Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
►B OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondstaat inzake de handel in landbouwproducten
(PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132)
Gewijzigd bij:
Publicatieblad
nr. blz. datum
►M1 | Besluit nr. 2/2003 van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in land bouwproducten opgerichte Gemengd Veterinair Comité van 25 novem ber 2003 | L 23 | 27 | 28.1.2004 |
►M2 | Besluit nr. 3/2004 van het Gemengd Landbouwcomité van 29 april 2004 | L 151 | 125 | 30.4.2004 |
►M3 | Besluit nr. 1/2004 van het bij de overeenkomst tussen de europese gemeenschap en de zwitserse bondsstaat inzake de handel in landbouw producten opgerichte gemengd veterinair comité van 28 april 2004 | L 160 | 115 | 30.4.2004 |
►M4 | Besluit nr. 2/2004 van het Gemengd Veterinair Comité ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van 9 december 2004 | L 17 | 1 | 20.1.2005 |
►M5 | Besluit nr. 2/2005 van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in land bouwproducten opgerichte Gemengd Landbouwcomité van 1 maart 2005 | L 78 | 50 | 24.3.2005 |
►M6 | Besluit nr. 1/2005 van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in land bouwproducten opgerichte Gemengd Landbouwcomité van 25 februari 2005 | L 131 | 43 | 25.5.2005 |
►M7 | Besluit nr. 3/2005 van het Gemengd Landbouwcomité, opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van 19 december 2005 | L 346 | 33 | 29.12.2005 |
►M8 | Besluit nr. 4/2005 van het Gemengd Landbouwcomité van 19 december 2005 | L 346 | 44 | 29.12.2005 |
►M9 | Besluit nr. 1/2006 van het Gemengd Veterinair Comité ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van 1 december 2006 | L 32 | 91 | 6.2.2007 |
►M10 | Besluit nr. 1/2007 van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in land bouwproducten opgerichte Gemengd Landbouwcomité van 15 juni 2007 | L 173 | 31 | 3.7.2007 |
►M11 | Besluit nr. 1/2008 van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in land bouwproducten opgerichte Gemengd Landbouwcomité van 15 januari 2008 | L 27 | 21 | 31.1.2008 |
►M12 | Besluit nr. 2/2008 van het Gemengd Landbouwcomité, opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van 24 juni 2008 | L 228 | 3 | 27.8.2008 |
►M13 | Besluit nr. 1/2008 van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in land bouwproducten opgerichte Gemengd Veterinair Comité van 23 decem ber 2008 | L 6 | 89 | 10.1.2009 |
►M14 | Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Ge meenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouw producten | L 136 | 2 | 30.5.2009 |
►M15 | Besluit nr. 1/2009 van het Gemengd Landbouwcomité van 9 december 2009 | L 115 | 33 | 8.5.2010 |
►M16 | Besluit nr. 1/2010 van het Gemengd Veterinair Comité opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van 1 december 2010 | L 338 | 50 | 22.12.2010 |
►M17 | Besluit nr. 1/2010 van het bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in land bouwproducten opgerichte Gemengd Landbouwcomité van 13 decem ber 2010 | L 32 | 9 | 8.2.2011 |
►M18 | Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat inzake de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aan duidingen van landbouwproducten en levensmiddelen tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten | L 297 | 3 | 16.11.2011 |
►M19 | Besluit nr. 1/2012 van het Gemengd Landbouwcomité dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van 3 mei 2012 | L 155 | 1 | 15.6.2012 |
►M20 | Besluit nr. 2/2012 van het Gemengd Landbouwcomité, dat is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van 3 mei 2012 | L 155 | 99 | 15.6.2012 |
Gerectificeerd bij:
►C1 Rectificatie PB L 208 van 10.6.2004, blz. 101 (3/2004)
►C2 Rectificatie PB L 332 van 6.11.2004, blz. 59 (3/2004)
►C3 Rectificatie PB L 212 van 12.6.2004, blz. 72 (1/2004)
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondstaat inzake de handel in landbouwproducten
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
hierna „de Gemeenschap” te noemen, en
DE ZWITSERSE BONDSSTAAT,
hierna „Zwitserland” te noemen, beide hierna „de Partijen” te noemen,
VASTBERADEN de belemmeringen voor het grootste deel van hun handels verkeer geleidelijk op te heffen, zulks overeenkomstig de bepalingen van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie inzake de totstand koming van vrijhandelszones,
Overwegende dat de Partijen zich bij artikel 15 van de Vrijhandelsovereenkomst van 22 juli 1972 bereid hebben verklaard om met inachtneming van hun land bouwbeleid de harmonische ontwikkeling te bevorderen van het handelsverkeer in landbouwproducten waarop de Overeenkomst niet van toepassing is,
ZIJN OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:
Artikel 1
Doel
1. Met deze overeenkomst wordt beoogd de vrije handelsbetrekkin gen tussen de Partijen te versterken door de toegang tot de markt voor landbouwproducten van de andere Partij te vergemakkelijken.
2. Onder „landbouwproducten” wordt verstaan: de producten die zijn opgesomd in de hoofdstukken 1 tot en met 24 van het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrij ving en de codificering van goederen. Voor de toepassing van de bij lagen 1 tot en met 3 van deze overeenkomst zijn de producten van hoofdstuk 3 en de posten 16.04 en 16.05 van het geharmoniseerde systeem, alsmede de producten van de GN-codes 0511 91 10, 0511 91 90, 1902 20 10 en 2301 20 00 uitgezonderd.
3. De onderwerpen waarop Protocol Nr. 2 bij de Vrijhandelsover eenkomst betrekking heeft, met uitzondering van de desbetreffende con cessies die bij de bijlagen 1 en 2 worden verleend, vallen buiten het toepassingsgebied van deze overeenkomst.
Artikel 2
Tariefconcessies
1. De tariefconcessies die Zwitserland aan de Gemeenschap verleent, onverminderd die van bijlage 3, zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze overeenkomst.
2. De tariefconcessies die de Gemeenschap aan Zwitserland verleent, onverminderd die van bijlage 3, zijn opgenomen in bijlage 2 bij deze overeenkomst.
Artikel 3
Concessies inzake kaas
De bijzondere bepalingen die gelden voor het handelsverkeer in kaas zijn opgenomen in bijlage 3.
Artikel 4
Regels betreffende de oorsprong van producten
De voor de toepassing van de bijlagen 1 tot en met 3 bij deze over eenkomst wederzijds geldende oorsprongsregels zijn die van het Proto col Nr. 3 bij de Vrijhandelsovereenkomst.
Artikel 5
Vermindering van de technische handelsbelemmeringen
1. ►M18 Bepalingen inzake het verminderen van de technische be lemmeringen voor de handel in landbouwproducten zijn opgenomen in de bijlagen 4 tot en met 12 bij deze overeenkomst, namelijk: ◄
— Bijlage 4: betreffende de fytosanitaire sector,
— Bijlage 5: betreffende diervoeders,
— Bijlage 6: inzake de sector zaaizaad,
— Bijlage 7: inzake de handel in wijnbouwproducten,
— Bijlage 8: betreffende de wederzijdse erkenning en bescherming van de benamingen van gedistilleerde dranken en gearomatiseerde dran ken op basis van wijn,
— Bijlage 9: inzake biologische landbouwproducten en biologische levensmiddelen,
— Bijlage 10: betreffende de erkenning van de normcontroles voor verse groenten en fruit,
— Bijlage 11: inzake sanitaire en zootechnische maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten,
▼M18
— Bijlage 12: inzake de bescherming van oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van landbouwproducten en levensmidde len.
▼B
2. Het eerste artikel, lid 2 en 3 en de artikelen 6 tot en met 8 en 10 tot en met 13 van deze overeenkomst zijn niet van toepassing op bij lage 11.
Artikel 6
Gemengd Landbouwcomité
1. Er wordt een Gemengd Landbouwcomité opgericht (hierna „het Comité” te noemen), dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Partijen.
2. Het Comité is belast met het beheer van deze overeenkomst en houdt toezicht op de goede werking ervan.
3. Het Comité is bevoegd om besluiten te nemen in de in deze overeenkomst en de bijlagen bepaalde gevallen. De Partijen leggen de besluiten volgens hun eigen regels ten uitvoer.
4. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.
5. Het Comité spreekt zich uit met algemene stemmen.
6. De Partijen plegen met het oog op de goede uitvoering van deze overeenkomst overleg in het Comité wanneer een der partijen daarom verzoekt.
7. Het Comité richt de voor het beheer van de bijlagen bij deze overeenkomst vereiste werkgroepen op. De bepalingen betreffende met name de samenstelling en de werkwijze van deze werkgroepen worden in het reglement van orde opgenomen.
▼M18
8. Het comité is gemachtigd authentieke versies van de overeenkomst in nieuwe talen goed te keuren.
▼B
Artikel 7
Regeling van geschillen
Elke Partij kan een meningsverschil betreffende de interpretatie of de toepassing van deze overeenkomst voorleggen aan het Comité, dat de nodige maatregelen neemt om het geschil op te lossen. Alle gegevens die noodzakelijk zijn voor een diepgaand onderzoek van de situatie en voor het vinden van een aanvaardbare oplossing worden aan het Comité medegedeeld. Het Comité onderzoekt te dien einde alle maatregelen die kunnen worden genomen om de goede werking van deze overeenkomst te waarborgen.
Artikel 8
Uitwisseling van informatie
1. De Partijen wisselen alle dienstige informatie uit over de tenuit voerlegging en de toepassing van deze overeenkomst.
2. Elke Partij geeft de andere Partij kennis van de wijzigingen die zij voornemens is aan te brengen in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen op de gebieden waarop de overeenkomst van toepassing is en brengt de nieuwe bepalingen zo spoedig mogelijk ter kennis van de andere Partij.
Artikel 9
Geheimhouding
De vertegenwoordigers, deskundigen en andere gemachtigden van de Partijen zijn ertoe gehouden, ook na beëindiging van hun werkzaamhe den, geen in het kader van deze overeenkomst verkregen informatie die onder het beroepsgeheim valt, openbaar te maken.
Artikel 10
Vrijwaringmaatregelen
1. Indien, in het kader van de toepassing van de bijlagen 1 tot en met 3 van deze overeenkomst, rekening houdende met de grote gevoeligheid van de landbouwmarkten van beide Partijen, de invoer van producten van oorsprong uit de ene Partij een ernstige verstoring van de markten van de andere veroorzaakt, plegen de Partijen onmiddellijk overleg om een adequate oplossing te vinden. In afwachting daarvan kan de betrok ken Partij de maatregelen treffen die zij noodzakelijk acht.
2. Voor de vrijwaringmaatregelen waarin is voorzien bij lid 1 of in de andere bijlagen geldt dat:
a) de volgende procedures van toepassing zijn, behoudens bijzondere bepalingen:
— Wanneer een Partij voornemens is vrijwaringmaatregelen te tref fen ten aanzien van een deel of het geheel van het grondgebied van de andere Partij, stelt zij de andere Partij daarvan van tevo ren in kennis, met opgave van redenen.
— Wanneer een Partij vrijwaringmaatregelen treft ten aanzien van een deel of het geheel van haar grondgebied of van dat van een derde land, stelt zij de andere Partij daarvan zo spoedig mogelijk in kennis.
— Onverminderd de mogelijkheid om de vrijwaringmaatregelen on middellijk ten uitvoer te leggen, vindt zo spoedig mogelijk over leg tussen de Partijen plaats om passende oplossingen te vinden.
— Wanneer door een Lidstaat van de Gemeenschap vrijwaringmaat regelen worden getroffen ten aanzien van Zwitserland, een an dere Lidstaat of een derde land, stelt de Gemeenschap Zwitser land daarvan zo spoedig mogelijk in kennis.
b) voorrang zal worden gegeven aan maatregelen die de werking van deze overeenkomst het minst verstoren.
▼M14
Artikel 11
Wijzigingen
Het Comité kan wijzigingen van de bijlagen en de aanhangsels van de bijlagen vaststellen.
▼B
Artikel 12
Herziening
1. Wanneer een Partij deze overeenkomst wenst te herzien, richt zij een met redenen omkleed verzoek daartoe tot de andere Partij.
2. De Partijen kunnen het Comité ermee belasten dit verzoek te onderzoeken en eventueel aanbevelingen te doen, inzonderheid met het oog op het aanknopen van onderhandelingen.
3. De uitkomsten van de in lid 2 bedoelde onderhandelingen worden voorgelegd aan de Partijen, die deze volgens hun eigen procedures ratificeren of goedkeuren.
Artikel 13
Verruimingsclausule
1. De Partijen verbinden zich ertoe hun inspanningen voort te zetten om de wederzijdse handel in landbouwproducten geleidelijk verder te liberaliseren.
2. De Partijen onderzoeken daartoe periodiek, in het kader van het Comité, de voorwaarden waaronder die handel plaatsvindt.
3. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek kunnen de Par tijen, met inachtneming van hun landbouwbeleid en van de gevoeligheid van de landbouwmarkten, in het kader van deze overeenkomst onder handelingen beginnen om de belemmeringen voor het handelsverkeer op landbouwgebied op wederzijds preferentiële basis en in beider voordeel verder te verminderen.
4. De akkoorden waartoe de in lid 3 bedoelde onderhandelingen leiden, worden voorgelegd aan de Partijen, die deze volgens hun eigen procedures ratificeren of goedkeuren.
Artikel 14
Tenuitvoerlegging van de overeenkomst
1. De Partijen nemen alle dienstige algemene of bijzondere maat regelen om de nakoming van de verplichtingen in het kader van deze overeenkomst te waarborgen.
2. Zij zien af van alle maatregelen die de doelstellingen van deze overeenkomst in gevaar kunnen brengen.
Artikel 15
Bijlagen
De bijlagen bij deze overeenkomst, met inbegrip van de aanhangsels, vormen een integrerend bestanddeel daarvan.
Artikel 16
Territoriale toepassing
Deze overeenkomst is van toepassing in de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, onder de in dat Verdrag vastgestelde voorwaarden, en op het grondgebied van Zwitserland.
Artikel 17
Inwerkingtreding en geldigheidsduur
1. Deze overeenkomst wordt door de Partijen volgens hun eigen procedures geratificeerd of goedgekeurd. Zij treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de laatste kennisgeving van de neerlegging van de ratificatie- of goedkeuringsinstrumenten van alle zeven hiernavolgende overeenkomsten:
Overeenkomst inzake de handel in landbouwproducten Overeenkomst betreffende het vrije verkeer van personen Overeenkomst betreffende het vervoer door de lucht
Overeenkomst betreffende het vervoer van goederen en personen per spoor en over de weg
Overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van de overeenstemmings beoordeling
Overeenkomst betreffende sommige aspecten van overheidsopdrachten
Overeenkomst inzake de wetenschappelijke en technologische samen werking.
2. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een initiële periode van zeven jaar. Zij wordt stilzwijgend verlengd, tenzij de Gemeenschap of Zwitserland voordat deze initiële periode verstrijkt, kennis geven van een andersluidende beslissing. Wanneer een dergelijke kennisgeving wordt gedaan, is het bepaalde in lid 4 van toepassing.
3. De Gemeenschap en Zwitserland kunnen deze overeenkomst door kennisgeving aan de andere Partij opzeggen. Wanneer een dergelijke kennisgeving wordt gedaan, is het bepaalde in lid 4 van toepassing.
4. De geldigheidsduur van de zeven in lid 1 genoemde overeenkom sten verstrijkt zes maanden na ontvangst van de in lid 2 bedoelde kennisgeving van niet-verlenging of van de in lid 3 bedoelde kennisge ving van opzegging.
Hecho en Luxemburgo, el veintiuno de junio de mil novecientos noventa y nueve, en dos ejemplares en las lenguas alemana, danesa, española, finesa, xxxxx xxxx, griega, inglesa, italiana, neerlandesa, portuguesa y sueca, siendo cada uno de estos textos igualmente auténtico.
Udfærdiget i Luxembourg, den enogtyvende juni nitten hundrede og nioghalv fems i to eksemplarer på dansk, engelsk, finsk, fransk, græsk, italiensk, neder landsk, portugisisk, spansk, svensk og tysk, idet hver af disse tekster har samme gyldighed.
Geschehen zu Luxemburg am einundzwanzigsten Juni neunzehnhundertneunund neunzig in zweifacher Ausfertigung in dänischer, deutscher, englischer, fin nischer, französischer, griechischer, italienischer, niederländischer, portugiesi scher, spanischer und schwedischer Sprache, wobei jeder dieser Wortlaute glei chermaßen verbindlich ist.
Έγινε στο Λουξεμβούργο, στις είκοσι μία Ιουνίου χίλια εννιακόσια ενενήντα εννέα, σε δύο ατνίτυπα στην αγγλική, γαλλική, γερμανική, δανική, ελληνική, ισπανική, ιταλική, ολλανδική, πορτογαλική, σουηδική και φινλανδική γλώσσα, όλα δε τα κείμενα αυτά είναι εξίσου αυθεντικά.
Done at Luxembourg on the twenty-first day of June in the year one thousand nine hundred and ninety-nine, in duplicate in the Spanish, Danish, German, Greek, English, French, Italian, Dutch, Portuguese, Finnish and Swedish languages, each text being equally authentic.
Fait à Luxembourg, le vingt-et-un juin mil neuf cent quatre-vingt dix-neuf, en double exemplaire, en langues allemande, anglaise, danoise, espagnole, finnoise, française, grecque, italienne, néerlandaise, portugaise et suédoise, chacun de ces textes faisant également foi.
Fatto a Lussemburgo, addì ventuno giugno millenovecentonovantanove, in du plice esemplare, in lingua danese, finnica, francese, greca, inglese, italiana, olan dese, portoghese, spagnola, svedese e tedesca. Ciascuna delle versioni linguisti che fa parimenti fede.
Gedaan te Luxemburg, de eenentwintigste juni negentienhonderd negenennegen tig, in twevoud, in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle talen gelijkelijk authentiek.
Feito no Luxemburgo, em vinte e um de Junho de mil novecentos e noventa e nove, em dois exemplares, nas línguas alemã, dinamarquesa, espanhola, finlan desa, francesa, grega, inglesa, italiana, neerlandesa, portuguesa e sueca, fazendo igualmente fé qualquer dos textos.
Tehty Luxemburgissa kahdentenakymmenentenäensimmäisenä päivänä kesäkuuta vuonna tuhatyhdeksänsataayhdeksänkymmentäyhdeksän kahtena kappaleena eng xxxxxx, espanjan, hollannin, italian, kreikan, portugalin, ranskan, ruotsin, saksan, suomen ja tanskan kielellä, ja jokainen teksti on yhtä todistusvoimainen.
Utfärdat i Luxemburg den tjugoförsta juni nittonhundranittionio i två exemplar på det danska, engelska, finska, franska, grekiska, italienska, nederländska, portugi siska, spanska, svenska och xxxxx xxxxxxx, xxxxx xxxxxxxx xxxxxx xx xxxxxxx.
Xxx xx Xxxxxxxxx Europea
For Det Europæiske Fællesskab Für die Europäische Gemeinschaft Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Voor de Europese Gemeenschap Pela Comunidade Europeia Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
Por la Confederación Suiza
For Det Schweiziske Edsforbund
Für der Schweizerischen Eidgenossenschaft
Για την Ελβετική Συνομοσπονδία For the Swiss Confederation Pour la Confédération suisse
Per la Confederazione svizzera Voor de Zwitserse Bondsstaat Pela Confederação Suíça Sveitsin valaliiton puolesta
På Schweiziska Edsförbundets vägnar
INHOUD
BIJLAGE 1: Concessies van Zwitserland BIJLAGE 2: Concessies van de Gemeenschap BIJLAGE 3: Concessies inzake kaas
Aanhangsel 1: Concessies van de Gemeenschap
Aanhangsel 2: Concessies van Zwitserland
Aanhangsel 3: Lijst met de benamingen van „Italico”-
kaas waarvoor invoer uit Zwitserland is toegestaan
Aanhangsel 4: Beschrijving van kaassoorten BIJLAGE 4 betreffende de fytosanitaire sector
Aanhangsel 1: Planten, plantaardige producten en andere
materialen
Aanhangsel 2: Wetgeving
Aanhangsel 3: Autoriteiten die op verzoek een lijst moe
ten verstrekken met de officiële instanties die verantwoordelijk zijn voor het opstel len van plantenpaspoorten
Aanhangsel 4: In artikel 4 bedoelde gebieden en daarop
betrekking hebbende bijzondere voor schriften
Aanhangsel 5: Uitwisseling van gegevens
BIJLAGE 5 betreffende diervoeders
Aanhangsel 1
Aanhangsel 2: Lijst van wettelijke bepalingen overeen
komstig artikel 9 BIJLAGE 6 inzake de sector zaaizaad
Aanhangsel 1: Voorschriften
Aanhangsel 2: Instanties die belast zijn met de controle
en de certificering van zaaizaad
Aanhangsel 3: Door Zwitserland geaccepteerde afwij
kende regelingen van de Gemeenschap
Aanhangsel 4: Lijst van derde landen BIJLAGE 7 inzake de handel in wijnbouwproducten
Aanhangsel 1: In artikel 2 bedoelde wijnbouwproducten
Aanhangsel 2: In artikel 3, onder a) en b), bedoelde bij zondere bepalingen
Aanhangsel 3: Lijsten van in artikel 4 bedoelde wets
besluiten en technische bepalingen betref fende wijnbouwproducte
Aanhangsel 4: Beschermde benamingen zoals bedoeld in
artikel 5
Aanhangsel 5: Voorwaarden en werkwijzen zoals be
doeld in artikel 8, lid 9, en artikel 25, lid 1, onder b)
BIJLAGE 8 betreffende de wederzijdse erkenning en bescherming van de benamingen van gedistilleerde dranken en gearomatiseerde dranken op basis van wijn
Aanhangsel 1: Geografische aanduidingen van gedistil
leerde dranken van oorsprong uit de euro pese unie
Aanhangsel 2: Beschermde benamingen van gedistil
leerde dranken van oorsprong uit Zwitser land
Aanhangsel 3: Beschermde benamingen van gearomati
seerde dranken van oorsprong uit de Ge meenschap
Aanhangsel 4: Beschermde benamingen van gearomati
seerde dranken van oorsprong uit de Zwitserland
Aanhangsel 5: In artikel 2 bedoelde lijst van wetsbeslui
ten betreffende gedistilleerde dranken, ge aromatiseerde wijn en gearomatiseerde dranken
BIJLAGE 9 inzake biologische landbouwproducten en biologische le vensmiddelen
Aanhangsel 1
Aanhangsel 2: Uitvoeringsbepalingen
BIJLAGE 10 betreffende de erkenning van de normcontroles voor verse groenten en fruit
Aanhangsel: Zwitserse controle-instanties die gemach
tigd zijn het in artikel 3 van bijlage 10 bedoelde controlecertificaat af te geven
BIJLAGE 11 inzake sanitaire en zoötechnische maatregelen voor de han del in levende dieren dierlijke producten
Aanhangsel 1: Bestrijdingsmaatregelen/melding van
ziekten
Aanhangsel 2: Diergezondheid: handelsverkeer en in de
handel brengen
Aanhangsel 3: Invoer uit derde landen van levende die
ren en sperma, eicellen en embryo's daar van
Aanhangsel 4: Zoötechniek, invoer uit derde landen in
begrepen
Aanhangsel 5: Levende dieren, sperma, eicellen en em
bryo's: grenscontroles en retributies
Aanhangsel 6: Dierlijke producten
Aanhangsel 7: Bevoegde autoriteiten
Aanhangsel 8: Aanpassingen aan de regionale omstan
digheden
Aanhangsel 9: Richtsnoeren betreffende de procedures
voor het uitvoeren van een audit
Aanhangsel 10: Dierlijke producten: grenscontroles en re
tributies
Aanhangsel 11: Contactpunten
BIJLAGE 12 Inzake de bescherming van oorsprongsbenamingen en geo grafische aanduidingen van landbouwproducten en levens middelen
Aanhangsel 1: Lijst van de ga's van de ene partij die
door de andere partij worden beschermd
Aanhangsel 2: Wetgeving van de partijen
BIJLAGE 1
Concessies van Zwitserland
Zwitserland verleent voor de hierna vermelde producten van oorsprong uit de Gemeenschap de volgende tariefconcessies, in voorkomend geval tot een vast gestelde jaarlijkse hoeveelheid:
Tariefpost van Zwit serland | Omschrijving | Toepasselijk dou anerecht (CHF/100 kg bru togewicht) | Jaarlijkse hoeveel heid (in t nettogewicht) |
0101 90 95 | Levende paarden (uitgezonderd fokpaarden van zuiver ras en slachtpaarden) (aantal stuks) | 0 | 100 stuks |
0204 50 10 | Vlees van geiten, vers, gekoeld of bevroren | 40 | 100 |
0207 14 81 | Borsten van hanen of van kippen (huisdieren), bevroren | 15 | 2 100 |
0207 14 91 | Delen en eetbare slachtafvallen van hanen of van kippen (huisdieren), met inbegrip van levers (uitgezonderd bor sten), bevroren | 15 | 1 200 |
0207 27 81 | Borsten van kalkoenen (huisdieren), bevroren | 15 | 800 |
0207 27 91 | Delen en eetbare slachtafvallen van kalkoenen (huisdie ren), met inbegrip van levers (uitgezonderd borsten), be vroren | 15 | 600 |
0207 33 11 | Eenden ( huisdieren), niet in stukken gesneden, bevroren | 15 | 700 |
0207 34 00 | Vette levers (foies gras) van eenden, ganzen of parel hoenders (huisdieren), vers of gekoeld | 9,5 | 20 |
0207 36 91 | Delen en eetbare slachtafvallen van eenden, ganzen of parelhoenders (huisdieren), bevroren (uitgezonderd vette levers) | 15 | 100 |
0208 10 00 | Vlees en eetbare slachtafvallen van konijnen of van ha zen, vers, gekoeld of bevroren | 11 | 1 700 |
0208 90 10 | Vlees en eetbare slachtafvallen van wild, vers, gekoeld of bevroren (andere dan van hazen of van everzwijnen) | 0 | 100 |
ex 0210 11 91 | Hammen en delen daarvan, met been, van varkens (an dere dan everzwijnen), gezouten of gepekeld, gedroogd of gerookt | vrijgesteld | 1 000 (1) |
ex 0210 19 91 | Stukken kotelet zonder been, gepekeld en gerookt | vrijgesteld | |
0210 20 10 | Gedroogd rundvlees | vrijgesteld | 200 (2) |
ex 0407 00 10 | Eetbare vogeleieren in de schaal, vers, verduurzaamd of gekookt | 47 | 150 |
ex 0409 00 00 | Natuurlijke acaciahoning | 8 | 200 |
ex 0409 00 00 | Natuurhoning, andere (uitgezonderd acaciahoning) | 26 | 50 |
0602 10 00 | Stekken zonder wortels en enten | vrijgesteld | onbeperkt |
Tariefpost van Zwit serland | Omschrijving | Toepasselijk dou anerecht (CHF/100 kg bru togewicht) | Jaarlijkse hoeveel heid (in t nettogewicht) |
0602 20 11 0602 20 19 0602 20 21 0602 20 29 | Plantgoed in de vorm van onderstammen voor de teelt van pitvruchten (verkregen uit zaad of via vegetatieve vermeerdering): — geënt, met naakte wortels — geënt, met kluit — niet geënt, met naakte wortels — niet geënt, met kluit | vrijgesteld | (3) |
0602 20 31 0602 20 39 0602 20 41 0602 20 49 | Plantgoed in de vorm van onderstammen voor de teelt van steenvruchten (verkregen uit zaad of via vegetatieve vermeerdering): — geënt, met naakte wortels — geënt, met kluit — niet geënt, met naakte wortels — niet geënt, met kluit | vrijgesteld | (3) |
0602 20 51 0602 20 59 | Plantgoed voor de teelt van eetbare vruchten, ander dan in de vorm van onderstammen voor de teelt van pit- of steenvruchten (verkregen uit zaad of via vegetatieve ver meerdering): — met naakte wortels — ander dan met naakte wortels | vrijgesteld | onbeperkt |
0602 20 71 0602 20 72 0602 20 79 | Bomen en heesters, voor de teelt van eetbare vruchten, met naakte wortels: — voor de teelt van pitvruchten — voor de teelt van steenvruchten — andere dan voor de teelt van pit- of steenvruchten | vrijgesteld | (3) |
vrijgesteld | onbeperkt | ||
0602 20 81 0602 20 82 0602 20 89 | Bomen en heesters, voor de teelt van eetbare vruchten, met kluit: — voor de teelt van pitvruchten — voor de teelt van steenvruchten — andere dan voor de teelt van pit- of steenvruchten | vrijgesteld | (3) |
vrijgesteld | onbeperkt | ||
0602 30 00 | Rododendrons en azalea’s, ook indien geënt | vrijgesteld | onbeperkt |
0602 40 10 0602 40 91 0602 40 99 | Rozen, ook indien geënt: — wilde struikrozen en wilde stamrozen — andere dan wilde struikrozen of wilde stamrozen: — met naakte wortels — andere dan met naakte wortels, met kluit | vrijgesteld | onbeperkt |
Tariefpost van Zwit serland | Omschrijving | Toepasselijk dou anerecht (CHF/100 kg bru togewicht) | Jaarlijkse hoeveel heid (in t nettogewicht) |
0602 90 11 0602 90 12 0602 90 19 | Plantgoed (verkregen uit zaad of via vegetatieve vermeer dering) van gebruiksplanten, champignonbroed: — plantgoed voor groenten, en opgerolde zoden — champignonbroed — ander dan plantgoed voor groenten, opgerolde zoden of champignonbroed | vrijgesteld | onbeperkt |
0602 90 91 0602 90 99 | Andere levende planten (wortels daaronder begrepen): — met naakte wortels — andere dan met naakte wortels, met kluit | vrijgesteld | onbeperkt |
0603 11 10 | Afgesneden rozen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober | vrijgesteld | 1 000 |
0603 12 10 0603 13 10 0603 14 10 0603 19 11 0603 19 19 | Afgesneden anjers, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober | ||
Afgesneden orchideeën, voor bloemstukken of voor ver siering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober | |||
Afgesneden chrysanten, voor bloemstukken of voor ver siering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober | |||
Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen (andere dan anjers, rozen, orchideeën of chrysanten), voor bloem stukken of voor versiering, vers, van 1 mei tot en met 25 oktober: — houtachtig — niet houtachtig | |||
0603 12 30 0603 13 30 0603 14 30 0603 19 30 | Afgesneden anjers, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april Afgesneden orchideeën, voor bloemstukken of voor ver siering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april Afgesneden chrysanten, voor bloemstukken of voor ver siering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april Afgesneden tulpen, voor bloemstukken of voor versie ring, vers, van 26 oktober tot en met 30 april | vrijgesteld | onbeperkt |
0603 19 31 0603 19 39 | Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, van 26 oktober tot en met 30 april: — houtachtig — niet houtachtig | vrijgesteld | onbeperkt |
Tariefpost van Zwit serland | Omschrijving | Toepasselijk dou anerecht (CHF/100 kg bru togewicht) | Jaarlijkse hoeveel heid (in t nettogewicht) |
0702 00 10 0702 00 20 0702 00 30 0702 00 90 | Tomaten, vers of gekoeld: — kerstomaten (cherry): — van 21 oktober tot en met 30 april — xxxxxxx Xxxxxxx (langwerpig): — van 21 oktober tot en met 30 april — andere tomaten met een diameter van ten minste 80 mm (vleestomaten): — van 21 oktober tot en met 30 april — andere: — van 21 oktober tot en met 30 april | vrijgesteld | 10 000 |
0705 11 11 | IJsbergsla zonder buitenste blad: — van 1 januari tot eind februari | vrijgesteld | 2 000 |
0705 21 10 | Witloof, vers of gekoeld: — van 21 mei tot en met 30 september | vrijgesteld | 2 000 |
0707 00 10 | Saladekomkommers, van 21 oktober tot en met 14 april | 5 | 200 |
0707 00 30 | Inmaakkomkommers, > 6 cm maar = < 12 cm lang, vers of gekoeld, van 21 oktober tot en met 14 april | 5 | 100 |
0707 00 31 | Inmaakkomkommers, > 6 cm maar = < 12 cm lang, vers of gekoeld, van 15 april tot en met 20 oktober | 5 | 2 100 |
0707 00 50 0709 30 10 | Augurken, vers of gekoeld Aubergines, vers of gekoeld: — van 16 oktober tot en met 31 mei | 3,5 vrijgesteld | 800 1 000 |
0709 51 00 0709 59 00 | Paddenstoelen, vers of gekoeld, van het geslacht Agaricus of andere, uitgezonderd truffels | vrijgesteld | onbeperkt |
0709 60 11 | Paprika's, vers of gekoeld: — van 1 november tot en met 31 maart | 2,5 | onbeperkt |
0709 60 12 | Xxxxxxx'x, vers of gekoeld, van 1 april tot en met 31 oktober | 5 | 1 300 |
0709 90 50 | Courgettes (inclusief bloemen van courgettes), vers of gekoeld: — van 31 oktober tot en met 19 april | vrijgesteld | 2 000 |
ex 0710 80 90 | Paddenstoelen, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren | vrijgesteld | onbeperkt |
Tariefpost van Zwit serland | Omschrijving | Toepasselijk dou anerecht (CHF/100 kg bru togewicht) | Jaarlijkse hoeveel heid (in t nettogewicht) |
0711 90 90 | Groenten en mengsels van groenten, voorlopig verduur zaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zo danig niet geschikt voor dadelijke consumptie | 0 | 150 |
0712 20 00 | Gedroogde uien, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid | 0 | 100 |
0713 10 11 | Gedroogde zaden van de erwt (Pisum sativum), in gehele staat, niet verwerkt, voor diervoeding | Korting van 0,9 op het geldende recht | 1 000 |
0713 10 19 | Gedroogde zaden van de erwt (Pisum sativum), in gehele staat, niet verwerkt (uitgezonderd die voor diervoeding, voor technische doeleinden of voor brouwdoeleinden) | 0 | 1 000 |
0802 21 90 | Hazelnoten (Corylus spp.), vers of gedroogd: — in de dop, andere dan voor diervoeding of olie-ex tractie | vrijgesteld | onbeperkt |
0802 22 90 | — zonder dop, andere dan voor diervoeding of olie-ex tractie | ||
0802 32 90 | Noten | vrijgesteld | 100 |
ex 0802 90 90 | Pijnboompitten, vers of gedroogd | vrijgesteld | onbeperkt |
0805 10 00 | Sinaasappelen, vers of gedroogd | vrijgesteld | onbeperkt |
0805 20 00 | Mandarijnen (tangerines en satsuma’s daaronder begre pen) en wilkings en dergelijke kruisingen van citrus vruchten, vers of gedroogd | vrijgesteld | onbeperkt |
0807 11 00 | Watermeloenen, vers | vrijgesteld | onbeperkt |
0807 19 00 | Meloenen, vers, andere dan watermeloenen | vrijgesteld | onbeperkt |
0809 10 11 0809 10 91 | Abrikozen, vers, in open verpakking: — van 1 september tot en met 30 juni xxxxxx xxxxxxx: — van 1 september tot en met 30 juni | vrijgesteld | 2 100 |
0809 40 13 | Pruimen, vers, in open verpakking, van 1 juli tot en met 30 september | 0 | 600 |
0810 10 10 | Aardbeien, vers, van 1 september tot en met 14 mei | vrijgesteld | 10 000 |
0810 10 11 | Aardbeien, vers, van 15 mei tot en met 31 augustus | 0 | 200 |
0810 20 11 | Frambozen, vers, van 1 juni tot en met 14 september | 0 | 250 |
Tariefpost van Zwit serland | Omschrijving | Toepasselijk dou anerecht (CHF/100 kg bru togewicht) | Jaarlijkse hoeveel heid (in t nettogewicht) |
0810 50 00 | Kiwi's, vers | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 0811 10 00 | Aardbeien, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, zonder toevoeging van suiker of andere zoet stoffen, niet verpakt voor verkoop in het klein, bestemd voor industrieel gebruik | 10 | 1 000 |
ex 0811 20 90 | Frambozen, bramen, moerbeien, loganbessen, zwarte, witte of rode aalbessen en kruisbessen, ook indien ge stoomd of in water gekookt, bevroren, zonder toevoeging van suiker of andere zoetstoffen, niet verpakt voor ver koop in het klein, bestemd voor industrieel gebruik | 10 | 1 200 |
0811 90 10 | Blauwe bosbessen, ook indien gestoomd of in water ge kookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | 0 | 200 |
0811 90 90 | Eetbare vruchten, ook indien gestoomd of in water ge kookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen (uitgezonderd aardbeien, frambozen, bramen, moerbeien, loganbessen, zwarte, witte of rode aalbessen, kruisbessen, blauwe bosbessen en tropische vruchten) | 0 | 1 000 |
0904 20 90 | Vruchten van de geslachten Capsicum en Pimenta, ge droogd, fijngemaakt of gemalen, verwerkt | 0 | 150 |
0910 20 00 | Saffraan | vrijgesteld | onbeperkt |
1001 90 60 | Tarwe en mengkoren (uitgezonderd harde tarwe), gede natureerd, voor diervoeding | Korting van 0,6 op het geldende recht | 50 000 |
1005 90 30 | Maïs voor diervoeding | Korting van 0,5 op het geldende recht | 13 000 |
1509 10 91 1509 10 99 | Olijfolie, verkregen bij de eerste persing, andere dan voor diervoeding: — in glazen recipiënten van ten hoogste 2 l — in glazen recipiënten van meer dan 2 l, of in andere recipiënten | 60,60 (4) 86,70 (4) | onbeperkt onbeperkt |
1509 90 91 1509 90 99 | Olijfolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, andere dan voor diervoe ding: — in glazen recipiënten van ten hoogste 2 l — in glazen recipiënten van meer dan 2 l, of in andere recipiënten | 60,60 (4) 86,70 (4) | onbeperkt onbeperkt |
Tariefpost van Zwit serland | Omschrijving | Toepasselijk dou anerecht (CHF/100 kg bru togewicht) | Jaarlijkse hoeveel heid (in t nettogewicht) |
ex 0210 19 91 | Hammen, gepekeld, zonder been, gewikkeld in een blaas of een kunstdarm | vrijgesteld | 3 715 |
ex 0210 19 91 | Stukken kotelet zonder been, gerookt | ||
1601 00 11 1601 00 21 | Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, en bereidingen van deze producten, voor men selijke consumptie, van dieren van de posten 0101 tot en met 0104, uitgezonderd everzwijnen | ||
ex 0210 19 91 ex 1602 49 10 | Varkensnek, gedroogd aan de lucht, al dan niet gekruid, geheel, in stukken of in dunne plakken gesneden | ||
2002 10 10 2002 10 20 | Tomaten, geheel of in stukken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur: — in recipiënten van meer dan 5 kg — in recipiënten van ten hoogste 5 kg | 2,50 4,50 | onbeperkt onbeperkt |
2002 90 10 | Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, andere dan gehele tomaten of tomaten in stukken: — in recipiënten van meer dan 5 kg | vrijgesteld | onbeperkt |
2002 90 21 | Vruchtvlees, puree en concentraat van tomaten, in her metisch gesloten recipiënten, met een drogestofgehalte van 25 gewichtspercenten of meer, bestaande uit tomaten en water, ook indien met toegevoegd zout of toegevoegde kruiden, in recipiënten van ten hoogste 5 kg | vrijgesteld | onbeperkt |
2002 90 29 | Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, andere dan gehele tomaten of tomaten in stukken, en andere dan vruchtvlees, puree of concen traat: — in recipiënten van ten hoogste 5 kg | vrijgesteld | onbeperkt |
2003 10 00 | Paddenstoelen van het geslacht Agaricus, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur | 0 | 1 700 |
ex 2004 90 18 ex 2004 90 49 | Artisjokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan producten van post 2006: — in recipiënten van meer dan 5 kg — in recipiënten van ten hoogste 5 kg | 17,5 24,5 | onbeperkt onbeperkt |
2005 60 10 2005 60 90 | Asperges, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan producten van post 2006: — in recipiënten van meer dan 5 kg — in recipiënten van ten hoogste 5 kg | vrijgesteld | onbeperkt |
Tariefpost van Zwit serland | Omschrijving | Toepasselijk dou anerecht (CHF/100 kg bru togewicht) | Jaarlijkse hoeveel heid (in t nettogewicht) |
2005 70 10 2005 70 90 | Olijven, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan producten van post 2006: — in recipiënten van meer dan 5 kg — in recipiënten van ten hoogste 5 kg | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 2005 99 11 ex 2005 99 41 | Kappers en artisjokken, op andere wijze bereid of ver duurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, an dere dan producten van post 2006: — in recipiënten van meer dan 5 kg — in recipiënten van ten hoogste 5 kg | 17,5 24,5 | onbeperkt onbeperkt |
2008 30 90 | Citrusvruchten, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen | vrijgesteld | onbeperkt |
2008 50 10 | Vruchtvlees van abrikozen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, zonder toevoeging van suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen | 10 | onbeperkt |
2008 50 90 | Abrikozen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of al cohol, elders genoemd noch elders onder begrepen | 15 | onbeperkt |
2008 70 10 | Vruchtvlees van perziken, op andere wijze bereid of ver duurzaamd, zonder toevoeging van suiker, andere zoet stoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen | vrijgesteld | onbeperkt |
2008 70 90 | Perziken, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of al cohol, elders genoemd noch elders onder begrepen | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 2009 39 19 ex 2009 39 20 | Sap van andere citrusvruchten dan sinaasappelen, pom pelmoezen of pomelo’s, niet onderling vermengd, niet gegist, zonder toevoeging van alcohol: — zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, ge concentreerd — met toevoeging van suiker of andere zoetstoffen, ge concentreerd | 6 14 | onbeperkt onbeperkt |
2204 21 50 2204 29 50 | Dessertwijnen, specialiteiten en mistella, in recipiënten: — van ten hoogste 2 l (5) — van meer dan 2 l (5) | 8,5 8,5 | onbeperkt onbeperkt |
ex 2204 21 50 | Portwijn, in recipiënten van ten hoogste 2 l, volgens de omschrijving (6) | vrijgesteld | 1 000 hl |
Tariefpost van Zwit serland | Omschrijving | Toepasselijk dou anerecht (CHF/100 kg bru togewicht) | Jaarlijkse hoeveel heid (in t nettogewicht) |
ex 2204 21 21 | Retsina (Griekse witte wijn), in recipiënten van ten hoog ste 2 l, volgens de omschrijving (7) | vrijgesteld | 500 hl |
Retsina (Griekse witte wijn), in recipiënten van meer dan 2 l, volgens de omschrijving (7), met een alcoholgehalte: | |||
ex 2204 29 21 | — van meer dan 13 % vol | ||
ex 2204 29 22 | — van ten hoogste 13 % vol |
(1) Inclusief 480 ton Parmaham en San Daniele, overeenkomstig de correspondentie tussen Zwitserland en de EEG van 25 januari 1972.
(2) Inclusief 170 ton Bresaola, overeenkomstig de correspondentie tussen Zwitserland en de EEG van 25 januari 1972.
(3) Voor een totaal contingent per jaar van 60 000 stuks plantgoed.
(4) Inclusief de bijdrage voor het garantiefonds voor de verplichte opslag.
(5) Hieronder vallen alleen de producten in de zin van bijlage 7 bij de overeenkomst.
(6) Omschrijving: met „portwijn” wordt een kwaliteitswijn bedoeld die is voortgebracht in een bepaald gebied (de regio Porto in Portugal) in de zin van Verordening (EG) nr. 1493/1999.
(7) Omschrijving: met „retsina” wordt een tafelwijn bedoeld in de zin van punt A.2 van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 1493/ 1999.
BIJLAGE 2
Concessies van de Gemeenschap
De Gemeenschap verleent voor de hierna vermelde producten van oorsprong uit Zwitserland de volgende tariefconcessies, in voorkomend geval tot een vast gestelde jaarlijkse hoeveelheid:
GN-code | Omschrijving | Toepasselijk dou anerecht (EUR/100 kg net togewicht) | Jaarlijkse hoeveel heid (in t nettogewicht) |
0102 90 41 0102 90 49 0102 90 51 0102 90 59 0102 90 61 0102 90 69 0102 90 71 0102 90 79 | Levende runderen met een gewicht van meer dan 160 kg | 0 | 4 600 stuks |
ex 0210 20 90 | Rundvlees zonder been, gedroogd | vrijgesteld | 1 200 |
ex 0401 30 | Room, met een vetgehalte van meer dan 6 gewichtsper centen | vrijgesteld | 2 000 |
0403 10 | Yoghurt | ||
0402 29 11 ex 0404 90 83 | Melk voor zuigelingen, luchtdicht verpakt in verpakkin gen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 500 g, met een vetgehalte van meer dan 10 gewichtspercenten (1) | 43,8 | onbeperkt |
0602 | Andere levende planten (wortels daaronder begrepen), stekken en enten; champignonbroed | vrijgesteld | onbeperkt |
0603 11 00 0603 12 00 0603 13 00 0603 14 00 0603 19 | Afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen, voor bloemstukken of voor versiering, vers | vrijgesteld | onbeperkt |
0701 10 00 | Pootaardappelen, vers of gekoeld | vrijgesteld | 4 000 |
0702 00 00 | Tomaten, vers of gekoeld | vrijgesteld (2) | 1 000 |
0703 10 19 0703 90 00 | Uien, andere dan plantuitjes, prei en andere eetbare look soorten, vers of gekoeld | vrijgesteld | 5 000 |
0704 10 00 0704 90 | Rodekool, wittekool, bloemkool, boerenkool, koolrabi en dergelijke eetbare kool van het geslacht Brassica, behalve spruitjes, vers of gekoeld | vrijgesteld | 5 500 |
0705 | Sla (Lactuca sativa), andijvie, witloof en andere cichorei groenten (Cichorium spp.), vers of gekoeld | vrijgesteld | 3 000 |
0706 10 00 | Wortelen en rapen, vers of gekoeld | vrijgesteld | 5 000 |
0706 90 10 0706 90 90 | Kroten, schorseneren, knolselderij, radijs en dergelijke eetbare wortelen en knollen, behalve mierikswortel of peperwortel (Cochlearia armoracia), vers of gekoeld | vrijgesteld | 3 000 |
GN-code | Omschrijving | Toepasselijk dou anerecht (EUR/100 kg net togewicht) | Jaarlijkse hoeveel heid (in t nettogewicht) |
0707 00 05 | Komkommers, vers of gekoeld | vrijgesteld (2) | 1 000 |
0708 20 00 | Bonen (Vigna spp., Phaseolus spp.), vers of gekoeld | vrijgesteld | 1 000 |
0709 30 00 | Aubergines, vers of gekoeld | vrijgesteld | 500 |
0709 40 00 | Selderij, andere dan knolselderij, vers of gekoeld | vrijgesteld | 500 |
0709 51 00 0709 59 | Paddenstoelen en truffels, vers of gekoeld | vrijgesteld | onbeperkt |
0709 70 00 | Spinazie, Nieuw-Zeelandse spinazie en tuinmelde, vers of gekoeld | vrijgesteld | 1 000 |
0709 90 10 | Sla, andere dan Lactuca sativa en andere dan cichorei groenten (Cichorium spp.), vers of gekoeld | vrijgesteld | 1 000 |
0709 90 20 | Snijbiet en kardoen | vrijgesteld | 300 |
0709 90 50 | Venkel, vers of gekoeld | vrijgesteld | 1 000 |
0709 90 70 | Courgettes, vers of gekoeld | vrijgesteld (2) | 1 000 |
0709 90 90 | Andere groenten, vers of gekoeld | vrijgesteld | 1 000 |
0710 80 61 0710 80 69 | Paddenstoelen, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren | vrijgesteld | onbeperkt |
0712 90 | Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, zelfs indien op basis van eerder gekookte groenten, doch niet op andere wijze bereid, behalve uien, paddenstoelen en truffels | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 0808 10 80 | Appelen, andere dan persappelen voor de ciderbereiding, vers | vrijgesteld (2) | 3 000 |
0808 20 | Peren en kweeperen, vers | vrijgesteld (2) | 3 000 |
0809 10 00 | Abrikozen, vers | vrijgesteld (2) | 500 |
0809 20 95 | Kersen, andere dan zure kersen (Prunus cerasus), vers | vrijgesteld (2) | 1 500 (2) |
0809 40 | Pruimen en sleepruimen, vers | vrijgesteld (2) | 1 000 |
0810 10 00 | Aardbeien | vrijgesteld | 200 |
0810 20 10 | Frambozen, vers | vrijgesteld | 100 |
0810 20 90 | Bramen, moerbeien en loganbessen, vers | vrijgesteld | 100 |
GN-code | Omschrijving | Toepasselijk dou anerecht (EUR/100 kg net togewicht) | Jaarlijkse hoeveel heid (in t nettogewicht) |
1106 30 10 | Meel, gries en poeder van bananen | vrijgesteld | 5 |
1106 30 90 | Meel, gries en poeder van ander fruit van hoofdstuk 8 | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 0210 19 50 | Hammen, gepekeld, zonder been, gewikkeld in een blaas of een kunstdarm | vrijgesteld | 1 900 |
ex 0210 19 81 | Stukken kotelet zonder been, gerookt | ||
ex 1601 00 | Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, en bereidingen van deze producten, voor men selijke consumptie, van dieren van de posten 0101 tot en met 0104, andere dan everzwijnen | ||
ex 0210 19 81 ex 1602 49 19 | Varkensnek, aan de lucht gedroogd, al dan niet gekruid, geheel, in stukken of in dunne plakken gesneden | ||
ex 2002 90 91 ex 2002 90 99 | Tomatenpoeder, ook indien met toegevoegde suiker, an dere zoetstoffen of zetmeel (4) | vrijgesteld | onbeperkt |
2003 90 00 | Paddenstoelen, andere dan die van het geslacht Xxxxxxxx, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur | vrijgesteld | onbeperkt |
0710 10 00 | Aardappelen, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren | vrijgesteld | 3 000 |
2004 10 10 2004 10 99 | Aardappelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren, andere dan de pro ducten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van meel, gries, griesmeel of vlokken | ||
2005 20 80 | Aardappelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, met uitzondering van meel, gries, griesmeel of vlokken en bereidingen in schijfjes, gebakken, ook indien gezouten of gearomati seerd, luchtdicht verpakt, geschikt voor onmiddellijk ver bruik | ||
ex 2005 91 00 ex 2005 99 | Poeder bereid van groenten en mengsels van groenten, ook indien met toevoeging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 2008 30 | Vlokken en poeder van citrusvruchten, ook indien met toevoeging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 2008 40 | Vlokken en poeder van peren, ook indien met toevoeging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) | vrijgesteld | onbeperkt |
GN-code | Omschrijving | Toepasselijk dou anerecht (EUR/100 kg net togewicht) | Jaarlijkse hoeveel heid (in t nettogewicht) |
ex 2008 50 | Vlokken en poeder van abrikozen, ook indien met toe voeging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) | vrijgesteld | onbeperkt |
2008 60 | Kersen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of al cohol, elders genoemd noch elders onder begrepen | vrijgesteld | 500 |
ex 0811 90 19 ex 0811 90 39 | Kersen, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevro ren, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | ||
0811 90 80 | Kersen, andere dan zure kersen (Prunus cerasus), ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, zonder toevoeging van suiker of andere zoetstoffen | ||
ex 2008 70 | Vlokken en poeder van perziken, ook indien met toevoe ging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 2008 80 | Vlokken en poeder van aardbeien, ook indien met toe voeging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 2008 99 | Vlokken en poeder van andere vruchten, ook indien met toevoeging van suiker, andere zoetstoffen of zetmeel (4) | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 2009 19 | Poeder van sinaasappelsap, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 2009 21 00 ex 2009 29 | Poeder van pompelmoessap, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 2009 31 ex 2009 39 | Poeder van sap van andere citrusvruchten, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 2009 41 ex 2009 49 | Poeder van ananassap, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 2009 71 ex 2009 79 | Poeder van appelsap, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | vrijgesteld | onbeperkt |
ex 2009 80 | Poeder van sap van andere vruchten of groenten, niet onderling vermengd, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | vrijgesteld | onbeperkt |
(1) In het kader van de toepassing van deze onderverdeling wordt onder „melk voor zuigelingen” verstaan: producten die vrij zijn van ziekteverwekkende en toxicogene kiemen, en met minder dan 10 000 levensvatbare aërobe bacteriën en minder dan twee coliforme bacteriën per gram.
(2) In voorkomend geval is een specifiek recht en niet het minimumrecht van toepassing.
(3) Met inbegrip van de 1 000 ton op grond van de brieven van 14 juli 1986.
(4) Zie de gemeenschappelijke verklaring betreffende de tariefindeling van groentepoeder en vruchtenpoeder.
BIJLAGE 3
CONCESSIES INZAKE KAAS
1. De Gemeenschap en Zwitserland verbinden zich ertoe hun wederzijdse han delsverkeer van kaas onder tariefcode 0406 van het Geharmoniseerde Sys teem geleidelijk te liberaliseren in de eerste vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst.
2. De liberalisering zal als volgt verlopen:
a) Bij invoer in de Gemeenschap:
Vanaf het eerste jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst heft de Gemeenschap geen douanerechten meer bij de invoer van kaas uit Zwit serland of schaft zij die rechten geleidelijk af, eventueel voor een bepaalde hoeveelheid per jaar. De basisdouanerechten en de basishoeveelheden per jaar zijn vermeld voor de verschillende kaassoorten in aanhangsel 1 bij deze bijlage.
i) De Gemeenschap verlaagt de in de tabel in aanhangsel 1 vermelde basisdouanerechten met 20 % per jaar. De eerste verlaging wordt één jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst toegepast.
ii) De Gemeenschap verhoogt het in de tabel in aanhangsel 1 vermelde tariefcontingent met 1 250 ton per jaar; de eerste verhoging wordt een jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst toegepast. De han del wordt volledig geliberaliseerd aan het begin van het zesde jaar.
iii) Zwitserland hoeft de prijzen franco grens, die in de omschrijving van de producten van tariefcode 0406 van het Gemeenschappelijk dou anetarief zijn vermeld, niet meer na te leven.
b) Bij uitvoer uit de Gemeenschap:
De Gemeenschap past geen restituties toe bij uitvoer naar Zwitserland van kaas van tariefcode 0406 van het Geharmoniseerde Systeem.
c) Bij invoer in Zwitserland:
Vanaf het eerste jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst heft Zwitserland geen douanerechten meer bij de invoer van kaas uit de Ge meenschap of schaft het die rechten geleidelijk af, eventueel voor een bepaalde hoeveelheid per jaar. De basisdouanerechten en de basishoeveel heden per jaar zijn vermeld voor de verschillende kaassoorten in aan hangsel 2, onder a), bij deze bijlage.
i) Zwitserland verlaagt de in de tabel in aanhangsel 2, onder a), vermelde basisdouanerechten met 20 % per jaar. De eerste verlaging wordt één jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst toegepast.
ii) Zwitserland verhoogt de totale hoeveelheid van de in de tabel in aan hangsel 2, onder a), vermelde tariefcontingenten met 2 500 ton per jaar. De eerste verhoging wordt één jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst toegepast. De Gemeenschap bepaalt ten minste vier maanden vóór het begin van elk jaar voor welke kaassoort(en) deze verhoging zal worden toegepast. De handel wordt volledig geliberali seerd aan het begin van het zesde jaar.
d) Bij uitvoer uit Zwitserland:
Vanaf het eerste jaar van de inwerkingtreding van de overeenkomst schaft Zwitserland geleidelijk de uitvoersubsidies voor de aan de Gemeenschap geleverde kaas als volgt af:
i) De bedragen die als uitgangspunt worden genomen voor de gelei delijke afschaffing (1), zijn vermeld in aanhangsel 2, onder b), bij deze bijlage.
ii) Deze basisbedragen worden als volgt verlaagd:
— één jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst, met 30 %,
— twee jaar na de inwerkingtreding, met 55 %,
— drie jaar na de inwerkingtreding, met 80 %,
— vier jaar na de inwerkingtreding, met 90 %,
— vijf jaar na de inwerkingtreding, met 100 %.
3. De Gemeenschap en Zwitserland nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de regeling voor de afgifte van invoervergunningen zodanig wordt beheerd dat regelmatige invoer mogelijk is, rekening houdend met de behoef ten van de markt.
4. De Gemeenschap en Zwitserland zorgen ervoor dat de voordelen die zij aan elkaar toestaan, niet in het gedrang worden gebracht door andere maatregelen die betrekking hebben op de invoer of de uitvoer.
5. Als bij een van de Partijen de prijzen en/of de invoer worden verstoord, vindt op verzoek van een van de Partijen zo spoedig mogelijk overleg plaats in het in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde Comité om een passende oplos sing te vinden. In dit verband komen de Partijen overeen regelmatig prijs noteringen en andere nuttige inlichtingen over de markt van de binnenlandse en de ingevoerde kaas uit te wisselen.
(1) Deze basisbedragen zijn in onderling overleg door de Partijen berekend op basis van het verschil tussen de institutionele melkprijzen die waarschijnlijk op het ogenblik van de inwerkingtreding van de overeenkomst van toepassing zullen zijn — inclusief een sup plement voor tot kaas verwerkte melk — en zijn verkregen op basis van de hoeveelheid melk die voor de bereiding van de betrokken kazen nodig zijn, verminderd (uitgezonderd voor kaas waarvoor tariefcontingenten gelden) met het bedrag waarmee de Gemeenschap de douanerechten verlaagt. Subsidies mogen alleen worden toegekend voor kaas die bereid is met volledig op Zwitsers grondgebied verkregen melk.
Aanhangsel 1
GN -code | Omschrijving | Basisdouane recht (in EUR/ 100 kg netto gewicht) | Basishoeveel heid per jaar (in tonnen) |
ex 0406 20 | Kaas, geraspt of in poeder, met een vochtgehalte van ten hoogste 400 g per kg kaas | vrijstelling | onbeperkt |
0406 30 | Smeltkaas | vrijstelling | onbeperkt |
0406 90 02 | Emmental, Gruyère, Sbrinz, | 6,58 | onbeperkt |
0406 90 03 | Appenzell, Bergkäse | ||
0406 90 04 | |||
0406 90 05 | |||
0406 90 06 | |||
0406 90 13 | |||
0406 90 15 | |||
0406 90 17 | |||
0406 90 18 | Fromage fribourgeois (1),Va cherin Mont d'Or, Tête de moine | vrijstelling | onbeperkt |
0406 90 19 | Glaris (Schabziger) | vrijstelling | onbeperkt |
ex 0406 90 87 | Fromage des Grisons | vrijstelling | onbeperkt |
0406 90 25 | Tilsit | vrijstelling | onbeperkt |
ex 0406 | Andere kaas dan de boven genoemde | vrijstelling | 3000 |
Concessies van de Gemeenschap Bij invoer in de Gemeenschap
(1) Synoniem: Vacherin fribourgeois.
Aanhangsel 2
Concessies van Zwitserland
a) Bij invoer in Zwitserland
Post in het Zwitserse douanetarief | Omschrijving | Basis douanerecht (CHF/100 kg bru togewicht) | Basishoeveelheid per jaar (in tonnen) |
0406 10 10 | Mascarpone, Ricotta Romana, in overeenstemming met Lijst LIX Zwitserland-Liechtenstein, gehecht aan het Pro tocol van Marrakech | vrijstelling | onbeperkt |
ex 0406 20 | Kaas, geraspt of in poeder, met een vochtgehalte van ten hoogste 400 g per kg kaas | vrijstelling | onbeperkt |
0406 40 | – Danablu, Gorgonzola, Roquefort, in overeenstemming met Lijst LIX Zwitserland — Liechtenstein, gehecht aan het Protocol van Marrakech – Roquefort, niet in overeenstemming met Lijst LIX Zwit serland — Liechtenstein, gehecht aan het Protocol van Marrakech, met bewijs van oorsprong. – Blauw-groen geaderde kaas, andere dan Danablu, Gor gonzola en Roquefort | vrijstelling | onbeperkt |
0406 90 11 | Brie, Camembert, Crescenza, Italico Pont l'Evêque, Re blochon, Robbiola, Stracchino, in overeenstemming met Lijst LIX Zwitserland-Liechtenstein, gehecht aan het Pro tocol van Marrakech | vrijstelling | onbeperkt |
ex 0406 90 19 | Feta, volgens de beschrijving in aanhangsel 4 | vrijstelling | onbeperkt |
ex 0406 90 19 | Kwark in pekel, vervaardigd uit schapenmelk, volgens de beschrijving in aanhangsel 4 | vrijstelling | onbeperkt |
0406 90 21 | Kruidkaas, met een vochtgehalte van ten hoogste 65 %, berekend op de vetvrije massa | vrijstelling | onbeperkt |
04069031 04069039 | Caciocavallo, Canestrato (Pecorino Siciliano), Aostaler Fontina, Parmiggiano Reggiano, Grana Padano, Pecorino (Pecorino Xxxxxx, Xxxxx Sardo, andere Pecorino), Pro volone, in overeenstemming met Lijst LIX Zwitserland — Liechtenstein, gehecht aan het Protocol van Marrakech | vrijstelling | onbeperkt |
04069051 | – Asiago, Xxxxx, Xxx, Xxxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxx-Xxxxxx (Xxxx | vrijstelling | 5000 |
04069059 | Salut), Saint-Nectaire, in overeenstemming met | ||
Lijst LIX Zwitserland — Liechtenstein, gehecht aan | |||
het Protocol van Marrakech | |||
ex 0406 90 91 | – Raclettekaas, volgens de beschrijving in aanhangsel 4 | ||
0406 90 60 | Cantal, in overeenstemming met Lijst LIX Zwitserland — Liechtenstein, gehecht aan het Protocol van Marrakech | vrijstelling | onbeperkt |
ex 0406 90 91 ex 0406 90 99 | Manchego, Idiazabal, Roncal, volgens de beschrijving in aanhangsel 4 | vrijstelling | onbeperkt |
Post in het Zwitserse douanetarief | Omschrijving | Basis douanerecht (CHF/100 kg bru togewicht) | Basishoeveelheid per jaar (in tonnen) |
ex 0406 90 99 | Parmiggiano Reggiano en Grana Padano, in stukken, met of zonder korst, met vermelding op de verpakking van ten minste de naam van de kaas, het vetgehalte, de ver antwoordelijke verpakker en het land van productie; vet gehalte, berekend op de droge stof, ten minste 32 %, Parmiggiano Reggiano: vochtgehalte ten hoogste 32 %, Grana Padano: vochtgehalte ten hoogste 33,2 % | vrijstelling | onbeperkt |
ex 0406 10 90 | Kaas van het type Mozzarella, niet in overeenstemming met Lijst LIX Zwitserland — Liechtenstein, gehecht aan het Protocol van Marrakech | vrijstelling | 500 |
ex 0406 90 91 ex 0406 90 99 | Kaas van het type Provolone, niet in overeenstemming met Lijst LIX Zwitserland — Liechtenstein, gehecht aan het Protocol van Marrakech, met een vochtgehalte van ten hoogste 65 %, berekend op de vetvrije massa | vrijstelling | 500 |
ex 0406 | Harde of halfharde kaas, andere dan de bovengenoemde, met een vochtgehalte van ten hoogste 65 %, berekend op de vetvrije massa | vrijstelling | 5000 |
ex 0406 | Andere kaas dan de bovengenoemde | vrijstelling | 1000 |
0406 10 20 | Mozzarella, in overeenstemming met Lijs LIX Zwitser land — Liechtenstein, gehecht aan het Protocol van Mar rakech, in bewaarvloeistof, volgens de beschrijving in aanhangsel 4 (2) | 185 | onbeperkt |
0406 30 | Smeltkaas, andere dan geraspt of in poeder | 180,55 | onbeperkt |
0406 90 51 | Asiago, Bitto, Fontal, Saint-Paulin (Port Salut), Saint- Nectaire, in overeenstemming met Lijst LIX Zwitser land-Liechtenstein, gehecht aan het Protocol van Marra kech, buiten de jaarlijkse hoeveelheid van 5 000 ton | 289 | onbeperkt |
0406 90 91 | Andere halfharde kaas met een vochtgehalte van meer dan 54 % en hoogstens 65 %, berekend op de vetvrije massa | 315 | onbeperkt |
(1) De lijst met de benamingen van zachte kaas „Italico” waarvoor invoer uit Zwitserland is toegestaan, is opgenomen in aanhangsel 3.
(2) Voor Mozzarella zonder bewaarvloeistof die in overeenstemming is met de beschrijving in Lijst LIX Zwitserland — Liechtenstein, gehecht aan het Protocol van Marrakech, geldt het normale douanerecht dat in genoemde Lijst LIX is vermeld.
b) Bij uitvoer uit Zwitserland
De in punt 2, onder d), van deze bijlage bedoelde basisbedragen zijn als volgt vastgesteld:
Post in het Zwit serse douanetarief | Omschrijving | Maximale subsidie (1) bij uit voer (2) (CHF/100 kg nettogewicht) |
0406 30 | Smeltkaas, andere dan geraspt of in poeder | 0 |
0406 20 | Kaas van alle soorten, geraspt of in poeder | 0 |
ex 0406 90 19 | Vacherin Mont d'Or | 204 |
0406 90 21 | Glaris kruidkaas | 139 |
ex 0406 90 99 | Emmental | 343 |
ex 0406 90 91 | Fromage fribourgeois (Vacherin fribourgeois) | 259 |
Post in het Zwit serse douanetarief | Omschrijving | Maximale subsidie (1) bij uit voer (2) (CHF/100 kg nettogewicht) |
ex 0406 90 91 | Fromage des Grisons | 259 |
ex 0406 90 91 | Tilsit | 113 |
ex 0406 90 91 | Tête de moine | 259 |
ex 0406 90 91 | Appenzell | 274 |
ex04069091 ex04069099 | Xxxxxxxx | 000 |
xx 0000 00 00 | Xxxxxxx | 343 |
ex 0406 90 99 | Sbrinz | 384 |
ex 0406 | Andere kaas dan de bovengenoemde: – Verse kaas en xxxxxx xxxx – Xxxxxxxxx xxxx – Xxxxx en extra harde kaas | 219 274 343 |
(1) Totdat de liberalisering is voltooid, behalve voor kaas van GN-code 0406 90 01 die voor verwerking bestemd is en in de Gemeenschap wordt ingevoerd in het kader van de regeling „minimummarkttoegang”.
(2) Met inbegrip van de bedragen van alle andere maatregelen van gelijke werking.
Aanhangsel 3
Lijst met de benamingen van „Italico”-kaas waarvoor invoer uit Zwitserland is toegestaan
Bel Piano Xxxxxxxx Xxxxxx Alpina Cerriolo
Italcolombo Tre Stelle
Cacio Giocondo Il Xxxxxxxx Xxxxxx d'Oro
Bel Mondo Xxxx
Xxxxxxxxxx Cacio Reale Valsesia
Casoni Lombardi Formaggio Margherita Formaggio Bel Paese Xxxxx Xxxxxx Metropoli L'Insuperabile Universal
Fior d'Alpe Alpestre Primavera Italico Milcosa
Caciotto Milcosa Italia
Reale
La Lombarda Codogno
Il Novarese
Mondo Piccolo Bel Paesino Primula Xxxxxxxx Xxxxxxx
Costino Xxxxxxxxxx Xxxxxxxx Lagoblu Imperiale
Antica Torta Cascina X. Xxxx Xxxxx Xxxxxxxxxx
Martesana
Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx
Aanhangsel 4
Beschrijving van kaassoorten
De onderstaande kaassoorten komen slechts voor het in de overeenkomst vast gestelde douanerecht in aanmerking als zij beantwoorden aan de onderstaande beschrijving, de vermelde typische kenmerken bezitten en met de overeenkom stige aanduiding of benaming zijn ingevoerd.
1. Feta | |
Benaming | Feta |
Productiegebied | Thracië, Macedonië, Thessalië, Epirus, Sterea Ellada, Peloponnessus en Lesbos (Griekenland). |
Vorm, afmetingen | Kubussen of orthogonale parallellepipeda van verschillende grootte. |
Kenmerken | Zachte kaas zonder korst. Zachte witte kaasmassa, die toch vast en enigszins broos is en een licht zuur-pikante en zout-pikante smaak heeft. Deze kaas wordt vervaardigd uit schapenmelk, waaraan soms geitenmelk (ten hoogste 30 %) wordt toegevoegd. Hij moet minstens twee maanden rijpen |
Vetgehalte, berekend op de droge stof | Minstens 43 % |
Drogestofgehalte | Minstens 44 % |
2. Kwark in pekel, op basis van schapenmelk | |
Aanduiding | Kwark in pekel, op basis van schapenmelk, land van oorsprong, uitsluitend vervaardigd uit schapenmelk, of Kwark in pekel, op basis van schapenmelk, land van oorsprong, vervaardigd uit schapen- en geitenmelk |
Productiegebied | De lidstaten van de Europese Unie |
Vorm, afmetingen | Kubussen of orthogonale parallellepipeda van verschillende grootte |
Kenmerken | Zachte kaas zonder korst; zachte witte kaasmassa, die toch vast en enigszins broos is en een licht zuur-pikante en zout-pikante smaak heeft. Deze kaas wordt vervaardigd uit schapenmelk, waaraan soms geitenmelk (ten hoogste 10 %) wordt toegevoegd. Hij moet minstens twee maanden rijpen |
Vetgehalte, berekend op de droge stof | Minstens 43 % |
Drogestofgehalte | Minstens 44 % |
Het overeengekomen recht geldt slechts als op de verpakking van elk stuk kaas het volledige adres van de producent is vermeld en is aangegeven dat de kaas uitsluitend is vervaardigd uit schapenmelk, dan wel uit schapenmelk waaraan geitenmelk is toegevoegd
3. Manchego | |
Benaming | Manchego |
Productiegebied | Comunidad Autónoma de Castilla-La Mancha (de provincies Albacete, Ciudad Real, Cuenca en Toledo) |
Vorm, afmetingen, gewicht | Platte, cilindervormige kaas met bijna vlakke boven- en onderkant. Hoogte: 7 tot 12 cm. Diameter: 9 tot 22 cm. Gewicht per stuk: 1 tot 3,5 kg |
Kenmerken | Harde lichtgele of groenzwarte korst; de witte tot ivoorgele kaasmassa is vast en compact en kan kleine, ongelijkmatig verdeelde gaten vertonen. Typische geur en smaak. Harde of halfharde kaas die uitsluitend wordt bereid met rauwe of gepasteuriseerde melk van schapen van het ras „Manchega”; de melk wordt gedurende 45 tot 60 minuten verwarmd tot 28 °C à 32 °C en coaguleert onder invloed van natuurlijke leb of andere toegestane coagulerende enzymen. De kaas moet minstens 60 dagen rijpen |
Vetgehalte, berekend op de droge stof | Minstens 50 % |
Drogestofgehalte | Minstens 55 % |
4. Idiazabal | |
Benaming | Idiazabal |
Productiegebied | De provincies Guipuzcoa, Navarra, Alava en Vizcaya |
Vorm, afmetingen, gewicht | Platte, cilindervormige kaas met bijna vlakke boven- en onderkant. Hoogte: 8 tot 12 cm. Diameter: 10 tot 30 cm. Gewicht per stuk: 1 tot 3 kg |
Kenmerken | Harde korst die lichtgeel is of, indien gerookt, donkerbruin; de witte tot ivoor gele vaste kaasmassa kan kleine, ongelijkmatig verdeelde gaten vertonen. Typi sche geur en smaak. Kaas die uitsluitend wordt bereid met rauwe melk van schapen van de rassen Lacha en Carranzana; de melk wordt gedurende 20 tot 45 minuten verwarmd tot 28 °C à 32 °C en coaguleert onder invloed van natuurlijke leb of andere toegestane coagulerende enzymen. De kaas moet min stens 60 dagen rijpen |
Vetgehalte, berekend op de droge stof | Minstens 45 % |
Drogestofgehalte | Minstens 55 % |
5. Roncal | |
Benaming | Roncal |
Productiegebied | Vallei van Roncal (Navarra) |
Vorm, afmetingen, gewicht | Platte, cilindervormige kaas met bijna vlakke boven- en onderkant. Hoogte: 8 tot 12 cm. Diameter en gewicht variëren |
Kenmerken | Harde, korrelachtige en vette strobruine korst. Stevige en compacte witte tot ivoorgele kaasmassa die er poreus uitziet, maar geen gaten vertoont. Typische geur en smaak. Harde of halfharde kaas, uitsluitend bereid uit schapenmelk die bij een temperatuur van 32 °C tot 37 °C coaguleert onder invloed van natuur lijke leb of andere toegestane enzymen |
Vetgehalte, berekend op de droge stof | Minstens 50 % |
Drogestofgehalte | Minstens 60 % |
6. Raclettekaas | |
Aanduiding | Land van oorsprong, bijv. Franse of Duitse raclettekaas |
Productiegebied | De lidstaten van de Europese Unie |
Vorm, afmetingen, gewicht | Cilinder- of blokvormige kaas. Hoogte: 5,5 tot 8 cm; diameter: 28 tot 42 cm of lengte: 28 tot 36 cm. Gewicht per stuk: 4,5 tot 7,5 kg |
Kenmerken | Halfharde kaas met compacte goudgele tot lichtbruine korst waarop grijsachtige vlekken kunnen voorkomen. Zachte ivoorkleurige of geelachtige kaasmassa, die heel gemakkelijk smelt en compact is, maar enkele gaten kan vertonen. Zachte tot uitgesproken typische geur en smaak. Deze kaas wordt bereid uit gepasteu riseerde, gethermiseerde of rauwe koemelk, die met behulp van melkzuurbacte riën of andere coagulerende producten is gecoaguleerd. De wrongel wordt ge perst; over het algemeen worden de wrongeldeeltjes gewassen. De kaas moet ten minste acht weken rijpen |
Vetgehalte, berekend op de droge stof | Minstens 45 % |
Drogestofgehalte | Minstens 55 % |
7. Mozzarella in vloeistof
Het overeengekomen recht geldt alleen als de platte, cilindervormige kaas of stukken daarvan in een waterige oplossing worden bewaard en hermetisch verpakt zijn. De waterige oplossing moet minstens 25 procent uitmaken van het totale gewicht, d.i. dat van de cilindervormige kaas of stukken daarvan, de oplossing en de onmiddellijke verpakking.
BIJLAGE 4
BETREFFENDE DE FYTOSANITAIRE SECTOR
Artikel 1
Voorwerp
►M14 1. ◄ Deze bijlage betreft het vergemakkelijken van het ver keer dat tussen de Partijen plaatsvindt van de planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor fytosanitaire maatregelen gel den, van oorsprong uit het grondgebied van beide partijen of ingevoerd uit derde landen, die voorkomen in een overeenkomstig artikel 11 van de overeenkomst door het Comité vast te stellen aanhangsel 1.
▼M14
2. In afwijking van artikel 1 van de overeenkomst, is deze bijlage van toepassing op alle planten, plantaardige producten en andere mate rialen die in het in lid 1 bedoelde aanhangsel 1 worden genoemd.
▼B
Artikel 2
Beginselen
1. Partijen stellen vast dat zij inzake beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding van schadelijke organismen door planten, plantaardige producten en andere materialen gelijklopende wet gevingen hebben die gelijkwaardige resultaten opleveren wat betreft de bescherming tegen het binnenbrengen en de verspreiding van organis men die schadelijk zijn voor de in het aanhangsel 1, als bedoeld in artikel 1, genoemde planten en plantaardige producten. Deze vaststelling betreft eveneens de fytosanitaire voorschriften ten aanzien van de uit derde landen ingevoerde planten, plantaardige producten en andere ma terialen.
2. De in lid 1 bedoelde wetgevingen zijn opgenomen in een over eenkomstig artikel 11 van de overeenkomst door het Comité vast te stellen aanhangsel 2.
▼M14
3. De Partijen erkennen elkaars plantenpaspoorten die worden afge geven door de organisaties die door de respectieve autoriteiten zijn erkend. Een regelmatig bijgewerkte lijst met deze organisaties kan wor den verkregen bij de in aanhangsel 3 genoemde autoriteiten. Deze plantenpaspoorten bevestigen dat de respectieve voorschriften als ver meld in het in lid 2 bedoelde aanhangsel 2 zijn nageleefd en worden geacht te voldoen aan de bij die voorschriften gestelde eisen ten aanzien van de documenten voor het op het grondgebied van de Partijen in het verkeer brengen van de planten, plantaardige producten en andere ma terialen die in het in artikel 1 bedoelde aanhangsel 1 worden genoemd.
▼B
4. De in aanhangsel 1, als bedoeld in lid 1, genoemde planten, plant aardige producten en andere materialen waarvoor geen plantenpaspoort vereist is voor het verkeer binnen het grondgebied van de Partijen, mogen tussen de Partijen worden uitgewisseld zonder plantenpaspoort, hetgeen niet belet dat andere bij de respectieve wetgevingen voor geschreven documenten kunnen worden verlangd, met name die in het kader van systemen waarmee de oorsprong van de betrokken plan ten, plantaardige producten en andere materialen kan worden na gespoord.
Artikel 3
1. De planten, plantaardige producten en andere materialen die niet uitdrukkelijk in aanhangsel 1, als bedoeld in lid 1, zijn genoemd en in geen van beide Partijen aan fytosanitaire maatregelen zijn onderworpen, mogen tussen de Partijen worden uitgewisseld zonder controle op het gebied van fytosanitaire maatregelen (controles van documenten, iden titeitscontroles, fytosanitaire controles).
2. Een Partij die voornemens is een fytosanitaire maatregel in te voeren met betrekking tot de in lid 1 bedoelde planten, plantaardige producten en andere materialen, stelt de andere Partij daarvan in kennis.
3. Overeenkomstig artikel 10, lid 2, onderzoekt de Fytosanitaire Werkgroep de gevolgen van aangenomen wijzigingen in de zin van lid 2 hierboven voor deze bijlage en stelt zij zo nodig aanpassingen van de betrokken aanhangsels voor.
Artikel 4
Regionale voorschriften
1. Elke Partij kan op grond van identieke criteria bijzondere voor schriften vaststellen voor het verkeer van planten, plantaardige produc ten en andere materialen, ongeacht hun oorsprong, in en naar een deel van haar grondgebied, voor zover de in het betrokken gebied heersende fytosanitaire situatie zulks rechtvaardigt.
2. De in lid 1 bedoelde gebieden en de daarop betrekking hebbende bijzondere voorschriften worden vastgesteld in het overeenkomstig ar tikel 11 van de overeenkomst door het Comité vast te stellen aanhang sel 4.
Artikel 5
Controle bij de invoer
1. Elke Partij verricht steekproefsgewijze en via monsterneming fy tosanitaire controles, in een verhouding die een bepaald percentage van de zendingen van in aanhangsel 1, als bedoeld in artikel 1, genoemde planten, plantaardige producten en andere materialen niet overschrijdt. Het betrokken percentage wordt door de Fytosanitaire Werkgroep voor gesteld en door het Comité vastgesteld per plant, per plantaardig product en per materiaal, rekening houdende met het risico vanuit fytosanitair oogpunt. Bij de inwerkingtreding van deze bijlage wordt dit percentage op 10 % vastgesteld.
2. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 10, lid 2, van deze bijlage kan het Comité, op voorstel van de Fytosanitaire Werkgroep, besluiten de verhouding van de in lid 1 hierboven bedoelde controles te ver minderen.
3. Het bepaalde in de leden 1 en 2 is uitsluitend van toepassing op de fytosanitaire controles voor het verkeer van planten, plantaardige pro ducten en andere materialen tussen beide Partijen.
4. Het bepaalde in de leden 1 en 2 is van toepassing onder voor behoud van het bepaalde in artikel 11 van de overeenkomst en in de artikelen 6 en 7 van deze bijlage.
Artikel 6
Vrijwaringmaatregelen
Vrijwaringmaatregelen worden genomen overeenkomstig de procedures waarin is voorzien bij artikel 10, lid 2, van de overeenkomst.
Artikel 7
Afwijkende maatregelen
1. Wanneer een Partij voornemens is afwijkende maatregelen te ne men ten aanzien van een deel of het geheel van het grondgebied van de andere Partij, stelt zij de andere Partij daarvan voorafgaandelijk in ken nis met opgave van de redenen. Onverminderd de mogelijkheid om de voorgenomen maatregelen onverwijld ten uitvoer te leggen, plegen Par tijen zo spoedig mogelijk overleg om adequate oplossingen te zoeken.
2. Wanneer een Partij afwijkende maatregelen neemt ten aanzien van een deel van haar grondgebied of van een derde land, stelt zij de andere Partij daarvan zo spoedig mogelijk in kennis. Onverminderd de moge lijkheid om de voorgenomen maatregelen onverwijld ten uitvoer te leg gen, plegen Partijen zo spoedig mogelijk overleg om adequate oplos singen te zoeken.
Artikel 8
Gezamenlijke controle
1. Elke Partij gaat ermee akkoord dat op verzoek van de andere Partij een gezamenlijke controle wordt verricht om de fytosanitaire situatie en de in artikel 2 bedoelde maatregelen welke gelijkwaardige resultaten opleveren, te beoordelen.
2. Onder gezamenlijke controle wordt verstaan, het verifiëren, bij de grens, of een zending van herkomst uit een van de Partijen aan de fytosanitaire voorschriften voldoet.
3. Deze controle vindt plaats volgens de door het Comité, op voorstel van de Fytosanitaire Werkgroep, vastgestelde procedure.
Artikel 9
Uitwisseling van gegevens
1. Overeenkomstig artikel 8 van de overeenkomst wisselen Partijen alle nuttige gegevens uit over de tenuitvoerlegging en de toepassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke en administratieve bepalingen met betrekking tot het voorwerp van deze bijlage, alsmede de in aanhang sel 5 bedoelde gegevens.
2. Teneinde de gelijkwaardigheid te waarborgen van de uitvoering van de regelgevingen waarop deze bijlage betrekking heeft, aanvaardt elke Partij dat, op verzoek van de andere Partij, inspectiebezoeken op haar grondgebied door deskundigen van de andere Partij plaatsvinden, in samenwerking met de voor het betrokken grondgebied bevoegde fytosanitaire instantie.
Artikel 10
Fytosanitaire Werkgroep
1. De overeenkomstig artikel 6, lid 7, van de overeenkomst in gestelde „Fytosanitaire” Werkgroep, de Werkgroep genoemd, onder zoekt elke kwestie betreffende deze bijlage en de uitvoering daarvan.
2. De werkgroep onderzoekt op gezette tijden de ontwikkeling van de interne wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften die de Partijen hebben vastgesteld op de gebieden die onder deze bijlage vallen. De werkgroep doet met name voorstellen die zij aan het Comité ter goed keuring voorlegt teneinde de aanhangsels van deze bijlage bij te werken.
▼M17
Aanhangsel 1
PLANTEN, PLANTAARDIGE PRODUCTEN EN ANDERE MATERIALEN
A. Planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit het grondgebied van de partijen waarvoor de partijen soortgelijke wetgeving hebben die gelijkwaardige resultaten oplevert, en waarvan zij het plantenpaspoort erkennen
1. Planten en plantaardige producten
1.1. P l a n t e n b e s t e m d v o o r o p p l a n t , m e t u i t z o n d e r i n g v a n z a d e n
Beta vulgaris L.
Camellia sp.
Humulus lupulus L.
Prunus L., met uitzondering van Prunus laurocerasus L. en Prunus lusita nica L.
Rhododendron spp., met uitzondering van Rhododendron simsii Planch.
Viburnum spp.
1.2. P l a n t e n , m e t u i t z o n d e r i n g v a n v r u c h t e n e n z a d e n , d i e l e v e n d e p o l l e n v o o r b e s t u i v i n g b e v a t t e n
Amelanchier Med.
Chaenomeles Lindl.
Crataegus L.
Cydonia Mill.
Eriobotrya Lindl.
Malus Mill.
Mespilus L.
Pyracantha Roem.
Pyrus L.
Sorbus L.
1.3. P l a n t e n v a n s t o l o n e n - o f k n o l l e n v o r m e n d e s o o r t e n , b e s t e m d v o o r o p p l a n t
Solanum L. en hybriden daarvan
1.4. P l a n t e n , m e t u i t z o n d e r i n g v a n v r u c h t e n
Vitis L.
1.5. H o u t d a t g e h e e l o f g e d e e l t e l i j k z i j n n a t u u r l i j k e r o n d e o p p e r v l a k h e e f t b e h o u d e n , m e t o f z o n d e r s c h o r s , o f i n d e v o r m v a n p l a k j e s , s p a n e n , k l e i n e s t u k j e s , z a a g s e l , r e s t e n e n a f v a l
a) dat geheel of gedeeltelijk is verkregen uit Platanus L., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden,
en
▼M17
b) dat beantwoordt aan een van de volgende omschrijvingen zoals die voor komen in bijlage I, deel 2, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomen clatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1)
GN-code
Omschrijving
4401 10 00 Brandhout, in de vorm van ronde of andere blokken, rijshout, takkenbossen en dergelijke
4401 22 00 Ander hout dan naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes
ex 4401 30 80 Resten en afval van hout (met uitzondering van zaag sel), niet geperst tot blokken, briketten, pellets of der gelijke vormen
4403 10 00 Hout, onbewerkt, behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, ook indien ont schorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd
ex 4403 99
Ander hout dan naaldhout (ander hout dan het in aan vullende aantekening 1 bij hoofdstuk 44 genoemde tro pische hout of ander tropisch hout, eik (Quercus spp.) of beuk (Fagus spp.)), onbewerkt, ook indien ont schorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, ander hout dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmidde len
ex 4404 20 00 Gekloofde staken van ander hout dan naaldhout: palen en stokken van hout, aangepunt doch niet overlangs gezaagd
ex 4407 99
Ander hout dan naaldhout (ander hout dan het in aan vullende aantekening 1 bij hoofdstuk 44 genoemde tro pische hout of ander tropisch hout, eik (Quercus spp.) of beuk (Fagus spp.)), overlangs gezaagd of afgesto ken, dan wel gesneden of geschild, ook indien ge schaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm
2. Planten, plantaardige producten en andere materialen geproduceerd door producenten die hun productie verkopen aan personen die zich beroeps halve bezighouden met de productie van planten, met uitzondering van planten, plantaardige producten en andere materialen die klaar zijn voor verkoop aan de eindgebruiker en waarvan de productie gegarandeerd dui delijk gescheiden is van die van andere producten
2.1. P l a n t e n b e s t e m d v o o r o p p l a n t , m e t u i t z o n d e r i n g v a n z a d e n
Abies Mill.
Apium graveolens L. Argyranthemum spp. Aster spp.
Brassica spp.
Castanea Mill.
Cucumis spp.
Dendranthema (DC) Des Moul. Dianthus L. en hybriden daarvan Exacum spp.
(1) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.
▼M17 | ||
Fragaria L. | ||
Gerbera Cass. | ||
Gypsophila L. | ||
Impatiens L.: alle rassen hybriden uit Nieuw-Guinea | ||
Lactuca spp. | ||
Larix Mill. | ||
Leucanthemum L. | ||
Lupinus L. | ||
Pelargonium L’Hérit. ex Ait. | ||
Picea A. Dietr. | ||
Pinus L. | ||
Platanus L. | ||
Populus L. | ||
Prunus laurocerasus L. en Prunus lusitanica L. | ||
Pseudotsuga Carr. | ||
Quercus L. | ||
Rubus L. | ||
Spinacia L. | ||
Tanacetum L. | ||
Tsuga Carr. | ||
Verbena L. | ||
en andere planten van grasachtigen, met uitzondering van planten van de familie Gramineae, bollen, sorben, wortelstokken en knollen | ||
2.2. | P l a n t e n b e s t e m d v o o r o p p l a n t , m e t u i t z o n d e r i n g v a n z a d e n | |
Solanaceae, andere dan die bedoeld in punt 1.3. | ||
2.3. | P l a n t e n , b e w o r t e l d o f m e t a a n h a n g e n d o f b i j g e v o e g d g r o e i m e d i u m | |
Araceae | ||
Marantaceae | ||
Musaceae | ||
Persea spp. | ||
Strelitziaceae | ||
2.4. | Z a d e n e n b o l l e n , b e s t e m d v o o r o p p l a n t | |
Allium ascalonicum L. | ||
Allium cepa L. | ||
Allium schoenoprasum L. | ||
Helianthus annuus L. | ||
Lycopersicon lycopersicum (L.) Karsten ex Farw. | ||
Medicago sativa L. | ||
Phaseolus L. |
▼M17 | ||
2.5. | P l a n t e n , b e s t e m d v o o r o p p l a n t | |
Allium porrum L. | ||
Voor opplant bestemde planten van Palmae met een stamdiameter aan de voet van meer dan 5 cm en behorend tot de volgende geslachten of soorten: | ||
Areca catechu L. | ||
Arenga pinnata (Wurmb) Merr. | ||
Borassus flabellifer L. | ||
Brahea Mart. | ||
Butia Becc. | ||
Calamus merrillii Becc. | ||
Caryota maxima Blume ex Mart. | ||
Caryota cumingii Lodd. ex Mart. | ||
Chamaerops L. | ||
Cocos nucifera L. | ||
Corypha elata Roxb. | ||
Corypha gebang Mart. | ||
Elaeis guineensis Xxxx. | ||
Jubaea Kunth. | ||
Livistona R. Br. | ||
Metroxylon sagu Rottb. | ||
Oreodoxa regia Kunth. | ||
Phoenix L. | ||
Sabal Adans. | ||
Syagrus Mart. | ||
Trachycarpus X. Xxxxx. | ||
Trithrinax Mart. | ||
Washingtonia Raf. | ||
2.6. | B o l l e n e n k n o l l e n , b e s t e m d v o o r o p p l a n t | |
Camassia Lindl. | ||
Chionodoxa Boiss. |
Crocus flavus Weston cv. Golden Yellow
Galanthus L.
Galtonia candicans (Baker) Decne
Gladiolus Tourn. ex L.: minicultivars en hybriden daarvan, zoals X. xxxxxx xxxxxx Xxxxxx, G. colvillei Sweet, G. nanus hort., G. ramosus hort. en G. tubergenii hort.
Hyacinthus L.
Xxxx X.
Xxxxxx Xxxxxxx (= Hymenocallis Salisb.)
Muscari Mill.
Narcissus L.
Ornithogalum L.
▼M17 | ||
Puschkinia Adams | ||
Scilla L. | ||
Tigridia Juss. | ||
Tulipa L. | ||
B. | Planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong | |
uit andere gebieden dan het grondgebied van de partijen waarvoor de fytosanitaire invoervoorschriften van de partijen gelijkwaardige resul taten opleveren en die tussen de partijen mogen worden verhandeld met een plantenpaspoort indien zij in deel A van dit aanhangsel vermeld | ||
zijn of die vrij mogen worden verhandeld indien zij daar niet vermeld zijn | ||
1. | Onverminderd de planten vermeld in deel C van dit aanhangsel, alle plan ten bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden | |
2. | Zaaizaad | |
2.1. | Z a d e n v a n o o r s p r o n g u i t A r g e n t i n i ë , A u s t r a l i ë , B o l i | |
v i a , C h i l i , N i e u w - Z e e l a n d e n U r u g u a y | ||
Cruciferae | ||
Gramineae, met uitzondering van Oryza spp. | ||
Soorten van Trifolium | ||
2.2. | Z a d e n , o n g e a c h t h u n o o r s p r o n g , v o o r z o v e r d e z e n i e t h e t g r o n d g e b i e d v a n d e p a r t i j e n i s | |
Allium ascalonicum L. | ||
Allium cepa L. | ||
Allium porrum L. | ||
Allium schoenoprasum L. | ||
Capsicum spp. | ||
Helianthus annuus L. | ||
Lycopersicon lycopersicum (L.) Karsten ex Farw. | ||
Medicago sativa L. | ||
Phaseolus L. | ||
Prunus L. | ||
Rubus L. | ||
Zea mays L. | ||
2.3. | Z a d e n v a n o o r s p r o n g u i t A f g h a n i s t a n , I n d i a , I r a k , I r a n , M e x i c o , N e p a l , P a k i s t a n , d e V e r e n i g d e S t a t e n | |
o f Z u i d - A f r i k a | ||
Triticum | ||
Secale | ||
X Triticosecale | ||
3. | Delen van planten, met uitzondering van vruchten en zaden | |
Acer saccharum Marsh., van oorsprong uit de Verenigde Staten van Ame rika en Canada | ||
Apium graveolens L. (bladgroenten) | ||
Aster spp., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen) | ||
Camellia sp. |
▼M17
Naaldbomen (Coniferales) Dendranthema (DC) Des Moul. Dianthus L.
Eryngium L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen)
Gypsophila L.
Hypericum L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen) Lisianthus L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen) Ocimum L. (bladgroenten)
Orchidaceae (snijbloemen) Pelargonium L’Hérit. ex Ait. Populus L.
Prunus L., van oorsprong uit niet-Europese landen
Rhododendron spp., met uitzondering van Rhododendron simsii Planch.
Xxxx X., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen)
Quercus L.
Solidago L.
Trachelium L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen)
Viburnum spp.
4. Fruit
Annona L., van oorsprong uit niet-Europese landen Cydonia L., van oorsprong uit niet-Europese landen Diospyros L., van oorsprong uit niet-Europese landen Malus Mill., van oorsprong uit niet-Europese landen Mangifera L., van oorsprong uit niet-Europese landen Momordica L.
Passiflora L., van oorsprong uit niet-Europese landen Prunus L., van oorsprong uit niet-Europese landen Psidium L., van oorsprong uit niet-Europese landen Pyrus L., van oorsprong uit niet-Europese landen Ribes L., van oorsprong uit niet-Europese landen Solanum melongena L.
Syzygium Gaertn., van oorsprong uit niet-Europese landen
Vaccinium L., van oorsprong uit niet-Europese landen
5. Knollen, andere dan bestemd voor opplant Solanum tuberosum L.
▼M17
6. Hout dat geheel of gedeeltelijk zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft be houden, met of zonder schors, of in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, resten en afval
a) dat geheel of gedeeltelijk is verkregen uit een van de volgende ordes, geslachten of soorten, met uitzondering van verpakkingsmateriaal van hout, in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en soortgelijke ver pakkingen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, die worden gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen, met uitzondering van ruwhout met een dikte van ten hoog ste 6 mm, en verwerkt hout bij de productie waarvan gebruik is gemaakt van lijm, warmte en druk, of een combinatie daarvan, van oorsprong uit andere grondgebieden dan die van de partijen:
— Quercus L., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit de Verenigde Staten, met uitzondering van hout dat voldoet aan de omschrijving die is opge nomen in GN-code 4416 00 00, onder b), voor zover kan worden aangetoond dat het hout is verwerkt of vervaardigd met gebruikma king van een warmtebehandeling waarbij een temperatuur van ten minste 176 °C is gehandhaafd gedurende 20 minuten;
— Platanus L., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika of Armenië;
— Populus L., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit landen van het Amerikaanse vasteland;
— Acer saccharum Marsh., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit de Verenigde Sta ten van Amerika en Canada;
— naaldbomen (Coniferales), ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit niet-Euro pese landen, Kazachstan, Rusland en Turkije;
— Fraxinus L., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch., Ulmus parvifolia Jacq. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., met inbegrip van hout dat niet zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft behouden, van oorsprong uit Xxxxxx, Xxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxx xx xx Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika,
en
b) beantwoordt aan één van de volgende omschrijvingen zoals die zijn opgenomen in bijlage I, deel II, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87:
GN-code | Omschrijving |
4401 10 00 | Brandhout, in de vorm van ronde of andere blok ken, rijshout, takkenbossen en dergelijke |
4401 21 00 | Naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes |
4401 22 00 | Ander hout dan naaldhout in plakjes, spanen of kleine stukjes |
4401 30 40 | Zaagsel |
ex 4401 30 90 | Resten en afval van hout (met uitzondering van zaagsel), niet geperst tot blokken, briketten, pellets of dergelijke vormen |
ex 4403 10 00 | Onbewerkt hout, behandeld met verf, met creosoot of andere conserveringsmiddelen, niet ontschorst of ontdaan van spint, of vierkant behakt of bezaagd |
▼M17
GN-code | Omschrijving |
4403 20 | Naaldhout, onbewerkt, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmid delen, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd |
4403 91 | Eikenhout (Quercus spp.), onbewerkt, anders dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen, ook indien ontschorst, ont daan van het spint of enkel vierkant behakt of vier kant bezaagd |
ex 4403 99 | Ander hout dan naaldhout (ander hout dan het in aanvullende aantekening 1 bij hoofdstuk 44 ge noemde tropische hout of ander tropisch hout, eik (Quercus spp.) of beuk (Fagus spp.)), onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd, ander hout dan behandeld met verf, met creosoot of met andere conserveringsmiddelen |
ex 4404 | Gekloofde staken; palen en stokken van hout, aan gepunt doch niet overlangs gezaagd |
0000 | Xxxxxx dwarsliggers en wisselhouten |
4407 10 | Naaldhout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm |
4407 91 | Eikenhout (Quercus spp.), overlangs gezaagd of af gestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm |
ex 4407 93 | Hout van Acer saccharum Marsh, overlangs ge zaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlas verbinding, met een dikte van meer dan 6 mm |
4407 95 | Hout van es (Fraxinus spp.), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook in dien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbin ding, met een dikte van meer dan 6 mm |
ex 4407 99 | Ander hout dan naaldhout (ander hout dan het in aanvullende aantekening 1 bij hoofdstuk 44 ge noemde tropische hout, ander tropisch hout, eik (Quercus spp.), beuk (Fagus spp.), esdoorn (Acer spp.), kers (Prunus spp.) of es (Fraxinus spp.), overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm |
▼M17
GN-code | Omschrijving |
4415 | Pakkisten, kratten, trommels en dergelijke verpak kingsmiddelen van hout; kabelhaspels van hout; laadborden, laadkisten en andere laadplateaus van hout; opzetranden voor laadborden, van hout |
4416 00 00 | Vaten, kuipen, tobben en ander kuiperswerk, als mede delen daarvan, van hout, duighout daaronder begrepen |
9406 00 20 | Geprefabriceerde bouwwerken van hout. |
c) — Verpakkingsmateriaal van hout, in de vorm van pakkisten, kratten, trommels en soortgelijke verpakkingen, laadborden, laadkisten en andere laadplateaus, opzetranden voor laadborden, die worden ge bruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen, met uitzondering van ruwhout met een dikte van ten hoogste 6 mm, en verwerkt hout bij de productie waarvan gebruik is gemaakt van lijm, warmte en druk, of een combinatie daarvan;
— hout dat wordt gebruikt om andere ladingen dan hout vast te zetten of te ondersteunen, ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, met uitzondering van ruwhout met een dikte van ten hoogste 6 mm, en verwerkt hout bij de productie waarvan gebruik is gemaakt van lijm, warmte en druk, of een com binatie daarvan.
7. Grond en groeimedium
a) Grond en groeimedium als zodanig, geheel of gedeeltelijk bestaande uit grond of vaste organische stoffen zoals plantedelen, humus met turf of schors, doch niet uitsluitend bestaande uit turf;
b) Aan planten aanhangende of daarbij gevoegde grond en groeimedium, geheel of gedeeltelijk bestaande uit onder a) genoemd materiaal, of geheel of gedeeltelijk bestaande uit turf of vaste anorganische stof be stemd om de levenskracht van de planten te handhaven, van oorsprong uit:
— Turkije,
— Belarus, Georgië, Moldavië, Rusland of Oekraïne,
— niet-Europese landen, met uitzondering van Algerije, Egypte, Israël, Libië, Marokko of Tunesië.
8. Bast, zonder andere delen, van
— naaldbomen (Coniferales), van oorsprong uit niet-Europese landen;
— Acer saccharum Marsh, Populus L., en Quercus L., andere dan Quercus suber L.;
— Fraxinus L., Juglans mandshurica Maxim., Ulmus davidiana Planch., Ulmus parvifolia Jacq. en Pterocarya rhoifolia Siebold & Zucc., van oorsprong uit Xxxxxx, Xxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxx xx xx Xxxxxxxxx Xxxxxx van Amerika.
▼M17 | ||
9. | Zaden van oorsprong uit Xxxxxxxxxxx, Xxxxx, Xxxx, Xxxx, Xxxxxx, Xxxxx, | |
Xxxxxxxx, xx Xxxxxxxxx Xxxxxx of Zuid-Afrika, van de soorten | ||
Triticum | ||
Secale | ||
X Triticosecale | ||
C. | Planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit het grondgebied van de partijen waarvoor de partijen geen soort gelijke wetgeving hebben en waarvan zij het plantenpaspoort niet er | |
kennen | ||
1. | Planten en plantaardige producten van oorsprong uit Zwitserland die alleen met een fytosanitair certificaat in lidstaten van de Gemeenschap mogen worden ingevoerd | |
1.1. | P l a n t e n b e s t e m d v o o r o p p l a n t , m e t u i t z o n d e r i n g v a n | |
z a d e n | ||
Clausena Burm. f. | ||
Xxxxxxx Xxxxxx ex L. | ||
1.2. | D e l e n v a n p l a n t e n , m e t u i t z o n d e r i n g v a n v r u c h t e n e n z a d e n | |
1.3. | Z a d e n | |
Oryza spp. | ||
1.4. | F r u i t | |
Citrus L. en hybriden daarvan | ||
Fortunella Swingle en hybriden daarvan | ||
Poncirus Raf. en hybriden daarvan | ||
2. | Planten en plantaardige producten van oorsprong uit lidstaten van de Ge meenschap die alleen met een fytosanitair certificaat in Zwitserland mogen worden ingevoerd | |
3. | Planten en plantaardige producten van oorsprong uit Zwitserland waarvan | |
de invoer in lidstaten van de Gemeenschap verboden is | ||
3.1. | P l a n t e n , m e t u i t z o n d e r i n g v a n v r u c h t e n e n z a d e n | |
Citrus L. en hybriden daarvan | ||
Fortunella Swingle en hybriden daarvan | ||
Poncirus Raf. en hybriden daarvan | ||
4. | Planten en plantaardige producten van oorsprong uit lidstaten van de Ge meenschap waarvan de invoer in Zwitserland verboden is | |
4.1. | P l a n t e n | |
Cotoneaster Ehrh. | ||
Photinia davidiana (Dcne.) Cardot |
▼M17
Aanhangsel 2
WETGEVING (1)
Bepalingen van de Europese Gemeenschap
— Richtlijn 69/464/EEG van de Raad van 8 december 1969 betreffende de bestrijding van de wratziekte
— Richtlijn 74/647/EEG van de Raad van 9 december 1974 betreffende de bestrijding van de anjerbladroller
— Beschikking 91/261/EEG van de Commissie van 2 mei 1991 waarbij Aus tralië vrij van Xxxxxxx xxxxxxxxx (Burr.) Winsl. et al. wordt verklaard
— Richtlijn 92/70/EEG van de Commissie van 30 juli 1992 tot vaststelling van nadere bepalingen inzake de in het kader van de erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap te verrichten onderzoeken
— Richtlijn 92/90/EEG van de Commissie van 3 november 1992 tot vaststelling van de verplichtingen van producenten en importeurs van planten, plantaar dige producten en andere materialen, en van nadere bepalingen inzake regis tratie
— Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie van 3 december 1992 tot een zekere mate van standaardisering van plantenpaspoorten voor het verkeer van be paalde planten, plantaardige producten en andere materialen in de Gemeen schap, en tot vaststelling van nadere regels voor de afgifte van deze pas poorten en van de voorwaarden en nadere regels voor de vervanging ervan
— Beschikking 93/359/EEG van de Commissie van 28 mei 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor hout van Thuja L., van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika
— Beschikking 93/360/EEG van de Commissie van 28 mei 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor hout van Thuja L., van oorsprong uit Canada
— Beschikking 93/365/EEG van de Commissie van 2 juni 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor naaldhout dat een warmtebehan deling heeft ondergaan, van oorsprong uit Canada, en tot vaststelling van nadere bepalingen inzake het merken van dergelijk hout
— Beschikking 93/422/EEG van de Commissie van 22 juni 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor kunstmatig gedroogd naaldhout, van oorsprong uit Canada, en tot vaststelling van nadere bepalingen inzake het merken van dergelijk hout
— Beschikking 93/423/EEG van de Commissie van 22 juni 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor kunstmatig gedroogd naaldhout, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, en tot vaststelling van nadere bepalingen inzake het merken van dergelijk hout
(1) Elke verwijzing naar een wetsbesluit geldt, tenzij anders aangegeven, als een verwijzing naar het desbetreffende besluit, als gewijzigd vóór 30.4.2010.
▼M17
— Richtlijn 93/50/EEG van de Commissie van 24 juni 1993 tot nadere om schrijving van bepaalde niet in bijlage V, deel A, bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad vermelde planten waarvan de producenten, of de in het productie gebied van die planten gelegen opslagplaatsen of verzendingscentra, in een officieel register moeten worden opgenomen
— Richtlijn 93/51/EEG van de Commissie van 24 juni 1993 tot vaststelling van voorschriften voor het verkeer van bepaalde planten, plantaardige producten of andere materialen via een beschermd gebied en voor het verkeer, binnen een beschermd gebied, van dergelijke planten, plantaardige producten of andere materialen van oorsprong uit dat gebied
— Richtlijn 93/85/EEG van de Raad van 4 oktober 1993 betreffende de be strijding van aardappelringrot
— Richtlijn 94/3/EG van de Commissie van 21 januari 1994 tot vaststelling van een procedure voor melding van de onderschepping van uit derde landen herkomstige en uit fytosanitair oogpunt onmiddellijk gevaar opleverende zen dingen of schadelijke organismen
— Richtlijn 98/22/EG van de Commissie van 15 april 1998 tot vaststelling van de minimumeisen voor de uitvoering in de Gemeenschap van fytosanitaire controles van planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde landen, in niet op de plaats van bestemming gevestigde controleposten
— Richtlijn 98/57/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Xxxxx) Xxxxxxxx et al.
— Beschikking 98/109/EG van de Commissie van 2 februari 1998 tot machti ging van de lidstaten om ten aanzien van Thailand tijdelijk spoedmaatregelen te nemen tegen de verspreiding van Thrips palmi Karny
— Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de bescher mende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Ge meenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke or ganismen
— Beschikking 2002/757/EG van de Commissie van 19 september 2002 hou dende voorlopige fytosanitaire noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Phytophthora ramorum Werres, De Cock & Man in „t Veld sp. nov. te voorkomen
— Beschikking 2002/499/EG van de Commissie van 26 juni 2002 houdende machtiging om voor op natuurlijke of kunstmatige wijze opgekweekte mi niatuurplanten van Chamaecyparis Spach, Juniperus L. en Pinus L., van oorsprong uit de Republiek Korea, afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan
— Beschikking 2002/887/EG van de Commissie van 8 november 2002 hou dende machtiging om voor op natuurlijke of kunstmatige wijze opgekweekte miniatuurplanten van Chamaecyparis Spach, Juniperus L. en Pinus L., van oorsprong uit Japan, afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan
— Beschikking 2003/766/EG van de Commissie van 24 oktober 2003 tot vast stelling van noodmaatregelen om de verspreiding in de Gemeenschap van Diabrotica virgifera Le Conte te voorkomen
— Beschikking 2004/4/EG van de Commissie van 22 december 2003 houdende machtiging van de lidstaten om ten aanzien van Egypte tijdelijk aanvullende maatregelen te nemen tegen de verspreiding van Pseudomonas solanacearum (Xxxxx) Xxxxx
— Beschikking 2004/200/EG van de Commissie van 27 februari 2004 betref fende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeen schap van het pepinomozaïekvirus te voorkomen
▼M17
— Richtlijn 2004/105/EG van de Commissie van 15 oktober 2004 tot vaststel ling van de modellen van officiële fytosanitaire certificaten of fytosanitaire certificaten voor wederuitvoer waarvan in Richtlijn 2000/29/EG van de Raad vermelde planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde lan den vergezeld moeten gaan
— Beschikking 2005/51/EG van de Commissie van 21 januari 2005 tot mach tiging van de lidstaten om met het oog op reiniging tijdelijk afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad toe te staan voor de invoer van grond verontreinigd door bestrijdingsmiddelen
— Beschikking 2005/359/EG van de Commissie van 29 april 2005 houdende afwijking van bepaalde bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van stammen van eikenhout (Quercus L.), met bast, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika
— Beschikking 2006/133/EG van de Commissie van 13 februari 2006 tot tijde lijke verplichting van de lidstaten om ten aanzien van andere gebieden in Portugal dan die waarvan bekend is dat Bursaphelenchus xylophilus (Xxxxxxx en Buhrer) Xxxxxx et al. (het dennenaaltje) er niet voorkomt, aanvullende maatregelen te nemen teneinde de verspreiding ervan tegen te gaan
— Beschikking 2006/464/EG van de Commissie van 27 juni 2006 tot vaststel ling van voorlopige noodmaatregelen om het binnenbrengen en de versprei ding in de Gemeenschap van Dryocosmus kuriphilus Yasumatsu te voor komen
— Beschikking 2006/473/EG van de Commissie van 5 juli 2006 waarbij som mige derde landen en sommige gebieden van derde landen worden erkend als zijnde vrij van Xanthomonas campestris (alle voor Citrus pathogene stam men), Cercospora angolensis Carv. en Xxxxxx en Guignardia citricarpa Xxxxx (alle voor Citrus pathogene stammen)
— Richtlijn 2006/91/EG van de Raad van 7 november 2006 betreffende de bestrijding van de San José-schildluis
— Beschikking 2007/365/EG van de Commissie van 25 mei 2007 tot vaststel ling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Rhynchophorus ferrugineus (Olivier) te voorkomen
— Beschikking 2007/410/EG van de Commissie van 12 juni 2007 tot vaststel ling van maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Ge meenschap van potato spindle tuber viroid (aardappelspoelknolviroïde) te voorkomen
— Beschikking 2007/433/EG van de Commissie van 18 juni 2007 tot vaststel ling van voorlopige noodmaatregelen om het binnenbrengen en de versprei ding in de Gemeenschap van Gibberella circinata Nirenberg & O’Donnell te voorkomen
— Beschikking 2007/847/EG van de Commissie van 6 december 2007 tot ver lening van een machtiging om voor planten van Vitis L., met uitzondering van vruchten, van oorsprong uit Kroatië of de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, van sommige bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad af te wijken
— Richtlijn 2008/61/EG van de Commissie van 17 juni 2008 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder bepaalde in de bijlagen I tot en met V bij Richt lijn 2000/29/EG van de Raad vermelde schadelijke organismen, planten, plantaardige producten en andere materialen voor proefnemingen of weten schappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden in de Gemeenschap of in bepaalde beschermde gebieden daarvan mogen worden binnengebracht of naar een andere plaats overgebracht
— Beschikking 2008/840/EG van de Commissie van 7 november 2008 tot vast stelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Anoplophora chinensis (Forster) te voorkomen
▼M17
Bepalingen van Zwitserland
— „Xxxxxxxxxx xx 00 xxxxxxx 0000 xxx xx xxxxxxxxxx xxx xxxxxxxx (XX 916.20)
— Ordonnance du XXX xx 00 xxxxx 0000 xxx xxx xxxxxxxx interdits (RS 916205.1)
— Ordonnance de l’OFAG du 25 février 2004 sur les mesures phytosanitaires à caractère temporaire (RS 916202.1)”
▼M14
Aanhangsel 3
Autoriteiten die op verzoek een lijst moeten verstrekken met de officiële instanties die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van plantenpaspoorten
A. Europese gemeenschap:
de ene centrale instantie per lidstaat als bedoeld in artikel 1, lid 4, van Richtlijn 2000/29/EG van 8 mei 2000 (1).
België: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Xxxx, Plant en Voeding Dienst Sanitair beleid Dieren en Planten Afdeling Plantenbescherming
Eurostation II (7e verdieping) Xxxxxx Xxxxxxxxxx 00, xxx 00 X-0000 XXXXXXX
Xxxxxxxxx: NSPP National Service for Plant Protection 00, Xxxxxx Xxxxx, xxxx., xxxxx 0
XX — XXXXX 0000
Xxxxxxxx: State Phytosanitary Administration Xxxxxxxx 0000/0
XX — 170 00 PRAHA 7
Denemarken: Ministry of Food, Agriculture and Fisheries
The Danish Plant Directorate Xxxxxxxxxx 00
XX — 2800 Kgs. LYNGBY
Duitsland: Xxxxxx Xxxx-Institut
— Institut für nationale und internationale Angelegen heiten der Pflanzengesundheit —
Xxxxxxxx 00/00
X-00000 Xxxxxxxxxxxx
Xxxxxxx: Plant Production Inspectorate Teaduse 2
EE — 75501 XXXX XXXXX MAAKOND
Ierland: Department of Agriculture and Food Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx
Xx. Xxxxxxx XXX
Xxxxxxxxxxx: Ministry of Agriculture
General Directorate of Plant Produce Directorate of Plant Produce Protection Division of Phytosanitary Control
000 Xxxxxx Xxxxxx
XX — 176 71 ATHENS
(1) PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.
▼M14
Spanje: Subdirectora General de Agricultura Integrada y Sani dad Vegetal
Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación Dirección General de Agricultura
Subdirección General de Agricultura Integrada y Sani dad Vegetal
c/Xxxxxxx XXX, no 62 — 0x xxxxxx X — 00000 XXXXXX
Xxxxxxxxx: Ministère de l'Agriculture et la Pêche
Sous Direction de la Xxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxx 000, xxx xx Xxxxxxxxx
X — 00000 XXXXX XXXXX 00
Xxxxxx: Ministero delle Politiche Agricole e Forestali (MiPAF) Servizio Fitosanitario
Xxx XX Xxxxxxxxx 00 X — 00000 XXXX
Xxxxxx: Ministry of Agriculture, Natural Resources and Envi ronment
Department of Agriculture Xxxxxx Xxxxxxx Ave.
CY — 1412 LEFKOSIA
Letland: State Plant Protection Service Republikas laukums 2
LV — 1981 RIGA
Litouwen: State Plant Protection Service Xxxxxxxxx xxx. 00
XX — 2005 VILNIUS
Luxemburg: Ministère de l'Agriculture
Adm. des Services Techniques de l'Agriculture Service de la Protection des Végétaux
16, route d'Esch — BP 1904 L — 0000 XXXXXXXXXX
Xxxxxxxxx: Ministry of Agriculture and Rural Development Department for Plant Protection and Soil Conservation Xxxxxxx xxx 00
XX — 1860 XXXXXXXX 00 Xx. 0
Xxxxx: Plant Health Department Plant Biotechnology Center Xxxxxxxx Xxxxx Street
MT — XXXX, XXX 0000
Xxxxxxxxx: Plantenziektenkundige Dienst Xxxxxxxxxxx 00/Xxxxxxx 0000
XX — 0000 XX XXXXXXXXXX
▼M14
Oostenrijk: Bundesministerium für Land- und Forstwirtschaft, Um
welt und Wasserwirtschaft Referat III 9 a
Stubenring 1
A — 1012 WIEN
Polen: The State Plant Health and Seed Inspection Service Main Inspectorate of Plant Health and Seed Inspection 00, Xxxxxxxxx Xxxxxx
XX –00-000 XXXXXX
Xxxxxxxx: Direcção-Geral de Agricultura e Desenvolvimento Ru ral (DGADR)
Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx, 0 XX — 0000-000 XXXXXX
Roemenië: Phytosanitary Direction
Ministry of Agriculture, Forests and Xxxxx Xxxxxx xxxxxx
00xx Xxxxx X Xxxx.
Xxxxxx 0
XX — XXXXXXXXX
Xxxxxxxx: MAFF — Phytosanitary Administration of the Republic of Slovenia
Plant Health Division Einspielerjeva 6
SI — 1000 LJUBLJANA
Slowakije: Ministry of Agriculture Department of plant commodities Xxxxxxxxxxx 00
XX — 000 00 XXXXXXXXXX
Xxxxxxx: Ministry of Agriculture and Forestry
Unit for Plant Production and Animal Nutrition Department of Food and health
Mariankatu 23
X.X. Xxx 00
XX — 00000 XXXXXXXXXX XXXXXXX
Xxxxxx: Jordbruksverket
Swedish Board of Agriculture Plant Protection Service
S — 55182 JÖNKÖPING
Verenigd Koninkrijk: Department for Environment, Food and Rural Affairs
Plant Health Division Xxxx Xxxxx
Xxxx'x Xxxx Xxxxxxxxx Xxxxx
XX — YORK YO1 7PX
B. Zwitserland:
Xxxxxx xxxxxxx xx x'xxxxxxxxxxx XX-0000 XXXXX
▼M17
Aanhangsel 4 (1)
IN ARTIKEL 4 BEDOELDE GEBIEDEN EN DAAROP BETREKKING HEBBENDE BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN
De in artikel 4 bedoelde gebieden en de daarop betrekking hebbende bijzondere voorschriften zijn vastgesteld bij de onderstaande wettelijke en bestuursrechte lijke bepalingen van de partijen.
Bepalingen van de Europese Gemeenschap
— Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de bescher mende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Ge meenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke or ganismen
— Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie van 4 juli 2008 tot er kenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plan tenziekterisico’s bestaan
Bepalingen van Zwitserland
— Ordonnance du 28 février 2001 sur la protection des végétaux, bijlage 4, deel B (RS 916.20)
(1) Elke verwijzing naar een wetsbesluit geldt, tenzij anders aangegeven, als een verwijzing naar het desbetreffende besluit, als gewijzigd vóór 30.4.2010.
▼B
Aanhangsel 5
Uitwisseling van gegevens
De in artikel 9, lid 1, bedoelde gegevens omvatten:
— de meldingen van onderschepping van uit derde landen of uit een deel van het grondgebied van de Partijen herkomstige en uit fytosanitair oogpunt onmiddellijk gevaar opleverende zendingen of schadelijk organismen, zoals geregeld bij Richtlijn 94/3/EEG;
— de bij artikel 15 van Richtlijn 77/93/EEG bedoelde kennisgevingen.
▼B
▼M14
▼B
BIJLAGE 5
BETREFFENDE DIERVOEDERS
Artikel 1
Doel
1. De Partijen verbinden zich ertoe hun wettelijke bepalingen op het gebied van diervoeders nader op elkaar af te stemmen om het handels verkeer in deze sector te vergemakkelijken.
2. De lijst van de producten of groepen van producten ten aanzien waarvan door de Partijen is geoordeeld dat de respectieve wettelijke bepalingen van de Partijen dezelfde werking hebben, alsmede in voor komend geval de lijst van de respectieve wettelijke bepalingen van de Partijen waarvan de voorschriften door de Partijen geacht worden de zelfde werking te hebben, worden opgenomen in een door het Comité overeenkomstig artikel 11 van de Overeenkomst op te stellen aanhang sel 1.
2 bis. In afwijking van artikel 1 van de overeenkomst, is deze bijlage van toepassing op alle producten die vallen onder de wettelijke bepa lingen die worden genoemd in het in lid 2 bedoelde aanhangsel 1.
3. De twee Partijen schaffen de controles bij de grens af voor de producten of groepen van producten die zijn opgenomen in het in lid 2 bedoelde aanhangsel 1.
Artikel 2
Definities
In het kader van deze bijlage wordt verstaan onder:
a) „product”: diervoeder of een in de diervoeding gebruikte stof;
b) „inrichting”: elke eenheid die een product produceert of fabriceert, die het product in zijn bezit heeft in een tussenstadium vóórdat het in het verkeer wordt gebracht, met inbegrip van de be- of verwerking en de verpakking, of die het product in het verkeer brengt;
c) „bevoegde instantie”: de met het verrichten van de officiële controles op het gebied van de diervoeding belaste instantie in elk van de Partijen.
Artikel 3
Uitwisseling van gegevens
Op grond van artikel 8 van de Overeenkomst delen de Partijen elkaar het volgende mee:
— de naam en het geografisch en functioneel ressort van de bevoegde instantie(s),
— de lijst van de laboratoria die met het verrichten van de analyses belast zijn,
— in voorkomend geval, de lijst van de voor de verschillende soorten producten vastgestelde punten van binnenkomst op hun grond gebied,
▼B
— de inhoud van de controleprogramma's die zijn opgezet om de over eenstemming van de producten met hun respectieve wettelijke be palingen op het gebied van diervoeders te verifiëren.
De in het vierde streepje bedoelde programma's dienen rekening te houden met de specifieke situatie in elk van de Partijen en met name een opgave te bevatten van de aard en de frequentie van de controles die regelmatig moeten worden verricht.
Artikel 4
Algemene bepalingen inzake de controles
De Partijen treffen de nodige maatregelen opdat de voor verzending naar de andere Partij bestemde producten even zorgvuldig worden ge controleerd als die welke bestemd zijn om op hun eigen grondgebied in het verkeer te worden gebracht; zij zien er met name op toe dat:
— de controles worden verricht met een bepaalde regelmaat, telkens wanneer wordt vermoed dat de voorschriften niet zijn nageleefd, in verhouding tot het nagestreefde doel, en met inachtneming van de risico's en van de opgedane ervaring;
— de controles betrekking hebben op alle productie- en fabricagestadia, op de aan het in het verkeer brengen voorafgaande tussenstadia, op het in het verkeer brengen, met inbegrip van de invoer, en op het gebruik van de producten;
— de controles worden verricht in het stadium dat in de gegeven omstandigheden daartoe het meest geschikt is;
— de controles in de regel niet van tevoren worden aangekondigd;
— de controles ook betrekking hebben op verboden toepassingen in diervoeders.
Artikel 5
Controle bij de oorsprong
1. De Partijen zien erop toe dat de bevoegde instanties de inrichtin gen controleren om zich ervan te vergewissen dat deze hun verplichtin gen nakomen en dat de producten die bestemd zijn om in het verkeer te worden gebracht, voldoen aan de eisen van de wettelijke bepalingen als bedoeld in het in artikel 1 bedoelde aanhangsel 1, die op het grond gebied van oorsprong van toepassing zijn.
2. Wanneer een vermoeden bestaat dat niet aan de bedoelde eisen is voldaan, verricht de bevoegde instantie aanvullende controles en treft zij passende maatregelen wanneer dit vermoeden wordt bevestigd.
Artikel 6
Controle ter bestemming
1. De bevoegde instantie van de Partij van bestemming kan op de plaats van bestemming door middel van niet-discriminerende steekproef controles nagaan of de producten in overeenstemming zijn met de in deze bijlage vervatte voorschriften.
2. Wanneer de bevoegde instantie van de Partij van bestemming echter over gegevens beschikt die een overtreding doen vermoeden, kunnen bovendien controles worden verricht tijdens het vervoer van de producten over het grondgebied van de betrokken Partij.
▼B
3. Wanneer de bevoegde instantie van de betrokken Partij bij een controle ter bestemming of tijdens het vervoer vaststelt dat de producten niet in overeenstemming zijn met de in deze bijlage vervatte voorschrif ten, neemt zij passende maatregelen en maant zij de verzender, de geadresseerde of elke andere rechthebbende aan om een van de vol gende maatregelen te nemen:
— de producten worden binnen een nader te bepalen termijn in over eenstemming gebracht met de voorschriften,
— de producten worden eventueel ontsmet,
— de producten worden op een andere passende manier behandeld,
— de producten worden voor andere doeleinden gebruikt,
— de producten worden naar de Partij van oorsprong teruggezonden, nadat de bevoegde instantie van die Partij op de hoogte is gebracht,
— de producten worden vernietigd.
Artikel 7
Controle van producten afkomstig uit een ander grondgebied dan dat van de Partijen
1. In afwijking van artikel 4, eerste streepje, treffen de Partijen alle dienstige maatregelen om ervoor te zorgen dat de bevoegde instanties bij het binnenbrengen van producten op hun douanegebied uit een ander grondgebied dan die welke in artikel 16 van de Overeenkomst zijn omschreven, voor elke partij een controle van de documenten en steek proefsgewijs een overeenstemmingscontrole uitvoeren om zich te ver gewissen van:
— de aard van de producten,
— de oorsprong van de producten,
— de geografische bestemming van de producten,
teneinde vast te stellen welke douaneregeling op die producten van toepassing is.
2. Voordat de producten in het vrije verkeer worden gebracht, ver gewissen de Partijen zich er door middel van steekproefsgewijs ver richte fysieke controles van dat de producten aan de voorschriften vol doen.
Artikel 8
Samenwerking bij vaststelling van overtredingen
1. De Partijen verlenen elkaar wederzijds bijstand op de wijze en onder de voorwaarden die in deze bijlage zijn vastgesteld. Zij zorgen ervoor dat de wettelijke bepalingen met betrekking tot de producten die voor diervoeding worden gebruikt, correct worden toegepast, met name door elkaar bij te staan en door overtredingen van de wettelijke xxxxx xxxxxx op te sporen en nader te onderzoeken.
2. De in dit artikel bedoelde bijstand laat de bepalingen inzake straf rechtspleging of inzake de verlening van juridische bijstand op straf rechtelijk gebied tussen de Partijen onverlet.
▼B
Artikel 9
Voorafgaande toelating van bepaalde producten
1. De Partijen streven ernaar hun respectieve lijsten van producten ten aanzien waarvan de in aanhangsel 2 opgenomen wettelijke bepalin gen gelden, gelijk te stellen.
2. De Partijen stellen elkaar in kennis van aanvragen tot toelating van de in lid 1 bedoelde producten.
Artikel 10
Overleg en beschermende maatregelen
1. De Partijen plegen overleg wanneer een Partij van oordeel is dat de andere Partij een in deze bijlage vervatte verplichting niet is nage komen.
2. De Partij die om het overleg verzoekt, verstrekt de andere Partij alle voor een grondig onderzoek van de zaak nodige gegevens.
3. De beschermende maatregelen waarin is voorzien in een van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de producten en groepen van producten die zijn opgenomen in het in artikel 1 bedoelde aanhangsel 1, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 10, lid 2, van de Overeenkomst.
4. Indien het overleg als bedoeld in lid 1 en in artikel 10, lid 2, onder a), derde streepje, van de Overeenkomst, niet tot een akkoord tussen de Partijen leidt, kan de Partij die om het overleg heeft verzocht of de in lid 3 bedoelde maatregelen heeft genomen, de nodige bescher mende maatregelen treffen om de toepassing van deze bijlage mogelijk te maken.
Artikel 11
Werkgroep diervoeders
1. De op grond van artikel 6, lid 7, van de Overeenkomst ingestelde Werkgroep diervoeders, de „Werkgroep” genoemd, onderzoekt alle vraagstukken met betrekking tot deze bijlage en de uitvoering ervan. Zij neemt bovendien alle met deze bijlage verband houdende taken op zich.
2. De Werkgroep beoordeelt periodiek de ontwikkeling van de res pectieve wettelijke bepalingen van de Partijen op de onder deze bijlage vallende gebieden. De Werkgroep kan met name aan het Comité voor stellen doen om de aanhangsels bij deze bijlage bij te werken.
Artikel 12
Geheimhoudingsplicht
1. Alle informatie die ter uitvoering van deze bijlage in enigerlei vorm wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter. Zij valt onder de geheimhoudingsplicht en wordt beschermd overeenkomstig de wet telijke voorschriften die voor dergelijke informatie gelden op het grond gebied van de Partij die ze ontvangt.
▼B
2. Het in lid 1 genoemde vertrouwelijkheidsprincipe geldt niet voor de in artikel 3 bedoelde informatie.
3. Deze bijlage houdt voor een Partij wier wettelijke voorschriften of bestuurlijke gebruiken inzake de bescherming van industrie- en handels geheimen strikter zijn dan in deze bijlage is bepaald, geen verplichting in om informatie te verstrekken wanneer de andere Partij niet het nodige doet om aan deze striktere bepalingen te voldoen.
4. De verkregen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de toepassing van het bepaalde in deze bijlage en mag door een Partij slechts voor andere doeleinden worden gebruikt als daarvoor vooraf schriftelijk toestemming is verkregen van de administratieve autoriteit die de informatie heeft verstrekt en alleen als bovendien de door deze autoriteit vastgestelde beperkingen in acht worden genomen.
Het bepaalde in lid 1 vormt geen beletsel voor het gebruik van infor matie bij gerechtelijke of administratieve procedures die achteraf worden ingesteld in verband met overtredingen van het gewone strafrecht, voor zover de informatie is verkregen in het kader van een internationale procedure van gerechtelijke bijstand.
5. De Partijen mogen overeenkomstig het bepaalde in dit artikel ver kregen informatie en geraadpleegde bescheiden als bewijsmateriaal ge bruiken in processen-verbaal, verslagen en getuigenissen, en in rechte en bij vervolgingen.
▼M10
Aanhangsel 1
Bepalingen van de Europese Gemeenschap
— Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne (PB L 35 van 8.2.2005, blz. 1).
Bepalingen van Zwitserland
— Xxx xxxxxxxx xx 00 xxxxx 0000 xxx x'xxxxxxxxxxx, laatstelijk gewijzigd op 24 maart 2006 (RO 2003 4217)
— Ordonnance du 26 mai 1999 concernant l'alimentation animale, laatstelijk gewijzigd op 23 november 2005 (RO 2005 5555)
— Ordonnance du Département fédéral de l'économie publique du 10 juin 1999 concernant le livre blanc des aliments pour animaux, laatstelijk gewijzigd op 2 november 2006 (RO 2006 5213)
— Ordonnance du 23 novembre 2005 xxx xx xxxxxxxxxx xxxxxxxx (XX 0000 5545)
— Ordonnance du Département fédéral de l'économie publique du 23 novembre 2005 concernant l'hygiène dans la production primaire (RO 2005 6651)
— Ordonnance du Département fédéral de l'économie publique du 23 novembre 2005 réglant l'hygiène dans la production laitière (RO 2005 6667)
▼M10
Aanhangsel 2
LIJST VAN WETTELIJKE BEPALINGEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 9
Bepalingen van de Europese Gemeenschap
— Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van
22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie (PB L 59 van 5.3.2005, blz. 15)
— Richtlijn 82/471/EEG van de Raad van 30 juni 1982 betreffende bepaalde in diervoeding gebruikte producten (PB L 213 van 21.7.1982, blz. 8), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/116/EG (PB L 379 van 24.12.2004, blz. 81)
Bepalingen van Zwitserland
— Ordonnance du 26 mai 1999 concernant l'alimentation animale, laatstelijk gewijzigd op 23 november 2005 (RO 2005 5555)
— Ordonnance du Département fédéral de l'économie publique du 10 juin 1999 concernant le livre blanc des aliments pour animaux, laatstelijk gewijzigd op 23 november 2005 (RO 2005 6655)
▼X
XXXXXXX 0
XXXXXX XX XXXXXX XXXXXXXX
Artikel 1
Doel
1. Deze bijlage betreft zaaizaad van landbouwgewassen, groentege wassen, fruitgewassen, siergewassen en wijnstokken.
2. Onder zaaizaad in de zin van deze bijlage wordt verstaan alle teelt- of plantmateriaal.
Artikel 2
Erkenning van de onderlinge conformiteit van de voorschriften
1. Partijen erkennen dat de eisen die zijn vervat in de in aanhangsel 1, deel 1, vermelde voorschriften gelijke resultaten opleveren.
2. Zaaizaad van de soorten die zijn vermeld in de in lid 1 bedoelde voorschriften kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 5 en 6, tussen Partijen worden uitgewisseld en op het grondgebied van Partijen vrij in de handel worden gebracht met, als enig document dat aan de respectieve wettelijke voorschriften van Partijen is voldaan, het etiket of een ander document dat op grond van die voorschriften vereist is om de producten in de handel te brengen.
3. De instanties die moeten controleren of aan de voorschriften wordt voldaan, zijn vermeld in aanhangsel 2.
Artikel 3
Wederzijdse erkenning van de certificaten
1. Elke Partij erkent voor zaaizaad van de soorten als bedoeld in de in aanhangsel 1, deel 2, vermelde voorschriften de in lid 2 omschreven certificaten die door de in aanhangsel 2 vermelde instanties zijn opge steld overeenkomstig de voorschriften van de andere Partij.
2. Onder certificaat in de zin van lid 1 wordt verstaan de documenten die op grond van de respectieve voorschriften van Partijen vereist zijn bij invoer van zaaizaad en die zijn omschreven in aanhangsel 1, deel 2.
Artikel 4
Onderlinge aanpassing van de voorschriften
1. Partijen doen het nodige om hun voorschriften op het gebied van het in de handel brengen van zaaizaad op die van de andere Partij af te stemmen voor de soorten als bedoeld in de in aanhangsel 1, deel 2, vermelde voorschriften en voor de soorten die niet onder de in aan hangsel 1, deel 1 en deel 2, vermelde voorschriften vallen.
▼B
2. Partijen verbinden zich ertoe om, wanneer nieuwe regelgeving wordt vastgesteld, na te gaan of de nieuwe sector in de werkingssfeer van deze bijlage kan worden opgenomen volgens de procedure van artikel 11 en artikel 12 van de overeenkomst.
3. Bij wijziging van een voorschrift betreffende een sector die onder deze bijlage valt, verbinden Partijen zich ertoe de consequenties ervan te evalueren volgens de procedure van artikel 11 en artikel 12 van de overeenkomst.
▼M14
Artikel 5
Rassen
1. Onverminderd lid 3 staat Zwitserland toe dat op zijn grondgebied zaaizaad in de handel wordt gebracht van de rassen die in de Gemeen schap worden aanvaard voor de soorten die worden vermeld in de in aanhangsel 1, deel 1, vermelde voorschriften.
2. Onverminderd lid 3 staat de Gemeenschap toe dat op haar grond gebied zaaizaad in de handel wordt gebracht van de rassen die in Zwitserland worden aanvaard voor de soorten die worden vermeld in de in aanhangsel 1, deel 1, vermelde voorschriften.
3. De Partijen stellen, in die gevallen waarin de Gemeenschap voor ziet in een gemeenschappelijke rassenlijst, gezamenlijk een rassenlijst op voor de soorten als bedoeld in de in deel 1 van aanhangsel 1 vermelde voorschriften. De Partijen staan toe dat op hun grondgebied zaaizaad in de handel wordt gebracht van rassen die in die gezamenlijk opgestelde rassenlijst worden genoemd.
4. De leden 1, 2 en 3 gelden niet voor genetisch gemodificeerde rassen.
5. De Partijen stellen elkaar in kennis van aanvragen om toelating of intrekkingen van aanvragen om toelating, van de opneming van rassen in een nationale rassenlijst en van elke wijziging van een dergelijke rassenlijst. Zij verstrekken elkaar desgevraagd een beknopte beschrij ving van de belangrijkste gebruikskenmerken van elk nieuw ras en de kenmerken waardoor een ras van andere bekende rassen kan worden onderscheiden. Zij houden de dossiers waarin voor elk toegelaten ras een beschrijving van het ras en een duidelijke beschrijving van alle feiten op grond waarvan het is toegelaten, ter beschikking van de andere Partij. Voor genetisch gemodificeerde rassen delen zij elkaar de resul taten mee van de evaluatie van de risico's die verbonden zijn aan het introduceren van deze rassen in het milieu.
6. Tussen de Partijen kan technisch overleg plaatsvinden met het oog op de evaluatie van de elementen op grond waarvan een ras voor het grondgebied van een van de Partijen is toegelaten. In voorkomend geval wordt de Werkgroep „Zaaizaad” in kennis gesteld van de resultaten van dit overleg.
7. Om de in lid 5 bedoelde uitwisseling van informatie te vergemak kelijken, maken de Partijen gebruik van bestaande of te ontwikkelen computersystemen.
▼M14
Artikel 6
Afwijkende regelingen
1. De in aanhangsel 3 vermelde afwijkende regelingen van de Ge meenschap en van Zwitserland worden door respectievelijk Zwitserland en de Gemeenschap geaccepteerd in het kader van het handelsverkeer van zaaizaad van soorten die onder de in aanhangsel 1, deel 1, vermelde voorschriften vallen.
2. De Partijen stellen elkaar in kennis van alle afwijkende regelingen met betrekking tot het in de handel brengen van zaaizaad, die zij voor nemens zijn op hun hele grondgebied of op een deel daarvan toe te passen. Voor afwijkende regelingen met een korte geldigheidsduur of afwijkende regelingen die onmiddellijk van kracht moeten worden, vol staat een kennisgeving achteraf.
3. In afwijking van het bepaalde in artikel 5, leden 1 en 3, mag Zwitserland verbieden dat zaaizaad van een in de gemeenschappelijke rassenlijst van de Gemeenschap opgenomen ras op zijn grondgebied in de handel wordt gebracht.
4. In afwijking van het bepaalde in artikel 5, leden 2 en 3, mag de Gemeenschap verbieden dat zaaizaad van een in de Zwitserse rassenlijst opgenomen ras op zijn grondgebied in de handel wordt gebracht.
5. De leden 3 en 4 zijn van toepassing in de gevallen die zijn vast gesteld in de in aanhangsel 1, deel 1, vermelde voorschriften van de Partijen.
6. De Partijen mogen van het bepaalde in de leden 3 en 4 gebruik maken:
— binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze bijlage voor de rassen die in de Gemeenschap of in Zwitserland werden aanvaard vóór de inwerkingtreding van deze bijlage;
— binnen drie jaar na de ontvangst van de in artikel 5, lid 5, bedoelde informatie voor de rassen die in de Gemeenschap of in Zwitserland werden aanvaard na de inwerkingtreding van deze bijlage.
7. Lid 6 is op overeenkomstige wijze van toepassing op de rassen van soorten die onder voorschriften vallen die krachtens het bepaalde in artikel 4 na de inwerkingtreding van deze bijlage in aanhangsel 1, deel 1, worden opgenomen.
8. Tussen de Partijen kan technisch overleg plaatsvinden met het oog op de evaluatie van de draagwijdte van de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde afwijkende regelingen voor deze bijlage.
9. Lid 8 is niet van toepassing wanneer de lidstaten van de Gemeen schap op grond van de voorschriften die zijn vermeld in aanhangsel 1, deel 1, bevoegd zijn om besluiten betreffende afwijkende regelingen te nemen. Lid 8 geldt evenmin voor afwijkende regelingen die in over eenkomstige gevallen door Zwitserland worden vastgesteld.
▼B
Artikel 7
Derde landen
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 10 geldt de onderhavige bijlage eveneens voor zaaizaad dat op het grondgebied van Partijen in de handel wordt gebracht en dat afkomstig is uit een ander land dan een lidstaat van de Gemeenschap of Zwitserland en dat door Partijen is erkend.
2. De lijst van de in lid 1 bedoelde landen, alsmede de soorten en de draagwijdte van deze erkenning zijn opgenomen in aanhangsel 4.
Artikel 8
Vergelijkende tests
1. Er worden vergelijkende tests uitgevoerd om de zaadmonsters van partijen die op het grondgebied van de Partijen in de handel zijn ge bracht a posteriori te controleren. Zwitserland neemt deel aan de ver gelijkende tests van de Gemeenschap.
2. De organisatie van de vergelijkende tests in de Partijen wordt voor goedkeuring voorgelegd aan de Werkgroep „Zaaizaad”.
Artikel 9
Werkgroep „Zaaizaad”
1. De overeenkomstig artikel 6, lid 7, van de overeenkomst opge richte Werkgroep „Zaaizaad”, de Werkgroep genoemd, onderzoekt elke kwestie betreffende deze bijlage en de uitvoering daarvan.
2. De Werkgroep onderzoekt op gezette tijden de ontwikkeling van de interne wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften die de Partijen hebben vastgesteld op de gebieden die onder deze bijlage vallen. De Werkgroep doet met name voorstellen die het aan het Comité ter goed keuring voorlegt met het oog op bijwerking van de aanhangsels bij deze bijlage.
Artikel 10
Overeenkomst met andere landen
Partijen komen overeen dat de door elke Partij met een derde land gesloten overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning in geen geval verplichtingen meebrengt voor de andere Partij wat betreft het accepte ren van verslagen, certificaten, machtigingen en merken die door de instanties van dit derde land voor de evaluatie van de conformiteit worden afgegeven, tenzij daarover tussen Partijen een formele overeen komst is gesloten.
▼B
Aanhangsel 1
Voorschriften
Deel 1 (erkenning van de onderlinge conformiteit van de voorschriften)
A. VOORSCHRIFTEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP
1. Basisteksten
— Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/72/EG van de Raad (PB L 304 van 27.11.1996, blz. 10).
— Richtlijn 66/403/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB 125 van 11.7.1996, blz. 2320/66), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 98/111/EG van de Commissie (PB L 28 van 4.2.1998, blz. 42).
— Richtlijn 70/457/EEG van de Raad van 29 september 1970 betref fende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen (PB L 225 van 12.10.1970, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994 (1).
2. Uitvoeringsbesluiten (1)
— Richtlijn 72/180/EEG van de Commissie van 14 april 1972 tot vast stelling van kenmerken en minimumeisen voor het onderzoek van rassen van landbouwgewassen (PB L 108 van 8.5.1972, blz. 8).
— Richtlijn 74/268/EEG van de Commissie van 2 mei 1974 tot vast stelling van bijzondere voorwaarden met betrekking tot de aanwezig heid van Avena fatua in zaaizaad van groenvoedergewassen en in zaaigranen (PB L 141 van 24.5.1974, blz. 19), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 78/511/EEG van de Commissie (PB L 157 van 15.6.1978, blz. 34).
— Beschikking 80/755/EEG van de Commissie van 17 juli 1980 hou dende machtiging om de voorgeschreven gegevens op de verpakkin gen van zaaigranen te vermelden (PB L 207 van 9.8.1980, blz. 37), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 81/109/EEG van de Commissie (PB L 64 van 11.3.1981, blz. 13).
— Beschikking 81/675/EEG van de Commissie van 28 juli 1981 hou dende vaststelling dat bepaalde sluitingssystemen zijn „sluitingssys temen die niet opnieuw kunnen worden gebruikt” in de zin van de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 69/208/EEG en 70/458/EEG van de Raad (PB L 246 van 29.8.1981, blz. 26), laat stelijk gewijzigd bij Beschikking 86/563/EEG van de Commissie (PB L 327 van 22.11.1986, blz. 50).
— Beschikking 86/110/EEG van de Commissie van 27 februari 1986 betreffende de voorwaarden waaronder kan worden voorzien in uit zonderingen op het verbod om EEG-etiketten te gebruiken voor het opnieuw sluiten en het opnieuw etiketteren van verpakkingen met zaaizaad dat in derde landen is voortgebracht (PB L 93 van 8.4.1986, blz. 23).
— Richtlijn 93/17/EEG van de Commissie van 30 maart 1993 tot vast stelling van communautaire klassen voor basispootgoed van aard appelen en van de daarvoor geldende eisen en aanduidingen (PB L 106 van 30.4.1993, blz. 7).
(1) In voorkomend geval, alleen voor zaaigranen of pootaardappelen.
▼B
— Beschikking 94/650/EG van de Commissie van 9 september 1994 betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment inzake de ver koop van zaad in bulk aan de eindverbruiker (PB L 252 van 28.9.1994, blz. 15), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 98/174/EG (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 31).
— Beschikking 98/320/EG van de Commissie van 27 april 1998 be treffende het opzetten van een tijdelijk experiment inzake zaad bemonstering en -controle overeenkomstig de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG en 69/208/EEG van de Raad (PB L 140 van 12.5.1998, blz. 14).
B. VOORSCHRIFTEN VAN ZWITSERLAND
— Xxx xxxxxxxx xx 00 xxxxx 0000 xxx x'xxxxxxxxxxx (XX 1998 3033).
— Ordonnance du 7 décembre 1998 sur la production et la mise en circu lation du matériel végétal de multiplication (RO 1999 420).
— Ordonnance du DFE du 7 décembre 1998 sur les semences et les plants des espèces de grandes cultures et de plantes fourragères (RO 1999 781).
— Ordonnance de l'OFAG sur le catalogue des variétés de céréales, de pommes de terre, de plantes fourragères et de chanvre (RO 1999 429) (1).
Deel 2 (wederzijdse erkenning van certificaten)
A. VOORSCHRIFTEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP
1. Basisteksten
— Richtlijn 66/400/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van xxxxxxxxxx (PB L 125 van 11.7.1966, blz. 2290/66), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/72/EG (PB L 304 van 27.11.1996, blz. 10).
— Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB L 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/72/EG (PB L 304 van 27.11.1996, blz. 10).
— Richtlijn 69/208/EEG van de Raad van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 169 van 10.7.1969, blz. 3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/72/EG (PB L 304 van 27.11.1996, blz. 10).
2. Uitvoeringsbesluiten (2)
— Richtlijn 75/502/EEG van de Commissie van 25 juli 1975 ter beper king van de handel in xxxxxxxx xxx xxxxxxxxxxxxx (Poa pratensis L.) tot officieel goedgekeurd zaaizaad van de categorieën „basiszaad” of
„gecertificeerd zaad” (PB L 228 van 29.8.1975, blz. 26).
— Beschikking 81/675/EEG van de Commissie van 28 juli 1981 hou dende vaststelling dat bepaalde sluitingssystemen zijn „sluitingssyste men die niet opnieuw kunnen worden gebruikt” in de zin van de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 69/208/EEG en 70/458/EEG van de Raad (PB L 246 van 29.8.1981, blz. 26), laat stelijk gewijzigd bij Beschikking 86/563/EEG van de Raad (PB L 327 van 22.11.1986, blz. 50).
(1) In voorkomend geval, alleen voor zaaigranen of pootaardappelen.
(2) In voorkomend geval, met uitsluiting van zaaigranen en pootaardappelen.
▼B
— Richtlijn 86/109/EEG van de Commissie van 27 februari 1986 waar bij de handel in zaaizaad van sommige soorten groenvoedergewassen, oliehoudende planten en vezelgewassen wordt beperkt tot zaaizaad dat officieel als „basiszaad” of als „gecertificeerd zaad” is goedge keurd (PB L 93 van 8.4.1986, blz. 21), laatstelijk gewijzigd bij Richt lijn 91/376/EEG van de Commissie (PB L 203 van 26.7.1991, blz. 108).
— Beschikking 86/110/EEG van de Commissie van 27 februari 1986 betreffende de voorwaarden waaronder kan worden voorzien in uit zonderingen op het verbod om EEG-etiketten te gebruiken voor het opnieuw sluiten en het opnieuw etiketteren van verpakkingen met zaaizaad dat in derde landen is voortgebracht (PB L 93 van 8.4.1996, blz. 23).
— Beschikking 87/309/EEG van de Commissie van 2 juni 1987 hou dende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van bepaalde soorten van voedergewassen (PB L 155 van 16.6.1987, blz. 26), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 97/125/EG van de Commissie (PB L 48 van 19.2.1997, blz. 35).
— Beschikking 92/195/EEG van de Commissie van 17 maart 1992 in zake een tijdelijk experiment op grond van Richtlijn 66/401/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen, ten aanzien van de verhoging van het maxi mumgewicht per partij (PB L 88 van 3.4.1992, blz. 59), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 96/203/EG van de Commissie (PB L 65 van 15.3.1996, blz. 41).
— Beschikking 94/650/EG van de Commissie van 9 september 1994, betreffende het opzetten van een tijdelijk experiment inzake de ver koop van zaad in bulk aan de eindverbruiker (PB L 252 van 28.9.1994, blz. 15), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 98/174/EG van de Commissie (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 31).
— Beschikking 95/232/EG van de Commissie van 27 juni 1995 betref fende het opzetten van een tijdelijk experiment in het kader van Richtlijn 69/208/EEG van de Raad ten einde de voorwaarden vast te stellen waaraan zaad van hybriden en van mengrassen van kool- en van raapzaad moet voldoen (PB L 154 van 5.7.1995, blz. 22), laat stelijk gewijzigd bij Beschikking 98/173/EG van de Commissie (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 30).
— Beschikking 96/202/EG van de Commissie van 4 maart 1996 betref fende het opzetten van een tijdelijk experiment inzake het maximum gehalte aan inert materiaal in sojazaad (PB L 65 van 15.3.1996, blz. 39).
— Beschikking 97/125/EG van de Commissie van 24 januari 1997 hou dende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van olie- en vezelge wassen en tot wijziging van Beschikking 87/309/EEG houdende machtiging om de voorgeschreven gegevens onuitwisbaar aan te brengen op de verpakkingen van zaaizaad van bepaalde soorten van voedergewassen (PB L 48 van 19.2.1997, blz. 35).
— Beschikking 98/320/EG van de Commissie van 27 april 1998 betref fende het opzetten van een tijdelijk experiment inzake zaadbemon stering en -controle overeenkomstig de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG en 69/208/EEG van de Raad (PB L 140 van 12.5.1998, blz. 14).
B. VOORSCHRIFTEN VAN ZWITSERLAND
— Xxx xxxxxxxx xx 00 xxxxx 0000 xxx x'xxxxxxxxxxx (XX 1998 3033).
— Ordonnance du 7 décembre 1998 sur la production et la mise en circu lation du matériel végétal de multiplication (RO 1999 420).
— Ordonnance du DFE du 7 décembre 1998 sur les semences et les plants des espèces de grandes cultures et de plantes fourragères (RO 1999 781).
▼B
— Livre des semences du DFEP du 6 juin 1974, modifié en dernier xxxx xx 0 xxxxxxxx 0000 (XX 1999 408).
C. BIJ INVOER VEREISTE CERTIFICATEN
a) Door de Europese Gemeenschap
De documenten als bedoeld bij Beschikking 95/514/EG van de Raad (PB L 296 van 9.12.1996, blz. 34), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 98/162/EG van de Raad (PB L 53 van 24.2.1998, blz. 21).
b) Door Zwitserland
De officiële EG- of OESO-etiketten voor verpakkingen, afgegeven door de in aanhangsel 2 bij deze bijlage vermelde instanties, alsmede de oranje of groene formulieren van de ISTA of een overeenkomstig analysecerti ficaat voor zaaizaad voor elke partij zaaizaad.
▼B
Aanhangsel 2
Instanties die belast zijn met de controle en de certificering van zaaizaad
A. Europese Gemeenschap
België Ministerie van Landbouw en Middenstand Dienst Teeltmateriaal
Brussel
Denemarken Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Xxxxxxx (Xxxxxxxx xx Xxxx, Xxxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxxx)
Xxxxxxxxxxxxxxxxxx (Xxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxxx) Xxxxxx
Xxxxxxxxx Senatsverwaltung für Wirtschaft und Betriebe B Referat Ernährung und Landwirtschaft
— Abteilung IV E 3 — Berlin
Der Direktor der Landwirtschaftskammer Rheinland als Lan BN desbeauftragter
Saatenanerkennungsstelle Bonn
Regierungspräsidium Freiburg FR
— Abt. III, Referat 34 — Freiburg i. Br.
Bayerische Landesanstalt für Bodenkultur und Pflanzenbau — FS Amtliche Saatenanerkennung für landwirtsch. Saatgut
Freising
Landwirtschaftskammer Hannover H
Referat 32 Hannover
Regierungspräsidium Halle Abteilung 5, Dezernat 51 Samenprüf- und Anerkennungsstelle Halle
HAL
Der Senator für Frauen, Gesundheit, Jugend, Soziales und HB Umweltschutz
Referat 33 Bremen
Wirtschaftsbehörde HH
Amt Wirtschaft u. Landwirtschaft Abt. Land- und Ernährungswirtschaft Hamburg
Landesforschungsanstalt für Landwirtschaft und Fischerei Mecklenburg-Vorpommern
Landesanerkennungsstelle für Saat- und Pflanzgut Rostock
HRO
Thüringer Landesanstalt für Landwirtschaft J Sachgebiet 270
Jena
Regierungspräsidium Karlsruhe KA
— Referat 34 — Karlsruhe
▼B
Landwirtschaftskammer Rheinland-Pfalz KH
— Amtliche Saatanerkennung — Bad Kreuznach
Landwirtschaftskammer Schleswig-Holstein KI LUFA-ITL
Kiel
Hessisches Landesamt für Regionalentwicklung und Land KS wirtschaft
Dez. 23 Kassel
Sächsisches Landesamt für Landwirtschaft Fachbereich 5, Sortenprüfung und Feldversuchswesen Saatenanerkennung
Nossen
MEI
Der Direktor der Landwirtschaftskammer Westfalen-Lippe als MS Landesbeauftragter
Gruppe 31 Landbau Münster
Landwirtschaftskammer Weser-Ems OL Institut für Pflanzenbau und Pflanzenschutz
Referet P4 Oldenburg
Landesamt für Ernährung, Landwirtschaft und Flurneuord P nung
Saatenanerkennungsstelle Potsdam Potsdam
Regierungspräsidium Stuttgart S
Referat 34 a Stuttgart
Landwirtschaftskammer für das Saarland SB Saarbrücken
Regierungspräsidium Tübingen TÜ
Referat 34 Tübingen
Regierung von Unterfranken WÜ
— Anerkennungs- und Nachkontrollstelle für Gemüsesaatgut in Bayern —
Würzburg
Regierung von Unterfranken WÜ
Abteilung Landwirtschaft
— Sachgebiet Weinbau — Würzburg
Griekenland Ministry of Agriculture
Directorate of Inputs of Crop Production Athens
▼B
Spanje Ministerio de Agricultura Pesca y Alimentación
Dirección General de Producciones y Mercados Agrícolas Subdirección General de Semillas y Plantas de Vivero Madrid
Generalidad de Cataluña
Departamento de Agricultura, Ganadería y Pesca Barcelona
Comunidad Autónoma del País Vasco Departamento de Industria, Agricultura y Pesca Vitoria
Junta de Galicia
Consejería de Agricultura Ganadería y Xxxxxx Xxxxxxxx de Compostela
Diputación Regional de Cantabria
Consejería de Ganadería, Agricultura y Pesca Santander
Principado de Asturias Consejería de Agricultura Oviedo
Junta de Andalucía
Consejería de Agricultura y Pesca Sevilla
Comunidad Autónoma de la Región de Murcia Consejería de Medio Ambiente, Agricultura y Pesca Murcia
Diputación General de Aragón
Consejería de Agricultura y Medio Ambiente Zaragoza
Junta de Comunidades de Castilla-La Mancha Consejería de Agricultura y Medio Ambiente Toledo
Generalidad Valenciana
Consejería de Agricultura y Medio Ambiente Valencia
Comunidad Autónoma de La Rioja
Consejería de Agricultura, Ganadería y Desarrollo Rural Logroño
Junta de Extremadura
Consejería de Agricultura y Comercio Mérida
▼B
Comunidad Autónoma de Canarias
Consejería de Agricultura, Pesca y Alimentación Santa Cruz de Tenerife
Junta de Castilla y Léon
Consejería de Agricultura y Ganadería Valladolid
Comunidad Autónoma de las Xxxxx Baleares Consejería de Agricultura, Comercio e Industria Palma de Mallorca
Comunidad de Madrid
Consejería de Economía y Empleo Madrid
Diputación Foral de Navarra
Departamento de Agricultura, Ganadería y Alimentación Pamplona
Frankrijk Ministère de l'Agriculture, de la Pêche et de l'Alimentation Service Officiel de Contrôle et de Certification (SOC)
Paris
Ierland Xxx Xxxxxxxxxx xx Xxxxxxxxxxx, Xxxx xxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx Xxxxx
Xxxxxx
Xxxxxx Ente Nazionale Sementi Elette (ENSE) Milano
Luxemburg L'Administration des Services Techniques de l'Agriculture (ASTA)
Service de la Production Végétale Luxembourg
Oostenrijk Bundesamt und Forschungszentrum für Landwirtschaft Wien
Bundesamt für Agrarbiologie Linz
Nederland Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en poot goed van landbouwgewassen (NAK)
Ede
Portugal Ministério da Agricultura, do Desenvolvimento Rural e das Pescas
Direcção Geral de Protecção das Cultura Lisboa
Finland Kasvintuotannon tarkastuskeskus (KTTK)/ Kontrollcentralen fär växtproduktion Siementarkastusosasto/Frökontrollavdelingen Loimaa
▼B
Zweden a) Xxxxxxxx, exclusief pootaardappelen:
— Statens utsädeskontroll (SUK)
(Swedish Seed Testing and Certification Institute) Svalöv
— Frökontrollen Mellansverige AB Linköping
— Frökontrollen Mellansverige AB Örebro
b) Pootaardappelen:
Statens utsädeskontroll (SUK)
(Swedish Seed Testing and Certification Institute) Svalöv
Verenigd Konink rijk
England and Wales
a) Xxxxxxxx, exclusief pootaardappelen
Ministry of Agriculture, Fisheries and Food Seeds Branch
Cambridge
b) Pootaardappelen
Ministry of Agriculture, Fisheries and Food Plant Health Division
York Scotland:
Xxxxxxxx Xxxxxx
Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxx
Xxxxxxxx Xxxxxxx
Department of Agriculture for Northern Ireland Seeds Branch
Belfast
B. Zwitserland Service des Semences et Plants
RAC Changins Nyon
Dienst für Saat- unf Pflanzgut FAL Reckenholz
Zürich
▼B
Anhangsel 3
Door Zwitserland geaccepteerde afwijkende regelingen van de Gemeenschap (1)
a) Beschikkingen tot vrijstelling van bepaalde lidstaten van de toepassing, ten aanzien van bepaalde gewassen, van Richtlijn 66/402/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaigranen:
— Beschikking 69/270/EEG van de Commissie (PB L 220 van 1.9.1969, blz. 8)
— Beschikking 69/271/EEG van de Commissie (PB L 220 van 1.9.1969, blz. 9)
— Beschikking 69/272/EEG van de Commissie (PB L 220 van 1.9.1969, blz. 10)
— Beschikking 70/47/EEG van de Commissie (PB L 13 van 19.1.1970, blz. 26), gewijzigd bij Beschikking 80/301/EEG van de Commissie (PB L 68 van 14.3.1980, blz. 30)
— Beschikking 74/5/EEG van de Commissie (PB L 12 van 15.1.1974, blz. 13)
— Beschikking 74/361/EEG van de Commissie (PB L 196 van 19.7.1974, blz. 19)
— Beschikking 74/532/EEG van de Commissie (PB L 299 van 7.11.1974, blz. 14)
— Beschikking 80/301/EEG van de Commissie (PB L 68 van 14.3.1980, blz. 30)
— Beschikking 86/153/EEG van de Commissie (PB L 115 van 3.5.1986, blz. 26)
— Beschikking 89/101/EEG van de Commissie (PB L 38 van 10.2.1989, blz. 37).
b) Beschikkingen tot machtiging van sommige lidstaten om de handel in zaai zaad van bepaalde granen of pootgoed van bepaalde aardappelrassen te beperken (zie Gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen — Twintigste volledige uitgave, kolom 4 (PB C 264 A van 30.8.1997, blz. 1)).
c) Beschikkingen tot machtiging van sommige lidstaten om strengere maatrege len te nemen met betrekking tot de aanwezigheid van Avena fatua in zaai granen:
— Beschikking 74/269/EEG van de Commissie (PB L 141 van 24.5.1974, blz. 20), gewijzigd bij Beschikking 78/512/EEG van de Commissie (PB L 157 van 15.6.1978, blz. 35) (2)
— Beschikking 74/531/EEG van de Commissie (PB L 299 van 7.11.1974, blz. 13)
— Beschikking 95/75/EG van de Commissie (PB L 60 van 18.3.1995, blz. 30)
— Beschikking 96/334/EG van de Commissie (PB L 127 van 25.5.1996, blz. 39).
d) Beschikkingen tot machtiging van sommige lidstaten om, wat de handel in pootaardappelen betreft, voor hun gehele grondgebied of een gedeelte daar van ten aanzien van bepaalde ziekten strengere maatregelen toe te passen dan op grond van de bijlagen I en II bij Richtlijn 66/403/EEG is vereist:
— Beschikking 93/231/EEG van de Commissie (PB L 106 van 30.4.1993, blz. 11), gewijzigd bij de Beschikking van de Commissie:
— 95/21/EG (PB L 28 van 7.2.1995, blz. 13),
— 95/76/EG (PB L 60 van 18.3.1995, blz. 31) en
— 96/332/EG (PB L 127 van 25.5.1996, blz. 31).
(1) In voorkomend geval, alleen voor rassen van granen of aardappelen.
(2) In voorkomend geval, alleen voor zaaigrassen of pootaardappelen.
▼B
AANHANGSEL 4
Lijst van derde landen (1)
Argentinië Australië Bulgarije Canada Chili Hongarije Israël Kroatië Marokko
Nieuw-Zeeland Noorwegen Polen Roemenie Slovenië Slowakije
Tsjechische Republiek Turkije
Uruguay
Verenigde Staten van Amerika Zuid-Afrika
(1) Voor veldkeuringen van gewassen voor de teelt van zaaizaad en het geproduceerde zaaizaad is de erkenning gebaseerd op Beschikking 95/514/EG van de Raad (PB L 296 van 9.12.1995, blz. 34), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 98/162/EG van de Raad (PB L 53 van 24.2.1998, blz. 21) en voor de controles op de instandhouding van rassen op Beschikking 97/788/EG van de Raad (PB L 322 van 25.11.1998, blz. 39). Voor Noorwegen geldt de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
.
▼M19
BIJLAGE 7
INZAKE DE HANDEL IN WIJNBOUWPRODUCTEN
Artikel 1
Doelstellingen
De partijen komen overeen om, op basis van de beginselen van niet-discriminatie en wederkerigheid, hun onderlinge handel in wijnbouwproducten van oorsprong uit hun grondgebied te vergemakkelijken en te bevorderen overeenkomstig de in deze bijlage vastgestelde voorwaarden.
Artikel 2
Toepassingsgebied
Deze bijlage is van toepassing op de wijnbouwproducten die zijn omschreven in de in aanhangsel 1 genoemde wetsbepalingen.
Artikel 3
Definities
Met het oog op de toepassing van deze bijlage wordt, tenzij in de bijlage uit drukkelijk anders is vermeld, verstaan onder:
a) „wijnbouwproduct van oorsprong uit”, gevolgd door de naam van één van de partijen: een product in de zin van artikel 2 dat op het grondgebied van de genoemde partij uit uitsluitend op dit grondgebied of op een in aan hangsel 2 omschreven grondgebied geoogste druiven is bereid overeenkom stig het bepaalde in deze bijlage;
b) „geografische aanduiding”: elke aanduiding, met inbegrip van de oor sprongsbenaming, in de zin van artikel 22 van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom die aan de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie is gehecht (hierna „de TRIP’s-overeenkomst” genoemd), die in de wet- of regelgeving van een partij is erkend voor de omschrijving en de aanbiedingsvorm van een in artikel 2 bedoeld wijnbouwproduct van oorsprong uit haar grondgebied of een in aanhangsel 2 omschreven grondgebied;
c) „traditionele aanduiding”: een van oudsher gebruikte benaming die vooral betrekking heeft op de productiemethode of de kwaliteit, de kleur of het type van een in artikel 2 bedoeld wijnbouwproduct en die in de wet- of regelgeving van een partij is erkend voor de omschrijving en de aanbie dingsvorm van dat product van oorsprong uit het grondgebied van deze partij;
d) „beschermde benaming”: een geografische aanduiding of een traditionele aanduiding zoals bedoeld onder respectievelijk b) en c), die krachtens deze bijlage beschermd is;
e) „omschrijving”: de benamingen die worden gebruikt in de etikettering, in de documenten die het in artikel 2 bedoelde wijnbouwproduct begeleiden tij dens het vervoer, in de handelsdocumenten, met name facturen en leverings bonnen, en in reclame;
f) „etikettering”: alle omschrijvingen en andere aanduidingen, tekens, beeld- of handelsmerken die het in artikel 2 bedoelde wijnbouwproduct kenmerken en op dezelfde recipiënt worden aangebracht, inclusief op de verzegeling of de aan het recipiënt gehechte label en het omhulsel van de hals van de flessen;
g) „aanbiedingsvorm”: de benamingen die worden gebruikt op de recipiënten en op de sluitingen ervan, in de etikettering en op de verpakking;
▼M19
h) „verpakking”: het beschermende verpakkingsmateriaal, zoals papier, allerlei soorten verpakkingsstro, kartons en kisten, dat wordt gebruikt bij het ver voer van een of meer recipiënten en/of voor de aanbieding daarvan met het oog op de verkoop aan de eindverbruiker;
i) „regelgeving inzake de handel in wijnbouwproducten”: alle in deze bijlage vastgestelde bepalingen;
j) „bevoegde autoriteit”: elke autoriteit of elke dienst die door een partij is aangewezen om toe te zien op de toepassing van de regelgeving inzake de productie van en de handel in wijnbouwproducten;
k) „contactautoriteit”: de instantie of de bevoegde autoriteit die door een partij is aangewezen om te zorgen voor de nodige contacten met de contactauto riteit van de andere partij;
l) „verzoekende autoriteit”: een bevoegde autoriteit die door een partij is aan gewezen om verzoeken om bijstand op de in deze titel behandelde gebieden in te dienen;
m) „aangezochte autoriteit”: een bevoegde instantie of autoriteit die door een partij is aangewezen om verzoeken om bijstand op de in deze titel behan delde gebieden in ontvangst te nemen;
n) „overtreding”: elke inbreuk op de regelgeving inzake de productie en de handel in wijnbouwproducten, alsmede elke poging tot inbreuk op deze regelgeving.
TITEL I
BEPALINGEN INZAKE DE INVOER EN DE AFZET
Artikel 4
Etikettering, aanbiedingsvorm en begeleidende documenten
1. De handel tussen de partijen in in artikel 2 bedoelde wijnbouwproducten van oorsprong uit hun respectieve grondgebied vindt plaats overeenkomstig de in deze bijlage vastgestelde technische bepalingen. Met „technische bepalingen” wordt bedoeld alle in aanhangsel 3 bedoelde bepalingen inzake de definiëring van de wijnbouwproducten, de oenologische procedés, de samenstelling van deze producten, de documenten die deze producten begeleiden en de voorschriften inzake het vervoer en de afzet van deze producten.
2. Het comité kan besluiten de definitie van de in lid 1 bedoelde „technische bepalingen” te wijzigen.
3. De bepalingen van de in aanhangsel 3 opgenomen wetsbesluiten betref fende de inwerkingtreding of de tenuitvoerlegging van deze wetsbesluiten, gelden niet voor de toepassing van deze bijlage.
4. Deze bijlage laat de toepassing van nationale of uniale bepalingen inzake het belastingstelsel, alsmede de daarmee verband houdende controlemaatregelen onverlet.
TITEL II
WEDERZIJDSE BESCHERMING VAN DE BENAMINGEN VAN DE IN Artikel 2 BEDOELDE WIJNBOUWPRODUCTEN
Artikel 5
Beschermde benamingen
De volgende, in aanhangsel 4 opgenomen benamingen voor wijnbouwproducten van oorsprong uit de Europese Unie en Zwitserland worden beschermd:
a) de naam van of de verwijzingen naar de plaats van oorsprong van de wijn, i.e. hetzij een lidstaat van de Europese Unie, hetzij Zwitserland;
▼M19
b) de specifieke vermeldingen;
c) de oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen;
d) de traditionele aanduidingen.
Artikel 6
Namen of verwijzingen die worden gebruikt om hetzij de lidstaten van de Europese Unie, hetzij Zwitserland aan te duiden
1. De namen van of de verwijzingen naar lidstaten van de Europese Unie die voor de aanduiding van wijn worden gebruikt en aan de hand waarvan de oor sprong van deze wijn in Zwitserland wordt bepaald:
a) mogen slechts worden gebruikt voor wijn van oorsprong uit de desbetreffende lidstaat;
b) mogen slechts worden gebruikt op wijnbouwproducten van oorsprong uit de Europese Unie en op voorwaarde dat de in de wet- en regelgeving van de Europese Unie vastgestelde voorwaarden in acht worden genomen.
2. De namen van of de verwijzingen naar Zwitserland die voor de aanduiding van wijn worden gebruikt en aan de hand waarvan de oorsprong van deze wijn in de Europese Unie wordt bepaald:
a) mogen slechts worden gebruikt voor wijn van oorsprong uit Zwitserland;
b) mogen slechts worden gebruikt op wijnbouwproducten van oorsprong uit Zwitserland en op voorwaarde dat de in de Zwitserse wet- en regelgeving vastgestelde voorwaarden in acht worden genomen.
Artikel 7
Andere vermeldingen
1. De vermeldingen „appellation d’origine protégée” (beschermde oorsprongs benaming), „indication géographique protégée” (beschermde geografische aan duiding), inclusief de desbetreffende afkortingen „AOP” (BOB) en „IGP” (BGA), en de in Verordening (EG) nr. 607/2009 van de Commissie (1) opgenomen ver meldingen „Sekt” en „crémant” mogen slechts worden gebruikt voor wijn van oorsprong uit de betrokken lidstaat en op voorwaarde dat de in de wet- en regelgeving van de Europese Unie vastgestelde voorwaarden in acht worden genomen.
2. Onverminderd artikel 10 mogen de in artikel 63 van de federale landbouw wet bedoelde vermeldingen „appellation d’origine contrôlée” (gecontroleerde oor sprongsbenaming), inclusief de desbetreffende afkorting „AOC” (GOB), en „vin de pays” (landwijn) slechts worden gebruikt voor wijn van oorsprong uit Zwitser land en op voorwaarde dat de in de Zwitserse wetgeving vastgestelde voorwaar den in acht worden genomen.
De in artikel 63 van de federale landbouwwet bedoelde vermelding „vin de table” (tafelwijn) mag slechts worden gebruikt voor wijn van oorsprong uit Zwitserland en op voorwaarde dat de in de Zwitserse wetgeving vastgestelde voorwaarden in acht worden genomen.
Artikel 8
Bescherming van de oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen
1. De in aanhangsel 4, deel A, opgenomen oorsprongsbenamingen en geogra fische aanduidingen van de Europese Unie worden in Zwitserland:
I. beschermd en voorbehouden voor wijn van oorsprong uit de Europese Unie;
(1) PB L 193 van 24.7.2009, blz. 60.
▼M19
II. mogen slechts worden gebruikt op wijnbouwproducten van de Europese Unie en op voorwaarde dat de in de wet- en regelgeving van de Europese Unie vastgestelde voorwaarden in acht worden genomen.
De in aanhangsel 4, deel B, opgenomen oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen van Zwitserland worden in de Europese Unie:
I. beschermd en voorbehouden voor wijn van oorsprong uit Zwitserland;
II. mogen alleen worden gebruikt op wijnbouwproducten van Zwitserland en op voorwaarde dat de in de Zwitserse wet- en regelgeving vastgestelde voor waarden in acht worden genomen.
2. De partijen nemen overeenkomstig deze bijlage de nodige maatregelen voor de wederzijdse bescherming van de in aanhangsel 4 opgenomen oorsprongsbena mingen en geografische aanduidingen die worden gebruikt voor de omschrijving en de aanbiedingsvorm van wijn van oorsprong uit het grondgebied van de partijen. Elke partij voorziet in passende rechtsmiddelen om een doeltreffende bescherming te garanderen en te voorkomen dat een in aanhangsel 4 opgenomen oorsprongsbenaming of geografische aanduiding wordt gebruikt voor de om schrijving van wijn die niet van oorsprong is uit de plaats die wordt bedoeld in deze oorsprongsbenaming of geografische aanduiding.
3. De in lid 1 bedoelde bescherming is zelfs van toepassing indien:
a) de werkelijke oorsprong van de wijn is aangegeven;
b) de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding is vertaald, getrans cribeerd of getranslitereerd, of indien
c) de gebruikte aanduidingen vergezeld gaan van vermeldingen als „genre”,
„type”, „stijl”, „imitatie”, „methode” of soortgelijke vermeldingen.
4. Indien in aanhangsel 4 opgenomen oorsprongsbenamingen of geografische aanduidingen gelijkluidend zijn, wordt elk va die benamingen of aanduidingen beschermd, mits deze te goeder trouw wordt gebruikt, een billijke behandeling van de betrokken producenten in het kader van de door de partijen in het comité vastgestelde praktische gebruiksvoorwaarden garandeert en de consument niet wordt misleid.
5. Indien een in aanhangsel 4 opgenomen geografische aanduiding gelijklui dend is met een geografische aanduiding van een derde land, is artikel 23, lid 3, van de TRIP’s-overeenkomst van toepassing.
6. De bepalingen van deze bijlage doen op generlei wijze afbreuk aan het recht van een persoon om voor handelsdoeleinden zijn naam of de naam van zijn voorganger in zaken te gebruiken, behalve wanneer deze naam op zodanige wijze wordt gebruikt dat de consument daardoor wordt misleid.
7. Geen enkele bepaling van deze bijlage verplicht een partij tot bescherming van een in aanhangsel 4 opgenomen oorsprongsbenaming of geografische aan duiding van de andere partij die in het land van oorsprong niet of niet meer beschermd wordt of die in dat land in onbruik is geraakt.
8. De partijen verklaren dat de uit deze bijlage voortvloeiende rechten en plichten niet van toepassing zijn voor andere dan de in aanhangsel 4 opgenomen oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen.
9. Onverminderd de TRIP’s-overeenkomst is deze bijlage erop gericht de rechten en plichten die van toepassing zijn op de bescherming van de geografi sche aanduidingen in beide partijen, aan te vullen en te preciseren.
▼M19
De partijen zien ervan af zich te beroepen op artikel 24, leden 4, 6 en 7, van de TRIP’s-overeenkomst om de bescherming van een benaming van de andere partij, met uitzondering van de in aanhangsel 5 van deze bijlage bedoelde ge vallen, te weigeren.
10. De in dit artikel bedoelde exclusieve bescherming is van toepassing op de benaming „Champagne”, die is opgenomen in de lijst van de Europese Unie in aanhangsel 4 van deze bijlage.
Artikel 9
Verband tussen oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en handelsmerken
1. De partijen zijn er niet toe verplicht een oorsprongsbenaming of een geo grafische aanduiding te beschermen indien de bescherming, rekening houdend met de reputatie of de bekendheid van een vorig handelsmerk, de consument kan misleiden ten aanzien van de werkelijke identiteit van de betrokken wijn.
2. Registratie van een handelsmerk voor een in artikel 2 bedoeld wijnbouw product dat een in aanhangsel 4 opgenomen oorsprongsbenaming of geografische aanduiding bevat of daaruit bestaat, wordt overeenkomstig het recht van elke partij ambtshalve of op verzoek van een belanghebbende partij volledig of ge deeltelijk geweigerd wanneer het betrokken product niet van oorsprong is uit de plaats die wordt vermeld in de oorsprongsbenaming of de geografische aandui ding.
3. Een geregistreerd handelsmerk voor een in artikel 2 bedoeld wijnbouwpro duct dat een in aanhangsel 4 opgenomen oorsprongsbenaming of geografische aanduiding bevat of daaruit bestaat, wordt overeenkomstig het recht van elke partij ambtshalve of op verzoek van een belanghebbende partij volledig of ge deeltelijk ongeldig verklaard wanneer het handelsmerk betrekking heeft op een product dat niet voldoet aan de voorwaarden die samenhangen met de betrokken oorsprongsbenaming of geografische aanduiding.
4. Handelsmerken waarvan het gebruik aan de in het vorige lid bedoelde situatie voldoet en die te goeder trouw zijn gedeponeerd en geregistreerd of, indien de betrokken wetgeving in deze mogelijkheid voorziet, door gebruik te goeder trouw in een partij (met inbegrip van de lidstaten van de Europese Unie) zijn gevestigd vóór de datum waarop de oorsprongsbenaming of de geografische aanduiding van de andere partij op grond van deze bijlage wordt beschermd, mogen verder worden gebruikt, ondanks de bescherming die de oorsprongsbena ming of de geografische aanduiding heeft gekregen, op voorwaarde dat geen enkele reden bestaat om deze handelsmerken krachtens de wetgeving van de betrokken partij ongeldig te verklaren.
Artikel 10
Bescherming van traditionele aanduidingen
1. De in aanhangsel 4, deel A, opgenomen traditionele aanduidingen van de Europese Unie worden in Zwitserland:
a) niet gebruikt voor de omschrijving of aanbiedingsvorm van wijn van oor sprong uit Zwitserland;
b) alleen gebruikt voor de omschrijving of aanbiedingsvorm van wijn van oor sprong uit de Europese Unie indien de oorsprong en de categorie van deze wijn zijn opgenomen in het aanhangsel, de aanduiding wordt vermeld in de desbetreffende taal en de in de wet- en regelgeving van de Europese Unie vastgestelde voorwaarden in acht worden genomen.
▼M19
De in aanhangsel 4, deel B, opgenomen traditionele aanduidingen van Zwitser land worden in de Europese Unie:
a) niet gebruikt voor de omschrijving of aanbiedingsvorm van wijn van oor sprong uit de Europese Unie;
b) alleen gebruikt voor de omschrijving of aanbiedingsvorm van wijn van oor sprong uit Zwitserland indien de oorsprong en de categorie van deze wijn zijn opgenomen in het aanhangsel, de aanduiding wordt vermeld in de desbetref fende taal en de in de Zwitserse wet- en regelgeving vastgestelde voorwaar den in acht worden genomen.
2. De partijen nemen op grond van deze overeenkomst de nodige maatregelen om de in aanhangsel 4 opgenomen traditionele aanduidingen die worden gebruikt voor de omschrijving en de aanbiedingsvorm van wijn van oorsprong uit het grondgebied van de respectieve partijen, overeenkomstig dit artikel te bescher men. Daartoe voorzien de partijen in een doeltreffende juridische bescherming om te voorkomen dat een traditionele aanduiding wordt gebruikt voor de om schrijving van wijn die geen recht heeft op deze aanduiding, zelfs wanneer de gebruikte traditionele aanduiding vergezeld gaat van vermeldingen als „genre”,
„type”, „stijl”, „imitatie”, „methode” of soortgelijke vermeldingen.
3. De bescherming van een traditionele aanduiding geldt alleen:
a) voor de taal of talen waarin deze aanduiding in de lijst in aanhangsel 4 is vermeld;
b) voor de in aanhangsel 4 opgenomen wijncategorie met de traditionele bena ming die ten bate van de Europese Unie wordt beschermd of voor de daar opgenomen wijnklasse met de traditionele benaming die ten bate van Zwitser land wordt beschermd.
4. Indien de in aanhangsel 4 opgenomen traditionele aanduidingen gelijklui dend zijn, wordt elk van deze traditionele aanduidingen beschermd, mits deze te goeder trouw wordt gebruikt, een billijke behandeling van de betrokken produ centen in het kader van de door de partijen in het comité vastgestelde praktische gebruiksvoorwaarden garandeert en de consument niet wordt misleid.
5. Wanneer een in aanhangsel 4 opgenomen traditionele aanduiding gelijk luidend is met de benaming die wordt gebruikt voor een wijnbouwproduct dat niet van oorsprong is uit het grondgebied van een partij, mag de laatstbedoelde benaming worden gebruikt om het wijnbouwproduct te omschrijven en aan te bieden, op voorwaarde dat deze benaming hiervoor van oudsher en constant is gebruikt, dat het gebruik ervan voor dit doel door het land van oorsprong is gereglementeerd en dat de consument niet wordt misleid ten aanzien de van precieze oorsprong van de betrokken wijn.
6. Deze bijlage doet op generlei wijze afbreuk aan het recht van een persoon om voor handelsdoeleinden zijn naam of de naam van zijn voorganger in zaken te gebruiken, behalve wanneer deze naam op zodanige wijze wordt gebruikt dat de consument daardoor niet wordt misleid.
7. Registratie van een handelsmerk voor een in artikel 2 bedoeld wijnbouw product dat een in aanhangsel 4 opgenomen traditionele aanduiding bevat of daaruit bestaat, wordt overeenkomstig het recht van elke partij ambtshalve of op verzoek van een belanghebbende partij volledig of gedeeltelijk geweigerd wanneer dat handelsmerk geen betrekking heeft op wijnbouwproducten van oor sprong uit het geografische herkomstgebied dat met die traditionele aanduiding verbonden is.
Een geregistreerd handelsmerk voor een in artikel 2 bedoeld wijnbouwproduct dat een in aanhangsel 4 opgenomen traditionele aanduiding bevat of daaruit bestaat, wordt overeenkomstig het recht van elke partij ambtshalve of op verzoek van een belanghebbende partij volledig of gedeeltelijk ongeldig verklaard wan neer dat handelsmerk geen betrekking heeft op wijnbouwproducten van oor sprong uit het geografische herkomstgebied dat met die traditionele aanduiding verbonden is.
▼M19
Handelsmerken waarvan het gebruik aan de in het vorige lid bedoelde situatie voldoet en die te goeder trouw zijn gedeponeerd en geregistreerd of door gebruik te goeder trouw in een partij (met inbegrip van de lidstaten van de Europese Unie) zijn gevestigd vóór de datum waarop de traditionele aanduiding van de andere partij op grond van deze bijlage wordt beschermd, mogen verder worden gebruikt indien de wetgeving van de betrokken partij in die mogelijkheid voor ziet.
8. Geen enkele bepaling van deze bijlage verplicht de partijen ertoe een in aanhangsel 4 opgenomen traditionele aanduiding die in het land van oorsprong niet of niet meer beschermd wordt of die in het land van oorsprong in onbruik is geraakt, te beschermen.
Artikel 11
Handhaving van de bescherming
1. De partijen nemen alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat, wanneer wijnbouwproducten van oorsprong uit de partijen uit hun grondgebied worden uitgevoerd en buiten dat grondgebied worden afgezet, de krachtens deze bijlage beschermde benamingen van een partij niet worden gebruikt voor de omschrijving en de aanbiedingsvorm van dergelijke producten van oorsprong uit het grondgebied van de andere partij.
2. Voor zover de ter zake relevante wetgeving van de partijen dat toestaat, wordt de bij deze bijlage geboden bescherming ook verleend aan natuurlijke personen en rechtspersonen, alsmede aan overkoepelende organisaties, verenigin gen en organisaties van producenten, handelaren of consumenten, die hun zetel op het grondgebied van de andere partij hebben.
3. Wanneer de omschrijving of de aanbiedingsvorm van een wijnbouwpro duct, met name in de etikettering of in de officiële documenten of handelsdocu menten of in de reclame, strijdig is met de uit deze bijlage voortvloeiende rechten, nemen de partijen de nodige administratieve of gerechtelijke maatregelen om met name oneerlijke concurrentie te bestrijden of te voorkomen dat de beschermde benaming op een andere manier onrechtmatig wordt gebruikt.
4. De in lid 3 bedoelde maatregelen worden met name in de volgende geval len genomen:
a) wanneer de vertaling van in de wetgeving van de Europese Unie of van Zwitserland opgenomen omschrijvingen in een van de talen van de andere partij een term oplevert die aanleiding kan geven tot misverstand ten aanzien van de oorsprong van het aldus omschreven en aangeboden wijnbouwproduct;
b) wanneer met betrekking tot een wijnbouwproduct waarvan de aanduiding krachtens deze bijlage wordt beschermd, op de verpakking, in de reclame of in officiële documenten of handelsdocumenten aanduidingen, handelsmer ken, benamingen, opschriften of afbeeldingen zijn aangebracht die direct of indirect onjuiste of bedrieglijke aanwijzingen bevatten omtrent de herkomst, de oorsprong, de aard of de wezenlijke eigenschappen van het product;
c) wanneer een verpakking wordt gebruikt die misleidend kan zijn ten aanzien van de oorsprong van het wijnbouwproduct.
5. Deze bijlage belet niet dat de partijen aan de krachtens deze bijlage be schermde aanduidingen een ruimere bescherming verlenen op grond van hun interne wetgeving of op grond van andere internationale overeenkomsten.
▼M19
TITEL III
CONTROLE EN WEDERZIJDSE BIJSTAND VAN DE CONTROLE-INSTANTIES
Artikel 12
Werkingssfeer en beperkingen
1. De partijen verlenen elkaar wederzijds bijstand op de wijze en onder de voorwaarden die in deze titel zijn bepaald. Zij zorgen voor de correcte toepassing van de regelgeving inzake de handel in wijnbouwproducten, met name door elkaar wederzijds bijstand te verlenen, overtredingen van deze wetgeving op te sporen en onderzoeken hierover uit te voeren.
2. De bijstand waarin deze titel voorziet, laat de bepalingen inzake strafrechts pleging of inzake de verlening van juridische bijstand op strafrechtelijk gebied tussen de partijen onverlet.
3. Deze titel laat de nationale bepalingen inzake geheimhouding in het kader van een gerechtelijk onderzoek onverlet.
SUBTITEL I
Bevoegde autoriteiten, gecontroleerde personen en wederzijdse bijstand
Artikel 13
Contactautoriteiten
1. Wanneer een partij verscheidene bevoegde autoriteiten aanwijst, zorgt zij voor de coördinatie van de activiteiten van deze autoriteiten.
2. Elke partij wijst één enkele contactautoriteit aan. Deze autoriteit:
— stuurt de aanvragen om samenwerking met het oog op de toepassing van deze titel door naar de contactautoriteit van de andere partij,
— neemt van voornoemde autoriteit dergelijke aanvragen in ontvangst, die zij vervolgens doorstuurt naar de bevoegde autoriteit of autoriteiten van de partij waaronder zij ressorteert,
— vertegenwoordigt deze partij ten aanzien van de andere partijen in het kader van de in deze titel bedoelde samenwerking,
— stelt de andere partij in kennis van de ter uitvoering van artikel 11 getroffen maatregelen.
Artikel 14
Autoriteiten en laboratoria
De partijen:
a) delen elkaar hun geregeld bijgewerkte lijsten mee, met name:
— de lijst van instanties die bevoegd zijn voor het opstellen van document V I 1 en andere documenten die het vervoer van de wijnbouwproducten begeleiden overeenkomstig artikel 4, lid 1, van deze bijlage en de des betreffende, in aanhangsel 3, deel A, opgenomen bepalingen van de Euro pese Unie,
— de lijst van de in artikel 3, onder j) en k), bedoelde bevoegde autoriteiten en contactautoriteiten,
— de lijst van de laboratoria die gemachtigd zijn de in artikel 17, lid 2, bedoelde analyses uit te voeren,
▼M19
— de lijst van de Zwitserse bevoegde autoriteiten zoals bedoeld in vak 4 van het begeleidend document voor het vervoer van wijnbouwproducten van herkomst uit Zwitserland overeenkomstig aanhangsel 3, deel B;
b) raadplegen elkaar en verstrekken elkaar informatie over de maatregelen die elk van de partijen met het oog op de toepassing van deze bijlage heeft genomen. Zij stellen elkaar met name in kennis van hun respectieve wets bepalingen en verstrekken elkaar een overzicht van de administratieve en gerechtelijke besluiten die voor de correcte toepassing ervan van bijzonder belang zijn.
Artikel 15
Gecontroleerde personen
Natuurlijke of rechtspersonen en groeperingen van dergelijke personen wier be roepsactiviteiten aan de in deze titel bedoelde controles kunnen worden onder worpen, mogen deze controles niet hinderen, maar moeten ze te allen tijde ver gemakkelijken.
SUBTITEL II
Controlemaatregelen
Artikel 16
Controlemaatregelen
1. De partijen treffen de nodige maatregelen om door middel van passende controlemaatregelen de in artikel 12 bedoelde bijstand te garanderen.
2. Deze controles worden hetzij systematisch, hetzij aan de hand van steek proeven uitgevoerd. Bij steekproefcontroles zorgen de partijen ervoor dat de controles qua aantal, aard en frequentie volstaan om representatief te zijn.
3. De partijen treffen de nodige maatregelen om het werk van de functiona rissen van hun bevoegde autoriteiten te vergemakkelijken en zorgen er met name voor dat deze functionarissen:
— toegang hebben tot de wijngaarden, de installaties voor de productie, de bereiding, de opslag en de verwerking van wijnbouwproducten, alsmede tot de middelen voor het vervoer van deze producten,
— toegang hebben tot de bedrijfsruimten of opslagplaatsen en de vervoermid delen van iedereen die wijnbouwproducten of producten die voor de berei ding van dergelijke producten bestemd kunnen zijn, in voorraad houdt met het oog op de verkoop, verhandelt of vervoert,
— een inventaris kunnen opmaken van de wijnbouwproducten en van de stoffen of producten die voor de bereiding van dergelijke producten bestemd kunnen zijn,
— monsters kunnen nemen van de wijnbouwproducten die in voorraad worden gehouden met het oog op de verkoop, worden verhandeld of vervoerd,
— kennis kunnen nemen van de gegevens in de boekhouding of andere docu menten die nuttig zijn voor de controle, en daarvan kopieën of uittreksels kunnen nemen,
▼M19
— passende voorzorgsmaatregelen kunnen nemen in verband met de productie, de bereiding, het in voorraad hebben, het vervoer, de omschrijving, de aan biedingsvorm, de export naar een andere partij of de afzet van een wijn bouwproduct of van een product dat voor de bereiding van een dergelijk product bestemd kan zijn, wanneer er een gegrond vermoeden bestaat dat een ernstige overtreding van de in deze bijlage opgenomen bepalingen is begaan, en met name indien fraude of een risico voor de volksgezondheid wordt vermoed.
Artikel 17
Bemonstering
1. De bevoegde autoriteit van een partij kan een bevoegde autoriteit van de andere partij vragen monsters te nemen overeenkomstig de hiervoor op het grondgebied van deze partij geldende bepalingen.
2. De aangezochte autoriteit bewaart de overeenkomstig lid 1 genomen mon sters en wijst met name het laboratorium aan dat deze monsters zal onderzoeken. De verzoekende autoriteit kan een ander laboratorium aanwijzen dat een parallel onderzoek van de monsters verricht. Daartoe verstrekt de aangezochte autoriteit een passend aantal monsters aan de verzoekende autoriteit.
3. Indien de verzoekende autoriteit en de aangezochte autoriteit het oneens zijn over de resultaten van het in lid 2 bedoelde onderzoek, wordt door een in gezamenlijk overleg aangewezen laboratorium een arbitrageanalyse uitgevoerd.
SUBTITEL III
Procedures
Artikel 18
Ontstaansfeit
Wanneer een bevoegde autoriteit van een partij redenen heeft om te vermoeden dat of verneemt dat:
— een wijnbouwproduct niet voldoet aan de regelgeving inzake de handel in deze producten of dat fraude is gepleegd bij het verkrijgen of bij de afzet van een dergelijk product, en
— deze niet-naleving feit van specifiek belang is voor een partij en aanleiding kan geven tot administratieve maatregelen of rechtsvervolging, meldt zij dit via de contactautoriteit waaronder zij ressorteert, onverwijld aan de contact autoriteit van de betrokken partij.
Artikel 19
Verzoeken om wederzijdse bijstand
1. De verzoeken in het kader van deze titel worden schriftelijk gedaan. Bij deze verzoeken worden de documenten gevoegd die nodig zijn om op het ver zoek te kunnen antwoorden. Wanneer de situatie een dringend antwoord vereist, kunnen mondeling gedane verzoeken worden aanvaard, maar deze moeten on verwijld schriftelijk worden bevestigd.
2. Overeenkomstig lid 1 ingediende verzoeken moeten de volgende gegevens bevatten:
— de naam van de verzoekende autoriteit,
— de gevraagde maatregel,
— het doel van of de reden voor het verzoek,
▼M19
— de betrokken wetgeving, voorschriften of andere rechtsmiddelen,
— zo juist en volledig mogelijke aanduidingen betreffende de natuurlijke per sonen of rechtspersonen waarop de onderzoeken betrekking hebben,
— een samenvatting van de ter zake relevante feiten.
3. De verzoeken worden gesteld in een van de officiële talen van de partijen.
4. Indien een verzoek niet aan de formele voorwaarden voldoet, kan worden gevraagd het te verbeteren of aan te vullen; het is evenwel mogelijk conservatoire maatregelen vast te stellen.
Artikel 20
Procedure
1. De aangezochte autoriteit verstrekt de verzoekende autoriteit die daarom vraagt, alle dienstige inlichtingen die het haar mogelijk maken zich ervan te vergewissen dat de regelgeving inzake de handel in wijnbouwproducten correct wordt toegepast, met name inlichtingen betreffende geconstateerde of geplande activiteiten die een overtreding van deze regelgeving vormen of kunnen vormen.
2. Op een met redenen omkleed verzoek van de verzoekende autoriteit, voert de aangezochte autoriteit een speciale controle uit, of doet zij het nodige om een dergelijke controle te laten uitvoeren, dan wel controles die het mogelijk maken de doelstellingen te verwezenlijken.
3. De in de leden 1 en 2 bedoelde aangezochte autoriteit handelt alsof ze voor eigen rekening of op verzoek van een autoriteit van haar eigen land handelt.
4. De verzoekende autoriteit kan, in overleg met de aangezochte autoriteit, functionarissen die bij haar in dienst zijn of die in dienst zijn bij een andere bevoegde autoriteit van de partij die zij vertegenwoordigt, aanwijzen om:
— hetzij in de kantoren van de bevoegde autoriteiten die ressorteren onder de partij waar de aangezochte autoriteit is gevestigd, gegevens te verzamelen betreffende de correcte toepassing van de regelgeving inzake de handel in wijnbouwproducten of betreffende controleacties, onder meer om kopieën van vervoerdocumenten en andere documenten of uittreksels uit registers te ma ken;
— hetzij hulp te bieden bij de op grond van lid 2 vereiste activiteiten.
De in het eerste streepje bedoelde kopieën mogen slechts worden gemaakt met instemming van de aangezochte autoriteit.
5. De verzoekende autoriteit die een overeenkomstig lid 4, eerste alinea, aan gewezen functionaris naar het grondgebied van een andere partij wenst te sturen om de in het tweede streepje van voornoemde alinea bedoelde controleactiviteiten bij te wonen, meldt dit tijdig, vóór het begin van deze activiteiten, aan de aange zochte autoriteit. De functionarissen van de aangezochte autoriteit behouden steeds de leiding over de controleactiviteiten.
De functionarissen van de verzoekende autoriteit:
— leggen een schriftelijk mandaat voor waarin hun identiteit en hun functie is omschreven,
— genieten, onder het voorbehoud van de beperkingen die de wetgeving van de aangezochte autoriteit aan de eigen functionarissen oplegt bij de uitoefening van de betrokken controles:
— de in artikel 16, lid 3, bedoelde toegangsrechten,
▼M19
— een informatierecht ten aanzien van de resultaten van de door de functi onarissen van de aangezochte autoriteit op grond van artikel 16, lid 3, uitgevoerde controles,
— gedragen zich tijdens de controles overeenkomstig de regels en gebruiken die de functionarissen van de partij op het grondgebied waarvan de controleac tiviteit plaatsvindt, in acht moeten nemen.
6. De in dit artikel bedoelde met redenen omklede verzoeken worden aan de aangezochte autoriteit van de betrokken partij meegedeeld via de contactautoriteit van voornoemde partij. Hetzelfde geldt voor:
— de antwoorden op deze verzoeken,
— de mededelingen betreffende de toepassing van de leden 2, 4 en 5.
In afwijking van het bepaalde in de eerste alinea en om de samenwerking tussen de partijen doeltreffender en sneller te maken, kunnen deze laatste in bepaalde gevallen toestaan dat een bevoegde autoriteit:
— haar met redenen xxxxxxx verzoeken of haar mededelingen rechtstreeks tot een bevoegde autoriteit van de andere partij richt,
— rechtstreeks antwoordt op de met redenen xxxxxxx verzoeken of de medede lingen die zij ontvangt van een bevoegde autoriteit van de andere partij.
In dat geval melden deze autoriteiten dit onverwijld aan de contactautoriteit van de betrokken partij.
7. De informatie in de gegevensbank met analysegegevens waarover elke partij beschikt, met inbegrip van de gegevens die zijn verkregen door de analyse van hun respectieve wijnbouwproducten, worden ter beschikking gesteld van de hiertoe door de partijen aangewezen laboratoria, indien deze hierom verzoeken. De mededeling van de gegevens betreft alleen de relevante analysegegevens die nodig zijn voor de interpretatie van een analyse van een monster met soortgelijke eigenschappen en oorsprong.
Artikel 21
Beslissing over wederzijdse bijstand
1. De partij waaronder de aangezochte autoriteit ressorteert, kan weigeren bijstand op grond van deze titel te verlenen, indien deze bijstand afbreuk kan doen aan de soevereiniteit, de openbare orde, de veiligheid of andere essentiële belangen van deze partij.
2. Wanneer de verzoekende autoriteit om een vorm van bijstand verzoekt die zij desgevraagd zelf niet zou kunnen verlenen, vermeldt zij dit in haar verzoek. De aangezochte autoriteit is dan vrij om te beslissen hoe zij op een dergelijk verzoek reageert.
3. Indien de bijstand wordt geweigerd, moeten deze beslissing en de redenen ervoor onverwijld aan de verzoekende autoriteit worden meegedeeld.
Artikel 22
Informatie en documentatie
1. De aangezochte autoriteit deelt de resultaten van de onderzoeken aan de verzoekende autoriteit mee in de vorm van documenten, gewaarmerkte kopieën, rapporten en soortgelijke teksten.
2. De in lid 1 bedoelde documenten kunnen worden vervangen door com putergegevens, in welke vorm ook, die tot hetzelfde doel strekken.
▼M19
3. De in de artikelen 18 en 20 bedoelde gegevens worden verstrekt samen met alle dienstige documenten of andere bewijsstukken, en met vermelding van de administratieve maatregelen of rechtsvervolgingen waartoe eventueel is besloten, en hebben met name betrekking op:
— de samenstelling en de organoleptische eigenschappen van het betrokken wijnbouwproduct,
— de omschrijving en de aanbiedingsvorm van het wijnbouwproduct,
— de naleving van de voor de productie, bereiding of afzet van het wijnbouw product voorgeschreven regels.
4. De contactautoriteiten die betrokken zijn bij de zaak waarvoor de in de artikelen 18 en 20 bedoelde procedure voor wederzijdse bijstand is ingeleid, houden elkaar onverwijld op de hoogte van:
— het verloop van de onderzoeken, met name in de vorm van rapporten en andere documenten of informatiemiddelen,
— de administratieve of juridische gevolgen waartoe deze onderzoeken hebben geleid.
Artikel 23
Kosten
De uit de toepassing van deze titel voortvloeiende verplaatsingskosten zijn voor rekening van de partij die een functionaris heeft aangewezen voor de in artikel 20, leden 2 en 4, bedoelde maatregelen.
Artikel 24
Vertrouwelijkheid
1. Elke inlichting die, in welke vorm ook, ter uitvoering van deze titel wordt verstrekt, heeft een vertrouwelijk karakter. Ze wordt gedekt door het beroeps geheim en geniet de bescherming die aan soortgelijke informatie wordt verleend op grond van de ter zake geldende wetgeving van de partij die ze heeft ont vangen, of door de overeenkomstige bepalingen die gelden voor de autoriteiten van de Unie, naargelang van het geval.
2. Het bepaalde in deze titel verplicht een partij waarvan de wetgeving of de administratieve gebruiken inzake de bescherming van industriële en commerciële geheimen striktere bepalingen bevatten dan die welke in deze titel zijn vast gesteld, niet tot het verstrekken van inlichtingen, indien de verzoekende partij geen voorzieningen treft om zich aan deze striktere bepalingen te houden.
3. De verkregen inlichtingen mogen slechts worden gebruikt voor de toepas sing van deze titel; zij mogen op het grondgebied van een partij slechts voor andere doeleinden worden gebruikt na de voorafgaande schriftelijke toelating van de administratieve autoriteit die ze heeft verstrekt en zijn bovendien onderworpen aan de door deze autoriteit opgelegde beperkingen.
4. Het bepaalde in lid 1 belet niet dat de betrokken inlichtingen mogen wor den gebruikt in het kader van rechtszaken of administratieve maatregelen die eventueel achteraf zouden worden ingesteld wegens overtredingen van het ge mene strafrecht, op voorwaarde dat ze zijn verkregen in het kader van inter nationale rechtshulp.
▼M19
5. De partijen kunnen in hun processen-verbaal, rapporten en getuigenverkla ringen, alsmede tijdens de procedures en vervolgingen voor de rechtbanken, de overeenkomstig deze titel verkregen inlichtingen en de geraadpleegde documen ten als bewijs aanhalen.
TITEL IV
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 25
Uitsluitingen
1. De titels I en II zijn niet van toepassing op de in artikel 2 bedoelde wijn bouwproducten die:
a) in transitoverkeer op het grondgebied van een van de partijen zijn, of
b) van oorsprong zijn uit het grondgebied van een van de partijen en in kleine hoeveelheden tussen de partijen worden verzonden overeenkomstig de voor waarden en de procedures in aanhangsel 5 van deze bijlage.
2. De toepassing van de briefwisseling tussen de Gemeenschap en Zwitserland betreffende de samenwerking inzake de officiële controle op wijn, die op 15 ok tober 1984 te Brussel is ondertekend, wordt geschorst zolang deze bijlage in werking is.
Artikel 26
Overleg
1. De partijen plegen overleg indien de ene partij van mening is dat de andere partij een uit deze bijlage voortvloeiende verplichting niet is nagekomen.
2. De partij die het overleg vraagt, verstrekt de andere partij alle gegevens die nodig zijn voor een grondig onderzoek van het betrokken geval.
3. In gevallen waarin uitstel de gezondheid van de mens in gevaar zou kunnen brengen of afbreuk zou kunnen doen aan de doeltreffendheid van de maatregelen om fraude te voorkomen, mogen zonder voorafgaand overleg voorlopige bescher mende maatregelen worden genomen, op voorwaarde dat er onmiddellijk nadat die maatregelen zijn genomen, overleg plaatsvindt.
4. Wanneer de partijen tijdens het in de leden 1 en 3 bedoelde overleg niet tot overeenstemming zijn gekomen, kan de partij die om het overleg heeft verzocht of de in lid 3 bedoelde maatregelen heeft genomen, passende beschermende maatregelen nemen om een juiste toepassing van deze bijlage mogelijk te maken.
Artikel 27
Werkgroep
1. De krachtens artikel 6, lid 7, van de overeenkomst opgerichte „Werkgroep oor wijnbouwproducten”, hierna „de werkgroep” genoemd, onderzoekt alle vraagstukken in verband met deze bijlage en de tenuitvoerlegging ervan.
2. De werkgroep onderzoekt periodiek de ontwikkeling van de interne wette lijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de partijen op de door deze bijlage bestreken gebieden. De werkgroep stelt met name voorstellen op die zij aan het comité voorlegt met het oog op de aanpassing van deze bijlage en de bijbeho rende aanhangsels.
▼M19
Artikel 28
Overgangsbepalingen
1. Onverminderd artikel 8, lid 10, mogen de wijnbouwproducten die bij de inwerkingtreding van deze bijlage worden geproduceerd, bereid, omschreven en aangeboden op een wijze die in overeenstemming was met de interne wet- en regelgeving van de partijen, maar bij deze bijlage worden verboden, worden afgezet zolang de vooraad strekt.
2. De wijnbouwproducten die zijn geproduceerd, bereid, omschreven en aan geboden in overeenstemming met deze bijlage, maar waarvan de productie, be reiding, omschrijving en aanbiedingsvorm als gevolg van een wijziging van deze bijlage niet langer in overeenstemming zijn met deze bijlage, mogen worden afgezet zolang de voorraad strekt, tenzij het comité een ander besluit neemt.
▼M19
Aanhangsel 1
In artikel 2 bedoelde wijnbouwproducten
Voor de Europese Unie:
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepa lingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1234/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 (PB L 346 van 30.12.2010, blz. 11). Producten van de GN-codes 2009 61, 2009 69
en 2204 (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
Voor Zwitserland:
Hoofdstuk 2 van de Ordonnance du XXX xx 00 xxxxxxxx 0000 xxx xxx xxxxxxxx alcooliques, modifiée en dernier lieu le 15 novembre 2010 (RO 2010 6391). Producten van de codes 2009.60 en 2204 van het Zwitserse douanetarief.
▼M19
Aanhangsel 2
In artikel 3, onder a) en b), bedoelde bijzondere bepalingen Appellation d’origine contrôlée Genève („AOC Genève”) (Gecontroleerde
oorsprongsbenaming Genève)
1. Geografisch gebied
Het geografische gebied van de gecontroleerde oorsprongsbenaming Genève omvat:
— het volledige grondgebied van het kanton Genève;
— de volgende Franse gemeenten, in hun geheel:
— Challex,
— Ferney-Voltaire;
— de volgende Franse gemeenten, gedeeltelijk:
— Ornex,
— Chens-sur-Léman,
— Veigy-Foncenex,
— Saint-Julien-en-Genevois,
— Viry,
als omschreven in de bepalingen inzake de gecontroleerde oorsprongsbena ming Genève.
2. Productiegebied van de druif
Het productiegebied van de druif omvat:
a) op het grondgebied van Genève: de oppervlakten die deel uitmaken van het wijnbouwkadaster in de zin van artikel 61 van de federale landbouw wet (RS 910.1) en waarvan de opbrengst bestemd is voor de wijnproduc tie;
b) op het Franse grondgebied: de oppervlakten van de in punt 1 genoemde gemeenten of delen van gemeenten, die met wijnstokken zijn aangeplant of in aanmerking komen voor herbeplantingsrechten en die overeenstem men met maximaal 140 hectare.
3. Wijnbereidingsgebied
De wijn mag uitsluitend op het grondgebied van Zwitserland worden bereid.
4. Declassering
Het gebruik van de gecontroleerde oorsprongsbenaming Genève impliceert niet dat geen gebruik mag worden gemaakt van de omschrijvingen „vin de pays” (landwijn) en „vin de table suisse” (Zwitserse tafelwijn) als aanduiding van gedeclasseerde wijn die bereid is met druiven uit het in punt 2, onder b), omschreven productiegebied.
5. Controle van de bepalingen inzake de gecontroleerde oorsprongsbenaming Genève
De controles in Zwitserland vallen onder de bevoegdheid van de Zwitserse autoriteiten, met name die van Genève.
Wat de op het Franse grondgebied verrichte fysieke controles betreft, geeft de bevoegde Zwitserse autoriteit een machtiging aan een door de Franse autori teiten erkend Frans controleorgaan.
6. Overgangsbepalingen
Producenten die met wijnstokken beplante oppervlakten bezitten buiten het in punt 2, onder b), omschreven productiegebied, en eerder op wettige wijze de gecontroleerde oorsprongsbenaming Genève hebben gebruikt, mogen deze benaming verder gebruiken tot het wijnoogstjaar 2013 en de betrokken pro ducten mogen worden afgezet zolang de voorraad strekt.