Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
MAATREGELEN bij vondst of verdenking ToBRFV bij vruchtentelers (substraatteelt) van tomaat, paprika en Spaanse peper.
Bij vaststelling van XxXXXX in de vruchtenteelt (substraatteelt) legt het FAVV de hieronder beschreven maatregelen op. Deze maatregelen hebben tot doel:
- de verspreiding naar andere bedrijven te voorkomen door het hanteren van strikte hygiënemaatregelen,
- de virusdruk te reduceren tijdens de vruchtenteelt en,
- het virus uit te roeien tijdens de eerst volgende teeltwissel door het uitvoeren van een grondige reiniging en ontsmetting.
De maatregelen worden geval per geval geëvalueerd en opgevolgd. Ze kunnen aangepast worden in functie van de fytosanitaire situatie en bij nieuwe wetenschappelijke inzichten.
1. Besmetverklaring binnen een productielocatie
Bij vondst of verdenking (symptomen, positieve sneltest, …) van XxXXXX gelden onderstaande beperkende maatregelen voor alle ruimten op de productielocatie tenzij de ruimtes (serres, compartimenten) zo van elkaar gescheiden zijn (wanden) dat verspreiding van het organisme tussen de ruimten kan worden uitgesloten, wat op aanvraag door het FAVV zal beoordeeld worden. De ruimte(s) met de beperkende maatregelen worden officieel besmet verklaard bij bevestiging van ToBRFV.
Deze bevestiging gebeurt na officiële monsterneming door het FAVV. In het laboratorium moet daarvoor na een eerste positieve test, een tweede test uitgevoerd worden op hetzelfde monster. Pas als beide positief zijn volgt een officiële besmetverklaring. Als geweten is dat na de eerste positieve test die tweede test negatief is, wordt de ruimte vrijgegeven, maar wordt aan de operator gevraagd visuele inspecties uit te voeren, monsters te nemen en het FAVV op de hoogte te houden van de resultaten. Afhankelijk van diverse factoren zoals het groeistadium zal het FAVV het verdachte gewas binnen afzienbare tijd opnieuw officieel bemonsteren.
2. Maatregelen m.b.t. materialen, personeel en bezoekers
Materialen
- Materialen (incl. machines, gereedschappen) m.u.v. afval, kisten/dozen/fust en transportmiddelen ten behoeve van de afzet van tomatenvruchten, moeten in de besmet verklaarde ruimte(s) blijven.
- Indien bepaalde materialen toch verwijderd moeten worden, dient het bedrijf daartoe toestemming te vragen aan het FAVV met opgave van protocol reiniging en
ontsmetting en vervoer die verspreiding onmogelijk maakt.
- Voor afzet van vruchten en kisten/dozen zie punt 3.
- Voor de afvoer van afval, hommels, plantmateriaal en substraat (tijdens de teeltwisseling) zie punt 4 e.v.
Personeel en bezoekers
- Deze maatregelen zijn in detail uit te werken door operator en goed te keuren door het FAVV.
3. Maatregelen m.b.t. afzet van vruchten
Afzet van vruchten is toegestaan mits:
- de vruchten niet symptomatisch zijn en vruchten niet afkomstig zijn van symptomatische planten (zie punt 5),
- gestart werd met de maatregelen om de virusdruk te verlagen (zie punt 5),
- maatregelen worden genomen om verspreiding van het virus via kisten/dozen/fust en transportvoertuigen naar andere teeltlocaties te voorkomen, zoals minimaal beschreven in de drie hieronder vermelde situaties:
1. Vruchten worden afgezet in dozen voor eenmalige toepassing waarbij ze
▪ worden geoogst in deze dozen en zo vertrekken uit het bedrijf of
▪ worden geoogst in herbruikbare kisten en in een pakstation (intern of extern) overgeladen worden in dozen voor eenmalige toepassing, waarbij
• de herbruikbare kisten worden gereinigd en ontsmet met een methode die ToBRFV elimineert, ten minste vooraleer ze opnieuw gebruikt worden in ruimtes of bij telers die niet besmet verklaard zijn en
• er een strikte scheiding wordt gehanteerd om (her)besmetting van ontsmette kisten te voorkomen.
2. Vruchten worden afgezet in herbruikbare kisten waarbij de vruchten op zodanige wijze verpakt werden dat ze deze kisten niet kunnen besmetten en
▪ de kisten waarin de vruchten werden aangevoerd worden gereinigd en ontsmet met een methode die ToBRFV elimineert, ten minste vooraleer ze opnieuw gebruikt worden in ruimtes of bij telers die niet besmet verklaard zijn,
▪ voor de afzet van de verpakte vruchten wordt verzekerd dat enkel gewassen en ontsmette kisten gebruikt worden en
▪ er wordt strikte scheiding gehanteerd om (her)besmetting van ontsmette kisten/fust te voorkomen.
3. Vruchten worden afgezet in herbruikbare kisten waarbij de vruchten afkomstig uit een besmette ruimte in aanraking komen met de afzetkisten (ofwel omdat ze er in geoogst worden, ofwel omdat ze er bijvoorbeeld in een later stadium onverpakt in aangebracht worden), waarbij moet worden gegarandeerd dat 100% van deze kisten gereinigd en ontsmet worden met een methode die ToBRFV elimineert voor ze
opnieuw bij een tomatenteler (al dan niet aangesloten bij poolsysteem of veiling) terecht kunnen komen1.
- afval dat ontstaat bij verpakken wordt afgevoerd en vernietigd onder dezelfde voorwaarden als het materiaal uit besmette ruimtes,
- de teler, het pakstation of eventueel andere relevante operatoren (veiling/fustcentrale) daarvoor een protocol ter goedkeuring hebben voorgelegd heeft aan het FAVV en de weg die herbruikbare kisten volgen en de hierboven beschreven garanties daarin opgenomen zijn,
- de veiling op de hoogte werd gebracht en akkoord heeft gegeven,
- de operator een register bijhoudt van de genomen beheersmaatregelen tijdens de teelt en bij teeltwisseling incl. de verwijdering van symptomatische en naburige planten (aantal, locatie in de serre, datum en tijd), resultaten monsternemingen, reiniging en ontsmetting.
4. Verwijderen hommelkolonies
Hommelkasten:
- op invliegstand zetten ten laatste 24 uur voor het verwijderen van de hommelkolonie en direct na de laatste vruchtzetting,
- in plastic inpakken en
- afvoeren naar een verbrandingsoven.
5. Verwijderen van planten tijdens teelt
Om de virusdruk te verlagen dient de operator op zijn minst de planten met symptomen en naburige planten verwijderen of deze doorgeknipt te laten staan in een afgebakende zone tot de teeltwissel. Deze beheersmaatregelen kan de operator uitvoeren in samenwerking met de proefcentra. Als bij inspectie door het FAVV blijkt dat de beheersmaatregelen niet voldoen of niet uitgevoerd worden kan het FAVV zelf bijkomende maatregelen opleggen en indien nodig de afzet van vruchten blokkeren.
Vernietiging en afvoer moet gebeuren zoals hieronder in punt 7 beschreven.
6. Verwijderen van plantmateriaal en substraat bij teeltwisseling
Bij de teeltwissel:
- de watergift stoppen enige tijd vóór het ruimen om substraat droog te trekken, maar de planten niet geheel laten verdrogen omwille van verstuiving,
1 Operatoren die contractueel deelnemen aan een door het FAVV goedgekeurd poolsysteem worden geacht hieraan te voldoen. De operator vermeldt in zijn protocol zijn contract met het poolsysteem. Een poolsysteem kan pas goedgekeurd worden indien er bij het FAVV een protocol ingediend werd waarin gegarandeerd wordt dat alle kisten gereinigd en ontsmet worden met een methode die ToBRFV elimineert voor ze opnieuw bij een tomatenteler terechtkomen. De flow van de kisten moet dus duidelijk zijn (van besmette producent tot opnieuw bij producent) en de indienende partij(en) moet(en) garant staan daarvoor.
- de ramen zoveel mogelijk dicht houden,
- de te verwijderen planten en te verwijderen substraat vanuit de kas rechtstreeks in containers of het vervoermiddel plaatsen en
- deze containers met de planten en substraat tijdens opslag zodanig afdekken zodat verspreiding van plantmateriaal en substraat naar de omgeving wordt voorkomen.
7. Vervoer en vernietiging
Zolang de productielocatie niet is vrijgegeven, gelden voor de afvoer en vernietiging van alle aanwezige plantmateriaal (verwijderde planten, onkruid), substraat en ander afval beperkende maatregelen, behalve voor de afgescheiden ruimtes die niet onder de maatregelen vallen en de delen van de locatie die eerder zijn vrijgegeven.
Vernietiging van plantmateriaal
Plantmateriaal wordt bij voorkeur in een verbrandingsoven vernietigd.
Andere opties voor vernietiging voor te leggen aan en goed te keuren door de bevoegde instanties en het FAVV:
- storten en daarna afdekken met laag ander materiaal van minimaal 1 m dikte;
- composteren (met opgave van de condities tijd, temperatuur, hygiënisatie, bestemming compost en nevenproducten zoals percolaat, hygiënemaatregelen) voor grote hoeveelheden materiaal (teeltwissel):
• composteren is toegelaten mits de totale composteringsduur (incl. de tijd dat de compost ligt opgeslagen na de rijpingsfase) ten minste 60 dagen is, de compost niet wordt gebruikt in de professionele glastuinbouw, noch voor andere professionele en particuliere groententeelt en alleen in België wordt afgezet. Bij buitencompostering geldt tevens de eis dat de composthoop minimaal driemaal moet worden omgezet en na elke omzetting de temperatuur in de composthoop ten minste 60°C bereikt gedurende minimaal 24 uur.
De operator moet een attest kunnen voorleggen.
Behandeling van het substraat
Vernietiging moet gebeuren bij een door de bevoegde instantie toegelaten vernietigingslocatie. Preferentiële opties voor vernietiging zijn:
- verbranding,
- recycling bij een steenwol-recyclingbedrijf mits aan het FAVV kan worden aangetoond dat het te verwerken materiaal in België blijft en besmetting van de groententeelt vermeden wordt. Indien het te verwerken materiaal naar het buitenland gaat, moet gegarandeerd worden dat het vrij is van XxXXXX ofwel moet de autoriteit daar akkoord gaan om het te verwerken materiaal te ontvangen.
Andere opties (compostering, storten, stomen) voor vernietiging of hergebruik zijn voor te leggen aan en goed te keuren door de bevoegde instanties en het FAVV.
Vernietiging van ander afval
Afvoer gebeurt in gesloten zakken/containers naar de verbrandingsoven.
Vervoer van plantmateriaal, substraat en afval
- Vervoermiddelen of de containers moeten dusdanig zijn afgesloten dat tijdens het transport geen mogelijkheid tot verspreiding van het virus bestaat.
- Eventuele loonwerker en de vervoerder/afnemer van het afval moeten van de besmetting op de hoogte worden gebracht.
- Ook zij moeten maatregelen nemen: grondig reinigen en vervolgens ontsmetten van gebruikte apparatuur en transportmiddelen.
8. Schoonmaken en ontsmetten ruimten na verwijderen planten.
Alvorens een volggewas geteeld wordt moeten, na het verwijderen van alle plantmateriaal uit de besmet verklaarde ruimte, alle materiaal en oppervlakken in de besmet verklaarde ruimte(s), eerst zeer grondig worden gereinigd en vervolgens ontsmet: ook leidingen, de drainwatersilo, deurknoppen,bedrijfskantines e.d. Het FAVV moet van het tijdstip op voorhand op de hoogte gebracht worden.
Loopfolie, druppelaars, en andere materialen die niet goed kunnen worden gereinigd en ontsmet, moeten worden verwijderd en als afval worden afgevoerd (zie punt 7).
9. Vrijgave
Vrijgave en opheffing van de maatregelen kan pas gebeuren:
- nadat alle vatbare waardplanten en het substraat in de besmet verklaarde ruimtes zijn verwijderd en
- op ten minste 6 maand oud niet-resistent (zie punt 10) volggewas op een nieuw of behandeld (zie punt 7) substraat het virus niet kan worden aangetoond na inspectie en intensieve monsterneming door het FAVV (aan te vragen door operator tijdens de teeltperiode van dit volggewas).
Indien in het bedrijf meerdere besmet verklaarde ruimtes (besmet verklaarde compartimenten/serres en volledig gescheiden door wanden) niet op hetzelfde moment geruimd, gereinigd en ontsmet worden dan:
- moeten binnen een ruimte altijd alle planten verwijderd zijn voordat de ruimte kan worden gereinigd en ontsmet (zie punt 8) en
- kan pas na wisseling van het laatste besmette ruimte de inspectie en monsterneming voor vrijgave plaatsvinden, wanneer er in principe minimum 6 maanden oude niet-
resistente volggewassen staan in elke besmet verklaarde ruimte. Het exacte moment van bemonstering zal mede afhangen van de leeftijd van de planten in de andere ruimten.
Indien het virus opnieuw wordt gedetecteerd na niet-gelijktijdige ruiming wordt het de volgende keer wel verplicht om alle compartimenten/kassen gelijktijdig op te ruimen, tenzij de operator kan bewijzen dat het om een onafhankelijke besmetting gaat. Niettemin blijft het gelijktijdig ruimen sterk aangeraden.
10. Volgteelt met niet-waardplanten of resistent ras
Indien na de besmetting niet-waardplanten of resistente rassen worden geteeld geldt het volgende:
- Vruchten mogen worden afgezet zonder beperkingen.
- Er zijn geen beperkingen voor afvoer van het gewas, het substraat en de hommelkolonies aan het einde van de teelt.
- Behalve de hierboven beschreven versoepelingen blijven de andere hygiënische maatregelen zoals beschreven onder punt 2 wel gelden.
- Vrijgave kan pas na bemonstering van de eerstvolgende teelt van een waardplant zonder enige vorm van resistentie (voor de afzet van vruchten van alle vatbare waardplanten gelden tot vrijgave altijd de beperkingen zoals hierboven beschreven) ofwel
- kan vrijgave indien in drie opeenvolgende jaren uitsluitend niet-waardplanten of resistente rassen worden geteeld waarbij de kas(sen) en alle bijbehorende ruimten tijdens ten minste drie teeltwisselingen volledig zijn gereinigd en ontsmet (inclusief verwijdering van het gebruikte substraat bij elke teeltwisseling).
Als resistente rassen worden beschouwd:
- Rassen die door de daarvoor bevoegde autoriteiten erkend worden als resistent en op een lijst geplaatst worden, die aan de Europese Commissie en de andere lidstaten werd overgemaakt. 2
- Capsicum-rassen met het L3 of L4-resistentiegen/allel in afwachting dat ze op een lijst komen.
11. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Voor het bestrijden van een plantenziekte en de verspreiding ervan (via planten, materialen, vervoer, …) zijn enkel toegelaten gewasbeschermingsmiddelen toegestaan. Een product dat is toegelaten en overeenkomstig de toelating wordt gebruikt, is doeltreffend voor de bestrijding van de te bestrijden plantenziekte (en veilig voor de gezondheid van de gebruiker).
Indien er geen middel is toegelaten als gewasbeschermingsmiddel kan een dringende vrijstelling aangevraagd worden aan de FOD Volksgezondheid door de sector via de template: xxxxx://xxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxx-000- dagen .
De FOD Volksgezondheid, dienst gewasbeschermingsmiddelen is akkoord om ook het gebruik van bepaalde toegelaten biociden toe te staan. Deze mogen enkel gebruikt worden indien er overeenstemming is met het doel waarvoor het biocide bestemd is en met het producttype en gebruik waarvoor het biocide geregistreerd is (zie de toelating). De gebruiksaanwijzing uit de toelating moet gerespecteerd worden. Biociden worden enkel ingezet als hygiënische maatregel.
2 Bij publicatie van V2 van dit document zijn er nog geen resistente tomatenrassen gemeld aan de Commissie
Maatregelen ToBRFV – V 2 – 2023_7/7
Historiek
Identificatie van het document | Wijzigingen | Rechtvaardiging | Van toepassing vanaf |
Maatregelen ToBRFV – REV 0-2021 | Eerste versie van het document | 10/06/2021 | |
Maatregelen ToBRFV – V2 -2023 | Verduidelijking maatregelen | Verspreiding ToBRFV, Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1032 | Datum publicatie |
Dit protocol kwam tot stand met medewerking van de NVWA en technische en wetenschappelijke inbreng van de ToBRFV werkgroep met vertegenwoordigers uit o.a. de proefcentra, laboratoria, producentenorganisaties.