ARLA FOODS AMBA (CVR-NO 25 31 37 63) STATUTEN (NEDERLANDS)
ARLA FOODS AMBA (CVR-NO 25 31 37 63) STATUTEN (NEDERLANDS)
5. BEËINDIGING VAN HET LIDMAATSCHAP 4
7. LEVERINGSVERPLICHTING EN MELKKWALITEIT 6
9. GEBIEDEN, REGIO'S EN MEMBER DISTRICTS 7
10. DE ORGANEN VAN DE COÖPERATIE 7
11. VERKIESBAARHEID, VERKIEZINGSPERIODE ETC. 7
12. MEMBER DISTRICTS EN DISTRICT COUNCILS 8
16. BOARD OF REPRESENTATIVES 12
19. BEVOEGDHEID DE COÖPERATIE TE VERTEGENWOORDIGEN 17
22. JAARVERSLAG EN WINSTBESTEMMING 18
STATUTEN VAN ARLA FOODS AMBA CVR-NR. 25 31 37 63
1. NAAM EN VESTIGINGSADRES
1.1 De naam van de Coöperatie is Arla Foods amba.
1.2 De Coöperatie kan daarnaast een onderneming voeren onder een of meer secundaire namen, die worden geregi- streerd bij de Deense Handelsautoriteit (Erhvervsstyrelsen).
1.3 De Coöperatie is gevestigd in Aarhus, Denemarken.
1.4 De Coöperatie is een coöperatieve vereniging met beperkte aansprakelijkheid voor haar leden (andelsselskab med begrænset ansvar, afgekort amba).
2. DOEL
2.3 De Coöperatie kan de in Artikel 2.1 en Artikel 2.2 genoemde activiteiten uitvoeren onder eigen naam of door mid- del van belangen in of andere vormen van samenwerking met bedrijven etc. die dergelijke activiteiten uitvoeren.
2.4 De niet-coöperatieve activiteiten van de Coöperatie zullen worden uitgevoerd door haar dochtermaatschappijen.
3. LIDMAATSCHAP
3.2 Een als lid toegelaten melkproducent moet, voordat deze begint met het leveren van melk, de melkleveringsover- eenkomst van de Coöperatie ondertekenen. Het lidmaatschap gaat in op de datum waarop de eerste levering van melk aan de Coöperatie plaatsvindt.
3.3 Alle leden moeten voldoen aan de algemene lidmaatschapsvoorwaarden van de Coöperatie zoals die steeds door de Board of Directors worden vastgesteld.
3.4 Het lidmaatschap van een lid heeft, als op het moment van toelating geen voorbehoud wordt gemaakt dat tot het tegendeel strekt, betrekking op alle koeienmelk en alle eenheden voor de productie van koeienmelk die onder zeggenschap staan van (i) het lid zelf, (ii) een rechtspersoon die onder zeggenschap van het lid staat, of (iii) een
1 In Denemarken komt voor lidmaatschap in aanmerking iedere melkproducent, die een natuurlijke persoon hetzij een rechtspersoon is, die melk levert in het natuurlijke geografische werkgebied van de Coöperatie en anderszins voldoet aan de algemene lidmaatschapsvoorwaarden zoals bepaald in deze Statuten en zoals steeds door de Board of Directors vastge- steld.
3.5 Onder “zeggenschap" in Artikel 3 wordt verstaan de mogelijkheid om op ieder moment, uit welke hoofde dan ook, direct dan wel indirect, operationele en financiële beslissingen te nemen. Als er niemand is die dergelijke beslis- singen alleen kan nemen, behoort de zeggenschap toe aan degene die de meeste invloed heeft, of – als niet kan worden bepaald wie de meeste invloed heeft – degene die het grootste eigendomsbelang heeft.
3.6 Een lid moet de Board of Directors in kennis stellen van iedere oneigenlijke uitbreiding van de melkproductie van het lid, zodat de Board of Directors kan bepalen of de uitbreiding (geheel of gedeeltelijk) in het lidmaatschap wordt opgenomen of daar buiten wordt gehouden. Eigenlijke uitbreidingen, d.w.z. uitbreidingen binnen het be- staande melkophalingsgebied van de Coöperatie, met hetzelfde type melk dat op dat moment wordt geleverd en waarbij het eigendom niet verandert, zijn toegestaan en behoeven niet gemeld te worden. De Board of Directors stelt de leden steeds en binnen redelijke termijnen op de hoogte van de factoren waardoor de Board of Directors zich bij zijn toezicht op naleving van dit Artikel laat leiden.
3.7 De Coöperatie kan melk van niet-leden aannemen. Producenten die geen lid zijn, hebben ook geen ledenrechten, waaronder het recht tot het ontvangen van nabetalingen.
3.10 De Board of Directors bepaalt of een lid in de zin van deze Statuten als Bedrijfslid wordt aangemerkt. Ieder lid van een Bedrijfslid heeft bij de toepassing van het bepaalde in Artikel 10-17 de rechten en plichten van een lid van de Coöperatie. Een Bedrijfslid (i) heeft bij de toepassing van het bepaalde in Artikel 10-17 niet de rechten en plichten van een lid van de Coöperatie; (ii) ziet erop toe dat zijn statuten en andere toepasselijke bepalingen of afspraken de toepassing van dit Artikel mogelijk maken en (iii) belemmert of dwarsboomt de toepassing van dit Artikel niet op een andere manier. Onverminderd Artikel 5.1, kan het lidmaatschap van een Bedrijfslid niet worden beëindigd door hetzij het Bedrijfslid hetzij de Coöperatie.
4. AANSPRAKELIJKHEID
4.1 Geen enkel lid van de Coöperatie is persoonlijk aansprakelijk voor de verplichtingen en schulden van de Coöpe- ratie.
5. BEËINDIGING VAN HET LIDMAATSCHAP
2 In Denemarken geldt dat als de opzegging van het lidmaatschap wordt ontvangen (i) op of tussen 1 januari en 31 augustus, de opzegging ingaat vanaf het einde van het boekjaar, of (ii) op of tussen 1 september en 31 december, de opzegging ingaat na 12 maanden na de datum waarop de Coöperatie de opzegging ontvangt.
het lid betrekking heeft, wordt dat lid geacht zijn lidmaatschap met inachtneming van de voorgeschreven opzeg- termijn te hebben opgezegd. De opzegtermijn gaat in op de datum waarop de Coöperatie de schriftelijke kennis- geving van de overdracht ontvangt.
5.3 Als een lid, door middel van verkoop, erflating, verpachting, beëindiging van een pachtovereenkomst of beëindi- ging van een rechtspersoon of anderszins, alle productie-eenheden waarop zijn lidmaatschap betrekking heeft, op continuïteitsbasis overdraagt, dan heeft de verkrijger het recht om als lid van de Coöperatie te worden toegela- ten en moet de Board of Directors dienovereenkomstig akkoord gaan met de aanvraag van lidmaatschap van de verkrijger met ingang van de datum dat het lidmaatschap van het terugtredend lid wordt beëindigd (zie Artikel 5.2), mits de verkrijger (i) het lidmaatschap aanvraagt voordat het lidmaatschap van het terugtredend lid wordt beëindigd, (ii) voldoet aan de lidmaatschapseisen van de Coöperatie en die naleeft, en (iii) geen geroyeerd lid is en geen rechtspersoon die onder zeggenschap van een geroyeerd lid staat. De Board of Directors is gerechtigd van lidmaatschap uit te zonderen alle productie-eenheden die niet van het terugtredend lid zijn verkregen of die ingevolge Artikel 3.4 buiten het lidmaatschap vallen. Alle melk die in het verleden door het terugtredend lid aan de Coöperatie is geleverd, wordt beschouwd als te zijn geleverd door de verkrijger.
5.4 De overdracht van eigendomsbelangen van de Coöperatie en het toetreden of terugtrekken van deelnemers tot of uit een dergelijke rechtspersoon wordt niet geacht een beëindiging of opzegging van het lidmaatschap te zijn.
5.5 Als een lid, zonder tekort te schieten in zijn leveringsverplichting op grond van Artikel 7, gedurende zes achter- eenvolgende maanden geen melk aan de Coöperatie heeft geleverd, wordt dat lid geacht zijn lidmaatschap te hebben opgezegd overeenkomstig het bepaalde in Artikel 5.1, waarbij als opzegtermijn de dag van zijn laatste melklevering heeft te gelden. De Board of Directors kan een vrijstelling van deze bepaling verlenen indien (i) het niet-leveren van melk te wijten is aan overmacht en (ii) verwacht wordt dat het lid binnen twaalf maanden, of zo- veel langer als de Board of Directors vaststelt, na ontvangst van het verzoek van het lid tot vrijstelling van de be- palingen, melk aan de Coöperatie zal leveren. Het lid kan tot uiterlijk zes maanden na zijn laatste melklevering verzoeken om vrijstelling als bedoeld in dit Artikel.
5.6 Indien het lidmaatschap op een andere dan de in Artikel 5.1 en 5.2 genoemde wijze wordt beëindigd, is die beëin- diging in strijd met de Statuten geschied. In dat geval is het terugtredend lid aan de Coöperatie een boete ver- schuldigd ter hoogte van een door de Board of Directors te bepalen bedrag. Onverminderd een eventuele boete- betaling door het terugtredend lid kan de Coöperatie ook een vergoeding van het terugtredend lid vorderen voor schade die zij heeft geleden als gevolg van diens terugtreding. Het terugtredend lid is bovendien alle aan de Co- operatie verschuldigde bedragen per direct verschuldigd en zal deze aan de Coöperatie voldoen, waarna het lid wordt ontheven van alle verplichtingen ten aanzien van de Coöperatie.
6. NIET-NAKOMING ETC.
6.1 Ieder lid dat deze Statuten, de algemene lidmaatschapsvoorwaarden, het kwaliteitsprogramma of andere ver- plichtingen ten aanzien van de Coöperatie niet naleeft, of dat handelt ten nadele van de Coöperatie of haar doe- len of ten nadele van haar belangen of doelstellingen, kan door de Board of Directors worden geroyeerd. Roye- ment houdt in dat dat lid wordt geacht te zijn afgetreden wegens niet-nakoming van deze Statuten, als bedoeld in
Artikel 5.6. Als een aldus geroyeerd lid niet akkoord gaat met zijn royering, kan het lid de zaak ter toetsing voor- leggen aan de Board of Representatives, mits een verzoek tot een dergelijke toetsing binnen één maand na ver- zending van de kennisgeving van de royering aan het lid, wordt ingediend bij de Board of Directors.Verwijzingen van uitwijzingen worden definitief behandeld en afgehandeld door de Global Appeals Group, die is samengesteld uit 2 (twee) leden van elk gebied, gekozen door en onder de leden van het College van Afgevaardigden overeen- komstig het bepaalde in artikel 17.4 voor een periode van twee jaar tegelijk.
6.2 Om kwesties te kunnen regelen die verband houden met de naleving door een lid van deze Statuten of het vervul- len door een lid van andere verplichtingen ten aanzien van de Coöperatie, kan de Board of Directors van de Co- operatie afstand nemen van transacties of afspraken die door de Board of Directors geacht worden te zijn gericht op het omzeilen van deze Statuten of andere verplichtingen van leden.
6.3 De Coöperatie behoudt zich het recht voor om alle vorderingen op bestaande of voormalige leden, ongeacht de opeisbaarheid van die vorderingen, te verrekenen met vorderingen die dat lid heeft ingediend bij de Coöperatie.
7. LEVERINGSVERPLICHTING EN MELKKWALITEIT
7.1 Alle leden leveren aan de Coöperatie alle koeienmelk die niet op hun eigen boerderij wordt gebruikt voor persoon- lijke consumptie of voederdoeleinden of die niet wordt verwerkt op en rechtstreeks aan particulieren wordt ver- kocht vanaf de boerderij of boerenmarkt, waarbij de omvang van die verkoop onderworpen is aan de goedkeuring van de Board of Directors. Met inachtneming van door de Board of Directors vastgestelde administratieve bepa- lingen mogen leden in het Deense en Zweedse gebied binnen een door de Board of Representatives vast te stel- len periode van twee weken een deel van hun melkleveringen aan andere zuivelbedrijven leveren.3 Hoe deze leveringen over de periode van twee weken worden verspreid, wordt onderling overeengekomen tussen het lid, de Coöperatie en het andere zuivelbedrijf om de kosten voor de partijen zo laag mogelijk te houden en een eer- lijke verdeling van de melk te waarborgen. Wat betreft de melkleveringen aan andere zuivelbedrijven wordt het lid aangemerkt als niet-lid. Een lid kan met inachtneming van een kennisgevingstermijn aan de Coöperatie van drie maanden ophouden met het uitoefenen van het recht om melk aan andere zuivelbedrijven te leveren en kan zo een exclusieve leverancier tegen de gebruikelijke voorwaarden worden, met dezelfde rechten en plichten met betrekking tot de desbetreffende hoeveelheid melk als individuele leden, zie Artikel 3.1. Ongeacht het boven- staande moeten Bedrijfsleden (zie Artikel 3.10) al hun melk aan de Coöperatie leveren.
7.2 Als de in Artikel 7.1 omschreven leveringsverplichting niet wordt toegestaan door toepasselijke wet- of regelge- ving, geven de leden voor zover als mogelijk uitvoering aan de verplichting.
7.3 Een lid moet voldoen aan het kwaliteitsprogramma, overige voorschriften van de Coöperatie en alle toepasselijke overheidseisen met betrekking tot de melkkwaliteit en de productieomstandigheden.
3 In Zweden is de leveringsverplichting als gevolg van toezeggingen van de Coöperatie aan de Zweedse mededingingsautoriteit (Konkurrensverket) beperkt tot 50% en kan ieder lid tot 50% van zijn melkleveringen binnen een willekeurige periode van twee weken aan andere zuivelbedrijven leveren met inachtneming van een kennisgevingstermijn aan de Coöperatie van vier maanden. Met inachtneming van het individuele maximum van 50% kunnen Zweedse leden die biologische melk produceren gezamenlijk tot 7% van de totale jaarlijkse inname van Zweedse biologische melk van de Coöperatie aan andere zuivelbedrijven leveren, met inachtneming van een schriftelijke kennisgevingstermijn van vier maanden. In Denemarken kan ieder lid tot 20% van zijn melkleveringen binnen een willekeurige periode van twee weken aan andere zuivelbedrijven leveren, met inachtneming van een kennisgevingstermijn van zes weken. Aanvullende informatie met betrekking tot de administratie van deelleveringen is verkrijgbaar bij de Coöperatie.
7.4 Als een lid niet aan de bovengenoemde eisen voldoet, kan de Board of Directors deze niet-nakoming sanctione- ren zoals nader uiteengezet in het kwaliteitsprogramma, hetgeen kan leiden tot royering van het lid overeenkom- stig Artikel 6.1. Eventuele schadevergoeding wordt betaald in overeenstemming met de nationale wetgeving die van toepassing is op het gebied waar de productie-eenheid is gevestigd.
7.5 De Board of Representatives stelt steeds de toepasselijke algemene regels vast voor het ophalen van melk, als- mede een kwaliteitsprogramma. De Board of Directors legt alle andere regels in dit verband vast.
8. BETALING VAN MELK
8.1 De Board of Representatives stelt na advies van de Board of Directors de algemene richtlijnen vast inzake de betaling voor melk, op grond waarvan de Board of Directors beslist over de uit te keren voorschotten voor de aan de Coöperatie geleverde melk, met inbegrip van eventuele toeslagen voor extra kosten gemaakt in verband met bijzondere eisen ten aanzien van de productie en de melkkwaliteit, marktgerelateerde kosten en inhoudingen, en aanvullingen en inhoudingen die verband houden met de melkkwaliteit.
8.2 De betaling voor de door de leden geleverde volle melk is gebaseerd op de hoeveelheid melk, het gehalte vet en eiwitten en/of andere bestanddelen, de kwaliteit van de melk en andere factoren zoals die steeds overeenkomstig Artikel 8.1 zijn vastgesteld.
9. GEBIEDEN, REGIO'S EN MEMBER DISTRICTS
9.2 De Board of Directors bepaalt op advies van de Area Council het aantal regio's in een gebied. De Board of Direc- tors bepaalt op advies van de toepasselijke Regional Board het aantal Member Districts per regio. De Regional Board verdeelt de leden in de regio over het aantal aldus vastgestelde Member Districts.
10. DE ORGANEN VAN DE COÖPERATIE
10.1 De Board of Representatives is het hoogste besluitvormend orgaan van de Coöperatie. De Board of Directors fungeert als het hoogste centrale bestuursorgaan, daarin bijgestaan door de Management Board, die is belast met het dagelijks bestuur. Het bestuur van de Coöperatie berust op een indirecte democratische vertegenwoordi- ging van alle leden van de Coöperatie, waardoor aanvullende organen vereist zijn voor de vertegenwoordiging en verkiezingen.
10.2 De organen van de Coöperatie zijn de in Artikel 12 omschreven District Meetings en Dictrict Councils, de in Artikel 13 omschreven Regional Boards, de in Artikel 12.5 en 13.11 omschreven Election Committees, de in Artikel 14 omschreven Area Forums, de in Artikel 15 omschreven Area Councils, de in Artikel 15 omschreven Board of Re- presentatives, de in Artikel 16 omschreven Board of Directors en de in Artikel 18 omschreven Management Board.
11. VERKIESBAARHEID, VERKIEZINGSPERIODE ETC.
11.1 Verkiesbaar voor de organen van de Coöperatie zijn, (i) als het lid een natuurlijke persoon is, het lid zelf en de echtgenoot of de partner met wie het lid ongehuwd samenwoont, kinderen en ouders, broer of zus; (ii) als het lid een rechtspersoon is, leden van de Board of Directors, de Management Board of vergelijkbare organen van de rechtspersoon, en (iii) natuurlijke personen die in aanzienlijke mate en stelselmatig betrokken zijn bij de dagelijkse
werkzaamheden met betrekking tot de melkproductie van het lid. Iedere persoon die op grond van deze bepa- lingen verkiesbaar is en bereid is te worden gekozen, moet worden voorgedragen. Er kan echter slechts één ver- kiesbare persoon per lid worden gekozen.
11.2 Eenieder die voor een van de organen van de Coöperatie wordt gekozen, dient zonder tussenkomst van de par- tijen af te treden als die persoon of het door die persoon vertegenwoordigde lid is opgehouden met de exploitatie van de melkproductie-eenheid die de grondslag vormt voor het lidmaatschap, dat lidmaatschap wordt beëindigd, die persoon het lid niet langer kan vertegenwoordigen, of die persoon of het door die persoon vertegenwoordigde lid – direct of indirect –lid is van, of aanmerkelijke belangen heeft in, of een bestuursfunctie aanneemt in een be- drijf dat concurreert met de Coöperatie, behalve als de Board of Directors ontheffing verleent. Het lid treedt af op het moment dat een van voornoemde situaties zich voordoet. Indien ten gevolge van de beëindiging van het lid- maatschap op grond van Artikel 5.2 de verkrijger lid van de Coöperatie wordt, vindt er geen aftreding plaats, tenzij de gekozen persoon na de overdracht niet verkiesbaar is. Dit Artikel is niet van toepassing op personeelsverte- genwoordigers.
11.3 Voorafgaand aan iedere verkiezing vergewist de voorzitter van de vergadering zich ervan dat alle kandidaten ver- kiesbaar zijn en bereid zijn te worden gekozen. Als een kandidaat de verkiezing niet zelf bijwoont, vergewist de voorzitter zich ervan dat de kandidaat bereid is te worden gekozen.
11.4 Eenieder die voor de organen van de Coöperatie wordt gekozen, is in functie vanaf het einde van de vergadering waarin de verkiezing plaatsvindt tot aan het einde van de volgende vergadering waarin een verkiezing plaatsvindt (ambtstermijn van twee jaar).
11.5 De Board of Directors kan besluiten dat voor District Meetings en vergaderingen van de District Council en Regio- nal Board die via elektronische middelen (inclusief een stemming) worden gehouden, fysieke aanwezigheid niet vereist is.
12. MEMBER DISTRICTS EN DISTRICT COUNCILS
12.1 Een lid maakt deel uit van het Member District waar de melkproductie-eenheden van het lid gevestigd zijn. Als de melkproductie-eenheden van het lid zich in meer dan één Member District bevindt, wijst het lid één Member Dis- trict aan waartoe het wenst te behoren. Een lid kan ervoor kiezen lid te worden in een ander district, mits dat dis- trict grenst aan het district van het lid. Om op de volgende gewone vergadering in het nieuwe district zijn stem- rechten te kunnen uitoefenen, moet het lid de overstap naar een ander district vóór 1 december registreren bij het regiokantoor.
12.2 Het hoogste besluitvormend orgaan van het Member District is de District Meeting. Het uitvoerend orgaan daar- van is de District Council.
12.3 Ieder even jaar kiest de gewone District Meeting een District Council bestaande uit één councillid per 25 leden (of een ander door de Board of Directors vastgesteld aantal leden) binnen het Member District.
12.6 Als er een schriftelijke stemming wordt gehouden, vinden eventuele verkiezingen voor de District Councils en de Election Committee op verzoek plaats op basis van de prioriteringsmethode.
12.8 In het Midden-Europese gebied kiest de District Council ieder even jaar uit hun midden een voorzitter en vice- voorzitter alsmede een geschikt aantal, van maximaal twee, plaatsvervangende leden. De District Council kiest vervolgens uit de voorzitter en vicevoorzitter de leden die plaatsnemen de Board of Representatives. Als er meer dan twee leden voor de Board of Representatives gekozen moeten worden, kiest de District Council uit haar mid- den het aanvullende lid of de aanvullende leden, alsmede een geschikt aantal plaatsvervangende leden.
12.9 In het gebied van het Verenigd Koninkrijk kiest de District Council ieder even jaar uit haar midden een voorzitter, vicevoorzitter alsmede een geschikt aantal, van maximaal twee, plaatsvervangende leden. Het lid dat de meeste stemmen krijgt, wordt gekozen tot voorzitter en het lid dat de op een na meeste stemmen krijgt, wordt gekozen tot vicevoorzitter.
12.10 Het district houdt zijn gewone District Meeting eens per jaar in maart of april. Het streven is echter de gewone District Meeting voor eind maart te laten plaatsvinden.
12.11 De voorzitter van de District Council roept de District Meetings bijeen, opent de vergaderingen en geeft leiding aan de verkiezing van de voorzitter van de vergadering. Leden ontvangen uiterlijk twee weken voor de vergade- ring een uitnodiging voor de vergadering, inclusief agenda. Het jaarverslag van de Coöperatie is vóór de gewone District Meeting beschikbaar voor de leden.
12.12 Voorstellen van districtsleden die besproken moeten worden op een gewone vergadering van de Board of Repre- sentatives, dienen uiterlijk één week voor de District Meeting schriftelijk te worden ingediend bij de voorzitter van de District Council. Tijdens de vergadering waarop het voorstel wordt besproken en waarop over het voorstel wordt gestemd, presenteert de District Council zijn aanbeveling over het voorstel. Als het voorstel door de District Meeting wordt aangenomen, presenteert de District Council het voorstel aan de Board of Representatives als voorstel van het district. Als het voorstel door de District Meeting wordt verworpen, legt de District Council het voorstel niet voor aan de Board of Representatives, maar kan het lid het voorleggen aan de Regional Board, die het op zijn beurt kan voorleggen aan de Board of Representatives.
12.13 Buitengewone District Meetings worden bijeengeroepen op verzoek van de voorzitter van de District Council, de Regional Board, of ten minste tien procent van de leden in het district. Het verzoek moet schriftelijk worden inge- diend bij de voorzitter van de District Council, onder vermelding van de kwestie waarover het gaat.
12.14 Alle District Meetings worden voorgezeten door de voorzitter, die door de vergadering wordt gekozen en beslist over alle zaken met betrekking tot de vergaderorde, de stemming en de stemuitslag. Op verzoek is de stemming schriftelijk.
12.15 De leden hebben toegang tot de District Meetings, mogen daar het woord voeren en hebben stemrecht. De leden hebben alleen stemrecht tijdens District Meetings die worden gehouden in het district waartoe zij behoren. Er kan persoonlijk of per volmacht worden gestemd, welke volmacht niet door een lid van de Coöperatie hoeft te worden afgegeven. Een volmacht is voor niet meer dan één lid geldig. Alle besluiten moeten worden aangenomen met een absolute meerderheid van stemmen (meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen). Bij gelijke stemmen heeft de voorzitter van de District Council de beslissende stem, behalve bij verkiezingen.
12.16 Indien een lid aanwezig wil zijn bij en het woord wil voeren tijdens een District Meeting buiten zijn eigen district, dient het lid zijn aanwezigheid bij aankomst bij de vergadering te melden aan de vertegenwoordiger van het regio- kantoor.
12.17 Eenieder die op grond van Artikel 11 verkiesbaar is en, tot op redelijke hoogte, eenieder die met die persoon of de melkproductie-eenheid verwant is, heeft het recht aanwezig te zijn bij en te spreken op de District Meetings in het district waartoe het lid behoort. Tot District Meetings in andere districten worden uitsluitend toegelaten perso- nen die ingevolge Artikel 11 in hun eigen district verkiesbaar zijn.
12.18 De notulen van District Meetings worden opgenomen in een notulenboek, dat door de voorzitter van de vergade- ring en de notulist wordt getekend. De notulen kunnen op verzoek aan de districtsleden worden verzonden.
12.19 Leden van de Regional Board en de Board of Directors hebben toegang tot de District Meetings.
13. REGIONAL BOARD
13.1 In het Deense en Zweedse gebied bestaat de Regional Board uit de in de regio gekozen leden van de Board of Representatives. In het Midden-Europese gebied en het gebied van het Verenigd Koninkrijk bestaat de Regional Board uit alle voorzitters en vicevoorzitters van de District Councils in de regio.
13.2 Bij afwezigheid van één of meer leden kan eenzelfde aantal plaatsvervangende leden – in de volgorde waarin ze door de District Meeting of District Council zijn gekozen – in zijn/hun plaats aanwezig zijn en stemmen.
In het Centraal-Europese gebied worden alleen leden van de Regional Board die tevens lid zijn van de Board of Representatives geacht verkiesbaar te zijn voor de functie van voorzitter en vicevoorzitter.
13.4 In het gebied van het Verenigd Koninkrijk worden de regiovoorzitter en -vicevoorzitter geacht te zijn gekozen voor de Board of Representatives, en op de gewone vergadering wordt tevens een geschikt aantal, van maximaal twee, plaatsvervangende leden gekozen.
13.5 Gewone vergaderingen van de Regional Board worden door de regiovoorzitter bijeengeroepen. Deelnemers ont- vangen uiterlijk twee weken voor de vergadering een uitnodiging voor de vergadering, inclusief agenda.
13.6 Buitengewone vergaderingen van de Regional Board worden gehouden op verzoek van de regiovoorzitter of drie leden van de Regional Board. Deelnemers ontvangen uiterlijk zeven dagen voor de vergadering van de regio- voorzitter een uitnodiging voor de vergadering, inclusief agenda.
13.7 De Regional Board vormt een quorum als ten minste de helft van zijn leden, met inbegrip van de regiovoorzitter of
-vicevoorzitter, aanwezig is.
13.8 Besluiten worden genomen met een absolute meerderheid van stemmen (meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen), behalve bij verkiezingen. Bij gelijke stemmen heeft de regiovoorzitter of, bij diens afwezigheid, de Dis- trict Council de beslissende stem, behalve bij verkiezingen. Het uitbrengen van de stemmen geschiedt persoon- lijk. Ieder lid van de Regional Board heeft één stem.
13.9 De notulen van vergaderingen van de Regional Board worden opgenomen in een notulenboek, dat door de voor- zitter van de vergadering en de notulist wordt getekend. Het notulenboek wordt binnen twee weken na de verga- dering aan alle leden van de Regional Board verzonden.
13.10 De Regional Board draagt, namens en op basis van de richtlijnen en besluiten van de Board of Directors, bij aan de ontwikkeling van samenwerking in de regio en tussen de Coöperatie en haar leden. De Regional Board draagt bij aan de uitvoering van de taken die de regio zijn toegewezen. De Regional Board informeert de Board of Direc- tors over alle regionale zaken en onderwerpen die mogelijk van invloed zijn op de Coöperatie. Andersom infor- meert de Board of Directors de Regional Board over alle wezenlijke zaken en onderwerpen die van belang zijn voor de regio.
14. AREA FORUMS
14.1 Per gebied van de Coöperatie worden Area Forums opgericht. Het Area Forum fungeert als een bemiddelend forum tussen de Board of Directors en de Management Board. Forumleden fungeren als ambassadeurs die de Coöperatie ten overstaan van alle leden vertegenwoordigen.
14.2 Het Area Forum bestaat uit alle gekozen leden van de District Councils, de Regional Boards, de Joint Area Coun- cil en de Board of Representatives in het gebied.
14.3 Leden van de Board of Directors en leden van de Management Board hebben toegang tot de vergaderingen van het Area Forum en hebben het recht daar te spreken.
14.4 Het Area Forum houdt twee gewone vergaderingen per jaar en kan tevens buitengewone vergaderingen houden.
14.6 In het gebied van het Verenigd Koninkrijk wordt ieder even jaar, zo spoedig mogelijk na alle gewone vergaderin- gen van de Regional Board in het gebied, een extra gewone vergadering gehouden. Het Area Forum kiest de leden voor de Board of Representatives alsmede een geschikt aantal plaatsvervangende leden. Alle voorzitters en vicevoorzitters van de District Councils in het gebied worden geacht kandidaat voor deze functies te zijn. Als er een schriftelijke stemming plaatsvindt, kan de verkiezing worden gehouden op basis van de prioriteringsmethode. Het aantal zetels dat door het Area Forum wordt bekleed, is het totale aantal zetels dat aan het gebied van het Verenigd Koninkrijk is toegewezen (zie Artikel 16.2(ii)) verminderd met het aantal zetels dat wordt bekleed door de regiovoorzitters en -vicevoorzitters (zie Artikel 13.3). Het Area Forum vormt een quorum als ten minste de helft van zijn leden, met inbegrip van de voorzitter, aanwezig is. Er wordt persoonlijk gestemd en ieder lid heeft één stem.
15. JOINT AREA COUNCIL
15.1 Voor de Coöperatie wordt een Joint Area Council ingesteld. De Joint Area Council houdt zich bezig met onderwerpen betreffende de leden in d verschillende gebieden, zoals de betrokkenheid van de leden, de algemene lidmaatschapsvoorwaarden en de algemene melkleveringsovereenkomst. De Joint Area Council houdt zich verder bezig met het betrekken van leden van de Board of Representatives bij onderwerpen betreffende de leden in alle gebieden. De Joint Area Council doet aanbevelingen aan de Board of Directors, die worden meegewogen in diens beslissingen, zie Artikel 17.9. De Board of Directors bepaalt de omvang van de werkzaamheden van de Joint Area Council, met inbegrip van de procedureregels.
16. BOARD OF REPRESENTATIVES
16.1 Tenzij anders bepaald in deze Statuten, is de Board of Representatives het hoogste besluitvormende orgaan van de Coöperatie. De Board of Representatives bestaat uit 175 leden die worden gekozen door de leden, en twaalf leden die worden gekozen door de werknemers van de Coöperatie.
16.2 De zetels in de Board of Representatives worden per gebied op zodanige wijze toegewezen dat ze een afspiege- ling vormen van het aandeel in het vermogen van de Coöperatie (zie Artikel 9.1). De Board of Directors maakt een overzicht van het vermogen van de Coöperatie en de verdeling daarvan per gebied op basis van het laatste jaarverslag voor het verkiezingsjaar en zoals vastgesteld door de Board of Representatives.
Het totale aantal zetels wordt over de gebieden verdeeld. Daartoe vormen het Deense en Zweedse gebied één gebied.
i. De aan het Deense en Zweedse gebied toegewezen zetels worden als volgt verdeeld:
• De helft van de zetels wordt over beide gebieden verdeeld naar rato van het aantal leden per gebied aan het begin van het boekjaar waarin de districtsverkiezingen plaatsvinden. Indien nodig wordt het aantal zetels afgerond naar het dichtstbijzijnde hele getal.
• De andere helft van de zetels wordt verdeeld naar rato van de hoeveelheid melk die de leden in de gebieden hebben bijgedragen in het boekjaar onmiddellijk voorafgaand aan het jaar waarin de dis- trictsverkiezingen plaatsvinden. Indien nodig wordt het aantal zetels afgerond naar het dichtstbij- zijnde hele getal.
• Eén zetel voor iedere gekozen regiovoorzitter en -vicevoorzitter (zie Artikel 13.3).
De Board of Directors verdeelt de toegewezen zetels vervolgens onder de regio’s in de Deense, Zweedse en Mid- den-Europese gebieden. De respectieve Regional Boards verdelen de zetels op hun beurt over de Member Dis- tricts. Ieder Member District krijgt ten minste één zetel toegewezen.
16.3 In het Deense en Zweedse gebied moet de eerste aan een district toegewezen zetel worden bekleed door de voorzitter van de District Council. Een eventuele tweede toegewezen zetel moet worden bekleed door de vice- voorzitter van de District Council. Eventuele aanvullende toegewezen zetel(s) moeten worden bekleed door de aanvullend gekozen leden, zie Artikel 12.7.
16.4 Nieuw gekozen leden van de Board of Representatives treden onmiddellijk tot de Board toe. Ieder lid heeft één stem. Bij afwezigheid van een of meer leden kan eenzelfde aantal plaatsvervangende leden – in de volgorde waarin ze zijn gekozen – in hun plaats aanwezig zijn en stemmen.
16.5 De werknemers van de Coöperatie mogen uit hun midden in totaal twaalf leden en vier plaatsvervangende leden kiezen voor de Board of Representatives. Onder “werknemers van de Coöperatie” wordt verstaan: al haar werk- nemers, met inbegrip van de werknemers van dochtermaatschappijen die actief zijn in de zuivelsector. De verkie- zing van leden van de Board of Representatives uit de werknemers van de Coöperatie wordt gehouden in over- eenstemming met de door de Board of Directors goedgekeurde verkiezingsvoorschriften, welke voorschriften overeenkomen met de algemene beginselen zoals die gelden in de respectieve landen.
16.6 De Board of Representatives houdt eens per jaar vóór eind maart zijn gewone vergadering, zie Artikel 16.8, en houdt één extra vergadering in oktober. In ieder even jaar wordt in mei een extra vergadering gehouden, zie Arti- kel 16.9.
16.7 Buitengewone vergaderingen van de Board of Representatives worden gehouden bij besluit van de Board of Re- presentatives of de Board of Directors of op verzoek van ten minste 30 leden van de Board of Representatives. De vergadering wordt gehouden binnen vijf weken na de indiening van het verzoek aan de voorzitter van de Board of Representatives, met vermelding van de agenda van de vergadering.
16.8 De agenda van de gewone vergadering van de Board of Representatives is als volgt:
1. Xxxxxxxxxx van voorzitter.
2. Aanstelling van notulist door de Board of Directors.
3. Opstelling van de kandidatenlijst.
4. Het verslag van de Board of Directors over de activiteiten van de Coöperatie.
5. Presentatie van het gecontroleerde jaarverslag en besluit over de verdeling van de winst of verlies zoals weergegeven in het jaarverslag.
6. Bespreking van de begroting voor het lopende boekjaar.
7. Bespreking van eventuele voorstellen.
8. Aanstelling van controleur(s) van het jaarverslag.
9. Wat verder ter tafel komt.
16.9 Tijdens de vergadering van de Board of Representatives in mei van ieder even jaar worden besluiten genomen aangaande het aantal leden in de Board of Directors en de Joint Area Council en worden de leden van de Board of Directors en de Joint Area Council gekozen. De Board of Representatives kiest een Joint Evaluation Committee, dat potentiële kandidaten voor de Board of Directors zal selecteren, de competenties van de kandidaten zal beoordelen, en de resultaten van deze beoordeling voorafgaand aan de voordracht bekend zal maken aan de benoemingsorganen, zie Artikel 17.5. De individuele leden van de Board of Representatives mogen kandidaten voor de door hun vertegenwoordigde gebieden voordragen, zie Artikel 17.5. Ook dient er een besluit te worden genomen over de vergoeding en bezoldiging van de gekozen vertegenwoordigers van de Coöperatie.
16.10 De voorzitter van de Board of Directors is tevens voorzitter van de Board of Representatives en wordt, voor zover dat niet het geval is, lid van de Board of Representatives. In dat geval zal het lid uit hetzelfde gebied van de voor- zitter die niet de voorzitter van de District Council of de regiovoorzitter is en dat het kleinste aantal leden achter zich heeft, zijn zetel beschikbaar stellen.
16.12 Alle besluiten moeten worden genomen met een absolute meerderheid van stemmen (meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen), tenzij anders bepaald in Artikel 16.13. Bij gelijke stemmen heeft de voorzitter de beslis- sende stem, behalve bij verkiezingen. Bij schriftelijke verkiezingen moet de prioriteringsmethode worden gehan- teerd.
16.14 Leden van de Board of Representatives of hun plaatsvervangers kunnen niet bij volmacht aanwezig zijn bij of bij volmacht stemmen tijdens vergaderingen van de Board of Representatives.
16.15 Kennisgevingen van een vergadering van de Board of Representatives worden uiterlijk drie weken voor de verga- dering per post, e-mail of door middel van een ander geschikt digitaal communicatiemiddel, inclusief agenda, aan de leden van de Board toegezonden. Daarnaast krijgen de leden uiterlijk één week voor de gewone vergadering van de Board of Representatives een kopie van het gecontroleerde jaarverslag en de geconsolideerde rekenin- gen toegestuurd.
16.16 Alle vergaderingen van de Board of Representatives worden voorgezeten door een voorzitter, die door de verga- dering wordt gekozen en die een besluit neemt over alle zaken die betrekking hebben op de vergaderorde, de stemmingen en de stemuitslag.
16.17 Een lid van de Board of Directors dat geen lid is van de Board of Representatives heeft toegang tot en is gerech- tigd het woord te voeren tijdens de vergaderingen van de Board of Representatives, maar heeft geen stemrecht. Het voorgaande is ook van toepassing op leden van de Board of Directors.
16.18 Leden van de Coöperatie hebben toegang tot, maar hebben geen spreek- of stemrecht tijdens de gewone verga- deringen van de Board of Representatives.
16.19 De voorzitter roept de vergaderingen van de Board of Representatives bijeen, opent de vergaderingen en leidt de verkiezing van de voorzitter van de vergadering.
16.20 Leden van de Board of Representatives, de regio's en de districten zoals vertegenwoordigd door hun bestuursor- ganen, mogen voorstellen voorleggen aan de Board of Representatives. De voorstellen dienen uiterlijk vier weken voor de vergadering van de Board of Representatives schriftelijk te zijn ingediend bij de voorzitter van de Board of Directors.
16.21 De notulen van de beraadslagingen tijdens vergaderingen van de Board of Representatives worden opgenomen in een notulenboek, dat door de voorzitter van de vergadering en de notulist wordt getekend. Deze worden uiter- lijk drie weken na de vergadering aan alle leden van de Board of Representatives verzonden.
16.22 De voertaal van de Board of Representatives is Engels.
17. BOARD OF DIRECTORS
17.2 De leden van de Board of Directors blijven twee jaar in functie. Als een lid van de Board of Directors tijdens zijn ambtstermijn zijn zetel opgeeft, vindt er een tussentijdse verkiezing plaats.
17.5 Een kandidaat is verkiesbaar als hij tijdens een vergadering van de Board of Representatives wordt voorgedragen door een vertegenwoordiger van het respectieve gebied. In het Midden-Europese gebied is ook één kandidaat verkiesbaar als die wordt voorgedragen door de Regio Noord4 van dat gebied. In het gebied van het Verenigd Koninkrijk is een kandidaat echter alleen verkiesbaar als hij wordt voorgedragen door het Area Forum. Als een kandidaat een competentietest heeft ondergaan, zie Artikel 15.29, moet het resultaat voorafgaand aan de voor- dracht van de kandidaat worden bekendgemaakt.
17.6 De nieuw gekozen Board of Directors wordt onmiddellijk na zijn verkiezing op grond van Artikel 17.4 gepresen- teerd aan de Board of Representatives. De Board of Representatives heeft bij stemming op grond van Artikel
16.13 het recht nieuwe verkiezingen aan te vragen, die moeten plaatsvinden op grond van Artikel 17.4. Het voor- gaande is niet van toepassing op personeelsvertegenwoordigers.
4 De regio in Midden-Europa die overeenkomt met de vroegere XXXXX Xxxx Xxxxx eG.
17.7 De werknemers van de Coöperatie mogen uit hun midden in totaal drie leden en één plaatsvervangend lid voor de Board of Directors kiezen. De verkiezingen worden gehouden in overeenstemming met door de Board of Di- rectors zijn goedgekeurde verkiezingsregels, die in overeenstemming zijn met de algemene beginselen zoals die in de respectieve landen gelden. Op de vergadering van de Board of Representatives in mei van ieder even jaar worden de aldus voor de Board of Directors gekozen leden bekendgemaakt.
17.8 Onmiddellijk na de vergadering van de Board of Representatives in mei van ieder even jaar houdt de Board of Directors een vergadering waarin zijn eigen voorzitter en vicevoorzitter uit zijn midden worden gekozen. De voor- zitter en vicevoorzitter vertegenwoordigen ieder een gebied.
17.9 De Board of Directors is verantwoordelijk voor het algemeen bestuur van de Coöperatie en beslist over onderwer- pen en zaken die niet zijn voorbehouden aan besluitvorming door de Board of Representatives. De Board of Di- rectors raadpleegt de Area Councils met betrekking tot relevante boerderijgerelateerde zaken, met inbegrip van de algemene lidmaatschapsvoorwaarden en de algemene melkleveringsovereenkomst, en neemt hun aanbeve- lingen in overweging. De Board of Directors houdt toezicht op de activiteiten en het vermogensbeheer van de Coöperatie en ziet erop toe dat de Coöperatie naar behoren wordt bestuurd, in overeenstemming met de wetge- ving en deze Statuten. De Board of Directors heeft recht op en vraagt om alle benodigde informatie en neemt, indien omstandigheden daarom vragen, stappen om die informatie te verkrijgen. De Board of Directors ziet erop toe dat de Coöperatie een behoorlijke en nauwgezette boekhouding voert.
17.10 De Board of Directors benoemt en ontslaat de Management Board van de Coöperatie. De Management Board woont de vergaderingen van de Board of Directors bij.
17.11 Tenzij anders bepaald in deze Statuten, worden de besluiten van de Board of Directors genomen met een ge- wone meerderheid van stemmen (goedkeuring van het voorstel dat de meerderheid van de uitgebrachte stem- men krijgt). Bij gelijke stemmen heeft de voorzitter of, bij diens afwezigheid, de vicevoorzitter de beslissende stem, behalve bij verkiezingen.
17.12 De Board of Directors vormt een quorum wanneer meer dan de helft van zijn leden aanwezig is.
17.13 De Board of Directors kan aan procuratiehouders de bevoegdheid tot vertegenwoordiging verlenen.
17.14 Er moeten procedureregels worden vastgelegd voor de werkwijze van de Board of Directors.
17.15 Naast de in Artikel 17.1 genoemde leden van de Board of Directors kan de Board of Representatives, bij de in Artikel 16.12 genoemde meerderheid, besluiten dat een of meer aanvullende personen voor een bepaalde ambts- termijn tot de Board mogen toetreden, welke personen geen lid van de Coöperatie hoeven zijn. In dat geval zal de Board of Representatives de vereiste verkiezing houden, mits daarvoor de genoemde meerderheid wordt be- haald. De voorzitter vergewist zich er vooraf van dat de kandidaten bereid zijn gekozen te worden.
18. MANAGEMENT BOARD
18.1 Het dagelijkse bestuur van de Coöperatie is in handen van de Management Board, welke wordt voorgedragen door de Board of Directors. De Board of Directors draagt de CEO van de Coöperatie voor.
18.2 De Management Board rapporteert aan de Board of Directors.
18.3 De Management Board informeert de Board of Directors over alle wezenlijke zaken aangaande de Coöperatie en haar activiteiten en volgt instructies van de Board of Directors op.
19. BEVOEGDHEID DE COÖPERATIE TE VERTEGENWOORDIGEN
19.1 De Coöperatie wordt gebonden door de gezamenlijke handtekeningen van de voorzitter of vicevoorzitter van de Board of Directors en de CEO, door de gezamenlijke handtekeningen van de voorzitter of vicevoorzitter van de Board of Directors en een aanvullend lid van de Board of Directors, en door de gezamenlijke handtekeningen van de Board of Directors.
20. VERMOGEN
20.1 Het vermogen van de Coöperatie bestaat uit:
i. Het kapitaal, bestaande uit het niet-toegewezen vermogen van de Coöperatie.
ii. Het individueel kapitaal bestaande uit:
a. Individueel bijgedragen kapitaal.
b. Op levering gebaseerde eigendomscertificaten5.
c. Individueel gestort kapitaal.
iii. Bijzondere reserveringen;
iv. Wettelijk kapitaal, met inbegrip van ingevolge de International Financial Reporting Standards (IFRS) voorge- schreven wettelijk kapitaal.
v. Rekening voor nabetalingen aan de leden van de Coöperatie.
20.2 Aan de leden van de Coöperatie kunnen geen betalingen worden gedaan die leiden tot een verlaging van (i) het kapitaal van de Arla Foods-groep zoals weergegeven in zijn meest recente, in overeenstemming met IFRS opgestelde jaarverslag, en (ii) mogelijke wettelijke kapitaalseisen van de Arla Foods-groep, met inbegrip van ingevolge IFRS voorgeschreven kapitaalseisen. De Arla Foods-groep is gedefinieerd in overeenstemming met de definitie van groep onder de door IFRS-regels.
Er kan geen individueel kapitaal worden uitbetaald zonder consolidatie van het overeenkomstige bedrag aan het niet-toegewezen vermogen van de Coöperatie, de individuele kapitaalrekeningen of de bijzondere reserveringen zoals omschreven in Artikel 20.1, sub i, ii en iii.
20.3 De bestemmingsreserve van de Coöperatie kan alleen op aanbeveling van de Board of Directors door de Board of Representatives worden aangewend voor de gehele of gedeeltelijke betaling van eventuele grote, ongebruike- lijke verliezen of afwaarderingen. De bestemmingsreserve van de Coöperatie moet te allen tijde gelijk zijn aan de totale bestemmingsreserve van de Arla Foods-groep zoals die op grond van IFRS is vastgesteld. Overboekingen naar de bestemmingsreserve mogen alleen plaatsvinden in verband met de uitkering van nettowinst op basis van de resultaten voor het jaar zoals die zijn vermeld in het overeenkomstig IFRS opgestelde jaarverslag van de Arla Foods-groep, en na de uitkering aan minderheidsbelangen. Besluiten om geld uit te keren uit de bestemmingsre- serve van de Coöperatie mogen alleen worden genomen tijdens de gewone vergadering van de Board of Repre- sentatives.
5 Met ingang van februari 2010 consolideert de Coöperatie geen op levering gebaseerde eigendomscertificaten en registreert ze geen bedragen naar op levering gebaseerde eigendom- scertificaten.
21. BOEKJAAR
21.1 Het boekjaar van de Coöperatie loopt van 1 januari tot en met 31 december.
22. JAARVERSLAG EN WINSTBESTEMMING
22.1 Voor ieder boekjaar wordt door de Board of Directors en de Management Board een jaarverslag opgesteld. Het jaarverslag kan in de Engelse taal worden opgesteld.
22.2 Het jaarverslag wordt ondertekend door de Management Board en de Board of Directors en het gecontroleerde verslag wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Board of Representatives.
22.3 Het jaarverslag wordt opgesteld in overeenstemming met de wettelijke voorschriften.
22.4 Het jaarverslag geeft een getrouw beeld van het vermogen, de financiële positie en het resultaat van de Coöpera- tie, met inachtneming van het bestaande vermogen.
22.5 Uit het jaarresultaat worden bedragen die volgens de wet niet mogen worden aangewend voor aanvullende beta- lingen, vooraf apart gezet. Eventuele resterende bedragen worden, op aanbeveling van de Board of Directors en bij besluit van de Board of Representatives, aangewend voor consolidatie of nabetalingen aan de leden van de Coöperatie naar rato van de omvang van de handel die met de Coöperatie wordt gevoerd (uitgedrukt in DKK/SEK/EUR/GBP en/of hoeveelheid melk).
22.6 Naar aanleiding van het halfjaarverslag van de Coöperatie kan de Board of Directors besluiten de leden een half- jaarlijkse nabetaling uit te betalen naar rato van de omvang van de handel die met de Coöperatie wordt gevoerd (uitgedrukt in DKK/SEK/EUR/GBP en/of hoeveelheid melk).
22.7 Het is de verantwoordelijkheid van de Board of Directors om erop toe te zien dat eventuele uitkeringen, gelet op de financiële positie van de Coöperatie en de Arla Foods-groep, redelijk zijn en dat deze niet ten nadele zijn van de Coöperatie of haar schuldeisers.
22.8 De financiële boekhouding wordt gevoerd op basis van de wettelijke voorschriften.
23. ACCOUNTANTSCONTROLE
23.1 De jaarverslagen van de Coöperatie worden doorlopend gecontroleerd door een officieel erkende accountant die door de Board of Representatives wordt voorgedragen voor een ambtstermijn van één jaar.
23.2 De accountantscontrole wordt uitgevoerd op basis van algemeen aanvaarde grondslagen voor de accountants- controle. De accountant(s) gaat/gaan na of het jaarverslag correct is opgesteld op basis van de financiële admi- nistratie, met inachtneming van bestaand vermogen, bestaande rechten, plichten en aansprakelijkheden en op grond van wettelijke eisen ten aanzien van de boekhouding en deze Statuten.
23.3 De Board of Directors en de Management Board van de Coöperatie verstrekken de accountant(s) alle informatie die de accountant(s) nodig acht(en) voor de controle van het jaarverslag. De Coöperatie en de Board of Directors of de Management Board van een onderneming of bedrijf waarover zeggenschap wordt uitgeoefend, verstrekken de accountant(s) alle informatie die de accountant(s) noodzakelijk acht(en) voor de controle.
23.4 De accountant(s) doet/doen in een uitgebreid accountantsrapport verslag van de controle en maken daarin op- merkingen waartoe de controle aanleiding heeft gegeven. Alle leden van de Board of Directors ondertekenen de individuele uitgebreide accountantsrapporten tijdens de eerste vergadering van de Board na de controle.
24. ONTBINDING
24.1 Voorstellen tot ontbinding van de Coöperatie worden door de Board of Representatives genomen wanneer tijdens twee opeenvolgende vergaderingen 133 leden voor de ontbinding stemmen.
24.2 Als ontbinding wordt goedgekeurd, kiest de Board of Representatives een liquidatiecommissie (liquidateurs) be- staande uit vijf personen die geen leden van de Coöperatie hoeven te zijn of te vertegenwoordigen en die in de plaats treden van de Board of Directors en de Management Board. De liquidatiecommissie tracht het vermogen van de Coöperatie op de best mogelijk voorwaarden te liquideren en alle schulden van de Coöperatie te voldoen.
24.3 De Coöperatie wordt in overeenstemming met de geldende wetgeving ontbonden. Thans betreft dit Artikel 20 van de Deense wet op ondernemingen die een bedrijf uitoefenen met winstoogmerk (lov om erhvervsdrivende virksomheder).
a) Eerst wordt een eventueel overschot op de op levering gebaseerde eigendomscertificaten uitbetaald. De be- taling wordt naar rato verlaagd als het beschikbare bedrag niet voldoende is voor een volledige betaling.
c) Vervolgens wordt het bijgedragen en gestorte kapitaal uitbetaald.
d) Eventuele restbedragen worden onder de leden verdeeld naar rato van de in Artikel 24.4 b) genoemde hoe- veelheid melk.
24.5 De Coöperatie wordt geacht te zijn ontbonden na goedkeuring van de liquidatierekeningen door een vergadering van de Board of Representatives.
25. TAAL
25.1 Deze Statuten zijn opgesteld in de Deense, Nederlandse, Engelse, Franse, Duitse en Zweedse taal. Alle versies zijn gelijkelijk van toepassing en geen enkele versie heeft voorrang boven een andere.
- O O O -
Aldus bij de oprichting aangenomen.
Xxxxx aangepast bij op 13 december 2000, 6 maart 2002, 25 juni 2002, 18 september 2003, 5 maart 2004, 22 juni 2004, 20
juni 2005, 15 december 2005, 19 mei 2006, 13 december 2006, 15 maart 2007, 31 oktober 2007, 28 februari 2008, 14 mei
2008, 30 oktober 2008, 7 oktober 2010, 2 maart 2011, 6 oktober 2011, 26 juni 2012, 28 februari 2013, 9 oktober 2013, 13
mei 2014, 7 oktober 2015, 23 februari 2016, 1 maart 2017, 1 maart 2018, 10 oktober 2019 en 26 en 27 oktober 2021 door de Board of Representatives genomen besluiten.
Opmerking:
Update nootnummers.