Overeenkomst van Nice
Overeenkomst van Nice
Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957 betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, zoals herzien te Stockholm op 14 juli 1967 en te Genève op 13 mei 1977
Artikel 1. Vorming van een bijzondere Unie; aanvaarding van een internationale classificatie; omschrijving en talen van de classificatie
1. De landen waarvoor deze Overeenkomst geldt, vormen een bijzondere Unie en nemen een gemeenschappelijke classificatie aan van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken (hierna te noemen „classificatie”).
2. De classificatie omvat:
i) een lijst van de klassen, eventueel vergezeld van toelichtingen;
ii) een alfabetische lijst van de waren en diensten (hierna te noemen „alfabetische lijst”) met vermelding van de klasse waarin elke waar of dienst is ingedeeld.
3. De classificatie wordt gevormd door:
i) de classificatie die in 1971 is gepubliceerd door het Internationale Bureau voor de bescherming van de intellectuele eigendom (hierna te noemen het „Internationale Bureau”) bedoeld in het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom, met dien verstande evenwel dat de toelichting op de lijst van de klassen in deze publikatie als voorlopig en als een aanbeveling wordt beschouwd totdat de toelichting op de lijst van de klassen is vastgesteld door de in artikel 3 bedoelde Commissie van deskundigen;
ii) de wijzigingen en aanvullingen die overeenkomstig artikel 4, eerste lid, van de Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957 en van de Akte van Stockholm van 14 juli 1967 bij deze Overeenkomst in werking zijn getreden vóór de inwerkingtreding van de onderhavige Akte;
iii) de nadien uit hoofde van artikel 3 van deze Akte aangebrachte wijzigingen die in werking treden overeenkomstig artikel 4, eerste lid, van deze Akte.
4. De classificatie is gesteld in de Engelse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk gezaghebbend.
5.
a) De in het derde lid onder i) bedoelde classificatie, alsmede de in het derde lid onder ii) bedoelde wijzigingen en aanvullingen die in werking zijn getreden voor de datum waarop deze Akte voor ondertekening wordt opengesteld, zijn vervat in een authentiek exemplaar in de Franse taal, nedergelegd bij de Directeur-Generaal van de Wereldorganisatie voor de
Intellectuele Eigendom (hierna onderscheidenlijk te noemen „Directeur-Generaal” en
„Organisatie”). De in het derde lid onder ii) bedoelde wijzigingen en aanvullingen die in werking treden na de datum waarop deze Akte wordt opengesteld voor ondertekening worden eveneens nedergelegd, in een authentiek exemplaar in de Franse taal, bij de Directeur- Generaal.
b) De Engelse versie van de in letter a) bedoelde teksten wordt door de in artikel 3 bedoelde Commissie van deskundigen vastgesteld onmiddellijk na de inwerkingtreding van deze Akte. Het authentieke exemplaar wordt nedergelegd bij de Directeur-Generaal.
c) De in het derde lid onder iii) bedoelde wijzigingen worden in een authentiek exemplaar, in de Engelse en de Franse taal, nedergelegd bij de Directeur-Generaal.
6. Na raadpleging van de betrokken Regeringen stelt de Directeur-Generaal, op basis van een door deze Regeringen voorgestelde vertaling, dan wel op een andere wijze die de begroting van de bijzondere Unie of de Organisatie niet belast, officiële teksten vast van de classificatie in de Arabische, de Duitse, de Italiaanse, de Portugese, de Russische en de Spaanse taal en in andere door de in artikel 5 bedoelde Algemene Vergadering aan te wijzen talen.
7. De alfabetische lijst vermeldt bij elke aanduiding van een waar of een dienst een rangnummer uit de taal waarin de lijst is opgesteld met,
i) indien het de in de Engelse taal opgestelde alfabetische lijst betreft, het rangnummer waaronder dezelfde aanduiding voorkomt op de in de Franse taal opgestelde alfabetische lijst, en omgekeerd;
ii) indien het een overeenkomstig het zesde lid vastgestelde alfabetische lijst betreft, het rangnummer waaronder dezelfde vermelding voorkomt op de in de Engelse taal of de in de Franse taal opgestelde alfabetische lijst.
Artikel 2. Juridische draagwijdte en toepassing van de classificatie
1. Onder voorbehoud van de door deze Overeenkomst opgelegde verplichtingen is de draagwijdte van de classificatie die, welke daaraan door elk land van de bijzondere Unie wordt toegekend. In het bijzonder bindt de classificatie de landen van de bijzondere Unie noch wat betreft de beoordeling van de omvang van de bescherming van het merk, noch wat betreft de erkenning van de dienstmerken.
2. Elk land van de bijzondere Unie behoudt zich de bevoegdheid voor de classificatie toe te passen als hoofdsysteem of als hulpsysteem.
3. De bevoegde administraties van de landen van de bijzondere Unie zullen in de titels en officiële bekendmakingen van de merkinschrijvingen de nummers van de klassen der classificatie vermelden van de waren of diensten waarvoor het merk is ingeschreven.
4. De omstandigheid dat een benaming voorkomt in de alfabetische lijst doet niets af aan de rechten die op die benaming zouden kunnen bestaan.
Artikel 3. Commissie van deskundigen
1. Er wordt een Commissie van deskundigen ingesteld waarin elk land van de bijzondere Unie is vertegenwoordigd.
2.
a) De Directeur-Generaal kan - en hij moet zo de Commissie van deskundigen zulks verzoekt - de landen die geen lid zijn van de bijzondere Unie en die lid zijn van de Organisatie of die partij
zijn bij het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom, uitnodigen zich door waarnemers te doen vertegenwoordigen op de vergaderingen van de Commissie van deskundigen.
b) De Directeur-Generaal nodigt de op het gebied van de merken gespecialiseerde intergouvernementele organisaties, waarvan ten minste één van de lid-staten een land van de bijzondere Unie is, uit, zich door waarnemers te doen vertegenwoordigen op de vergaderingen van de Commissie van deskundigen.
c) De Directeur-Generaal kan - en hij moet zo de Commissie van deskundigen zulks verzoekt - vertegenwoordigers van andere intergouvernementele organisaties en niet-gouvernementele internationale organisaties uitnodigen deel te nemen aan de besprekingen die voor hen van belang zijn.
3. De Commissie van deskundigen
i) beslist over de in de classificatie aan te brengen wijzigingen;
ii) richt tot de landen van de bijzondere Unie aanbevelingen ten einde het gebruik van de classificatie te vergemakkelijken en de eenvormige toepassing ervan te bevorderen;
iii) neemt alle andere maatregelen die, zonder de begroting van de bijzondere Unie of de Organisatie te belasten, de toepassing van de classificatie door de ontwikkelingslanden kunnen vergemakkelijken;
iv) is bevoegd sub-commissies en werkgroepen in te stellen.
4. De Commissie van deskundigen stelt haar eigen huishoudelijk reglement vast. Dit reglement biedt de in het tweede lid, letter b), genoemde intergouvernementele organisaties die een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van de classificatie de mogelijkheid deel te nemen aan de vergaderingen van de sub-commissies en de werkgroepen van de Commissie van deskundigen.
5. De voorstellen voor in de classificatie aan te brengen wijzigingen kunnen worden gedaan door de bevoegde administratie van elk land van de bijzondere Unie, het Internationale Bureau, de uit hoofde van het tweede lid, letter b), in de Commissie van deskundigen vertegenwoordigde intergouvernementele organisaties, en elk land dat of elke organisatie die speciaal door de Commissie van deskundigen is uitgenodigd tot het formuleren van zulke voorstellen. De voorstellen worden toegezonden aan het Internationale Bureau dat deze uiterlijk twee maanden voor de zitting van de Commissie van deskundigen waarop zij zullen worden behandeld, voorlegt aan de leden van de Commissie van deskundigen en aan de waarnemers.
6. Elk land van de bijzondere Unie heeft één stem.
7.
a) Onder voorbehoud van het bepaalde in letter b) neemt de Commissie van deskundigen haar beslissingen met gewone meerderheid van stemmen van de landen van de bijzondere Unie die vertegenwoordigd zijn en hun stem uitbrengen.
b) Beslissingen betreffende de aanneming van in de classificatie aan te brengen wijzigingen worden genomen met een meerderheid van vier vijfde van de landen van de bijzondere Unie die vertegenwoordigd zijn en hun stem uitbrengen.
Onder wijziging dient te worden verstaan elke overbrenging van waren of diensten van de ene klasse naar de andere, of de vorming van elke nieuwe klasse.
c) Het in het vierde lid bedoelde huishoudelijk reglement bepaalt dat, behalve in bijzondere gevallen, de wijzigingen van de classificatie worden aangenomen na afloop van een vastgestelde periode; de Commissie van deskundigen bepaalt de duur van elke periode.
8. Onthouding geldt niet als stem.
Artikel 4. Kennisgeving, inwerkingtreding en publikatie van wijzigingen
1. De wijzigingen waartoe de Commissie van deskundigen besluit, alsmede de aanbevelingen van de Commissie van deskundigen, worden door het Internationale Bureau ter kennis gebracht van de bevoegde administraties van de landen van de bijzondere Unie. De wijzigingen treden in werking zes maanden na de datum van verzending van de kennisgeving. Elke andere verandering treedt in werking op de datum die de Commissie van deskundigen vaststelt op het tijdstip waarop de verandering wordt aangenomen.
2. Het Internationale Bureau brengt de in werking getreden veranderingen aan in de classificatie. Van deze veranderingen geschiedt openbaarmaking in de door de in artikel 5 bedoelde Algemene Vergadering aangewezen periodieken.
Artikel 5. Algemene Vergadering van de bijzondere Unie
1.
a) De bijzondere Unie kent een Algemene Vergadering, samengesteld uit de landen, die deze Akte hebben bekrachtigd of daartoe zijn toegetreden.
b) De Regering van elk land is vertegenwoordigd door een afgevaardigde, die zich kan doen bijstaan door plaatsvervangers, adviseurs en deskundigen.
c) De door elke delegatie gemaakte kosten worden gedragen door de Regering die haar heeft aangewezen.
2.
a) Onverminderd het bepaalde in de artikelen 3 en 4:
i) neemt de Algemene Vergadering alle vraagstukken in behandeling betreffende de instandhouding en de ontwikkeling van bijzondere Unie en de uitvoering van deze Overeenkomst;
ii) verstrekt zij aan het Internationale Bureau richtlijnen betreffende de voorbereiding van de herzieningsconferenties, hierbij deugdelijk rekening houdende met de opmerkingen van de landen van de bijzondere Unie, die deze Akte niet hebben bekrachtigd of daartoe niet zijn toegetreden;
iii) bestudeert zij en hecht zij haar goedkeuring aan de rapporten en werkzaamheden van de Directeur-Generaal van de Organisatie (hierna te noemen: „de Directeur-Generaal”) met betrekking tot de bijzondere Unie en verstrekt zij hem alle van belang zijnde richtlijnen met betrekking tot de vraagstukken ter zake van de competentie van de bijzondere Unie;
iv) stelt zij het programma en de tweejaarlijkse begroting van de bijzondere Unie vast en keurt zij haar jaarrekeningen goed;
v) stelt zij het financiële reglement van de bijzondere Unie vast;
vi) roept zij, behalve de in artikel 3 genoemde Commissie van deskundigen, de andere commissies van deskundigen en de werkgroepen in het leven, die zij van belang acht voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de bijzondere Unie;
vii) beslist zij welke landen, geen leden der bijzondere Unie zijnde, en welke intergouvernementele en niet-gouvernementele internationale organisaties als waarnemers tot haar vergaderingen kunnen worden toegelaten;
viii)neemt zij de wijzigingen aan van de artikelen 5 tot en met 8;
ix) verricht zij iedere andere handeling die dienstig is ter verwezenlijking van de doelstellingen van de bijzondere Unie;
x) verricht zij alle overige taken, die in deze Overeenkomst besloten liggen.
b) Aangaande de vraagstukken die eveneens andere door de Organisatie beheerde Unies raken, doet de Algemene Vergadering uitspraak na het advies van de Coördinatiecommissie van de Organisatie te hebben ingewonnen.
3.
a) Elk land dat lid is van de Algemene Vergadering heeft één stem.
b) Het quorum wordt gevormd door de helft van de landen die lid zijn van de Algemene Vergadering.
c) Niettegenstaande het bepaalde onder b) kunnen, indien gedurende een zitting het aantal vertegenwoordigde landen kleiner is dan de helft, maar gelijk aan of groter dan het derde deel van de landen die lid zijn van de Algemene Vergadering, door die Vergadering besluiten worden genomen; evenwel worden besluiten van de Algemene Vergadering, met uitzondering van die welke haar eigen procedure betreffen, eerst van kracht, nadat aan de hierna vermelde voorwaarden is voldaan. Het Internationale Bureau brengt de hier bedoelde besluiten ter kennis van de landen, die lid zijn van de Algemene Vergadering, die niet vertegenwoordigd waren en verzoekt hun binnen een termijn van drie maanden, te rekenen van de datum van de bedoelde kennisgeving, schriftelijk hun stem uit te brengen of hun onthouding kenbaar te maken. Indien na afloop van deze termijn het aantal landen dat op deze wijze zijn stem heeft uitgebracht of zijn onthouding heeft kenbaar gemaakt, tenminste gelijk is aan het aantal landen, dat aan het quorum der vergadering ontbrak, worden bedoelde besluiten van kracht, aangenomen dat tezelfdertijd de vereiste meerderheid is bereikt.
d) Onverminderd het bepaalde in artikel 8, tweede lid, worden de besluiten van de Algemene Vergadering genomen met een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen.
e) Onthouding geldt niet als stem.
f) Een afgevaardigde kan slechts één enkel land vertegenwoordigen en kan slechts uit naam van dit land zijn stem uitbrengen.
g) De landen van de bijzondere Unie, die geen lid zijn van de Algemene Vergadering, kunnen haar bijeenkomsten bijwonen als waarnemers.
4.
a) De Algemene Vergadering komt eenmaal in de twee jaar in gewone zitting bijeen op uitnodiging van de Directeur-Generaal ingevolge een verzoek van een vierde van de landen, die lid zijn van de Algemene Vergadering.
c) Voor elke zitting wordt de agenda opgesteld door de Directeur-Generaal.
5. De Algemene Vergadering stelt haar reglement van orde vast.
Artikel 6. Het Internationale Bureau
1.
a) De aan de bijzondere Unie toevallende administratieve taken worden verricht door het Internationale Bureau.
b) Het Internationale Bureau bereidt in het bijzonder de bijeenkomsten voor en voorziet in het secretariaat van de Algemene Vergadering, van de Commissie van deskundigen en van alle andere door Vergadering of Commissie in te stellen commissies van deskundigen en werkgroepen.
c) De Directeur-Generaal is de hoogste functionaris van de bijzondere Unie en tevens haar vertegenwoordiger.
2. De Directeur-Generaal en ieder door hem aangewezen lid van het personeel nemen zonder stemrecht deel aan alle bijeenkomsten van de Algemene Vergadering, van de Commissie van deskundigen en van de door Vergadering of Commissie in te stellen commissies van deskundigen en werkgroepen. De Directeur-Generaal of een door hem aangewezen lid van het personeel is
ambtshalve secretaris van die organen.
3.
a) Het Internationale Bureau bereidt volgens de aanwijzingen van de Algemene Vergadering de conferenties voor ter herziening van de bepalingen van de Overeenkomst, met uitzondering van de artikelen 5 tot en met 8.
b) Het Internationale Bureau kan bij de voorbereiding van de herzieningsconferenties het advies inwinnen van intergouvernementele en niet-gouvernementele internationale organisaties.
c) De Directeur-Generaal en de door hem aangewezen personen nemen zonder stemrecht deel aan de beraadslagingen tijdens deze conferenties.
4. Het Internationale Bureau voert alle overige aan hem opgedragen taken uit.
Artikel 7. Financiën
1.
a) De bijzondere Unie heeft een begroting.
b) De begroting van de bijzondere Unie omvat de eigen inkomsten en uitgaven van de bijzondere Unie, haar bijdrage aan de begroting van de gemeenschappelijke uitgaven der Unies, alsook, indien zulks zich voordoet, het bedrag dat ter beschikking is gesteld van de begroting van de Conferentie der Organisatie.
c) Als gemeenschappelijke uitgaven der Unies worden beschouwd de uitgaven die niet uitsluitend ten laste van de bijzondere Unie komen maar tevens van een of meer andere Unies, welke worden beheerd door de Organisatie. Het aandeel van de bijzondere Unie in deze gemeenschappelijke uitgaven is evenredig aan het belang, dat deze uitgaven voor haar vertegenwoordigen.
2. De begroting van de bijzondere Unie wordt vastgesteld met inachtneming van de vereisten tot coördinatie met de begrotingen van de andere door de Organisatie beheerde Unies.
3. De begroting van de bijzondere Unie wordt gefinancierd uit de volgende bronnen van inkomsten:
i) de contributie van de landen der bijzondere Unie;
ii) de taksen en gelden verschuldigd voor de diensten verleend door het Internationale Bureau namens de bijzondere Unie;
iii) de opbrengst van de verkoop van de publikaties van het Internationale Bureau betreffende de bijzondere Unie en de rechten welke op deze publikaties betrekking hebben;
iv) giften, legaten en subsidies;
v) huuropbrengsten, renten en overige inkomsten.
4.
a) Ter vaststelling van zijn bijdrage in de zin van het derde lid, onder i), behoort ieder land van de bijzondere Unie tot die klasse waarin het is ondergebracht ter zake van de Unie van Parijs voor de bescherming van de industriële eigendom en betaalt het zijn jaarlijkse bijdragen op basis van het aantal eenheden, dat voor die klasse in die Unie is vastgesteld.
b) De jaarlijkse bijdrage van elk land van de bijzondere Unie wordt gevormd door een bedrag, waarvan de verhouding tot de som van de jaarlijkse bijdragen van alle landen aan de begroting van de bijzondere Unie dezelfde is als de verhouding tussen het aantal eenheden van de klasse, waarin het is ondergebracht en het totale aantal eenheden van de landen gezamenlijk.
c) De bijdragen zijn ieder jaar op 1 januari verschuldigd.
d) Een land, dat achterstallig is met de betaling van zijn bijdragen kan in geen der organen van de bijzondere Unie zijn stemrecht uitoefenen indien het bedrag van zijn achterstalligheid gelijk is aan of hoger dan dat der bijdragen, verschuldigd over twee volledige verstreken jaren. Zulk een land kan evenwel vergund worden de uitoefening van zijn stemrecht in het desbetreffende orgaan te behouden, zolang dit orgaan van oordeel is, dat de achterstalligheid wordt veroorzaakt door uitzonderlijke en onvermijdelijke omstandigheden.
e) Xxxxxxx een begroting niet is vastgesteld voor de aanvang van het nieuwe begrotingsjaar, wordt de begroting van het voorafgaande jaar aangehouden volgens de werkwijze voorzien in het financieel reglement.
5. Het bedrag der taksen en der gelden verschuldigd voor door het Internationale Bureau namens de bijzondere Unie verleende diensten wordt vastgesteld door de Directeur-Generaal, die daarover verslag uitbrengt aan de Algemene Vergadering.
6.
a) De bijzondere Unie bezit een operationeel fonds, gevormd door een eenmalige storting van elk der landen van de bijzondere Unie. Indien het fonds ontoereikend wordt, beslist de Algemene Vergadering over bijstorting.
b) Het bedrag der eerste storting door ieder land aan het hiervoor vermelde fonds of dat van zijn deelneming aan de bijstorting is evenredig aan de bijdrage van dit land voor het jaar waarin het fonds is gesticht of tot bijstorting is besloten.
c) Het aandeel en de wijze van storting worden vastgesteld door de Algemene Vergadering op voorstel van de Directeur-Generaal en na advies van de Coördinatiecommissie van de Organisatie.
7.
a) De Overeenkomst betreffende zetelvestiging, gesloten met het land op welks grondgebied de Organisatie haar zetel heeft, bepaalt dat, indien het operationeel fonds niet toereikend is, dat land voorschotten verstrekt. Het bedrag van deze voorschotten en de voorwaarden waarop zij worden verstrekt, vormen telkenmale het onderwerp van afzonderlijke overeenkomsten tussen het betrokken land en de Organisatie.
b) Het land bedoeld onder a) en de Organisatie hebben elk het recht de overeenkomst tot het verstrekken van voorschotten schriftelijk op te zeggen. De opzegging wordt van kracht drie jaar na afloop van het jaar waarin de kennisgeving is gedaan.
8. Het nazien der rekeningen wordt verricht, op de wijze voorzien in het financiële reglement, door een of meer landen van de bijzondere Unie of door onafhankelijke controleurs, die met hun instemming zijn aangewezen door de Algemene Vergadering.
Artikel 8. Wijzigingen van de artikelen 5 tot en met 8
1. Voorstellen tot wijziging van de artikelen 5, 6 en 7 en van dit artikel kunnen worden ingediend door ieder land dat lid is van de Algemene Vergadering of door de Directeur-Generaal. Deze voorstellen worden door laatstgenoemde ten minste zes maanden voor zij aan de behandeling door de Algemene Vergadering worden onderworpen, medegedeeld aan de landen die lid zijn van de Algemene Vergadering.
2. De wijzigingen van de in het eerste lid genoemde artikelen worden door de Algemene Vergadering vastgesteld. Voor deze vaststelling is drie vierde van de uitgebrachte stemmen vereist; voor een wijziging van artikel 5 en van dit lid is evenwel vier vijfde van de uitgebrachte stemmen vereist.
3. De wijzigingen van de in het eerste lid genoemde artikelen worden van kracht één maand na ontvangst door de Directeur-Generaal van de schriftelijke verklaringen van aanvaarding, verricht overeenkomstig hun onderscheiden constitutionele procedures, door drie vierde van de landen, die lid waren van de Algemene Vergadering op het tijdstip waarop de herziening werd aanvaard. Een aldus aanvaarde herziening van de genoemde artikelen bindt alle landen die lid zijn van de Algemene Vergadering op het tijdstip waarop de wijziging van kracht wordt of die op een latere datum lid worden; wijzigingen, die de financiële verplichtingen van de landen der bijzondere Unie verzwaren, binden evenwel slechts die landen, die te kennen hebben gegeven deze wijzigingen te aanvaarden.
Artikel 9. Bekrachtiging en toetreding; inwerkingtreding
1. Elk der landen van de bijzondere Unie dat deze Akte heeft ondertekend, kan haar bekrachtigen en, zo het deze niet heeft ondertekend, daartoe toetreden.
2. Elk land dat geen lid is van de bijzondere Unie doch partij is bij het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom kan tot deze Akte toetreden en daardoor lid worden van de bijzondere Unie.
3. De akten van bekrachtiging en van toetreding worden nedergelegd bij de Directeur-Generaal.
4.
a) Deze Akte treedt in werking drie maanden nadat aan de beide onderstaande voorwaarden is voldaan:
i) zes of meer landen hebben hun akten van bekrachtiging of toetreding nedergelegd;
ii) ten minste drie van deze landen zijn, op de datum waarop deze Akte voor ondertekening wordt opengesteld, landen van de bijzondere Unie.
b) De in letter a) bedoelde inwerkingtreding geldt voor de landen die ten minste drie maanden voor deze inwerkingtreding hun akte van bekrachtiging of toetreding hebben nedergelegd.
c) Voor elk land dat niet valt onder het bepaalde in letter b) treedt deze Akte in werking drie maanden na de datum waarop de Directeur-Generaal kennisgeving heeft gedaan van deze bekrachtiging of toetreding, tenzij in de akte van bekrachtiging of toetreding een latere datum is aangegeven. In dat geval treedt deze Akte voor dat land in werking op de aldus aangegeven datum.
5. Bekrachtiging of toetreding houdt van rechtswege in toetreding tot alle bepalingen en toelating tot alle voordelen in deze Akte vastgelegd.
6. Na de inwerkingtreding van deze Akte kan een land geen voorafgaande Akte van deze Overeenkomst bekrachtigen of daartoe toetreden.
Artikel 10. Looptijd
Deze Overeenkomst heeft dezelfde looptijd als het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom.
Artikel 11. Herziening
1. Deze Overeenkomst kan periodiek worden herzien door conferenties van de landen van de bijzondere Unie.
2. Tot bijeenroeping van herzieningsconferenties wordt besloten door de Algemene Vergadering.
3. De artikelen 5 tot en met 8 kunnen worden gewijzigd door een herzieningsconferentie, dan wel overeenkomstig artikel 8.
Artikel 12. Opzegging
1. Elk land kan deze Akte opzeggen door kennisgeving aan de Directeur-Generaal. Deze opzegging houdt tevens in de opzegging van de voorafgaande Akte(n) van deze Overeenkomst die het land dat opzegging doet van deze Akte heeft bekrachtigd of waartoe het is toegetreden en werkt slechts ten opzichte van het land dat heeft opgezegd; de Overeenkomst blijft van kracht en uitvoerbaar ten opzichte van de andere landen van de bijzondere Unie.
2. De opzegging wordt van kracht een jaar na de datum waarop de Directeur-Generaal de kennisgeving heeft ontvangen.
3. De bevoegdheid tot opzegging, bedoeld in dit artikel, kan door een land niet worden uitgeoefend voor het verstrijken van een termijn van vijf jaar te rekenen van de datum waarop het een land van de bijzondere Unie is geworden.
Artikel 13. Verwijzing naar artikel 24 van het Verdrag van Parijs
De bepalingen van artikel 24 van de Akte van Stockholm van 1967 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom zijn van toepassing op deze Overeenkomst; indien deze bepalingen evenwel in de toekomst worden gewijzigd, is de meest recente wijziging van toepassing op deze Overeenkomst voor de landen van de bijzondere Unie die door deze wijziging zijn gebonden.
Artikel 14. Ondertekening; talen; functies van de depositaris; kennisgevingen
1.
a) Deze Akte wordt ondertekend in een enkel oorspronkelijk exemplaar in de Engelse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk gezaghebbend, en wordt nedergelegd bij de Directeur-Generaal.
b) Officiële teksten van deze Akte worden vastgesteld door de Directeur-Generaal, na raadpleging van de betrokken Regeringen, en wel binnen twee maanden na ondertekening van deze Akte, in de beide andere talen, het Russisch en het Spaans, waarin, naast de talen bedoeld in letter a), de gezaghebbende teksten van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de Intellectuele Eigendom zijn ondertekend.
c) Officiële teksten van deze Akte worden vastgesteld door de Directeur-Generaal, na raadpleging van de betrokken Regeringen, in de Arabische, de Duitse, de Italiaanse en de Portugese taal en in andere door de Algemene Vergadering aan te wijzen talen.
2. Deze Akte staat tot 31 december 1977 open voor ondertekening.
3.
a) De Directeur-Generaal waarmerkt de ondertekende tekst van deze Akte en verstrekt hiervan twee afschriften aan de Regeringen van alle landen van de bijzondere Unie en, op verzoek, aan de Regeringen van andere landen.
b) De Directeur-Generaal waarmerkt alle wijzigingen van deze Akte en verstrekt twee afschriften hiervan aan de Regeringen van alle landen van de bijzondere Unie en, op verzoek, aan de Regeringen van andere landen.
4. De Directeur-Generaal doet deze Akte registreren bij het Secretariaat van de Organisatie der Verenigde Naties.
5. De Directeur-Generaal brengt ter kennis van alle Regeringen van landen die partij zijn bij het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom
i) de ondertekeningen ingevolge het eerste lid;
ii) de nederlegging van akten van bekrachtiging of toetreding ingevolge artikel 9, derde lid;
iii) de datum van inwerkingtreding van deze Akte ingevolge artikel 9, vierde lid, letter a);
iv) de aanvaardingen van wijzigingen van deze Akte ingevolge artikel 8, derde lid;
v) de data waarop deze wijzigingen in werking treden;
vi) de opzeggingen ontvangen ingevolge artikel 12.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, hiertoe behoorlijk gemachtigd, deze Akte hebben ondertekend.