PUBLIC
DOCUMENT GEDEELTELIJK | |
TOEGANKELIJK VOOR HET | |
PUBLIEK |
PUBLIC
VERSLAG
van: de Groep Gedragscode (Belastingregeling voor ondernemingen) aan: de Raad ECOFIN op 3 december 2002
Betreft: Gedragscode (Belastingregeling voor ondernemingen)
INLEIDING
1. De Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, hebben op 1 december 1997 een resolutie betreffende een Gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen aangenomen, die voorziet in de instelling van een groep, in het kader van de Raad, om de belastingmaatregelen waarop de gedragscode mogelijk van toepassing is, te onderzoeken. In zijn verslag aan de Europese Raad van Feira van 19 en 20 juni 2000 heeft de Raad ECOFIN besloten dat de besprekingen moeten worden voortgezet teneinde overeenstemming over het gehele belastingpakket te bereiken, volgens een parallel tijdschema voor de kerngedeelten van het pakket (belasting op spaargeld, gedragscode (belastingregeling ondernemingen) en interesten en royalty's). Het tijdschema van de Raad voor het belastingpakket staat in document 10768/01 FISC 130.
2. De Raad heeft op 9 maart 1998 de instelling van de Groep Gedragscode bevestigd.
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 26 november 2002 (29.11) (OR. en,fr)
14812/02
LIMITE
FISC 299
3. De groep heeft regelmatig verslag over de onderzochte maatregelen uitgebracht, en die verslagen zijn ter bespreking aan de Raad voorgelegd. Twee tussentijdse verslagen van de Groep gedragscode zijn op 1 december 1998, respectievelijk 25 mei 1999 aan de Raad ECOFIN voorgelegd (12530/98 FISC 164 en 8231/99 FISC 119), en vervolgens heeft de groep verslag uitgebracht aan de Raad ECOFIN van 29 november 1999 over haar bevindingen (SN4901/99) ten aanzien van 271 belastingmaatregelen die zij aan de gedragscode had getoetst; van die maatregelen werden er 66 als schadelijk aangemerkt 1.
4. De Groep gedragscode heeft een voortgangsverslag over haar werkzaamheden gepresenteerd aan de Raad ECOFIN van 26 en 27 november 2000 (13563/00 FISC 193). Verdere voortgangsverslagen over de werkzaamheden van de Groep gedragscode zijn aan de Raad ECOFIN gepresenteerd op 5 juni 2001 onder Zweeds voorzitterschap, op 4 december 2001 onder Belgisch voorzitterschap, en op 4 juni 2002 onder Spaans voorzitterschap (doc. 8789/01 FISC 83, 14467/01 FISC 249 en 8848/02 FISC 129).
5. De Raad heeft op 4 juni 2002 de conclusies over het belastingpakket in de bijlage bij document 9629/02 FISC 164 goedgekeurd.
6. Zoals de Raad ECOFIN in zijn conclusies van 9 maart 1998 had gevraagd, zijn in het verslag aan de Raad ECOFIN van 29 november 1999 de eenstemmige mening van de leden van de groep, dan wel alle tijdens de besprekingen vertolkte standpunten weergegeven. Als in dat verslag sprake is van "de groep", dan is, in gevallen waarin geen eenparig standpunt was bereikt, de ruime consensus weergegeven en zijn andersluidende opvattingen zo nodig in de voetnoten vermeld. Verwijzingen naar "de groep" in het onderhavige verslag moeten in dezelfde zin worden begrepen als in dat verslag van de groep aan de Raad ECOFIN van
29 november 1999.
STAND VAN ZAKEN
7. Sedert de zitting van de Raad ECOFIN van 4 juni 2002 hebben er vergaderingen van de Groep gedragscode plaatsgevonden op 17 september, 17 oktober en 19 november, onder het Deense voorzitterschap.
1 De Belgische delegatie wijst erop 1) dat de 66 maatregelen in diverse tussentijdse verslagen als mogelijkerwijs schadelijk zijn aangemerkt; 2) dat de voorbehouden van punt 6 in samenhang moeten worden gelezen met punt 3; 3) dat het verslag van 23 november 1999 waarin de 66 maatregelen staan, niet is besproken en al evenmin is goedgekeurd door de Raad ECOFIN.
8. Tijdens de vergadering van 17 september zijn de heer Xxxxx Xxxx, permanent secretaris van Financiën (DK) en de heer Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxx, secretaris-generaal van Financiën (GR) benoemd tot respectievelijk eerste en tweede vice-voorzitter voor de periode tot het einde van het Deense voorzitterschap. De groep heeft tevens haar werkprogramma onder het Deense voorzitterschap bevestigd en is overeengekomen de werkzaamheden voort te zetten op de volgende gebieden:
• rollback
• transparantie en uitwisseling van informatie over verrekenprijzen.
a) Rollback
9. De Raad ECOFIN heeft op 4 juni 2002 de volgende conclusies goedgekeurd (zie bijlage bij document 9629/02 FISC 164):
De Raad, wat betreft de gedragscode (belastingregeling voor ondernemingen),
- neemt nota van de vorderingen van de Groep gedragscode (belastingregeling voor ondernemingen), als toegelicht in haar verslag;
- stelt vast dat verdere besprekingen moeten worden gevoerd zodat de Raad ECOFIN volgens het tijdschema voor het belastingpakket in de conclusies van de Raad ECOFIN van 10 juli 2001 kan nagaan of de overwogen wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen toereikend zijn om de schadelijke aspecten van de in bijlage C van het verslag van de Groep gedragscode aan de Raad ECOFIN van 23 november 1999 vermelde maatregelen terug te draaien;
- verzoekt de groep de onder het Spaanse voorzitterschap gevoerde besprekingen over terugdraaiing voort te zetten en met assistentie van de Commissiediensten beschrijvingen overeen te komen van de herziene of vervangende regelingen die worden uitgevoerd of voorgesteld voor elk van de maatregelen van de lijst in bijlage C van het verslag van de groep aan de Raad ECOFIN van 23 november 1999, (SN 4901/99) zodat de groep een eerste evaluatie kan maken van de toereikendheid van de terugdraaiings- voorstellen;
- verzoekt de groep om het werkprogramma over transparantie en uitwisseling van informatie op het gebied van verrekenprijzen (bijlage I bij het verslag van de groep aan de Raad ECOFIN van 5 juni 2001) (8789/01 FISC 83), te voltooien en passende voorstellen te doen in de context van punt 17 van bijlage 1 van het verslag van de groep aan de Raad ECOFIN van 26 en 27 november 2000 (13563/00 FISC 193);
- komt overeen dat de groep de Raad in november 2002 verslag moet uitbrengen.
10. Gelet op het voorgaande is de lidstaten verzocht om de Commissiediensten voor 6 september een beschrijving te verstrekken van de herziene of vervangingsregeling voor elk van hun maatregelen in de lijst van bijlage C bij het verslag aan de Raad ECOFIN van
23 november 1999 (document SN 4901/99). De Commissiediensten hebben op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie beknopte overzichten uitgewerkt (BIJLAGE 1). Zoals in de groep te doen gebruikelijk is, is elk overzicht bilateraal besproken en overeengekomen tussen de Commissiediensten en de betrokken lidstaat.
11. De groep heeft een evaluatie verricht van de overzichten voor de respectieve maatregelen in de lijst van bijlage C bij document SN 4901/99. Met de hulp van de betrokken lidstaat en de Commissiediensten heeft de groep overeenstemming bereikt over de beschrijvingen in elk van deze overzichten van de voorstellen van de lidstaten. Met betrekking tot de volgende maat- regelen zijn er evenwel geen overeengekomen beschrijvingen van terugdraaiingsvoorstellen:
a. Aruba | F028 | Vrijgestelde ondernemingen (AVV's) 2 |
b. Aruba | F030 | Vrije zones 3 |
c. Nederlandse Antillen | F024 | Vrije zones 3 |
2 Aruba heeft laten weten dat de regeling zal worden vervangen door een regeling die strookt met de gedragscode.
3 De Nederlandse Antillen en Aruba zijn bereid deze regelingen te bespreken, rekening houdend met onder meer het vraagstuk van een gelijk speelveld en punt G van de gedragscode.
b) Transparantie en informatie-uitwisseling op het gebied van verrekenprijzen
12. De Raad ECOFIN van 4 juni 2002 heeft zijn goedkeuring gehecht aan de conclusie in de bijlage bij doc. 9629/02 FISC 164 met de volgende inhoud:
De Raad:
- verzoekt de groep om het werkprogramma over transparantie en uitwisseling van informatie op het gebied van verrekenprijzen (bijlage I bij het verslag van de groep aan de Raad ECOFIN van 5 juni 2001 (doc. 8789/01 FISC 83)) te voltooien en passende voorstellen te doen in de context van punt 17 van bijlage 1 van het verslag van de groep aan de Raad ECOFIN van 26 en 27 november 2000 (doc. 13563/00 FISC 193);
13. In de punten 21 en 22 van het verslag van de Groep aan de Raad ECOFIN van 4 juni 2002 (doc. 8848/02 FISC 129) worden de bevindingen van de Groep over jaarlijkse uitwisseling van publieke informatie vermeld.
14. De besprekingen van de Groep op dit gebied waren derhalve gericht op de uitwisseling van informatie in individuele gevallen. Overeenkomstig het mandaat in bijlage C bij doc. 8898/02 FISC 129 heeft de subgroep van de Groep gedragscode haar werkzaamheden afgerond en een overeengekomen nota (doc. 11077/02 FISC 208) aan de Groep gedragscode voorgelegd over:
• het soort informatie dat zal worden uitgewisseld;
• de omstandigheden waarin deze uitwisseling zal plaatsvinden;
• de wijze waarop vertrouwelijke gegevens moeten worden beschermd; en
• de wijze waarop de hand moet worden gehouden aan het wederkerigheidsbeginsel.
15. In de vergadering van 17 september heeft de Groep de voorstellen in de nota van de subgroep (zie BIJLAGE 2) besproken en er overeenstemming over bereikt.
VERZOEK AAN DE RAAD ECOFIN
16. De Groep 4 verzoekt de Raad ECOFIN:
• er nota van te nemen dat overeenkomstig het standstill-beginsel in punt C van de gedragscode geen van de door de lidstaten ingevoerde nieuwe maatregelen schadelijk zijn gebleken in de zin van de gedragscode. Zoals vermeld in de punten 10 tot en met 15 van doc. 8848/02 FISC 129 heeft de Groep echter besloten dat de fiscale behandeling van houdstermaatschappijen en de fiscale behandeling van vrijgestelde vennootschappen uit hoofde van het Nieuw Fiscaal Raamwerk (NFR) van de Nederlandse Antillen positief geëvalueerd moeten worden;
• de voorstellen van de lidstaten om aan hun uit punt D van de gedragscode voortvloeiende verplichtingen te voldoen, overeenkomstig de overeengekomen beschrijvingen in bijlage 1 in overweging te nemen;
• de Groep te machtigen, zodra er een akkoord is bereikt over het belastingpakket, de eerste evaluatie van deze voorstellen te verrichten in overeenstemming met de punten C en D van de gedragscode, zoals bepaald in de conclusies van de Raad ECOFIN van
4 juni 2002;
• In het kader van punt M van de gedragscode de voorstellen in de overeengekomen beschrijvingen in bijlage 1 in overweging te nemen voor lidstaten met afhankelijke of geassocieerde gebieden, teneinde erop toe te zien dat binnen het kader van hun grondwettelijke regelingen de beginselen van de gedragscode worden toegepast in die gebieden;
• de Groep te machtigen, zodra er een akkoord is bereikt over het belastingpakket, een eerste evaluatie van deze voorstellen te verrichten in overeenstemming met de punten C en D van de gedragscode, zoals bepaald in de conclusies van de Raad ECOFIN van
4 juni 2002;
• zijn goedkeuring te hechten aan de voorstellen voor de uitwisseling van publieke informatie die het resultaat zijn van de besprekingen van de Groep over transparantie en informatie-uitwisseling (zie punten 21 en 22 van doc. 8848/02 FISC 129);
• zijn goedkeuring te hechten aan de voorstellen voor de uitwisseling van informatie in individuele gevallen, die het resultaat zijn van de besprekingen van de Groep over transparantie en informatie-uitwisseling op het gebied van verrekenprijzen (zie doc. 11077/02 FISC 208);
4 De Belgische delegatie ging niet akkoord met de derde en de vijfde stip van punt 16 (zie brief van de Belgische delegatie van 21 november 2002 van de Belgische delegatie in
BIJLAGE 3). De Oostenrijkse en de Luxemburgse delegatie stemden niet in met de tweede tot en met de vijfde stip van punt 16.
BIJLAGE 1
BESCHRIJVINGEN VAN TERUGDRAAIINGSVOORSTELLEN
Deel a): Overeengekomen beschrijvingen van terugdraaiingsvoorstellen Deel b): Niet-overeengekomen beschrijvingen van terugdraaiingsvoorstellen
BIJLAGE 1 - Deel a): Overeengekomen beschrijvingen van terugdraaiingsvoorstellen
AAM002(b) Houdstermaatschappijen - Oostenrijk
● Zie punten 45 tot en met 51 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Eerder dit jaar is ontwerp-wetgeving tot wijziging van § 10, leden 2 en 3, van de Oostenrijkse wet op de vennootschapsbelasting (KstG) aan het Parlement voorgelegd. Nu de Oostenrijkse regering onlangs is afgetreden, moet de ontwerp-wetgeving na de verkiezingen in november 2002 aan het nieuwe parlement worden voorgelegd.
De ontwerp-wetgeving beoogt een aanscherping van de anti-misbruikbepalingen in de wet op de vennootschapsbelasting, waardoor de overschakeling van een vrijstellingsmethode op een verrekeningsmethode kan worden gelast bij ministerieel decreet, ongeacht de fiscale woonplaats van de aandeelhouders van Oostenrijkse vennootschappen.
Krachtens deze wetgeving kan toepassing van de vrijstellingsmethode worden ontzegd voor buitenlands dividend (uitgekeerd door dochters waarin de Oostenrijkse vennootschap ten minste 25% van het aandelenkapitaal bezit), dat met name afkomstig is van passieve inkomsten (hoofddoel van de buitenlandse vennootschap is het rechtstreeks of middellijk ontvangen van inkomsten uit rente of uit het verhuren, verpachten of leasen van roerende materiële of immateriële activa) genoten in landen met een lage belasting (landen die over de inkomsten van de buitenlandse vennootschap geen belasting heffen die naar de heffingsgrondslag of naar het belastingtarief te vergelijken is met de Oostenrijkse vennootschapsbelasting).
Daarnaast zullen vermogenswinst en vermogensverlies voortaan symmetrisch worden behandeld. Onder dezelfde voorwaarden als gelden voor dividend komt vermogenswinst (uit een participatie van de Oostenrijkse vennootschap die ten minste 25% van het aandelenkapitaal vormt) nog steeds voor vrijstelling in aanmerking, maar vermogensverlies bij vervreemding van aandelen in een dergelijke participatie is niet langer fiscaal aftrekbaar.
Als de wetgeving door het parlement wordt goedgekeurd, zijn de gewijzigde regels op bestaande begunstigden van toepassing met ingang van 1 januari 2006 en op na 31 december 2000 opgerichte vennootschappen (nieuwe gegadigden) per 1 januari 2003.
EAM009 Belastingvrijstellingen - Oostenrijk
● Zie punten 45 tot en met 51 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De toepassing van § 48 van het Oostenrijkse belastingwetboek (BAO) zal worden beheerst door een ministerieel decreet op grond waarvan het genot van de vrijstellingsregeling alleen geldt ten aanzien van inkomsten die aan de twee onderstaande criteria voldoet.
1. De inkomsten moeten in het bewuste decreet worden aangemerkt als actieve inkomsten (inkomsten uit buitenlands onroerend goed; bedrijfsinkomsten en inkomsten uit via een buitenlands vast middel- punt verrichte zelfstandige arbeid; inkomsten uit werkzaamheden op de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of montagewerken in het buitenland; inkomsten uit zelfstandige werk- zaamheden op het gebied van middelbaar of hoger onderwijs in het buitenland; inkomsten uit werk- zaamheden in verband met podiumkunsten, film of televisie in het buitenland; inkomsten uit niet- zelfstandige arbeid in het buitenland) en
2. De inkomsten moeten in het buitenland onderworpen zijn aan met de Oostenrijkse inkomsten- of vennootschapsbelasting vergelijkbare belasting tegen een belastingtarief van gemiddeld meer dan 15%. Dat belastingtarief is voorgeschreven in een decreet ter bestrijding van belastingontwijking waarmee uitvoering wordt gegeven aan de richtlijn inzake moeder- en dochterondernemingen (435/90/EEG) wat de wet op de vennootschapsbelasting (KStG) betreft.
Mits het in het buitenland gehanteerde belastingtarief gemiddeld hoger ligt dan 15% kan internationale dubbele belasting worden vermeden door de vrijstellingsmethode met progressievoorbehoud toe te passen.
De belastingbetaler kan de verrekeningsmethode toepassen voor niet als actieve inkomsten vermelde inkomsten of indien het gemiddelde belastingtarief 15% of lager is. Om niet-naleving van verslag- leggingsverplichtingen te vermijden is in sancties voorzien. Indien de belastingplichtige zijn verslagleggings- verplichtingen niet nakomt, komen de inkomsten niet voor vrijstelling in aanmerking.
Het ministerieel decreet zal uiterlijk per 1 januari 2003 in werking treden maar reeds worden toegepast op de belastingheffing van het fiscaal jaar 2002.
● Zie punten 41 tot en met 44 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Ontwerp-wetgeving tot wijziging van de maatregel: de cost-plusberekeningsbasis zal alle kosten van een centrum omvatten, en er worden per geval rulings toegepast in overeenstemming met de OESO-regels. Het winstopslagpercentage zal worden vastgesteld naar gelang van de specifieke bedrijfskenmerken van de onderneming. Alle in Koninklijk Besluit 187 genoemde activiteiten worden ongewijzigd in de ontwerp-wetgeving gehandhaafd, met inbegrip van de financiële activi- teiten. De minimumheffingsgrondslag wordt beperkt door uitsluiting van bepaalde niet-aftrekbare kosten (vennootschapsbelasting en belasting van niet-ingezetenen). Vanwege de verdiscontering van alle kosten in de heffingsgrondslag, wordt de speciale personeelsbelasting van de definitieve belasting afgetrokken, maar komt deze niet in aanmerking voor terugbetaling. Evenals in het verleden heeft de beslissing tot verlening van de status van coördinatiecentrum een geldigheidsduur van 10 jaar; verlenging is mogelijk. De ruling geldt voor 5 jaar waarna ze opnieuw wordt bezien.
De situatie van de onderneming wordt jaarlijks getoetst en de ruling wordt niet meer toegepast zodra de onderneming niet langer aan de voorwaarden voldoet. Alle rulings zullen op anonieme basis worden bekendgemaakt.
Voor in december 2000 bestaande begunstigden blijft de regeling gelden tot eind 2005, en België heeft thans verzocht de regeling tot na 2005 te mogen blijven toepassen met het oog op geleidelijke uitdoving ervan tegen 31 december 2010. Voor begunstigden die tussen 1 januari 2001 en
31 december 2002 tot de regeling zijn toegetreden, stoppen de voordelen op 31 december 2002.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De ontwerp-wetgeving betreffende voorafgaande beslissingen strekt tot vervanging van de admini- stratieve circulaires tot uitvoering van deze regeling. De cost-plusberekeningsbasis zal alle kosten van een centrum omvatten, en er worden per geval rulings toegepast in overeenstemming met de OESO-regels. De situatie van de onderneming wordt jaarlijks getoetst en de ruling wordt niet meer toegepast zodra de onderneming niet langer aan de voorwaarden voldoet. Rulings worden om de
5 jaar opnieuw bezien en worden op anonieme basis bekendgemaakt.
Op de begunstigden die in december 2000 onder de regeling vielen, blijft de regeling tot eind 2005 van toepassing.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De ontwerp-wetgeving betreffende voorafgaande beslissingen strekt tot vervanging van de admini- stratieve circulaires tot uitvoering van deze regeling. De cost-plusberekeningsbasis zal alle kosten van een centrum omvatten, en er worden per geval rulings toegepast in overeenstemming met de OESO-regels. De situatie van de onderneming wordt jaarlijks getoetst en de ruling wordt niet meer toegepast zodra de onderneming niet langer aan de voorwaarden voldoet. Rulings worden om de
5 jaar opnieuw bezien en worden op anonieme basis bekendgemaakt.
Op de begunstigden die in december 2000 onder de regeling vielen, blijft de regeling tot eind 2005 van toepassing.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
België meldt dat de regeling zal worden afgeschaft zodra de VS hebben voldaan aan het WTO- besluit betreffende de Amerikaanse FSC-regeling. Er worden geen nieuwe gegadigden tot de regeling toegelaten en er zijn de jongste vier jaar geen nieuwe gegadigden geweest.
Op de begunstigden die vóór eind 2000 onder de regeling vielen blijft de regeling tot eind 2005 van toepassing, tenzij de Amerikaanse regeling ophoudt te bestaan.
● Zie punten 41 tot en met 44, 54 en 55 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De ontwerp-wetgeving betreffende voorafgaande beslissingen zal eind 2002 worden uitgevoerd en toegepast op informeel kapitaal. Het besluit van de Regent van 1831 zal niet langer worden toege- past. Xxxxxxx, waaronder die betreffende afschrijving van kapitaalinbrengen, worden per geval toe- gepast naar gelang van de werkelijke situatie van de onderneming. De situatie van de onderneming wordt jaarlijks getoetst en de ruling wordt niet meer toegepast zodra de onderneming niet langer aan de voorwaarden voldoet. De beslissing om de ruling voor informeel kapitaal toe te passen zal systematisch worden meegedeeld aan het land (lidstaat of derde land) waar de vennootschap die informeel kapitaal inbrengt gevestigd is. Rulings worden om de 5 jaar opnieuw bezien en worden op anonieme basis bekendgemaakt.
Deze nieuwe regels zullen gelden voor rulings gegeven op of na de datum van inwerkingtreding van de ontwerp-wetgeving betreffende voorafgaande beslissingen maar zullen bestaande rulings onver- let laten.
De Belgische regering is voornemens om na het gebruikelijke overleg met de beroeps- en bedrijfs- organisaties, overeenkomstig de APA-regeling, het informeel kapitaal in het gebruikelijke boek- houdstelsel in te voeren. De Belgische regering gaat ervan uit dat de internationale standaard voor jaarrekeningen (IAS), die met ingang van het jaar 2005 in de Europese Unie van toepassing zal zijn op de geconsolideerde jaarrekening van ondernemingen die spaargeld uit het publiek aantrekken, het begrip informeel kapitaal zal erkennen.
● Zie punten 45 tot en met 51 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Met ingang van 1 juli 2001 is een wetgevingsmaatregel van kracht die deze regeling wijzigt door aan- scherping van de bepalingen die misbruik van het Deense belastingstelsel moeten voorkomen.
Een Deense vennootschap geniet belastingvrijstelling voor zowel binnenlandse als buitenlandse dividenden die zij ontvangt van een vennootschap waarin zij ten minste 20% van het aandelen- kapitaal bezit, mits zij de aandelen van de dochteronderneming gedurende een aaneengesloten periode van een jaar of langer in handen heeft gehad. De vrijstelling voor ontvangen dividend geldt evenwel niet wanneer de dividenden afkomstig zijn van een buitenlandse vennootschap die in haar woonstaat aan lage belasting onderworpen is en voornamelijk werkzaamheden van finan- ciële aard verricht. Voor de toepassing van de regeling gelden voor 'lage belasting' en 'van finan- ciële aard' de hierna vermelde definities die worden gehanteerd in de Deense CFC-wetgeving (CFC - controlled foreign corporations). Indien de ontvanger van dividend evenwel onderworpen is geweest aan Deense CFC-belasting over de winst van de buitenlandse vennootschap, wordt het dividend van de bewuste buitenlandse vennootschap niet belast in de handen van de Deense dividendontvanger.
Wanneer een Deense vennootschap rechtstreeks of middellijk ten minste 25% van de aandelen van een buitenlandse vennootschap in bezit heeft of meer dan 50% van de aan die aandelen verbonden stem- rechten controleert, is de Deense CFC-belasting bovendien van toepassing op de inkomsten van die buitenlandse vennootschap, wanneer deze in haar woonstaat aan lage belasting onderworpen is en voor- namelijk werkzaamheden van financiële aard verricht. De buitenlandse vennootschap wordt geacht aan lage belasting onderworpen te zijn wanneer het effectieve tarief van de vennootschapsbelasting waaraan zij onderworpen is minder dan 22% bedraagt (heffingsgrondslag volgens de regels van de Deense vennootschapsbelasting). De inkomsten van een buitenlandse vennootschap worden geacht voornamelijk van financiële aard te zijn wanneer deze voor meer dan eenderde bestaan uit financiële inkomsten, waaronder dividenden, royalty's, rente, vermogenswinsten, inkomsten uit financiële leasing en verzekeringspremies. In voorkomend geval wordt de vennootschap met fiscale woonplaats in Denemarken aan CFC-belasting onderworpen voor een deel van de netto financiële inkomsten van de dochter dat gelijk is aan haar grootste participatie gedurende het fiscale jaar in kwestie. In die omstandigheden wordt de (lage) buitenlandse belasting over dezelfde inkomsten verrekend met de
Deense belasting over die inkomsten. De CFC-belasting is van toepassing ongeacht het bestaan van een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting tussen Denemarken en de woonstaat van de buitenlandse vennootschap.
Met het oog op aanscherping van de wetgeving die misbruik van de Deense belastingregels betref- fende houdstermaatschappijen moet voorkomen, is met ingang van 1 juli 2001 wet nr. 282 van
25 april 2001 in werking getreden, op grond waarvan dividenden die door een Deense dochter worden uitgekeerd aan de buitenlandse moeder worden aan een bronbelasting van 28% onder- worpen. Alleen dividenduitkeringen bestreken door de EU-richtlijn inzake moeder- en dochter- ondernemingen (435/90/EEG) of door een overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting komen voor vrijstelling van deze bronbelasting in aanmerking. Denemarken heeft geen overeen- komsten tot het vermijden van dubbele belasting gesloten met belastingparadijzen. De nieuwe regels zijn van toepassing op dividenden uitgekeerd op of na 1 juli 2001 en gelden derhalve zowel voor bestaande begunstigden als voor nieuwe gegadigden. De nieuwe regels gelden voor alle Deense vennootschappen ongeacht het tijdstip waarop de uitgekeerde winst is ontstaan, de Deense vennootschap werd opgericht of de buitenlandse moeder haar participatie in de Deense vennoot- schap heeft verkregen.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Het Parlement van de Åland-eilanden heeft een wet tot intrekking van de maatregel aangenomen. Deze onlangs aangenomen wet wordt thans aan een dwingende wetgevingscontroleprocedure onderworpen. Hoewel de feitelijke datum van inwerkingtreding nog niet is vastgesteld, zal de wet- geving tot intrekking van de maatregel uiterlijk eind 2002 in werking treden. De maatregel wordt niet door een andere vervangen. De Finse algemene regeling inzake vennootschapsbelasting zal van toepassing zijn.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Frankrijk heeft deze regeling op 11 oktober 2002 bij ministeriële instructie gewijzigd. De wijziging houdt in dat de toelatingen gedurende een periode van drie tot vijf jaar met regelmatige tussenpozen stelselmatig worden getoetst. Die periodieke toetsing komt derhalve bovenop het opnieuw bezien van de toelating die krachtens de bestuurlijke instructie van 21 januari 1997 reeds verlangd wordt bij iedere verandering in de aard van de werkzaamheden of de omstandigheden waarin deze worden verricht, met ingang van het boekjaar waarin die verandering zich voordoet.
De wijziging treedt op 1 januari 2003 in werking. De regels betreffende de periodieke toetsing gelden zowel voor nieuwe als voor bestaande toelatingen.
De overige bepalingen van de regeling voor hoofdkantoren en logistieke centra blijven ongewijzigd.
Frankrijk overweegt tevens een voor het publiek beschikbaar jaarverslag op te stellen over het aan- tal met betrekking tot hoofdkantoren en logistieke centra verleende toelatingen, het aantal nieuwe en verlengde toelatingen, de sectoren waartoe de voor de regeling in aanmerking komende vennoot- schappen behoren en de voor de diverse soorten werkzaamheden toegepaste winstopslag.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel werd gewijzigd bij de aanvullende begrotingswet 2001 (nr. 2001-1276 van
28 december 2001, artikel 54-I). De wijziging had tot doel de interne neutraliteit van de regeling te garanderen in geval van een afhankelijkheidsrelatie tussen de onderneming die het octrooi verleent en de onderneming die het octrooi neemt, alsmede de door de octrooiverlener geheven royalty's aan eenzelfde belastingregeling te onderwerpen, ongeacht de woonstaat van de octrooinemer.
Het tarief voor vermogenswinst op lange termijn (19%) geldt thans voor alle door de octrooi- verlener geheven royalty's, ongeacht de woonstaat van de octrooinemer. Daarentegen is het bedrag aan royalty's slechts aftrekbaar van het belastbaar resultaat van de ingezeten octrooinemer in de mate van de verhouding tussen het belastingtarief van toepassing op het netto-resultaat van de octrooigever en het normale tarief van de vennootschapsbelasting (33 1/3%).
De gewijzigde regeling geldt sinds 1 januari 2002 voor royalty's die zijn opgenomen in het resultaat van octrooigevers en octrooinemers.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel werd gewijzigd bij de aanvullende begrotingswet 2001 (nr. 2001-1276 van
28 december 2001, artikel 54-II); de mogelijkheid om het aan de voorziening gedoteerde bedrag niet bij de belastbare winst bij te schrijven is hierbij afgeschaft.
Voortaan moet de in de loop van een boekjaar op de winst in mindering gebrachte voorziening altijd bij de belastbare winst over de volgende boekjaren worden bijgeschreven. De voorzieningen die gebruikt worden voor de verkrijging van afschrijfbare vaste activa worden bij het belastbaar resul- taat bijgeschreven naar rato van de afschrijving en die welke worden gebruikt in een andere vorm worden in een keer bijgeschreven in het boekjaar waarin het hergebruik plaatsvindt. Indien het gereserveerde bedrag niet binnen de vijf jaar opnieuw wordt gebruikt, wordt de belasting over het bij te schrijven bedrag vermeerderd met een achterstalligheidsrente.
Deze bepalingen zijn van toepassing op investeringen en werken verricht
- vanaf 1 januari 2003 door middel van hergebruik van uit hoofde van tussen 1 januari 2001 en 31 december 2001 afgesloten boekjaren gevormde voorzieningen voor vernieuwing van wingebieden van delfstoffen;
- vanaf 1 januari 2002 door middel van hergebruik van uit hoofde van na deze datum afgesloten boekjaren gevormde voorzieningen voor vernieuwing van wingebieden van delf- stoffen.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel werd gewijzigd bij de aanvullende begrotingswet 2001 (nr. 2000-1352 van
28 december 2000, artikel 11-I); de regeling waarbij slechts 20% van het bedrag aan in Frankrijk verrichte investeringen bij de belastbare winst hoefde te worden bijgeschreven is hierbij ingetrok- ken.
Voortaan wordt het volledige bedrag aan uit hoofde van een boekjaar op de winst in mindering gebrachte voorzieningen bij de winst over de volgende boekjaren bijgeschreven.
De wijziging geldt voor het bepalen van na 31 december 2000 afgesloten boekjaren voor aan vennootschapsbelasting onderworpen vennootschappen.
● Zie punten 41 tot en met 44 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel, in de vorm van een bij de circulaire van het federale ministerie van Financiën van 24 augustus 1984 (Bundessteuerblatt 1984, deel I, blz. 458) en de circulaire van 24 december 1999 (Bundessteuerblatt 1999, deel I, blz. 1076) aan de belastingdienst gerichte aanwijzing betreffende de behandeling van controle- en coördinatiecentra, respectievelijk de belasting van vaste inrich- tingen, werd bij de circulaire van 20 november 2000 (Bundessteuerblatt 2000, deel I, blz. 1509) gewijzigd in die zin dat de voorheen geldende winstopslagmarge van 5-10% afgeschaft is.
Sinds 1 januari 2001 geldt voor de belastingdienst de aanwijzing dat zij het arm's-lengthbeginsel hanteren zonder indicatief winstopslagpercentage. De bij de circulaire van 20 november 2000 geïntroduceerde wijziging is sinds 1 januari 2001 op alle betrokken belastingplichtigen van toepassing.
● Zie punt 52 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel (wet 89/67) werd op 20 maart 2002 ingetrokken bij wet 2292/02 (Grieks publicatie- blad nr. 54/A/20 maart 2002). Er zijn geen nieuwe toelatingen verleend sinds 1 januari 2002.
Toelatingen die tot en met 31 december 2001 werden verleend, blijven gelden tot en met 31 december 2005. De maatregel wordt niet herzien of vervangen en zodra het genot ervan verstrijkt, is de algemene regeling betreffende de vennootschapsbelasting van toepassing.
● Zie punten 31 tot en met 35 en 63 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Er is wetgeving ingesteld die behelst dat de regeling wordt afgebouwd en per 31 december 2002 wordt afgeschaft; een overgangsregeling bepaalt dat vennootschappen die voor 31 juli 1998 een toelating hebben verkregen tot en met 31 december 2005 onder de regeling blijven vallen. Sinds 31 december 1999 zijn er geen nieuwe gegadigden meer toegelaten. De regeling wordt niet herzien of vervangen en zodra het genot ervan verstrijkt, is de algemene regeling betreffende de vennoot- schapsbelasting van toepassing.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Er is wetgeving ingesteld die behelst dat het 10%-tarief wordt afgebouwd en per 31 december 2002 wordt afgeschaft. Voor verwerkende bedrijven die in juli 1998 reeds bestonden of toegelaten waren tot een bijstandsregeling, blijft de regeling tot eind 2010 gelden uit hoofde van de machtiging tot staatssteun. De regeling wordt niet herzien of vervangen en zodra het genot ervan verstrijkt, is de algemene regeling betreffende de vennootschapsbelasting van toepassing.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Er worden geen wijzigingen van deze maatregel overwogen. Het bijzondere tarief van 25% voor de belasting op aardoliemaatschappijen is nu hoger dan het algemeen geldende vennootschaps- belastingtarief (dat voor 2002 16% bedraagt).
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Er is wetgeving ingesteld die behelst dat de regeling wordt afgebouwd en per 31 december 2002 wordt afgeschaft; een overgangsregeling bepaalt dat vennootschappen die voor 31 mei 1998 een toelating hebben verkregen tot en met 31 december 2005 onder de regeling blijven vallen. Sinds 31 december 1999 zijn er geen nieuwe gegadigden meer toegelaten. De regeling wordt niet herzien of vervangen en zodra het genot ervan verstrijkt, is de algemene regeling betreffende de vennoot- schapsbelasting van toepassing.
● Zie punten 45 tot en met 51 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Er is wetgeving ingesteld om de vrijstelling voor uit het buitenland ontvangen dividenden op te heffen met ingang van februari 2001. De vrijstelling voor door buitenlandse bijkantoren gemaakte handelswinsten is eveneens gewijzigd met ingang van februari 2001; er worden geen nieuwe gegadigden meer toegelaten, maar voor bestaande begunstigden geldt een grandfather-clause. De Ierse delegatie heeft verzocht om een verlenging van de voordelen tot eind 2010 voor de drie onder- nemingen die eind 2000 onder de regeling vielen. De regeling wordt niet herzien of vervangen en zodra het genot ervan verstrijkt, is de algemene regeling betreffende de vennootschapsbelasting van toepassing.
● Zie punten 31, 32 en 64 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel is nooit in werking getreden, aangezien de toepassingsvoorschriften nooit vastgesteld zijn. Niettemin zal de maatregel toch formeel worden afgeschaft (bij een nieuwe door het parlement goed te keuren wet) overeenkomstig het voor de aanneming van het belastingpakket overeen- gekomen tijdschema, dat wil zeggen uiterlijk op 31 december 2002. De maatregel wordt niet vervangen.
● Zie punten 41 tot en met 44 en 63 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel is ingetrokken: de circulaire op grond waarvan de rulings in kwestie sinds 1989 werden verleend werd in februari 1996 ingetrokken. Sedertdien kunnen vennootschappen niet meer om toepassing van de maatregel verzoeken.
De voordelen van de maatregel zijn eind 2001 verstreken en er wordt dan ook geen gebruik meer van gemaakt.
● Zie punten 45 tot en met 51 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De Luxemburgse regering is bereid een wijziging in de wet van 31 juli 1929 voor te stellen waarbij de 1929-holding-status niet wordt erkend ingeval er dividenden worden ontvangen van buitenlandse vennootschappen die niet zijn onderworpen aan een vennootschapsbelasting die vergelijkbaar is met die welke wordt toegepast in het kader van de algemene Luxemburgse vennootschapsbelasting- regeling ("impôt sur le revenu des collectivités").
Luxemburg heeft een verzoek ingediend tot verlenging van de voordelen van de regeling na 2005 tot en met 31 december 2009.
De Commissie onderwerpt de maatregel sinds februari 1999 aan een inleidend onderzoek naar staatssteun.
● Zie punten 31 tot en met 35 en 63 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel is ingetrokken: de circulaire op grond waarvan de rulings in kwestie sinds 1989 werden verleend, werd in februari 1996 ingetrokken. Sedertdien kunnen vennootschappen niet meer om toepassing van de maatregel verzoeken.
De voordelen van de maatregel zijn eind 2001 verstreken en er wordt dan ook geen gebruik meer van gemaakt.
nemingen - Luxemburg
● Zie punten 38 tot en met 40 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De groothertogelijke verordening van 31 december 2001 tot toepassing van de gewijzigde wet van 6 december 1991 betreffende het verzekeringsbedrijf met betrekking tot de voorwaarden voor de toelating tot en de uitoefening van herverzekeringsbedrijf heeft een einde gemaakt aan de mogelijk- heid om een reserve met fiscaal gunstiger resultaat te vormen gelijk aan 20 maal het bedrag aan verdiende premies, het kenmerk van de regeling dat in bijlage B van het verslag van november 1999 schadelijk werd geoordeeld.
De wijzigingen behelzen het volgende:
- de wijze waarop de voorziening voor fluctuaties in het schadeverloop (VFS) per risico of risicocategorie wordt bepaald. Voortaan zijn de multiplicatoren voor het bepalen van de theoretische maximumbedragen van de VFS functie van de vastgestelde standaardafwijking van de verhouding tussen schade-uitkeringen en verdiende premies per risico of risico- categorie. De multiplicatoren zijn derhalve volledig gebaseerd op wetenschappelijke risico- beoordeling op basis van de effectief/historisch geconstateerde volatitiliteit van de onder- liggende risico's en er is geen sprake meer van forfaitaire elementen;
- het maximumbedrag van de VFS (theoretisch maximum) bedraagt voortaan 17,5 maal het gemiddelde van de door de herverzekeringsonderneming in het afgesloten boekjaar en de vier daaraan voorafgaande boekjaren verdiende premies, onder aftrek van annuleringen en terug- betalingen en exclusief uitgaande herverzekering;
- de berekeningsmethode voor de dotatie aan en de vrijval van de VFS: deze bestaan voortaan uit het technisch resultaat en een deel van het financieel resultaat, maar de dotatie aan de VFS kan versneld geschieden zolang de VFS onder 30% van het theoretisch maximum blijft.
De vorming van deze voorzieningen is weliswaar van invloed op het bepalen van de belastbare winst over het boekjaar in kwestie, maar over meerdere jaren beschouwd wordt het evenwicht hersteld (functie van de gemeten volatiliteit, doorgaans minder dan 10 jaar, behalve in uitzonder- lijke gevallen) doordat de voorziening wordt bijgeschreven bij de belastbare winst van het boekjaar waarin de schade wordt betaald of het risico wegvalt.
De maatregel is met ingang van 31 december 2001 gewijzigd. De vorige regeling blijft van kracht tot 31 december 2006, voor 31 december 2001 toegelaten herverzekeringsondernemingen kunnen de regeling blijven toepassen tot het einde van het boekjaar beginnend in het kalenderjaar 2005.
● Zie punten 31 tot en met 35 van het verslag van de Groep d.d. 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Er is geen sprake meer van forfaitaire beslissingen vooraf, noch van forfaitaire toerekening. Over- eenkomstig artikel 7 van de belastingovereenkomst met Zwitserland (dat is overgenomen van het corresponderende artikel van de OESO-modelovereenkomst) worden de winsten volgens het arm's- lengthbeginsel toegerekend aan de vaste inrichting in Zwitserland en het hoofdkantoor in Luxemburg. Bovendien heeft Luxemburg besloten tot spontane informatie-uitwisseling met het land waar de plaats van de werkelijke leiding van de moederonderneming is gelegen, en met alle betrokken buitenlandse bevoegde autoriteiten, in de gevallen waarin het hoofdkantoor van de dochteronderneming in Luxemburg is gelegen en de vaste inrichting in Zwitserland.
Deze nieuwe regels gelden sinds januari 2001.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel is met ingang van 1 april 2001 gewijzigd door de invoering van een APA (Advance Pricing Agreement)-praktijk. Deze praktijk is gebaseerd op de OESO-richtlijnen voor zo'n instrument, en het arm's-lengthbeginsel is opgenomen in de Nederlandse wetgeving.
De APA's worden nu per geval vastgesteld. Er worden niet langer standaardrulings en vaste marges gebruikt. Ieder afzonderlijk verzoek moet worden onderbouwd met alle ter zake doende informatie (beschikbare feiten en omstandigheden) die nodig zijn om de arm's-lengthvoorwaarden voor de APA te bepalen. APA's zijn normaal 4 tot 5 jaar geldig, tenzij de onderliggende feiten of omstandigheden veranderen. Een APA wordt gecontroleerd overeenkomstig de normale praktijk inzake belastingcontrole. In de praktijk betekent dat, dat een belastingplichtige gemiddeld om de vijf jaar aan een controle met terugwerkende kracht wordt onderworpen. Indien de feiten waarop de APA is gebaseerd, niet overeenkomen met de werkelijke feiten, is de APA ongeldig. Alle afzonder- lijke APA's worden gepubliceerd, waarbij de gebruikelijke geheimhoudingsbelangen van de betrokken belastingplichtige in aanmerking worden genomen. Op 31 maart 2001 bestaande begunstigden blijven in de oude regeling tot eind 2005.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel is met ingang van 1 april 2001 gewijzigd door de invoering van een APA (Advance Pricing Agreement)-praktijk. Deze praktijk is gebaseerd op de OESO-richtlijnen voor zo'n instrument, en het arm's-lengthbeginsel is opgenomen in de Nederlandse wetgeving.
De APA's worden nu per geval vastgesteld. Er worden niet langer standaardrulings en vaste marges gebruikt. Ieder afzonderlijk verzoek moet worden onderbouwd met alle ter zake doende informatie (beschikbare feiten en omstandigheden) die nodig zijn om de arm's-lengthvoorwaarden voor de APA te bepalen. APA's zijn normaal 4 tot 5 jaar geldig, tenzij de onderliggende feiten of omstandigheden veranderen. Een APA wordt gecontroleerd overeenkomstig de normale praktijk inzake belastingcontrole. In de praktijk betekent dat, dat een belastingplichtige gemiddeld om de vijf jaar aan een controle met terugwerkende kracht wordt onderworpen. Indien de feiten waarop de APA is gebaseerd, niet overeenkomen met de werkelijke feiten, is de APA ongeldig. Alle afzonder- lijke APA's worden gepubliceerd, waarbij de gebruikelijke geheimhoudingsbelangen van de betrokken belastingplichtige in aanmerking worden genomen. Op 31 maart 2001 bestaande begunstigden blijven in de oude regeling tot eind 2005.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel is met ingang van 1 april 2001 gewijzigd door de invoering van een APA (Advance Pricing Agreement)-praktijk. Deze praktijk is gebaseerd op de OESO-richtlijnen voor zo'n instrument, en het arm's-lengthbeginsel is opgenomen in de Nederlandse wetgeving.
De APA's worden nu per geval vastgesteld. Er worden niet langer standaardrulings en vaste marges gebruikt. Ieder afzonderlijk verzoek moet worden onderbouwd met alle ter zake doende informatie (beschikbare feiten en omstandigheden) die nodig zijn om de arm's-lengthvoorwaarden voor de APA te bepalen. APA's zijn normaal 4 tot 5 jaar geldig, tenzij de onderliggende feiten of omstandigheden veranderen. Een APA wordt gecontroleerd overeenkomstig de normale praktijk inzake belastingcontrole. In de praktijk betekent dat, dat een belastingplichtige gemiddeld om de vijf jaar aan een controle met terugwerkende kracht wordt onderworpen. Indien de feiten waarop de APA is gebaseerd, niet overeenkomen met de werkelijke feiten, is de APA ongeldig. Alle afzonder- lijke APA's worden gepubliceerd, waarbij de gebruikelijke geheimhoudingsbelangen van de betrokken belastingplichtige in aanmerking worden genomen. Op 31 maart 2001 bestaande begunstigden blijven in de oude regeling tot eind 2005.
● Zie punten 45 tot en met 51 van het verslag van de Groep van 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Sedert begin 2002 is wetgeving van kracht tot aanscherping van de anti-misbruikbepalingen in verband met de toepassing van de deelnemingsvrijstelling.
De anti-misbruikbepalingen zijn voornamelijk gebaseerd op een onderscheid tussen het actieve dan wel passieve karakter van de inkomsten uit de deelneming (dochter of vaste inrichting) van een Nederlandse belastingplichtige vennootschap. Het onderscheid is gebaseerd op de toepassing van artikel 13, lid 2, van de wet op de vennootschapsbelasting en de desbetreffende jurisprudentie.
Inkomsten hebben een passief karakter wanneer zij afkomstig zijn van een deelneming die als belegging aangemerkt wordt. De toets om uit te maken of er sprake is van beleggingsinkomsten berust op het verband tussen de werkzaamheden van de Nederlandse belastingplichtige vennoot- schap en haar deelneming (ontbreken van een rechtstreeks verband) en de aard van de werkzaam- heden van de deelneming (financieringswerkzaamheden, portefeuillebeheer en andere beleggings- activiteiten of hoofdzakelijk intragroep exploitatie van materiële of immateriële activa).
Krachtens artikel 13 van de wet op de vennootschapsbelasting is de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing wanneer inkomsten (dividend of vermogenswinst) een passief karakter hebben; in dat geval is de deelneming belastbaar in de handen van de Nederlandse moederonderneming. Indien aldus bepaald in de toepasselijke overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting, is verreke- ning met de buitenlandse belasting mogelijk met betrekking tot inkomsten uit dividend waarop de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is; met betrekking tot niet voor de deelnemingsvrij- stelling in aanmerking komende vermogenswinst is verrekening niet mogelijk. Daarnaast xxxxxxx het waarderingvoorschrift van artikel 28b dat wanneer een Nederlandse vennootschap rechtstreeks of middelijk een deelneming van ten minste 25% bezit in een vennootschap waarvan de werkzaam- heden grotendeels bestaan in beleggen of passieve financiering, die deelneming jaarlijks wordt opgewaardeerd tegen marktwaarde op het niveau van de Nederlandse moederonderneming. Dit betekent dat iedere waardestijging wordt belast als ongerealiseerde vermogenswinst in de handen van de Nederlandse vennootschap. In die omstandigheden is verrekening met buitenlandse belasting niet toegestaan.
Tot verdere aanscherping van deze anti-misbruikbepalingen is artikel 13g met ingang van begin 2002 gewijzigd in die zin dat de werkingssfeer van de deelnemingsvrijstelling verder beperkt is. Sinds 1 januari 2002 is de deelnemingsvrijstelling niet langer van toepassing op dividend of vermogenswinst afkomstig van tussen de Nederlandse vennootschap en haar dochter geschoven EU-dochters ingeval de deelnemingsvrijstelling zonder die tussenschuiving niet daarop van toe- passing zou zijn geweest. Via een recentelijk voor parlementaire behandeling gepresenteerd wets- voorstel zal de werkingssfeer van deze bepaling worden uitgebreid tot inkomsten uit passieve vaste inrichtingen (groepsfinancieringsmaatschappijen) van of indirect gecontroleerd door EU-dochters van Nederlandse vennootschappen, met ingang van 1 januari 2003.
• Zie punten 36 en 37 van het verslag van de Groep van 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel is met ingang van 1 april 2001 gewijzigd door de invoering van een APA (Advance Pricing Agreement)-praktijk. Deze praktijk is gebaseerd op de OESO-richtlijnen voor zo'n instrument, en het arm's-lengthbeginsel is opgenomen in de Nederlandse wetgeving.
De APA's worden nu per geval vastgesteld. Er worden niet langer standaardrulings en vaste marges gebruikt. Ieder afzonderlijk verzoek moet worden onderbouwd met alle ter zake doende informatie (beschikbare feiten en omstandigheden) die nodig zijn om de arm's-lengthvoorwaarden voor de APA te bepalen. APA's zijn normaal 4 tot 5 jaar geldig, tenzij de onderliggende feiten of omstandigheden veranderen. Een APA wordt gecontroleerd overeenkomstig de normale praktijk inzake belastingcontrole. In de praktijk betekent dat, dat een belastingplichtige gemiddeld om de vijf jaar aan een controle met terugwerkende kracht wordt onderworpen. Indien de feiten waarop de APA is gebaseerd, niet overeenkomen met de werkelijke feiten, is de APA ongeldig. Alle afzonder- lijke APA's worden gepubliceerd, waarbij de gebruikelijke geheimhoudingsbelangen van de betrokken belastingplichtige in aanmerking worden genomen. Op 31 maart 2001 bestaande begunstigden blijven in de oude regeling tot eind 2005.
● Zie punten 33 tot en met 35 van het verslag van de Groep van 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De Nederlandse autoriteiten zullen wettelijke maatregelen treffen om de regelgeving zo te wijzigen dat nieuwe toetreders niet meer van de regeling gebruik kunnen maken. Nederland zal dit decreet vóór eind 2002 bekendmaken.
Voor de huidige begunstigden heeft Nederland verzocht om verlenging van de voordelen van de regeling na 2005 tot en met uiterlijk 31 december 2010. Op grond van de Nederlandse wet mogen de betrokken ondernemingen gedurende een periode van tien jaar van de regeling gebruik maken (te beginnen tussen 1997 en 2001). In de meeste gevallen zullen de ondernemingen de regeling eind 2006-2008 moeten stopzetten, aangezien de meeste ondernemingen de periode van tien jaar begin 1997-1999 hebben aangevraagd. De Commissie onderwerpt de maatregel momenteel aan een onderzoek naar staatssteun.
● Zie punten 33 tot en met 35 van het verslag van de Groep van 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Reeds in 1999 zijn stappen ondernomen om de maatregel te wijzigen; de Nederlandse wetgeving werd toen gewijzigd zodat de vrijstellingsmethode niet langer van toepassing is op passieve financieringswerkzaamheden ten behoeve van buitenlandse vennootschappen, ook al was een bestaande ruling nog van kracht. Overeenkomstig een door het ministerie van Financiën in 1999 gepubliceerde beleidsverklaring zouden er geen rulings meer verleend worden voor vaste inrich- tingen die passieve financieringswerkzaamheden verrichten; deze werden feitelijk al niet meer verleend nog voordat de nationale wetgeving met ingang van 1999 werd gewijzigd. Met betrekking tot actieve groepsfinancieringsmaatschappijen werd in 2000 en 2001 nog een gering aantal rulings aangevraagd en verleend (2 à 3 per jaar).
Bovendien is de maatregel met ingang van 1 april 2001 gewijzigd door de invoering van een APA (Advance Pricing Agreement)-praktijk. De nieuwe APA-praktijk geld ook voor deze maatregel.
Sinds rulings voor passieve financieringswerkzaamheden voor buitenlandse vennootschappen niet meer worden aangevraagd of verleend, geldt de invoering van de APA-praktijk louter voor actieve financieringswerkzaamheden voor buitenlandse vennootschappen. De APA-praktijk is gebaseerd op de OESO-richtlijnen voor zo'n instrument, en het arm's-lengthbeginsel is opgenomen in de Nederlandse wetgeving.
De APA's worden nu per geval vastgesteld. Er worden niet langer standaardrulings en vaste marges gebruikt. Ieder afzonderlijk verzoek moet worden onderbouwd met alle ter zake doende informatie (beschikbare feiten en omstandigheden) die nodig zijn om de arm's-lengthvoorwaarden voor de APA te bepalen. APA's zijn normaal 4 tot 5 jaar geldig, tenzij de onderliggende feiten of omstandigheden veranderen. Een APA wordt gecontroleerd overeenkomstig de normale praktijk inzake belastingcontrole. In de praktijk betekent dat, dat een belastingplichtige gemiddeld om de vijf jaar aan een controle met terugwerkende kracht wordt onderworpen. Indien de feiten waarop de APA is gebaseerd, niet overeenkomen met de werkelijke feiten, is de APA ongeldig. Alle afzonderlijke APA's worden gepubliceerd, waarbij de gebruikelijke geheimhoudingsbelangen van de betrokken belastingplichtige in aanmerking worden genomen. Op 31 maart 2001 bestaande begunstigden blijven in xx xxxx xxxxxxxx xxx xxxx 0000.
Xxxxxxxxx
• Zie punten 41 t/m 44 van het verslag van de Groep van 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel is met ingang van 1 april 2001 afgeschaft door de invoering van een APA (Advance Pricing Agreement)-praktijk. Deze praktijk is gebaseerd op de OESO-richtlijnen voor zo'n instrument, en het arm's-lengthbeginsel is opgenomen in de Nederlandse wetgeving. De vroegere rulingpraktijk voor Foreign Sales Corporations van Amerikaanse ondernemingen is niet meer van toepassing.
De APA's worden nu per geval vastgesteld. Er worden niet langer standaardrulings en vaste marges gebruikt. Ieder afzonderlijk verzoek moet worden onderbouwd met alle ter zake doende informatie (beschikbare feiten en omstandigheden) die nodig zijn om de arm's-lengthvoorwaarden voor de APA te bepalen. APA's zijn normaal 4 tot 5 jaar geldig, tenzij de onderliggende feiten of omstandigheden veranderen. Een APA wordt gecontroleerd overeenkomstig de normale praktijk inzake belastingcontrole. In de praktijk betekent dat, dat een belastingplichtige gemiddeld om de vijf jaar aan een controle met terugwerkende kracht wordt onderworpen. Indien de feiten waarop de APA is gebaseerd, niet overeenkomen met de werkelijke feiten, is de APA ongeldig. Alle afzonder- lijke APA's worden gepubliceerd, waarbij de gebruikelijke geheimhoudingsbelangen van de betrokken belastingplichtige in aanmerking worden genomen. Op 31 maart 2001 bestaande begunstigden blijven in de oude regeling tot eind 2005.
• Zie punt 55 van het verslag van de Groep van 23 november 1999 (SN 4901/99)
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De voorwaarden voor de belastingaftrek op basis van de theoretische opbrengst van informeel kapi- taal zijn gewijzigd door de invoering van de hervorming van de rulingpraktijk, die per 1 april 2001 in werking is getreden. De wijzigingen met betrekking tot de toepassing van het arm's-length- beginsel als gevolg van de invoering van de APA-praktijk zijn als zodanig ook van toepassing op overeenkomsten inzake informeel kapitaal. De voorwaarden van overeenkomsten inzake informeel kapitaal worden per geval bepaald en alle aspecten van die overeenkomsten worden getoetst aan de OESO-richtlijnen inzake verrekenprijzen. De belastingautoriteiten mogen zo'n overeenkomst alleen sluiten indien dat op basis van het arm's-lengthbeginsel gerechtvaardigd is, d.w.z. wanneer de theoretische opbrengst van informeel kapitaal moet worden toegerekend aan een verbonden partij van wie informele kapitaalstorting in de betrokken Nederlandse onderneming afkomstig is.
In situaties waarin het informeel kapitaal afkomstig is van een verbonden partij die is gevestigd in een ander land dan Nederland, wordt de betrokken APA op verzoek (op basis van een verdrag ter vermijding van dubbele belasting) aan dat andere land meegedeeld. Voor de sluiting van een APA inzake informeel kapitaal geldt als voorwaarde dat de belastingplichtige vooraf met die mededeling moet instemmen. Bovendien zal Nederland, om te voldoen aan de bevindingen van de Groep gedragscode over transparantie en gegevensuitwisseling op het gebied van verrekenprijzen op basis van wederkerigheid, automatisch informatie over APA's inzake informeel kapitaal (en andere APA's) aan de lidstaten verstrekken. Doel van de verstrekking van informatie over de overeenkomst inzake informeel kapitaal aan het land van waaruit het informeel kapitaal wordt verstrekt, is dat land in staat te stellen zijn belastingwetgeving toe te passen, overeenkomstig het arm's-lengthbeginsel.
Afgezien van de gevolgen van de invoering van de APA-praktijk heeft Nederland ook wetgevings- maatregelen genomen om de aftrekbaarheid van rente die wordt betaald over langlopende (en achtergestelde) leningen te beperken. Ten gevolge van een wijziging in de wet op de vennoot- schapsbelasting per begin 2002, is de rente op zo'n lening van een verbonden partij niet langer aftrekbaar indien de lening geen arm's-lengthrente draagt (artikel 10, lid 1, onder d), en lid 4). Deze wijziging heeft de status van het arm's-lengthbeginsel in de Nederlandse wetgeving versterkt en is, net als de nieuwe APA-praktijk, ook van toepassing op overeenkomsten inzake informeel kapitaal, en heeft derhalve het toepassingsgebied van de informeelkapitaaldoctrine beperkt. In tegenstelling tot hetgeen onder de vorige rulingpraktijk mogelijk was, kan rente op zulke leningen die lager is dan het arm's-lengthtarief, dus niet meer worden aangemerkt als informeel kapitaal.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel is met ingang van 1 april 2001 gewijzigd door de invoering van een APA (Advance Pricing Agreement)-praktijk. Deze praktijk is gebaseerd op de OESO-richtlijnen voor zo'n instrument, en het arm's-lengthbeginsel is opgenomen in de Nederlandse wetgeving.
De APA's worden nu per geval vastgesteld. Er worden niet langer standaardrulings en vaste marges gebruikt. Ieder afzonderlijk verzoek moet worden onderbouwd met alle ter zake doende informatie (beschikbare feiten en omstandigheden) die nodig zijn om de arm's-lengthvoorwaarden voor de APA te bepalen. APA's zijn normaal 4 tot 5 jaar geldig, tenzij de onderliggende feiten of omstandigheden veranderen. Een APA wordt gecontroleerd overeenkomstig de normale praktijk inzake belastingcontrole. In de praktijk betekent dat, dat een belastingplichtige gemiddeld om de vijf jaar aan een controle met terugwerkende kracht wordt onderworpen. Indien de feiten waarop de APA is gebaseerd, niet overeenkomen met de werkelijke feiten, is de APA ongeldig. Alle afzonder- lijke APA's worden gepubliceerd, waarbij de gebruikelijke geheimhoudingsbelangen van de betrokken belastingplichtige in aanmerking worden genomen. Op 31 maart 2001 bestaande begunstigden blijven in de oude regeling tot eind 2005.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De in de regeling aan te brengen wijzigingen zijn uit hoofde van de regeling inzake staatssteun in maart 2002 bij de Europese Commissie aangemeld en momenteel wordt op de goedkeuring ervan gewacht. De gewijzigde regeling zoals die is aangemeld, heeft geen betrekking op financiële diensten.
Er zijn sedert eind 1999 geen financiële instellingen meer tot de bestaande regeling toegelaten. Voor de bestaande begunstigden is Portugal voornemens de belastingvoordelen tot eind 2011 te handhaven in het kader van een afloopregeling.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De maatregel, die voorheen van toepassing was op de provincies Alava, Guipuzcoa en Bizcaya, is opgeheven en geen enkele onderneming maakt verder gebruik van de regeling. De wettelijke instrumenten waarbij de maatregel is ingetrokken, zijn aangenomen: in Alava, op 29 maart 2000 (Verordening 7/2000), in Guipuzcoa, op 13 maart 2000 (Verordening 3/2000) en in Bizcaya, op 30 april 2002 (Verordening 4/2002). Er is geen herziene of vervangende regeling. De algemene regeling inzake de vennootschapsbelasting is van toepassing.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De regeling is met ingang van 10 november 2001 opgeheven (bij Wet 8/2001), en geen enkele onderneming maakt verder gebruik van de regeling. Er is geen herziene of vervangende regeling. De algemene regeling inzake de vennootschapsbelasting is van toepassing.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De regeling is gewijzigd (bij Wet 24/2001, aangenomen op 27 december 2001) om te waarborgen dat vanaf 1 januari 2002 geen nieuwe gegadigden toetreden.
De maatregel zal nog verder worden gewijzigd met ingang van 1 januari 2003, zodat de door de regeling verleende speciale procentuele aftrek verder kan worden berekend over de inkomsten uit verkoop en opslag van koolwaterstoffen, maar het maximumbedrag van deze procentuele aftrek wordt beperkt tot 50% van de heffingsgrondslag (in plaats van geen beperking zoals in de huidige regeling). De tweede bestaande beperking (40% van de heffingsgrondslag), wanneer de aftrek niet over de inkomsten uit verkoop of opslag van koolwaterstoffen wordt berekend, blijft ongewijzigd.
Ieder aldus afgetrokken bedrag moet uitsluitend worden geïnvesteerd in de regeling voor onderzoek en exploitatie op het gebied van koolwaterstoffen.
Ook de bijzondere beperkingen voor de toepassing van de maatregel blijven ongewijzigd, te weten:
- het maximumbedrag voor de jaarlijkse afschrijving (maximaal 50% per jaar in plaats van geen maximum, zoals onder de algemene regeling) voor immateriële activa en uitgaven in verband met prospectie;
- de beperking van het bedrag van de belastingtechnische verliezen van vorige jaren dat kan worden verrekend met de belastbare winsten van de volgende jaren (maximaal 50% van de belastbare winsten per jaar, terwijl de algemene regel tot 100% toestaat).
Het bijzondere tarief van de vennootschapsbelasting van 40% zal ongewijzigd blijven, en blijft derhalve in het kader van deze regeling van kracht (in plaats van het algemene vennootschaps- belastingtarief van 35%).
Het voorstel wordt binnenkort voorgelegd aan het Parlement, met de bedoeling dat het vóór eind 2002 wordt aangenomen en dat de regeling uiterlijk 1 januari 2003 in werking treedt.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De regering van Gibraltar is van plan de bestaande regeling op te heffen in het kader van de algemene hervorming van de vennootschapsbelasting.
De regering van Gibraltar heeft de opzet van de overwogen hervorming openbaar gemaakt, maar de nadere bijzonderheden worden vertrouwelijk gehouden. Het voorgestelde nieuwe stelsel zal een belasting gebaseerd op het aantal werknemers, een belasting op de bedrijfsgebouwen en een registratierecht omvatten, die van toepassing zullen zijn op alle Gibraltarese ondernemingen. Er zal een bijzondere aanvullende belasting op de winsten van verrichters van financiële diensten en van nutsbedrijven komen.
De voorstellen moeten door de Europese Commissie worden getoetst aan de regels inzake staats- steun en moeten worden aangenomen door het parlement (House of Assembly) van Gibraltar. Het is de bedoeling dat de hervorming met ingang van 1 juli 2003 wordt ingevoerd.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De regering van Gibraltar is van plan de bestaande regeling op te heffen in het kader van de alge- mene hervorming van de vennootschapsbelasting.
De regering van Gibraltar heeft de opzet van de overwogen hervorming openbaar gemaakt, maar de nadere bijzonderheden worden vertrouwelijk gehouden. Het voorgestelde nieuwe stelsel zal een belasting gebaseerd op het aantal werknemers, een belasting op de bedrijfsgebouwen en een registratierecht omvatten, die van toepassing zullen zijn op alle Gibraltarese ondernemingen. Er zal een bijzondere aanvullende belasting op de winsten van verrichters van financiële diensten en van nutsbedrijven komen.
De voorstellen moeten door de Europese Commissie worden getoetst aan de regels inzake over- heidssteun en moeten worden aangenomen door het parlement (House of Assembly) van Gibraltar. Het is de bedoeling dat de hervorming met ingang van 1 juli 2003 wordt ingevoerd.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De regering van Gibraltar is van plan de bestaande regeling op te heffen in het kader van de algemene hervorming van de vennootschapsbelasting.
De regering van Gibraltar heeft de opzet van de overwogen hervorming openbaar gemaakt, maar de nadere bijzonderheden worden vertrouwelijk gehouden. Het voorgestelde nieuwe stelsel zal een belasting gebaseerd op het aantal werknemers, een belasting op de bedrijfsgebouwen en een registratierecht omvatten, die van toepassing zullen zijn op alle Gibraltarese ondernemingen. Er zal een bijzondere aanvullende belasting op de winsten van de verrichters van financiële diensten en van nutsbedrijven komen.
De voorstellen moeten door de Europese Commissie worden getoetst aan de regels inzake over- heidssteun en moeten worden aangenomen door het parlement (House of Assembly) van Gibraltar. Het is de bedoeling dat de hervorming met ingang van 1 juli 2003 wordt ingevoerd.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Aruba heeft meegedeeld dat de regeling zal worden opgeheven zodra het Nieuw Fiscaal Raamwerk van Aruba van kracht wordt. Aruba streeft ernaar het raamwerk op 1 januari 2003 in werking te laten treden. Het raamwerk wordt in november 2002 ter toetsing voorgelegd aan de Raad van State, en zal vóór eind dit jaar worden besproken in het Parlement.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Aruba heeft meegedeeld dat de regeling zal worden opgeheven zodra het Nieuw Financieel raam- werk van Aruba van kracht wordt. Aruba streeft ernaar het raamwerk op 1 januari 2003 in werking te laten treden. Het raamwerk wordt in november 2002 ter toetsing voorgelegd aan de Raad van State, en zal vóór het einde van dit jaar worden besproken in het Parlement.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
De Britse Maagdeneilanden zijn van plan deze maatregel af te schaffen door de wet Lokale vennootschappen en de wet Internationale zakenvennootschappen vóór eind 2003 samen te voegen tot één vennootschapsstatuut. Bijgevolg zullen alle vennootschappen aan dezelfde belastingregeling onderworpen zijn.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Het eiland Man is voornemens de maatregel af te schaffen door een algehele hervorming van zijn vennootschapsbelasting in te voeren. Krachtens het voorgestelde nieuwe vennootschapsbelasting- stelsel zou het normale tarief van de vennootschapsbelasting voor alle zakelijke activiteiten nul procent zijn, met een speciaal hoger tarief van 10% (wellicht gebonden aan een maximum of een beperking) voor bankinstellingen met een vergunning. Het is de bedoeling dat het nieuwe vennoot- schapsbelastingstelsel effectief wordt toegepast voor de boekjaren ingaande op 31 december 2005 op zijn laatst.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Het eiland Man is voornemens de maatregel af te schaffen door een algehele hervorming van zijn vennootschapsbelasting in te voeren. Krachtens het voorgestelde nieuwe vennootschapsbelasting- stelsel zou het normale tarief van de vennootschapsbelasting voor alle zakelijke activiteiten nul procent zijn, met een speciaal hoger tarief van 10% (wellicht gebonden aan een maximum of een beperking) voor bankinstellingen met een vergunning. Het is de bedoeling dat het nieuwe vennoot- schapsbelastingstelsel effectief wordt toegepast voor de boekjaren ingaande op 31 december 2005 op zijn laatst.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Het eiland Man is voornemens de maatregel af te schaffen door een algehele hervorming van zijn vennootschapsbelasting in te voeren. Krachtens het voorgestelde nieuwe vennootschapsbelasting- stelsel zou het normale tarief van de vennootschapsbelasting voor alle zakelijke activiteiten nul procent zijn, met een speciaal hoger tarief van 10% (wellicht gebonden aan een maximum of een beperking) voor bankinstellingen met een vergunning. Het is de bedoeling dat het nieuwe vennoot- schapsbelastingstelsel effectief wordt toegepast voor de boekjaren ingaande op 31 december 2005 op zijn laatst.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Het eiland Man is voornemens de maatregel af te schaffen door een algehele hervorming van zijn vennootschapsbelasting in te voeren. Krachtens het voorgestelde nieuwe vennootschapsbelasting- stelsel zou het normale tarief van de vennootschapsbelasting voor alle zakelijke activiteiten nul procent zijn, met een speciaal hoger tarief van 10% (wellicht gebonden aan een maximum of een beperking) voor bankinstellingen met een vergunning. Het is de bedoeling dat het nieuwe vennoot- schapsbelastingstelsel effectief wordt toegepast voor de boekjaren ingaande op 31 december 2005 op zijn laatst.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Het eiland Man is voornemens de maatregel af te schaffen door een algehele hervorming van zijn vennootschapsbelasting in te voeren. Krachtens het voorgestelde nieuwe vennootschapsbelasting- stelsel zou het normale tarief van de vennootschapsbelasting voor alle zakelijke activiteiten
nul procent zijn, met een speciaal hoger tarief van 10% (wellicht gebonden aan een maximum of een beperking) voor bankinstellingen met een vergunning. Het is de bedoeling dat het nieuwe vennootschapsbelastingstelsel effectief wordt toegepast voor de boekjaren ingaande op
31 december 2005 op zijn laatst.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Het eiland Man is voornemens de maatregel af te schaffen door een algehele hervorming van zijn vennootschapsbelasting in te voeren. Krachtens het voorgestelde nieuwe vennootschapsbelasting- stelsel zou het normale tarief van de vennootschapsbelasting voor alle zakelijke activiteiten nul procent zijn, met een speciaal hoger tarief van 10% (wellicht gebonden aan een maximum of een beperking) voor bankinstellingen met een vergunning. Het is de bedoeling dat het nieuwe vennoot- schapsbelastingstelsel effectief wordt toegepast voor de boekjaren ingaande op 31 december 2005 op zijn laatst.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Jersey stelt voor om, zodra er in de EU een akkoord is bereikt over het belastingpakket, wetgeving aan te nemen voor een hervorming van de vennootschapsbelasting die binnen vijf jaar na het bereiken van het akkoord voltooid moet zijn. Jersey is voornemens de maatregel af te schaffen door een algehele hervorming van zijn vennootschapsbelastingstelsel in te voeren. Krachtens het voor- gestelde nieuwe stelsel zou het normale tarief van de vennootschapsbelasting voor alle zakelijke activiteiten nul procent zijn, met een speciaal hoger (nog vast te stellen) tarief voor geregle- menteerde entiteiten, met inbegrip van ondernemingen die financiële diensten verrichten, en openbare nutsbedrijven. Het normale tarief zal gelden voor circa 21.500 van de 22.000 onder- nemingen in Jersey, samen goed voor ongeveer 65% van de inkomsten van het eiland.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Jersey stelt voor om, zodra er in de EU een akkoord is bereikt over het belastingpakket, wetgeving aan te nemen houdende instelling van een moratorium voor nieuwe toetreders met betrekking tot de schadelijke maatregel, en om de schadelijke maatregel af te schaffen, waarbij de voordelen zullen ophouden per 31.12.2005.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Jersey stelt voor om, zodra er in de EU een akkoord is bereikt over het belastingpakket, wetgeving aan te nemen houdende afschaffing van de maatregel met ingang van 31.12.2005, waarbij de voor- delen voor de bestaande begunstigden geleidelijk worden afgebouwd en zullen ophouden per 31.12.2011.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Jersey stelt voor om, zodra er in de EU een akkoord is bereikt over het belastingpakket, wetgeving aan te nemen houdende instelling van een moratorium voor nieuwe toetreders met betrekking tot de schadelijke maatregel, en om de schadelijke maatregel af te schaffen, waarbij de voordelen zullen ophouden per 31.12.2005.
BIJLAGE 1 - Deel b): Niet-overeengekomen beschrijvingen van terugdraaiingsvoorstellen
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Aruba heeft meegedeeld dat de regeling zal worden vervangen door een regeling die in overeen- stemming is met de Gedragscode. Tot op heden is er geen informatie over de voorgenomen terug- draaiingsmaatregelen bekendgemaakt.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Tot op heden is er geen informatie over eventuele voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen bekend- gemaakt.
Beschrijving van reeds toegepaste of voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen
Er is tot op heden geen informatie bekend gemaakt over voorgenomen terugdraaiingsmaatregelen.
BIJLAGE 2
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 17 juli 2002 (28.11) (OR. en)
11077/02
LIMITE FISC 208
VERSLAG
van: Subgroep gedragscode (belastingregeling voor ondernemingen) d.d.: 11 juli 2002
aan: Groep gedragscode (belastingregeling voor ondernemingen) Betreft: Gedragscode (belastingregeling voor ondernemingen)
- Verrekenprijzen
INLEIDING
1. Tijdens haar bijeenkomst van 19 maart heeft de Groep gedragscode besloten dat de resterende werkzaamheden met betrekking tot de informatie-uitwisseling op het gebied van de verreken- prijzen plaats dienen te vinden in een subgroep van de Groep gedragscode.
2. De verwijzing naar de subgroep, waartoe de groep op 18 april 2002 heeft besloten, staat in bijlage C bij het verslag van de groep aan de Raad ECOFIN van 4 juni 2002
(doc. 8848/02 FISC 129). In de verwijzing staat duidelijk dat de groep op 15 oktober 2002 gereed moet zijn met haar werkzaamheden en verslag moet uitbrengen aan de Groep gedrags- code.
3. Hierbij dient de subgroep onderstaand verslag in.
STAND VAN ZAKEN
4. Op 12 juni is een vergadering gehouden onder het Spaanse voorzitterschap en op 11 juli 2002 onder het Deense voorzitterschap.
5. Tijdens de vergadering op 12 juni is de subgroep het eens geworden over een samenvatting van de antwoorden van de lidstaten op de negen vragen op het gebied van informatie-uit- wisseling inzake verrekenprijzen voor afzonderlijke gevallen (doc. 12093/01 FISC 174). De goedgekeurde versie van het werkdocument, met de samenvatting van de antwoorden van de lidstaten op dit gebied, staat in de bijlage bij dit document.
6. Voorts is de subgroep op 12 juni op basis van een door het Spaanse voorzitterschap ingediende nota een debat begonnen over de vraagstukken die aan de orde worden gesteld in punt 4 van de verwijzing, namelijk:
● het soort informatie dat zal worden uitgewisseld;
● de omstandigheden waarin deze uitwisseling zal plaatsvinden;
● de wijze waarop vertrouwelijke gegevens moeten worden beschermd; en
● de wijze waarop de hand moet worden gehouden aan het wederkerigheidsbeginsel.
7. Tot slot van de vergadering van 11 juli 2002, heeft de subgroep op basis van een nota van het Deense voorzitterschap, het volgende besloten:
a) De omstandigheden waarin informatie wordt uitgewisseld
De uitwisseling van informatie over verrekenprijzen moet erop gericht zijn de betrokken lid- staten in staat te stellen in hun rechtsgebieden de correcte toewijzing van belasting- grondslagen te bepalen. Unilaterale voorafgaande prijsovereenkomsten (advance pricing arrangement (APA)), rulings of andere voorafgaande overeenkomsten inzake verrekenprijzen (hierna APA's genoemd) kunnen te lage belastingheffing in de hand werken die niet overeen- komt met het "arm's-length"-beginsel, of kunnen leiden tot vermoedens bij de andere lidstaten dat een dergelijke te lage belastingheffing bestaat en niet transparant is.
Dus, als een lidstaat heeft ingestemd met een unilaterale APA, ruling of andere voorafgaande overeenkomst inzake verrekenprijzen, is het van belang dat de lidstaat dit uit eigen beweging meldt aan de belastingdienst die rechtstreeks betrokken is wat betreft informatie die van belang lijkt voor het correct bepalen van de belasting op inkomen en kapitaal. Een rechtstreeks betrokken lidstaat is een lidstaat waar een van de betrokken partijen in een onder de overeenkomst vallende transactie verblijft of werkzaamheden uitvoert via een permanente vestiging.
APA's kunnen ook bi- of multilateraal zijn. Wanneer alle belastingdiensten in kwestie betrokken zijn bij de APA, maakt de informatie-uitwisseling deel uit van de samenwerking. Er kunnen zich echter gevallen voordoen waarin belastingsdiensten die niet deelnemen aan de bi- of multilaterale APA, rechtstreeks betrokken zijn bij de overeenkomst. Dan dienen de bij de APA betrokken lidstaten hiervan uit eigen beweging melding te maken aan die diensten in kwestie.
b) het soort informatie dat zal worden uitgewisseld
De procedure voor de uitwisseling van informatie moet in twee fasen verlopen.
Eerst moet de bij de APA betrokken belastingdienst hiervan melding doen aan de lidstaat waarop de overeenkomst van invloed is. De melding omvat ofwel de volledige APA of een samenvatting van de overeenkomst (met in het bijzonder de informatie die nodig is voor het identificeren van de belastingbetalers die betrokken zijn bij onder de overeenkomst vallende transacties, het soort transacties, de toegepaste methodologie en de redenen daarvoor, evenals de bestreken verslagleggingsperiodes en de voorwaarden of nadere bepalingen voor de herziening of de vernietiging ervan, indien van toepassing).
De melding geschiedt uiterlijk zo spoedig mogelijk nadat de APA is gesloten.
Vervolgens moet de lidstaat die de APA toestaat desgevraagd alle verdere ter zake doende informatie 5 verstrekken over de onder de overeenkomst vallende transacties.
Richtlijn 77/799/EEG inzake wederzijdse bijstand is van toepassing op de uitwisseling van informatie, zowel in de eerste als in de tweede fase. Indien het desbetreffende Verdrag Dubbele Belasting of de relevante nationale wetgeving voorziet in een ruimere uitwisseling van informatie, kunnen de lidstaten meer informatie uitwisselen.
c) de wijze waarop vertrouwelijke gegevens moeten worden beschermd
De vertrouwelijkheid van de uitgewisselde informatie is een van de belangrijkste zorgpunten van de belastingdiensten. Richtijn 77/799/EEG inzake wederzijdse bijstand is van toepassing op de uitwisseling van informatie. Derhalve wordt de vertrouwelijkheid van de uitgewisselde informatie beschermd krachtens artikel 7 van de richtlijn.
5 De Spaanse delegatie stelt dat de formulering "ter zake doende informatie" in verband met de in de tweede fase uit te wisselen informatie, zonder enige beperking dient te worden geïnterpreteerd.
Behalve door de richtlijn wederzijdse bijstand kan de vertrouwelijkheid juridisch worden gewaarborgd middels
- nationale bepalingen of nationale wetgeving: de nationale wetgeving bevat gewoonlijk bepalingen die bedoeld zijn om de vertrouwelijkheid te waarborgen van de fiscale gegevens tot dewelke de belastingdiensten toegang hebben tijdens de uitoefening van hun taken. In deze bepalingen staat gewoonlijk ook dat dergelijke informatie uitsluitend voor belastingdoeleinden mag worden gebruikt. In dit opzicht is de vertrouwelijkheid gewaarborgd indien de middels uitwisseling verkregen informatie ook wordt geacht te worden beschermd door dergelijke bepalingen inzake vertrouwelijkheid en exclusief gebruik.
- overeenkomsten: de vertrouwelijkheid van de uitgewisselde informatie wordt uit- drukkelijk beschermd uit hoofde van de bepalingen van het artikel over de uitwisseling van informatie in het desbetreffende verdrag dubbele belasting.
d) de wijze waarop de hand moet worden gehouden aan het wederkerigheidsbeginsel
Het wederkerigheidsbeginsel is een algemeen beginsel op het stuk van de uitwisseling van informatie, en moet ook op dit specifieke gebied worden nageleefd.
Om evenwel te voorkomen dat een dergelijk beginsel een ongewenste beperking vormt voor de uitwisseling van informatie en dat er misbruik van wordt gemaakt dat leidt tot ongewenste vertragingen, moet het beginsel voldoende ruim worden geïnterpreteerd. Een lidstaat die niet meedoet aan APA's, rulings of andere voorafgaande overeenkomsten inzake verrekenprijzen, moet ook informatie ontvangen.
BIJLAGE
Punt 10 van de nota van het voorzitterschap, gehecht aan 12093/01 FISC 174 bevat negen vragen aan de lidstaten. Deze hebben betrekking op punt 17 van de leidraad in het verslag van de Groep Gedragscode aan ECOFIN in november 2000 (13563/00 FISC 193).
Samenvatting van de antwoorden inzake verrekenprijzen op de negen gestelde vragen:
Verklaring afkortingen
VP - verrekenprijzen LS - idstaten
VDB - Verdrag dubbele belasting
RWB - EU-richtlijn wederzijdse bijstand nr. 77/799 OESO MV - OESO-modelverdrag
APA - Advance Pricing Agreement
Vraag | Land | Antwoord |
1. Het soort informatie waarom het hier gaat | Oostenrijk | APA's, bilaterale overeenkomsten voor wederzijdse bijstand krachtens VDB, arbitrage- gevallen, anoniem gemaakt juridisch commentaar op specifieke gevallen. |
België | B heeft een lijst ingediend met de volledige details die inzake APA's kunnen worden uitgewisseld. Auditzaken - informatie moet uit eigen beweging worden verstrekt op uit- drukkelijk, met redenen omkleed verzoek. | |
Denemarken | Geeft lijst van de te verstrekken gedetailleerde informatie. Naam/vereniging van onder- nemingen/rechtsgrondslag/consequenties/bedrag/periode(s)/feitelijke basis voor de belastingheffing | |
Finland | Er zouden geen beperkingen mogen zijn, zou moeten afhangen van het geval | |
Frankrijk | Uitwisseling uit eigen beweging over APA's of andere unilaterale overeenkomsten. Uitwisseling van andere informatie is een zaak van de LS. Wederkerigheid is bij uit- wisseling uit eigen beweging belangrijk. | |
Duitsland | LS moeten bekend maken dat een belastingbetaler vraagt om een unilaterale overeen- komst, evenals de overeenkomst zelf, wanneer dit de LS raakt vanwege transactie met gelieerde bedrijven. Indien ontvangende LS twijfels heeft over VP-vereenkomst moet hij om direct overleg kunnen verzoeken. Naam/aard van transactie/methoden en omstandigheden berekening VP moeten worden verstrekt krachtens voorschriften RWB en VDB. |
Griekenland | Moeilijk te beschrijven maar de aard en de reikwijdte van de informatie moeten worden aangepast aan de behoeften van de ontvangende LS. | |
Ierland | De "andere staat" moet op de hoogte zijn van unilaterale APA's (liever bilaterale APA's). Indien bij een toetsing een potentieel verlies aan belasting bestaat in de "andere LS", moet relevante informatie worden doorgegeven aan de andere LS. Geen voor- schriften inzake formaat. | |
Italië | Heeft momenteel geen APA's. Alle LS moeten informatie kunnen krijgen over APA's en rulings. Zowel informatie in het bezit van de aangezochte LS als informatie die de LS kan verkrijgen. Naam/belastingreferentie/aard van de overeenkomst/aard van de trans- actie/aard van de band tussen LS-entiteiten vermelden. | |
Luxemburg | APA-informatie wordt automatisch en uit eigen beweging verstrekt. Bij herziening verrekenprijzen voldoende informatie geven om analyse, toetsing en aanpassing mogelijk te maken (indien van toepassing). | |
Nederland | Naam, belastingsreferentie en aard van de overeenkomst. Gewoon een kennisgeving sturen. | |
Portugal | Aanvaardt dat concrete informatie die gewoonlijk door de belastingdienst wordt xxxxxxxx uit audits of documentatie van de belastingbetalers, kan worden uitgewisseld. | |
Spanje | APA's - alle informatie in de tekst van de overeenkomst en de methode, prijs enz. Ook informatie van de LS over de sector en de werking ervan. Over audits - feitelijke en juridische elementen die LS ertoe hebben gebracht te concluderen dat er een verkeerde methode is gebruikt. |
Zweden | APA's en informatie uit audits. Flexibel, maar wel voldoende om andere LS in staat te stellen OESO-richtsnoeren correct uit te voeren. | |
UK | Informatie over individuele gevallen - naam, relevante periode en details van ruling enz. | |
2. De wijze waarop de informatie kan worden gebruikt indien beschikbaar vanuit andere LS | Oostenrijk | Als hulp bij besluitvorming in gelijkwaardige of vergelijkbare gevallen |
België | In het kader van RWB | |
Denemarken | Helpt bij risicobeoordeling van individuele gevallen. | |
Finland | Informatie dient snel te worden uitgewisseld. Stelt voor dat de groep de algemene beginselen inzake het gebruik van andere informatie dan voor belastingheffing, bespreekt. | |
Frankrijk | Kan worden gebruikt op dezelfde wijze als andere krachtens RWB ontvangen informatie | |
Duitsland | Voor gebruik van informatie moeten de voorwaarden gelden die bepaald zijn in de overlegprocedures van VDB. Voor identificatie van belastingbetalers moet de procedure gelden van de wederzijdsebijstandsbepalingen in VDB en RWB. | |
Griekenland | Op dezelfde wijze als krachtens RWB toegezonden informatie. Gebruik beperken tot belastingdoeleinden. |
Ierland | Bescherming van belastinggrondslag van andere LS. | |
Italië | Om jaarlijkse auditplannen op te stellen. Concrete informatie kan worden gebruikt om het individuele geval te herzien. | |
Luxemburg | Informatie wordt opgeslagen en gebruikt wanneer de belastingaangifte wordt gecontroleerd. | |
Nederland | Om herziening en bepaling van de belastinggrondslag van een belastingbetaler mogelijk te maken | |
Portugal | Om analyse en nauwkeurige beoordeling van de belastbare grondslag van intra-groeps- transacties mogelijk te maken en om criteria vast te stellen voor het selecteren van belastingbetalers die gecontroleerd moeten worden. | |
Spanje | APA - zou kennis omtrent transparantie en bilateralisatie vergroten. Audits - gebruikt bij belastingcontroles | |
Zweden | Wordt gebruikt om de rechtsgrondslag van andere LS te beschermen - vooral in het geval van unilaterale APA's. | |
UK | In specifieke gevallen nuttig voor risicobeoordeling (informatie voor bijstelling naar beneden nuttig) | |
3. Zijn er beperkingen van de mogelijkheid voor LS om dergelijke informatie voor uit- wisseling te verkrijgen? | Oostenrijk | De beperkingen in artikel 26, lid 2, onder c) van OESO MV moeten gelden. |
België | Beperkt krachtens artikel 8 RWB. Bij audits verkregen informatie leent zich niet voor automatische uitwisseling. Automatische informatie-uitwisseling kan verzoeken om APA's ontmoedigen, hetgeen negatief zou zijn. |
Denemarken | De beperkingen in artikel 26, lid 2 van OESO MV moeten gelden | |
Finland | Heeft bevoegdheid om informatie te verkrijgen maar geen wetgeving over documentatievereisten - kan antwoorden uitstellen. | |
Frankrijk | Uit te wisselen informatie beperkt tot de opgeslagen informatie, en niet louter opgevraagd voor uitwisseling. Relevante informatie moet worden uitgewisseld, met inachtneming van wederkerigheidsbeginsel. | |
Duitsland | Xxxx beperkingen in het algemeen, maar het kan moeilijk zijn op korte termijn details te krijgen. Geen informatieverplichtingen indien er geen wederkerigheid is (zie 6). | |
Griekenland | Xxx worden verkregen tijdens inspectie, audit of op verzoek. Informatie soms moeilijk of met vertraging te krijgen. | |
Ierland | Voorbereiding en bezit van documentatie is een probleem, er is onzekerheid over de bevoegdheid om toegang te hebben tot die documentatie voor gebruik door een andere LS, en een probleem inzake middelen. | |
Italië | Xxxx geen beperkingen | |
Luxemburg | Heeft geen wettelijk kader voor de uitwisseling van rulings, noch voor het sluiten van APA's. Indien deze er komen, moet worden gezorgd voor toegang tot de noodzakelijke informatie. Bij onregelmatigheden kunnen de bepalingen van RWB worden gebruikt. | |
Nederland | Uitwisseling uit eigen beweging. N moet informatiebron op de hoogte brengen alvorens informatie uit te wisselen. | |
Portugal | Beperkingen qua tijd en middelen. Ook artikel 26, lid 2 OESO MV |
Spanje | Xxxx beperking voor het verkrijgen van informatie | |
Zweden | Kan werken met VDB en RWB enz. Geen belemmering in Zweedse wet. | |
UK | Heeft uitgebreide bevoegdheden om informatie te verkrijgen maar uiteindelijk afhankelijk van wat voor informatie het betreft. | |
4. Krachtens welke wettelijke bepalingen wordt de informatie uitgewisseld? | Oostenrijk | Regeling voor onderling overleg in artikel 25 OESO MV. Bepaling over informatie in VDB (artikel 26), RWB 77/799. Allemaal uitsluitend bilateraal. Volgens A voorziet RWB in alle behoeften maar A wil toch dat via het comité van artikel 9 een procedure wordt uitgewerkt. |
België | RWB. Voor B moet automatische uitwisseling geschieden via bilaterale overeen- komsten krachtens RWB tussen de bevoegde autoriteiten. Staat in nationale wetgeving. | |
Denemarken | RWB en VDB zijn verwerkt in Deense wetgeving. | |
Finland | Heeft VDB met alle LS maar sommige kunnen uitzondering bevatten krachtens art. 26, lid 2 van modelverdrag. Echter geen nationale belemmeringen voor uitwisseling. | |
Frankrijk | RWB | |
Duitsland | Belastingwet samen met EU-wetgeving wederzijdse bijstand en bepalingen voor infor- matie-uitwisseling krachtens VDB. | |
Griekenland | RWB/VDB. RWB zit in nationale wetgeving. | |
Ierland | RWB/VDB |
Italië | RWB/VDB en daaropvolgende overeenkomsten. | |
Luxemburg | Toekomstige L wetgeving voorziet wellicht in automatisch, verplicht systeem. Boven- dien bevoegdheid tot uitwisseling op grond van RWB (verwerkt in L wetgeving) en VDB. | |
Nederland | RWB | |
Portugal | RWB/VDB | |
Spanje | Probleem met APA's - S kan alleen uitwisselen als vennootschap om bilaterale APA vraagt. Audit - RWB en VDB (hoewel het onduidelijk is of VDB uitwisseling uit eigen beweging mogelijk maakt) | |
Zweden | VDB en RWB. S maakt deel uit van Noords Verdrag wederzijdse bijstand, de Raad van Europa en OESO MV. Allemaal verwerkt in S wetgeving. | |
UK | RWB/VDB | |
5. Hoe kunnen vertrouwelijkheids- aangelegenheden van individuele belastingbetalers worden beschermd bij uitwisseling van informatie over individuele gevallen? | Oostenrijk | Met het gebruikelijke inter/intra-staatsgeheim. Alle informatie-uitwisseling over individuele zaken moet derhalve anoniem zijn. |
België | artikel 7 RWB. |
Denemarken | Informatie moet worden behandeld als vertrouwelijk, net als informatie die is verkregen krachtens nationale wetgeving | |
Finland | Exacte gegevens, gerubriceerd als vertrouwelijk, uitsluitend belastingzaken, strikte vertrouwelijkheid in beide LS. | |
Frankrijk | RWB biedt bescherming. | |
Duitsland | Alleen te gebruiken voor het bepalen van belastingen. | |
Griekenland | Beschermd door nationale wetgeving. Mag alleen worden gebruikt voor belasting- doeleinden. | |
Ierland | Artikel 7 van RWB/artikel 26 MV bieden bescherming van vertrouwelijkheid. | |
Italië | RWB/VDB. I wetgeving bevat ook specifiek artikel over beroepsgeheim. | |
Luxemburg | Verplichting om informatie te gebruiken binnen de context van uitwisseling en voor beoogde doeleinden. Anonimiteit belastingbetaler moet worden beschermd. | |
Nederland | RWB | |
Portugal | Artikel 7 van RWB/artikel 26 MV bieden bescherming van vertrouwelijkheid | |
Spanje | Informatie moet vertrouwelijk behandeld worden bij belastingsautoriteiten. Beperkte uitwisseling van informatie over geheime handelsprocedures. Probleem met uit- wisseling documentatie over APA's. | |
Zweden | Xxxxxx geheimhoudingsvoorschriften als voor andere uitwisseling van informatie op grond van RWB. | |
UK | Eerbiediging van RWB/Modelverdrag. Alleen "rechtstreekse" uitwisseling mogelijk. |
6. Hoe kan aan het wederkerig- heidsbeginsel de hand worden gehouden, gelet op de uiteenlopende ervaring en middelen van de LS? | Oostenrijk | VP-besluiten vallen niet onder EU-wetgeving, vandaar enige subjectiviteit. Denkt dat een enge definitie weinig zin heeft als bijv. APA's alleen worden uitgewisseld met LS die ze toepassen. |
België | Wederkerigheid niet strikt van toepassing op volume. Last voor de kleine landen niet vergeten. | |
Denemarken | Niet strikt toepassen. | |
Finland | Geeft aan welke factoren op de wederkerigheid van invloed zijn. Dit mag echter niet afdoen aan de verplichting tot uitwisseling. | |
Frankrijk | Het wederkerigheidsbeginsel moet strikt worden toegepast. | |
Duitsland | Indien er geen wederkerigheid is, moeten de LS niet worden verplicht de gevraagde informatie te geven. | |
Griekenland | Het wederkerigheidsbeginsel mag niet verstikkend werken op de uitwisseling van informatie. | |
Ierland | Volgens artikel 8 RWB mag informatie worden geweigerd om redenen van weder- kerigheid. Vormt wederkerigheid een barrière? Ierland beveelt aan dat de Commissie hierover een studie maakt. | |
Italië | Wederkerigheidsbeginsel moet worden gehandhaafd. | |
Luxemburg | Gezien de uiteenlopende ervaringen van LS, is wederkerigheid in termen van hetzelfde volume of dezelfde soort informatie niet mogelijk. |
Nederland | Moeilijk te beantwoorden, er is geen overeenstemming over definitie. Overeen- stemming over niveau van documentatie nodig, evenals duidelijke definitie van wat er wordt verwacht. | |
Portugal | Beginsel moet worden gehandhaafd maar met enige flexibiliteit. | |
Spanje | APA's - Spanje wisselt alleen informatie uit wanneer beide LS een APA-regeling hebben. Auditinformatie - wederkerigheid is verkeerde term - kan worden uitgelegd als verplichting om informatie te geven aan alle betrokken LS. | |
Zweden | APA-informatie ook uitwisselen indien andere LS geen APA-systeem heeft. Maar in auditzaken moeten richtsnoeren worden opgesteld. | |
UK | Wederkerigheid vereist. | |
7. Welke interpretatie kan er worden gegeven aan de verschillende aspecten van punt 17? | Oostenrijk | Essentiële informatie ter beschikking stellen van alle LS. Het woord "nodige" ruim interpreteren. |
België | Rechtstreeks bij een transactie betrokken LS. "de nodige informatie" is de onder 1 hierboven bedoelde informatie. | |
Denemarken | Betrokken LS - LS met vennootschappen die rechtstreeks aan ander eind van transactie zitten en gelieerde vennootschappen, ook indien niet betrokken. Maar onder "de andere betrokken lidstaten" vallen niet alle andere zelfs indien niet betrokken (behalve voor het verstrekken van algemene informatie). |
Finland | "De andere betrokken LS" - informatie moet in eerste plaats gaan naar LS waar moeder- of dochtermaatschappijen hun zetel hebben of een permanente vestiging. Over "nodige informatie" wenst F details, stelt debat voor in de Groep gedragscode. | |
Frankrijk | "De andere betrokken LS" - de entiteit in een andere LS die betrokken is bij een over- eenkomst. "de betrokken lidstaten" - de bij de uitgewisselde informatie betrokken LS. "de nodige informatie" - de gehele overeenkomst of ruling - exemplaar van APA/ruling toezenden. | |
Duitsland | Alle "betrokken" LS moet worden geïnformeerd over APA's of regelingen na audit. "Betrokken" LS zijn LS waar een gelieerd bedrijf is gevestigd. Indien VP, bijvoorbeeld bevoorradingsketens, moeten alle betrokken LS worden geïnformeerd. | |
Griekenland | APA-informatie aan de lidsta(a)t(en) waar moedermaatschappij gevestigd is voor belastingdoeleinden. Geeft toelichting bij informatie die kan worden uitgewisseld - betrokken identiteiten/beschrijving van activiteiten/factureringsmethodes/andere nuttige informatie. | |
Ierland | Alleen rechtstreeks betrokken LS - niet de LS van de gelieerde maatschappijen. |
Italië | "de andere betrokken lidstaten" - LS die belang hebben (en betrokken zijn) bij de trans- acties in de APA's/rulings. "de betrokken lidstaten" - LS, rechtstreeks betrokken bij intragroeptransacties die niet voldoen aan OESO-richtsnoeren. "de nodige informatie" - uitvoerige informatie die moet worden verstrekt. | |
Luxemburg | Alleen rechtstreeks betrokken LS. "de nodige informatie" exemplaar van APA of verslag over discrepanties - gestandaardiseerd en anoniem gemaakt. | |
Nederland | Alleen rechtstreeks betrokken LS. | |
Portugal | "de andere betrokken LS" - LS met rechtsreeks of indirect bij de transacties, in de APA's/rulings of andere voorafgaande overeenkomst, betrokken entiteiten. "de betrokken lidstaten" - LS van de direct bij de relevante transacties, overeenkomsten, APA's/rulings betrokken entiteiten. "de nodige informatie" - relevant geachte informatie. | |
Spanje | "LS" - direct betrokken LS. "nodige informatie" zie vraag 1 | |
Zweden | Andere LS - alleen de rechtstreeks betrokken LS. Nodige informatie - net als onder 1 - flexibel maar voldoende voor een correcte toe- passing van de richtsnoeren. |
UK | "betrokken LS" - LS die direct aan het eind van de transactie zitten. "betrokken LS" - ook hier de LS die direct aan het eind van de transactie zitten. "de nodige informatie" - naam/verslagleggingsperiode en basisgegevens aanpassing. | |
8. Meningen inzake tijdstip van de informatie-uitwisseling | Oostenrijk | Jaarlijks. |
België | Jaarlijks, 3-6 maanden na eind van betrokken jaar. | |
Denemarken | Zo snel mogelijk, ook indien beslissing wordt aangevochten (moet vermeld worden bij de informatie-uitwisseling). | |
Finland | Stelt snelle informatie-uitwisseling voor. Commissie beveelt 1-4 maanden aan voor reactie op verzoek om informatie. Indien tijdslimiet niet haalbaar, dan voortgangs- verslagen. | |
Frankrijk | APA/ruling - uitwisseling direct na sluiting. Anders informatie toezenden zodra beschikbaar (niet jaarlijks). | |
Duitsland | Zie 3. Geen vaste limieten. | |
Griekenland | 4-6 maanden nadat informatie is verkregen of automatisch, afhankelijk van het geval. | |
Ierland | Maximaal 6 maanden na relevante gebeurtenis, behalve in zeer complexe gevallen. | |
Italië | APA-informatie - jaarlijkse of halfjaarlijkse uitwisseling. Gevraagde informatie kan in vastgestelde periode bijvoorbeeld 6 maanden na verzoek. | |
Luxemburg | Jaarlijks of halfjaarlijks met een limiet van bijv. 1 maand na periode in kwestie. |
Nederland | Per kwartaal/halfjaarlijks na overeenkomst, of onmiddellijk op verzoek bij bilaterale APA. | |
Portugal | Overeen te komen vaste tijdslimiet. Uitleg geven indien informatie niet binnen de limiet kan worden gegeven. | |
Spanje | 3-6 maanden na APA of regeling. | |
Zweden | Unilaterale APA's - zodra procedure is ingeleid. Gevallen van audit - zo spoedig mogelijk. | |
UK | Er moeten redelijke termijnen worden afgesproken. | |
9. Verdere aangelegenheden waarmee de groep eventueel rekening moet houden in gevallen waarin methoden worden gebruikt die niet in OESO-richtsnoeren staan. | Oostenrijk | Geen opmerkingen. |
België | Geen opmerkingen. | |
Denemarken | Geen opmerkingen. | |
Finland | Andere methoden worden sporadisch gebruikt, maar indien anderen dit belangrijk vinden, moet het worden besproken. | |
Frankrijk | Uitgewisselde details moeten de informatie zijn waarvan is vastgesteld dat zij waar- schijnlijk nadelig is voor belangen in de ontvangende LS. | |
Duitsland | LS moeten verplicht worden informatie te geven indien zij methoden buiten de OESO- richtsnoeren aanvaarden of gebruiken, indien het afwijken van de richtsnoeren voor- delig kan zijn voor de belastingbetalers. |
Griekenland | Indien een LS de OESO-richtsnoeren ontoereikend vindt, moet dit in de groep worden aangekaart. | |
Ierland | Geen opmerkingen. | |
Italië | Geen opmerkingen. | |
Luxemburg | Geen opmerkingen. | |
Nederland | Uitwisseling niet nodig indien methode "buiten" de OESO-richtsnoeren wordt gecorrigeerd - dubbele belasting komt voor. Toezichtsprocedure vermeld. | |
Portugal | Geen opmerkingen. | |
Spanje | Gebruik van nieuwe technologie, gestandaardiseerde formaten voorgesteld in geauto- matiseerde vorm, elektronisch | |
Zweden | Vraagstuk van middelen/bron. Het moet duidelijk zijn wat er wordt bedoeld met "buiten de richtsnoeren". | |
UK | Ziet momenteel geen verdere punten. |