voorraad te hebben, te kopen of te verkopen, alles al dan niet door tussenkomst van een vleeskalverhouder of andere derde.
2. De verbodsvoorschriften als bedoeld in het voorgaande lid gelden ongeacht of de toediening al dan niet in overeenstemming met de bij of krachtens de Wet Dieren vastgestelde voorschriften heeft plaatsgevonden.
3. Het is de aangeslotene verboden om Diergeneesmiddelen en Contaminanten te gebruiken voor andere doeleinden of onder andere voorwaarden dan die welke zijn omschreven in de Nederlandse en Europese wetgeving. De voorgeschreven wachttermijnen dienen te allen tijde in acht genomen te worden.
4. Het is de aangesloten slachterij verboden vleeskalveren, waarin zich (residuen van) Diergeneesmiddelen en Contaminanten bevinden, voorhanden of in voorraad te hebben, te slachten, te kopen of te verkopen.
5. Het verbod als bedoeld in lid 4 is niet van toepassing indien de Diergeneesmiddelen en Contaminanten aanwezig zijn in een krachtens Nederlandse of Europese wetgeving toegestane hoeveelheid.
Artikel 3a (GTSKV)
De aangeslotene is gehouden tot naleving en tot het doen naleven van het bepaalde in Bijlage III Garantiesysteem Tracering SKV-Vleeskalveren.
Artikel 4 (verbod betreffende leeftijd vleeskalf)
1. Het is de aangeslotene verboden om vleeskalveren op een vleeskalverhouderij op te zetten welke jonger zijn dan 14 dagen.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 is het de aangeslotene verboden om vleeskalveren die zijn geboren in Duitsland op een vleeskalverhouderij op te zetten wanneer deze jonger zijn dan 28 dagen.
Artikel 5 (verboden import)
3. Het is de aangeslotene verboden vleeskalveren op een vleeskalverhouderij op te zetten, die in Nederland zijn geïmporteerd uit door het bestuur aan te wijzen gebieden
waar een besmettelijke dierziekte heerst of heeft geheerst, zoals bedoeld in maar niet gelimiteerd tot de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s. Het bestuur stelt de ingangsdatum van het verbod vast evenals de datum waarop het verbod wordt beëindigd.
2. Het bestuur kan voorwaarden stellen waaronder het opzetten van vleeskalveren op een vleeskalverhouderij wel mogelijk is gedurende de periode waarin het verbod als bedoeld in lid 1 van toepassing is.
Artikel 6 (verbod betreffende vleeskalveren zonder kwaliteitscertificaat)
Behoudens uitzondering bij of krachtens het reglement bepaald, is het de aangeslotene verboden om vleeskalveren zonder een door de SKV verstrekt geldig kwaliteitscertificaat als bedoeld in bijlage II, af te leveren, aan te bieden, te kopen, te verkopen of te aanvaarden, alles al dan niet door tussenkomst van een vleeskalverhouder of andere derde.
Artikel 7 (verbod betreffende niet-SKV-kalfsvlees)
Behoudens uitzondering bij of krachtens het reglement bepaald, is het de aangeslotene verboden om niet-SKV-kalfsvlees te verhandelen, bewerken, te verpakken te kopen of te verkopen, alles al dan niet door tussenkomst van een derde.
§ 2.2 Andere bepalingen met betrekking tot de aangeslotene
§ 2.2.1 Bijzondere bepalingen met betrekking tot de aangesloten eigenaar van vleeskalveren.
Artikel 8 (melding opzet vleeskalveren - algemeen)
1. De aangeslotene, die eigenaar is van de betreffende vleeskalveren, is verplicht de opzet van zijn vleeskalveren aan te melden bij de SKV.
2. De aanmelding als bedoeld in het voorgaande lid, ter zake van vleeskalveren die in Nederland zijn gehuisvest, dient geautomatiseerd plaats te vinden via het I&R-systeem waarin de voor de aanmelding vereiste gegevens van de betreffende vleeskalveren zijn opgenomen. In afwijking hiervan dient aanmelding echter schriftelijk plaats te vinden, middels een volledig ingevuld AM91-formulier, wanneer:
a. het om enigerlei reden voor de SKV tijdelijk of blijvend niet mogelijk blijkt alle benodigde informatie uit het I&R systeem te verkrijgen en de SKV zulks aan de eigenaar te kennen heeft gegeven. Deze verplichting tot het doen van een schriftelijke aanmelding bestaat vanaf het moment van kennisgeving tot aan het moment dat de SKV aan de eigenaar heeft laten weten dat automatische aanmelding opnieuw kan plaatsvinden.
b. de SKV aan de aangeslotene een bijzondere ontheffing heeft verleend voor de geautomatiseerde aanmelding.
3. De aanmelding als bedoeld in het eerste lid, ter zake van vleeskalveren die in het buitenland zijn gehuisvest vindt schriftelijk plaats middels een volledig ingevuld AM91- formulier“, onder bijvoeging van een lijst met I&R-nummers van de betreffende vleeskalveren.
4. Indien de aangeslotene die eigenaar is van in het buitenland gehuisveste vleeskalveren, middels het conformiteitscertificaat aan de SKV heeft aangetoond dat zijn vleeskalveren voldoen aan het bepaalde in de ‘Belgian Controlled Veal’, vindt de aanmelding, in afwijking van het derde lid, plaats conform het bepaalde in laatstbedoelde voedselkwaliteitsregeling.
Artikel 9 (geautomatiseerde aanmelding)
1. De geautomatiseerde aanmelding als bedoeld in artikel 8 tweede lid wordt geacht te zijn gedaan op de datum waarop de betreffende vleeskalveren in het I&R systeem zijn aangemeld als bedoeld in het achtste lid. De eigenaar van de betreffende vleeskalveren ontvangt van de SKV een schriftelijke bevestiging van zijn aanmelding.
Indien de aanmeldgegevens hierin niet correct en/of niet volledig zijn opgenomen, is de eigenaar van de betreffende vleeskalveren gehouden tot een tijdige correctie hiervan. Hiertoe zendt hij het daartoe bestemde correctieformulier binnen 7 dagen na dagtekening van de bevestigingsbrief retour aan de SKV. Indien een tijdige correctie niet plaatsvindt, worden de door de SKV bevestigde gegevens voor juist en volledig gehouden.
2. De geautomatiseerde aanmelding als bedoeld in artikel 8 tweede lid kan eerst plaatsvinden nadat de eigenaar aan het I&R-bureau LNV, en/of GD en/of Intradis Data een schriftelijk toestemming heeft verleend om de I&R-gegevens die betrekking hebben op zijn vleeskalveren aan de SKV te verstrekken. Hij verleent deze toestemming middels een daartoe bestemd machtigingsformulier dat door de SKV ter beschikking wordt gesteld.
3. Ingeval van opzet van vleeskalveren die door een derde worden gehouden, kan de geautomatiseerde aanmelding daarvan eerst plaatsvinden nadat
a. de betreffende houder een schriftelijke toestemming heeft verleend aan het I&R- bureau LNV, en/of GD en/of Intradis Data om de I&R-gegevens die betrekking hebben op de door hem gehouden vleeskalveren aan de SKV te verstrekken.
b. de betreffende vleeskalverhouderij is opgegeven conform het bepaalde in het zesde lid.
4. De schriftelijke toestemming als bedoeld in het voorgaande lid wordt door de houder verleend middels een daartoe bestemd machtigingsformulier dat door de SKV ter beschikking wordt gesteld.
5. De aangeslotene die eigenaar is van de vleeskalveren welke door een derde worden gehouden, draagt er zorg voor dat de SKV de schriftelijke toestemming van de houder heeft ontvangen voordat de aanmelding van de betreffende vleeskalveren plaatsvindt.
6. Voorafgaand aan de eerste geautomatiseerde aanmelding als bedoeld in het derde lid, doet de eigenaar van de betreffende vleeskalveren middels een bedrijvenlijst, opgaaf van alle bedrijven waar voor hem vleeskalveren worden gevoederd en/of gehouden. Nadien zorgt de eigenaar ervoor dat mutaties in de bedrijvenlijst tijdig aan de SKV zijn doorgegeven via mutatieformulieren. De SKV stelt de hiervoor benodigde formulieren ter beschikking.
7. Wijzigingen betreffende het juridisch eigendom van vleeskalveren, zoals onder meer bedoeld in het voorgaande lid, en wijzigingen van andere door het bestuur nader te bepalen relevante gegevens, dienen binnen 2 werkdagen na ontstaan van de wijziging, schriftelijk door de aangeslotene aan de SKV te zijn doorgegeven.
8. De aangeslotene dient er voor te zorgen dat meldingen met betrekking tot de identificatie en registratie van vleeskalveren plaatsvinden conform de Verordening EG 1760/2000 en de Regeling identificatie en registratie van dieren.
9. De SKV kan de aangeslotene ten aanzien van het gebruik van de in dit artikel bedoelde formulieren een ontheffing verlenen onder het stellen van voorwaarden.
10. De aangeslotene staat in alle gevallen in voor de juiste en volledige invulling van de door hem ingestuurde formulieren.
Artikel 10 (schriftelijke aanmelding)
1. De schriftelijke aanmelding als bedoeld in artikel 8, tweede lid en derde lid, dient binnen twee weken na de opzet plaats te vinden.
2. Indien een koppel vleeskalveren, gedurende een periode van minimaal één week en maximaal drie weken, in meerdere keren op een locatie wordt aangevoerd, kan de eigenaar van de betreffende vleeskalveren, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, schriftelijk aanmelden tot uiterlijk één week na aanvoer van het laatste tot dit koppel behorende vleeskalf.
3. Artikel 9, zevende, achtste en tiende lid zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 10a (KVS registratie)
Het is de aangeslotene die eigenaar is van de vleeskalveren verboden om in Nederland geboren vleeskalveren op te zetten die niet bij vertrek vanaf de geboortelocatie zijn geregistreerd in KVS.
Artikel 10b (Infokalf registratie)
1. De aangeslotene is gehouden er voor zorg te dragen dat iedere levering of toepassing van diergeneesmiddelen, voor vleeskalveren waarvan hij eigenaar is, binnen 14 dagen na levering of toepassing, wordt geregistreerd via InfoKalf in de daartoe aangewezen databank.
2. De geregistreerde gegevens zijn voor de betreffende aangesloten eigenaar inzichtelijk via InfoKalf.
3. Ter ondersteuning van een juiste registratie van de levering of toepassing van diergeneesmiddelen door de dierenarts in InfoKalf kan SKV de bij haar bekende aanmeldgegevens als bedoeld in artikel 9, aan de in InfoKalf voor het betreffende UBN geregistreerde (vervangende/spoedeisende) dierenarts verstrekken, al dan niet via het bedrijfsmanagementsysteem dat de dierenarts gebruikt.
Artikel 11 (melding aflevering koppel vleeskalveren)
1. De aangeslotene die eigenaar is van vleeskalveren, is verplicht de aflevering van zijn koppel vleeskalveren telefonisch, per e-mail, via Infokalf of schriftelijk aan de SKV door te geven ter verkrijging van een kwaliteitscertificaat. Deze melding dient tenminste 7 dagen voorafgaand aan de geplande week van aflevering verricht te zijn onder opgaaf van de volgende gegevens:
a. het UBN van het staladres waar het betreffende koppel is opgezet;
b. het door de SKV toegekend koppelnummer;
c. Het aantal te certificeren vleeskalveren.
2. De aangeslotene die eigenaar is van vleeskalveren, mag maximaal 5% per koppel van de dieren om dringende redenen vroegtijdig afleveren zonder een kwaliteitscertificaat. Het bestuur kan een aangeslotene deze bevoegdheid voor een bepaalde periode ontnemen onder te stellen voorwaarden. De aangeslotene die van deze bevoegdheid gebruik maakt, is verplicht de identificatienummer(s) en het afleveradres binnen 3 werkdagen schriftelijk aan de SKV door te geven middels een volledig ingevuld 'vroegtijdig afleveren formulier' dat door de SKV ter beschikking wordt gesteld.
3. De aangeslotene, die eigenaar is van de vleeskalveren, mag een (deel)koppel vleeskalveren zonder kwaliteitscertificaat overzetten naar een andere bij de SKV aangesloten vleeskalverhouder. Het bestuur kan een aangeslotene deze bevoegdheid voor een bepaalde periode ontnemen, onder te stellen voorwaarden.
4. De melding later dan bedoeld in het eerste lid is toegestaan, mits dit plaatsvindt op een werkdag. In dit geval kan de SKV aan de aangeslotene onkosten in rekening brengen.
5. De aangeslotene, die eigenaar is van de vleeskalveren, en middels een geldig conformiteitcertificaat heeft aangetoond dat wordt voldaan aan de ‘Belgian Controlled Veal’, mag, in afwijking van het bepaalde in artikel 41, eerste lid, een (deel)koppel vleeskalveren zonder kwaliteitscertificaat afleveren aan een niet-aangesloten slachterij. Het bestuur kan een aangeslotene deze bevoegdheid voor een bepaalde periode ontnemen, onder te stellen voorwaarden. De aangeslotene die van deze bevoegdheid gebruik maakt is verplicht de identificatienummers, het aantal dieren en het afleveradres van de betreffende (deel)koppel(s) tenminste één werkdag voor de geplande datum van afvoer van het bedrijf door te geven aan de controle-instantie die is belast met de controle op de naleving van de ‘Belgian Controlled Veal’.
6. De aangeslotene die eigenaar is van vleeskalveren mag vleeskalveren tot een leeftijd van maximaal 20 weken afleveren zonder kwaliteitscertificaat. Het bestuur kan een aangeslotene deze bevoegdheid voor een bepaalde periode ontnemen. Aflevering zonder kwaliteitscertificaat zoals bedoeld in dit artikellid is niet toegestaan indien één of meer vleeskalveren van het betreffende koppel in de periode van 21 dagen
voorafgaand aan de aflevering is bemonsterd. Afvoer binnen 21 dagen na bemonstering is uitsluitend toegestaan met schriftelijke toestemming van SKV.
§ 2.2.2 Bijzondere bepalingen met betrekking tot de slachterij
Artikel 12 (vleeskalveren met en zonder kwaliteitscertificaat)
1. De bij SKV aangesloten slachterij is verplicht in zijn bedrijf uitsluitend vleeskalveren die zijn voorzien van een geldig kwaliteitscertificaat aan te voeren en te slachten. Ook de verdere be- en verwerking van vleeskalveren en de verpakking van de daarbij verkregen producten is uitsluitend toegestaan van vleeskalveren die zijn voorzien van een geldig kwaliteitscertificaat.
2. Het bestuur kan een aangesloten slachterij een ontheffing verlenen van het bepaalde in het voorgaande lid, uitsluitend onder de strikte voorwaarde dat de aanvoer en slacht van vleeskalveren zonder certificaat in tijd en/of plaats binnen het bedrijf gescheiden plaatsvindt van de aanvoer en slacht van vleeskalveren die zijn voorzien van een kwaliteitscertificaat. Het bestuur is echter nimmer verplicht om een ontheffing te verlenen en heeft ter zake volkomen beleidsvrijheid, mits gelijke gevallen gelijk behandeld worden.
3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op:
a. de verdere be- en verwerking van de vleeskalveren zonder certificaat; en
b. de verpakking van de daarbij verkregen producten.
4. Het bestuur kan bij de verlening van de ontheffing nadere voorschriften stellen.
Artikel 13 (uitbesteding)
1. De bij de SKV aangesloten slachterij, die enige handeling met betrekking tot het bewerken en/of verpakken van kalfsvlees uitbesteedt aan een niet bij de SKV aangesloten onderneming, dient te waarborgen dat de identiteit van het vlees bij het bewerken en/of verpakken ervan door deze derde, behouden blijft, en dient voorts te waarborgen dat bij de derde te allen tijde de controles en steekproeven kunnen worden uitgevoerd zoals bedoeld in het derde lid.
2. De bij de SKV aangesloten slachterij, die enige handeling met betrekking tot het bewerken en/of verpakken van kalfsvlees, zoals bedoeld in het eerste lid, uitbesteedt aan een niet bij de SKV aangesloten onderneming, is verplicht dit tenminste 24 uur voor de geplande uitbesteding per e-mail aan de SKV door te geven, onder opgave van de volgende gegevens:
a. de naam van de derde;
b. de locatie waar het bewerken en/of verpakken van kalfsvlees door de derde plaats vindt;
c. het tijdstip waarop de werkzaamheden plaats hebben.
3. De slachterij is verplicht in de overeenkomst met de niet bij de SKV aangesloten bewerker en/of verpakker, de volgende bepaling op te nemen:
‘De bewerker en/of verpakker die voor de bij de SKV aangesloten slachterij kalfsvlees bewerkt en/of verpakt, dient zijn administratie en/of boekhouding dusdanig in te richten dat daaruit de aanvoer, het bewerken en/of verpakken van het SKV-kalfsvlees blijkt. De bewerker en/of verpakker is tevens verplicht om zijn bedrijfsvoering dusdanig in te richten dat het van de slachterij afkomstige kalfsvlees ten allen tijde geïdentificeerd kan worden.
De controleurs van de SKV zijn te allen tijde bevoegd bij de bewerker en/of verpakker administratieve controles uit te voeren met betrekking tot het bewerkte en/of verpakte kalfsvlees afkomstig van de slachterij. Tevens kunnen de controleurs van de SKV steekproefsgewijs monsters nemen van de producten die volgens de administratie en/of boekhouding van de bewerker en/of verpakker afkomstig zouden moeten zijn van de slachterij. De bewerker en/of verpakker is verplicht de met een en ander verband houdende werkzaamheden van de controleurs van de SKV te allen tijde gedogen en daaraan alle in redelijkheid te verlangen medewerking te verlenen.’
Artikel 14 (plicht tot bewaring)
Tenzij door de SKV schriftelijk anders is aangegeven, is de slachterij verplicht de bemonsterde karkassen van vleeskalveren, als bedoeld in artikel 19, tweede lid, op de slachterij aanwezig te houden totdat door de SKV schriftelijk is bevestigd dat het monsteronderzoek is afgerond en de aanwezigheid van niet-toegelaten stoffen en/of Diergeneesmiddelen en Contaminanten boven een krachtens Nederlandse of Europese wetgeving toegestane hoeveelheid daarbij niet is geconstateerd.
§ 2.2.3 Bijzondere bepalingen met betrekking tot de handelaar in kalfsvlees en de bedrijven die kalfsvlees bewerken en/of verpakken
Artikel 15 (handelaar in kalfsvlees/verpakken)
1. Een aangesloten handelaar in kalfsvlees en de aangesloten bedrijven die kalfsvlees bewerken en/of verpakken zijn verplicht uitsluitend SKV-kalfsvlees te betrekken.
2. Een aangesloten handelaar in kalfsvlees en de aangesloten bedrijven die kalfsvlees bewerken en/of verpakken zijn verplicht hun administratie en/of boekhouding dusdanig in te richten dat daaruit de aanvoer, het verhandelen, bewerken en/of verpakken van het SKV-kalfsvlees blijkt.
§ 3.1 Algemene bepalingen met betrekking tot toezicht
Artikel 16
1. De SKV houdt toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens het Reglement.
2. Het toezicht als bedoeld in het voorgaande lid wordt namens de SKV uitgeoefend door:
a. controleurs;
b. daartoe aangewezen dierenartsen;
c. daartoe aangewezen andere deskundigen.
3. Het toezicht als bedoeld in het eerste lid kan plaatsvinden middels:
a. administratieve controle;
b. monsterneming;
c. monsteronderzoek;
d. visuele controle; of
e. andere vormen van inspectie en controle voor zover bij of krachtens het Reglement bepaald.
§ 3.2 Controle en monsterneming
Artikel 17 (bereiders van en handelaren in kalvervoeders)
1. De controleurs kunnen bij bereiders van en handelaren in kalvervoeders administratieve controles uitvoeren. Deze hebben onder meer betrekking op de boekhouding en administratie ter zake van de aankoop, ontvangst, verwerking, verkoop en/of aflevering van grond- en hulpstoffen, voormengsels, toevoegingmiddelen, half- fabrikaten, kalvervoeders, preparaten en/of andere middelen die kennelijk bestemd zijn om in kalvervoeders te worden verwerkt dan wel aan vleeskalveren te worden toegediend.
2. Ingeval de bereider van of handelaar in kalvervoeders eigenaar is van vleeskalveren, dan wel de technische administratie van zijn afnemers voert, behelst de administratieve controle als bedoeld in het voorgaande lid tevens de controle als bedoeld in artikel 18, eerste lid.
3. De controleurs kunnen bij bereiders van en handelaren in kalvervoeders monsters nemen van op het bedrijf aanwezige grond- en hulpstoffen, voormengsels, toevoegingmiddelen, half-fabrikaten, kalvervoeders, preparaten en/of andere middelen die kennelijk bestemd zijn om in kalvervoeders te worden verwerkt dan wel aan vleeskalveren te worden toegediend.
Artikel 18 (eigenaar en houder van vleeskalveren)
4. De controleurs kunnen bij de houder en/of eigenaar van vleeskalveren administratieve controles uitvoeren. Deze hebben onder meer betrekking op:
a. de boekhouding en administratie ter zake van de aankoop, ontvangst, verkoop en/of aflevering van de vleeskalveren;
b. technische resultaten c.q. kengetallen zoals groei, voederconversie, zo mogelijk uitslachtingspercentage en classificatie van de vleeskalveren.
2. De controleurs, en in voorkomende gevallen de aangewezen dierenartsen/deskundigen, kunnen monsters nemen van op het bedrijf aanwezige preparaten, kalvervoeders dan wel andere producten die kennelijk bestemd zijn om aan dieren te worden toegediend, alsmede van urine, bloed, haar, faeces dan wel andere daarvoor geschikte matrices van op het bedrijf aanwezige vleeskalveren.
3. Een controleur voert in ieder geval na de 18e week na het opzetten van het (deel)koppel vleeskalveren tenminste één visuele controle uit.
4. In de week vóór de geplande week van slachting, zoals aangegeven in de melding bedoeld in artikel 11, eerste lid, zal een controleur de vleeskalveren aan een visuele controle onderwerpen. Bij deze visuele controle wordt de score voor vachthygiëne bepaald, overeenkomstig het bepaalde in Bijlage V.
5. In geval van een melding als bedoeld in artikel 11, vierde lid, zal de visuele controle zo spoedig mogelijk plaatsvinden.
Artikel 19 (slachterijen)
1. De controleurs kunnen bij de slachterijen waar vleeskalveren worden geslacht, administratieve controles uitvoeren. Deze hebben onder meer betrekking op:
a. de boekhouding en administratie ter zake van aankoop, ontvangst, verwerking, verkoop en/of aflevering van vleeskalveren en kalfsvlees;
b. de slacht-, keurings-, en classificatieresultaten en zo mogelijk op het uitslachtings- percentage van de vleeskalveren.
2. De controleurs kunnen monsters nemen van urine, bloed, haar, ogen, weefsel, faeces dan wel van andere daarvoor geschikte matrices die afkomstig zijn van de aanwezige vleeskalveren en/of de karkassen daarvan. De slachterij draagt er voor zorg dat bemonsterde vleeskalveren en/of karkassen en alle onderdelen van de bemonsterde vleeskalveren en/of karkassen in afwachting van het definitieve onderzoeksresultaat niet worden afgevoerd.
Artikel 20 (kalfsvleeshandelaren en bedrijven die kalfsvlees bewerken en/of verpakken)
1. De controleurs kunnen bij de handelaren in kalfsvlees en de bedrijven die kalfsvlees bewerken en/of verpakken administratieve controles uitvoeren. Deze hebben onder meer betrekking op de boekhouding en administratie ter zake van de aankoop, ontvangst, bewerking en/of verpakking, verkoop en/of aflevering van het kalfsvlees.
2. De controleurs kunnen monsters nemen van het in het eerste lid bedoelde kalfsvlees.
Artikel 21 (geheimhouding)
1. De controleurs zijn verplicht tot geheimhouding van alle bedrijfsgeheimen die hen ter kennis komen, alsmede van alle zaken waarvan zij de vertrouwelijkheid moeten begrijpen.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt de geheimhoudingsplicht niet ten aanzien van het verstrekken van informatie aan de NVWA en de directeur van de SKV.
Artikel 22 (Overige bepalingen met betrekking tot controle en monsterneming)
1. De aard en de frequentie van het toezicht bedoeld in de artikelen 17, 18, 19 en 20 worden bij bestuursbesluit vastgesteld.
2. De controleurs rapporteren de SKV omtrent de bevindingen van de administratieve controles.
3. De in de artikelen 17, 18, 19 en 20 bedoelde monsterneming vindt plaats in overeenstemming met het bepaalde in bijlage I. De genomen monsters zijn eigendom van de SKV.
4. De controleurs stellen met betrekking tot de uitgevoerde monsternemingen bedoeld in de artikelen 17, 18, 19 en 20 een monsterverzamelformulier op overeenkomstig een bij bestuursbesluit vast te stellen model en dragen zorg voor verzending hiervan aan de SKV.
§ 3.3 Onderzoek van monsters en contra-monsters
Artikel 23 (Monsteronderzoek)
1. De monsters bedoeld in de artikelen 17, 18, 19 en 20 worden voor onderzoek verzonden naar een door de SKV gecontracteerd laboratorium dat is aangewezen in bijlage I.
2. Het monsteronderzoek vindt plaats in overeenstemming met het bepaalde in bijlage I.
3. Indien middels monsteronderzoek de aanwezigheid van niet-toegelaten stoffen en/of Diergeneesmiddelen en Contaminanten boven een krachtens Nederlandse of Europese wetgeving toegestane hoeveelheid in de monsters is vastgesteld, wordt de betrokken aangeslotene, alsmede de vleeskalverhouderij waar de vleeskalveren ten tijde van de bemonstering werden gehouden, geïnformeerd over de gedane bevindingen.
Artikel 24 (Contra-expertise)
1. Indien de betrokken aangeslotene het niet eens is met het resultaat van het onderzoek bedoeld in artikel 23, kan hij schriftelijk verzoeken om op kosten van ongelijk een contra-expertise uit te laten voeren. Dit onderzoek vindt plaats in een contramonster dat is ontwikkeld bij het monsteronderzoek als bedoeld in artikel 23.
2. Het in het eerste lid bedoelde verzoek dient plaats te vinden binnen een termijn van vijf werkdagen, nadat de aangeslotene via een aangetekende brief kennis heeft kunnen nemen van de uitslag van het monsteronderzoek zoals bedoeld in artikel 23.
3. De contra-expertise als bedoeld in het eerste lid vindt plaats in de volgende analyselaboratoria:
a. Wageningen Food Safety Research (WFSR);
b. het laboratorium als bedoeld in artikel 23, eerste lid.
4. Indien het contramonster wordt onderzocht door het laboratorium bedoeld in het derde lid, onderdeel b, dient het onderzoek plaats te vinden onder toezicht van een extern deskundige.
5. Indien de aangeslotene het verzoek als bedoeld in het eerste lid niet tijdig heeft ingediend, kan de betrokken vleeskalverhouderij waar de vleeskalveren tijdens de monsterneming waren gehuisvest, binnen vijf werkdagen na daartoe bij aangetekend schrijven in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk verzoeken om op kosten van ongelijk een contra-expertise uit te laten voeren. Het derde en vierde lid zijn hierbij van overeenkomstige toepassing. Dit onderzoek vindt plaats in een contramonster dat is ontwikkeld bij het monsteronderzoek als bedoeld in artikel 23.
6. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, kan de aangeslotene ook een gedeelte van het monster ter beschikking krijgen dat voldoende is voor één analyseonderzoek bij een laboratorium zoals vermeld in het derde lid.
§ 3.4 Overige toezichtbepalingen
Artikel 25 (intensivering toezicht)
Indien er naar aanleiding van de administratieve- en/of visuele controle en/of monsteronderzoek naar het oordeel van de directeur van de SKV aanwijzingen zijn van gebruik van niet-toegelaten stoffen en/of Diergeneesmiddelen en Contaminanten boven een krachtens Nederlandse of Europese wetgeving toegestane hoeveelheid kunnen de controles en monsternemingen op het bedrijf van de betrokken aangeslotene of op de vleeskalverhouderij gericht en geïntensiveerd worden uitgevoerd.
HOOFDSTUK 4 Het kwaliteitscertificaat
§ 4.1. Algemene bepalingen met betrekking tot het kwaliteitscertificaat
Artikel 26 (afgifte kwaliteitscertificaat)
1. Indien de controleur bij de visuele controle bedoeld in artikel 18 van mening is dat de vleeskalveren niet behandeld zijn met niet-toegelaten stoffen, zal hij namens de SKV aan de aangeslotene per betrokken (deel)koppel vleeskalveren een kwaliteitscertificaat verlenen, tenzij artikel 29 van toepassing is.
2. Het kwaliteitscertificaat kan digitaal worden afgegeven en is in dat geval via InfoKalf beschikbaar voor de betreffende kalverhouder, de eigenaar van de betreffende vleeskalveren en de bij SKV aangesloten slachterijen.
3. In afwijking van het bepaalde in artikel 29, derde lid wordt een kwaliteitscertificaat afgegeven indien de in Nederland geïmporteerde vleeskalveren na een leeftijd van 5 weken en vóór een leeftijd van 14 weken zijn gekocht. De SKV kan op kosten van de aangeslotene een extra controle uitvoeren.
4. Een kwaliteitscertificaat dat op maandag, dinsdag of woensdag is afgegeven, is geldig tot en met de tweede maandag na afgifte en een op donderdag of vrijdag afgegeven certificaat is geldig tot en met de derde respectievelijk tweede vrijdag na afgifte.
5. Indien na afgifte van het kwaliteitscertificaat uit monsteronderzoek blijkt dat aan één of meer tot het betrokken (deel)koppel behorende vleeskalveren niet-toegelaten stoffen zijn toegediend, zal het kwaliteitscertificaat met terugwerkende kracht worden ingetrokken. In dat geval wordt het geacht nooit afgegeven te zijn.
6. Indien een of meer vleeskalveren is/zijn bemonsterd op de vleeskalverhouderij wordt in afwachting van het definitieve onderzoeksresultaat geen kwaliteitscertificaat afgegeven voor het (deel)koppel vleeskalveren waarvan de bemonsterde vleeskalveren deel uitmaken. In afwachting van het definitieve onderzoeksresultaat is het niet toegestaan een vleeskalf dat deel uitmaakt van het bemonsterde koppel af te voeren, tenzij SKV hier vooraf schriftelijke toestemming voor heeft verleend.
Artikel 27 (hernieuwde afgifte kwaliteitscertificaat)
1. Indien de vleeskalveren waarvoor reeds een kwaliteitscertificaat is afgegeven, niet geëxporteerd dan wel geslacht worden binnen de geldigheidsduur van dit certificaat, dient wederom een melding als bedoeld in artikel 11 plaats te vinden.
2. Na deze melding zal een hernieuwde beoordeling plaatsvinden door middel van de visuele controle. Deze is onafhankelijk van de beoordeling bij de eerdere controle(s).
3. De SKV kan aan de aangeslotene hiervoor een bedrag in rekening brengen.
Artikel 28 (routing kwaliteitscertificaat)
1. De aangesloten slachterij controleert voor het lossen van het te slachten (deel)koppel
vleeskalveren of voor de betreffende vleeskalveren een kwaliteitscertificaat is afgegeven.
2. Het is de aangesloten slachterij toegestaan het kwaliteitscertificaat voor de aanvang van het slachten te verstrekken aan de medewerker van de NVWA.
Artikel 29 (verplichte weigering kwaliteitscertificaat)
1. Een kwaliteitscertificaat wordt voor een koppel vleeskalveren niet afgegeven indien:
x. xx XXX bij één of meer van de betreffende vleeskalveren de aanwezigheid van niet-toegelaten stoffen heeft geconstateerd;
b. de NVWA en/of de controle-instantie in het kader van Belgian Controlled Veal bij één of meer van de betreffende vleeskalveren de aanwezigheid van niet- toegelaten stoffen heeft geconstateerd. Xxxxxx is de aangeslotene die eigenaar is van de betreffende vleeskalveren, verplicht hiervan binnen één werkdag, nadat hij hiervan kennis kreeg of redelijkerwijs kennis kon dragen, schriftelijk melding te doen aan de SKV. Het bepaalde in artikel 26, vijfde lid is van overeenkomstige toepassing.
c. Het koppel afkomstig is van een vleeskalverhouderij die niet gecertificeerd is in het kader van de Algemene Voorwaarden Kwaliteitsregeling Vitaal Kalf, dan wel een ander door de SKV erkend gelijkwaardig kwaliteitssysteem.
2. Indien het bepaalde in lid 1 sub a, b of c van dit artikel van toepassing is, komt de visuele controle voorafgaand aan de slacht, als bedoeld in artikel 18, te vervallen.
3. Behoudens de uitzondering als bedoeld in artikel 26, derde lid, wordt een kwaliteitscertificaat voor één of meer vleeskalveren niet afgegeven indien:
a. de betreffende vleeskalveren na een leeftijd van 5 weken zijn gekocht van een niet- aangeslotene; of
b. de betreffende vleeskalveren na een leeftijd van 5 weken zijn gekocht van een aangeslotene die de kalveren niet conform het bepaalde in dit reglement heeft aangemeld en/of de vleeskalveren op een leeftijd ouder dan 5 weken heeft aangemeld.
4. Een kwaliteitscertificaat wordt voor één of meer afzonderlijke vleeskalveren niet afgegeven indien de betreffende vleeskalveren niet of niet tijdig zijn aangemeld conform de artikelen 8, 9 en 10.
Artikel 30 (heroverweging na verplichte weigering kwaliteitscertificaat)
1. Indien de controleur, naar aanleiding van de visuele controle, de afgifte van een kwaliteitscertificaat weigert omdat hij van oordeel is dat er niet-toegelaten stoffen gebruikt zijn, zal hij dit onverwijld, in ieder geval dezelfde dag van de controle, telefonisch melden aan de SKV en dit schriftelijk bevestigen.
2. Binnen 2 werkdagen zal namens de SKV een drietal andere controleurs en/of dierenartsen, op basis van visuele controle een oordeel uitspreken of terecht de afgifte van een kwaliteitscertificaat is geweigerd, dan wel alsnog verleend kan worden. In het laatste geval wordt door de SKV alsnog een kwaliteitscertificaat afgegeven.
3. Indien de controleurs of de dierenartsen van oordeel zijn dat terecht geen kwaliteitscertificaat afgegeven dient te worden, zal voor geen enkel vleeskalf van het betrokken koppel dat op het betrokken bedrijf aanwezig is gedurende drie weken een kwaliteitscertificaat worden afgegeven. Na deze periode dient de in artikel 11, eerste lid bedoelde melding wederom plaats te vinden.
4. Indien om veterinaire redenen of wettelijke maatregelen vóór afloop van de termijn van drie weken als bedoeld in het vorige lid wordt afgeleverd, wordt geen kwaliteitscertificaat afgegeven, en zal de SKV besluiten tot een boete van € 22,70 per vleeskalf van het betreffende (deel)koppel. Het bepaalde in artikel 41 lid 1, 2 en 5 is in dit geval niet van toepassing.
Artikel 31 (discretionaire weigering kwaliteitscertificaat)
1. Indien de lijsten als bedoeld in artikel 26, derde lid, niet aanwezig dan wel onvolledig zijn, kan de SKV besluiten geen kwaliteitscertificaat af te geven.
2. Het bestuur kan de afgifte van een kwaliteitscertificaat voor een door hem vast te stellen periode weigeren in de volgende gevallen:
a. als een bij de aangeslotene genomen monster in de zin van dit reglement, genomen binnen één jaar na een bij diezelfde aangeslotene genomen positief bevonden monster, eveneens positief bevonden wordt;
b. als de aangeslotene de door de SKV opgelegde boetes en/of kosten opgelegd uit hoofde van dit reglement niet betaalt;
c. als anderszins komt vast te staan dat de aangeslotene in strijd met dit reglement handelt of heeft gehandeld;
d. als de SKV ten aanzien van één of meer vleeskalveren van de aangeslotene feiten of omstandigheden heeft geconstateerd die naar het redelijk oordeel van de SKV een bedreiging kunnen vormen voor de voedselveiligheid, voor de volksgezondheid of voor het imago van de vleeskalversector. Voor één of meer van de overige vleeskalveren kan niettemin een kwaliteitscertificaat worden afgegeven indien naar het redelijk oordeel van de SKV voldoende vaststaat dat de hiervoor bedoelde feiten of omstandigheden zich ten aanzien van die vleeskalveren niet voordoen.
Artikel 32 (voedsel keten informatie)
De SKV kan de Voedsel keten Informatie van SKV aangesloten eigenaren en houders van vleeskalveren zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 852/2004 doen toekomen aan de bij de SKV aangesloten slachterijen.
§ 5. 1 Sancties gerelateerd aan aanwezigheid verboden stoffen
Artikel 33 (verboden stoffen in monsters afkomstig van bedrijf kalvervoederfabrikant)
1. Indien tijdens monsteronderzoek als bedoeld in artikel 23 de aanwezigheid van niet- toegelaten stoffen is vastgesteld in een of meer monsters afkomstig van op het bedrijf van een kalvervoederfabrikant aanwezig kalvervoeder legt de SKV aan de kalvervoederfabrikant de volgende sancties op:
a. vernietiging op kosten van de kalvervoederfabrikant van de volledige dagproductie van alle voor de vleeskalverhouderij bestemde kalvervoeders, voor zover nog op het bedrijf aanwezig;
b. een boete van € 91 per 100 kg van de in onderdeel a bedoelde dagproductie, voor zover niet meer op het bedrijf aanwezig, waarbij als minimum hoeveelheid zal gelden de gemiddelde dagproductie van de laatste 6 maanden verminderd met de nog op het bedrijf aanwezige hoeveelheid dagproductie;
c. de opgelegde sancties als bedoeld in onderdeel b zullen worden verminderd met de tegenwaarde van de aan de betreffende kalvervoederfabrikant opgelegde sancties als bedoeld in artikel 34, tweede lid, voor zover zij kunnen worden geacht voort te vloeien uit dezelfde overtreding. Als zodanig zullen in ieder geval gelden sancties die voortvloeien uit monsteronderzoek van monsters die zijn genomen op een vleeskalverhouderij binnen twee weken na de datum van de monsterneming op het bedrijf van de kalvervoederfabrikant. De resterende sanctie kan echter nooit resulteren in een negatief bedrag.
2. Indien tijdens het monsteronderzoek de aanwezigheid van niet-toegelaten stoffen is vastgesteld in een of meer monsters afkomstig van op het bedrijf van een kalvervoederfabrikant aanwezige andere goederen dan kalvervoeder legt de SKV aan de kalvervoederfabrikant de volgende sancties op:
a. een boete van € 45 per 100 kg van de dagproductie van kalvervoeders zoals in het eerste lid omschreven met als minimum de gemiddelde dagproductie van de laatste 6 maanden en
b. vernietiging op kosten van de kalvervoederfabrikant van de partij goederen waaruit het monster is genomen;
Artikel 34 (verboden stoffen in monsters afkomstig van vleeskalverhouderij)
1. Indien tijdens monsteronderzoek als bedoeld in artikel 23 de aanwezigheid van niet- toegelaten stoffen is vastgesteld in een of meer monsters afkomstig van op een vleeskalverhouderij aanwezige vleeskalveren legt de SKV aan de aangeslotene die eigenaar is van de betreffende vleeskalveren de volgende sancties op:
a. een boete gelijk aan de marktwaarde van alle van het betreffende koppel deel uitmakende vleeskalveren bij verkoop aan een slachterij. De SKV is daarbij bevoegd, tot zekerheidstelling van de betaling van de boete, terstond en zonder nadere sommatie conservatoire maatregelen te doen treffen;
b. vernietiging op kosten van de eigenaar van alle dieren van het betreffende koppel, voor zover deze nog aanwezig zijn. De boete als bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt dan verminderd met de marktwaarde van de daadwerkelijk vernietigde vleeskalveren die tot het betrokken koppel hebben behoord.
2. Indien tijdens monsteronderzoek als bedoeld in artikel 23 de aanwezigheid van niet- toegelaten stoffen is vastgesteld in een of meer monsters afkomstig van op een vleeskalverhouderij aanwezig kalvervoeder, hetzij in poedervorm of in vloeibare vorm, legt de SKV aan de aangeslotene die eigenaar is van de betreffende vleeskalveren, de volgende sancties op:
a. vernietiging van de gehele op de vleeskalverhouderij aanwezige hoeveelheid kalvervoeder op kosten van de eigenaar, en;
b. een boete van € 136 per vleeskalf van het betreffende koppel. Deze boete wordt niet opgelegd indien ter zake van het betreffende koppel een sanctie is opgelegd krachtens het bepaalde in het eerste lid;
3. Indien tijdens monsteronderzoek als bedoeld in artikel 23 de aanwezigheid van niet- toegelaten stoffen is vastgesteld in een of meer monsters afkomstig van op een vleeskalverhouderij aanwezige andere goederen dan bedoeld in het eerste en tweede lid, legt de SKV aan de aangeslotene die eigenaar is van de betreffende vleeskalveren, de volgende sancties op:
a. vernietiging op kosten van de eigenaar van de gehele partij goederen waaruit het monster is genomen, en;
b. een boete van € 136 per vleeskalf van het betreffende koppel. Deze boete wordt niet opgelegd indien ter zake van het betreffende koppel een sanctie is opgelegd krachtens het bepaalde in het eerste lid. Indien de betreffende goederen kennelijk bestemd waren voor andere op het bedrijf aanwezige diersoorten dan vleeskalveren en zulks mede kan worden aangetoond door de aanwezigheid van een daartoe strekkend recept van een dierenarts, dan wordt evenmin een boete opgelegd;
Artikel 35 (verboden stoffen in monsters afkomstig van slachterij)
1. Indien tijdens monsteronderzoek als bedoeld in artikel 23 de aanwezigheid van niet- toegelaten stoffen is vastgesteld in een of meer monsters afkomstig van op een slachterij aanwezige vleeskalveren, legt de SKV aan de aangeslotene die eigenaar was van de betreffende vleeskalveren ten tijde van de afgifte van het kwaliteitscertificaat de volgende sancties op:
a. vernietiging van de betreffende koppel voor zover nog aanwezig,
b. een boete gelijk aan de marktwaarde van de niet meer aanwezige, van de betreffende koppel deel uitmakende vleeskalveren bij verkoop aan een slachterij.
2. Indien tijdens monsteronderzoek als bedoeld in artikel 23 de aanwezigheid van niet- toegelaten stoffen en/of Diergeneesmiddelen en Contaminanten boven een krachtens Nederlandse of Europese wetgeving toegestane hoeveelheid is vastgesteld in een of meer monsters afkomstig van op een slachterij aanwezige vleeskalveren, legt de SKV aan de aangesloten slachterij een sanctie op bestaande uit vernietiging van vleeskalveren waarbij niet-toegelaten stoffen en/of Diergeneesmiddelen en Contaminanten boven een krachtens Nederlandse of Europese wetgeving toegestane hoeveelheid zijn aangetroffen.
Artikel 36 (voorlopige maatregel)
1. Ingeval van vernietiging van vleeskalveren als bedoeld in de artikelen 33, 34 en 35 kan de SKV uit overwegingen van zorgvuldigheid besluiten tot een voorlopige voorafgaande maatregel van slachting van de betreffende koppel gevolgd door invriezen op kosten van de eigenaar.
2. In het kader van een geschilprocedure kan de aangeslotene de SKV verzoeken tot een voorlopige voorafgaande maatregel van slachting van het betreffende koppel gevolgd door invriezen op zijn kosten. Het ingevroren koppel blijft hangende het geschil onderworpen aan toezicht van de SKV.
3. Vernietiging van het kalvervoeder onderscheidenlijk vernietiging van de vleeskalveren als bedoeld in de artikelen 33, 34 en 35 zullen plaatsvinden overeenkomstig een bij bestuursbesluit nader vast te stellen procedure.
Artikel 37 (geldelijke sanctie)
1. In afwijking van het bepaalde in de artikelen 33, 34 en 35 blijft vernietiging van de partijen kalvervoeder en andere goederen respectievelijk van die vleeskalveren achterwege, indien de aangeslotene ten aanzien daarvan het bewijs levert dat zij geen niet-toegelaten stoffen bevatten respectievelijk niet met niet-toegelaten stoffen zijn behandeld. Alsdan wordt een vervangende geldelijke sanctie opgelegd van:
a. € 91 per 100 kg niet-vernietigd kalvervoeder;
b. € 45 per 100 kg niet-vernietigde andere goederen als bedoeld in artikel 34, derde lid;
c. een bedrag ter hoogte van de marktwaarde per niet-vernietigd vleeskalf.
2. In afwijking van het bepaalde in de artikelen 33, 34 en 35 blijft vernietiging van vleeskalveren beperkt tot die vleeskalveren waarbij niet-toegelaten stoffen zijn aangetroffen, indien deze stoffen zijn aangetroffen:
a. in maximaal 10% van het aantal daadwerkelijk al dan niet gelijktijdig bemonsterde vleeskalveren van een gecontroleerde koppel, of
b. in vleeskalveren, die uitsluitend zijn bemonsterd in het kader van een selectief genomen steekproef.
Alsdan wordt een vervangende geldelijke sanctie opgelegd van € 136 per niet- vernietigd vleeskalf en wordt voor deze vleeskalveren geen kwaliteitscertificaat afgegeven.
3. Het bewijs als bedoeld in lid 1 dient te voldoen aan de volgende eisen:
a. de monsterneming dient gelijktijdig plaats te vinden met de door de SKV verrichtte monsterneming ten aanzien van de overige vleeskalveren;
b. de monsterneming dient met SKV-controle verricht te zijn door gekwalificeerde monsternemers;
c. de analyse dient te worden uitgevoerd door een laboratorium als genoemd in artikel 24 lid 3.
Artikel 38
1. Ingeval niet-toegelaten stoffen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c worden aangetoond en/of de stof ß-boldenon, worden in afwijking van het bepaalde in de artikelen 33, 34, 35 en 37 uitsluitend de volgende sancties opgelegd:
a. vernietiging op kosten van de eigenaar van de vleeskalveren waarbij de vorenbedoelde niet-toegelaten stoffen zijn aangetroffen, voor zover deze nog aanwezig zijn;
b. een boete gelijk aan de marktwaarde van de vleeskalveren waarbij de vorenbedoelde niet-toegelaten stoffen zijn aangetroffen, voor zover deze niet meer aanwezig zijn;
c. vernietiging van de partij kalvervoeder of andere goederen waarin de vorenbedoelde niet-toegelaten stoffen zijn aangetroffen, voor zover deze nog aanwezig is.
2. In het geval als bedoeld in het voorgaande lid, wordt, in afwijking van artikel 29, eerste lid, een kwaliteitscertificaat afgegeven voor de overige tot het betrokken koppel behorende vleeskalveren, tenzij in een van die overige van de vleeskalveren genomen pool- en/of individuele monsters inmiddels wederom de desbetreffende niet-toegelaten stof is aangetoond. Indien de desbetreffende niet-toegelaten stof wederom is aangetoond, wordt alleen een kwaliteitscertificaat afgegeven voor die vleeskalveren die na individuele bemonstering negatief zijn gebleken. De analyse dient te geschieden door een onderzoekslaboratorium als genoemd in artikel 24, derde lid. De individuele bemonstering en de analyse van de hierbij genomen monsters geschiedt op kosten van de aangeslotene.
Artikel 39 (BCV-controle)
1. Indien door de controle-instantie die is belast met de controle op de naleving van de ‘Belgian Controlled Veal’ niet-toegelaten stoffen zijn aangetroffen, is de aangeslotene die eigenaar is van de vleeskalveren verplicht hiervan binnen één werkdag, nadat hij hiervan kennis kreeg of redelijkerwijs kennis kon dragen, schriftelijk melding te doen aan de SKV.
2. De controle-instantie die is belast met de controle op de naleving van de ‘Belgian Controlled Veal’ zal de aangeslotene sancties opleggen conform de ‘Belgian Controlled Veal’ nadat op basis van de monsterneming en het monsteronderzoek zoals uitgevoerd in het kader van de ‘Belgian Controlled Veal’ is vastgesteld dat niet-toegelaten stoffen zijn gebruikt
§ 5.2 Sancties gerelateerd aan overige overtredingen
Artikel 40 (verhandelen, bewerken of verpakken van niet-SKV-kalfsvlees)
1. a. Indien uit onderzoek van de SKV blijkt dat de aangesloten handelaar in kalfsvlees of een aangesloten bedrijf dat kalfsvlees bewerkt en/of verpakt zoals bedoeld in artikel 15, niet-SKV-kalfsvlees verhandelt, respectievelijk bewerkt en/of verpakt, wordt de betreffende aangeslotene een boete opgelegd van € 4,55 per kg.
b. De boete wordt berekend over de totale hoeveelheid niet-SKV-kalfsvlees welke door de aangeslotene werd verhandeld, bewerkt en/of verpakt in de periode van zes maanden eindigend op de dag waarop de geconstateerde overtreding werd begaan, met dien verstande dat per kg in totaal geen hogere boete dan € 4,55 kan worden opgelegd, ook niet indien meerdere overtredingen zijn geconstateerd
c. Indien een overtreding wordt geconstateerd als bedoeld in onderdeel a, is de aangeslotene in kwestie verplicht opgave te doen van de totale hoeveelheid kalfsvlees die door hem werd verhandeld, bewerkt en/of verpakt in de periode van zes maanden eindigend op de dag waarop de geconstateerde overtreding werd begaan. Al dit kalfsvlees wordt geacht niet-SKV-kalfsvlees te zijn voor zover de aangeslotene in kwestie niet het tegendeel bewijst.
d. Boetes kunnen niet worden opgelegd met betrekking tot kalfsvlees dat meer dan een jaar voorafgaande aan het tijdstip van boete-oplegging is verhandeld, bewerkt en/of verpakt door degene aan wie de boete wordt opgelegd, tenzij het niet tijdig opleggen van een boete een gevolg is van het niet tijdig doen van een juiste opgave door de aangeslotene in kwestie.
2. Indien uit onderzoek blijkt dat het kalfsvlees afkomstig is van de aangesloten slachterij zoals bedoeld in artikel 13 lid 1 en 2, wordt aan deze slachterij een boete opgelegd van
€ 4,55 per kg. vermengd/verwisseld vlees.
3. Indien in een bepaalde week het uitvoeren van controles en/of steekproeven als bedoeld in artikel 20 door toedoen of nalaten van de bewerker en/of verpakker verhinderd wordt, wordt al het in die week door de betreffende bewerker en/of verpakker bewerkte en/of verpakte kalfsvlees afkomstig van de aangesloten slachterij geacht verwisseld te zijn, behoudens door de slachterij te leveren tegenbewijs, en wordt een dienovereenkomstige boete aan de slachterij opgelegd.
Artikel 41 (afleveren, aanbieden en slachten van vleeskalveren zonder certificaat)
1. De SKV zal aan een aangesloten eigenaar van vleeskalveren een boete opleggen voor ieder vleeskalf dat zonder geldig kwaliteitscertificaat wordt afgeleverd of aangeboden.
2. De SKV zal aan een aangesloten slachterij een boete opleggen voor ieder vleeskalf dat zonder geldig kwaliteitscertificaat wordt geslacht.
3. De boete als bedoeld in lid 1 wordt niet toegepast indien de aangeslotene in kwestie de vervangende geldelijke boete heeft voldaan als bedoeld in artikel 37, tweede lid.
4. De boete als bedoeld in het tweede lid kan naast de boete bedoeld in het eerste lid worden opgelegd.
5. De boete als bedoeld in lid 1 en 2 bedraagt:
a. € 34,- per vleeskalf indien aan de betrokken aangeslotene gedurende een periode van twee jaar, voorafgaande aan de datum waarop de kalveren zonder kwaliteitscertificaat zijn afgeleverd, aangeboden of geslacht, geen eerdere sanctie in de zin van dit artikel is opgelegd;
b. € 68,- per vleeskalf indien aan de betrokken aangeslotene gedurende een periode van twee jaar, voorafgaande aan de datum waarop de kalveren zonder kwaliteitscertificaat zijn afgeleverd, aangeboden of geslacht, één keer eerder een sanctie in de zin van dit artikel is opgelegd;
c. € 102,-per vleeskalf indien aan de betrokken aangeslotene gedurende een periode van twee jaar, voorafgaande aan de datum waarop de kalveren zonder kwaliteitscertificaat zijn afgeleverd, aangeboden of geslacht, twee keer eerder een sanctie in de zin van dit artikel is opgelegd;
d. € 136,- per vleeskalf indien aan de betrokken aangeslotene gedurende een periode van twee jaar, voorafgaande aan de datum waarop de kalveren zonder kwaliteitscertificaat zijn afgeleverd, aangeboden of geslacht, drie keer eerder een sanctie in de zin van dit artikel is opgelegd;
Artikel 41 a (opzet in strijd met artikel 5)
De SKV zal aan een aangesloten eigenaar van vleeskalveren een boete van € 750,- opleggen voor ieder vleeskalf dat in strijd met het bepaalde bij of krachtens artikel 5 wordt opgezet.
Artikel 42 (leeftijd vleeskalf)
1. Voor ieder vleeskalf dat in strijd met artikel 4 lid 1 is opgezet op een vleeskalverhouderij op een leeftijd jonger dan 14 dagen, legt de SKV aan de aangeslotene die daarvan eigenaar is een boete op van € 100,-.
2. Voor ieder in Duitsland geboren vleeskalf dat in strijd met artikel 4 lid 2 is opgezet op een vleeskalverhouderij op een leeftijd jonger dan 28 dagen, legt de SKV aan de aangeslotene die daarvan eigenaar is een boete op van € 100,-.
Artikel 43 (importmelding GTSKV)
1. Voor het opzetten van ieder op enig moment (ongeacht wanneer en door wie) geïmporteerd vleeskalf, ter zake waarvan in verband met het transport naar Nederland niet verplicht of onverplicht volledig is voldaan aan het bepaalde in het Garantiesysteem Tracering SKV-Vleeskalveren, zoals opgenomen in bijlage III, wordt aan de aangeslotene een boete van € 34,- opgelegd, met een maximum van € 3000,- per transport c.q. vervoermiddel naar de betreffende vleeskalverhouderij.
Indien de aangeslotene zich op dit maximum beroept, dient hij ten genoegen van de SKV aan te tonen dat aan de voorwaarden daarvoor voldaan is.
2. In afwijking van het voorgaande zal de boete niet aan de aangeslotene worden opgelegd, indien en voor zover de boete krachtens een door de aangeslotene gemaakt geldig derdenbeding ten gunste van de SKV met de strekking blijkend uit bijlage IV kan worden opgelegd aan degene van wie de aangeslotene het vleeskalf in kwestie betrokken heeft, of aan degene van wie deze het vleeskalf betrokken heeft, mits de aangeslotene dit laatste ten genoegen van de SKV schriftelijk aantoont binnen drie werkdagen nadat hij door de SKV geïnformeerd is over de voorgenomen boeteoplegging.
3. De aangeslotene is bevoegd om een derdenbeding als hiervoor bedoeld namens de SKV te aanvaarden.
4. Indien het derdenbeding wegens hetwelk een boete niet aan de aangeslotene is opgelegd op enig moment niet geldig blijkt te zijn, zal de boete alsnog aan de aangeslotene worden opgelegd.
5. Indien vleeskalveren die met één transport c.q. vervoermiddel in Nederland geïmporteerd zijn op verschillende locaties zijn opgezet c.q. gelost, zal de boete naar rato van het aantal vleeskalveren worden gemaximeerd, mits degene aan wie de boete is opgelegd, binnen drie werkdagen nadat hij door de SKV is geïnformeerd over de voorgenomen boeteoplegging bij aangetekend schrijven en ten genoegen van de SKV, aantoont hoeveel vleeskalveren bij het betreffende transport zijn geïmporteerd. In dat geval zal de boete niet meer bedragen dan € 3000,- per transport c.q. vervoermiddel.
6. In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt aan de aangeslotene vooralsnog geen boete opgelegd, maar een waarschuwing gegeven, indien in de periode van zes weken voorafgaand aan het opzetten van de betreffende vleeskalveren, is voldaan aan het bepaalde in het Garantiesysteem Tracering SKV-Vleeskalveren, zoals opgenomen in bijlage III. Indien de aangeslotene in de periode van zes weken na het opzetten van de betreffende vleeskalveren waarvoor een waarschuwing is gegeven in verband met het niet volledig voldoen aan het bepaalde in het Garantiesysteem Tracering SKV- Vleeskalveren, zoals opgenomen in bijlage III, opnieuw kalveren opzet waarvoor niet volledig is voldaan aan het bepaalde in het Garantiesysteem Tracering SKV- Vleeskalveren, zoals opgenomen in bijlage III, wordt hiervoor een boete opgelegd en wordt de eerder gegeven waarschuwing omgezet in een boete, conform het bepaalde in lid 1.
Artikel 43a (KVS)
1. Voor ieder vleeskalf dat in strijd met het bepaalde in artikel 10a is opgezet, wordt aan de aangeslotene die daarvan eigenaar is een boete opgelegd van € 25,-.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 zal de boete niet aan de aangeslotene worden opgelegd, indien en voor zover de boete krachtens een door de aangeslotene gemaakt derdenbeding ten gunste van SKV met de strekking blijkend uit bijlage VI kan worden opgelegd aan degene van wie de aangeslotene het vleeskalf in kwestie betrokken heeft, of aan degene van wie deze het vleeskalf betrokken heeft, mits de aangeslotene dit laatste ten genoegen van de SKV schriftelijk aantoont binnen drie dagen nadat hij door de SKV is geïnformeerd over de voorgenomen boeteoplegging.
3. De aangeslotene is bevoegd om een derdenbeding, zoals bedoeld in lid 2, namens SKV te aanvaarden.
4. Indien het derdenbeding wegens hetwelk een boete niet aan de aangeslotene is opgelegd op enig moment niet geldig blijkt te zijn, zal de boete alsnog aan de aangeslotene worden opgelegd.
Artikel 43b (Vachthygiëne)
1. De aangesloten eigenaar van vleeskalveren dient een verbeterplan op te stellen indien het in lid 2 genoemde percentage vleeskalveren van een koppel conform het bepaalde bij of krachtens artikel 18 lid 4 is ingedeeld met score C voor de vachthygiëne. Het verbeterplan, dat is gericht op de vleeskalverhouderij waar de betreffende vleeskalveren waren gehuisvest, dient binnen 3 weken nadat de eigenaar is geïnformeerd over de score voor de vachthygiëne schriftelijk te worden ingediend bij SKV. Het verbeterplan wordt ingediend middels het volledig ingevulde formulier, zoals opgenomen als bijlage V A.
2. a. Indien de score voor de vachthygiëne is bepaald in de maanden april, mei, juni, juli augustus of september is een verbeterplan vereist indien 5% of meer vleeskalveren van een koppel zijn ingedeeld met score C voor de vachthygiëne.
b. Indien de score voor de vachthygiëne is bepaald in de maanden oktober, november, december, januari, februari of maart is een verbeterplan
vereist indien 7% of meer vleeskalveren van een koppel zijn ingedeeld met score C voor vachthygiëne.
3. Wanneer het verbeterplan als bedoeld in lid 1 niet of niet tijdig door SKV wordt ontvangen, wordt aan de aangeslotene een boete opgelegd van € 50,- voor ieder vleeskalf dat is ingedeeld met score C en deel uitmaakt(e) van het in lid 1 bedoelde koppel.
4. Voor een koppel vleeskalveren wordt geen kwaliteitscertificaat afgegeven indien 15% of meer van de vleeskalveren van een koppel conform het bepaalde bij of krachtens artikel 18 lid 4 is ingedeeld met score C voor de vachthygiëne, tenzij van vleeskalveren met een C-score de onderbuik en hakken zijn geschoren op dusdanige wijze dat het risico op karkasbezoedeling tijdens slacht wordt geminimaliseerd. Het scheren van de onderbuik dient te geschieden over een breedte van minimaal 30 centimeter (minimaal 15 cm aan beide zijden van de mediaanlijn (linea alba abdominis)).
5. Wanneer het percentage vleeskalveren dat is ingedeeld met score C voor de vachthygiëne het in lid 4 genoemd percentage overschrijdt, kan SKV in afwijking van het bepaalde in lid 4 een kwaliteitscertificaat afgeven voor de vleeskalveren van het koppel met score A voor de vachthygiëne. Dit kwaliteitscertificaat is uitsluitend geldig voor de vleeskalveren met de I&R nummers zoals kenbaar gemaakt op of bij het betreffende kwaliteitscertificaat en heeft een geldigheidsduur van twee werkdagen na afgifte. Een verzoek tot afgifte van dit kwaliteitscertificaat dient de aangeslotene op een werkdag tijdens kantooruren telefonisch in te dienen bij SKV, onder verstrekking per e- mail van de I&R nummers van vleeskalveren die in aanmerking komen voor dit kwaliteitscertificaat op de door SKV voorgeschreven wijze. Na ontvangst van de aanvraag en de I&R nummers voert SKV de controle zo spoedig mogelijk uit. Het kwaliteitscertificaat wordt uitsluitend afgegeven indien alle vleeskalveren waarvoor dit
kwaliteitscertificaat is aangevraagd door de SKV controleur worden ingedeeld met score A voor de vachthygiëne én gescheiden van vleeskalveren met B of C score zijn gehuisvest en/of voor SKV duidelijk waarneembaar op de rug zijn gemarkeerd. Voor de controle ter afgifte van dit kwaliteitscertificaat is de aangeslotene de kosten als genoemd in artikel 13 lid 6 Huishoudelijk Reglement SKV 1991 verschuldigd
6. Het is mogelijk een hernieuwde beoordeling van de score van de
vachthygiëne aan te vragen, indien conform het bepaalde in lid 4 geen kwaliteitscertificaat is afgegeven of een kwaliteitscertificaat is afgegeven voor een beperkt deel van het koppel conform het bepaalde in lid 5. Het kwaliteitscertificaat wordt alsnog afgegeven voor het betreffende koppel, indien tijdens de hernieuwde beoordeling van de score van de vachthygiëne geen vleeskalveren met C-score aanwezig zijn, of van alle vleeskalveren met een C-score de onderbuik en hakken zijn geschoren op dusdanige wijze dat het risico op karkasbezoedeling tijdens slacht wordt geminimaliseerd. Het scheren van de onderbuik dient te geschieden over een breedte van minimaal 30 centimeter (minimaal 15 cm aan beide zijden van de mediaanlijn (linea alba abdominis)).
§ 5.2 Overige sanctiebepalingen
Artikel 44 (wettelijke rente)
Alle boetes worden, ook zonder nadere ingebrekestelling, met de wettelijke rente verhoogd over de periode vanaf de tiende dag nadat de SKV het besluit tot oplegging van de boete heeft medegedeeld, uitgereikt of verzonden, tot de dag waarop de boete daadwerkelijk aan de SKV is betaald.
HOOFDSTUK 6 Samenwerking met overheid
Artikel 45
1. Het bestuur rapporteert omtrent de bevindingen bij het toezicht periodiek aan de NVWA.
2. In het geval dat op basis van het monsteronderzoek wordt vastgesteld dat niet- toegelaten stoffen en/of Diergeneesmiddelen en Contaminanten boven een krachtens Nederlandse of Europese wetgeving toegestane hoeveelheid zijn gebruikt, zal de directeur van de SKV onverwijld de secretaris van de SKV en de NVWA van de bevindingen op de hoogte stellen en alle haar ter beschikking staande gegevens en monsters ter beschikking stellen.
Artikel 46
Het door een aangeslotene doen van proeven met andere dan voor vleeskalveren toegelaten middelen in de zin van de Wet Dieren, dient vooraf schriftelijk aan het Bestuur te worden gemeld. Het Bestuur beoordeelt, na raadpleging van de Wetenschappelijke Raad, of de proeven stroken met de doelstellingen van de SKV en welke voorwaarden gelden voor de te houden proeven.
Artikel 47
Alle geschillen welke tussen aangeslotenen en de SKV ontstaan met betrekking tot de bepalingen in dit reglement zullen worden beslecht overeenkomstig het bepaalde in het Geschillenreglement SKV 1991.
Artikel 48 (inwerkingtreding)
1. Dit reglement treedt in werking op 1 april 2011.
2. De actuele versie van dit reglement en haar bijlagen is te allen tijde te raadplegen op de website van de SKV: xxx.xxx.xxxx
Artikel 49 (citeertitel)
Dit reglement kan worden aangehaald als ‘Controle- en Sanctiereglement SKV’. Voor het bestuur,
[…] […]
voorzitter secretaris
BIJLAGE I
Monsterneming en -onderzoek als bedoeld in artikel 22, derde lid, en artikel 23, tweede lid van het Controle- en Sanctiereglement SKV.
Artikel 1 (accreditatie en planning monsterneming)
1. De SKV is geaccrediteerd door de Stichting Raad voor Accreditatie op basis van de norm ISO/IEC/17020.
2. De SKV stelt jaarlijks een werkplan vast met betrekking tot de monsterneming bij de houders van vleeskalveren, de kalverslachterijen, handelaren in en bewerkers van kalfsvlees en de bereiders van en handelaren in kalvervoeders.
3. Ten behoeve van de uitvoering van het werkplan stelt de SKV wekelijks een in- spectieplanning op.
Artikel 2 (aselectieve en selectieve monsterneming vleeskalveren)
1. De monsterneming bij vleeskalveren kan geschieden op twee wijzen, namelijk op aselectieve of selectieve wijze. Zowel de aselectieve als de selectieve monsterneming wordt willekeurig uitgevoerd, op basis van de bevindingen van de controleur of op aanwijzing van de directeur.
2. Bij een aselectieve monsterneming is het aantal te bemonsteren vleeskalveren van het koppel ten minste √n van de koppelgrootte met een minimum van 10 monsters. Indien het koppel kleiner of gelijk is aan 10, wordt minimaal 50% van het koppel bemonsterd.
3. Een selectieve bemonstering is iedere bemonstering anders dan genoemd in lid 2.
Artikel 3 (kleding)
1. De controleur is bij inspecties van vleeskalverbedrijven en slachterijen gekleed in een (bij aanvang van het bezoek) schone overall en hij draagt schone laarzen.
2. Indien een controleur monsters bij de vleeskalverhouder neemt, ontsmet hij zijn laarzen vóór het betreden van de stal in reeds aanwezig, dan wel zelf meegenomen desinfectans.
Artikel 4 (monsterneming)
1. Tijdens de monsterneming wordt besmetting of verontreiniging van het monster voorkomen.
2. De verpakking wordt direct na het vullen gesloten, verzegeld en zodanig gewaarmerkt, dat de herkomst onomstotelijk vaststaat.
Artikel 5 (monsterneming kalvervoederproducent en handelaar)
De monsterneming van grond- en hulpstoffen, voormengsels, toevoegingsmiddelen, halffabrikaten, kalvervoeders, preparaten en/of andere middelen die kennelijk bestemd zijn om in kalvervoeders te worden verwerkt dan wel aan vleeskalveren te worden toegediend, geschiedt overeenkomstig Verordening (EG) 152/2009.
Artikel 6 (urinebemonstering vleeskalverhouderij)
1. Bij mannelijke vleeskalveren wordt de daarvoor bestemde urine-opvangbeker met elastieken om het vleeskalf bevestigd door de controleur of wordt urine bemonsterd door middel van urine-opvang in een nieuw en schoon potje. Bij vrouwelijke vleeskalveren wordt urine bemonsterd door middel van urine-opvang in een nieuw en schoon potje.
2. Nadat het mannelijk vleeskalf urine heeft geloosd in de urine-opvangbeker, verwijderd de controleur de urine-opvangbeker van het vleeskalf en giet, zonder
tussenkomst van een trechter, de urine in de daarvoor bestemde monsterpot, sluit de monsterpot zodanig dat de verzegeling van de monsterpot gewaarborgd is.
3. Na de monsterneming worden de urine-opvangbekers gereinigd.
Artikel 7 (Bloedbemonstering)
1. De controleur of dierenarts neemt minimaal tweemaal 10 ml bloed af met een daarvoor geschikt materiaal.
2. Per dier wordt nieuw materiaal gebruikt.
Artikel 8 (identificatie monster vleeskalf)
1. Bij de monsterneming van urine, haar, faeces of andere matrices,
a. Voorziet de controleur de monsterpot of monsterzak van het identificatienummer van het vleeskalf;
b. Voorziet de controleur de monsterpot of monsterzak van het nummer van het monsteretiket;
c. Neemt de controleur de identificatienummers van de te bemonsteren/bemonsterde vleeskalveren en de bijbehorende monsteretiketnummers op in het monsterverzamelformulier.
d. Worden de monsters geplaatst in een daarvoor bestemde plastic zak of omdoos en wordt deze verzegeld.
2. In geval van bloedbemonstering wordt het bloedmonster opgeborgen in een daarvoor bestemde recipiënt en voorziet de controleur of dierenarts deze recipiënt van de gegevens als genoemd in het eerste lid.
Artikel 9 (monsterneming vleeskalverslachterij)
1. De controleur verzamelt urine uit de blaas van de vleeskalveren in de urineopvangbekers.
2. Ogen, haren, niervet, prostaten, andere organen, weefsels, en/of lichaamsvloeistoffen worden genomen door of onder toezicht van de SKV controleur.
Artikel 10 (identificatie monster)
1. Elk monster dat wordt genomen, wordt voorzien van een monsteretiket.
2. Per koppel c.q. partij, die wordt bemonsterd, worden de monsters in een speciale daarvoor geschikte plastic zak of omdoos gedaan. Deze plastic zak of omdoos wordt verzegeld.
3. Bij de plastic zak of omdoos, bedoeld in het vorige lid, wordt tevens het monsterverzamelformulier gevoegd.
Artikel 11 (transport monsters)
1. De controleur transporteert de monsters naar het laboratorium als bedoeld in artikel 23, eerste lid van het Reglement waar ze uiterlijk drie dagen na monsterneming aanwezig moeten zijn.
2. Het transport als bedoeld in het eerste lid kan ook worden verzorgd door een transporteur.
Artikel 12 (overdracht monster)
Na overdracht aan het laboratorium, is het laboratorium voor de verdere verwerking van de monsters verantwoordelijk.
§ 2.1. Algemeen
Artikel 13
1. Het laboratorium als bedoeld in artikel 23, eerste lid van het Reglement is DUCARES.
2. Het laboratorium is geaccrediteerd door de Stichting Raad voor Accreditatie op basis van de norm ISO/IEC 17025.
§ 2.2. Uitvoering
Artikel 14 (binnenkomst in het laboratorium)
1. Na ontvangst door het laboratorium worden de plastic zakken of omdozen gecontroleerd op het intact zijn en op de aanwezigheid van de verzegeling en het bijbehorende monsterverzamelformulier.
2. Na het verbreken van de verzegeling worden de afzonderlijke monsters gecontroleerd op het intact zijn, de aanwezigheid van de monsteretiketnummers en het monsterverzamelformulier.
3. Bij gebreken aan de verzegeling worden de betreffende monsters niet in onderzoek genomen.
Artikel 15 (monsterverwerking)
1. Van elk monster wordt een contramonster gemaakt ten behoeve van een eventuele contra-expertise. Het resterende deel van het monster is het werkmonster.
2. Van ieder werkmonster wordt een aliquot in bewerking genomen als analysemonster.
3. Het analysemonster wordt bij onderzoek als bedoeld in artikel 16 grotendeels opgebruikt. Het restant wordt door het laboratorium als afval afgescheiden.
4. Het werkmonster en het bijbehorend contramonster worden gesloten met een deksel met verzegelraster en krijgen unieke monstercodes die onderling corresponderen.
Artikel 16 (Analyses)
1. Analysemonsters worden gescreend op de aanwezigheid van niet-toegelaten stoffen als bedoeld in artikel 3 van het Reglement, Diergeneesmiddelen en Contaminanten en ongewenste stoffen. Onder ongewenste stoffen wordt verstaan alle naar gangbare inzichten niet als normale voedingsstoffen aan te merken stoffen die de voedselveiligheid in gevaar kunnen brengen.
2. De prestatiekenmerken van de bij de screening gebruikte analysemethoden, alsmede de interpretatie van de betreffende analyseresultaten voldoen aan het bepaalde in Verordening (EU) 2021/808.
3. De grenzen waarboven een monster als non-conform wordt aangemerkt zijn voor Diergeneesmiddelen en Contaminanten identiek aan de in Europese of Nederlandse wetgeving vastgestelde grenzen. De grenzen waarboven een monster als niet-conform wordt aangemerkt zijn, voor niet-toegelaten stoffen, identiek aan de door het Wageningen Food Safety Research instituut gehanteerde grenzen.
4. Monsters kunnen op individuele basis of als poolmonsters in analyse worden genomen.
5. Wanneer bij screening een verdenking ontstaat op aanwezigheid van één van de stoffen als bedoeld in het eerste lid, wordt een bevestigingsanalyse ingezet.
6. Ten behoeve van de bevestigingsanalyse wordt vanuit het werkmonster opnieuw een aliquot opgewerkt tot analysemonster.
Artikel 17 (rapportage)
1. De analyseresultaten worden schriftelijk doorgegeven aan de directie van de SKV.
2. Niet-conforme resultaten die boven de grenswaarden uitkomen als bedoeld in artikel 16, derde lid worden tevens aan de secretaris van de SKV gemeld.
BIJLAGE II Kwaliteitscertificaat
BIJLAGE III CSR
Garantiesysteem Tracering SKV-Vleeskalveren
Het Garantiesysteem Tracering SKV – Vleeskalveren (GTSKV) maakt onderdeel uit van het Controle- en Sanctiereglement SKV (CSR).
1. Doel en reikwijdte
Om voor verschillende doeleinden te kunnen traceren waar een bepaald aantal te importeren SKV vleeskalveren zich bevindt gedurende het internationale transport vanaf de laadlocatie tot en met de loslocatie in Nederland, is het GTSKV opgezet. De tracering van SKV vleeskalveren in alle stadia van het transport is van belang in verband met de eventuele uitbraak van besmettelijke dierziekten.
2. Definities
1 | Aangeslotene: | ondernemer die een overeenkomst met de SKV heeft gesloten als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de statuten van de SKV. |
2 | CSR: | Controle- en Sanctiereglement SKV |
3 | GTSKV: | Garantiesysteem Tracering SKV-Vleeskalveren |
4 | GTSKV Transportnummer: | uniek transportnummer afgegeven door SKV aan de aangeslotene indien voldaan is aan hetgeen is bepaald in deze bijlage. |
5 | TRACES: | TRAde Control and Expert System. Webapplicatie die de veterinaire bevoegde autoriteiten in alle lidstaten en landen buiten de EU met elkaar verbindt en waarbij ook het bedrijfsleven toegang heeft tot bepaalde modules. |
6 | Vleeskalf: | kalf dat kennelijk bestemd is om ten hoogste 12 maanden na geboorte te worden geslacht. |
7 | Te importeren vleeskalf: | vleeskalf, afkomstig uit een land buiten Nederland bestemd voor de Nederlandse vleeskalverhouderij en/of vleeskalverslachterij. |
8 | Controlepost: | locatie in het buitenland waar vleeskalveren tussentijds kunnen rusten en die voldoet aan de eisen zoals vermeld in de verordeningen 1/2005/EG en 1255/97/EG. |
9 | Bloktijd: | periode van maximaal zes (6) uur waarbinnen de vleeskalveren worden geladen of gelost; |
10 | Registratieplaats: | door SKV erkende en bij SKV aangesloten controlepost of verzamelcentrum buiten Nederland. |
11 | Buitenlandse locatie: | a. land van geboorte, of b. indien het vleeskalveren betreft, die worden overgezet van de ene buiten Nederland gelegen en bij SKV aangesloten vleeskalverhouderij naar de andere bij de SKV aangesloten binnen Nederland gelegen vleeskalverhouderij, zoals bedoeld in artikel 11 lid 3 CSR, land waar de vleeskalveren voor het overzetten gehuisvest zijn, of c. vleeskalveren van een bij de SKV aangesloten eigenaar, die vanaf de in het buitenland gelegen vleeskalverhouderij worden getransporteerd naar een in Nederland gelegen kalverslachterij. |
12 | Direct transport: | rechtstreeks transport, zonder tussenstop, naar de plaats van bestemming. |
13 14. | Indirect transport: Verzamelcentrum: | transport waarbij de vleeskalveren tussentijds in het buitenland kunnen rusten bij controleposten of kunnen rusten en/of worden verzameld bij een registratieplaats. Locatie in het buitenland die voldoet aan de eisen zoals vermeld in Richtlijn 64/432/EEG, waar een selectie kan worden gemaakt in |
15. 16. 17. | Epidemiologische eenheid: Vervoermiddel: Vervoerseenheid: | vleeskalveren afkomstig van verschillende bedrijven. Afgescheiden stalruimte op een registratieplaats ten behoeve van huisvesting van een groep dieren, die zodanig is gesitueerd dat geen contact met de overige op de registratieplaats aanwezige dieren mogelijk is. Voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers. Voertuig dat of aanhangwagen, oplegger of container die deel uitmaakt van een vervoermiddel. |
3. Algemeen
3.1 Voor vleeskalveren die worden geïmporteerd dient voldaan te worden aan de eisen, zoals opgenomen in GTSKV.
3.2 Indien een op enig moment geïmporteerd vleeskalf, waarvoor niet of niet volledig is voldaan aan de eisen zoals opgenomen in GTSKV, wordt opgezet door een aangeslotene, kan de SKV een boete opleggen conform artikel 43 van het CSR.
4. Procedure van melding
Tijdstip van melden
4.1 Melding aan de SKV van te importeren vleeskalveren dient door of namens de aangeslotene te geschieden.
4.2 Deze melding dient voor aanvang van het transport vanaf de buitenlandse locatie te worden gedaan. Indien het transport aanvangt tussen 18.00 uur en 8.00 uur, is melding voor 9.00 uur dezelfde ochtend toegestaan.
Xxxxx xxx xxxxxx
4.3 De melding dient te geschieden via de webapplicatie op de website van SKV, of op andere door SKV te bepalen wijze.
4.4 In afwijking van het bepaalde in artikel 4.3 kan de melding plaatsvinden via TRACES. Via een emailbericht aan SKV dient de code te worden vermeld, waarmee SKV zich toegang kan verschaffen tot TRACES en inzage kan krijgen in de daar opgenomen informatie. Tevens dient het unieke nummer te worden vermeld waarmee het transport in TRACES is geregistreerd.
Te melden gegevens
4.5. Via de webapplicatie of via TRACES dienen onder meer de volgende gegevens per vervoermiddel aan SKV gemeld te worden:
1. datum van melding;
2. naam en gegevens juridisch eigenaar;
3. naam en gegevens vleeskalverhouders en/of aangesloten registratieplaats;
4. geboorteland vleeskalveren;
5. datum, bloktijd(en), land en plaats(en) van laden;
6. datum, bloktijd(en), land en plaats(en) van lossen;
7. kentekens vervoermiddelen en gegevens transporteur(s);
8. doorvoerlanden (landen waardoor vleeskalveren worden of zijn getransporteerd);
9. aantal te importeren vleeskalveren;
10. referentienummer(s) van geldige certifica(a)t(en) voor de intracommunautaire handel (gezondheidscertifica(a)t(en));
11. I&R nummers en/of andere door SKV aan te geven gegevens, zoals vermeld op de runderpaspoorten van de betreffende vleeskalveren.
4.6 De aangeslotene, of diens gemachtigde, is verplicht een volledige en juiste opgave te doen van de gevraagde gegevens via de webapplicatie.
4.7 Indien zich wijzigingen voordoen in de gegevens die gemeld zijn aan SKV, is de aangeslotene verplicht dit onverwijld te (doen) melden aan SKV via de webapplicatie van SKV, danwel telefonisch of per e-mail.
4.8 In het geval dat de webapplicatie van SKV, vanwege technische redenen van de kant van SKV, niet toegankelijk is, dient melding onverwijld telefonisch of per e-mail plaats te vinden.
4.9 In afwijking van het bepaalde in artikel 4.2 is het bij indirect transport waarbij de vleeskalveren rusten op een door SKV erkende registratieplaats toegestaan de melding als bedoeld in artikel 4.1 te doen voor vertrek van het vervoermiddel vanaf de door SKV erkende registratieplaats.
5. Transport
5.1.1 Vleeskalveren mogen slechts worden getransporteerd van de buitenlandse locatie naar Nederland met een vervoermiddel dat gedurende het transport van de betreffende vleeskalveren uitsluitend vleeskalveren afkomstig uit één geboorteland transporteert. De te importeren vleeskalveren dienen direct of indirect naar de plaats van bestemming worden getransporteerd.
5.1.2 In afwijking van artikel 5.1 mogen vanaf een registratieplaats, die beschikt over aparte epidemiologische eenheden, vleeskalveren afkomstig uit twee geboortelanden per vervoermiddel worden getransporteerd indien de dieren uit elk geboorteland in een aparte vervoerseenheid worden getransporteerd.
5.2a Vleeskalveren mogen slechts worden getransporteerd van de buitenlandse locatie naar Nederland door een chauffeur en met vervoerseenheden die als zodanig geregistreerd staan in de webapplicatie op de website van SKV of op een andere door SKV te bepalen locatie. De registratie wordt door SKV verwerkt binnen circa 5 werkdagen. Registratie als vervoerseenheid die wordt gebruikt voor transport van vleeskalveren jonger dan 60 dagen gedurende 8 uur of langer, is mogelijk mits de vervoerseenheid aantoonbaar is voorzien van een voor jonge vleeskalveren geschikte drinkvoorziening met flexibele drinkspenen. De drinkvoorziening dient te voldoen aan de eisen zoals opgenomen in Bijlage A bij dit reglement.
5.2b Vleeskalveren jonger dan 60 dagen mogen bij een transportduur van 8 uur en langer uitsluitend worden getransporteerd met daartoe geregistreerde vervoerseenheden conform het bepaalde in artikel 5.2a. De drinkvoorziening van
deze vervoerseenheden dient te voldoen aan de eisen van Bijlage A bij dit reglement.
5.3 Een vervoermiddel waarmee één of meer vleeskalveren naar Nederland worden getransporteerd, wordt op maximaal één plaats gelost. Indien een vervoermiddel bestaat uit twee of meer vervoerseenheden, mag iedere vervoerseenheid op maximaal één plaats worden gelost. Indien de vervoerder deelneemt aan een ingevolge artikel 56 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s in verband met de herziening van preventieregels voor evenhoevigen, erkend kwaliteitssysteem, mag een vervoermiddel onderscheidenlijk een vervoerseenheid op twee verschillende plaatsen worden gelost. Lossen op een
Nederlandse verzamelplaats is niet toegestaan.
5.4 Na melding aan de SKV, zoals bedoeld in paragraaf 4, ontvangt de aangeslotene, per e-mail dan wel per telefoon, van SKV een uniek GTSKV transportnummer.
5.5 Met dit unieke GTSKV transportnummer kan de aangeslotene de gemelde, te importeren vleeskalveren naar Nederland (laten) transporteren op de opgegeven data en bloktijden.
5.6 Vanwege controledoeleinden dient de aangeslotene er voor zorg te dragen dat het unieke GTSKV transportnummer bekend is op de eindbestemming bij de vleeskalverhouders waar de vleeskalveren worden opgezet.
5.7 De aangeslotene kan geen andere rechten ontlenen aan het verkrijgen van het unieke GTSKV transportnummer.
5.8 Indien vleeskalveren bijeen worden gebracht op een vleeskalverhouderijbedrijf, verblijven die vleeskalveren tenminste 21 dagen op het vleeskalverhouderijbedrijf alvorens zij worden afgevoerd.
5.9 In afwijking van het bepaalde in artikel 5.1 mogen vleeskalveren afkomstig uit meer dan één land van geboorte gezamenlijk op één vervoermiddel worden getransporteerd, mits de betreffende vleeskalveren:
a. gedurende minimaal 30 dagen gezamenlijk op één vleeskalverhouderij zijn verbleven, en
b. de aanmelding als bedoeld in artikel 8 CSR conform het CSR heeft plaats gevonden, en
c. gedurende de periode van 30 dagen voor afvoer geen andere vleeskalveren of runderen op de betreffende vleeskalverhouderij zijn aangevoerd, en
x. xx xxxxxxxxxxxx bij opzet of slacht van deze vleeskalveren in Nederland een overzicht uit het gecomputeriseerd gegevensbestand zoals bedoeld in artikel 5 van Verordening EG 1760/2000 overlegt aan SKV, waaruit blijkt dat aan de in dit artikellid genoemde voorwaarden is voldaan.
5.10 Vleeskalveren mogen slechts worden getransporteerd van de buitenlandse locatie naar Nederland door een transporteur die zich schriftelijk bij een certificerende instelling heeft aangemeld voor deelname in het kader van de Algemene Voorwaarden Kwaliteitsregeling Vitaal Kalf, of een ander door de SKV erkend gelijkwaardig kwaliteitssysteem.
6. Registratieplaats
6.1 Het verzamelcentrum of de controlepost voldoet aan de volgende eisen om door SKV erkend te worden als registratieplaats:
x. xx xxxxx die gelden voor controleposten zoals vermeld in de verordeningen 1/2005/EG en 1255/97/EG of de eisen die gelden voor verzamelcentra zoals vermeld in Richtlijn 64/432/EEG, hetgeen blijkt uit een geldige erkenning door de bevoegde autoriteit van het land waarin de controlepost of het verzamelcentrum is gevestigd;
b. Het verzamelcentrum of de controlepost heeft zich aangesloten bij SKV door middel van een overeenkomst met SKV.
6.2 De registratieplaats voldoet aan de volgende eisen:
a. Op een registratieplaats zijn gedurende een bloktijd uitsluitend vleeskalveren afkomstig uit hetzelfde geboorteland aanwezig, tenzij er sprake is van aparte epidemiologische eenheden op de registratieplaats;
b. Op een registratieplaats zijn gedurende een bloktijd uitsluitend vleeskalveren aanwezig, tenzij er sprake is van aparte epidemiologische eenheden op de registratieplaats.
6.3 De bij de SKV aangesloten registratieplaats, die voldoet aan het bepaalde in GTSKV, zal door SKV worden vermeld op de website van SKV.
BIJLAGE A GTSKV
Eisen aan de drinkvoorziening op vervoermiddelen voor vleeskalveren jonger dan 60 dagen, bij een transportduur van 8 uur of langer
1. Er is minimaal 1 drinkspeen per 3,5m2 laadvloer aanwezig, met een minimum van 2 spenen per compartiment.
2. De spenen zijn aangebracht op een hoogte tussen 50 en 100 cm vanaf de laadvloer, en het uiteinde van de speen zit op minimaal 10 cm afstand van het plafond. De spenen zijn goed bereikbaar voor de kalveren, zodat de kalveren aan de spenen kunnen zuigen.
3. De waterdruk van de waterpomp bedraagt tussen 0,5 en 3 bar en de druk bij/op de speen is zodanig dat water vlot uit de speen komt bij zuigen.
4. De spenen zijn gemaakt van kunststof, zijn flexibel en de kwaliteit van het materiaal is deugdelijk en niet verweerd. Er komt geen stromend water uit als het water aan staat.
5. De spenen zijn aangebracht/geplaatst over een bijtnippel of stiftnippel.
6. De spenen zijn zodanig deugdelijk op de drinkinstallatie bevestigd dat ze tijdens transport niet loslaten en niet door de vleeskalveren losgetrokken kunnen worden.
7. De spenen zijn zodanig aangebracht dat de dieren zich er niet aan kunnen verwonden.
BIJLAGE IV CSR
Voorbeeld derdenbeding GTSKV
Voorbeeld derdenbeding in het kader van het Garantiesysteem Tracering SKV-Vleeskalveren (GTSKV), zoals genoemd in artikel 43 CSR
“Indien en voor zover de vleeskalveren voorafgaand aan de aflevering aan naam aangeslotene op enig moment (ongeacht wanneer en door wie) geïmporteerd zijn of zullen worden, geldt het volgende. Voor elk vleeskalf terzake waarvan in verband met het transport naar Nederland niet verplicht of onverplicht volledig voldaan is aan het bepaalde in de op dat moment geldende versie van het Garantiesysteem Tracering SKV-Vleeskalveren (GTSKV) zal naam handelaar/importeur aan Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV) een door SKV op te leggen boete van EUR 34,- voldoen. GTSKV maakt deel uit van het Controle- en Sanctiereglement SKV en is te vinden op de website van SKV (xxx.xxx.xxxx). Tot kennisneming van geschillen betreffende de hiervoor bedoelde boete is, met uitsluiting van de civiele rechter, bevoegd de Geschillencommissie Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector, optredend overeenkomstig het Geschillenreglement SKV 1991. In afwijking van het voorgaande zal de hiervoor bedoelde boete niet aan naam handelaar/importeur worden opgelegd, indien en voor zover de boete krachtens een door naam handelaar/importeur gemaakt geldig derdenbeding ten gunste van SKV met dezelfde strekking als het onderhavige kan worden opgelegd aan degene van wie naam handelaar/importeur de vleeskalveren in kwestie betrokken heeft, mits naam handelaar/importeur dit laatste ten genoegen van SKV schriftelijk aantoont binnen drie werkdagen nadat hij door SKV geïnformeerd is over de voorgenomen boete-oplegging. Indien het derdenbeding wegens hetwelk een boete niet aan naam handelaar/importeur is opgelegd op enig moment niet geldig blijkt te zijn, zal de boete alsnog aan naam handelaar/importeur worden opgelegd. Het onderhavige derdenbeding ten gunste van SKV wordt bij dezen namens SKV door naam aangeslotene aanvaard.”
BIJLAGE V CSR
Protocol voor bepaling van de vachthygiëne
Artikel 1. Tijdstip van bepaling van de vachthygiëne
De score van de vachthygiëne wordt uitgevoerd door SKV controleurs bij het uitschrijven van het kwaliteitscertificaat.
Artikel 2. Protocol voor het bepalen van de score voor vachthygiëne
2.1 Wijze van scoren
De vachthygiëne wordt bepaald door de bevuiling met harde ingedroogde mest te bepalen van het gebied tussen de rode lijnen, zoals aangegeven in onderstaande afbeelding. De score wordt bepaald overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.
Artikel 3 Indeling van de vachthygiëne van een vleeskalf
a. Een vleeskalf wordt ingedeeld met score A als ≤ 10% van het oppervlak is bedekt met harde ingedroogde feces.
b. Een vleeskalf wordt ingedeeld met score B als > 10% ≤ 50% van het oppervlak is bedekt met harde ingedroogde feces.
c. Een vleeskalf wordt ingedeeld als score C als > 50% van het oppervlak is bedekt met harde, ingedroogde feces.
De controleur maakt een inschatting van het aandeel A, B en/of C kalveren binnen een koppel. De score wordt aan de betrokken aangeslotene, de SKV aangesloten slachterijen en de betrokken kalverhouder verstrekt.
Artikel 4 Bezwaar tegen beoordelingsresultaat vachthygiëne
1. Indien de aangesloten eigenaar het niet eens is met de score voor de vachthygiëne, dient hij dit binnen één werkdag nadat de score per email aan de betreffende aangeslotene is verzonden, mede te delen aan SKV. Deze mededeling dient te worden gedaan per email aan xxx@xxx.xxxx onder vermelding van het koppel en de onderbouwing van het bezwaar.
2. Binnen één werkdag na ontvangst van het bezwaar tegen de score voor de vachthygiëne, draagt SKV zorg voor een herbeoordeling van de score voor de vachthygiëne door een andere controleur dan degene die de eerste beoordeling heeft uitgevoerd. De score bij
herbeoordeling is bindend. Herbeoordeling is uitsluitend mogelijk indien alle vleeskalveren van het betreffende koppel nog aanwezig zijn.
3. Voor een herbeoordeling als bedoeld in lid 2 is de aangeslotene een bijdrage van € 116,- verschuldigd.
4. De bijdrage als genoemd in lid 3 is niet verschuldigd als bij herbeoordeling het aantal vleeskalveren met C score van het betreffende koppel meer dan 5% verschilt ten opzichte van het aantal in eerste instantie als C beoordeelde vleeskalveren.
BIJLAGE VA CSR
Formulier Verbeterplan Vachthygiëne
Het Verbeterplan dient conform het bepaalde in artikel 43b Controle- en Sanctiereglement SKV te worden ingeleverd bij SKV binnen 3 weken nadat de eigenaar is geïnformeerd over de score voor de vachthygiëne. Het verbeteren van de vachthygiëne is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de vleeskalveren. SKV registreert dit verbeterplan ten behoeve van het monitoren van de vachthygiëne (vermindering aantal C kalveren).
Het verbeterplan bevat acht standaard aandachtspunten. Na het invullen van de standaard aandachtspunten is er de mogelijkheid andere onderwerpen, die naar uw mening een rol (kunnen) spelen bij het verbeteren van de vachthygiëne, te beschrijven onder punt 9. Het verbeterplan beoogt de vachthygiëne te verbeteren, maar is geen garantie dat verbetering zal plaatsvinden. De vachthygiëne kan beïnvloed worden door vele factoren, waar u als eigenaar van de vleeskalveren het beste inzicht in heeft en rechtstreeks invloed op kan uitoefenen.
1. Spleetbreedte en bolling roosters
Huidige situatie:
Genomen maatregel ter verbetering:
2. Verdeling spleetbreedte in hok, ook bij muren en hekken
Huidige situatie:
Genomen maatregel ter verbetering:
3. Het voldoende doorlatend houden van roosters gedurende de gehele houderijfase/schoon spuiten van roosters
Huidige situatie:
Genomen maatregel ter verbetering:
4. Voeren gehakseld stro en snijmais
Huidige situatie:
Genomen maatregel ter verbetering:
5. Plaats van vaarzen in stal
Huidige situatie:
Genomen maatregel ter verbetering:
6. Het voorkomen van schuimvorming op de mest in de put
Huidige situatie:
Genomen maatregel ter verbetering:
7. Ventilatie in de stal
Huidige situatie:
Genomen maatregel ter verbetering:
8. Scheren
8a. Preventief scheren ruggen.
Indien het moment van slachten van de kalveren zal komen te liggen tussen november t/m april en de kalveren zonder te scheren dik in de vacht kunnen komen. Het tijdig scheren van rug en nek van kalveren zorgt dat de kalveren hun warmte beter kwijt kunnen, minder zweten en daarmee het risico op bevuilde vachten aan het einde van de mestperiode kleiner wordt.
Huidige situatie:
Genomen maatregel ter verbetering:
8b. Scheren van buik en hakken vlak voor afleveren
Huidige situatie:
Genomen maatregel ter verbetering:
9. Voorkomen van natte hokken/roosters
Huidige situatie:
Genomen maatregel ter verbetering:
10. Overige aandachtspunten
BIJLAGE VI CSR
Voorbeeld derdenbeding in het kader van artikel 43a CSR
“Indien en voor zover kalveren op enig moment worden geleverd aan naam aangeslotene, geldt het volgende. Voor elk kalf dat niet verplicht of onverplicht bij vertrek vanaf de geboortelocatie is geregistreerd in het Kalf Volg Systeem, zoals bedoeld in artikel 10a en 43a van de op dat moment geldende versie van het Controle- en Sanctiereglement (CSR) zal naam handelaar aan Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV) een door SKV op te leggen boete van EUR 25,- voldoen. Het Controle- en Sanctiereglement SKV is te vinden op de website van SKV (xxx.xxx.xxxx). Tot kennisneming van geschillen betreffende de hiervoor bedoelde boete is, met uitsluiting van de civiele rechter, bevoegd de Geschillencommissie Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector, optredend overeenkomstig het Geschillenreglement SKV 1991. In afwijking van het voorgaande zal de hiervoor bedoelde boete niet aan naam handelaar worden opgelegd, indien en voor zover de boete krachtens een door naam handelaar gemaakt geldig derdenbeding ten gunste van SKV met dezelfde strekking als het onderhavige kan worden opgelegd aan degene van wie naam handelaar de vleeskalveren in kwestie betrokken heeft, mits naam handelaar dit laatste ten genoegen van SKV schriftelijk aantoont binnen drie werkdagen nadat hij door SKV geïnformeerd is over de voorgenomen boete-oplegging. Indien het derdenbeding wegens hetwelk een boete niet aan naam handelaar is opgelegd op enig moment niet geldig blijkt te zijn, zal de boete alsnog aan naam handelaar worden opgelegd. Het onderhavige derdenbeding ten gunste van SKV wordt bij dezen namens SKV door naam aangeslotene aanvaard.”
TOELICHTING BEHORENDE BIJ HET CONTROLE- EN SANCTIEREGLEMENT SKV
Algemeen
De SKV heeft onder meer ten doel de kwaliteit van kalfsvlees te bevorderen. Het Controle- en Sanctiereglement SKV behelst dan ook een kwaliteitssysteem waarin kalveren gedurende de gehele boerderijfase onder controle staan.
Het Controle- en Sanctiereglement SKV is private regelgeving en is slechts van toepassing op de ondernemers die krachtens overeenkomst zijn aangesloten bij de SKV. Het reglement geldt ten aanzien van de aangeslotenen onverminderd het bepaalde in de diergeneesmiddelenregelgeving.
De bij de SKV aangesloten ondernemer onderwerpt zich aan een aanvullende, uitgebreidere controle dan voorzien is in de nationale regelgeving. De afvoer van een koppel vleeskalveren van een aangeslotene naar het slachthuis of anderszins dient vergezeld te gaan van een kwaliteitscertificaat. Dit certificaat van de SKV garandeert dat het betreffende koppel vleeskalveren onderworpen is geweest aan een uitgebreide en zorgvuldige controle gedurende de gehele mestfase tot aan de afvoer voor de slacht of export. Voorts is de aangeslotene gerechtigd het beeldmerk van de SKV (het SKV-merk) te hanteren. Op het kalfsvlees afkomstig van vleeskalveren met kwaliteitscertificaat, mag het zogenaamde 'vleesbeeldmerk' (Controlled Quality Veal) voor blanke vleeskalveren en het Controlled Rose Quality Veal voor rosé vleeskalveren gevoerd worden.
Als de aanwezigheid van niet-toegelaten middelen is aangetoond bij een aangesloten bedrijfsgenoot zal naast een signaal naar de NVWA, het bestuur van de SKV een sanctie opleggen bij de aangeslotene. Door de aansluiting onderwerpt een bedrijf zich bij overtredingen aan sancties als gesteld in dit reglement. Deze sancties zijn zodanig opgesteld dat naast het afromen van het economische voordeel een boete wordt opgelegd. De aangeslotene kan een geschil onder andere ter zake van het opleggen van een sanctie, aanhangig maken bij de Geschillencommissie.
Naast het verbod op niet-toegelaten stoffen is een verbod opgenomen voor de aanwezigheid van Diergeneesmiddelen en Contaminanten boven de Nederlandse of Europeesrechtelijk toegestane residulimieten. Bij overschrijding van de toegestane residulimiet in het kalf in de slachterij wordt een sanctie opgelegd bestaande uit vernietiging van het betreffende vleeskalf.
Import en export
Ten aanzien van de im- en export kan het navolgende worden opgemerkt. De opzet van vleeskalveren, waaronder de importkalveren, dient gemeld te worden. Een aangesloten eigenaar die in het buitenland een koppel vleeskalveren opzet, dient deze opzet eveneens aan te melden bij de SKV.
Indien een eigenaar van vleeskalveren een op enig moment geïmporteerd vleeskalf wil opzetten, is vereist dat dit importkalf voor vertrek uit het land van herkomst is gemeld bij SKV conform het bepaalde in Bijlage IV Garantie Systeem Tracering SKV-Vleeskalveren (GTSKV).
Alle vleeskalveren zullen tijdens de boerderijfase aan een uitgebreide controle onderworpen worden. De aanvoer van de import-vleeskalveren in Nederland, bestemd voor directe slacht zal vergezeld gaan van het kwaliteitscertificaat indien dit verleend is door de controleur vòòrafgaand aan de afvoer van de betrokken vleeskalveren van het kalverhouderijbedrijf.
Export van vleeskalveren van een aangesloten eigenaar is uitsluitend mogelijk met een kwaliteitscertificaat.
Artikelsgewijze toelichting
Artikelen 8-10
Op grond van deze artikelen is de aangeslotene die eigenaar is van vleeskalveren verplicht de
opzet van zijn vleeskalveren te melden bij de SKV. Deze eenmalige melding van de opzet is noodzakelijk om een effectieve en efficiënte steekproefsgewijze administratieve controle, bemonstering en analyse bij alle betrokkenen te kunnen uitvoeren.
De vleeskalveren die in Nederland zijn of worden gehuisvest, waaronder de importkalveren, dienen in beginsel geautomatiseerd te worden aangemeld bij de SKV. Bij wijze van uitzondering kan de aanmelding hiervan schriftelijk plaatsvinden.
Daarentegen dienen de vleeskalveren die in het buitenland zijn of worden gehuisvest in beginsel schriftelijk te worden aangemeld middels een volledig ingevuld en ondertekend AM91-formulier. Uitzondering hierop is de bijzondere procedure voor BCV-vleeskalveren.
De geautomatiseerde aanmelding van de vleeskalveren die in Nederland gehuisvest zijn, zal plaatsvinden middels de gegevens die de SKV vanuit het I&R systeem verkrijgt. De eigenaar van vleeskalveren verleent voor deze gegevensverwerking toestemming aan het I&R bureau LNV en/of GD / INTRADIS.
Daarnaast draagt de eigenaar van vleeskalveren er zorg voor dat ook de derde die vleeskalveren namens de eigenaar houdt, een machtiging verstrekt aan het I&R bureau LNV en/of GD / INTRADIS om de in het I&R systeem opgenomen informatie aan de SKV te verstrekken voor zover die betrekking heeft op de door de derde gehouden vleeskalveren.
Door middel van een bedrijvenlijst geeft de eigenaar van vleeskalveren aan de SKV door op welke bedrijven voor hem vleeskalveren worden gevoederd en/of gehouden. Wijzigingen geeft hij door middels een daarvoor bestemd mutatieformulier.
Artikel 11
De aangeslotene die eigenaar is van vleeskalveren dient de afvoer van elk koppel vleeskalveren telefonisch of schriftelijk door te geven aan de SKV. Naar aanleiding van deze melding zal door SKV worden gecontroleerd of de betreffende vleeskalveren voor een kwaliteitscertificaat in aanmerking komen.
In beginsel is de afvoer van vleeskalveren enkel toegestaan wanneer de betreffende vleeskalveren zijn gecertificeerd. Artikel 11, tweede en derde lid geven hierop twee uitzonderingen.
Artikel 11, tweede lid biedt de aangesloten eigenaar de voorwaardelijke mogelijkheid om een beperkt aantal vleeskalveren (5% per koppel) zonder kwaliteitscertificaat wegens dringende redenen voortijdig af te leveren. Dringende redenen zijn het afvoeren van vleeskalveren ter noodslachting en het afvoeren van vleeskalveren die 'opgeruimd' moeten worden.
De eigenaar van vleeskalveren die tevens deelneemt aan het BCV-systeem, mag een koppel vleeskalveren uitsluitend afleveren zonder kwaliteitscertificaat aan een niet bij de SKV aangesloten slachterij.
Artikelen 12, 13 en 15
Complementair aan het voorgaande artikel bepalen artikel 12, eerste lid, 13, eerste lid en artikel 15, eerste lid dat een aangesloten slachterij respectievelijk de aangesloten handelaren in kalfsvlees en de aangesloten bedrijven die kalfsvlees bewerken en/of verpakken uitsluitend mogen werken met gecertificeerde vleeskalveren.
In bijzondere omstandigheden kan ontheffing worden verleend aan een slachterij om vleeskalveren te slachten zonder kwaliteitscertificaat. De slachterij is verantwoordelijk voor een gescheiden be- en verwerking van vleeskalveren zonder en vleeskalveren met kwaliteitscertificaat. Ook dan geldt dat alleen kalfsvlees, afkomstig van gecertificeerde vleeskalveren voorzien mogen worden van het 'vleesbeeldmerk' van de SKV. Aan een dergelijke ontheffing kunnen nadere voorwaarden worden gesteld.
Artikelen 16 - 22
In deze artikelen is geregeld op welke wijze de administratieve controle en de monsterneming
zoals verricht door de SKV bij de aangeslotenen plaatsvindt. Ter zake van de monsterneming behelst Bijlage I aanvullende bepalingen.
Artikelen 23 en 24
Dit samenstel van bepalingen ziet op het laboratoriumonderzoek van monsters en contra- monsters. De wijze waarop het onderzoek van monsters plaatsvindt, is uitwerkt in Bijlage I. Voor wat betreft het onderzoek van de contra-monsters gelden enkele procedurele voorschriften.
Artikelen 26 - 31
Deze artikelen regelen de afgifte, routing en weigering van het kwaliteitscertificaat.
Behoudens de uitzondering van artikel 31 is de SKV geen discretionaire bevoegdheid overgelaten ter zake van de weigering.
Artikelen 33 - 39
In deze artikelen zijn de sancties geregeld die gerelateerd zijn aan de aanwezigheid van niet- toegelaten stoffen. De sancties voorzien in zowel het afromen van het economische voordeel als de oplegging van een boete. Aan de SKV is in dit verband geen discretionaire bevoegdheid overgelaten.
Artikel 33 regelt de sancties die worden getroffen wanneer verboden stoffen zijn aangetroffen in monsters afkomstig van het bedrijf van de kalvervoederfabrikant. Uitgangspunt is dat de volledige dagproductie van kalvervoeder, welke voor de kalvermesterij is bestemd, wordt vernietigd. Het is zeer goed denkbaar dat een deel van deze dagproductie niet meer aanwezig is op het bedrijf. Is dit het geval dan dient het aanwezige gedeelte vernietigd te worden en vervolgens zal aan hand van de gemiddelde dagproductie voor de ontbrekende hoeveelheid een boete opgelegd worden.
Indien stoffen gevonden worden in andere goederen dan kalvervoeders, zal hetgeen in de vorige alinea gesteld worden toegepast, alsmede de vernietiging van de betrokken partij goederen.
Vanwege het feit dat de kalvervoederfabrikant ook eigenaar kan zijn van vleeskalveren, kan de situatie zich voordoen dat de kalvervoederfabrikant ter zake van een en dezelfde overtreding sancties krijgt opgelegd op grond van zowel artikel 33, eerste lid, onderdeel b, als artikel 34, tweede lid. Artikel 33, eerste lid, onderdeel c regelt deze samenloop.
Op grond van artikel 34 kan de eigenaar van vleeskalveren gesanctioneerd worden indien niet- toegelaten stoffen worden gevonden in monsters afkomstig van de vleeskalverhouderij.
Ook in deze productieschakel is uitgangspunt dat alle vleeskalveren van het betrokken koppel vernietigd zullen worden. Maar eveneens is het in dit geval denkbaar dat een aantal van de betrokken vleeskalveren de vleeskalverhouderij al verlaten heeft. Het kwaliteitscertificaat, dat ten onrechte voor deze kalveren is afgegeven, zal dan met terugwerkende kracht worden ingetrokken (artikel 26, zesde lid). De aanwezige vleeskalveren worden vernietigd en de eigenaar dient voor de reeds afgevoerde vleeskalveren een boete te betalen die gelijk is aan de marktwaarde van de betrokken vleeskalveren bij verkoop aan een slachterij. Duidelijk is dat snelheid van handelen na de uitslag van het monsteronderzoek van groot belang is om zoveel mogelijk vleeskalveren te onderwerpen aan de vernietigingsmaatregel.
Als de aanwezigheid van niet-toegelaten stoffen wordt geconstateerd in kalvervoeders die op de vleeskalverhouderij aanwezig zijn, wordt de gehele partij kalvervoeder vernietigd. Tevens wordt een boete van € 136,= per vleeskalf opgelegd van het betreffende koppel. Hetzelfde geldt voor de vondst van stoffen in andere goederen dan kalvervoeder. Het boetebedrag van € 136,= zal niet opgelegd worden indien de vleeskalveren reeds op grond van de vorige bepaling in dit onderdeel worden vernietigd.
Op grond van artikel 35 zal de aangeslotene die eigenaar was van de betreffende vleeskalveren ten tijde van de afgifte van het kwaliteitscertificaat een sanctie worden opgelegd, indien er niet- toegelaten stoffen worden aangetroffen in monsters van vleeskalveren op de slachterij. Hier geldt weer dat vernietiging zal volgen van het betrokken koppel vleeskalveren. Indien een deel van de vleeskalveren niet meer aanwezig is, zal een boete opgelegd worden bestaande uit de marktwaarde van de reeds afgevoerde vleeskalveren bij verkoop aan een slachterij.
De vernietiging van vleeskalveren is een onomkeerbare maatregel, reden temeer om deze maatregel met de nodige zorgvuldigheid toe te passen. De SKV kan op grond van artikel 36 en uit overwegingen van zorgvuldigheid besluiten de vernietiging van vleeskalveren te laten voorafgaan door een voorlopige maatregel, namelijk slachting van het koppel, gevolgd door invriezen op kosten van de eigenaar. Deze voorlopige maatregel kan ook door de aangeslotene worden verzocht indien hij zulks nodig acht in het kader van een geschillenprocedure.
Uitgangspunt van de artikelen 33, 34 en 35 is dat als er iets gevonden wordt in bijvoorbeeld een vleeskalf er een vermoeden ontstaat van gebruik van niet-toegelaten middelen bij het gehele koppel. Indien uit monsteronderzoek blijkt dat (een deel van het ) kalvervoeder en (een aantal) vleeskalveren niet-toegelaten stoffen bevatten, respectievelijk dat dergelijke stoffen zijn gebruikt dienen de sancties van artikel 33, 34 of 35 opgelegd te worden, welke betrekking hebben op de gehele dagproductie kalvervoeder respectievelijk het gehele koppel vleeskalveren. Artikel 37 biedt de mogelijkheid voor de aangeslotene de SKV te overtuigen van het feit dat er partijen kalvervoeder van de dagproductie zijn die geen niet-toegelaten stoffen bevatten respectievelijk dat er vleeskalveren zijn van het betrokken onderzochte koppel die geen niet-toegelaten stoffen bevatten. Dit bewijs dient met voldoende waarborgen omkleed te zijn. De monsterneming dient bijvoorbeeld gelijktijdig plaats te vinden met de monsterneming ten aanzien van de overige vleeskalveren. Ook dient zij met SKV-controle verricht te zijn door beëdigde en gekwalificeerde monsternemers. Voorts dient de analyse te worden uitgevoerd door een laboratorium dat is genoemd in artikel 24 lid 3. Het is ter beoordeling van de SKV om bij voldoende bewijs een geldelijke boete op te leggen. De positieve partij(en) kalvervoeder respectievelijk de positieve vleeskalveren zullen uiteraard wel vernietigd worden. Dergelijke 'besmette' voeders of vleeskalveren mogen niet in het handelsverkeer worden gebracht. Door de 'snelle' beslissing van de SKV wordt voorkomen dat onnodige verliezen worden geleden.
In het geval dat positieve monsters worden gevonden bij een koppel vleeskalveren en er ingevolge artikel 37 voor een aantal vleeskalveren een geldelijke boete is opgelegd, dient de aangeslotene in een volgend stadium bij de Geschillencommissie zijn afwezigheid van schuld te bewijzen ten aanzien van alle vleeskalveren van het koppel waartoe de positieve vleeskalveren behoorden. Gedacht kan worden aan een situatie als sabotage, waardoor de aangeslotene geen enkele schuld treft. Zou de Geschillencommissie de geldelijke boete niet handhaven omdat de aangeslotene geen schuld treft, dan is reeds een aantal positieve vleeskalveren vernietigd. Uitgangspunt blijft dat de aangesloten eigenaar verantwoordelijk blijft voor de behandeling van vleeskalveren.
Om te voorkomen dat door de aanwezigheid van een zeer klein aantal positieve vleeskalveren het gehele koppel vernietigd wordt, is artikel 37, tweede lid opgesteld. Ingevolge dit artikellid is bepaald dat wanneer in maximaal 10% van de daadwerkelijk bemonsterde vleeskalveren niet- toegelaten stoffen worden aangetroffen of in vleeskalveren die uitsluitend zijn bemonsterd in het kader van een selectieve steekproef, de vernietiging beperkt blijft tot die vleeskalveren waarin de stoffen zijn aangetroffen. Alsdan wordt een geldelijke sanctie opgelegd van € 136,= per niet- vernietigd vleeskalf van het betrokken koppel. Alle positieve vleeskalveren moeten worden vernietigd.
Een aselectieve steekproef bestaat uit de wortel n van een koppel vleeskalveren met een minimum van tien monsters. Is het koppel vleeskalveren kleiner of gelijk aan tien dieren, dan worden alle vleeskalveren bemonsterd. Een selectieve steekproef is iedere bemonstering anders dan een aselectieve monsterneming. Zowel de aselectieve als de selectieve monsterneming wordt willekeurig uitgevoerd, op basis van de bevindingen van de controleur of op aanwijzing van de directeur.
Artikel 43
Voor vleeskalveren die in Nederland worden geïmporteerd, dient te zijn voldaan aan het bepaalde in GTSKV. Voor het opzetten van geïmporteerde kalveren waarvoor niet of niet volledig aan GTSKV is voldaan, wordt een boete opgelegd van € 34,- per vleeskalf. Deze boete bedraagt maximaal € 3.000,- per transport c.q. vervoermiddel naar de betreffende vleeskalverhouderij. Indien de betrokkene middels schriftelijke bewijsstukken kan aantonen dat er ten tijde van de import meer dieren op het betreffende transport c.q. vervoermiddel aanwezig waren, wordt de boete verder gematigd naar rato van het aantal ten tijde van de import op het betreffende
vervoermiddel aanwezige vleeskalveren. Bijvoorbeeld:
Met een transport/vervoermiddel zijn 200 vleeskalveren geïmporteerd, welke vleeskalveren allen op UBN A zijn opgezet. In dat geval wordt de maximum boete van € 3.000,- opgelegd.
Met een transport/vervoermiddel zijn 200 kalveren geïmporteerd, welke op twee verschillende locaties zijn gelost; 150 op UBN A en 50 kalveren op UBN B. In verband met de opzet op UBN A zal een boete worden opgelegd van 3000:200x150= € 2.250, terwijl in verband met de opzet op UBN B een boete van 3000:200x50= € 750,- zal worden opgelegd.
Aangevuld t/m wijziging IX
GESCHILLENREGLEMENT SKV 1991
Het bestuur van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector heeft, gelet op de artikelen 2, tweede lid en 14 van de statuten van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector, op 3 april 1991 het navolgende reglement vastgesteld.
HOOFDSTUK 1 DEFINITIES
Artikel 1
Dit reglement verstaat onder:
a. | SKV | de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector; |
b. | bestuur | het bestuur van de SKV; |
c. | aangeslotenen | de ondernemers die een overeenkomst met de SKV |
hebben gesloten als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de | ||
statuten van de SKV; | ||
d. | Geschillencommissie | de in artikel 2 bedoelde commissie; |
e. | secretaris | de fungerend secretaris van de Geschillencommissie. |
HOOFDSTUK 2 GESCHILLENCOMMISSIE
Artikel 2
1. Er is een Geschillencommissie Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector, welke zetelt te Zeist.
2. De Geschillencommissie is met uitzondering van de civiele rechter belast met de beslissing in alle geschillen, uitgezonderd de geschillen betreffende het Productcertificatiereglement SKV 2005, ontstaan tussen aangeslotenen en de SKV.
Tevens is de Geschillencommissie belast met de beslissing in geschillen tussen SKV en een vleeskalverhouderijbedrijf, indien en voor zover het geschil betrekking heeft op de middels monsteronderzoek geconstateerde aanwezigheid van niet-toegelaten stoffen en de vleeskalveren ten tijde van de bemonstering op het betreffende vleeskalverhouderijbedrijf werden gehouden. Voorts is de Geschillencommissie belast met de beslissing in geschillen tussen SKV en een handelaar/importeur/transporteur, waaraan een boete als bedoeld in artikel 43 of artikel 43a Controle- en Sanctiereglement SKV is opgelegd door SKV.
3. Het bestuur benoemt tenminste minimaal 2 personen die als lid van de Geschillencommissie kunnen fungeren, deze personen hebben geen binding met de SKV anders dan voortvloeiend uit dit reglement. Tevens benoemt het bestuur een voorzitter, die de hoedanigheid van meester in de rechten bezit.
4. De Geschillencommissie bestaat uit drie leden, waaronder de voorzitter en twee leden, die per geval door de voorzitter worden aangewezen uit de overeenkomstig het derde lid benoemde personen.
5. Indien de voorzitter van oordeel is dat een geschil van een zodanige aard is dat zijn aanwezigheid bij de behandeling ervan niet noodzakelijk is, zal hij, in afwijking van het gestelde in het vierde lid, drie leden aanwijzen uit de overeenkomstig het derde lid benoemde personen. Deze drie leden zullen alsdan in het geschil optreden als Geschillencommissie.
6. Deze Geschillencommissie zal uit haar midden één van de leden aanwijzen, die als plaatsvervangend voorzitter zal fungeren.
7. Als secretaris van de Geschillencommissie treedt op een functionaris, die aangesteld is door de SKV. De secretaris heeft geen stemrecht in de Geschillencommissie.
8. Als vice-voorzitter van de Geschillencommissie treedt op een lid van de Geschillencommissie, daartoe aangewezen door de voorzitter.
HOOFDSTUK 3 AANHANGIG MAKEN VAN HET GESCHIL
Artikel 3
1. Een aanvraag om geschilbeslechting dient schriftelijk en bij aangetekende post bij de Geschillencommissie te worden ingediend. Een zodanige aanvraag is slechts ontvankelijk indien deze ter post wordt bezorgd binnen zes weken na de dag waarop het bestreden besluit van de SKV is medegedeeld, uitgereikt of verzonden respectievelijk na de dag waarop de bestreden handeling van de SKV is verricht.
2. Een aanvraag om geschilbeslechting wegens het niet nemen van een besluit of het niet verrichten van een handeling dient ter post te worden bezorgd binnen drie maanden nadat de belanghebbende schriftelijk om het nemen van het besluit respectievelijk om het verrichten van de handeling heeft verzocht.
3. Termijnoverschrijding leidt niet tot niet-ontvankelijkheid, indien de belanghebbende ten genoegen van de geschillencommissie aantoont dat hem ter zake van die overschrijding redelijkerwijze geen verwijt treft.
Artikel 4
1. De aanvraag bevat de navolgende gegevens:
a. de naam en het adres van de betrokken partijen;
b. een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van het geschil;
c. een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de vordering.
2. Elke aanvraag dient vergezeld te gaan van schriftelijke bewijsstukken, voor zover de aanvrager daarover de beschikking heeft, alsmede van storting van een bedrag ad € 136,= op een nader aan te geven bankrekening.
3. De secretaris zal, indien naar zijn oordeel niet voldoende gegevens door aanvrager zijn verstrekt, de aanvrager in de gelegenheid stellen zijn aanvraag te completeren binnen een door de secretaris te stellen en op straffe van niet- ontvankelijkheid in acht te nemen termijn.
4. De aanvraag wordt niet in behandeling genomen zolang deze naar het oordeel van de secretaris niet compleet is.
5. De secretaris verklaart de aanvraag om geschilbeslechting niet-ontvankelijk in het geval dat de aanvraag niet vergezeld gaat van een storting als bedoeld in lid 2. Voor het overige oordeelt de voorzitter over de ontvankelijkheid.
HOOFDSTUK 4 WRAKING
Artikel 5
1. Zodra bekend is welke personen tot lid van de Geschillencommissie zijn aangewezen, stelt de secretaris de betrokken partijen hiervan op de hoogte.
2. De betrokken partijen kunnen één of meer leden van de Geschillencommissie wraken indien gerechtvaardigde twijfel bestaat aan zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid.
3. Een lid van de Geschillencommissie kan ook worden gewraakt om redenen die voorafgaand aan zijn benoeming zijn opgekomen.
4. De wrakende partij brengt de wraking, onder opgave van redenen, schriftelijk ter kennis van het desbetreffende lid, de andere leden van de Geschillencommissie en de wederpartij. Deze kennisgeving wordt gedaan binnen 14 dagen nadat de wrakende partij kennis heeft gekregen van de redenen voor wraking.
5. De zaak kan door de Geschillencommissie worden geschorst vanaf de dag van de ontvangst van de kennisgeving.
6. Trekt het gewraakte lid zich niet binnen twee weken na de dag van de ontvangst van de kennisgeving terug, dan wordt over de wraking op verzoek van de meest gerede partij door de President van de Rechtbank beslist.
HOOFDSTUK 5 PROCEDURE
Artikel 6
1. De secretaris zendt een exemplaar van de aanvraag zo spoedig mogelijk aan de gedaagde partij en wijst hem op de mogelijkheid om binnen veertien dagen bij de secretaris een schriftelijk verweer in te dienen.
2. De secretaris zal zo spoedig mogelijk een exemplaar van het verweerschrift aan de eisende partij toezenden en deze, zo de secretaris daartoe termen aanwezig acht, in de gelegenheid stellen om binnen een door hem/haar te bepalen termijn bij hem/haar een conclusie van repliek in te dienen.
3. Indien de eisende partij van deze gelegenheid gebruik maakt, zal de secretaris onder toezending van een exemplaar van de conclusie van repliek aan de gedaagde partij deze op overeenkomstige wijze in staat stellen tot het indienen van een conclusie van dupliek.
Artikel 7
1. De Geschillencommissie bepaalt de dag en het tijdstip van de zitting, waarop partijen hun standpunten mondeling kunnen toelichten. De secretaris roept de leden onder toezending van de stukken en de partijen tot deze zitting op evenals tot eventuele volgende zittingen.
2. Indien één der partijen daarom verzoekt en de Geschillencommissie termen aanwezig acht aan dit verzoek te voldoen, kan de behandeling van het geschil geheel of voor een gedeelte achter gesloten deuren plaatsvinden.
3. De (fungerend) voorzitter van de Geschillencommissie is bevoegd de in of krachtens dit besluit gestelde termijnen te verlengen.
4. De Geschillencommissie is bevoegd om getuigen en deskundigen te horen.
5. Partijen zijn bevoegd om zich door een raadsman te doen bijstaan.
6. In die gevallen waarin dit besluit niet voorziet, beslist de (fungerend) voorzitter van de Geschillencommissie.
HOOFDSTUK 6 BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR GESCHILLEN BETREFFENDE SANCTIES
Artikel 8
Indien het geschil betrekking heeft op een of meer door de SKV krachtens hoofdstuk 5 van het Controle- en sanctiereglement SKV aan een aangeslotene opgelegde sanctie(s), zijn tevens de bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing.
Artikel 9
1. Onverminderd het elders in dit hoofdstuk bepaalde, wordt (worden) de door de SKV opgelegde sanctie(s) door de Geschillencommissie gehandhaafd, indien de hiertegen door de aangeslotene gemaakte bezwaren ongegrond worden bevonden.
2. De in de vorm van een geldsom opgelegde sanctie(s) kan (kunnen) niet worden gehandhaafd, indien de afwezigheid van alle schuld van de aangeslotene aan de in de gecontroleerde koppel vleeskalveren geconstateerde aanwezigheid respectievelijk aan de in de gecontroleerde partij kalvervoeder of overige producten geconstateerde aanwezigheid van niet-toegelaten stoffen wordt bewezen. Onder schuld in deze zin valt in ieder geval ook elke vorm van nalatigheid of onachtzaamheid ter zake van het treffen van de redelijkerwijze vereiste voorzorgen en maatregelen om het gebruik of de verwerking van niet-toegelaten stoffen te voorkomen.
3. Indien de Geschillencommissie van oordeel is dat er onder de omstandigheden van het geval een kennelijke onevenredigheid bestaat tussen de door de SKV opgelegde sanctie(s) enerzijds en de geconstateerde overtreding(en) anderzijds, is zij bevoegd om de sanctie(s) tot een passend niveau te matigen.
Artikel 10
1. Wordt door de aangeslotene hangende het geschil getuigenbewijs aangeboden, dan zal de SKV, onverminderd het bepaalde in het tweede lid, onverwijld een verzoek tot voorlopig getuigenverhoor als bedoeld in de artikelen 186 e.v. van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bij de Rechtbank indienen.
2. Wanneer een verzoek tot voorlopig getuigenverhoor als bedoeld in de artikelen 186 e.v. van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering door de aangeslotene wordt ingediend, dan is de SKV gehouden om de toewijzing van het verzoek zoveel mogelijk te bevorderen; in het bijzonder is het de SKV niet toegestaan om zich tegen de inwilliging van het verzoek te verweren.
3. De behandeling door de Geschillencommissie wordt geschorst in afwachting van de voltooiing van de procedure van voorlopig getuigenverhoor door de rechter.
Artikel 11
De procedure voor de Geschillencommissie en/of de uitspraak van de Geschillencommissie zullen niet door de aangeslotene kunnen worden ingeroepen ter motivering van verval van het recht tot strafvordering wegens de feiten die aanleiding tot de door de SKV opgelegde sanctie(s) hebben gegeven.
HOOFDSTUK 7 UITSPRAAK
Artikel 12
De Geschillencommissie beslist bij wege van bindend advies en bij meerderheid van stemmen. De schriftelijke uitspraak bevat onder meer de gronden voor de gegeven beslissing. Van de mening van een eventuele minderheid wordt in de uitspraak geen melding gemaakt. Ieder der betrokken partijen ontvangt van de secretaris zo spoedig mogelijk een afschrift van de uitspraak.
Artikel 13
De Geschillencommissie zal in haar beslissing mede bepalen, hoe hoog de kosten van de behandeling van het geding zijn en wie deze kosten zal hebben te dragen, met dien verstande dat degene die geheel of grotendeels in het gelijk wordt gesteld, niet in de kosten van het geding kan worden veroordeeld. Onder kosten zijn mede begrepen de honorering en de verschotten van de leden van de Geschillencommissie. Het in artikel 4, tweede lid, gestorte bedrag wordt afhankelijk van de beslissing verrekend dan wel teruggestort.
HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALINGEN
Artikel 14
De SKV is verplicht aan de Geschillencommissie alle gewenste inlichtingen te verstrekken en bescheiden over te leggen.
Artikel 15
1. De leden van de Geschillencommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken- en bedrijfsgeheimen, welke zij in hun hoedanigheid vernemen en voorts van alle aangelegenheden ten aanzien waarvan de Geschillencommissie geheimhouding heeft opgelegd, of waarvan zij het vertrouwelijk karakter moeten begrijpen.
2. Indien een lid van de Geschillencommissie in strijd met het in het eerste lid bepaalde handelt, kan dit lid door het bestuur geschorst of ontslagen worden. Een zodanige beslissing wordt niet genomen, dan nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld zich ter zake te verantwoorden.
Artikel 16
De hoogte van de vacatiegelden voor de leden van de Geschillencommissie wordt bij besluit van het bestuur vastgesteld.
Artikel 17
Dit reglement kan worden aangehaald als "Geschillenreglement SKV 1991". Voor het bestuur,
S.B.M. Xxxxxxxxx X. Xxxxx
Voorzitter Secretaris
TOELICHTING BEHORENDE BIJ HET GESCHILLENREGLEMENT SKV 1991
In de diverse door het bestuur van de SKV vastgestelde reglementen is bepaald dat geschillen tussen aangeslotenen en de SKV zullen worden beslecht overeenkomstig het Geschillenreglement.
Het bestuur van de SKV benoemt minimaal 2 personen, die geen enkele binding hebben met de SKV. Tevens wordt een voorzitter benoemd als lid van de Geschillencommissie.
Over aangebrachte geschillen zal worden beslist door een Geschillencommissie die bestaat uit drie leden, waaronder de voorzitter. De voorzitter kan in bepaalde geschillen, waarbij naar zijn oordeel zijn aanwezigheid niet noodzakelijk is, de behandeling van het geschil overlaten aan drie leden, die hij daarvoor aanwijst. De drie leden die in het concrete geval de Geschillencommissie vormen, wijzen één van hen aan, die zal optreden als plaatsvervangend voorzitter.
Het Geschillenreglement bevat allereerst een aantal procedurele regels met betrekking tot de aanmelding van het geschil, wraking van leden van de Geschillencommissie, het indienen van schriftelijke stukken en de mondelinge behandeling van het geschil.
Een afzonderlijk hoofdstuk is gewijd aan geschillen die betrekking hebben op door de SKV opgelegde sancties. De SKV heeft bij de oplegging van sancties geen discretionaire bevoegdheid en kan dus geen rekening houden met bijzondere omstandigheden van het geval zoals de schuldvraag. Teneinde een effectieve rechtsbescherming van de betrokken aangeslotene te waarborgen en niet in strijd te komen met fundamentele rechtsbeginselen, dient de Geschillencommissie als onafhankelijk orgaan bevoegd te zijn om zulke bijzondere omstandigheden bij haar beslissing in aanmerking te nemen. Dit geldt met name indien de afwezigheid van alle schuld kan worden bewezen, hieronder wordt in ieder geval verstaan de afwezigheid van iedere nalatigheid of onzorgvuldigheid van de betrokken aangeslotene. In zulke gevallen (zoals niet met normale middelen te voorkomen of te ontdekken vormen van sabotage of van bedrieglijke praktijken van derden) zullen met niet-toegelaten stoffen behandelde kalveren en niet-toegelaten stoffen bevattende voeders e.d. niettemin moeten worden vernietigd, doch zal een geldelijke sanctie niet kunnen worden gehandhaafd.
Het is dan mede de taak van de SKV om passende rechtsmaatregelen tegen de werkelijke schuldige(n) te nemen. In bijzondere gevallen kan zich een zodanige onevenredigheid tussen sanctie en overtreding voordoen, dat een matigingsrecht voor de Geschillencommissie onontbeerlijk is. Deze bevoegdheid mag vanzelfsprekend niet tot een praktijk van systematische matiging van door de SKV opgelegde sancties leiden.
De aangeslotene die geconfronteerd wordt met een boete van de SKV dient binnen zes weken een aanvraag om geschilbeslechting bij de Geschillencommissie in te dienen. Als de aangeslotene deze termijn niet benut, verspeelt hij zijn rechten om het besluit van de SKV aan te tasten. De burgerlijke rechter is niet bevoegd om van een geschil kennis te nemen, indien de aangeslotene verzuimt of verzuimd heeft om tijdig gebruik te maken van de voorzieningen die hem krachtens het Geschillenreglement ter beschikking staan dan wel hebben gestaan.
Aan eventueel getuigenbewijs dienen hoge eisen te worden gesteld. Gezien de financiële omvang van de op het spel staande belangen kunnen getuigenverklaringen immers alleen dan als voldoende serieus worden beschouwd,
indien het afleggen van een valse verklaring meineed kan opleveren en als zodanig kan worden bestraft. De procedure volgens de artikelen 186 e.v. Rv voorziet hierin. De Geschillencommissie beslist bij wege van bindend advies. Dit impliceert dat zonder teveel rompslomp, meer technisch deskundigen bij een geschil een beslissing geven waaraan partijen zich vrijwillig onderwerpen. De rechter zal het advies van de Geschillencommissie slechts marginaal toetsen, dat wil zeggen hij zal het alleen terzijde stellen als hij van oordeel is dat het een beslissing inhoudt die in de gegeven omstandigheden geen redelijk oordelend adviseur had kunnen geven, in welke geval hij zelf een nieuwe beslissing zal nemen. Er zij met nadruk op gewezen dat de rechter de uitspraak toetst van de Geschillencommissie en niet de beslissing van de SKV.
Indien het bindend advies van de Geschillencommissie leidt tot betaling van de ene partij aan de andere, doch de ene partij weigert te betalen, zal de andere zich tot de rechter moeten wenden teneinde een zg. executoriale titel te verkrijgen, anders is het niet mogelijk de betaling af te dwingen. Dit geldt overigens ook indien een aangeslotene weigert een door de SKV opgelegde sanctie te betalen. De SKV zal zich dan tot de rechter moeten wenden teneinde de betaling af te dwingen, ongeacht het feit of de Geschillencommissie ingeschakeld is. Het principe geldt ook hier dat als beroep bij de Geschillencommissie achterwege is gebleven, omdat de aangeslotene verzuimd heeft om tijdig gebruik te maken van de voorzieningen die hem krachtens het Geschillenreglement ter beschikking staan dan wel hebben gestaan, dan kan in een procedure tot incasso, deze aangeslotene geen beroep doen op argumenten die ook aan de Geschillencommissie hadden kunnen worden voorgelegd.
aangevuld t/m wijziging XLIX
HUISHOUDELIJK REGLEMENT SKV 1991
Het bestuur van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector heeft, gelet op artikel 14 van de statuten van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector;
op 28 mei 1991 het navolgende reglement vastgesteld
Artikel 1 - DEFINITIES
1. | SKV | de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector; |
2. | bestuur | het bestuur van de SKV; |
3. | secretaris | de secretaris/penningmeester van de SKV; |
4. | aangeslotene | een ondernemer die een overeenkomst met de SKV heeft gesloten als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de statuten van de SKV; |
5. | Geschillencommissie | de commissie, bedoeld in artikel 2 van het Geschillenreglement SKV 1991; |
6. 7. 8. | Blank vleeskalf Rosé vleeskalf Startkalf | vleeskalf als bedoeld in artikel 1 onderdeel 17 Controle- en Sanctiereglement SKV dat in belangrijke mate wordt gevoederd met melk of een melkvervangend preparaat; vleeskalf als bedoeld in artikel 1 onderdeel 17 Controle- en Sanctiereglement SKV dat niet in belangrijke mate wordt gevoederd met melk of een melkvervangend preparaat; vleeskalf als bedoeld in artikel 1 onderdeel 17 Controle- en Sanctiereglement SKV dat wordt afgevoerd van de vleeskalverhouderij voor het de leeftijd van 14 weken heeft bereikt. |
Artikel 2 - COMMISSIES
1. Het bestuur benoemt een wetenschappelijke raad en een technische commissie, die het bestuur adviseren op het gebied van bemonstering en van analysemethoden.
2. Het bestuur benoemt een juridische commissie, die het bestuur adviseert omtrent juridische aangelegenheden. Eén van de leden van deze commissie is tevens adviserend lid van het bestuur.
3. Het bestuur benoemt een commissie vachthygiëne, die het bestuur adviseert omtrent aangelegenheden met betrekking tot vachthygiëne.
4. De werkwijze van de in het eerste, tweede en derde lid bedoelde commissies en raad wordt omschreven in een statuut, dat vastgesteld dient te worden door het bestuur.
5. Er is een College van Advies SKV, dat is belast met het beheer van en toezicht op systemen op basis van de norm NEN-EN-ISO/IEC 17065 waarvoor SKV optreedt als certificerende instantie en waarvoor de werkzaamheden door SKV onder accreditaat worden uitgevoerd.
6. De werkwijze van het College van Advies SKV wordt omschreven in een reglement, dat vastgesteld dient te worden door het bestuur.
Artikel 3 - FINANCIEEL BEHEER
1. De secretaris is verantwoordelijk voor de boekhouding van de SKV. Hij richt deze op overzichtelijke wijze in.
2. Jaarlijks voor het einde van het jaar legt de secretaris het bestuur een ontwerpbegroting van inkomsten en uitgaven in het komende boekjaar voor. Het bestuur stelt aan de hand van dit ontwerp de begroting vast. Bij het dagelijkse financiële beleid houdt de secretaris zich zoveel mogelijk aan het in de begroting bepaalde.
Wanneer blijkt dat deze op een of meer punten wordt overschreden, pleegt hij ten spoedigste overleg met het bestuur.
Artikel 4 - AANSTELLING/ONTSLAG DIRECTEUR
1. Het bestuur benoemt een directeur, die niet direct of indirect betrokken is bij het produceren van of de handel in kalvervoeders, het mesten van of de handel in vleeskalveren of het vlees daarvan danwel de be- of verwerking van kalfsvlees.
2. Het bestuur kan te allen tijde de directeur uit zijn functie tijdelijk of definitief ontheffen, na hem in de gelegenheid te hebben gesteld zich in een vergadering van het bestuur te verantwoorden.
Artikel 5 - TAAK VAN DE DIRECTEUR
1. De directeur woont de bestuursvergaderingen bij, tenzij het bestuur anders beslist. De directeur heeft in de bestuursvergaderingen een adviserende stem.
2. De leiding van het administratieve en technische personeel berust bij de directeur, die ter zake overleg pleegt met de secretaris.
3. De directeur bepaalt het toezichtsbeleid overeenkomstig de reglementen, die zijn vastgesteld door het bestuur. De directeur legt achteraf verantwoording af over de werkzaamheden.
4. De directeur is belast met het toezicht op de controleurs, die hij instrueert over hun werkzaamheden.
5. Onverminderd de bevoegdheden van het bestuur is de directeur belast met de technische leiding van de door of in opdracht van de SKV te verrichten werkzaamheden.
6. De directeur benoemt, schorst en ontslaat, na goedkeuring van de secretaris, het personeel van de SKV.
7. De directeur is bevoegd om in overleg met de secretaris opdracht te geven tot het inleiden van gerechtelijke procedures en tot het indienen van een verzoek tot voorlopig getuigenverhoor. Van iedere terzake genomen beslissing wordt onverwijld mededeling gedaan aan het bestuur.
8. De directeur bepaalt in overleg met de secretaris wie bij ontstentenis van de directeur als plaatsvervanger van de directeur optreedt.
Artikel 6 - RAPPORTAGE
1. De directeur is verplicht het bestuur te rapporteren over de gang van zaken.
2. De directeur houdt het bestuur op de hoogte van de inkomende en uitgaande correspondentie van de SKV.
3. De secretaris bepaalt welke van de relevante uitgaande stukken door de directeur kunnen worden getekend.
4. Van alle relevante door de directeur getekende stukken geeft hij een kopie aan de secretaris.
Artikel 7 - ARBEIDSVOORWAARDEN PERSONEEL
1. Het bestuur stelt, op voorstel van de secretaris, de hoogte van het salaris van de directeur bij benoeming en de periodieke verhogingen vast.
2. De secretaris stelt, op voorstel van de directeur, de hoogte van het salaris bij benoeming van het overige personeel en de periodieke verhogingen vast.
Artikel 8 - GEHEIMHOUDING
De directeur en het overige personeel zijn verplicht behoudens tegenover het bestuur, de secretaris en de NVWA tot geheimhouding van alles, wat zij in verband met de uitoefening van hun functie omtrent de inrichting van de fabrieken, het bedrijf, de handel en andere persoonlijke en zakelijke omstandigheden van de bedrijfsgenoten ervaren.
Artikel 9 - ONTHEFFING
De directeur is belast met het verlenen van de ontheffing, bedoeld in artikel 12, tweede lid Controle- en sanctiereglement SKV met inachtneming van de door het bestuur vastgestelde voorwaarden.
Artikel 10 - OPLEGGEN VAN MAATREGELEN EN/OF SANCTIES
1. Onverminderd de bevoegdheden van het bestuur is de directeur belast met het opleggen van maatregelen en/of sancties als bedoeld in het Controle- en sanctiereglement SKV.
2. De directeur legt geen maatregel en/of sanctie op dan na consultatie van de secretaris.
3. De directeur is tevens belast met het verlenen van gedeeltelijke kwijtschelding van geldelijke sancties in de gevallen waarin het Controle- en Sanctiereglement SKV zulks voorschrijft.
4. Bij ontstentenis van de directeur legt de secretaris na overleg met de plaatsvervanger van de directeur maatregelen en of sancties op als bedoeld in het Controle- en Sanctiereglement SKV.
5. Voor zover nodig wordt de bevoegdheid van het bestuur ex artikel 31, lid 2 onderdeel c van het Controle- en sanctiereglement SKV, in overleg met de secretaris, door de directeur uitgeoefend, in gevallen waarin een aangeslotene zijn verplichting tot aanmelding van de opzet van vleeskalveren conform artikel 8, 9 en 10 Controle- en sanctiereglement SKV niet of onvolledig is nagekomen.
6. De bevoegdheid van het bestuur ex artikel 31 lid 2 onderdeel d Controle- en Sanctiereglement SKV wordt uitgeoefend door de directeur. In gevallen waarin de afgifte van het kwaliteitscertificaat wordt geweigerd in verband met een bedreiging van het imago van de vleeskalversector, wordt de bevoegdheid door de directeur uitgeoefend in overleg met de Stichting Brancheorganisatie Kalversector.
Artikel 11 - UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE
1. Uitspraken van de Geschillencommissie in het kader van een geschil tussen de SKV en een aangeslotene of belanghebbende zullen rechtstreeks gezonden worden naar de secretaris en de directeur.
2. De directeur zal op basis van de verkregen informatie bedoeld in het eerste lid - indien nodig - een voorstel indienen bij het bestuur tot wijziging van het beleid.
Artikel 12 - BIJDRAGEN VAN DE AANGESLOTENEN
1. De aangeslotene is de bijdrage als bedoeld in artikel 13 aan de SKV verschuldigd voor het gebruiksrecht van het deelnemersbeeldmerk SKV, het vleesbeeldmerk en het vleesbeeldmerk voor rosé vleeskalveren, voor de dienstverlening op het gebied van de promotie van kalfsvlees en de uitvoering van controlewerkzaamheden.
2. Deze bijdrage moet worden betaald binnen 30 dagen na facturering.
Artikel 13 – BIJDRAGEN
1. De bij de SKV aangesloten eigenaar van vleeskalveren is voor ieder blank vleeskalf dat:
a. Binnen een afstand van hemelsbreed 175 kilometer van Zeist is gehuisvest een bijdrage verschuldigd van € 3,86 (excl BTW);
b. Binnen een afstand van hemelsbreed 175 tot 350 kilometer van Zeist is gehuisvest een bijdrage verschuldigd van € 6,35(excl BTW);
c. Buiten een afstand van hemelsbreed 350 kilometer van Zeist is gehuisvest een bijdrage verschuldigd van € 8,16 (excl BTW).
2. De bij de SKV aangesloten eigenaar van vleeskalveren is voor ieder rosé vleeskalf dat:
a. Binnen een afstand van hemelsbreed 175 kilometer van Zeist is gehuisvest een bijdrage verschuldigd van € 4,52 (excl BTW) ;
b. Binnen een afstand van hemelsbreed 175 tot 350 kilometer van Zeist is gehuisvest een bijdrage verschuldigd van € 7,01 (excl BTW) ;
c. Buiten een afstand van hemelsbreed 350 kilometer van Zeist is gehuisvest een bijdrage verschuldigd van € 8,82 (excl BTW).
3. De bij de SKV aangesloten eigenaar van vleeskalveren is voor ieder startkalf een derde van de vergoeding als bedoeld in lid 1 respectievelijk 2 verschuldigd, wanneer de startkalveren worden overgezet naar een andere bij de SKV aangesloten vleeskalverhouder. De bij de SKV aangesloten eigenaar van vleeskalveren die deze startkalveren ontvangt, is voor ieder vleeskalf twee derde van de vergoeding als bedoeld in lid 2 respectievelijk 3 verschuldigd.
4. De bij de SKV aangesloten kalverslachterij is per in zijn bedrijf geslacht vleeskalf een bijdrage van € 1,43 (exclusief BTW) verschuldigd. De kalverslachterij verstrekt de SKV per kwartaal een opgave van het aantal geslachte vleeskalveren.
5. De bij de SKV aangesloten eigenaar van vleeskalveren die middels een geldig conformiteitscertificaat aantoonbaar heeft gemaakt dat wordt voldaan aan het lastenboek Belgian Controlled Veal, is in afwijking van het bepaalde in lid 1 en 2 geen vergoeding per vleeskalf verschuldigd. Voor de afgifte van een kwaliteitscertificaat als bedoeld in artikel 11 lid 1 CSR is wel een vergoeding verschuldigd van € 1,12 (excl. BTW) per vleeskalf waarop het af te geven kwaliteitscertificaat betrekking heeft, met een minimum van:
a. € 101,- (excl BTW) indien de vleeskalveren binnen een afstand van hemelsbreed 175 kilometer van Zeist zijn gehuisvest;
b. € 201,- (excl BTW) indien de vleeskalveren binnen een afstand van hemelsbreed 175 en 350 kilometer van Zeist zijn gehuisvest;
c. € 302- (excl BTW) indien de vleeskalveren buiten een afstand van hemelsbreed 350 kilometer van Zeist zijn gehuisvest.
6. Melding later dan bedoeld in artikel 11 lid 1 van het Controle- en Sanctiereglement SKV is toegestaan, mits dit plaatsvindt op een werkdag. In dat geval kan de SKV aan de
aangeslotene onkosten in rekening brengen van € 1,12 (excl. BTW) per vleeskalf met een minimum van:
a. € 101,- (excl BTW) indien de vleeskalveren binnen een afstand van hemelsbreed 175 kilometer van Zeist zijn gehuisvest;
b. € 201,- (excl BTW)indien de vleeskalveren binnen een afstand van hemelsbreed 175 en 350 kilometer van Zeist zijn gehuisvest;
c. € 302,- (excl BTW) indien de vleeskalveren buiten een afstand van hemelsbreed 350 kilometer van Zeist zijn gehuisvest.
7. Voor een nieuwe controle, als bedoeld in artikel 27 Controle- en Sanctiereglement
SKV, kan de SKV de betrokken aangeslotene een bedrag in rekening brengen van € 1,12
(excl. BTW) per vleeskalf met een minimum van:
a. € 101,- (excl BTW) indien de vleeskalveren binnen een afstand van hemelsbreed 175 kilometer van Zeist zijn gehuisvest;
b. € 201,- (excl BTW) indien de vleeskalveren binnen een afstand van hemelsbreed 175 en 350 kilometer van Zeist zijn gehuisvest;
c. € 302,- (excl BTW) indien de vleeskalveren buiten een afstand van hemelsbreed 350 kilometer van Zeist zijn gehuisvest.
8. De bij de SKV aangesloten eigenaar die zijn overeenkomst met SKV beëindigt en binnen 12 maanden opnieuw een overeenkomst met SKV aangaat, is naast de bijdrage als genoemd in lid 1, 2 en 3, eenmalig een extra vergoeding van € 1,50 per kalverplaats verschuldigd. Voor de vaststelling van het aantal kalverplaatsen wordt gekeken naar de maximale bezetting van alle bedrijven waar voor beëindiging van de overeenkomst vleeskalveren voor de betreffende eigenaar werden gehouden. Deze vergoeding is niet verschuldigd indien en voor zover tijdens de periode dat de overeenkomst met SKV beëindigd was geen vleeskalveren werden gehouden op de bedrijven waar voor beëindiging van de overeenkomst vleeskalveren voor de betreffende eigenaar werden gehouden.”
Artikel 14 – ARCHIEF
In het archief, waarvoor het bestuur een behoorlijke plaats aanwijst, worden bewaard de door de aangeslotene getekende overeenkomsten en verder alle andere ingekomen stukken, kopie van alle belangrijke verzonden stukken, alsmede de boeken en bescheiden de SKV betreffende. De secretaris is met de zorg over het archief belast.
Artikel 15 - EVALUATIE REGLEMENTEN
Het bestuur evalueert periodiek alle reglementen van de SKV.
Artikel 16 - SLOTBEPALING
Dit reglement kan worden aangehaald als "Huishoudelijk reglement SKV 1991". Voor het bestuur,
X.X. xx Xxxxx X. Xxxxx
Voorzitter secretaris
aangevuld t/m wijziging II
STATUUT JURIDISCHE COMMISSIE SKV
Het bestuur van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector heeft, gelet op het bepaalde in artikel 2, tweede lid, van het Huishoudelijk reglement SKV 1991, op
27 juni 1991 het navolgende statuut vastgesteld.
Artikel 1 - begripsbepaling
Dit statuut neemt over de terminologie van het Huishoudelijk reglement SKV 1991. Artikel 2 - naam en zetel
1. Er is een Juridische commissie SKV.
2. Zij is gevestigd te Zeist.
Artikel 3 - doel
De commissie heeft ten doel het bestuur te adviseren omtrent alle juridische aangelegenheden, de SKV betreffende.
Artikel 4 - samenstelling
1. De commissie bestaat uit 3 leden.
2. Van de commissie maken deel uit:
a. als voorzitter: de secretaris van de SKV;
b. als secretaris: de directeur van de SKV;
c. een vertegenwoordiger van het bedrijfsleven, aangewezen door het bestuur.
3. De leden van de commissie kunnen een plaatsvervanger aanwijzen.
4. De commissie kan desgewenst extern juridisch advies inwinnen dan wel in specifieke gevallen deskundige(n) voor het bijwonen van de vergadering van de commissie uitnodigen.
Artikel 5 - zittingsduur
De leden van de commissie worden benoemd voor vier jaar en zijn na afloop van deze termijn terstond herbenoembaar.
Artikel 6 - vergaderingen
1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit wenselijk acht of indien ten minste twee andere leden de secretaris hun verlangen daartoe te kennen geven.
2. De commissie vergadert zo vaak zij nodig acht.
3. De secretaris roept de commissievergadering, bedoeld in het eerste lid, of in het geval bedoeld in het tweede lid, op een door hem in overleg met de voorzitter te
bepalen datum binnen twee weken na ontvangst van het verzoek bijeen, tenzij in overeenstemming met degene(n) die om de vergadering heeft (hebben) verzocht een latere datum wordt vastgesteld.
4. De secretaris houdt notulen bij; deze worden goedgekeurd in de eerstvolgende vergadering.
5. Adviezen worden vastgesteld in een vergadering van de commissie waarin tenminste drie leden aanwezig zijn.
6. In de adviezen van de commissie worden in voorkomend geval de binnen de commissie gebleken minderheidsstandpunten vermeld en zonodig toegelicht.
7. De voorzitter van de commissie wijst één lid aan die de vergaderingen van het bestuur als adviserend lid bijwoont.
Artikel 7 - rapportage
1. De goedgekeurde notulen van de commissievergadering worden aan het bestuur gezonden.
2. Eenmaal per jaar brengen de voorzitter en de secretaris verslag uit aan het bestuur.
Artikel 8 - geheimhouding
1. De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken- en bedrijfsgeheimen, welke zij in hun hoedanigheid vernemen en voorts van alle aangelegenheden ten aanzien waarvan de commissie of de voorzitter geheimhouding heeft opgelegd, of waarvan zij het vertrouwelijk karakter moeten begrijpen.
2. Indien een lid van de commissie in strijd met het in het vorige lid bepaalde handelt, kan dit lid door de voorzitter na overleg met de commissie geschorst of ontslagen worden. Een zodanige beslissing wordt niet genomen, dan nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld zich terzake te verantwoorden.
Artikel 9 - slotbepalingen
Dit statuut kan bij besluit van het bestuur worden gewijzigd of ingetrokken. Voor het bestuur,
S.B.M. Xxxxxxxxx X. Xxxxx
voorzitter secretaris
Aangevuld t/m wijziging III
STATUUT WETENSCHAPPELIJKE RAAD SKV
Het bestuur van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector heeft, gelet op het bepaalde in artikel 2, eerste lid van het Huishoudelijk reglement SKV 1991, op
6 april 1992 het volgende statuut vastgesteld. Artikel 1 - begripsbepaling
Dit statuut neemt over de terminologie van het Huishoudelijk reglement SKV 1991. Artikel 2 - naam en zetel
a. Er is een Wetenschappelijke raad SKV.
b. Zij is gevestigd te Zeist.
Artikel 3 - doel
1. De raad heeft ten doel:
a. het adviseren van het bestuur omtrent analyse-methoden die geschikt zijn om de doelstellingen van de SKV te bereiken;
b. het adviseren van het bestuur ten aanzien van te initiëren onderzoek;
c. het adviseren van het bestuur omtrent monsterneming en analyse en de kwaliteitsborging daarvan;
d. het adviseren van het bestuur ten aanzien van produktkwaliteitsaspecten.
2. De raad tracht dit doel te verwezenlijken door:
a. het doen van voorstellen ten aanzien van een voortschrijdend onderzoeksplan;
b. het doen van voorstellen ten aanzien van onderzoek en een bijbehorende begroting opstellen voor het bestuur;
c. het doen van voorstellen aan het bestuur ten aanzien van een gedetailleerd onderzoeksplan, zodat het project na definitieve goedkeuring door het bestuur kan aanvangen;
d. de beoordeling en bespreking van tussen- en eindrapportages van door de SKV (mede)gefinancierde- en/of begeleide projecten;
e. het adviseren van het door SKV gecontracteerde laboratorium omtrent de inhoud van de kwaliteitsborging (QA) en de kwaliteitsbeheersing (QC) door de evaluatie van de resultaten van ringonderzoeken en het rapporteren hieromtrent aan het bestuur.
Artikel 4 - samenstelling
1. De raad bestaat uit acht leden.
2. Van de raad maken deel uit:
a. twee personen aangewezen door de twee betrokken overheidslaboratoria, te weten: het NVWA laboratorium en het RIKILT;
b. één persoon, aangewezen door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA);
c. de directeur van de SKV;
d. één persoon aangewezen door het door SKV gecontracteerde laboratorium;
e. één persoon aangewezen door TNO;
f. twee wetenschappelijke onafhankelijke deskundigen, aangewezen door het bestuur in overleg met de overige leden van de raad.
3. Als voorzitter van de raad treedt op de persoon aangewezen door TNO; als secretaris xxxxxx op de directeur van de SKV.
4. De leden van de raad kunnen een plaatsvervanger aanwijzen, dan wel zich door deskundigen laten bijstaan.
Artikel 5 - zittingsduur
De leden van de raad worden benoemd voor vier jaar en zijn terstond herbenoembaar. Artikel 6- vergaderingen
1. De raad vergadert zo vaak als de voorzitter of de secretaris dit wenselijk achten dan wel op verzoek van twee of meer leden.
2. De secretaris roept de raadsvergadering na overleg met de voorzitter bijeen met inachtneming van een termijn van tenminste één week, de dag van oproeping en de dag van vergadering niet mede gerekend. De bijeenroeping geschiedt door een schriftelijke mededeling, welke de agenda bevat, aan het adres van de leden.
3. De secretaris houdt notulen bij; deze worden goedgekeurd in de eerstvolgende vergadering.
4. In de raadsvergaderingen heeft elk lid één stem.
5. Er wordt besloten met gewone meerderheid van stemmen, in een vergadering waarin tenminste de helft van het aantal raadsleden aanwezig of vertegenwoordigd is.
6. Indien het quorum niet aanwezig is, wordt een tweede vergadering bijeengeroepen. Deze tweede vergadering kan over de voor de eerste vergadering aan de orde gestelde agendapunten besluiten met een gelijke meerderheid als voor de eerste vergadering vereist, doch ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde raadsleden.
7. De voorzitter treedt op als voorzitter van de vergadering.
Artikel 7 - werkgroepen
Er kunnen werkgroepen worden ingesteld ten behoeve van de begeleiding van goedgekeurde projectvoorstellen.
Artikel 8 - rapportage
De goedgekeurde notulen van de raadsvergadering worden aan het bestuur, de Technische Commissie gezonden.
Artikel 9 - geheimhouding
1. De leden van de raad zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken en bedrijfsgeheimen, welke zij in hun hoedanigheid vernemen en voorts van alle aangelegenheden ten aanzien waarvan de raad of de voorzitter geheimhouding heeft opgelegd, of waarvan zij het vertrouwelijk karakter moeten begrijpen.
2. Indien een lid van de raad in strijd met het in het vorige lid bepaalde handelt, kan dit lid door de voorzitter na overleg met de raad geschorst of ontslagen worden. Een zodanige beslissing wordt niet genomen, dan nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld zich ter zake te verantwoorden.
Artikel 10 - slotbepaling
Dit statuut kan bij besluit van het bestuur worden gewijzigd of ingetrokken. Voor het bestuur,
S.B.M. Xxxxxxxxx X. Xxxxx
voorzitter secretaris
Aangevuld t/m wijziging II
STATUUT TECHNISCHE COMMISSIE SKV
Het bestuur van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector heeft, gelet op het bepaalde in artikel 2, eerste lid, van het Huishoudelijk reglement SKV 1991, op
6 april 1992 het navolgende statuut vastgesteld. Artikel 1 - begripsbepaling
Dit statuut neemt over de terminologie van het Huishoudelijk reglement SKV 1991. Artikel 2 - naam en zetel
1. Er is een Technische commissie SKV.
2. Zij is gevestigd te Zeist.
Artikel 3 - doel
1. Alle adviezen van de Wetenschappelijke raad behoeven advies van de commissie alvorens ze in het bestuur worden behandeld.
2. De commissie heeft ten doel:
a. het adviseren van het bestuur en het door SKV gecontracteerde laboratorium omtrent analyse-methoden die geschikt zijn om de doelstellingen van de SKV te
bereiken;
b. het initiëren van onderzoek en de besteding van onderzoeksgelden;
c. het adviseren van het bestuur omtrent monsterneming en analyse en de kwaliteitsborging daarvan;
d. het adviseren van het bestuur ten aanzien van productkwaliteitsaspecten.
3. De commissie tracht dit doel te verwezenlijken door:
a. het adviseren van het bestuur omtrent (mede) te financieren onderzoeks- projecten;
b. de beoordeling en bespreking van tussen- en eindrapportages van door de SKV (mede)gefinancierde- en/of begeleide projecten en resultaten van ander wetenschappelijk onderzoek;
c. de bewaking van het aangegeven tijdschema van de projecten en de toetsing aan criteria van planmatig werken;
d. het adviseren van het bestuur ten aanzien van voortzetting of beëindiging van door de SKV (mede)gefinancierde projecten.
Artikel 4 - samenstelling
1. De commissie bestaat uit acht leden en twee adviserende leden.
2. Van de commissie maken als leden deel uit:
a. de directeur van de SKV;
b. een persoon aangewezen het door SKV gecontracteerde laboratorium;
c. zes deskundigen uit het bedrijfsleven.
3. Van de commissie maken als adviserende leden deel uit:
- de twee wetenschappelijke onafhankelijke deskundigen uit de raad.
4. Als voorzitter van de commissie treedt op de directeur van de SKV.
Het secretariaat wordt vervuld door de daartoe door de voorzitter aangewezen persoon.
5. De leden van de commissie kunnen een plaatsvervanger aanwijzen, dan wel zich door deskundigen laten bijstaan.
Artikel 5 - zittingsduur
De leden van de commissie worden benoemd voor vier jaar en zijn terstond herbenoembaar. Artikel 6 - vergaderingen
1. De commissie vergadert zo vaak als de voorzitter of de secretaris dit wenselijk achten dan wel op verzoek van twee of meer leden, doch tenminste drie maal per jaar.
2. De secretaris roept de commissievergadering na overleg met de voorzitter bijeen met inachtneming van een termijn van tenminste één week, de dag van oproeping en de dag van vergadering niet mede gerekend. De bijeenroeping geschiedt door een schriftelijke mededeling, welke de agenda bevat, aan het adres van de leden.
3. De secretaris houdt notulen bij; deze worden goedgekeurd in de eerstvolgende vergadering.
4. In de commissievergaderingen heeft elk lid één stem.
5. Er wordt besloten met gewone meerderheid van stemmen, in een vergadering waarin tenminste de helft van het aantal commissieleden aanwezig of vertegenwoordigd is.
6. Indien het quorum niet aanwezig is, wordt een tweede vergadering bijeengeroepen. Deze tweede vergadering kan over de voor de eerste vergadering aan de orde gestelde agendapunten besluiten met een gelijke meerderheid als voor de eerste vergadering vereist, doch ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde commissieleden.
7. De voorzitter treedt op als voorzitter van de vergadering.
8. De commissie kan zich laten bijstaan door andere deskundigen dan bedoeld in artikel 4, vijfde lid.
Artikel 7 - werkgroepen
Er kunnen werkgroepen worden ingesteld ten behoeve van de begeleiding van goedgekeurde projectvoorstellen.
Artikel 8 - rapportage
1. De goedgekeurde notulen van de commissievergadering worden aan het bestuur gezonden.
2. Op verzoek van het bestuur brengt de commissie schriftelijk verslag uit aan het bestuur.
Artikel 9 - geheimhouding
1. De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken en bedrijfsgeheimen, welke zij in hun hoedanigheid vernemen en voorts van alle aangelegenheden ten aanzien waarvan de commissie of de voorzitter geheimhouding heeft opgelegd, of waarvan zij het vertrouwelijk karakter moeten begrijpen.
2. Indien een lid van de commissie in strijd met het in het vorige lid bepaalde handelt, kan dit lid door de voorzitter na overleg met de commissie geschorst of ontslagen worden. Een zodanige beslissing wordt niet genomen, dan nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld zich ter zake te verantwoorden.
Artikel 10 - slotbepaling
Dit statuut kan bij besluit van het bestuur worden gewijzigd of ingetrokken. Voor het bestuur,
S.B.M. Xxxxxxxxx X. Xxxxx
Voorzitter Secretaris
Aangevuld t/m wijziging II
Aangevuld t/m wijziging VI
REGLEMENT (STATUUT) COLLEGE VAN ADVIES SKV
Het bestuur van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV) heeft, gelet op het bepaalde in artikel 14 van de statuten en artikel 2, lid 4 en 5, van het huishoudelijke reglement van de Stichting Kwaliteitsgarantie SKV, op 29 september 2005 het navolgende reglement vastgesteld.
Artikel 1 – begripsbepaling
Dit reglement neemt de terminologie over van het Controle - en Sanctiereglement SKV (CSR).
Artikel 2 – bevoegdheid
1. Het College van Advies (hierna te noemen ‘CvA’) is belast met het, in dit reglement nader omschreven, beheer van en toezicht op certificatieschema’s (hierna te noemen “systemen”) waarvoor SKV optreedt als certificerende instantie en waarvoor de werkzaamheden door SKV onder accreditaat op basis van de norm NEN-EN- ISO/IEC 17065 worden uitgevoerd.
2. Het CvA is ten opzichte van de Raad voor Accreditatie de eindverantwoordelijke voor de uitvoering van het beheer als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 3 - taken
1. Ter uitvoering van de in artikel 2 omschreven bevoegdheid, voert het CvA de navolgende taken uit:
a. Het CvA legt gevraagd of ongevraagd, voorstellen tot wijziging van systemen, die door SKV zijn opgezet, voor aan de regelinghouder SKV;
b. Het CvA houdt toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden door de certificerende instantie SKV;
c. Het CvA waarborgt de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van systemen.
Dit betreft de onpartijdigheid en de onafhankelijkheid van
enerzijds de organisatorische, procedurele en inhoudelijke aspecten van systemen en anderzijds de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de certificerende instantie SKV.
2. In het bijzonder wordt, ter uitvoering van het eerste lid, onder c, ten aanzien van de volgende onderwerpen getoetst of voldaan wordt aan de norm NEN-EN-ISO/IEC 17065:
a. Het functioneren van systemen aan de hand van de periodieke rapportages (minimaal 1x per jaar) van de certificerende instantie SKV
over de uitgevoerde werkzaamheden, getoetst aan de eisen van de norm NEN- EN-ISO/IEC 17065.
b. Het functioneren van de certificerende instantie SKV aan de hand van periodieke rapportages (minimaal 1x per jaar) van de certificerende instantie SKV, controles door of namens het CvA en auditresultaten van de Raad voor Accreditatie.
c. De voorgestelde eisen (beoordelingsrichtlijnen, systeemeisen, vakbekwaamheidseisen) en methoden van onderzoek die ten grondslag liggen aan het certificatiesysteem;
d. De voorgestelde frequentie, aard en plaats waarmee toetsingen of beoordelingen moeten worden herhaald om vast te stellen of bij voortduring aan de gestelde eisen wordt voldaan;
e. De voorgestelde kwalificatie-eisen voor het certificatiepersoneel;
f. Het gebruik en de betekenis van het productcertificaat;
g. De voorgestelde eisen met betrekking tot de aard en inhoud van het certificatiesysteem;
3. Het CvA keurt systemen, die door SKV worden opgezet, goed en geeft een bindend advies voor het vaststellen van systemen aan het bestuur van SKV. Indien in systemen, die door SKV worden opgezet, verwezen wordt naar documenten die deel uitmaken van het CSR, dienen ook deze documenten te worden goedgekeurd door het CvA en worden voorzien van een bindend advies richting het bestuur.
4. Het bestuur van SKV kan naar aanleiding van een door het CvA uitgebracht advies als bedoeld in artikel 3, eerste lid onder a, de volgende besluiten nemen:
a. het advies wordt in zijn geheel overgenomen; of
b. het advies wordt in zijn geheel verworpen.
5. Indien het bestuur van SKV het advies verwerpt als bedoeld in artikel 3 lid 4 sub b, brengt het CvA een vernieuwd advies uit. Indien het bestuur dit advies opnieuw verwerpt, kan het CvA de Raad voor Accreditatie en/of andere belanghebbende partijen hier schriftelijk over informeren.
Artikel 4 - samenstelling
1. Het CvA is samengesteld uit een voorzitter en minimaal 4 leden. De leden zijn vertegenwoordigers van belanghebbende groeperingen uit de desbetreffende sector, die vanuit hun eigen expertise bijdragen aan de onafhankelijke en onpartijdige uitvoering van de taken van het CvA.
2. Om een evenredige vertegenwoordiging te waarborgen hebben de volgende groeperingen minimaal 1 vertegenwoordiger in het CvA:
- Primaire sector
- Veevoedersector
- Vleessector
- Vleeskalverhandel
3. Het CvA kan besluiten om aanvullende belanghebbende groeperingen in het CvA op te nemen. Hierbij dient de evenredige vertegenwoordiging te worden behouden.
4. De voorzitter van het CvA is onafhankelijk van de in lid 2 genoemde groeperingen en wordt benoemd door het bestuur van SKV.
5. De leden van het CvA worden benoemd door de voorzitter op voordracht van het bestuur van SKV. Tevens kan de voorzitter voor elk lid van het CvA een plaatsvervangend lid benoemen die het lid bij afwezigheid kan vervangen.
6. Door zitting te nemen in het CvA conformeert een lid zich aan de inhoud van dit reglement en zal hij zijn functie in overeenstemming met dit reglement uitoefenen.
7. SKV draagt zorg voor de vervulling van het secretariaat van het CvA.
8. Het CvA kan zich laten bijstaan door externe deskundigen, die dan optreden als adviserende leden. Het bepaalde bij of krachtens dit reglement is van overeenkomstige toepassing op voornoemde adviserende leden.
9. Het bestuur van SKV heeft het recht om het CvA op te heffen of de samenstelling van het CvA te wijzigen.
Artikel 5 - zittingsduur
1. De voorzitter en leden van het CvA worden benoemd voor een periode van vier jaar, waarna zij terstond herbenoembaar zijn.
2. De voorzitter en leden van het CvA worden benoemd op basis van deskundigheid.
3. De voorzitter kan worden geschorst en ontslagen door het bestuur van SKV.
4. De leden van het CvA kunnen worden geschorst en ontslagen door de voorzitter van het CvA, na voordracht daartoe door het bestuur van SKV.
Artikel 6 - werkwijze
1. Het CvA regelt zelfstandig haar werkwijze met inachtneming van dit reglement.
2. Het CvA vergadert zo vaak als de voorzitter dit wenselijk acht, doch tenminste één maal per jaar.
3. Het CvA streeft naar het bereiken van consensus over uit te brengen adviezen.
4. Een lid van het CvA kan, wanneer geen consensus wordt bereikt omtrent een bepaald onderwerp, een minderheidspositie innemen. Dit zal ook als zodanig worden gecommuniceerd aan de regelinghouder wanneer het advies wordt voorgelegd.
5. Een lid kan bij verhindering ook een ander lid schriftelijk machtigen om namens hem te stemmen. Een lid mag niet meer dan één volmacht hebben. Tenzij de vergadering met algemene stemmen anders besluit, geschieden stemmingen over personen schriftelijk en over andere zaken xxxxxxxxx.
6. Er wordt besloten bij gewone meerderheid van stemmen, in een vergadering waarin tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is. Bij staking van de stemmen wordt het voorstel verworpen. Ingeval het vereiste aantal stemgerechtigde leden niet aanwezig is, kan in een volgende vergadering een beslissing over de in de eerste vergadering aan de orde gestelde agendapunten worden genomen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
7. Het CvA kan buiten vergadering besluiten, mits het voorstel in overleg met de voorzitter schriftelijk aan alle leden ter kennis is gebracht en een meerderheid van de leden zich schriftelijk daarmee akkoord heeft verklaard. Hierbij wordt minimaal een reactietermijn van 2 weken in acht genomen. Het secretariaat ziet erop toe dat van alle leden een reactie is ontvangen. Het secretariaat doet aan alle leden onverwijld mededeling omtrent het besluit.
8. Het secretariaat roept het CvA bijeen. De bijeenroeping geschiedt door een schriftelijke mededeling, welke de agenda bevat.
9. Het secretariaat maakt een verslag; hetgeen wordt goedgekeurd in de eerstvolgende vergadering. In de vergadering hebben alle leden één stem; de voorzitter heeft geen stemrecht alleen een adviesrecht.
10. De voorzitter, het secretariaat, de leden alsmede de plaatsvervangers van genoemde personen en de adviserende leden zijn verplicht tot geheimhouding van alle informatie of aangelegenheden ten aanzien waarvan het CvA of de voorzitter geheimhouding heeft opgelegd, en tot geheimhouding van alle tot hen, in het kader van hun functie als voornoemd, gekomen informatie waarvan zij het vertrouwelijk karakter begrijpen of moeten begrijpen.
11. Indien een lid of adviserend lid van het CvA in strijd met het in artikel 4.6 bepaalde handelt, kan dit lid door de voorzitter na overleg met het CvA geschorst of ontslagen worden. Een zodanige beslissing wordt niet genomen, dan nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld zich ter zake te verantwoorden.
Artikel 7 – Slotbepaling
1. Dit reglement kan bij besluit van het bestuur worden gewijzigd of ingetrokken.
2. Dit reglement is van toepassing met ingang van 29 november 2007.
Voor het bestuur,
X.X. xx Xxxxx X. XXXXX
Voorzitter secretaris
REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP DEELNEMERS BEELDMERK SKV
Het bestuur van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector heeft, gelet op artikel 13 van de statuten van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector;
op 16 januari 2023 het navolgende reglement vastgesteld.
Definities
Artikel 1
Dit Reglement neemt de definities van het Controle- en Sanctiereglement SKV over.
Merk
Artikel 2
1. Het certificeringsmerk
Is als Uniecertificeringsmerk (nummer 018712973) ingeschreven bij het Bureau voor Intellectuele Eigendom van de Europese Unie (EUIPO).
2. Houdster van het certificeringsmerk is de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV).
3. SKV kan dit merk overdragen of daarop licentie verlenen. In geval van zodanige overdracht of licentie wordt voor de toepassing van dit Reglement in plaats van 'Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector' gelezen degene, aan wie het merk is overgedragen dan wel mede de licentiehouder(s).
4. Het verlenen van een gebruiksrecht als bedoeld in artikel 3 en volgende is niet als een overdracht of licentie aan te merken.
Gebruiksrecht
Artikel 3
1. Iedere SKV aangeslotene is gerechtigd tot het gebruik van het certificeringsmerk onder de in dit reglement vastgestelde voorwaarden.
2. Voorts kan SKV het recht op gebruik van het certificeringsmerk schriftelijk verlenen aan natuurlijke en/of rechtspersonen die geen bedrijf in de vleeskalversector uitoefenen, ten behoeve van:
a. algemene pr-, reclame- en/of communicatie uitingen en dergelijke die er op gericht zijn het imago in overeenstemming met de SKV reglementen te bevorderen;
b. het vervaardigen van promotie en foldermateriaal en dergelijke ten behoeve van SKV aangeslotenen als bedoeld in het eerste lid.
3. Zodra en zolang het gebruiksrecht van het certificeringsmerk is verleend, mag het slechts worden gebruikt in overeenstemming met de eisen van dit reglement.
4. Het gebruik van het certificeringsmerk is uitsluitend toegestaan op het traject vóór de slachtfase (eigenaren van vleeskalveren en kalvermelkvoederproducenten).
Gebruik
Artikel 4
1. Gebruiker(s) zijn slechts bevoegd tot het gebruik van het certificeringsmerk, ten behoeve van de herkenbaarheid van het bedrijf als aangeslotene bij SKV, op:
a. reclamedrukwerk (advertenties, folders, mailingen, websites, posters en affiches, uithangborden, transportmiddelen etc),
b. handels- c.q. utiliteitsdrukwerk (briefpapier, enveloppen, adresstickers etc)
c. verpakkingen (dozen, zakken, pakpapier, sticker etc) .
2. Het gebruik zoals bedoeld in lid 1 is slechts toegestaan indien de betreffende SKV aangeslotene en de betreffende producten en/of diensten voldoen aan het bepaalde in het Controle- en Sanctiereglement SKV.
Voorschriften voor het gebruik,
Artikel 5
1. Het gebruik van het certificeringsmerk is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
a. het certificeringsmerk dient in de volgende kleuren te worden weergegeven: blauw (PMS 293), lichtblauw 60% raster van donkerblauw of bij verpakkingen PMS 297, geel (PMS 109).
b. bij gebruik op verpakkingen is het toegestaan het geel weg te laten;
c. bij gebruik in formaat kleiner dan 80 mm is gebruik van de versie met de minder fijne structuur in de wereldbol toegestaan;
d. wordt het logo afgedrukt op een transparante ondergrond dan dient een wit fond onder het beeldmerk te worden aangebracht;
e. het certificeringsmerk kan ook in zwart/wit worden gebruikt;
f. het certificeringsmerk is onverbrekelijk verbonden met de tekst “SKV”;
g. Op gevelborden en uithangborden is het toegestaan het certificeringsmerk te verbinden met de tekst “Aangesloten bij de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector”
h. Het certificeringsmerk is duidelijk en goed leesbaar aangebracht.
Op verzoek van de aangeslotene en/of gebruiker wordt de digitale versie van het te gebruiken certificeringsmerk verstrekt.
2. Het is verboden:
a. het certificeringsmerk te gebruiken ten behoeve van aangeslotenen, diensten en/of producten die niet voldoen aan het bepaalde in het Controle- en Sanctiereglement;
b. het certificeringsmerk te wijzigen of aan te passen;
c. het certificeringsmerk te gebruiken voor bedrijven, producten en/of diensten in de slachtfase;
d. in het certificeringsmerk aanvullingen, waaronder begrepen een eigen handelsmerk, een (bedrijfs)logo en/of andere tekst dan de in dit reglement opgenomen tekst, aan te brengen;
e. het certificeringsmerk te integreren in een eigen handelsmerk;
f. het certificeringsmerk te gebruiken als eigen handelsmerk.
Controle
Artikel 6
1. De controle op de naleving van de voorschriften met betrekking tot het gebruik van het certificeringsmerk wordt uitgevoerd door of namens SKV en kan behelzen:
a. administratieve controle
b. monstername en -onderzoek
c. visuele controle
d. andere vormen van inspecties en controles nodig voor een adequate uitoefening van het toezicht
e.e.a. conform het Controle- en Sanctiereglement SKV.
2. Voor dit toezicht zullen door de SKV c.q. de door haar aangewezen personen of instellingen alle daarvoor geschikte maatregelen worden getroffen.
De gebruikers van het certificeringsmerk moeten met name de SKV of de aangewezen personen of instellingen te allen tijde in staat stellen om bezoeken te brengen aan de
bedrijfsruimten van de gebruikers of plaatsen daarbuiten, alwaar door de gebruikers werkzaamheden verband houdend met het bereiden, handelen en houden van kalvervoeders en vleeskalveren en het slachten van vleeskalveren worden verricht, met het doel om de naleving van de voorschriften te controleren.
Maatregelen
Artikel 7
Aan de gebruiker, die het certificeringsmerk gebruikt in strijd met dit Reglement, kunnen door het bestuur van SKV de volgende sancties worden opgelegd:
1. een boete als door het bestuur is vastgesteld in haar overeenkomst met de gebruiker, onverminderd de uitoefening door de SKV van de overige, haar krachtens die overeenkomst toekomende rechten;
2. onmiddellijke opschorting of ontzegging van het toegekende gebruiksrecht door overtreder;
3. publicatie in een of meer dagbladen en/of periodieken van de opgelegde sanctie(s) onder opgaaf van redenen en onder vermelding van de naam van de in overtreding zijnde aangeslotene en/of gebruiker.
Inbreuk/misbruik
Artikel 8
1. De gebruikers van het certificeringsmerk zijn verplicht iedere inbreuk op het certificeringsmerk, die hun ter kennis komt, mede te delen aan het bestuur van de SKV.
2. Iedere gebruiker van het certificeringsmerk is desgevraagd bevoegd om tezamen met de SKV een vordering in te stellen tegen ieder, die zonder daartoe gerechtigd te zijn gebruik maakt van het certificeringsmerk of van een daarmee overeenstemmend teken, dan wel zich in een zodanig geding te voegen of tussen te komen.
3. Indien de SKV alleen optreedt kan zij - doch is zij niet verplicht -het bijzonder belang van de gebruikers laten gelden en in haar eis tot schadevergoeding opnemen de bijzondere schade die een of meer van deze gebruikers heeft c.q. hebben geleden.
Overige bepalingen
Artikel 9
1. Het staat de SKV vrij:
a. een aangeslotene het gebruiksrecht van het certificeringsmerk onder opgave van redenen voor een nader vast te stellen periode te ontzeggen, in verband met zwaarwegende belangen van de SKV, ook al voldoen de door de aangeslotene vervaardigde en/of verhandelde waren en/of verrichte diensten aan de in dit reglement gestelde vereisten en ook al voldoet de aangeslotene aan de gestelde voorwaarden.
b. aan het gebruiksrecht de voorwaarde te verbinden dat de aangeslotene en/of gebruiker bijdraagt in de kosten van de organisatie van de SKV, daaronder begrepen de kosten van de door of vanwege de SKV uit te oefenen controle op het gebruik en in de kosten van door de SKV aan of in verband met het certificeringsmerk te geven publiciteit.
2. De SKV behoudt zich het recht voor om het certificeringsmerk ook zelf op haar postpapier, in andere van haar uitgaande stukken en voor publiciteits- en voorlichtingsdoeleinden te gebruiken en aan anderen zoals publiciteitsorganisaties en - media, adviserende-, voorlichtende- en researchorganisaties het recht tot zodanig bezigen van het certificeringsmerk te verlenen.
Artikel 10
Dit reglement kan worden aangehaald als "Reglement op het gebruik van en toezicht op deelnemers beeldmerk SKV ".
Voor het bestuur,
X.X. xx Xxxxx X. Xxxxx
Voorzitter secretaris
TOELICHTING BEHORENDE BIJ HET REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP DEELNEMERS BEELDMERK SKV
In artikel 9 lid 1 onder a wordt bepaald dat de SKV een aanvrager tot gebruik van het beeldmerk kan weigeren indien zwaarwegende belangen van de SKV dit rechtvaardigen. De SKV zal bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van deze bevoegdheid in de situatie waarin de SKV gebleken is, dat bij een aanvrager tot gebruik van het beeldmerk recentelijk het gebruik van niet-toegelaten stoffen is geconstateerd, of overig handelen of nalaten in strijd met de strekking of de tekst van het Controle- en Sanctiereglement SKV is gebleken. In dergelijke omstandigheden kan gebruik van het beeldmerk immers een bedreiging vormen voor de integriteit en/of het imago van het beeldmerk.
REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP VLEESBEELDMERK SKV
Het bestuur van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector heeft, gelet op artikel 13 van de statuten van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector;
op 16 januari 2023 het navolgende reglement vastgesteld.
Definities
Artikel 1
Dit reglement neemt de definities van het Controle- en Sanctiereglement SKV over. Verder wordt verstaan onder:
blanke vleeskalveren: vleeskalveren als bedoeld in artikel 1 onderdeel 18 Controle- en Sanctiereglement SKV die in belangrijke mate worden gevoederd met melk of een melkvervangend preparaat ;
Merk
Artikel 2
1. Het certificeringsmerk
is als Uniecertificeringsmerk (nummer 018712968) ingeschreven bij het Bureau voor Intellectuele Eigendom van de Europese Unie (EUIPO).
2. Houdster van het certificeringsmerk is de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV).
3. SKV kan dit merk overdragen of daarop licentie verlenen. In geval van zodanige overdracht of licentie wordt voor de toepassing van dit Reglement in plaats van SKV gelezen degene, aan wie het merk is overgedragen dan wel mede de licentiehouder(s).
4. Het verlenen van een gebruiksrecht als bedoeld in artikel 3 en volgende is niet als een overdracht of licentie aan te merken.
Gebruiksrecht
Artikel 3
1. Iedere SKV aangeslotene is gerechtigd tot het gebruik van het certificeringsmerk onder de in dit reglement vastgestelde voorwaarden.
2. Voorts kan SKV het recht op gebruik van het certificeringsmerk schriftelijk verlenen aan natuurlijke en/of rechtspersonen die geen bedrijf in de vleeskalversector uitoefenen, ten behoeve van:
a. algemene pr-, reclame- en/of communicatie uitingen en dergelijke die er op gericht zijn het imago in overeenstemming met de SKV reglementen te bevorderen;
b. het vervaardigen van promotie en foldermateriaal en dergelijke ten behoeve van SKV aangeslotenen als bedoeld in het eerste lid.
3. Zodra en zolang het gebruiksrecht van het certificeringsmerk is verleend, mag het slechts worden gebruikt in overeenstemming met de eisen van dit reglement.
4. Het gebruik van het certificeringsmerk is uitsluitend toegestaan op het traject tijdens en na de slachtfase (kalfsvlees verwerkende bedrijven) en het product blank kalfsvlees.
Gebruik
Artikel 4
1. Gebruiker(s) zijn slechts bevoegd tot het gebruik van het certificeringsmerk, ten behoeve van de herkenbaarheid van het bedrijf als aangeslotene bij SKV, op:
a. reclamedrukwerk (advertenties, folders, mailingen, websites, posters en affiches, uithangborden, transportmiddelen etc),
b. handels- c.q. utiliteitsdrukwerk (briefpapier, enveloppen, adresstickers etc)
c. verpakkingen (dozen, zakken, pakpapier, sticker etc) en vlees van blanke vleeskalveren .
2. Het gebruik zoals bedoeld in lid 1 is slechts toegestaan indien de betreffende SKV aangeslotene en de betreffende producten en/of diensten voldoen aan het bepaalde in het Controle- en Sanctiereglement SKV.
Voorschriften voor het gebruik
Artikel 5
1. Het gebruik van het certificeringsmerk is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
a. het certificeringsmerk dient in de volgende kleuren te worden weergegeven: blauw (PMS 293), lichtblauw 60% raster van donkerblauw of bij verpakkingen PMS 297, geel (PMS 109).
b. bij gebruik op verpakkingen is het toegestaan het geel weg te laten;
c. bij gebruik in formaat kleiner dan 80 mm is gebruik van de versie met de minder fijne structuur in de wereldbol toegestaan;
d. wordt het logo afgedrukt op een transparante ondergrond dan dient een wit fond onder het beeldmerk te worden aangebracht;
e. het certificeringsmerk kan ook in zwart/wit worden gebruikt;
f. het certificeringsmerk is onverbrekelijk verbonden met de tekst “Controlled Quality Veal”;
h. Het certificeringsmerk is duidelijk en goed leesbaar aangebracht.
Op verzoek van de gebruiker wordt de digitale versie van het te gebruiken certificeringsmerk verstrekt.
2. Het is verboden:
a. het certificeringsmerk te gebruiken ten behoeve van aangeslotenen, diensten en/of producten die niet voldoen aan het bepaalde in het Controle- en Sanctiereglement;
b. het certificeringsmerk te wijzigen of aan te passen;
c. het certificeringsmerk te gebruiken voor bedrijven, producten en/of diensten buiten de slachtfase en voor producten anders dan blank kalfsvlees;
d. in het certificeringsmerk aanvullingen, waaronder begrepen een eigen handelsmerk, een (bedrijfs)logo en/of andere tekst dan de in dit reglement opgenomen tekst, aan te brengen;
e. het certificeringsmerk te integreren in een eigen handelsmerk;
f. het certificeringsmerk te gebruiken als eigen handelsmerk;
Controle
Artikel 6
1. De controle op de naleving van de voorschriften met betrekking tot het gebruik van het certificeringsmerk wordt uitgevoerd door of namens SKV en kan behelzen:
a. administratieve controle;
b. monstername en -onderzoek;
c. visuele controle;
d. andere vormen van inspecties en controles nodig voor een adequate uitoefening van het toezicht,
e.e.a. conform het Controle- en Sanctiereglement SKV.
2. Voor dit toezicht zullen door de SKV c.q. de door haar aangewezen personen of instellingen alle daarvoor geschikte maatregelen worden getroffen. De gebruikers van het certificeringsmerk moeten met name de SKV of de aangewezen personen of instellingen te allen tijde in staat stellen om bezoeken te brengen aan de bedrijfsruimten van de gebruikers of plaatsen daarbuiten, alwaar door de gebruikers werkzaamheden verband houdend met het bereiden, handelen en houden van kalvervoeders en vleeskalveren en het slachten van vleeskalveren worden verricht, met het doel om de naleving van de voorschriften te controleren.
Maatregelen
Artikel 7
Aan de gebruiker, die het certificeringsmerk gebruikt in strijd met dit Reglement kunnen door het bestuur van SKV de volgende sancties worden opgelegd:
1. een boete als door het bestuur is vastgesteld in haar overeenkomst met de gebruiker, onverminderd de uitoefening door de SKV van de overige, haar krachtens die overeenkomst toekomende rechten;
2. onmiddellijke opschorting of ontzegging van het toegekende gebruiksrecht door overtreder;
3. publicatie in een of meer dagbladen en/of periodieken van de opgelegde sanctie(s) onder opgaaf van redenen en onder vermelding van de naam van de in overtreding zijnde gebruiker.
Inbreuk/misbruik
Artikel 8
1. De gebruikers van het certificeringsmerk zijn verplicht iedere inbreuk op het certificeringsmerk, die hun ter kennis komt, mede te delen aan het bestuur van de SKV.
2. Iedere gebruiker van het collectieve merk is desgevraagd bevoegd om tezamen met de SKV een vordering in te stellen tegen ieder, die zonder daartoe gerechtigd te zijn gebruik maakt van het certificeringsmerk of van een daarmee overeenstemmend teken, dan wel zich in een zodanig geding te voegen of tussen te komen.
3. Indien de SKV alleen optreedt kan zij - doch is zij niet verplicht - het bijzonder belang van de gebruikers laten gelden en in haar eis tot schadevergoeding opnemen de bijzondere schade die een of meer van deze aangeslotenen en/of gebruikers heeft c.q. hebben geleden.
Overige bepalingen
Artikel 9
1. Het staat de SKV vrij:
a. een gebruiker het gebruiksrecht van het certificeringsmerk onder
opgave van redenen voor een nader vast te stellen periode te ontzeggen, in verband met zwaarwegende belangen van de SKV, ook al voldoen de door de aangeslotene vervaardigde en/of verhandelde waren en/of verrichte diensten aan de in dit reglement gestelde vereisten en ook al voldoet de gebruiker aan de gestelde voorwaarden.
b. aan het gebruiksrecht de voorwaarde te verbinden dat de gebruiker bijdraagt in de kosten van de organisatie van de SKV, daaronder begrepen de kosten van de door of vanwege de SKV uit te oefenen controle op het gebruik en in de kosten van door de SKV aan of in verband met het certificeringsmerk te geven publiciteit.
2. De SKV behoudt zich het recht voor om het certificeringsmerk ook zelf op haar postpapier, in andere van haar uitgaande stukken en voor publiciteits- en voorlichtingsdoeleinden te gebruiken en aan anderen zoals publiciteitsorganisaties en - media, adviserende -, voorlichtende - en researchorganisaties het recht tot zodanig bezigen van het certificeringsmerk te verlenen.
Artikel 10
Dit reglement kan worden aangehaald als "Reglement op het gebruik van en toezicht op vleesbeeldmerk SKV ".
Voor het bestuur,
X.X. xx Xxxxx X. Xxxxx
Voorzitter Secretaris
TOELICHTING BEHORENDE BIJ HET REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP VLEESBEELDMERK
In artikel 9 lid 1 onder a wordt bepaald dat de SKV een aanvrager tot gebruik van het beeldmerk kan weigeren indien zwaarwegende belangen van de SKV dit rechtvaardigen. De SKV zal bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van deze bevoegdheid in de situatie waarin de SKV gebleken is, dat bij een aanvrager tot gebruik van het beeldmerk recentelijk het gebruik van niet-toegelaten stoffen is geconstateerd, of overig handelen of nalaten in strijd met de strekking of de tekst van het Controle- en Sanctiereglement SKV is gebleken. In dergelijke omstandigheden kan gebruik van het beeldmerk immers een bedreiging vormen voor de integriteit en/of het imago van het beeldmerk.
REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP VLEESBEELDMERK VOOR ROSE VLEESKALVEREN SKV
Het bestuur van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector heeft, gelet op artikel 13 van de statuten van de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector;
op 16 januari 2023 het navolgende reglement vastgesteld.
Definities
Artikel 1
Dit reglement neemt de definities van het Controle- en Sanctiereglement SKV over. Verder wordt verstaan onder:
rosé vleeskalveren: vleeskalveren als bedoeld in artikel 1 onderdeel 18 Controle- en Sanctiereglement die niet in belangrijke mate worden gevoederd met melk of een melkvervangend preparaat.
Merk
Artikel 2
1. Het certificeringsmerk
is als certificeringsmerk ingeschreven bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom.
2. Houdster van het certificeringsmerk is de Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV).
3. SKV kan dit merk overdragen of daarop licentie verlenen. In geval van zodanige overdracht of licentie wordt voor de toepassing van dit Reglement in plaats van SKV gelezen degene, aan wie het merk is overgedragen dan wel mede de licentiehouder(s).
4. Het verlenen van een gebruiksrecht als bedoeld in artikel 3 en volgende is niet als een overdracht of licentie aan te merken.
Gebruiksrecht
Artikel 3
1. Iedere SKV aangeslotene is gerechtigd tot het gebruik van het certificeringsmerk onder de in dit reglement vastgestelde voorwaarden.
2. Voorts kan SKV het recht op gebruik van het certificeringsmerk schriftelijk verlenen aan natuurlijke en/of rechtspersonen die geen bedrijf in de vleeskalversector uitoefenen, ten behoeve van:
a. algemene pr-, reclame- en/of communicatie uitingen en dergelijke die er op gericht zijn het imago in overeenstemming met de SKV reglementen te bevorderen;
b. het vervaardigen van promotie en foldermateriaal en dergelijke ten behoeve van SKV aangeslotenen als bedoeld in het eerste lid.
3. Zodra en zolang het gebruiksrecht van het certificeringsmerk is verleend, mag het slechts worden gebruikt in overeenstemming met de eisen van dit reglement.
4. Het gebruik van het certificeringsmerk is uitsluitend toegestaan op het traject tijdens en na de slachtfase (kalfsvlees verwerkende bedrijven) en het product rosé kalfsvlees.
Gebruik
Artikel 4
1 Gebruiker(s) zijn slechts bevoegd tot het gebruik van het certificeringsmerk, ten behoeve van de herkenbaarheid van het bedrijf als aangeslotene bij SKV, op:
a. reclamedrukwerk (advertenties, folders, mailingen, websites, posters en affiches, uithangborden, transportmiddelen etc),
b. handels- c.q. utiliteitsdrukwerk (briefpapier, enveloppen, adresstickers etc)
c. verpakkingen (dozen, zakken, pakpapier, sticker etc) en vlees van rosé vleeskalveren .
2. Het gebruik zoals bedoeld in lid 1 is slechts toegestaan indien de betreffende SKV aangeslotene en de betreffende producten en/of diensten voldoen aan het bepaalde in het Controle- en Sanctiereglement SKV.
Voorschriften voor het gebruik
Artikel 5
1, Het gebruik van het certificeringsmerk is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
a. het certificeringsmerk dient in de volgende kleur te worden weergegeven: rood (PMS 206).
d. wordt het logo afgedrukt op een transparante ondergrond dan dient een wit fond onder het beeldmerk te worden aangebracht;
e. het certificeringsmerk kan ook in zwart/wit worden gebruikt;
f. het certificeringsmerk is onverbrekelijk verbonden met de tekst “Controlled Rose Quality Veal”;
h. Het certificeringsmerk is duidelijk en goed leesbaar aangebracht.
Op verzoek van de gebruiker wordt de digitale versie van het te gebruiken certificeringsmerk verstrekt.
2. Het is verboden:
a. het certificeringsmerk te gebruiken ten behoeve van aangeslotenen, diensten en/of producten die niet voldoen aan het bepaalde in het Controle- en Sanctiereglement;
b. het certificeringsmerk te wijzigen of aan te passen;
c. het certificeringsmerk te gebruiken voor bedrijven, producten en/of diensten buiten de slachtfase en voor producten anders dan rosé kalfsvlees;
d. in het certificeringsmerk aanvullingen, waaronder begrepen een eigen handelsmerk, een (bedrijfs)logo en/of andere tekst dan de in dit reglement opgenomen tekst, aan te brengen;
e. het certificeringsmerk te integreren in een eigen handelsmerk;
f. het certificeringsmerk te gebruiken als eigen handelsmerk.
Controle
Artikel 6
3. De controle op de naleving van de voorschriften met betrekking tot het gebruik van het certificeringsmerk wordt uitgevoerd door of namens SKV en kan behelzen:
a. administratieve controle;
b. monstername en -onderzoek;
c. visuele controle;
d. andere vormen van inspecties en controles nodig voor een adequate uitoefening van het toezicht,
e.e.a. conform het Controle- en Sanctiereglement SKV.
4. Voor dit toezicht zullen door de SKV c.q. de door haar aangewezen personen of instellingen alle daarvoor geschikte maatregelen worden getroffen. De gebruikers van het certificeringsmerk moeten met name de SKV of de aangewezen personen of instellingen te allen tijde in staat stellen om bezoeken te brengen aan de bedrijfsruimten van de gebruikers of plaatsen daarbuiten, alwaar door de gebruikers werkzaamheden verband houdend met het bereiden, handelen en houden van kalvervoeders en vleeskalveren en het slachten van vleeskalveren worden verricht, met het doel om de naleving van de voorschriften te controleren.
Maatregelen
Artikel 7
Aan de gebruiker, die het certificeringsmerk gebruikt in strijd met dit Reglement kunnen door het bestuur van SKV de volgende sancties worden opgelegd:
4. een boete als door het bestuur is vastgesteld in haar overeenkomst met de gebruiker, onverminderd de uitoefening door de SKV van de overige, haar krachtens die overeenkomst toekomende rechten;
5. onmiddellijke opschorting of ontzegging van het toegekende gebruiksrecht door overtreder;
6. publicatie in een of meer dagbladen en/of periodieken van de opgelegde sanctie(s) onder opgaaf van redenen en onder vermelding van de naam van de in overtreding zijnde gebruiker.
Inbreuk/misbruik
Artikel 8
4. De gebruikers van het certificeringsmerk zijn verplicht iedere inbreuk op het certificeringsmerk, die hun ter kennis komt, mede te delen aan het bestuur van de SKV.
5. Iedere gebruiker van het collectieve merk is desgevraagd bevoegd om tezamen met de SKV een vordering in te stellen tegen ieder, die zonder daartoe gerechtigd te zijn gebruik maakt van het certificeringsmerk of van een daarmee overeenstemmend teken, dan wel zich in een zodanig geding te voegen of tussen te komen.
6. Indien de SKV alleen optreedt kan zij - doch is zij niet verplicht - het bijzonder belang van de gebruikers laten gelden en in haar eis tot schadevergoeding opnemen de bijzondere schade die een of meer van deze gebruikers heeft c.q. hebben geleden.
Overige bepalingen
Artikel 9
1. Het staat de SKV vrij:
a. een gebruiker het gebruiksrecht van het certificeringsmerk onder opgave van redenen voor een nader vast te stellen periode te ontzeggen, in verband met zwaarwegende belangen van de SKV, ook al voldoen de door de aangeslotene vervaardigde en/of verhandelde waren en/of verrichte diensten aan de in dit reglement gestelde vereisten en ook al voldoet de gebruiker aan de gestelde voorwaarden.
b. aan het gebruiksrecht de voorwaarde te verbinden dat de gebruiker bijdraagt in de kosten van de organisatie van de SKV, daaronder begrepen de kosten van de door of vanwege de SKV uit te oefenen controle op het gebruik en in de kosten van door de SKV aan of in verband met het certificeringsmerk te geven publiciteit.
2. De SKV behoudt zich het recht voor om het certificeringsmerk ook zelf op haar postpapier, in andere van haar uitgaande stukken en voor publiciteits- en voorlichtingsdoeleinden te gebruiken en aan anderen zoals publiciteitsorganisaties en - media, adviserende -, voorlichtende - en researchorganisaties het recht tot zodanig bezigen van het certificeringsmerk te verlenen.
Artikel 10
Dit reglement kan worden aangehaald als "Reglement op het gebruik van en toezicht op vleesbeeldmerk voor rosé vleeskalveren SKV ".
Voor het bestuur,
X.X. xx Xxxxx X. Xxxxx
voorzitter secretaris
TOELICHTING BEHORENDE BIJ HET REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP VLEESBEELDMERK VOOR ROSE VLEESKALVEREN
In artikel 9 lid 1 onder a wordt bepaald dat de SKV een aanvrager tot gebruik van het beeldmerk kan weigeren indien zwaarwegende belangen van de SKV dit rechtvaardigen. De SKV zal bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van deze bevoegdheid in de situatie waarin de SKV gebleken is, dat bij een aanvrager tot gebruik van het beeldmerk recentelijk het gebruik van niet- toegelaten stoffen is geconstateerd, of overig handelen of nalaten in strijd met de strekking of de tekst van het Controle- en Sanctiereglement SKV is gebleken. In dergelijke omstandigheden kan gebruik van het beeldmerk immers een bedreiging vormen voor de
integriteit en/of het imago van het beeldmerk.