Voorwaarden waaraan de aanvrager
Voorwaarden waaraan de aanvrager
moet voldoen om zelf over te gaan tot sanering
Inhoud
2. Doelstelling en uitgangsvoorwaarden 4
3. Voorwaarden om zelf over te gaan tot sanering 5
3.1. Tijdens de aanmeldingsperiode 5
3.2. Na de aanmeldingsperiode 6
4. Voorwaarden bij het uitvoeren van de Xxxxxxxxxxxxx 0
4.1. Wetgeving en uitvoeringsbesluiten 7
4.3. Voorafgaandelijke goedkeuring door PROMAZ 8
Het Samenwerkingsakkoord bepaalt dat de aanvrager in een aantal gevallen zelf mag overgaan tot Bodemsanering.
Artikel 16, 6°:
Onverminderd de algemene verplichtingen van een door de Interregionale Bodemsanerings- commissie erkend Fonds, zoals bepaald in artikel 25, moet het Fonds, dat erkend is uit hoofde van artikel 14 de volgende bijzondere verplichtingen in acht nemen: Y
6° Het binnen één maand na publicatie in het Belgisch staatsblad van de erkenning van het Fonds ter goedkeuring voorleggen aan de Interregionale Bodemsanerings-commissie van de voorwaarden waaraan de Aanvrager moet voldoen om zelf over te gaan tot Bodemsanering;
Artikel 17 §1, 2°:
Het Fonds laat onder haar voorwaarden, goedgekeurd door de Interregionale Bodemsaneringscommissie, toe dat de Aanvrager zelf overgaat tot Bodemsanering, indien de Xxxxxxxxx eerder wenst te saneren dan volgens de prioriteit vereist is.
Artikel 18 § 3, 1°:
De Overeenkomst, waarvan het model door de Interregionale Bodemsaneringscommissie overeenkomstig artikel 37, §2, 3° en §3 moet worden goedgekeurd, bevat minstens de volgende verbintenissen:
1° In hoofde van de Aanvrager, die van zijn recht op tussenkomst van het Fonds gebruik wenst te maken:
- het uitdrukkelijk mandaat ten gunste van het Fonds om in haar eigen naam maar voor rekening van de Geregistreerde Aardoliemaatschappijen alle stappen te zetten die vereist zijn voor de realisatie van Xxxxxxxxxxxxx;
- Y
- de verbintenis om, in geval de Xxxxxxxxx zelf tot Bodemsanering overgaat, dit te doen overeenkomstig de modaliteiten zoals bepaald door het Fonds en goedgekeurd door de Interregionale Bodemsaneringscommissie;
- de verbintenis om controle vanwege het Fonds op de realisatie van de Bodemsanering door de Xxxxxxxxx toe te laten.
Met het oog daarop alle informatie m.b.t. de opvolging van de Bodemsanering, binnen een termijn van een maand na aangetekend verzoek door het Fonds, haar over te maken en de eventuele adviezen m.b.t. de vooruitgang op te volgen.
Wanneer vastgesteld wordt dat de Aanvrager de verbintenissen inzake financiële zekerheid niet of niet tijdig heeft nageleefd of indien blijkt dat de in de aanvraag of in
xxxx xxxxx toegevoegd document vermelde gegevens foutief of onwaar zijn, vervalt elk recht op tussenkomst van het Fonds en wordt het mandaat, indien het desgevallend nog in uitvoering is, van rechtswege geacht beëindigd te zijn.
In dat geval kan het Fonds alle reeds gemaakte kosten, m.i.v. de beheerkosten, vermeerderd met de wettelijke interest, van de Aanvrager terugvorderen.
Artikel 21 § 4, 1°:
De Overeenkomst, waarvan het model door de Interregionale Bodemsanerings-commissie, overeenkomstig artikel 37, §2, 3° en §3 wordt goedgekeurd, dient minstens de volgende verbintenissen te bevatten:
1° In hoofde van Xxxxxxxxx:
1. De verbintenis of het bewijs dat op eigen kosten de vereiste investeringen werden of worden verricht die, in toepassing van de gewestelijke wetgeving, noodzakelijk zijn om nieuwe Bodemverontreiniging van de site of het terrein te vermijden;
2. De verbintenis om controle vanwege het Fonds op de realisatie van de Bodemsanering en de eventuele nazorg toe te staan. Met het oog daarop op verzoek alle informatie m.b.t. de opvolging van de Bodemsanering, binnen een termijn van een maand na aangetekend verzoek door het Fonds, haar over te maken en de eventuele adviezen m.b.t. de vooruitgang op te volgen;
Wanneer vastgesteld wordt dat de Aanvrager van een Curatieve tussenkomst voor een Bodemsanering bij wijze van overgangsmaatregel voornoemde verbintenissen niet heeft nageleefd, vervalt het recht op elke tussenkomst van het Fonds en wordt de Overeenkomst geacht van rechtswege ontbonden te zijn. In dat geval kan het Fonds alle reeds gemaakte kosten, alsmede de wettelijke interest, van de Aanvrager terugvorderen.
2. Doelstelling en uitgangsvoorwaarden
Conform artikel 16, 6° van het Samenwerkingsakkoord legt PROMAZ uiterlijk op 31/03/2022 de voorwaarden ter goedkeuring voor aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie waaraan de aanvrager moet voldoen om zelf over te gaan tot Bodemsanering.
PROMAZ zal werken met 2 soorten van voorwaarden:
- Enerzijds zijn er de voorwaarden waaraan een aanvrager moet voldoen om zelf tot sanering te kunnen overgaan (hoofdstuk 3);
- Anderzijds zijn er voorwaarden die moeten gerespecteerd worden tijdens de bodemsanering zelf (hoofdstuk 4).
3. Voorwaarden om zelf over te gaan tot sanering
Ter verduidelijking:
deze voorwaarden zijn niet van toepassing op een aanvraag voor een curatieve tussenkomst bij een bodemsanering bij wijze van overgangsmaatregel, waarvoor de bodemsanering reeds werd uitgevoerd conform de van toepassing zijnde gewestelijke wetgeving voorafgaand aan het indienen van de aanvraag, en waarvan de bodemsaneringswerken uiterlijk van start zijn gegaan op 31/5/2022 (aanvraag van het type CSC).
De voorwaarden zijn evenmin van toepassing wanneer de bodemsaneringsprocedure conform de van toepassing zijnde gewestelijke wetgeving werd afgesloten zonder bodemsaneringswerken, bijvoorbeeld een eindverklaring na een beschrijvend onderzoek zonder saneringsnoodzaak, op voorwaarde dat de eindverklaring door de gewestelijke overheid werd afgeleverd uiterlijk op 28/2/2022 (eveneens aanvraag van het type CSC).
Indien PROMAZ een dergelijke aanvraag ontvankelijk en volledig verklaart, bevestigt de ondertekende overeenkomst dat de aanvrager alleen nog een terugbetalingsaanvraag bij PROMAZ moet indienen.
3.1. Tijdens de aanmeldingsperiode
Gedurende de aanmeldingsperiode van 3 jaar kan de aanvrager een aanvraag indienen waarmee hij zelf wenst over te gaan tot sanering. Twee gevallen kunnen zich voordoen:
- De aanvrager wenst de werken verder te zetten in het geval van een curatieve tussenkomst bij een bodemsanering bij wijze van overgangsmaatregel, waarvan de werken van start zijn gegaan uiterlijk op 31/5/2022 (aanvraag van het type CSW);
- De aanvrager wenst zelf over te gaan tot de uitvoering van de onderzoeken en bodemsaneringswerken in het geval van een curatieve tussenkomst bij een nog uit te voeren bodemsanering (aanvraag van het type CSO).
Als onderdeel van de technische beoordeling zal PROMAZ onduidelijkheden, eventuele uitvoeringstechnische en financiële ](zie hoof]dstuk 3.}2) o[f materiële fouten in de keuze van het type aanvraag per aangetekend schrijven of via het e-loket aan de aanvrager meedelen.
Indien PROMAZ de aanvraag ontvankelijk en volledig verklaart zal de ondertekende overeenkomst gelden als akkoord van PROMAZ dat de aanvrager zelf tot sanering overgaat.
Gedurende de aanmeldingsperiode kan de aanvrager zijn aanvraag annuleren en eventueel een ander type aanvraag indienen. Het is echter niet mogelijk meerdere (types) aanvragen ontvankelijk te verklaren voor éénzelfde locatie.
Voor een curatieve tussenkomst bij een nog uit te voeren bodemsanering voorziet artikel 17 van het Samenwerkingsakkoord dat PROMAZ onder haar voorwaarden toestaat dat de aanvrager alsnog zelf overgaat tot bodemsanering, indien hij eerder wenst te saneren dan volgens de prioriteit vereist is.
Dit betekent dat de aanvrager zijn oorspronkelijk uitdrukkelijk mandaat ten gunste van PROMAZ voor het uitvoeren van de bodemsanering (aanvraag van het type PSO) wenst in te trekken, en dat hij een nieuwe overeenkomst met PROMAZ wenst af te sluiten om alsnog zelf over te kunnen gaan tot de uitvoering van de bodemsanering (aanvraag van het type CSO).
De aanvrager die een dergelijke aanvraagtransfert wenst, moet dit expliciet melden aan PROMAZ. In de praktijk zal PROMAZ de wijziging van het type aanvraag enkel toestaan indien cumulatief aan volgende voorwaarden is voldaan:
1. Het dossier mag nog niet zijn opgenomen op een saneringsprogramma dat ter goedkeuring aan de Interregionale Bodemsaneringscommissie is voorgelegd of dat reeds door de Interregionale Bodemsaneringscommissie is goedgekeurd;
2. Uit de melding van de aanvrager moet blijken dat hij eerder wenst te saneren dan
volgens de PIP (prioriteitsindex
int dice de priorité) bepaald is;
3. Het moet mogelijk zijn om de volledige gasolieverontreiniging te saneren: een gefaseerde sanering waarbij men bijvoorbeeld een kern zelf saneert en de verontreiniging bij een buur of een pluim niet onmiddellijk mee aanpakt, wordt niet toegestaan;
4. De reden van de wijziging van het type aanvraag moet verenigbaar zijn met de geest van het Samenwerkingsakkoord. Deze reden kan onder andere zijn om zo weinig mogelijk in conflict te komen met de timing die voornamelijk de particuliere aanvrager vooropstelt naar verbouwingen aan de woning , of ook om logische opportuniteiten te benutten die de sloop van een gebouw of een nieuwe projectontwikkeling biedt naar een meer efficiënte, effectieve en kostenbesparende bodemsanering. Het is namelijk gekend dat de aanwezigheid van een gebouw op zich een belangrijke randvoorwaarde is voor de uitgraving van de bodemverontreiniging, wat qua saneringsconcept als voorkeursvariant wordt aanzien;
5. De bodemverontreiniging moet kunnen worden weggenomen met een gewone ontgravingstechniek (al dan niet met bemaling en beschoeiing). Er wordt niet toegestaan dat de aanvrager zelf tot bodemsanering overgaat met een in-situ saneringstechniek (zoals drijflaagrecuperatie, bodemluchtextractie, hoogvacuümextractie, pump and treat, Yof met een langdurige monitoring, beheers- of voorzorgsmaatregelen.
Extra aandacht wordt besteed aan het informeren van de aanvrager over volgende aspecten:
1. De aanvrager moet zelf over voldoende middelen beschikken om de volledige bodemsanering voor te financieren tot en met het bekomen van de eindverklaring. De aanvrager zal zelf eerst alle facturen en kosten van de bodemsanering betalen. XXXXXX komt pas nadien financieel tussen.
2. Als de verontreiniging onvoldoende in kaart is gebracht kunnen de kosten van de bodemsanering onvoorzien zeer hoog oplopen. In voorkomend geval wordt de
aanvrager gewezen } } v l Z ]
bodemsanering met zich kan meebrengen;
3. De mogelijkheid tot wijziging van aanvraagtype is éénmalig. De aanvrager kan nadien niet vragen aan PROMAZ om de bodemsanering opnieuw over te nemen;
4. De aanvrager zal een nieuwe overeenkomst met PROMAZ moeten afsluiten die tevens de voorwaarden vastlegt bij het zelf saneren. De aanvrager zal vanaf dan zelf de bodemonderzoeken en de bodemsaneringswerken moeten laten uitvoeren, en wordt geïnformeerd over de voorwaarden van PROMAZ zoals opgenomen in hoofdstuk 4. Deze nieuwe ondertekende overeenkomst geldt als akkoord van PROMAZ dat de aanvrager zelf tot sanering overgaat.
Ter verduidelijking: voor een curatieve tussenkomst bij een bodemsanering bij wijze van overgangsmaatregel voorziet het Samenwerkingsakkoord in artikel 21 geen mogelijkheid om na de aanmeldingsperiode het aanvraagtype te wijzigen. De aanvrager die beslist heeft om
de reeds gestarte saneringswerken zelf verder te zetten (aanvraag van het type CSW
ztie
3.1), kan niet meer vragen aan PROMAZ om de werken over te nemen. De aanvrager die een uitdrukkelijk mandaat ten gunste van PROMAZ heeft gegeven voor de verdere uitvoering van het saneringsdossier (aanvraag van het type PSW), kan na de aanmeldingsperiode niet vragen aan PROMAZ om alsnog zelf over te gaan tot bodemsanering.
4. Voorwaarden bij het uitvoeren van de Bodemsanering
Artikels 17, 18 en 21 van het Samenwerkingsakkoord stipuleren dat PROMAZ deze modaliteiten bepaalt en dat de aanvrager de controle vanwege PROMAZ op de realisatie van de bodemsanering en de eventuele nazorg moet toestaan, waarbij de aanvrager alle informatie met betrekking tot de opvolging van de Bodemsanering moet overmaken en de eventuele adviezen met betrekking tot de vooruitgang moet opvolgen.
4.1. Wetgeving en uitvoeringsbesluiten
Indien de aanvrager zelf wenst te saneren, moet hij zich engageren om de bodemsanering uit te laten voeren onder leiding van een erkend bodemsaneringsdeskundige overeenkomstig de gewestelijke wetgeving, en dit met respect voor het BATNEEC-principe (best available techniques not entailing excessive costs = beste beschikbare technieken die geen buitensporige kosten met zich brengen) en de codes van goede praktijk betreffende de bodemsanering.
Indien de gewesten in hun wetgeving, standaardprocedures, gewestelijke codes van goede praktijk of andere betreffende documenten een kostenbesparende, specifiek op gasolie gerichte, versnelde of vereenvoudigde toepassing ter beschikking stellen of toestaan voor het bodemonderzoek of voor de bodemsanering van gasoliegerelateerde verontreinigingen, dan moet de aanvrager deze toepassen. Indien de aanvrager wenst af te wijken van dit
principe, bijvoorbeeld in het geval van een omvangrijke verontreiniging die vreemd is aan de exploitatie van een gasolietank, moet hij dit voorafgaandelijk aftoetsen bij PROMAZ om te vermijden dat pas op het ogenblik van de terugbetalingsaanvraag vastgesteld wordt dat deze kosten geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden terugbetaald.
PROMAZ heeft de intentie om een richtlijn op te stellen die aansluit bij de codes van goede praktijk van de gewesten, in overleg met de verschillende bevoegde administraties van de
] ] } v
Openbare Vloaam[se
] v ]
Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en Leefmilieu Brussel, die de ingediende PROMAZ- dossiers zullen behandelen. Deze richtlijn richt zich in eerste instantie tot de bodemsaneringsdeskundigen en geeft een uniforme, kostenefficiënte en praktische invulling aan de werking van het fonds volgens de bepalingen van het Samenwerkingsakkoord en het Erkenningsbesluit.
Van zodra PROMAZ haar eigen richtlijn ter beschikking stelt, moet de aanvrager deze toepassen. Indien de aanvrager hiervan wenst af te wijken, bijvoorbeeld in het geval van een omvangrijke verontreiniging die vreemd is aan de exploitatie van een gasolietank, moet hij dit voorafgaandelijk aftoetsen bij PROMAZ om te vermijden dat pas op het ogenblik van de terugbetalingsaanvraag vastgesteld wordt dat deze kosten geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden terugbetaald.
Een belangrijk deel van de PROMAZ-richtlijn gaat over het BATNEEC-principe, toegepast op de fysische eigenschappen van gasolie, en geeft een overzicht van de saneringstechnieken die in aanmerking komen bij de uitwerking van een bodemsaneringsproject (generieke benaming - elk gewest hanteert zijn eigen nomenclatuur). Tevens is opgenomen welke maatregelen of technieken niet als BATNEEC weerhouden zijn of waarvan de haalbaarheid onvoldoende aangetoond is voor de sanering van een gasolieverontreiniging.
De aanvrager moet zich engageren dat deze richtlijn zal worden toegepast van zodra ze ter beschikking gesteld wordt. Eenzelfde engagement wordt gevraagd voor alle andere procedures of formulieren die PROMAZ hanteert en ter beschikking stelt.
4.3. Voorafgaandelijke goedkeuring door PROMAZ
In een aantal situaties moet de aanvrager verplicht het voorafgaandelijk akkoord of gunstig advies van PROMAZ krijgen om verder te kunnen gaan met de sanering.
De aanvrager moet volgende documenten voor akkoord of voor gunstig advies voorleggen via een ter beschikking gestelde portaalpagina (e-loket) of per aangetekend schrijven:
x De door de gewestelijke wetgeving voorgeschreven onderzoeksrapporten of rapporttypes die door PROMAZ moeten worden beoordeeld, vooraleer ze mogen ingediend worden bij de gewestelijke overheid;
x Elk beschrijvend bodemonderzoek (generieke benaming - elk gewest hanteert zijn eigen nomenclatuur) dat tevens de afperking omvat van een verontreiniging die vreemd is aan de exploitatie van een gasolietank; dit betreft zowel de afsplitsbare als technisch niet-afsplitsbare bodemverontreiniging;
x Elk bodemsaneringsproject (generieke benaming - elk gewest hanteert zijn eigen nomenclatuur) dat tevens de bodemsanering omvat van een verontreiniging die vreemd is aan de exploitatie van een gasolietank; dit betreft zowel de afsplitsbare als technisch niet-afsplitsbare bodemverontreiniging;
x Elk bodemsaneringsproject waarvan de geraamde kost van de bodemsaneringswerken en grondreiniging (zonder de kosten van de erkende bodemsaneringsdeskundige) of waarin de geraamde kost van een back-up-variant meer dan 35.000 euro (exclusief BTW) bedraagt;
x Vooraleer over te gaan tot het installeren en opstarten van een in-situ saneringstechniek (zoals drijflaagrecuperatie, bodemluchtextractie,
hoogvacuümextractie U upilootproeven of veen langdurige U
monitoring, beheers- of voorzorgsmaatregelen, moet PROMAZ om advies gevraagd worden. Dit is tevens van toepassing bij een bodemsaneringsproject dat reeds conform werd verklaard door de overheid voorafgaand aan het indienen van de aanvraag bij PROMAZ, bijvoorbeeld voor de aanvragen onder hoofdstuk 3.1;
x Vooraleer over te gaan tot het installeren en opstarten van om het even welke back- up-variant moet PROMAZ om advies gevraagd worden. Dit is tevens van toepassing bij een bodemsaneringsproject dat reeds conform werd verklaard door de overheid voorafgaand aan het indienen van de aanvraag bij PROMAZ, bijvoorbeeld voor de aanvragen onder hoofdstuk 3.1.
In het kader van haar adviserende en controlerende taken moet PROMAZ te allen tijde van de voortgang van het dossier op de hoogte worden gehouden.
De aanvrager moet volgende data en termijnen melden op een ter beschikking gestelde portaalpagina (e-loket) of standaardformulier:
xDatum van indiening van het beschrijvend bodemonderzoek;
xDatum van indiening van het bodemsaneringsproject of gecombineerd bodemonderzoek en een raming van de kostprijs van de bodemsaneringswerken en grondreiniging (en raming van de kostprijs van eventuele back-up-varianten);
xDe startdatum van de bodemsaneringswerken;
xDe startdatum en voorziene duur van de grondwater- of luchtmonitoring na de bodemsaneringswerken;
xDatum van indiening van het eindrapport bij de gewestelijke overheid;
De aanvrager meldt de overdracht van het terrein, een tijdelijke stopzetting of een gefaseerde aanpak van het dossier, via de portaalpagina of per aangetekend schrijven.
Om te vermijden dat men bij de terugbetalingsaanvraag moet vaststellen dat gemaakte kosten geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden terugbetaald omdat ze niet BATNEEC zijn of uitgesloten worden door het Samenwerkingsakkoord, moet de aanvrager volgende gegevens melden op een ter beschikking gestelde portaalpagina (e-loket) of standaardformulier:
x Elke saneringstechniek die niet in de PROMAZ-richtlijn is opgenomen of waarvan de bodemsaneringsdeskundige kan vermoeden dat hij niet BATNEEC is, moet vooraf worden besproken. Indien een niet-BATNEEC techniek is opgenomen in een bodemsaneringsproject dat reeds conform werd verklaard door de overheid voorafgaand aan het indienen van de aanvraag bij PROMAZ, bijvoorbeeld voor de aanvragen onder hoofdstuk 3.1, verzoekt PROMAZ om ook deze dossiers vooraf te bespreken;
x In geval een in-situ sanering of een pilootproef reeds in uitvoering is op het ogenblik van de aanvraag (zoals drijflaagrecuperatie, bodemluchtextractie,
hoogvacuümextractie, u , dan moetvde erkende U
bodemsaneringsdeskundige die de werken begeleidt een omstandig verslag overmaken aan XXXXXX met een stand van zaken en een uitspraak over de efficiëntie van de lopende bodemsaneringswerken. PROMAZ kan desgevallend een voorstel maken om de werken bij te sturen, of kan vragen om deze verslaggeving om de zes maand bij te werken. Hetzelfde geldt voor een langdurige monitoring en voor een beheers- of een voorzorgsmaatregel.
Kosten voor bodemonderzoeken en bodemsaneringswerken die gemaakt werden na de publicatie van de erkenning van PROMAZ in het Staatsblad d.d. 28/2/2022, maar vóór het verlenen van de toestemming aan de aanvrager om zelf tot sanering over te gaan (ondertekende overeenkomst), worden niet automatisch terugbetaald. Het is aangewezen om na de vaststelling van een verontreiniging zo snel mogelijk een aanvraag tot tussenkomst bij PROMAZ in te dienen en de voorwaarden van dit hoofdstuk 4 op te volgen.
PROMAZ beveelt alle aanvragers, erkende bodemsaneringsdeskundigen en andere betrokken partijen aan om bij twijfel inzake de terugbetaalbaarheid van kosten tijdig contact op te nemen met XXXXXX.
5. Validatie
Deze nota werd op 16/03/2022 ingediend bij de Interregionale Bodemsaneringscommissie en goedgekeurd op 27/04/2022.
===//===