Waterakkoord Drenthe 2018
Xxxxxxxxxxxx Xxxxxxx 0000
Xxxxxxxxxxxx betreffende het peilbeheer van water op de Drentse scheepvaartverbindingen Meppel de Punt en zuidoost Drenthe.
eindconcept 4 september 2018
Inhoud
2. Afspraken over het waterbeheer 7
Artikel 3. Omgaan met watertekort en calamiteiten 7
Artikel 4. Informeren, meten, registreren en onderzoek 8
Artikel 5. Organisatie en afstemming 8
Artikel 6. Verrekening van kosten 9
Artikel 8. Evaluatie van en ontwikkelingen in het waterakkoord 11
Artikel 9. Wijziging van waterakkoord 11
Artikel 11. Overgangs- en slotbepalingen 11
Bijlagen die horen bij dit waterakkoord:
1. Overzichtskaart van het kanalenstelsel en wateraanvoersysteem, met waterschap grenzen en de locaties van de gemalen en sluizen.
2. Samenvatting van de wateraanvoervisie.
3. Lijst met kanaalpanden en waterpeilen
4. Lijst met gemalen en geïnstalleerde gemaalcapaciteiten
5. Overzicht van maximale waterbehoefte per waterschap en waterinlaat
6. Lijst met waterinlaatpunten.
7. Meetplan
8. Te verdelen kosten per beheerobject.
9. kostenverdeelsleutels & administratieve uitgangspunten.
a. De publiekrechtelijke rechtspersoon het waterschap Drents Overijsselse Delta, gevestigd te Meppel en kantoorhoudend te Zwolle, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Heer H.J. Xxxxxxxx, lid van het dagelijks bestuur, ter uitvoering van het besluit van het dagelijks bestuur van dit waterschap van (10 juli 2018), hierna genoemd “Waterschap Drents Overijsselse Delta”;
b. Het waterschap Vechtstromen, gevestigd te Almelo, vertegenwoordigd door xxxxxxx
X. Xxxxxx, lid van en handelend namens het dagelijks bestuur van dit waterschap ter uitvoering van het besluit van het dagelijks bestuur van Waterschap Vechtstromen, van (datum akkoord DB), hierna genoemd “Waterschap Vechtstromen”;
c. Het waterschap Hunze en Aa’s, gevestigd te Veendam, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxxx, lid van het dagelijks bestuur, ter uitvoering van het besluit van het dagelijks bestuur van dit waterschap van (10 september 2018), hierna genoemd, “Waterschap Hunze en Aa’s;
d. De provincie Drenthe, gevestigd te Assen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door
X. Xxxxx , lid van Gedeputeerde Staten van en handelend namens de provincie Drenthe ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van (datum akkoord GS) hierna genoemd "provincie Drenthe";
e. Het waterschap Noorderzijlvest, gevestigd te Groningen te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx X. Xxxx, lid van het dagelijks bestuur, ter uitvoering van het besluit van het dagelijks bestuur van dit waterschap van (11 september 2018), hierna genoemd: “Waterschap Noorderzijlvest”;
f. Het Wetterskip Fryslân, gevestigd te Leeuwarden, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw M.A.J. Xxxxx-Xxxxxxxx, dagelijks bestuurslid, ter uitvoering van het besluit van het dagelijks bestuur van dit waterschap van (datum akkoord DB), hierna genoemd: “Wetterskip Fryslân”;
g. Rijkswaterstaat Oost Nederland, gevestigd te (Arnhem) te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door N. Xxxxx, Hoofd Ingenieur Directeur, ter uitvoering van het besluit van Rijkswaterstaat van (datum akkoord), hierna genoemd “Rijkswaterstaat”.
Hierna te noemen ‘partijen’. Overwegen,
Bij het komen tot afspraken over de wateraanvoer in Drenthe nemen partijen de volgende zaken mee in de overwegingen:
- De scheepsvaartkanalen in Drenthe hebben zowel een functie voor de (recreatieve) scheepvaart als voor de waterhuishouding. Hierdoor zijn bij het beheer van de kanalen vijf waterschappen (waarvan twee als afnemende partij) en de provincie Drenthe betrokken en moet het beheer onderling worden afgestemd. Een waterakkoord het geëigende instrument is om die afspraken vast te leggen.
- In het waterakkoord Meppelerdiep / Overijsselsche Vecht zijn afspraken gemaakt met Rijkswaterstaat over de afwatering vanuit Drenthe via Meppelerdiep en Overijsselsche Vecht op het Zwarte Water en Zwarte Meer. Afspraken over de waterafvoer staan daarin opgenomen.
- Er zijn omstandigheden waarbij in delen van Drenthe een tekort aan water ontstaat. Dit tekort kan geheel of gedeeltelijk worden gecompenseerd door de aanvoer van water met het Drentse wateraanvoersysteem. Dit systeem is een gezamenlijk belang van de waterschappen. Er zijn afspraken nodig om vast te leggen hoe met het wateraanvoersysteem en de bekostiging daarvan wordt omgegaan.
- In het kader van het Deltaprogramma Zoetwater is afgesproken om de wateraanvoer met maximaal 10% uit te breiden.
- De waterschappen hebben de wateraanvoer geëvalueerd om te komen tot een gezamenlijke visie op beheer en ontwikkeling van het aanvoersysteem. Een samenvatting van dit onderzoek treft u aan in bijlage 2. Op hoofdlijnen worden de volgende conclusies getrokken:
o De bestaande aanvoercapaciteit is groot genoeg voor extreem droge perioden in het huidige klimaat.
o Door aanpassingen in de infrastructuur is in de huidige situatie gemaal Holthe niet meer nodig voor de wateraanvoer.
o Ook aanvoer via gemaal Stieltjeskanaal is niet nodig. Vanuit het waterakkoord Twenthekanalen / Overijsselsche Vecht is deze aanvoerroute wel mogelijk.
o Het gemaal op de Nieuwerbrugsluis heeft geen overcapaciteit en zal bij toenemende watervraag als eerste een bottleneck vormen. Bij vervanging of groot onderhoud aan dit gemaal dient bezien te worden of de capaciteit eenvoudig kan worden vergroot. Het in stand houden van gemaal Xxxxxx of Stieltjeskanaalsluis kan als alternatief dienen voor uitbreiding van gemaal Nieuwerbrugsluis.
- Als gevolg van (geplande) aanpassingen in de waterhuishouding is de waterbehoefte gewijzigd en is de waterverdeling tussen de partners van het waterakkoord aangepast te worden.
- Landelijk en provinciaal zijn verdringingsreeksen afgesproken voor de verdeling van water onder extreme omstandigheden. Aanvullend daarop zijn afspraken nodig voor de verdeling van water en kosten onder normale omstandigheden.
- Partijen zijn voorstander van een afrekeningssystematiek die zoveel mogelijk recht doet aan het principe van ‘de gebruiker betaalt’.
- Dit waterakkoord handelt over de kwantiteitsaspecten van water aanvoer. Partijen realiseren zich dat er ook waterkwaliteitsaspecten spelen. Bronnen in het ene gebied kunnen effect hebben op het andere gebied. De waterschappen zijn bezig om voor 2021 in beeld te brengen welke maatregelen nodig en mogelijk zijn om de Kaderrichtlijn Water (KRW) doelen te halen.
In 2009 is de Waterwet van kracht geworden. Daarin is bepaald dat er in principe maar twee waterbeheerders zijn: Rijkswaterstaat voor de Rijkswateren, en de waterschappen voor de regionale wateren. Deze rolverdeling is nog eens bevestigd in het Bestuursakkoord Water uit 2010.
Dit is aanleiding om het peilbeheer van de Drentse kanalen over te dragen van de provincies naar de waterschappen. De overdracht van het peilbeheer van de Drentse kanalen geschiedt gefaseerd: het peilbeheer op de Zuid Oost Drentse kanalen (Hoogeveensche Vaart, Verlengde Hoogeveensche Vaart, Bladderswijk en Stieltjeskanaal) wordt per 1-10-2018 overgedragen aan het Waterschap Drents Overijsselse Delta en waterschap Vechtstromen, de overdracht van het peilbeheer op de Drentse Hoofdvaart en het Noord Xxxxxxxxxxxxx is het streven voor 1-1-2020, aan het Waterschap Drents Overijsselse Delta.
In het kader van de overdracht wordt het “Waterakkoord Drenthe” uit 1994 vervangen. Dit waterakkoord bevat alle afspraken met betrekking tot het peilbeheer en de omgang met droogte. Dit waterakkoord leidt niet tot verandering van de uitwisseling van water in de afvoersituatie. Voor overige afspraken t.a.v. waterafvoer wordt verwezen naar het waterakkoord Meppelerdiep / Overijsselsche Vecht van juli 2018.
Daarnaast worden in afzonderlijke overeenkomsten afspraken vastgelegd over:
- De overdracht van het peilbeheer en daarbij behorende kunstwerken
- Het beheer van de kanaalpanden (het “bakbeheer”) en een financiële bijdrage van de waterschappen daarvoor aan de provincie Drenthe.
Een drietal akkoorden zijn is naast het waterakkoord Drenthe relevant voor het waterbeheer op de Drentse kanalen.
- In het waterakkoord Meppelerdiep /Overijsselsche Vecht, juli 2018, zijn afspraken over het beheer in de afvoersituatie, inclusief hoogwater, gemaakt. Dit waterakkoord handelt vooral over de afwenteling van het waterbezwaar tijdens hoogwater op de Rijkswateren.
- Het waterakkoord Twentekanalen / Overijsselsche Vecht, 21 maart 2017 (ondertekend op 19 april 2017), heeft betrekking op zowel de afvoersituatie als de aanvoersituatie op de Twentekanalen en de Vecht. Uit dit systeem kan 1.2 m³/s worden aangevoerd met het gemaal bij de Stieltjeskanaalsluis.
- De “Overeenkomst overdracht aan provincie Drenthe van het Noord-Xxxxxxxxxxxxx, de Drentsche Hoofdvaart en het Meppelerdiep”, 1993. Deze overeenkomst regelt de overdracht van beheer, inclusief een financiële bijdrage, van het Rijk aan de provincie. Wanneer het peilbeheer van dit traject wordt overgedragen aan de waterschappen in 2020, heeft dit consequenties voor de financiële vergoeding aan de provincie en ontvangen de waterschappen een gewenningsbijdrage.
Dit waterakkoord heeft betrekking op het peilbeheer en de wateraanvoer op de scheepvaartkanalen in Drenthe en de watervoorziening in Drenthe, delen van Overijssel, Groningen en Fryslân.
Wateraanvoer
Naar aanleiding van de extreme droogte in 1976 is in Drenthe een wateraanvoerplan gerealiseerd om droogteschade in de landbouw en natuur zoveel mogelijk te voorkomen. Het kanalenstelsel maakte het mogelijk om water uit de IJssel, Zwarte Water en het IJsselmeer tot hoog op het Drentse plateau te brengen. In 1994 is het aanvoersysteem gerealiseerd en is sindsdien nauwelijks gewijzigd. In Drenthe verloopt de wateraanvoer via 2 systemen: naar het noorden via Drentse Hoofdvaart en het Noord-Xxxxxxxxxxxxx, naar het oosten via de (Verlengde) Hoogeveense Vaart.
Het water wordt voor beide systemen opgepompt uit het Meppelerdiep, dat op haar beurt gevoed wordt vanuit Zwarte Water en wanneer de aanvoer via de IJssel beperkt is vanuit het Zwarte Meer en Ketelmeer. In bijlage 1 staat het aanvoersysteem op kaart weergegeven. Door gemaal Holthe kan via de Beilervaart en het Linthorst-Homankanaal water uit het hoogste pand van de Drentse Hoofdvaart worden doorgepompt naar de verlengde Hoogeveensevaart. Sinds 2013 is deze route niet meer gebruikt en maakt nu ook geen onderdeel meer uit van dit waterakkoord.
Waterafvoer
Oorspronkelijk waterde Zuid-Drenthe af via diverse beken, zoals de Wold Aa, Oude Diep, Loodiep, Drostendiep, Kleine Vecht en Bargerbeek. Toen de kanalen werden gegraven vervingen deze gedeeltelijk de oude beeklopen. En soms kruiste het kanaal de oude beeklopen. De beeklopen werden ofwel aangekoppeld op het kanaal om voor een betere ontwatering te zorgen, ofwel de beken werden onder het kanaal door geleid. In de huidige situatie watert een deel van Drenthe af via de kanalen, een ander deel wordt via het oorspronkelijke stelsel van beken afgevoerd. De kanalen leveren tijdens hoogwater een belangrijke bijdrage aan de waterafvoer.
Het kwantiteitsbeheer van het Overijsselse deel van het Meppelerdiep berust sinds de overdracht van het gemaal Zedemuden op 31 mei 2018 van RWS Oost Nederland bij het waterschap Drents Overijsselse Delta. Het waterkwantiteitsbeheer van de Zuidoost Drentse kanalen berust bij de waterschappen Vechtstromen en Drenst Overijsselse Delta vanaf 1 oktober 2018. Het waterkwantiteitsbeheer van de Meppel de Punt blijft in eerste instantie bij de provincie Drenthe waarbij het voornemen is deze voor 2020 over te dragen aan het waterschap Drents Overijsselse Delta.
2. Afspraken over het waterbeheer.
a) De overdracht van het peilbeheer vormt voor de waterschappen geen aanleiding om de streefpeilen te herzien. De waterschappen gaan daarom de streefpeilen hanteren zoals die zijn vastgelegd in het “Waterkwantiteitsbeheersplan voor de provinciale kanalen 2002 - 2006” van de provincie Drenthe, zie bijlage 3.
b) De streefpeilen worden zo goed als mogelijk (met een afwijking van maximaal +/- 5 cm) gehandhaafd.
c) In uitzonderlijke gevallen is ten behoeve van onderhoudswerk of nieuwbouw een geringe kortdurende waterpeilverlaging op enkele vaarwegtrajecten mogelijk. Voorafgaand aan dergelijke ingrepen vindt altijd overleg plaats tussen waterbeheerder en scheepvaartbeheerder.
a) Rijkswaterstaat stelt 13,4 m³/s water beschikbaar vanuit het Zwarte Water exclusief de overige inlaten vanuit het Meppelerdiep.
b) De in lid a genoemde totale hoeveelheid water wordt verdeeld over de waterschappen volgens de in bijlage 5 vastgelegde maximale waterbehoefte per waterschap.
c) Partijen spannen zich in tot het leveren en doorvoeren van water zolang dit beschikbaar en gewenst is.
d) Partijen spannen zich in om de capaciteit van wateraanvoergemalen zoals vastgelegd in bijlage 4 in stand te houden.
e) Waterbeheerders kunnen vrijelijk water inlaten vanuit het kanalensysteem, mits het water beschikbaar is en de hoeveelheden en tijdstippen geregistreerd worden.
f) De waterinlaathoeveelheid (datgene wat wordt ‘afgetapt’ uit het aanvoersysteem) mag niet hoger zijn dan afgesproken maximale waterbehoefte, tenzij op dat moment in het droogteoverleg expliciet is afgesproken met waterbeheerder en scheepvaartbeheerder.
g) Over structurele wijzigingen in de aanvoercapaciteit en de maximale watervraag is overeenstemming nodig tussen partijen. Dit leidt tot aanpassing van dit waterakkoord.
h) Over structurele uitbreiding van de inlaatcapaciteit is overeenstemming nodig tussen partijen.
Artikel 3. Omgaan met watertekort en calamiteiten
a) Bij dreigend watertekort, als de geïnstalleerde wateraanvoercapaciteit voor meer dan 80% wordt benut, kan de waterbeheerder opdracht geven aan de scheepvaartbeheerder om het schutten ten behoeve van de scheepvaart te beperken.
b) In een situatie met (dreigend) watertekort wordt door de betrokken waterbeheerders binnen hun beheergebied een afweging van belangen gemaakt voor een verantwoorde verdeling van het nog beschikbare water. Daarbij geldt als uitgangspunt de landelijke en regionaal vastgelegde verdringingsreeks.
c) Indien er onvoldoende water is om aan alle vragen te voldoen, dan wordt het wel beschikbare water verdeeld over de waterschappen naar rato van de in dit waterakkoord vastgelegde maximale waterbehoefte.
d) In geval van uitval van gemalen worden zoveel als redelijk is en in overleg met betrokken waterbeheerders noodpompen geplaatst zodat de wateraanvoer toch door kan gaan. Voorafgaand aan het plaatsen wordt door de betrokken waterbeheerders ingestemd met de extra kosten. Kosten worden vervolgens gedeeld via reguliere systematiek, met uitzondering van situaties waarbij de kosten het gevolg zijn van verwijtbaar of nalatig handelen dan wel op derden verhaald kunnen worden.
e) Partijen stellen gezamenlijk een draaiboek droogte op voor het aanvoersysteem, met daarin een uitwerking voor de verdringingsreeks, en afspraken over oefenen.
Artikel 4. Informeren, meten, registreren en onderzoek.
a) Voor het operationele beheer, voor de verrekening van kosten en het uitvoeren van evaluaties is inzicht nodig in waterpeilen en debieten van wateraanvoer, -doorvoer en -inlaat. Partijen spreken af dat zij meten, waarnemen en registreren volgens een meetplan (bijlage 7).
b) Wijzigingen in het meetplan zijn mogelijk na instemming van partijen en worden vastgelegd in het in artikel 6 afgesproken managementoverleg.
c) Partijen spannen zich in om telemetrie van de geautomatiseerde kunstwerken zoals vastgelegd in het meetplan zodanig aan te passen, dat gegevens indien gewenst online inzichtelijk zijn voor elkaar.
d) In verband met het bewaken van de schutverliezen registreert de provincie Drenthe informatie waaruit kan worden afgeleid hoe vaak er geschut wordt.
e) Waterschap Drents Overijsselse Delta en waterschap Vechtstromen verzamelen alle (financiële) gegevens die nodig zijn om de investeringen en exploitatiekosten van het wateraanvoerende kunstwerken te kunnen bepalen. Waterschap Vechtstromen stelt deze gegevens ter beschikking aan Waterschap Drents Overijsselse Delta die de jaarlijkse afrekening verzorgt op basis van het verrekenmodel zoals opgenomen in bijlage 8.
f) De waterschappen versturen individueel rekeningen aan partijen van dit waterakkoord.
g) Voor het verstrekken van de informatie als bedoeld in dit artikel brengen partijen elkaar geen kosten in rekening.
h) Wanneer dat relevant is voor enige andere partij, zoals bij groot onderhoud, storingen in wateraanvoer, telemetrie, meetplan of registratie daarvan infomeren de beheerders elkaar onderling en bepalen zij samen of aanvullende actie nodig is.
i) De volgende onderzoeken worden in het kader van het wateraanvoersysteem uitgevoerd:
o Waterschap Drents Overijsselse Delta doet nader onderzoek naar de toekomst van gemaal Xxxxxx. Waterschap Hunze en Aa’s, waterschap Vechtstromen en de provincie Drenthe dragen respectievelijke 50,37% en 31,39 % en 19% conform het Waterakkoord Drenthe van 1994 bij aan de kosten voor aanpassing van dit gemaal (echter maximaal de sloopkosten).
o Nader onderzoek wordt gedaan naar de aanvoer via gemaal Stieltjeskanaal om te bezien wat vanuit doelmatigheidsoogpunt rendabel is met betrekking tot de instandhouding van dit gemaal.
Artikel 5. Organisatie en afstemming.
a) Beheerdersoverleg. Minimaal eenmaal per jaar (april/mei) wordt ten behoeve van onderlinge afstemming, operationele afspraken en ter voorbereiding van een mogelijke droge periode in de zomer een zogenoemd beheerdersoverleg met de partijen van dit waterakkoord gevoerd. Daarbij worden minimaal betrokken de gebiedsbeheerders van de peilbeherende waterschappen en de provincie Drenthe. Naar behoefte kunnen andere disciplines en organisaties worden uitgenodigd. Het initiatief wordt genomen door Waterschap Drents Overijsselse Delta.
b) Managementoverleg. Jaarlijks vindt minimaal 2 x overleg plaats op managementniveau met de deelnemende betalende partijen. In het voorjaar (mei) om de rekening en resultaten van het voorgaande jaar goed te keuren en in het najaar (september) om (investerings)plannen en begroting voor het volgende jaar, alsmede de meerjaren planning (5 jaar) voor de investeringen te bespreken en goed te keuren. Wanneer geen overeenstemming bereikt wordt, vindt overleg plaats op bestuurlijk niveau. Deelnemers zijn de voor wateraanvoer budgetbevoegde medewerkers of leidinggevenden van de deelnemende waterschappen en de provincie. Naar
behoefte kunnen andere disciplines en organisaties worden uitgenodigd. Het initiatief wordt genomen door de coördinator wateraanvoer van Waterschap Drents Overijsselse Delta.
c) Droogteoverleg Drenthe. Zolang er voldoende water beschikbaar is om aan de vraag te voldoen worden operationele afspraken gemaakt tussen de gebiedsbeheerders. Zodra zich echter een situatie voordoet of dreigt voor te doen van onvoldoende wateraanvoer wordt een droogteoverleg gehouden in het kader van dit waterakkoord. In dit droogteoverleg vindt afstemming plaats tussen de operationele leiders van de verschillende waterschappen, aangevuld met specialisten. Voor de waterverdeling wordt uitgegaan van de landelijk en regionale verdringingsreeks. Het droogteoverleg rapporteert en adviseert aan de individuele besturen van de waterschappen en provincie. Als er afspraken gemaakt moeten worden over de verdeling van een tekort, of er concrete maatregelen genomen moeten worden ter beperking van de (maatschappelijke) schade als gevolg van droogte wordt er een bestuurlijk overleg georganiseerd dat keuzes maakt en/of ambtelijke keuzes bekrachtigt.
d) Landelijke en regionale afstemming. Wateronttrekking uit het hoofdwatersysteem vanuit IJssel, Zwarte Water of IJsselmeer kan worden beperkt. Vanuit landelijk perspectief kan de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) hiertoe adviseren. Voor beperking van onttrekkingen uit het IJsselmeer verloopt de afstemming via het Regionaal Droogteoverleg Noord (RDO Noord ofwel IJsselmeergebied). In dit overleg zijn naast Rijkswaterstaat zeven provincies en negen waterschappen vertegenwoordigd. Voor de watertoedeling in geval van een (dreigend) watertekort is door RDO Noord de landelijke verdringingsreeks regionaal uitgewerkt. Daarnaast functioneert het Regionaal Droogteoverleg Twentekanalen voor de verdeling van het water via het gemaal Eefde en Stieltjeskanaal. De deelnemende waterbeheerders van dit waterakkoord kunnen er individueel en per situatie voor kiezen of ze zelf deelnemen aan deze overleggen of zich door een ander waterschap laten vertegenwoordigen.
De coördinatiecommissie(s) droogte stel(len) voor de verschillende waterakkoorden met het Rijk de verdeling van het aangevoerde water vast. Of dat al dan niet leidt tot maatregelen binnen de waterschappen blijft de verantwoordelijkheid van de individuele besturen, omdat de regionale verschillen groot kunnen zijn.
e) Waterschap Drents Overijsselse Delta vervult als coördinator de volgende taken:
I. Samenroepen en voorzitten van overleggen (beheerders, manager en droogteoverleg), uitnodigingen en verslaglegging.
II. Opstellen jaarlijkse afrekeningen.
III. Coördinatie wateraanvoer.
IV. Coördinatie van onderlinge informatievoorziening.
V. Gemeenschappelijk aanspreekpunt.
VI. Het onderhouden van contact met het Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW), met name tijdens droogteperioden. Veelal gebeurt dit via de RDO.
VII. Het onderhouden van contacten met aangrenzende regionale droogtecommissies.
Artikel 6. Verrekening van kosten.
Investeringen
a) Indien een vervanging van pompen, motoren en/of gebouwen van een aanvoergemaal in dit waterakkoord aan de orde is, dragen alle partijen van het waterakkoord bij naar rato van hun maximale waterbehoefte, zoals is vastgelegd in bijlage 5.
b) Indien een uitbreiding van de capaciteit van de gemalen gewenst en daartoe besloten wordt, dan komen de kosten van de uitbreiding geheel voor rekening van de initiatiefnemer(s).
c) Investeringskosten worden direct na gereed komen van de investering verrekend met partijen. Dat maakt het voor iedere deelnemer mogelijk om te werken met eigen afschrijvingstermijnen, rekenrentes etc. Investeringsbijdragen worden bij uittreding uit deze overeenkomst niet gerestitueerd.
d) Geen der partijen is verplicht tot het plegen van nieuwe investeringen voor eigen rekening, niet zijnde investeringen ten behoeve van het normale onderhoud, indien die investeringen ten goede komen aan meerdere partijen.
Vaste jaarlijkse lasten
e) De vaste jaarlijkse lasten betreffen de kosten zoals die vermeld staan in bijlage 8. Het betreft onder meer personeelskosten, elektriciteitskosten en de kosten voor (middel)groot onderhoud.
f) Voor waterschap Drents Overijsselse Delta worden ook de kosten/uren voor coördinatie in de afrekening betrokken.
g) De vaste jaarlijkse kosten worden verrekend volgens de verdeelsleutel gebaseerd op de maximale waterbehoefte zoals weergegeven in bijlage 5. Deze kosten worden immers gemaakt ongeacht de hoeveelheid water die in dat jaar wordt verpompt. En sluit aan bij het principe “de gebruiker betaalt”. De verdeelsleutel staat weergegeven in bijlage 9.
Variabele jaarlijkse kosten.
g) De variabele jaarlijkse kosten betreffen de stroomkosten van de gemalen en de kosten die gemoeid zijn met de levering van water vanuit het Overijsselse systeem (voor zolang partijen daar gebruik van maken). Een volledig overzicht van de variabele kostenposten en kostenplaatsen is weergegeven in bijlage 8.
h) De variabele kosten worden verrekend op basis van de daadwerkelijk geleverde en doorgevoerde hoeveelheden water volgens het principe ‘de gebruiker betaalt’. Pompkosten worden dus cumulatief verrekend: degene die water afneemt dat 6 maal is opgepompt, betaalt mee aan investering en exploitatie van 6 pompen. De verdeelsleutel voor de variabele kosten staat weergegeven in bijlage 9.
i) Zolang we daar gebruik van maken, worden vanuit het waterakkoord Twentekanalen / Overijsselsche Vecht kosten in rekening gebracht voor de levering van water bij gemaal Stieltjeskanaal. Na de overdracht van het peilbeheer op de Drentse kanalen dient de rekening daarvoor niet langer gestuurd te worden naar de provincie Drenthe, maar naar Waterschap Vechtstromen. Deze betaalt de rekening en de verrekening naar partijen wordt gedaan binnen de jaarlijkse afrekening die wordt verzorgd door waterschap Drents Overijsselse Delta.
j) In theorie is het mogelijk dat waterschap Drents Overijsselse Delta gebruik maakt van door gemaal Stieltjeskanaalsluis opgepompt water. In de praktijk en voor de verrekening van kosten wordt ervan uit gegaan dat dit water uitsluitend benut wordt door waterschap Vechtstromen en waterschap Hunze en Aa’s.
Uitzonderingen
k) In uitzonderingsgevallen worden afzonderlijk afspraken door de investerende partij gemaakt over verrekening van kosten. Dit geldt bijvoorbeeld in geval er duurzaamheidsinvesteringen worden uitgevoerd zoals een zonnepark.
Verrekening
l) Een overzicht van de kosten en een voorstel tot verrekening wordt jaarlijks vastgesteld in het managementoverleg.
m) Om administratieve inspanning te beperken worden uren niet verrekend via tijdregistratie maar via een stelpost.
n) Tussen provincie en waterschappen vindt geen verrekening plaats van vaste lasten, variabele kosten of investeringskosten op gemalen en sluizen.
a) Partijen doen bij deze afstand van alle aanspraken die zij tegenover elkaar zouden kunnen doen gelden wegens schade als gevolg van het falen van gemalen of sluizen en het inlaten van water of het ontbreken daarvan. Dit behoudens opzet of grove schuld aan de zijde van één van de partijen.
b) Xxxxxx aan derden als gevolg van het inlaten van water of het ontbreken daarvan, komt voor rekening van de beheerder in wiens gebied de schade is geleden. Deze schade kan niet onderling tussen partijen worden verrekend, tenzij er sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van de beheerder(s) van het aanvoersysteem.
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 8. Evaluatie van en ontwikkelingen in het waterakkoord
a) Eens per vijf jaar wordt een evaluatie opgesteld voor dit waterakkoord. Het betreft in ieder geval de kostenverdeelsleutels, werkafspraken, de visie en andere relevante zaken. Dit wordt besproken in het managementoverleg en voorgelegd aan de individuele besturen.
Artikel 9. Wijziging van waterakkoord
a) Partijen komen overeen om kostenverdeelsleutels, werkafspraken, visie, en andere relevante zaken iedere 5 jaar te evalueren en aan te passen naar nieuwe inzichten en feiten.
b) Wanneer een deelnemende partij eenzijdig afziet van verdere deelname vervallen de bijdrage aan de variabele kosten, maar blijft hij 5 jaar meebetalen aan de vaste lasten van de gemalen (of koopt dat af). Indien een andere termijn redelijk is om de gemaakte kosten te dekken kan een andere termijn worden overeengekomen.
c) Tussentijdse wijziging is mogelijk nadat beheerdersoverleg en management overleg daarmee instemt en vindt plaats door besluitvorming in de afzonderlijke besturen.
a) Indien beheerders of managers het niet eens kunnen worden, wordt geëscaleerd naar het niveau van verantwoordelijk afdelingshoofd, eenheidsmanager of in laatste instantie het bestuur.
b) Eventuele geschillen met betrekking tot toepassing en/of uitvoering van dit waterakkoord worden in eerste instantie onderling geregeld tussen de bij het geschil betrokken partijen.
c) Indien dit niet leidt tot een voor alle betrokken partijen bevredigende oplossing, wordt het geschil voorgelegd aan de bevoegde rechtbank van Noord Nederland.
Artikel 11. Overgangs- en slotbepalingen.
a) De geldigheidsduur van dit waterakkoord is in principe onbeperkt.
b) Door het ondertekenen van dit waterakkoord komt het Waterakkoord Drenthe zoals getekend op 11 maart 1994 te vervallen voor zover het betreft de Zuidoost Drentse Kanalen Hoogeveensche Vaart, Verlengde Hoogeveensche Vaart, Bladderswijk en Stieltjeskanaal.
c) Voor de Drentse Hoofdvaart en het Noord-Xxxxxxxxxxxxx blijft het Waterakkoord Drenthe gelden tot de overdracht van het peilbeheer van Meppel de Punt.
d) Door het ondertekenen van dit waterakkoord komt de bijdrage in het waterhuishoudkundig beheer te vervallen, welke is opgenomen in de Overeenkomst tussen de provincie Drenthe en het waterschap ’t Suydevelt inzake de overdracht van de niet-scheepvaartkanalen en de bijdrage in het waterhuishoudkundig beheer van de provinciale scheepvaartkanalen (de ‘Overige Vaarwegen’ van de provincie) en de Overeenkomst tussen de provincie Drenthe en het waterschap Meppelerdiep inzake de overdracht van de niet-scheepvaartkanalen en de bijdrage
in het waterhuishoudkundig beheer van de provinciale scheepvaartkanalen (de ‘Overige Vaarwegen’ van de provincie), beide getekend 7 april 1999.
ONDERTEKENING
Aldus overeengekomen, xxxx, 17 oktober 2018
het waterschap Drents Overijsselse Delta Namens deze: | het waterschap Vechtstromen Namens deze: |
H.J. Pereboom Dagelijks Bestuurslid | X. Xxxxxx Dagelijks Bestuurslid |
********* | ********* |
het waterschap Hunze en Aa’s | het waterschap Noorderzijlvest |
Namens deze: | Namens deze: |
H. Xxxxxxx | X. Xxxx |
Dagelijks Bestuurslid | Dagelijks Bestuurslid |
********* | ********* |
het Wetterskip Fryslân Namens deze: | de provincie Drenthe Namens deze: |
.A.J. Xxxxx-Xxxxxxxx Dagelijks Bestuurslid ********* | X. Xxxxx Xxx Xxxxxxxxxxxx Staten |
********* | |
Rijkswaterstaat Oost Nederland Namens deze N. Kalfs Hoofdingenieur-directeur mede namens RWS Noord – en Midden Nederland ********* |
Bijlage 1 Overzichtskaart kanalenstelsel Drenthe
Bijlage 2 Samenvatting van de wateraanvoervisie.
In de aanloop naar de overdracht van het peilbeheer is in opdracht van de waterschappen een evaluatie gedaan van de wateraanvoer in de afgelopen decennia en is op basis daarvan een gezamenlijk visie opgesteld. Deze is te vinden in “Wateraanvoervisie Drents Primair Aanvoersysteem (DPA), Sweco rapport 14- 12-2017)”.
Huidige aanvoercapaciteit
De huidige wateraanvoercapaciteit is de afgelopen decennia voldoende gebleken. De maximaal benutte capaciteit tijdens de meest extreme droogteperiode sinds de wateraanvoer functioneert, is circa 60-75% van de geïnstalleerde capaciteit. De gemiddeld hoogste benutting per dag is 80-85 % van de pompcapaciteit. Dat betekent dat we minimaal nog 20% capaciteit over hebben die kan worden benut om een toenemende watervraag tijdens extreem droge perioden op de vangen. Deze toename kan het gevolg zijn van ofwel uitbreiding van het areaal waar water wordt aangevoerd, ofwel omdat de behoefte vanuit de landbouw toeneemt doordat er andere gewassen geteeld worden of intensiever wordt beregend/geïrrigeerd.
Toekomstige waterbehoefte
Met de huidige inzichten neemt de waterbehoefte op de lange termijn (2050) met 20-40% toe. De huidige overcapaciteit zou dan gemiddeld genomen voldoende moeten zijn voor de eerste 10 jaar. En over 10 jaar is meer bekend over daadwerkelijk trends en ontwikkelingen in zowel klimaat, als mogelijk veranderende watervraag door ontwikkelingen in de landbouw. We kunnen op dit moment dus volstaan met het in stand houden van de huidige capaciteit.
In kader van Deltaprogramma Zoetwater is in de Regio Oost beleidsmatig afgesproken dat de wateraanvoer met maximaal 10% mag toenemen. Voor de visie op de wateraanvoer in Drenthe nemen we dit ook als uitgangspunt. Dat betekent dat er nog 10% uitbreiding kan komen in aanvoercapaciteit. Daar waar door klimaatontwikkeling en toename van de vraag uit de landbouw als gevolg van grotere productie een watervraag ontstaat die meer dan 10% is van de huidige capaciteit, dient de behoefte door het gebied te worden opgevangen door adaptatie en mitigatie (conservering, type beregening; teeltwijze; gewaskeuze etc.).
Toch kan het zinvol zijn om de pompcapaciteit te vergroten. De afspraken in het waterakkoord en het Deltaprogramma Zoetwaterbeheer Oost Nederland hebben immers betrekking op perioden van extreme droogte die minder dan eens per 10 jaar voorkomen. Het kan uit economisch oogpunt aantrekkelijk zijn om juist in jaren die net niet extreem zijn toch meer water te kunnen aanvoeren. Bij noodzakelijk renovatie of vervanging dient daarom te worden nagegaan of de pompcapaciteit eenvoudig en tegen relatief geringe kosten kan worden vergroot. Bij vervanging van pompen dimensioneren we de gemaal capaciteit op basis van gewenste wateraanvoer in situaties dat er geen tekorten zijn. (En dus niet op basis van waar we recht op hebben tijdens een periode van tekort).
Gemaal Holthe is gebouwd voordat het wateraanvoersysteem werd ingericht. Het gemaal was primair bedoeld om de schutverliezen te compenseren, maar werd ook gebruikt als alternatieve wateraanvoerroute om extra water aan te voeren naar het 5de pand van de Hoogeveensevaart (tussen Noordseschut en Erica). Er van uitgaand dat uitval van pompcapaciteit door storingen worden opgelost door het plaatsen van noodpompen, is het niet rendabel om een alternatief aanvoertraject, via de Holthersluis als een soort back-up in stand te houden.
Daarnaast werd het gemaal bij sluis Holthe ook gebruikt om de Beilervaart door te spoelen. Dit was incidenteel nodig om de negatieve effecten van de lozing van het effluent van de rwzi Beilen op de waterkwaliteit te verminderen. Na amoveren van deze rwzi is doorspoelen niet meer nodig.
Het gemaal Holthe kan vervallen als onderdeel van het wateraanvoersysteem.
Gemaal Stieltjeskanaal werd in het verleden maximaal ingezet omdat werd uitgegaan van de veronderstelling dat dit water goedkoper was dan water aangevoerd via het gemaal bij de Noordseschutsluis. Naar aanleiding van de gevraagde bijdrage van de waterschappen aan het gemaal bij Eefde en het nadenken over een eerlijke afrekening van de wateraanvoer is de inzet van gemaal Stieltjeskanaalsluis geëvalueerd.
- De capaciteit van dit gemaal is niet noodzakelijk om aan de gezamenlijke watervraag van Vechtstromen en Hunze en Aa’s te kunnen voldoen.
- Aanvoer via het Stieltjeskanaal lijkt, uitgaand van de gegevens van 2013, 2014 en 2015, iets goedkoper, maar het verschilt sterk per jaar en is sterk afhankelijk van de berekeningswijze. In drogere jaren maakt het vrijwel niet uit.
In de kostenberekening van het water bij Stieltjeskanaal zijn de investeringskosten niet meegenomen. Daarnaast blijken er in de gegevens nogal wat aannames en fouten te zitten (natuurlijke aanvoer, kosten water Eefde).
Aanbevolen wordt om op dit moment geen conclusies te trekken en deze vraag te onderzoeken in de eerste jaren dat de waterschappen het beheer hebben. Dan wel goed meten en kosten eenduidig registreren.
Bijlage 3 Lijst met kanaalpanden en waterpeilen
Kanaal | Pand | Streefpeil m t.o.v. N.A.P. | Sluis, aflaatwerk of stuw |
Noord-Xxxxxxxxxxxxx | 4e pand | + 0,53 | (Groningen) |
3e pand | + 3,62 | Sluis De Punt | |
2e pand | + 6,62 | Xxxxx Xxxxx | |
1e pand | + 11,40 | Zie Drentsche Hoofdvaart 1e pand | |
Drentsche Hoofdvaart | 1e pand | + 11,40 | Veenesluis, Sluis Peelo/Noord-Xxxxxxxxxxxxx Damsluis/Witte Wijk c.q. Appelschester Vaort (Wetterskip Fryslân) vormt waterscheiding |
2e pand | + 9,86 | Haarsluis | |
3e pand | + 7,80 | Dieversluis | |
4e pand | + 5,74 | Uffeltersluis | |
5e pand | + 3,68 | Haveltersluis | |
6e pand | + 1,82 | Paradijssluis | |
7e pand | - 0,20 / - 0,40 | Zie Meppelerdiep | |
Meppelerdiep | - 0,20 / - 0,40 | Afhankelijk van peil IJsselmeer en/of Zwarte Water. Zomerstreefpeil is NAP - 0,20 m en winterstreefpeil is NAP - 0,40 m. | |
Witte Wijk | + 11,40 | Zie Drentsche Hoofdvaart 1e pand | |
Hoogeveensche en Verlengde Hoogeveensche Vaart | 1e pand | - 0,20 / - 0,40 | Zie Meppelerdiep |
2e pand | + 1,50 | Rogatsluis; | |
3e pand | + 4,80 | Ossesluis | |
4e pand | + 11,10 | Nieuwe Brugsluis | |
5e pand | + 12,95 | Noordscheschutsluis; Stieltjeskanaalsluis; Nieuw Zwindersesluis in kanaal Coevorden-Zwinderen (waterschap Velt en Vecht); | |
6e pand | + 15,80 | Ericasluis | |
Bladderswijk | + 17,70 | Oranjesluis; Bargersluis in Oranjekanaal vormt de waterscheiding | |
Stieltjeskanaal | 1e pand | + 9,10 | Zie Coevorder Stadsgrachten |
2e pand | + 12,95 | Zie Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | |
Zijtak | + 12,95 | Zie Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | |
Coevorder Stadsgrachten | + 9,10 | Drentsche stuw in Afwateringskanaal (waterschap Velt en Vecht); stuw De Haandrik in de Vecht (Rijk); Coevordersluis in Coevorden-Vechtkanaal (provincie Overijssel), alleen bij Vecht onder NAP + 9.10 en stroming richting Vecht; sluis in Lutterhoofdwijk (waterschap Velt en Vecht) vormt in principe waterscheiding | |
Coevorden- Vechtkanaal | + 9,10 | Zie Coevorder Stadsgrachten | |
Afwateringskanaal | + 9.10 | Zie Coevorder Stadsgrachten |
Bijlage 4 Lijst met gemalen en geïnstalleerde gemaalcapaciteiten
gemaal | Geïnstalleerde Pompcapaciteit in m³/s |
Paradijssluis | 6,74 |
Haveltersluis | 6,56 |
Uffeltersluis | 6,28 |
Dieversluis | 6,28 |
Haarsluis | 5,83 |
Veenesluis | 5,87 |
Rogatsluis | 8,19 |
Ossesluis | 7,47 |
Nieuwebrugsluis | 7,1 |
Noordscheschutsluis | 6,86 |
Ericasluis | 5,8 |
Smildersluis | 1,5 |
Zwiggeltersluis | 1,3 |
Orveltersluis | 1,2 |
Oranjesluis | 1,2 |
Stieltjeskanaal | 1,2 |
Bijlage 5 Maximale waterbehoefte per waterschap
Tabel 1 Maximale waterbehoefte Zuidoost Drentse kanalen (m3/s)
Zuidoost Drentse kanalen | Peilbeheer WDODelta | Maximale waterbehoefte WDODelta | peilbeheer Vechtstromen | Maximale waterbehoefte Vechtstromen | Maximale waterbehoefte Hunze en Aa's |
Rogatsluis | 0,15 | ||||
Ossesluis | 0,29 | 0,44 | |||
Nieuwebrugsluis | 0,55 | 0,43 | |||
Noordscheschut | 0,07 | 0,44 | 0,17 | 1,44 | |
Stieltjes | |||||
Ericasluis | 0,10 | 0,17 | 4,50 | ||
Oranjesluis | 0,07 | 0,04 |
Maximale waterbehoefte is gebaseerd op de maximale watervraag van 2006. De benodigde watervraag voor het peilbeheer is verdeeld op basis van de schutverliezen.
De maximale waterbehoefte van Vechtstromen is bij Ericasluis inclusief de waterbehoefte van het bedrijf Norit Purit (0,1 m3/s).
Tabel 2 Maximale waterbehoefte cumulatief (m3/s) (nodig om water te krijgen daar waar dat nodig is)
Zuidoost Drentse kanalen | Waterbehoefte WDODelta | Waterbehoefte Vechtstromen | Waterbehoefte Hunze en Aa’s |
Rogatsluis – Ossensluis | 1,46 | 1,65 | 4,50 |
Ossesluis – Nieuwebrugsluis | 1,60 | 1,65 | 4,50 |
Nieuwebrugsluis- Noordseschut | 1,42 | 1,65 | 4,50 |
Noordscheschut – Ericasluis | 0,51 | 1,82 | 4,50 |
Stieltjes –Ericasluis | 0,00 | ||
Ericasluis – Hunze en Aa’s | 0,00 | 0,31 | 4,50 |
Oranjesluis | 0,00 | 0,11 | 0,00 |
Tabel 3 Maximale waterbehoefte Meppel de Punt (m3/s)
Meppel de Punt | peilbeheer WDODelta | Maximale waterbehoefte WDODelta | Peilbeheer Hunze en Aa’s | Maximale waterbehoefte Vechtstromen | Maximale waterbehoefte Noorderzijlvest | Maximale waterbehoefte Fryslân |
Paradijssluis | 0,13 | 0,02 | ||||
Haveltersluis | 0,12 | |||||
Uffeltersluis | 0,12 | 0,38 | ||||
Dieversluis | 0,12 | |||||
Haarsluis | 0,12 | |||||
Veenesluis | 0,10 | 1,79 | 0,32 | 0,27 | 0,10 | |
Oranjekanaal | 0,10 | 0,9 |
Maximale waterbehoefte is gebaseerd op de maximale watervraag van 2006. De benodigde watervraag voor het peilbeheer is verdeeld op basis van de schutverliezen.
Oranjekanaal betreft 3 gemalen met steeds dezelfde verdeelsleutel.
Tabel 4 Maximale waterbehoefte cumulatief (m3/s) (nodig om water te krijgen daar waar dat nodig is)
Meppel de Punt (pand) | Cumulatieve waterbehoefte WDODelta | Cumulatieve waterbehoefte Hunze en Aa’s | Cumulatieve waterbehoefte Vechtstromen | Cumulatieve waterbehoefte Noorder zijlvest | Cumulatieve waterbehoefte Fryslân |
Paradijssluis - Haveltersluis | 2,42 | 0,32 | 0,90 | 0,27 | 0,10 |
Haveltersluis - Uffeltersluis | 2,39 | 0,32 | 0,90 | 0,27 | 0,10 |
Uffeltersluis – Dieversluis | 2,39 | 0,32 | 0,90 | 0,27 | 0,10 |
Dieversluis – Haarsluis | 2,01 | 0,32 | 0,90 | 0,27 | 0,10 |
Haarsluis – Veenesluis | 1,91 | 0,32 | 0,90 | 0,27 | 0,10 |
Veenesluis –Sluis Peelo | 2,31 | 0,32 | 0,90 | 0,27 | 0,10 |
Veenesluis - Oranjekanaal | 0,10 | 0,00 | 0,90 | 0,00 | 0,00 |
Bijlage 6 Lijst met waterinlaatpunten
In de hiernavolgende tabel zijn per kanaalpand de inlaatwerken aangegeven
Kanaalpand | Naam | |
Drentsche Hoofdvaart 6e pand | Veendijk (WDODelta) | |
Uffeltersluis (WDODelta) | ||
Drentsche Hoofdvaart 5e pand | - | |
Drentsche Hoofdvaart 4e pand | Wittelte (WDODelta) | |
Dieverbrug (WDODelta) | ||
Drentsche Hoofdvaart 3e pand | ||
Drentsche Hoofdvaart 2e pand | Geeuwenbrug (WDODelta) | |
Drentsche Hoofdvaart 1e pand (NoordWillemskanaal en De Vaart | Norgervaart-West (WDODelta) | Jonkerswijk (NZV) |
Kloosterveen (WDODelta) | Xxxxx Xxxxxxxxxxxx (NZV) | |
Veenstra’s Blokken (WDODelta) | Xxxx xxx Xxxxx (XXX) | |
Xxxxx de Landbouw (WDODelta) | Ter Aard (NZV) | |
Timmerswijk (WDODelta) | Inlaat Heideheim (NZV) | |
Rijksweg-Bosweg (WDODelta) | Groenewijk (NZV) | |
Vaartweg (WDODelta) | ||
Gem. Or. kanaal (WDODelta) | Damsluis (WF) | |
Beilervaart/Vs.2 (WDODelta) | ||
Brunstingerveld (WDODelta) | Inlaat Assen (HA) | |
Vorrel/Noordlake (WDODelta) | ||
Holthe (WDODelta) | ||
Inlaat Smilde (WDODelta) | ||
Smildersluis (gemaal) (WDODelta) | ||
Molenwijk (WDODelta) | ||
schuif Asserwijk (WDODelta) | ||
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | Rogatsluis (WDODelta) | |
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | Ossesluis-noord (WDODelta) | |
Ossesluis-zuid (WDODelta) | ||
Wambuis (WDODelta) | ||
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | Nieuwebrugsluisnoord (WDODelta) | |
Nieuwebrugsluis-zuid (WDODelta) |
Kanaalpand | Naam | |
Schipper (WDODelta) | ||
Alteveer (WDODelta) | ||
Wolfsbos (WDODelta) | ||
Hollandscheveld (WDODelta) | ||
27e wijk (WDODelta) | ||
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | Middenraai (WDODelta) | |
Kanaal-west (WDODelta) | ||
Drijbersche Hoofdvaart (WDODelta) | ||
Kremboong (WDODelta) | ||
Broekstreek (niet meer gebruikt) | ||
Kromme Jakken (WDODelta) | ||
Meerboom (WDODelta) | ||
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | Polderwijk (VS) | |
Erfscheidenweg (VS) | ||
Dommerskanaal (VS) | ||
Zwinderen (VS) | ||
Geesbrug (VS) | ||
Nieuw-Zwinderen (VS) | ||
Loodiep (VS) | ||
Grevenberg (VS) | ||
Hoonholten (VS) | ||
Dorstendiep (VS) | ||
Veenoord (VS) | ||
Brug legroweg (VS) | ||
Zwind kanaal (VS) | ||
Eersteling ST Geesbrug (VS) | ||
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | Havenstraat (VS) | |
Hertenbaan-oost (VS) | ||
Hertenbaan-west (VS) | ||
Ensingwijk (VS) | ||
Purit (HA) | ||
Kloostermanswijk (VS) |
Kanaalpand | Naam | |
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | Gemaal Zwartemeer (VS) | Rondweg Coevorden |
Barrièreweg (HA) | ||
Bladderswijk | Bladderswijk (VS) | |
Oosterwijk (VS) |
HA waterschap Hunze en Aa’s
NZ waterschap Noorderzijlvest WDODelta waterschap Drents Overijsselse Delta VS waterschap Vechtstromen
Bijlage 7 Meetplan
Meetdoelen:
Evaluatie wateraanvoer geschiedt op basis van operationeel beheer en de waterverdeling en afrekening. Evaluatie peilbeheer en waterafvoer heeft overlap met het operationeel beheer en valt onder het reguliermeetplan van de waterschappen.
Buiten de scope valt:
• Het opstellen van waterbalansen. Dit is uiteindelijk wel wenselijk, echter het meten van bijvoorbeeld kwel valt buiten dit meetplan.
• Het beantwoorden van vragen hoe de watervraag van de landbouw zich ontwikkelt. Een dergelijke onderzoeksvraag past beter in een regulier kwantiteitsmeetnet of project zoals SlimWaterManagement/Zoetwaterbeheer OostNederland.
Informatiestrategie:
1. Meetnet inrichten/vaststellen ten behoeve van wateraanvoer en peilbeheer:
a. Meten van de debieten van alle opvoergemalen
b. Meten/registreren van alle waterinlaten
c. Meten en registreren waterafvoer bij de sluizen.
2. Overige meetdoelen via regulier meetnet waterbeheerders
a. Overige gegevens (kwel, neerslag, verdamping, rwzi’s, natuurlijk aanvoer/afvoer) afleiden en schatten uit andere gegevensverzamelingen of regulier meetnet zoals NRR, KNMI etc.
b. Schutverliezen: niet afzonderlijk registreren, de provincie houdt de scheepsbewegingen en kolkbewegingen bij.
Meetplan in eerste aanzet
Doorvoer Gemalen | - Alle gemalen op telemetrie - Tijdstippen van de aan/afslag -> levert draaiuren op per tijdseenheid. - Pompcapaciteit eenmalig kalibreren, eens per circa 10 jaar herhalen Peil onder en boven registreren eens per 15 minuten. |
Geautomatiseer de inlaten. | - Telemetrie - Jaarlijks (april) een hoogte en peilsensor checken - Klepstand non-equidistant - Bovenpeil en indien aflaat kan verdrinken ook benedenwaterstand eens per 15 minuten. - eenmalig Qh kalibreren |
Grotere handmatige inlaten | - schuifstand registreren, (logboek) via protocol (eerst openen, dichtdraaien tot net dicht en dan x slagen openen). - voor verhang gecorrigeerd bovenpeil obv de gemeten waterstanden bij de gemalen en sluizen of: - optie: peilmeting ter plekke (diver of sms melding) - Geen telemetrie - controle hoogtemeting en inspectie alleen bij twijfel of aanleiding - Éenmalig Q-h relatie kalibreren (of bij twijfel) - Inlaat Kanaal Zwinderen: rinketten, 1 x kalibreren, verder als klepstand behandelen. - Vossesluis klepstand controleren - Indien verdronken ook beneden waterpeil registreren/afleiden |
Kleine inlaten. | - Schuif/spindelstand registreren (logboek) - Streefpeil - Theoretische Qh-relatie - Geen telemetrie - Geen kalibratie |
Gemalen uit kanaal of uit zijwaterloop met kanaalpeil. | - Op telemetrie - Draaiuren - Onder- en bovenpeil - Pompcapaciteit en pompfrequentie |
Overdrachtspunt en WDOD/Vs | - ADCP bij Geesbrug deze is ondersteunend voor toekomstige aanpassingen in het waterakkoord - Oranjekanaal: geen extra meting, gemalen en inlaten meten volgens bovenstaande afspraken. |
Kwaliteitsmeting (KRW) | - Waterkwaliteitsmeting bovenstrooms inlaten Purit Klazienaveen en inlaat Barriëreweg Zwartemeer t.b.v. de KRW en de bronnenanalyse. |
RWZI’s | Dagdebieten op kanaal (let op bij Emmen in verband met NieuWater) |
Bijlage 8 Te verdelen kosten per beheerobject
De waterschappen Vechtstromen en waterschap Drents Overijsselse Delta zijn eigenaar en beheerder van de in dit akkoord benoemende gemalen of delen daarvan. De overgedragen objecten zijn beschreven in de “Overeenkomst voor de overdracht van de peil beherende kunstwerken langs de Zuidoost Drentse kanalen met toebehoren door de provincie aan het waterschap”. Ten aanzien van deze objecten zijn de verwachte kosten voor beheer (gebruik) en onderhoud (instandhouding) in kaart gebracht.
De kosten voor het beheer en onderhoud worden jaarlijks per object (gemaal of delen daarvan) in kaart gebracht, onder gebruikmaking van de onderstaande uiteenzetting van kostensoort. Kosten worden gerubriceerd naar de categorieën: investeringskosten, vaste kosten en variabele kosten. De vaste kosten worden volgens een vaste verdeelsleutel verdeeld (maximale watervraag) en de variabele kosten aan de hand van de afgenomen m3 water (per boekjaar); zoals opgenomen in bijlage
9. Onderstaand worden de gehanteerde kostensoorten en hun omschrijving nader uiteengezet:
1.1 VASTE KOSTEN
Als vaste kosten komen die kosten in aanmerking, die noodzakelijk zijn om de gemalen stand-by te houden; dan wel de kosten die het beherend waterschap maakt onafhankelijk van de omvang van de watervraag in enig boekjaar.
Stroomkosten | - Het deel van de elektriciteitsnota’s waarvan de financiële omvang onafhankelijk is van de draaiuren van de gemalen. Dit betreft (o.a.) de kosten voor het vastrecht en aanverwante belastingen. |
Onderhoudskosten gemalen Onderhoudskosten niet gemalen Bedieningskosten Bijkomende kosten Opbrengsten | - kosten om de gemalen bedrijfsklaar te maken, inclusief manuren - preventief onderhoud (ad hoc), inclusief manuren - planmatig regulier onderhoud, incl. manuren - het inhangen en verwijderen van de pompen bij de Stieltjeskanaalsluis; wanneer de pompen tussentijds nog een keer worden verwijderd, kunnen de kosten ook als variabel worden beschouwd. - kosten onderhoud aan communicatieapparatuur. - aankoop van randapparatuur (bijv. PLC`s) en materialen - kosten voor het maken van onderhoudsplannen - Maaikosten overgedragen terreinen - Baggerkosten stroomkanalen - Onderhoud beschoeiingen, niet zijnde vervanging - Kosten voor het peilbeheer, manuren - Kosten voor het inspecteren van gemalen - Schoonmaak van o.a. gebouwen en kroosrekreinigers - Kosten voor verzekeringen - Belastingen (die geen onderdeel zijn van andere kosten) - Kosten voor transport van en naar de gemalen - Boetes en claims van derden - Bijdragen van overige rechtspersonen uit hoofde van wateraanvoer |
1.2 INVESTERINGSKOSTEN
Kosten die door hun periodiciteit dan wel omvang geen onderdeel vormen van de jaarlijks terugkerende kosten voor beheer en onderhoud. Dit betreft kosten voor: planvoorbereiding (zoals kostencalculaties en bestek voorbereiding), kosten voor aanbestedingen, kosten voor uren van personeel dat met de voorbereiding of realisatie van investeringen is belast (incl. overhead), aanneemsommen, kosten voor de nazorg, bijkomende kosten voor bijv. CAR verzekeringen.
M.b.t. investeringen wordt geen bouwrente in rekening gebracht.
Bij de afnemers die niet hebben bijgedragen in de investeringskosten van de gemalenketen wordt een toeslag in rekening gebracht. Deze toeslag wordt in minder gebracht op de vaste kosten die over overige deelnemers in dit akkoord worden verdeeld. Zie hiervoor ook paragraaf 2.2.
1.3 VARIABELE KOSTEN
De variabele kosten worden gevormd door de kosten die gemaakt worden om het water daadwerkelijk omhoog te pompen. Ook hier wordt onderscheid gemaakt tussen stroomkosten en kosten voor bediening en onderhoud.
Stroomkosten | - het deel van de energienota dat resteert na aftrek van de vaste stroomkosten; dit betreft dus voornamelijk de kosten van de geleverde energie. |
Onderhoudskosten gemalen Bedieningskosten | - onderhoudskosten gedurende het pompseizoen inclusief manuren; de kosten als gevolg van vervanging van onderdelen gedurende het pompseizoen zijn tot nu toe ongeacht de hoogte van de kosten beschouwd als variabele kosten. - Kosten voor kleine apparatuur (gereedschap) en smeermiddelen - Kosten voor het verhelpen van storingen (onderhoud en manuren) - Kosten van het peilbeheer in excessieve situaties, waarbij de kosten voor het peilbeheer de geraamde kosten te boven gaan als gevolg van aanwijsbare oorzaken. |
Pompkosten Twentekanalen | - bij het 5e pand van de Hoogeveensche Vaart worden onder de variabele exploitatiekosten de pompkosten van de gemalen bij Eefde in het Twentekanaal in rekening gebracht bij waterschap Vechtstromen en waterschap Hunze en Aa’s zolang daarvan gebruik wordt gemaakt aan de deelnemers. |
Bijlage 9 kostenverdeelsleutels & administratieve uitgangspunten
A. BEPALING VAN DE WATERVERDELING
Bij de bepaling van de waterverdeling wordt het water per kanaalpand verdeeld over de verschillende afnemers. De waterschappen Vechtstromen, Hunze en Aa’s en Drents Overijsselse Delta zijn de peilbeheerders van de kanalen. Deze waterschappen onttrekken ook water aan de kanalen. Daarnaast zijn er nog andere onttrekkers zoals het Noorderzijlvest, het Wetterskip Fryslân. In de volgende tabel wordt per pand een overzicht gegeven van de verschillende afnemers.
Kanaalpand | afnemers | |
peilbeheer | waterinlaat | |
Drentsche Hoofdvaart 6e pand | WDODelta | WDODelta |
Drentsche Hoofdvaart 5e pand | WDODelta | WDODelta |
Drentsche Hoofdvaart 4e pand | WDODelta | WDODelta |
Drentsche Hoofdvaart 3e pand | WDODelta | WDODelta |
Drentsche Hoofdvaart 2e pand | WDODelta | WDODelta |
Drentsche Hoofdvaart 1e pand | WDODelta Ws Hunze en Aa’s | WDODelta |
ws. Noorderzijlvest | ||
Ws. Fryslân | ||
Ws Vechtstromen en WDODelta | ||
Oranjekanaal 1ste pand | WDODelta | WDODelta |
Oranjekanaal 2de pand | WDODelta | WDODelta |
Oranjekanaal 3de pand | Vechtstromen | Vechtstromen en WDODelta |
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | WDODelta | WDODelta |
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | WDODelta | WDODelta |
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | WDODelta | WDODelta |
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | WDODelta ws Vechtstromen | WDODelta Ws Vechtstromen |
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | Ws Vechtstromen | ws. Hunze en Aa’s |
Ws Vechtstromen | ||
Bladderswijk | Ws Vechtstromen | Ws Vechtstromen |
De waterverdeling wordt per pand bepaald. We weten wat er opgepompt wordt naar het betreffende pand en wat er doorgevoerd wordt naar een volgend pand. Het restant verminderd met de hoeveelheid die door de waterschappen is ingelaten, was nodig voor het peilbeheer.
Daarbij komt het voor dat het aandeel voor het peilbeheer negatief is. Dit is te verklaren door lozingen van de RWZI’s of natuurlijke aanvoer door neerslag. Alle kosten voor het opgepompte water worden dan doorbelast naar het hoger gelegen pand. Een dergelijke situatie doet zich niet gedurende het gehele jaar voor. Ter toetsing zal daarom een aantal waterbalansen over een kleinere periode worden gemaakt voor de evaluatie, bijvoorbeeld per maand ofwel per dag.
De door de waterschappen ingelaten hoeveelheden worden bepaald aan de hand van de periode waarin gepompt wordt, het pompseizoen. Dit is veelal van maart tot en met eind september.
Per pand wordt het volgende opgemerkt:
Drentsche Hoofdvaart 6e pand | Geen bijzonderheden |
Drentsche Hoofdvaart 5e pand | Geen bijzonderheden |
Drentsche Hoofdvaart 4e pand | Op dit pand vindt tijdens de aanvoerperiode nog afvoer plaats vanuit de Oude Vaart bij Koningschut. Tevens is er afvoer van de RWZI Diever. Een en ander vraagt extra aandacht voor de bepaling van het aandeel peilbeheer. |
Drentsche Hoofdvaart 3e pand | - |
Drentsche Hoofdvaart 2e pand | - |
Drentsche Hoofdvaart 1e pand | Hier is aanvoer van de RWZI Smilde. Op dit pand treedt schutverlies op naar het Noord Xxxxxxxxxxxxx en richting Friesland. Op basis van de aanvoervisie is gebleken dat het peilbeheer hoofdzakelijk wordt bepaald door de schutverliezen. Op basis daarvan worden de kosten voor het peilbeheer verdeeld. |
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | Geen bijzonderheden. |
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | Op dit pand is veel “natuurlijke” aanvoer als gevolg van de lozing van de RWZI Echten. |
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | Hier is veel water nodig voor het peilbeheer als gevolg van de schutverliezen bij de Nieuwebrugsluis. |
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | Hier is aanvoer vanaf drie punten; via de Noordscheschutsluis, via de Stieltjeskanaalsluis en via het gemaal Holthe in het Linthorst- Homankanaal. |
Xxxxxxxxxxxxx Xxxxx 0x pand | Op dit pand vindt gedurende een groot deel van het jaar aanvoer plaats vanuit de Bladderswijk. Op basis van de aanvoervisie is gebleken dat het peilbeheer hoofdzakelijk wordt bepaald door de schutverliezen. Op basis daarvan worden de kosten voor het peilbeheer verdeeld. |
Bladderswijk | Geen bijzonderheden. |
1. VERDELING VAN DE VASTE KOSTEN
De vaste kosten worden gemaakt om het gemalensysteem in stand te houden. Onafhankelijk van de aangevoerde hoeveelheden hebben alle partijen daar belang bij. Mede daarom is gekozen voor een vaste verdeelsleutel voor de vaste kosten (en investeringen). Bij de bepaling van de verdeelsleutel is gekeken naar de aandelen peilbeheer en waterinlaat. Op basis van de cumulatieve maximale watervraag uit bijlage 5 is het percentage benodigd gebruik bepaald.
In de hierna volgende tabel zijn de wijzigingen in de kostenverdeling als gevolg van het bovenstaande uitgewerkt.
Tabel 3 Verdeling van de vaste exploitatiekosten en investeringskosten per gemaal
Zuidoost Drentse kanalen | Cumulatieve Water- behoefte WDODelta | WDODelta | Cumulatieve Water- behoefte WVS | Vechtstromen | Cumulatieve Water- behoefte Ws H&A’s | Hunze en Aa’s |
Rogatsluis | 1,46 | 19% | 1,65 | 22% | 4,50 | 59% |
Ossesluis | 1,60 | 21% | 1,65 | 21% | 4,50 | 58% |
Xxxxxxxxxxxxxxx | 1,42 | 19% | 1,65 | 22% | 4,50 | 59% |
Noordscheschut | 0,51 | 7% | 1,82 | 27% | 4,50 | 66% |
Stieltjes | 0,00 | 0% | 29% | 71% | ||
Ericasluis | 0,00 | 0% | 0,31 | 6% | 4,50 | 94% |
Oranjesluis | 0,00 | 0% | 0,11 | 100% | 0,00 | 0% |
Tabel 4 Maximale waterbehoefte cumulatief (nodig om water te krijgen daar waar dat nodig is)
Meppel de Punt | ∑ Water- behoefte WDODelta | WDODelta | ∑Water- behoefte H&A’s | H&A’s | ∑Water- behoefte VS | VS | ∑Water- behoefte NZV | NZV | ∑Water- behoefte Fryslân | Fryslân |
Paradijssluis | 2,42 | 60% | 0,32 | 8% | 0,90 | 22% | 0,27 | 7% | 0,10 | 2% |
Haveltersluis | 2,39 | 60% | 0,32 | 8% | 0,90 | 23% | 0,27 | 7% | 0,10 | 3% |
Uffeltersluis | 2,39 | 60% | 0,32 | 8% | 0,90 | 23% | 0,27 | 7% | 0,10 | 3% |
Dieversluis | 2,01 | 56% | 0,32 | 9% | 0,90 | 25% | 0,27 | 8% | 0,10 | 3% |
Haarsluis | 1,91 | 55% | 0,32 | 9% | 0,90 | 26% | 0,27 | 8% | 0,10 | 3% |
Veenesluis | 2,31 | 59% | 0,32 | 8% | 0,90 | 23% | 0,27 | 7% | 0,10 | 3% |
Oranjekanaal | 0,10 | 10% | 0,00 | 0% | 0,90 | 90% | 0,00 | 0% | 0% |
Percentage zijn in de tabel afgerond op hele getallen verrekening geschied op basis van niet afgeronde percentages
Waterschap Drents Overijsselse Delta = WDODelta Waterschap Hunze en Aa’s = H&A’s
Waterschap Vechtstromen = VS
Waterschap Noorderzijlvest = NZV
Wetterskip Fryslân = Fryslân
Oranjekanaal betreft 3 gemalen met steeds dezelfde verdeelsleutel.
1B. AANDEEL VAN DE OVERIGE AFNEMERS IN DE VASTE KOSTEN
In geval een afnemer (een derde) met een vergunning water onttrekken vanuit het watersysteem dan worden daar afzonderlijk afspraken gemaakt. Een afnemer is geen overheidsorgaan en wordt
niet zelfstandig meegenomen in dit waterakkoord. Dit betekent dat bij het peilbeherende waterschap de kosten van de afname van deze overige afnemer(s) in rekening worden gebracht. Indien de afname groter is dan 0,1 kuub/sec wordt de maximale watervraag van het peilbeherende waterschap aangepast. Het peilbeherende waterschap brengt zelf op basis van afzonderlijke afspraken de kosten in rekening met de afnemer.
2. VERDELING VAN DE VARIABELE KOSTEN
De verdeling van de variabele exploitatiekosten geschiedt per pand overeenkomstig de verdeling van het opgepompte water op dat pand. Alle kosten voor het opgepompte water worden doorberekend aan het hoger gelegen pand. De kosten worden verdeeld over de afnemers, waarbij de schutverliezen en waterbehoefte voor het peilbeheer wordt toegerekend aan het peilbeherende waterschap. Dit houdt dus in dat de m3-prijs van het aangevoerde water stijgt naarmate het verder wordt opgepompt.
De variabele kosten worden naar rato van afname per kanaalpand over alle deelnemers verdeeld.
3. VERDELING VAN DE KOSTEN VOOR INVESTERINGEN
Zoals bepaald in artikel 7 lid a t/m d worden de investeringen verrekend naar rato van hun maximale waterbehoefte, zoals is vastgelegd in bijlage 5. Investeringskosten worden direct na gereed komen van de investering verrekend met partijen. Verrekende investeringskosten worden bij uittreding uit deze overeenkomst niet gerestitueerd.
Op een aantal plaatsen is het mogelijk om zonneparken te koppelen aan de gemalen. Wanneer een partij niet bijdraagt aan de investering dan dienen deze voordelen ook niet ten goede te komen van betreffende partij. In dat geval worden de stroomkosten gebaseerd op basis van het tarief dat zonder de investering zou worden betaald.
B. Administratieve uitgangspunten Decompositie
Om de toegerekende kosten aantoonbaar te maken, worden de in bijlage 8 getoonde kosten geregistreerd per tracé (Hoogeveensevaart en Meppel-de Punt) en waar mogelijk per locatie. Deze specificatie wordt gehanteerd bij het samenstellen van de begroting en het presenteren van de eindafrekening per boekjaar.
De benoemde locaties toerekende kosten zijn administratief niet goed te scheiden naar kosten voor wateraanvoer en waterafvoer. Daarom worden deze kosten per locatie (of tracé) als geheel verzameld en via decompositie over de aanvoer en afvoer verdeeld. Daarbij wordt decompositie toegepast op basis van het uitgangspunt:
Vaste kosten (rubriek) Perce ntage aanv oer Variabele kosten (rubriek) Perce ntage aanv oer
Stroomkosten | 100% | Stroomkosten | 100% | |
Onderhoudskosten gemalen | 66% | Onderhoudskosten gemalen | 100% | |
Onderhoudskosten | niet gemalen | 66% | Bedieningskosten | 100% |
Bedieningskosten | 90% | Pompkosten Twentekanalen | 100% | |
Bijkomende kosten | 66% | |||
Opbrengsten | 100% |
*) indien het wel mogelijk blijkt om de kosten over een jaar aantoonbaar gespecifieerd afzonderlijk toe te rekenen aan de aanvoer en afvoer mag de peilbeheerder deze kosten toerekenen en mag worden afgeweken van de decompositie.
Overheadtoerekening
Beherende waterschappen maken overheadkosten. Dit betreft kosten uit hoofde van zaken, die (indirect) ter beschikking worden gesteld (aan het personeel) ten behoeve van het uitoefenen van de beheer- en onderhoudstaak. De overheadkosten worden doorbelast via een (taakstellende) opslag op het door het beherende waterschap gehanteerde uurtarief (per functieschaal). Het gehanteerde opslagpercentage wordt jaarlijks door waterschap Drents Overijsselse Delta (uit hoofde van haar coördinerende taak) vastgesteld aan de hand van de door haar gehanteerde “tarieven voor derden”.
Deze methode omvat het toerekenen van overheadkosten per fte op basis van het Hafir tarief (conform de meest actuele handleiding overheidstarieven). Het overheadpercentage wordt bepaald door voor de volledige formatie de toegerekende overhead o.b.v. Hafir te bepalen en deze via een gewogen gemiddelde te verdelen over de loonsom per functieschaal. Daarmee wordt voorkomen dat aan lagere functieschalen relatief veel overhead wordt toegerekend.
Het overheadpercentage wordt kort voor of gedurende het lopende boekjaar bepaald. Om de personele kosten voorspelbaar te maken, worden deze (voor de vaste kosten) via voorcalculatie bepaald. Daarom wordt op begrotingsbasis gerekend met het overheadpercentage conform het voorgaande boekjaar.
Personele lastentoerekening
Personele lasten worden toegerekend op basis van door de deelnemende waterschappen gehanteerde uur-prijzen. Om administratieve lastendruk te voorkomen worden hiertoe reeds beschikbare kostenomslagen per waterschap gehanteerd. De samenstelling van deze omslag kan per waterschap verschillen afhankelijk van de wijze van kostentoerekening (bijv. wel / niet toerekenen van kosten voor opleidingen).
Nacalculatie
Kosten worden op basis van nacalculatie verrekend. De feitelijk in enige boekjaar verantwoorde kosten worden daarmee verrekend. Uitzondering op dit uitgangspunt vormen de personele kosten die samenhangen met onderhoud en peilbeheer (vaste kosten). Deze kosten worden op basis van voorcalculatorische uren en prijzen bepaald.