Contract
2022.097234.01/LTH - 1 -
AKTE VAN OPRICHTING
STICHTING COMPENSATIE ZWITSERSE XXXXX XXXXXXXX
Heden, twaalf april tweeduizend tweeëntwintig, verscheen voor mij, xx. Xxxxxx Xxxxxxxx, notaris te Deventer:
xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx, werkzaam ten kantore van Smalbraak Notarissen, gevestigd Xxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxxx, geboren te Prijedor op veertien januari negentienhonderd vierentachtig, hierbij handelend als schriftelijk gevolmachtigde van: de xxxx Xxxxxxx Xxx xx Xxxx, geboren te Bunnik op vier januari negentienhonderd vijfenzestig, identificatie: paspoortnummer XXXX0X0X0, afgegeven te Utrecht op zes november tweeduizend achttien, wonende Xxxxxxxxx 000 X, 0000 XX Xxxxxxx, gehuwd, hierna te noemen: "oprichter".
De verschenen persoon verklaarde hierbij een stichting op te richten waarvan de statuten luiden als volgt:
STATUTEN
Definities Artikel 1.
In deze statuten wordt verstaan onder:
Artikel: een artikel van deze Statuten;
BW: het Nederlands Burgerlijk Wetboek.
Claimcode: de op vier maart tweeduizend negentien (4-03-2019) in werking getreden Claimcode 2019 en de eventuele nieuwe versies daarvan;
Gedupeerden: de natuurlijke personen en/of rechtspersonen wier
belangen door de Stichting op grond van Artikel 3 van deze Statuten worden behartigd;
Deelnemer: Gedupeerden die zich door middel van een Deelnemersovereenkomst bij de Stichting hebben aangesloten;
Deelnemersovereenkomst: de overeenkomst tussen de Stichting en een Gedupeerde;
Statuten: de statuten van de Stichting;
Stichting: Stichting Compensatie Zwitserse Xxxxx Xxxxxxxx;
Website: de website van de Stichting als bedoeld in artikel 3 lid 2 sub d van deze Statuten.
Naam en zetel Artikel 2.
1. De naam van de Stichting is: Stichting Compensatie Zwitserse Xxxxx Xxxxxxxx. De Stichting handelt tevens onder de naam: “Stichting CZFL”.
2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Utrecht.
Doel Artikel 3.
1. Het doel van de Stichting is om als onafhankelijke organisatie en zonder winstoogmerk de gelijksoortige belangen te behartigen van natuurlijke personen, vennootschappen en/of rechtspersonen die bij financiële ondernemingen, waaronder Staalbankiers N.V. (rechtsvoorgangster van Achmea Bank N.V.), dan wel MeesPierson Bank N.V. (rechtsvoorgangster van ABN AMRO Bank N.V.), dan wel ING Bank N.V., een (hypotheek)lening luidend in Zwitserse franken (“CHF”), maar (in feite) te betalen in euro’s (“CHF-Lening”) hebben afgesloten, en als gevolg van het afsluiten van de CHF-Lening zijn benadeeld, waardoor zij op (één van) de financiële ondernemingen een of meer vordering(en) hebben die verband houden met deze benadeling.
2. De Stichting tracht dit doel te bereiken door onder meer:
a. het in naam van de Stichting en/of in naam van de Gedupeerden starten en/of ondersteunen van (een) civiele procedure(s), het instellen van (rechts)vorderingen of verzoeken, waaronder vorderingen of verzoeken tot het vergoeden, compenseren en/of ongedaan maken van de door de Gedupeerden geleden schade, het terugbetalen van onverschuldigd betaalde bedragen, het ongedaan maken van ongerechtvaardigde verrijking, het verkrijgen van verklaringen voor recht en het treffen van (voorlopige) voorzieningen, en het indienen van klachten bij toezichthoudende instanties, een en ander in Nederland en in andere jurisdicties indien nodig en mogelijk, waaronder begrepen procedures, vorderingen, verzoeken en klachten zoals bedoeld in:
i. Artikel 3:305a lid 1 BW;
ii. Artikel 6:240 BW;
iii. Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad van vijfentwintig november tweeduizend twintig (25-11-2020) betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG;
iv. Artikel 7:907 BW;
b. Het optreden tegen (dreigende) inbreuken op rechten van de Gedupeerden in verband met overtredingen van Unierechtelijke en/of nationale regelgeving ter bescherming van consumenten, waaronder Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van vijf april negentienhonderd drieënnegentig (05-04-1993) betreffende
oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten en/of enige daaruit voortvloeiende nationale wet- of regelgeving.
c. Het (laten) doen van onderzoek;
d. Het informeren van Gedupeerden ten aanzien van zaken gerelateerd aan het doel en de werkzaamheden van de Stichting, onder meer via de Website;
e. Het namens of in het belang van Gedupeerden voeren van overleg met partijen en met andere organisaties die belangen van andere gedupeerden behartigen;
f. Het namens of in het belang van Gedupeerden voeren van onderhandelingen over en/of het aangaan van (collectieve) vaststellingsovereenkomsten, waaronder begrepen vaststellingsovereenkomsten in de zin van artikel 7:907 BW;
g. Het instellen van vorderingen al dan niet krachtens volmacht, last en/of cessie ter incasso van degenen wier belangen door de Stichting worden behartigd;
h. Het optreden als woordvoerder en vertegenwoordiger van Gedupeerden, waaronder in de media, in de politiek, bij het bedrijfsleven, bij (potentiële) wederpartijen en in relatie tot het maatschappelijk middenveld en het onderhouden van deze (media)contacten;
i. Het bieden van de mogelijkheid aan Gedupeerden om Deelnemer te worden;
j. Het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande in de ruimste zin verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.
3. De Stichting is een organisatie zonder winstoogmerk. Onder winstoogmerk wordt niet verstaan het nastreven van een door de Stichting te ontvangen of te bedingen marktconforme vergoeding voor gemaakte kosten, gelopen risico's of geleverde diensten.
4. De Stichting onderschrijft de Claimcode. De Stichting zal haar Statuten, organisatie en werkwijze zoveel mogelijk in lijn met de in de Claimcode opgenomen principes en uitwerkingen inrichten of zal, indien daarvan wordt afgeweken, op de Website toelichten waarom zij daarvan afwijkt.
Vermogen Artikel 4.
1. Het vermogen van de Stichting wordt onder meer gevormd door leningen, subsidiegelden, donaties, giften, legaten en/of erfstellingen, al dan niet op basis van gesloten Deelnemersovereenkomsten en alle andere verkrijgingen en baten.
2. Erfstellingen kunnen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.
3. Er zijn geen (rechts)personen die geheel of gedeeltelijk over het vermogen en de inkomsten van de Stichting kunnen beschikken als ware het zijn/haar eigen
vermogen of inkomsten.
4. Het bestuur van de Stichting kan ten behoeve van de financiering van de statutaire werkzaamheden een overeenkomst aangaan met één of meerdere externe financiers, één en ander conform het hieromtrent bepaalde in de Claimcode.
Bestuur Artikel 5.
1. Het bestuur van de Stichting bestaat uit een door het bestuur (of de Raad van Toezicht, indien en zodra deze raad met inachtneming van het bepaalde in artikel 6 lid 1 is ingesteld) vast te stellen aantal van ten minste drie (3) natuurlijke personen. Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
2. a. Het bestuur is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar en het bestuur en ten aanzien van de door de Stichting behartigde belangen onafhankelijk en kritisch kunnen opereren en dat het bestuur beschikt over de specifieke deskundigheid die nodig is voor het verrichten van de werkzaamheden ter verwezenlijking van het doel van de Stichting, één en ander met inachtneming van de wet of relevante regelgeving.
b. Binnen het bestuur en de Raad van Toezicht en tussen bestuursleden en de leden van de Raad van Toezicht bestaan geen nauwe familie- of vergelijkbare relaties, waaronder huwelijk, geregistreerd partnerschap of ongehuwd samenwonen, één en ander conform het hieromtrent bepaalde in de Claimcode.
3. Het bestuur is evenwichtig samengesteld en is belast met het besturen van
de Stichting, één en ander conform het hieromtrent bepaalde in de Claimcode.
4. Bestuursleden worden in beginsel voor onbepaalde tijd benoemd door het bestuur of door de Raad van Toezicht zo deze is ingesteld, tenzij in het benoemingsbesluit anders is bepaald. Bestuursleden kunnen voorts worden ontslagen en/of geschorst door het orgaan dat bevoegd is tot benoeming. In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
5. Binnen drie (3) maanden na ingang van de schorsing dient het hiertoe bevoegde orgaan een besluit te nemen om de geschorste bestuurder te ontslaan, de schorsing op te heffen of de schorsing te handhaven. Indien binnen deze termijn geen besluit wordt genomen, is de schorsing opgeheven.
De schorsing van een bestuurder kan tijdens de schorsing ten hoogste eenmaal voor een periode van drie (3) maanden worden verlengd. De schorsing eindigt uiterlijk drie (3) maanden na het besluit tot handhaving van de schorsing.
6. Wanneer het bestuur geheel of gedeeltelijk ontbreekt en geen Raad van Toezicht is ingesteld, is de voorzieningenrechter van de rechtbank waaronder de Stichting ressorteert bevoegd, al dan niet op verzoek van een belanghebbende, om het
vereiste aantal bestuursleden te benoemen.
7. Het meerhoofdig bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, dan wel, in plaats van beide laatstgenoemden, een secretaris- penningmeester.
8. Tot bestuurder van de Stichting is niet benoembaar degene die vijf (5) jaar of korter voorafgaand aan de voorgenomen benoeming door de rechtbank is ontslagen als bestuurder van een stichting, tenzij de bestuurder mede gelet om de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt.
9. Een bestuurslid defungeert door:
a. zijn overlijden, of in het geval van een rechtspersoon door ontbinding;
b. vrijwillig aftreden;
c. het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
x. ontslag bij vonnis van de rechtbank;
e. zijn ontslag door het orgaan dat bevoegd is tot benoeming. Indien er geen Raad van Toezicht is ingesteld kan een bestuurder worden ontslagen op grond van een daartoe strekkend bestuursbesluit, genomen in een vergadering waarin door alle overige in functie zijnde bestuursleden voor zijn ontslag is gestemd.
10. In geval van belet of ontstentenis van één of meer bestuurders berust het bestuur tijdelijk bij de overblijvende bestuurders. In geval van belet of ontstentenis van alle bestuurders of de enig bestuurder berust het bestuur tijdelijk bij één of meer door de Raad van Toezicht aan te wijzen personen, zo deze raad is ingesteld, één en ander onverminderd het bepaalde in lid 5 van dit artikel.
11. a. Leden van het bestuur kunnen voor de uitoefening van hun bestuurstaken een beloning ontvangen die in redelijke verhouding staat tot de aard en intensiteit van hun werkzaamheden. Daarnaast kunnen zij een redelijke onkostenvergoeding ontvangen. Bestuurders verrichten ten behoeve van de belangenorganisatie geen gehonoreerde werkzaamheden die niet uit hun bestuurstaak voortvloeien.
b. De beloning van de bestuurders van de Stichting wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht.
Taak en bevoegdheden Artikel 6.
1. Het bestuur is belast met het besturen van de Stichting, hetgeen onder meer inhoudt dat het verantwoordelijk is voor de vaststelling en uitvoering van het financieel beleid en de op verwezenlijking van het statutaire doel gerichte strategie. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de Stichting en de met haar verbonden onderneming of organisatie.
Het bestuur staat onder toezicht van een Raad van Toezicht, indien en zodra het bestuur tot instelling van een Raad van Toezicht besluit.
Het besluit tot instelling van een Raad van Toezicht treedt eerst in werking, indien en zodra het desbetreffende besluit is neergelegd ten kantore van het handelsregister. Zolang bij de Stichting niet een Raad van Toezicht is ingesteld, is hetgeen in deze statuten is bepaald ten aanzien van de Raad van Toezicht en zijn leden niet van toepassing of komen deze bevoegdheden zo mogelijk toe aan het bestuur.
2. Het bestuur draagt voorts zorg voor strikte naleving van de wet of relevante regelgeving. Een besluit van het bestuur dat afwijkt van de wet of relevante regelgeving behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht, zo deze is ingesteld.
3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen en evenmin tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
4. Het bestuur legt de voor de Stichting, de Gedupeerden en overige belanghebbenden ingrijpende besluiten ter goedkeuring voor aan de Raad van Toezicht, onder deze besluiten wordt in ieder geval verstaan besluiten strekkende tot:
x. xxxxxxxxx, ontslag en schorsing van bestuurders;
b. juridische fusie en/of juridische splitsing;
c. het aanhangig maken van een gerechtelijke procedure;
d. het sluiten van een schikkingsovereenkomst, en
e. het indienen van een verzoek als bedoeld in de Wet collectieve afwikkeling massaschade.
De Raad van Toezicht beoordeelt zelf of besluiten, anders dan hierboven vermeld, ingrijpend zijn als hiervoor bedoeld, onverminderd het bepaalde in artikel 9 lid 2.
De Raad van Toezicht is voorts bevoegd andere besluiten van het bestuur aan zijn voorafgaande schriftelijke goedkeuring te onderwerpen. Deze besluiten dienen duidelijk te worden omschreven en schriftelijk aan het bestuur te worden meegedeeld.
Vergaderingen en bestuursbesluiten Artikel 7.
1. De bestuursvergaderingen worden gehouden ter plaatse als bij de oproeping bepaald. Iedere bestuurder heeft het recht om bestuursvergaderingen bij te wonen. Het bestuur kan besluiten ook andere personen ter vergadering uit te
nodigen of toe te laten.
2. Bestuursvergaderingen worden gehouden zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee van de overige bestuursleden dit nodig acht(en), doch ten minste twee (2) maal per jaar.
3. De oproeping tot de vergadering geschiedt door de voorzitter, dan wel namens deze door de secretaris, ten minste zeven (7) dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. De oproeping zal schriftelijk (of per e-mail) plaatsvinden en vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
4. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
5. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
6. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één van de andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden in dezelfde of eerstvolgende vergadering vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.
7. Het bestuur kan in een vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
8. a. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en onthoudt zich van het uitbrengen van een stem over een bestuursbesluit indien hij bij het onderwerp van het bestuursbesluit een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de Stichting en de daaraan verbonden organisatie. De bestuurder heeft wel het recht de desbetreffende bestuursvergadering waarin het besluit aan de orde komt bij te wonen, met dien verstande dat hij niet meegerekend wordt bij de bepaling van het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders met betrekking tot het besluit.
b. Indien op grond van het bepaalde in lid 8 sub a van dit artikel geen enkele bestuurder aan de besluitvorming kan deelnemen en er derhalve geen besluit
kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de Raad van Toezicht. Bij ontbreken van een Raad van Toezicht, wordt het besluit genomen door het bestuur onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.
9. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
10. Xxxxx bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Xxxxxx stemmen of ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Indien de stemmen staken bij verkiezing van personen dan beslist het lot. Staken de stemmen bij een andere stemming, dan is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
11. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van een oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
12. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één van de stemgerechtigden dit voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
13. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de Statuten voorzien, beslist de voorzitter.
14. Het bestuur kan besluiten om telefonisch of door middel van een videoconferentie te vergaderen, mits iedere bestuurder via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en het stemrecht kan uitoefenen.
Door het bestuur kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Indien het bestuur besluit voorwaarden te stellen, worden deze voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt.
Vertegenwoordiging Artikel 8.
1. De Stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur, alsmede door twee (2) bestuursleden gezamenlijk handelend.
2. Het bestuur kan besluiten aan één of meerdere personen een volmacht te verlenen om de Stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Een dergelijke volmacht kan te allen tijde worden herroepen door het bestuur.
Raad van toezicht Artikel 9.
1. De Stichting kent een Raad van Toezicht bestaande uit ten minste drie (3) natuurlijke personen, indien en zodra deze met inachtneming van het bepaalde in artikel 6 lid 1 is ingesteld. Ten hoogste één lid van de Raad van Toezicht kan worden benoemd op voordracht van een eventuele financier als bedoeld in artikel 4 lid 4.
De leden van de Raad van Toezicht kunnen geen deel uitmaken van het bestuur.
2. De Raad van Toezicht heeft tot taak het toezicht houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de Stichting. Hieronder wordt tevens begrepen het financieel toezicht en het uitoefenen van die taken en bevoegdheden die in Claimcode en de onderhavige statuten aan de Raad van Toezicht zijn opgedragen of toegekend.
3. Het Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar en het bestuur en ten aanzien van de door de Stichting behartigde belangen onafhankelijk en kritisch kunnen opereren, één en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 lid 2 sub b.
Een lid van de Raad van Toezicht heeft geen rechtstreeks of middellijk persoonlijk belang in of bij de Stichting en de door de Stichting uitgevoerde activiteiten en werkzaamheden bij de (rechts)perso(o)n(en) waartegen de Stichting in verweerkomt. De samenstelling van de Raad van Toezicht voldoen voorts aan de kwaliteitseisen zoals neergelegd in de wet of relevante regelgeving.
4. De leden van de Raad van Toezicht worden in beginsel voor onbepaalde tijd benoemd door de Raad van Toezicht, tenzij in het benoemingsbesluit anders is bepaald. De leden van de Raad van Toezicht kunnen door de Raad van Toezicht worden geschorst en ontslagen. In vacatures moet zo spoedig mogelijk worden voorzien.
5. De Raad van Toezicht wijst uit zijn midden een voorzitter en een secretaris aan.
6. Het bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens, waaronder begrepen de notulen
van de bestuursvergadering, en voorts aan ieder lid van de Raad van Toezicht alle inlichtingen betreffende de aangelegenheden van de Stichting die deze mocht verlangen. De Raad van Toezicht is bevoegd inzage te nemen en te doen nemen van alle boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de Stichting.
7. De Raad van Toezicht kan zich voor rekening van de Stichting in de uitoefening van zijn taak doen bijstaan door één of meer deskundigen.
8. Een lid van de Raad van Toezicht defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
c. door vrijwillig aftreden;
d. door zijn toetreding tot het bestuur;
e. door ontslag hem verleend door de Raad van Toezicht.
Een besluit tot ontslag als in dit lid bedoeld, kan slechts worden genomen in een vergadering van de Raad van Toezicht waarin alle leden van de Raad van Toezicht met uitzondering van het lid wiens ontslag aan de orde is, aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
9. Het lid van de Raad van Toezicht van wie de schorsing of het ontslag als bedoeld in lid 8 sub e aan de orde is heeft het recht om de desbetreffende vergadering bij te wonen en aldaar het woord te voeren. Ten aanzien van een schorsing is het bepaalde in artikel 5 lid 5 van overeenkomstige toepassing.
10. Voor het geval sprake is van belet of ontstentenis van één of meer leden van de Raad van Toezicht kan de Raad van Toezicht één of meer personen benoemen die het desbetreffende lid, respectievelijk de desbetreffende leden tijdelijk vervangt/vervangen.
Bij ontstentenis of belet van alle leden van de Raad van Toezicht berust de uitoefening van taken en bevoegdheden bij één of meer door de Raad van Toezicht aan te wijzen personen. Voor de gedurende deze periode verrichte taken worden de aangewezen persoon/personen met een lid van de Raad van Toezicht gelijkgesteld.
Van belet is sprake bij vermissing of gebleken onbereikbaarheid gedurende ten minste vier (4) weken, alsmede indien het desbetreffende lid van de Raad van Toezicht door ziekte, ongeval of andere omstandigheden tijdelijk of langdurig niet in staat is zijn/haar wil te uiten.
11. Het bepaalde in artikel 7 is op de Raad van Toezicht zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. De Raad van Toezicht komt ten minste twee (2) maal per jaar bijeen.
12. a. Een lid van de Raad van Toezicht neemt niet deel aan de beraadslaging en onthoudt zich van het uitbrengen van een stem over een besluit indien hij bij
het onderwerp van het besluit een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de Stichting en de daaraan verbonden organisatie. Het desbetreffende lid van de Raad van Toezicht heeft wel het recht de desbetreffende vergadering waarin het besluit aan de orde komt bij te wonen, met dien verstande dat hij niet meegerekend wordt bij de bepaling van het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden van de Raad van Toezicht met betrekking tot het besluit.
b. Indien op grond van het bepaalde in lid 12 sub a van dit artikel geen enkel lid van de Raad van Toezicht aan de besluitvorming kan deelnemen en er derhalve geen besluit kan worden genomen, wordt het besluit desalniettemin genomen door de Raad van Toezicht, onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.
Gemeenschappelijke vergadering bestuur en raad van toezicht Artikel 10.
1. Ten minste één (1) maal per jaar komen het bestuur en de Raad van Toezicht in gemeenschappelijke vergadering bijeen ter bespreking van de algemene lijnen van het gevoerde en in de toekomst te voeren beleid.
2. Tot de bijeenroeping van een gemeenschappelijke vergadering zijn het bestuur en de Raad van Toezicht gelijkelijk bevoegd.
3. De gemeenschappelijke vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de Raad van Toezicht. Indien deze afwezig is voorzien de aanwezige bestuurders en leden van de Raad van Toezicht in de leiding van de vergadering. Tot dat moment wordt de vergadering geleid door het in leeftijd oudste aanwezige lid van de Raad van Toezicht.
4. De gemeenschappelijke vergadering van het bestuur en de Raad van Toezicht stelt een redelijke en niet-bovenmatige kostenvergoeding en vacatiegeldenregeling vast voor de leden van de Raad van Toezicht.
Boekjaar en jaarstukken Artikel 11.
1. Het boekjaar van de Stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de Stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de Stichting kunnen worden gekend.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar een balans en een staat van baten en lasten van de Stichting te maken
en op papier te stellen.
De balans en de staat van baten en lasten behoeven de schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht. Daartoe worden de vastgestelde stukken binnen één maand na de vaststelling aan de Raad van Toezicht toegezonden. De Raad van Toezicht kan, alvorens zijn goedkeuring te verlenen, het bestuur opdragen de balans en de staat van baten en lasten te doen onderzoeken door een door de Raad van Toezicht aangewezen registeraccountant, accountants- administratieconsulent dan wel een andere deskundige in de zin van artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de Raad van Toezicht en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de in het vorige lid bedoelde stukken. Hij brengt zijn verslag ter kennis van het bestuur.
4. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid kan het bestuur, alvorens tot vaststelling van de in lid 3 bedoelde stukken over te gaan, deze doen onderzoeken door een door hem aan te wijzen accountant.
5. De Raad van Toezicht is bevoegd de bestuurders décharge (kwijting) te verlenen voor hun bestuur, voor zover daarvan uit de vastgestelde stukken blijkt of anderszins aan hem bekend is gemaakt.
6. De in dit artikel bedoelde documenten worden gedurende ten minste de door de wet voorgeschreven termijn bewaard.
7. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en deze gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
Reglement Artikel 12.
1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, die niet in deze statuten zijn vervat.
2. Het reglement mag niet met de wet, deze Statuten of eventueel van toepassing zijnde regelgeving in strijd zijn.
3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen. Op de vaststelling, wijziging en beëindiging van het reglement is het bepaalde in artikel 13 lid 1 van toepassing.
Statutenwijziging Artikel 13.
1. Het bestuur is, na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van
Toezicht, bevoegd de statuten te wijzigen.
2. Een besluit van het bestuur tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van ten minste twee/derde (2/3e) gedeelte van de stemmen, uitgebracht in een vergadering waarin alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Zijn in een vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging aan de orde is, niet alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee (2) en niet later dan vier (4) weken na de eerste vergadering.
In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden rechtsgeldig omtrent het voorstel, zoals dit in de eerste vergadering aan de orde was, worden besloten mits met een meerderheid van ten minste twee/derde (2/3e) gedeelte van de uitgebrachte stemmen.
3. Bij de oproeping tot de vergadering waarin een statutenwijziging zal worden voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, te worden gevoegd.
4. Een besluit tot statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is ieder bestuurslid bevoegd.
Ontbinding en vereffening Artikel 14.
1. Het bestuur is bevoegd de Stichting te ontbinden.
2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in het vorige artikel bepaalde van overeenkomstige toepassing.
3. Bij het besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het liquidatiesaldo vastgesteld. De bestemming van een batig saldo na vereffening dient zo veel mogelijk in overeenstemming te zijn met het doel van de Stichting en dient ten goede te komen aan de Deelnemers, of aan een instelling of organisatie ingesteld op grond van art. 6.33 lid 1 onderdeel b van de Wet Inkomstenbelasting 2001, daaronder begrepen een vergelijkbare instelling of organisatie die buiten Nederland is gevestigd in een bij ministeriële regeling aangewezen land, één en ander met inachtneming van de wet en relevante regelgeving.
De bestemming van het liquidatiesaldo behoeft eveneens de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Raad van Toezicht.
4. Na de ontbinding geschiedt de vereffening in beginsel door de bestuurders. In het besluit tot ontbinding kunnen andere personen tot vereffenaar worden benoemd.
5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden Stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon.
6. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 Burgerlijk Wetboek van toepassing.
Slotbepalingen Artikel 14.
1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit een geschrift blijkt.
Overgangsbepaling Artikel 15.
Het eerste boekjaar van de Stichting loopt tot en met éénendertig december tweeduizend drieëntwintig (31-12-2023). Dit artikel vervalt nadat het eerste boekjaar van de Stichting is geëindigd.
SLOTVERKLARINGEN
Ten slotte verklaarde de verschenen persoon, handelend als gemeld:
1. dat in afwijking van het bepaalde in artikel 5 lid 4 voor de eerste maal tot bestuurders van de Stichting worden benoemd:
a. de oprichter en wel als voorzitter
b. de xxxx Xxxxxxx Xxxxxx, geboren te Grijpskerk op zevenentwintig januari negentienhonderd vijfenvijftig, en wel als secretaris;
c. xxxxxxx Xxxxxx xxx Xxxxxxxxx, geboren te Wormerveer op dertig november negentienhonderd drieënzeventig, en wel als penningmeester.
2. dat in afwijking van het bepaalde in artikel 6 lid 1 voor de eerste maal tot leden van Raad van Toezicht van de stichting worden benoemd:
a. xxxxxxx Xxxxxxxx Xxx xxx Xxxxxx, geboren te Zeist op drie mei negentienhonderd tweeënvijftig;
b. xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, geboren te 's-Gravenhage op één augustus negentienhonderd tweeënzestig;
c. de xxxx Xxxxxxx Xxxx Xxxxxxxx, geboren te Enschede op éénentwintig juli negentienhonderd vierenzeventig.
VOLMACHT
Van de volmacht van de oprichter blijkt uit één (1) onderhandse akte van volmacht, die (in kopie) aan deze akte wordt gehecht.
SLOT
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.
Door mij, notaris, is de zakelijke inhoud van deze akte aan de verschenen persoon medegedeeld en toegelicht. Daarna verklaarde de verschenen persoon van die inhoud te hebben kennisgenomen en daarmee in te stemmen.
WAARVAN AKTE is verleden te Deventer op de datum, in het hoofd van deze akte vermeld.
Vervolgens is deze akte onmiddellijk na beperkte voorlezing ondertekend door de verschenen persoon en door mij, notaris.
(Volgt ondertekening)
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
Deventer, 12 april 2022 xx. Xxxxxx Xxxxxxxx, notaris
- 16 -