ZITTING 1959—1960 — 589 8
ZITTING 1959—1960 — 589 8
Overeenkomst betreffende liet aannemen van eenvormige goedkeurtngsvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van goedkeuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorrijtuigen, op 20 maart 1958 te Genèvc gesloten
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Nr. 1
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen: 24 maart 1960.
De wens, dat deze overeenkomst aan de uitdrukke- lijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen, kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig leden der Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 23 april 1960.
'g-Gravenhage, 24 maart 1960.
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 60, lid 2, en onder verwijzing naar artikel 61, lid 3, van de Grondwet, de Raad van State gehoord, heb ik de eer U Hoogedelgestrenge hiernevens de tekst, alsook de vertaling in het Nederlands over te leggen van de op 20 maart 1958 te Gcnève gesloten Ovcr- eenkomst betreffende het aannemen van eenvormige goedkeu- ringsvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van goed- keuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorrij- tuigen (Trb. 1959, 83) ') .
Een toelichtende nota bij deze overeenkomst gelieve U Hoogedelgestrenge hiernevens aan te treffen.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal de over- eenkomst alleen voor Nederland gelden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
x. XXXX.
Aan
de Heer Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Toelichtende nota
De omstandigheid, dat in vele landen motorvoertuigen slechts in gebruik mogen worden gesteld, indien zij voldoen aan bepaalde technische eisen, en dat dienovereenkomstig in de wetgevingen vaak gedetailleerde keuringseisen zijn vastge- steld, heeft tot gevolg gehad, dat de desbetreffende bepalingen van land tot land verschillen kunnen vertonen. Hoe belangrijk de onderhavige eisen uit een oogpunt van verkeersveiligheid ook moeten worden geacht, zij resulteerden nochtans in be!em- meringen voor de internationale handel in motorvoertuigen en onderdelen daarvan. Bovendien werd de taak van de keu- ringsautoriteiten onnodig verzwaard.
Ten einde op dit gebied tot een internationale normalisering te geraken, is onder auspiciën van de Economische Commissie voor Europa der Verenigde Naties de onderhavige internatio- nale overeenkomst opgesteld, welke de mogelijkheid biedt om voor onderdelen en uitrustingsstukken van motorrijtuigen uni- forme keuringseisen op te stellen en de goedkeuring van deze onderdelen en uitrustingsstukken onderling te erkennen.
De overeenkomst zelf regelt slechts de procedure, volgens welke ten minste twee partijen voor bepaalde automobielonder- delen uniforme keuringseisen op voor hen bindende wijze kunnen vaststellen. De overeengekomen eisen en goedkeurings- voorwaarden zullen in een reglement worden opgenomen, dat aan de overeenkomst wordt toegevoegd en voor aanvaarding door andere partijen open staat.
Op deze manier is het mogelijk geworden op betrekkelijk eenvoudige wijze voor de internationale standaardisatie van automobielonderdelen een algemene regeling te treffen.
Door toevoeging van nieuwe of door wijziging van bestaande reglementen kan de ontwikkeling van de techniek op de voet worden gevolgd. Het geregelde internationale overleg ter zake binnen de Economische Commissie voor Europa biedt de mogelijkheid voldoende steun voor nieuwe reglementen te ver- krijgen, waardoor de uniformiserende werking van het akkoord zal worden versterkt.
1) Nedergelegd ter griffie, ter inzage van de leden,
I 5898 1
2
Opgemerkt moge worden, dut het in de bedoeling ligt kort na de inwerkkingtreding een tweetal reglementen aan de over- eenkomst toe te voegen. Het betreft hier de keuringseisen voor koplantarens en daarvoor bestemde gloeilampen, met asymme* triseh gedempte lichtbundels. De/e vormen een nieuwe ont- wikkcling op het gebied van de motorvoertuigvcrlichting, welke bij uitstek van een uniforme kcuringsregeling in de afzonder- lijke landen kan profiteren. Het is dan ook verheugend te kunnen vermelden, dat in afwachting van de inwerkingtreding van de overeenkomst en de toevoeging van de desbetreffende reglementen de nationale keuringseisen van Nederland, de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk en Italië reeds op elkaar konden worden afgestemd. Deze in feite uniforme eisen zullen waarschijnlijk de grondslag voor de eerste reglementen vormen.
Hoewel de betekenis van de onderhavige overeenkomst af- hankelijk is van de reglementen, welke daaraan in de toekomst zullen worden toegevoegd, vormt zij een onontbeerlijk hulp- middel bij het streven naar een standaardisatie van de motor- voertuigen en een rationalisatie van de keuringsprocedures.
De Minisier van Verkeer en Waterstaat,
H. A. XXXXXXXX.
De Minister van Buitenlandse Zaken a.t.,
X. XX XXXX.
\