EERSTE
EERSTE
FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 208750/CAMN Datum: 20 januari 2012
Gegevens onderneming : Tessem B.V.
Beijer Logistics B.V. BLT B.V.,
allen statutair gevestigd te Duiven, kantoorhoudende en zaakdoende aan het Segment 3 te (6921 RC) Duiven.
Surseancenummer : Tessem B.V.: S.12/1 Beijer Logistics B.V.: S.12/2
Faillissementsnummer : Tessem B.V.: F.12/26
Beijer Logistics B.V. F.12/27 BLT B.V. F.12/28
Op verzoek : Na intrekking van de op 3 januari 2012 verleende voorlopige surseance van betaling is bij beschikking van 6 januari 2012 het faillissement uitgesproken van Tessem
B.V. en Beijer Logistics B.V.
Op eigen verzoek is op 6 januari 2012 het faillissement uitgesproken van BLT B.V.
Datum uitspraak : Surseance: 3 januari 2012 Faillissement: 6 januari 2012
Curator, voorheen bewindvoerder : mr. C.A.M. Nijhuis
R-C : mr. F.M.T. Quaadvliet
Activiteiten onderneming : Tessem B.V.: financiële holding- en beheeractiviteiten
Beijer Logistics B.V.: goederenvervoer over de weg (geen verhuizingen); de uitoefening van een transportbedrijf.
BLT B.V.: het verzorgen van logistieke opleidingen.
Omzetgegevens : Tessem B.V.:
Nog niet bekend
Beijer Logistics B.V.:
Netto omzet 2008: circa € 7.000.000,- tot € 8.000.000,-
Netto omzet 2009: circa € 8.000.000,- tot € 9.000.000,-
Netto omzet 2010: circa € 8.000.000,- tot € 9.000.000,- Netto omzet 2011: circa €7.500.000,- tot € 8.000.000,-
Resultaat 2008: circa € 100.000,-
Resultaat 2009: circa € 100.000,-
Resultaat 2010: circa € 225.000,- negatief
Resultaat 2011: circa € 250.000,- negatief
BLT B.V.
Nog niet bekend Personeel gemiddeld aantal : Tessem B.V.: 0
Beijer Logistics B.V.: 18
BLT B.V.: 21
Verslagperiode : 3 januari 2012 tot en met 15 januari 2012 Bestede uren in periode
3 januari 2012 tot en met
15 januari 2012 : volgt later
Bijlagen : 1) onderhandse boedelbeschrijving
2) vragenlijst curatoren
1. Inventarisatie
1.1 Directie en organisatie
Tessem B.V., hierna: “Tessem”, is volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel op 3 juni 1997 opgericht. Sedert 3 juni 1997 is de heer J.G.V. Beijer bestuurder alleen/zelfstandig bevoegd. Sedert 26 mei 2008 is de heer X.X. Xxxxxxxxxxx commissaris.
Beijer Logistics B.V., hierna: “Beijer Logistics”, is volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel eveneens op 3 juni 1997 opgericht. J.G.V. Beijer Groep B.V. is sedert 17 februari 2005 bestuurder alleen/zelfstandig bevoegd. J.G.V. Beijer Groep B.V. is sedert 24 november 1999 enig aandeelhoudster van Beijer Logistics.
Tessem is 100% aandeelhoudster van J.G.V. Beijer Groep B.V.
BLT B.V., hierna: “BLT”, is volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel op 5 september 1996 opgericht. Stichting Administratiekantoor BLT is sedert 6 september 2011 zowel bestuurder alleen/zelfstandig bevoegd als enig aandeelhoudster. Het bestuur van Stichting Administratiekantoor BLT wordt gevormd door de heer J.G.V. Beijer.
Zowel Xxxxxx als Beijer Logistics als BLT zijn alle drie kantoorhoudende en zaakdoende aan het Segment 3 te (6921 RC) Duiven.
Beijer Logistics is een transportonderneming. Zij verricht goederenvervoer over de weg. Beijer Logistics vervoert enkel stukgoederen. Tessem is de uiteindelijke aandeelhoudster die volgens de Kamer van Koophandel enkel functioneert als financiële holding- en beheeractiviteiten verricht. BLT verzorgt volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel logistieke opleidingen.
1.2 Winst en verlies
Aan de curator is een aantal grootboekkaarten ter hand gesteld. De curator beschikt nog niet over jaarrekeningen. De xxxx Xxxxxx heeft de curator desgevraagd bericht dat Beijer Logistics over zowel 2008 als 2009 een positief resultaat heeft behaald van circa
€ 100.000,- bij een netto omzet in 2008 van € 7.000.000,- à € 8.000.000,- en bij een netto omzet in 2009 van € 8.000.000,- à € 9.000.000,-. In 2010 is er bij een netto omzet van circa € 8.000.000,- à € 9.000.000,- een verlies geleden van circa € 225.000,-, aldus de xxxx Xxxxxx. Het jaar 2011 is eveneens met een verlies afgesloten, aldus de xxxx Xxxxxx.
Bij een omzet van € 7.5000.000,- à € 8.000.000,- zou in dit jaar een verlies zijn geleden van circa € 250.000,-.
De curator kan nog geen nadere analyse geven over deze gegevens, aangezien diverse financiële bescheiden nog niet ter hand zijn gesteld.
1.3 Balanstotaal
Nog niet bekend. Zie sub 1.2.
1.4 Lopende procedures
Naar zeggen van de xxxx Xxxxxx zijn er geen lopende procedures tegen de gefailleerde vennootschappen. De curator heeft inmiddels bericht ontvangen van de Rechtbank Arnhem dat er een tweetal procedures aanhangig is gemaakt tegen Beijer Logistics. In beide zaken is Beijer Logistics gedaagde. Omdat Beijer Logistics gedaagde is en in beide procedures de rechtsvorderingen betrekking hebben op de nakoming van een verbintenis door de boedel, zijn deze procedures door het faillissement van rechtswege geschorst.
1.5 Verzekeringen
De lopende verzekeringen zijn in onderzoek en zullen zo nodig worden opgezegd.
1.6 Huur
Tussen Tessem en Arlington Renderend Bezit IV C.V. bestaat sedert 27 januari 2006 een overeenkomst voor bepaalde tijd tot en met 27 januari 2016 met betrekking tot de bedrijfsruimte met aan- en toebehoren van het perceel aan het Segment 3 te Duiven.
Xxxxxx is hoofdhuurder van het pand aan het Segment 3 te Duiven. Voor Tessem bedraagt de huur € 41.951,28 per maand. De huur is betaald tot en met februari 2011. Xxxxxx verhuurt met toestemming van de eigenaar van het pand een deel van deze door haar gehuurde ruimte aan vier onderhuurders. Eén van deze huurders is Beijer Logistics. Beijer Logistics huurt een gedeelte van het pand voor circa € 10.000,- per maand. De andere drie huurders betalen respectievelijk een bedrag van € 14.000,-, € 15.000,- en
€ 1.000,- per maand. De huren van deze onderhuurders zouden zijn betaald tot en met december 2011.
De xxxx Xxxxxx heeft de curator bericht dat de verhuurder van het pand in een procedure ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het pand heeft gevorderd. Naar zeggen van de xxxx Xxxxxx zouden er in december 2011 nog gesprekken zijn geweest met de verhuurder, op basis waarvan de xxxx Xxxxxx in de veronderstelling verkeerde dat een oplossing nog tot de mogelijkheden behoorde. In deze procedure is inmiddels een vonnis gewezen waarbij de vorderingen van de verhuurder zijn toegewezen.
1.7 Oorzaak faillissement
Op 4 januari 2012 heeft er een bespreking plaatsgevonden met de xxxx Xxxxxx in het pand aan het Segment 3 te Duiven. Als reden om surseance van betaling te verzoeken voor Xxxxxx en Beijer Logistics alsmede als oorzaak van uiteindelijk de faillissementen van deze twee vennootschappen en van het faillissement van BLT werd aan de curator het volgende medegedeeld.
Naar zeggen van de xxxx Xxxxxx is Beijer Logistics haar onderneming feitelijk gestart op 14 november 1996. Beijer Logistics verricht met name transportdiensten in Nederland, Duitsland en Oostenrijk. Voor transporten buiten dit gebied treedt zij op als expediteur. Tijdens de bespreking op 4 januari 2012 deelde de xxxx Xxxxxx mede dat Beijer Logistics circa 40 werknemers in dienst zou hebben, die het transport in Nederland zouden uitvoeren. Uit informatie die de curator nadien ontving bleek echter dat Beijer Logistics niet 40, maar 18 werknemers in dienst had. 21 werknemers waren in dienst bij BLT. BLT is evenals Beijer Logistics en Tessem gevestigd en kantoorhoudende aan het Xxxxxxx 0 xx Xxxxxx. De 21 werknemers van BLT, met name chauffeurs, werden door Beijer Logistics ingeschakeld voor transportwerkzaamheden in Nederland. Voor transport in Duitsland en Oostenrijk huurde Beijer uitzendkrachten in via het uitzendbureau IB International Sp. Z.o.o. uit Poznan in Polen. Gemiddeld waren er 23 uitzendkrachten uit Polen aan het werk voor Beijer Logistics, aldus de xxxx Xxxxxx.
De volgende twee omstandigheden zouden volgens de xxxx Xxxxxx ten grondslag hebben gelegen aan de noodzaak surseance van betaling aan te vragen voor Xxxxxx en Beijer Logistics.
1. Verbruikersvergunning
In 2001 heeft Tessem het pand gebouwd, waarin de onderneming van Beijer Logistics is gevestigd. Ongeveer vijf jaar geleden is dit pand verkocht aan Arlington Renderend Bezit IV B.V. In 2011 zijn diverse constructiefouten in het pand aan het licht gekomen. Deze
constructiefouten dienden hersteld te worden. Op basis van de koopovereenkomst tussen Xxxxxx en Arlington Renderend Bezit IV B.V. dienden deze kosten betaald te worden door Tessem. De kosten bedroegen circa € 200.000,-.
De constructiefouten zijn in 2011 daadwerkelijk verholpen. Deze kosten van circa
€ 200.000,- zijn in 2011 ook daadwerkelijk betaald door Xxxxxx, aldus de xxxx Xxxxxx. Als gevolg van deze kostenpost kwam Xxxxxx in directe liquiditeitsnood. Zij kon hierdoor niet meer voldoen aan haar huurverplichtingen. Zij heeft hierdoor volgens de xxxx Xxxxxx een huurachterstand opgelopen van circa € 200.000,-. Arlington Renderend Bezit IV B.V. heeft vervolgens in een gerechtelijke procedure de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het pand gevorderd. Deze vordering is volgens de xxxx Xxxxxx eind 2011 toegewezen, waardoor Beijer Logistics elk moment bevolen kan worden het pand te ontruimen. De curator heeft inmiddels dit vonnis ontvangen. Dit vonnis is gewezen op 19 september 2011. Uit dit vonnis blijkt dat de huur tot en met februari 2011 is betaald.
2. Nieuwe kredietvoorwaarden Rabobank
Op 14 december 2011 heeft Beijer Logistics een brief ontvangen van haar kredietverstrekker, Rabobank De Liemerse te Zevenaar. In deze brief werden nieuwe kredietvoorwaarden gesteld, zo vertelde de xxxx Xxxxxx. Op grond van de nieuwe voorwaarden zouden de rentepercentages worden verhoogd van 4% naar 9%. Daarnaast diende de xxxx Xxxxxx onder meer zijn privé borgstelling ten gunste van de Rabobank te verhogen van € 50.000,- naar € 150.000,- . De Rabobank zou tevens overige privézekerheden van de xxxx Xxxxxx en zijn echtgenote hebben verlangd.
Als gevolg van deze twee omstandigheden heeft de xxxx Xxxxxx aan uw Rechtbank verzocht om surseance van betaling te verlenen aan Beijer Logistics en Tessem.
Gang van zaken vanaf 30 december 2011
Diverse crediteuren van Beijer Logistics zouden volgens de xxxx Xxxxxx op de hoogte zijn geraakt van de situatie waarin Beijer Logistics verkeerde, waaronder Shell en de leasemaatschappijen van de trekkers en de opleggers.
Op 30 december 2011 heeft de leasemaatschappij ICTS vier van haar vijf opleggers opgehaald;
op 31 december 2011 heeft de leasemaatschappij Tip 20 van haar opleggers opgehaald. Shell heeft die dag alle tankpassen geblokkeerd;
EBAG heeft vervolgens op 3 januari 2012 – in weerwil van de afkoelingsperiode – alle door haar aan Beijer Logistics geleasete trekkers opgehaald.
Volgens de xxxx Xxxxxx zijn voornoemde trekkers en opleggers allemaal geleast op basis van operational lease.
Als gevolg van de voorgaande opeenvolgende acties van crediteuren is het voor Beijer Logistics onmogelijk geworden om haar activiteiten te continueren.
Aangezien er niet voldoende financiële middelen aanwezig waren om aan de loonverplichtingen te kunnen voldoen en er niet het vooruitzicht bestond dat Xxxxxx en/of Beijer Logistics haar schuldeisers zou kunnen bevredigen en het realiseren van een akkoord niet mogelijk bleek te zijn, is op 6 januari 2012 verzocht om de voorlopig verleende surseance van betaling op grond van artikel 242 lid 1 sub 5 Fw te laten intrekken en op grond van artikel 242 lid 4 Fw in diezelfde beschikking de faillietverklaring van Xxxxxx en Beijer Logistics te laten uitspreken. Op 6 januari 2012 is de voorlopig verleende surseance van betaling dan ook daadwerkelijk ingetrokken, waarbij in dezelfde beschikking het faillissement van zowel Tessem als Beijer Logistics is uitgesproken.
Omdat voornoemde 21 werknemers in dienst waren bij BLT is op eigen verzoek BLT eveneens op 6 januari 2012 in staat van faillissement verklaard.
2. Personeel
2.1 Aantal ten tijde van faillissement
Tessem: Op datum faillissement waren er geen medewerkers in dienst bij Tessem.
Beijer Logistics: Op datum faillissement waren er 18 medewerkers in dienst bij Beijer Logistics.
BLT: Op datum faillissement waren er 21 medewerkers in dienst bij BLT.
2.2 Aantal in jaar vóór faillissement
Naar zeggen van de xxxx Xxxxxx waren er in 2011 hetzelfde aantal werknemers in dienst bij Beijer Logistics en BLT.
2.3 Datum ontslagaanzegging
Na verkregen toestemming van de rechter-commissaris op 6 januari 2012 zijn de werknemers van Beijer Logistics en BLT op maandag 9 januari 2012 tijdens een
bijeenkomst op het bedrijf aan het Segment 3 te Xxxxxx ontslagen. Dit ontslag is diezelfde dag bij brief bevestigd.
De curator had op 9 januari 2012 een bijeenkomst georganiseerd op het bedrijf van Tessem, Beijer Logistics en BLT, waarbij eveneens de buitendienstmedewerker van de UWV, de xxxx X. Xxxxxx, aanwezig was, alsmede een medewerker van UWV WERKbedrijf. De medewerkers zijn daardoor diezelfde dag in de gelegenheid gesteld formulieren in te vullen om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering en voor betaling van achterstallige salarissen en vakantiegeld.
De salarissen waren tot en met december 2011 aan de werknemers betaald.
Poolse werknemers
Tijdens de bijeenkomst op 9 januari 2012 waren onaangekondigd ook 20 Poolse chauffeurs aanwezig. Desgevraagd berichtten zij de curator dat zij over de maand december 2011 en de 1e week van januari 2012 hadden gewerkt, maar geen salaris hadden ontvangen. Aangezien deze werknemers volgens de xxxx Xxxxxx formeel in dienst zijn bij IB International Sp. Z.o.o., een vennootschap opgericht naar Pools recht, kon de curator geen nadere invulling geven aan de eisen van deze Poolse chauffeurs om aan hun salarisverplichtingen te voldoen.
De Poolse medewerkers hebben die maandag 9 januari 2012 enige informatie aan de curator ter beschikking gesteld. Zo blijkt onder meer uit deze informatie dat de xxxx Xxxxxx eveneens bestuurder is van IB International Sp. Z.o.o.
De Poolse medewerkers hebben vervolgens met behulp van FNV Bondgenoten in de periode van 9 januari 2012 tot en met 9 januari 2012 getracht een regeling te treffen met de xxxx Xxxxxx. Deze regeling is uiteindelijk ook tot stand gekomen, waarbij deze Poolse werknemers een bepaald bedrag hebben mogen ontvangen. De curator van Tessem, Beijer Logistics en BLT heeft hier geen betrokkenheid bij gehad, aangezien – voor zover de curator dat thans kan overzien – voor de gefailleerde vennootschappen hier geen rol was weggelegd. De curator tekent hierbij aan dat de wijze van inhuur van Poolse medewerkers van IB International Sp. Z.o.o. door Beijer Logistics nader onderzocht zal worden.
3. Activa
Onroerende zaken
3.1 Beschrijving
Tessem noch Beijer Logistics of BLT zijn eigenaar van een bedrijfsgebouw of enig ander onroerend goed.
3.2 Verkoopopbrengst Niet van toepassing.
3.3 Hoogte hypotheek Niet van toepassing. Bedrijfsmiddelen
3.4 Beschrijving
De aan het Segment 3 te Duiven aanwezige kantoorinventaris alsmede de in de opslagruimte aanwezige zaken behoren, met uitzondering van twee vorkheftrucks, in eigendom toe aan Beijer Logistics. De curator heeft op 6 januari 2012 een taxateur van NTAB uitgenodigd om een taxatie uit te voeren.
3.5 Verkoopopbrengst
Nog niet van toepassing.
3.6 Bodemvoorrecht fiscus
De nog te genereren verkoopopbrengst van de inventariszaken zal worden gereserveerd in verband met het voorrecht van de fiscus ingevolge artikel 21 lid 2 van de Invorderingswet.
Voorraden/ onderhanden werk
3.7 Beschrijving voorraden
Naar zeggen van de xxxx Xxxxxx beschikken Tessem noch Beijer Logistics of BLT over voorraden.
3.8 Beschrijving onderhanden werk
Naar zeggen van de xxxx Xxxxxx zou er tussen de € 2.000,- en € 5.000,- aan onderhanden werk zijn. Gebleken is dat de onderhanden werk positie hoger was. Inmiddels heeft de curator vernomen dat er onder meer op 6 januari 2012 nog een aantal partijengoederen voor opslag naar de opslagloods aan het Segment 3 te Duiven is gebracht. Dit transport is uitgevoerd door een door Beijer Logistics ingehuurde Poolse medewerker van IB International Sp. Z.o.o. De xxxx Xxxxxx heeft de curator daarover niet geïnformeerd.
De curator heeft daarnaast diverse werkzaamheden verricht om een aantal partijengoederen, dat via een expediteur uit Duitsland was afgeleverd aan het Segment 3 te Duiven, tijdig bij de afnemers te doen laten bezorgen. De xxxx Xxxxxx had de curator niet over deze partijen geïnformeerd. De curator heeft ter zake van deze werkzaamheden een bedrag ontvangen van ruim € 20.000,-. Hiertoe is een bedrag van ruim € 18.000,- rechtstreeks op de boedelrekening ontvangen. Een bedrag van € 2.500,- is contant voldaan en dient nog te worden overgemaakt naar de boedelrekening. De curator dient nog te onderzoeken of dit onderhanden werk niet abusievelijk op de debiteurenlijst is vermeld, die de xxxx Xxxxxx op 2 januari 2012 heeft laten registreren.
3.9 Verkoopopbrengst
Ter zake de afwikkeling van het onderhanden werk heeft de boedel een bedrag van ruim
€ 20.000,- ontvangen. Hiervan is een bedrag van ruim € 18.000,- rechtstreeks op de boedelrekening ontvangen. Een bedrag van € 2.500,- is contant voldaan en dient nog op de boedelrekening te worden overgemaakt.
3.10 Kasgeld
Aan kasgeld is aangetroffen een bedrag van € 1.992,25. Dit bedrag is nog niet bijgeschreven op de boedelrekening.
4. Eigendomsvoorbehoud
4.1 Eigendomsvoorbehoud
De rechten van derden worden onderzocht.
4.2 Reclamerechten
Er zijn (nog) geen leveranciers geweest die zich op hun reclamerechten hebben beroepen.
4.3 Retentierechten
De curator is door Cosmo, een leasemaatschappij van trekkers, erover geïnformeerd dat Ebach, eveneens een leasemaatschappij van trekkers, een tweetal trekkers van Cosmo onder zich houdt en zich beroept op een retentierecht. In weerwil van de door de xxxx Xxxxxx verzochte en door de Rechtbank verleende afkoelingsperiode hebben de leasemaatschappijen op 3 januari 2012 de door Beijer Logistics geleasete trekkers voor een groot deel opgehaald. Het ging hierbij om operational lease. Beijer Logistics huurde een ruimte bij Ebach waar zij geleasete trekkers zelf kon repareren. Op 3 januari 2012 bevonden zich daar ook twee trekkers van Xxxxx. Xxxxx is, met een beroep op een retentierecht, thans weigerachtig deze trekkers af te geven aan Xxxxx. De curator heeft Xxxxx laten weten dat zij dit rechtstreeks met Xxxxx dient af te wikkelen.
5. Debiteuren
Omvang debiteuren
De vorderingen op debiteuren per 3 januari 2012 bedragen naar zeggen van de xxxx Xxxxxx circa € 1.300.000,-. Naar zeggen van de Rabobank zijn de debiteurenvorderingen aan haar verpand. De xxxx Xxxxxx claimt een tweede pandrecht, zie hierna sub 6.
6. Bank / Zekerheden
6.1 Vordering van de bank
De curator heeft de verschillende banken in het kader van de normale werkzaamheden aangeschreven.
Vordering Rabobank
De Rabobank heeft volgens eigen opgave per 3 januari 2012 van Xxxxxx en Beijer Logistics uit hoofde van een krediet in rekening-courant een bedrag van ruim € 735.000,- te vorderen.
Vordering de xxxx Xxxxxx
Naar zeggen van de xxxx Xxxxxx zou hij een vordering van circa € 700.000,- hebben op Beijer Logistics.
6.2 Leasecontracten
Naar zeggen van de xxxx Xxxxxx zijn er diverse leasecontracten afgesloten voor zowel trekkers als opleggers. Het zou hier enkel gaan om operational leasecontracten. Uit onderzoek is inmiddels naar voren gekomen dat reeds op vrijdagavond 30 december 2011 door ICTS twee huiftrailers en één koeltrailer zijn opgehaald; door Xxx zijn toen 14 opleggers opgehaald. Op 3 januari 2012 zijn vervolgens door Xxxxx ongeveer 14 door haar aan Beijer Logistics geleasete trekkers opgehaald. Zij heeft ook twee trekkers van Xxxxx onder zich gehouden met een beroep op een retentierecht.
Op 3 januari 2012 was op verzoek van de xxxx Xxxxxx eveneens een afkoelingsperiode afgekondigd. In weerwil van deze afkoelingsperiode en – zo blijkt na onderzoek – met toestemming van de xxxx Xxxxxx zijn deze trekkers opgehaald. De bewindvoerder, thans curator, is hierover niet geïnformeerd. Op datum surseance waren er nog een zevental trekkers van Xxxxx aanwezig op het bedrijf van Beijer Logistics. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat deze trekkers op 5 januari 2012 met medeweten van de xxxx Xxxxxx, maar zonder toestemming van de bewindvoerder, zijn opgehaald.
De curator is nog in afwachting van nadere informatie van de betreffende leasemaatschappijen aangaande voornoemde gang van zaken.
6.3 Beschrijving zekerheden
Zekerheden Rabobank
De door Xxxxxx en Beijer Logistics gestelde zekerheid bestaat volgens opgave van de Rabobank uit:
- Verpanding van inventaris en debiteuren;
- Achterstelling en verpanding van vorderingen van de xxxx Xxxxxx op Tessem van
€ 270.150,- blijkens onderhandse akte d.d. 15 juni 2010;
- Achterstelling en verpanding van vorderingen van de xxxx Xxxxxx op Beijer Logistics van € 305.001,- blijkens onderhandse akte d.d. 25 november 2008;
- Achterstelling en verpanding van vorderingen van Tessem op Beijer Logistics van
€ 2.200.000,- blijkens onderhandse akte van 25 november 2008; en
- Borgtocht van € 50.000,- blijkens onderhandse akte van 15 juni 2010.
De Rabobank heeft laten weten dat zij zelf het incasseren van de aan haar verpande debiteurenvorderingen ter hand zal nemen.
Zekerheden de xxxx Xxxxxx
De curator heeft via de raadsman van de xxxx Xxxxxx een aantal financieringsstukken ontvangen met betrekking tot Beijer Logistics, te weten:
- een “Overeenkomst van geldlening, tevens pandakte” d.d. 31 maart 2006;
- een “Pandakte” d.d. 12 december 2011; en
- een “Pandakte” d.d. 28 december 2011.
Op grond van deze stukken zou de xxxx Xxxxxx een bedrag hebben geleend aan Beijer Logistics van € 1.500.000,-.
De curator heeft zich op het standpunt gesteld dat op grond van de aan haar ter beschikking gestelde bescheiden en overige omstandigheden er geen geldige verpanding heeft plaatsgevonden tussen de xxxx Xxxxxx en Beijer Logistics. De curator heeft dan ook de vernietiging van deze verpanding ingeroepen. Ter onderbouwing heeft te gelden dat uit de aan de curator ter beschikking gestelde stukken volgt dat bij geen van de drie hiervoor aangeduide documenten Beijer Logistics rechtsgeldig is vertegenwoordigd. Op de hiervoor genoemde drie betrokken data was J.G.V. Beijer Groep B.V. de enige bevoegde bestuurder om Beijer Logistics te vertegenwoordigen. Voornoemde stukken zijn echter ondertekend door de xxxx Xxxxxx die als bestuurder van Tessem deze
handtekeningen heeft geplaatst. Beijer Logistics is dan ook onbevoegd (lees: niet) vertegenwoordigd bij het aangaan van de geldlening en verpanding, zodat de overeenkomst van geldlening en pandakte(n) non-existent zijn, althans Beijer Logistics niet regardeerde. De curator heeft voorts betoogd dat, indien zou komen vast te staan dan Beijer Logistics wel bevoeglijk is vertegenwoordigd bij het aangaan van de overeenkomst van geldlening (en bij de verpanding), de verpanding zoals deze op 15 december 2011 middels registratie heeft plaatsgevonden een onverplichte rechtshandeling in de zin van artikel 42 Fw betreft. De aan de curator ter hand gestelde pandakte van 28 december 2011 is niet geregistreerd, zodat verpanding op basis van die akte van 28 december 2011 in ieder geval niet heeft plaatsgevonden.
Weliswaar is in de Overeenkomst van geldlening van 31 maart 2006 opgenomen, dat Beijer Logistics B.V. zich verbindt om mee te werken aan de vestiging van het pandrecht, maar daaraan is geen uitvoering gegeven tot 15 december 2011.
Voorzover er derhalve een verplichting op Beijer Logistics rustte tot bedoelde verpanding, dan is de vordering om nakoming daarvan te vorderen verjaard. Immers, een vordering tot nakoming van een verbintenis tot een geven of een doen, verjaart door verloop van vijf jaar na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden (artikel. 6:307 Burgerlijk Wetboek).
De vordering tot verpanding was per 31 maart 2006 opeisbaar en is derhalve verjaard op 31 maart 2011.
Na verjaring van een rechtsvordering resteert een natuurlijke (en dus niet opeisbare) verbintenis. De voldoening daaraan is onverplicht. Voor zover nodig heeft de curator deze verpanding daarom op grond van artikel 42 Fw vernietigd.
Met de beoogde verpanding is sprake van benadeling van schuldeisers, terwijl zowel Beijer Logistics als de xxxx Xxxxxx dat bij het verrichten ervan wisten of behoorden te weten.
Bedoelde wetenschap van benadeling wordt bij beiden vermoed aanwezig te zijn, op grond van de omstandigheid dat de rechtshandeling van verpanding plaatsvindt binnen een jaar voor de faillietverklaring en plaatsvindt tussen partijen – kort samengevat – in concernverband (artikel 43 Fw).
Overigens indien de verpanding als een verplichte rechtshandeling zou hebben te gelden, dan heeft de curator deze rechtshandeling op de voet van artikel 47 Fw vernietigd.
Immers, kort voor het faillissement heeft deze verpanding plaatsgevonden. Hieruit volgt dat de verpanding het gevolg was van overleg tussen de xxxx Xxxxxx en Beijer Logistics,
dat ten doel had de xxxx Xxxxxx als schuldeiser door die verpanding te bevoordelen boven andere schuldeisers.
De conclusie uit het voorgaande is dat de vermeende verpanding nooit heeft plaatsgevonden, c.q. door de curator is vernietigd op grond van artikel 42 Fw dan wel op grond van artikel 47 Fw.
7. Doorstart / voortzetten
Voortzetten
7.1 Exploitatie / zekerheden
De dag na de surseance heeft de bewindvoerder, thans curator, een bezoek gebracht aan toen nog de sursieten aan het Segment 3 te Duiven. Op dat moment bleek er geen plan te zijn. De xxxx Xxxxxx heeft aan toen nog de bewindvoerder laten weten dat hij doende was na te gaan of hij mogelijk een doorstart zou kunnen bewerkstelligen. Mede omdat het opstarten van de activiteiten feitelijk niet meer mogelijk was doordat Beijer Logistics niet meer beschikte over trekkers en opleggers (zie hiervoor sub 6.2), bleek al snel dat een oplossing vanuit surseance niet tot de mogelijkheden zou kunnen behoren. Aangezien de lopende verplichtingen niet zouden kunnen worden voldaan, is op 6 januari 2012 verzocht de voorlopig verleende surseance in te trekken. Op 6 januari 2012 is vervolgens het faillissement uitgesproken van zowel Xxxxxx als van Beijer Logistics.
Voorts is op eigen verzoek op 6 januari 2012 ook het faillissement uitgesproken van BLT. Vervolgens is het aanwezige onderhanden werk verder afgemaakt (zie hiervoor sub 3.8).
Doorstart
7.2 Doorstart
Zie hiervoor sub 7.1. Verschillende geïnteresseerden hebben zich gemeld voor een mogelijke doorstart. Dit wordt echter in grote mate bemoeilijkt, doordat de leasemaatschappijen de trekkers en opleggers reeds hadden opgehaald.
8. Administratie
8.1 Toestand administratie
De toestand van de administratie wordt op dit moment onderzocht.
8.2 Goedkeuring verklaring accountant
Aan de curator zijn nog geen jaarrekeningen ter hand gesteld.
9. Xxxxxxxx / Verrekening
9.1 Verdachte transacties
In het kader van de normale werkzaamheden zal de curator nagaan of er aanwijzingen zijn voor verdachte transacties in de periode direct voorafgaand aan het faillissement.
Zie hiervoor sub 6.3. De curator heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen rechtsgeldig pandrecht is gevestigd ten gunste van de xxxx Xxxxxx.
9.2 Maatregelen
Zie hiervoor sub 9.1.
10. Bestuurdersaansprakelijkheid
10.1 Boekhoudplicht
In het kader van de normale werkzaamheden zal de curator nagaan of er aanwijzingen zijn van schending van de boekhoudplicht.
10.2 Depot jaarrekeningen
Hierover is nog geen informatie ontvangen.
10.3 Stortingsverplichting aandelen
Naar zeggen van de xxxx Xxxxxx zijn de aandelen volgestort.
10.4 Onbehoorlijk bestuur
In het kader van de normale werkzaamheden zal de curator onderzoeken of er sprake is geweest van onbehoorlijk bestuur.
11. Fiscus / bedrijfsvereniging
11.1 Vorderingen fiscus
De vordering van de belastingdienst is nog niet bekend. Naar zeggen van de xxxx Xxxxxx zou deze circa € 250.000,- à € 300.000,- bedragen.
11.2 Vorderingen van de UWV
De vordering van de UWV is nog niet bekend.
12. Crediteuren
12.1 Aantal concurrente crediteuren
Het aantal crediteuren is nog niet bekend.
12.2 Bedrag concurrente crediteuren
Naar zeggen van de xxxx Xxxxxx bedraagt de vordering van de concurrente crediteuren in totaal circa € 800.000,-.
12.3 Wordt het een eigenlijke opheffing of een vereenvoudigde afwikkeling Nog niet bekend.
12.4 Wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld Nog niet bekend.
13. Rechtbank
13.1 Toestemming afkoelingsperiode
Bij het verzoek om voorlopige surseance van betaling te verlenen aan Tessem en Beijer Logistics is om een afkoelingsperiode verzocht. Deze is ook verleend en wel voor een periode van twee maanden.
13.2 Toestemming voortzetting bedrijf
Op 6 januari 2012 is de op 3 januari 2012 voorlopig verleende surseance van betaling ingetrokken en is het faillissement uitgesproken van zowel Xxxxxx als van Beijer Logistics. Aangezien de trekkers en opleggers reeds door de leasemaatschappijen waren opgehaald voorafgaande aan het faillissement, was het feitelijk niet mogelijk de activiteiten te continueren. Waar mogelijk is het onderhanden werk verder afgemaakt.
13.3 Toestemming ontslag
De rechter-commissaris heeft op 6 januari 2012 toestemming verleend tot ontslag van de werknemers van Beijer Logistics en BLT. Tijdens de bijeenkomst met de UWV op maandag 9 januari 2012 heeft de curator de werknemers ontslagen, xxxx ontslag diezelfde dag bij brief is bevestigd.
13.4 Toestemming opzegging huur
Tessem huurt de ruimte aan het Segment 3 te Duiven. De verhuurder heeft ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming gevorderd. Deze vorderingen zijn bij vonnis van 19 september 2011 reeds toegewezen, zo heeft de curator onlangs geconstateerd.
13.5 Toestemming activatransacties (Nog) niet van toepassing.
13.6 Toestemming procederen Niet van toepassing.
13.7 Termijn afwikkeling faillissement Nog niet bekend.
13.8 Plan van aanpak
De curator zal in de komende verslagperiode onder meer de volgende onderwerpen ter hand nemen:
a) Beoordeling van voor faillissement gesloten overeenkomsten;
b) Verder onderzoek naar de oorzaak van het faillissement;
c) Onderzoeken van de financiële administratie;
d) Onderzoeken van de bedongen en gestelde zekerheden;
e) Het in kaart brengen en afmaken van het onderhanden werk en nagaan waar mogelijk het onderhanden werk ten onrechte op de debiteurenlijst is vermeld;
f) Het in kaart brengen van de positie van de Poolse werknemers van IB International Sp. Z.o.o. in relatie tot de gefailleerde vennootschappen;
g) Inventarisatie van de crediteuren alsmede het aanschrijven van de crediteuren;
h) Bestuurdersaansprakelijkheid;
i) Overige onderwerpen.
13.9 Indiening volgend verslag 20 april 2012.
14. Overig
De boedel beschikt op dit moment over het kasgeld van in totaal € 1.992,25. Daarnaast heeft de curator op 11 januari 2012 het onderhanden werk verder afgemaakt en goederen vrijgegeven ter zake waarvan zij een bedrag van € 18.039,05 op de boedelrekening heeft ontvangen. Op 18 januari 2012 heeft de boedel ter zake het afwikkelen van het onderhanden werk een bedrag van € 2.500,- ontvangen. Dit bedrag is contant betaald en dient nog overgemaakt te worden op de boedelrekening.
C.A.M. Nijhuis curator