COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST voor de NIEUWSBLADJOURNALISTEN
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST voor de NIEUWSBLADJOURNALISTEN
Geldig vanaf 1 april 2017 tot en met 31 maart 2018.
Overeengekomen tussen:
Nederlandse Nieuwsblad Pers (NNP - Organisatie van Lokale Nieuwsmedia) Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Hoevelaken. Tel.: 000-0000000
En:
Nederlandse Vereniging van Journalisten
Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx 22, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxx. Tel.: 000-0000000
Pre-ambule:
Xxx xxxxxxxx xxxxxx voor de Nieuwsbladjournalisten de Cao voor het Uitgeverijbedrijf, Deel II Journalistiek, Functiegroep huis-aan-huisbladjournalisten (verder te noemen Cao UB deel II, hah) toe te passen, waarbij de NNP (die geen lid kan en wil worden van de Werkgeversvereniging Uitgeverijbedrijf (WU)) op termijn niet langer als gesprekspartner voor een nieuwe Cao Nieuwsbladjournalisten zal optreden. Het uitgangspunt van Cao partijen is dat ook na afloop (tijdens de nawerking) van de Cao Nieuwsbladjournalisten de Cao UB deel II, hah voor alle nieuwsbladjournalisten geldt, ongeacht of de nieuwsbladjournalisten tijdens of na de looptijd zijn aangenomen.
Artikel 1 Draagwijdte der overeenkomst
Deze overeenkomst beheerst elke arbeidsovereenkomst tot het verrichten van journalistieke arbeid in dienstbetrekking ten behoeve van nieuwsbladen, uitgegeven door nieuwsbladondernemingen.
Daarnaast is deze overeenkomst van toepassing op arbeidsovereenkomsten tot het verrichten van journalistieke arbeid in dienstbetrekking ten behoeve van een of meerdere door die nieuwsbladonderneming uitgegeven periodieken.
Artikel 2 Definities
1. Nieuwsbladondernemingen
Ondernemingen die zich in hoofdzaak bezighouden met het uitgeven van periodiek verschijnende nieuwsbladen die tenminste 1, doch ten hoogste 5 malen per week verschijnen, tegen een abonnementsprijs worden bezorgd en daarnaast al dan niet kabelkranten, websites en/of niet- landelijke commerciële televisie en/of radio exploiteren, waarvan de inhoud voor een aanzienlijk gedeelte bestaat uit nieuwstijdingen.
2. Werkgever
Iedere natuurlijke of rechtspersoon die het bedrijf uitoefent als bedoeld in lid 1 met uitzondering van omroeporganisaties met een publieke zendmachtiging.
3. Journalisten
Iedere persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst met de werkgever zijn hoofdberoep maakt van het meewerken aan de redactionele leiding en/of aan de redactionele samenstelling van de inhoud van een door de werkgever uitgegeven nieuwsblad en/of kabelkranten, websites, kabeltekst en/of niet-landelijke commerciële televisie en/of radio welke door de werkgever worden geëxploiteerd. Een en ander met uitzondering van persfotografen en werknemers die afwisselend administratief en journalistiek werk verrichten, tenzij zij hoofdzakelijk (te weten meer dan de helft van de werktijd) belast zijn met journalistieke arbeid
4. Uitgever
De persoon of groep van personen die in de nieuwsbladonderneming de dagelijkse leiding voert.
Artikel 3: toepassing Xxx voor het Uitgeverijbedrijf, Deel II Journalistiek, Functiegroep huis-aan- huisbladjournalisten
1. Met ingang van 1 april 2017 zullen de werkgevers voor alle journalisten de Cao voor het Uitgeverijbedrijf, Deel II Journalistiek, Functiegroep huis-aan-huisbladjournalisten toepassen, zoals overeengekomen tussen de WU en de NVJ in 2017 en alle in de toekomst te sluiten Xxx’x UB, deel II hah, voor zover daarvan in deze cao niet wordt afgeweken.
Toelichting: cao partijen wensen uitdrukkelijk de Cao voor het Uitgeverijbedrijf, Deel II Journalistiek, Functiegroep huis-aan-huisbladjournalisten toe te passen voor de nieuwsbladjournalisten, nu en in de toekomst, met als aanvulling een bepaling die het redactiestatuut regelt.
1A: Statuut voor hoofdredactie en redactie
I. De uitgever is gehouden per nieuwsblad een redactiestatuut vast te stellen dat zowel de positie van de hoofdredactie als die van de redactie regelt. Dit statuut maakt deel uit van de arbeidsovereenkomsten van alle in dienst werkzame journalisten.
II. Van de in de eerste alinea van dit lid vastgelegde gehoudenheid kan worden afgeweken in die gevallen waarin een hoofdredactie en/of redactie werkzaam is/zijn voor meer dan één nieuwsblad.
In die gevallen kan, op basis van het modelstatuut en zonder aantasting van de daaraan ten grondslag liggende oogmerken, bij de betrokken uitgever een statuut tot stand worden gebracht, dat in overeenstemming is met de situatie dat de hoofdredactie en/of redactie meer nieuwsbladen samenstelt/samenstellen.
III. Alvorens een dergelijk statuut vast te stellen, vindt over de inhoud daarvan overleg plaats tussen directie, hoofdredactie en redactie van het nieuwsblad.
IV. Bij dit overleg zal het model voor een dergelijk statuut uitgangspunt zijn. Het model is een basisregeling die reeds bestaande regelingen als vorenbedoeld niet kan aantasten.
V. De nieuwsbladuitgever is verplicht zijn statuten aan te passen voor zover die in strijd zijn met dit model-redactiestatuut.
VI. Per nieuwsblad geldt een redactiestatuut dat is overeengekomen tussen hoofdredactie, redactie en directie. Indien geen redactiestatuut is overeengekomen, geldt het door partijen nader ingevulde model-redactiestatuut zoals opgenomen op de website van NNP (xxx.xxx.xx/xxxxxx/xxx).
Toelichting: de journalistieke arbeid van Nieuwsbladjournalisten blijft beheerst worden door het voor de Uitgaven waarvoor de berokken Nieuwsbladjournalist werkzaam is geldende Statuut voor hoofdredactie en redactie dan wel Redactiestatuut. Bij gebreke aan een dergelijk statuut zal een statuut worden ingericht aan de hand van het Modelstatuut.
2. Na afloop van de Cao voor de Nieuwsbladjournalisten blijft de Xxx door nawerking gelden, ook voor na afloop van de Cao aan te nemen journalisten.
Toelichting: na afloop van de cao zullen de werkgevers de cao ook toepassen op werknemers die na afloop van de cao in dienst treden.
3. De werkgevers zullen in de met de journalisten schriftelijk overeengekomen individuele arbeidsovereenkomsten, deze CAO van toepassing verklaren.
4. De werkgevers zullen de werkgeversbijdrage zoals die geldt in de Cao UB deel II, hah jaarlijks aan de NVJ blijven betalen, ook tijdens nawerking van de cao.
Toelichting: ook na afloop van de cao blijft de werkgeversbijdrage verschuldigd.
5. Geschillen: geschillen ten aanzien van de toepassing en uitleg van deze cao zullen worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter.
Toelichting: De Raad van Uitvoering uit de Cao UB, deel II, hah is niet bevoegd.
Artikel 4: minimum Cao
Deze Xxx heeft het karakter van een minimum cao.
Toelichting: er mag ten voordele van de journalist van deze cao worden afgeweken.