BELBEEF STANDAARD
BELBEEF STANDAARD
CERTIFICERINGSREGELING (v2.0 dd 11.09.2018)
Inhoudstafel
1 Onderwerp en toepassingsgebied 5
2.3 Medewerking van de deelnemers 10
3 Certificeringsprocedure Voederleverancier 10
4 Certificeringsprocedure Rundveehouder (CodiplanPLUS Rund) 10
4.1 Certificatie en attestatie principe 10
4.4 Modelovereenkomst tussen veehouder en OCI 13
4.5 Verplichtingen voor veehouders 13
4.6 Vergoeding ten laste van de deelnemer 14
5 Certificeringsprocedure voor het dierentransport, de slachthuizen, de uitsnijderijen en de vleesgroothandelaars (FebevPLUS Rund) 18
5.2 Aansluiting bij het lastenboek FebevPLUS rund 18
5.3 Verplichtingen voor de slachthuizen, de uitsnijderijen en de groothandelaars 18
5.4 Vergoeding ten laste van de deelnemer 19
5.6 Validiteit van het FebevPLUS certificaat bij schorsing van de autocontrole van de onderneming 21
6 Status van de deelnemers in de Belbeef databank 21
7 Algemene voorwaarden voor de OCI, schakel primaire productie 22
7.2 Accreditatie van de OCI 22
7.3 Voorwaarden voor het personeel van de OCI 22
7.3.1 Administratief personeel 22
7.4 Overdracht van een veehouder naar een andere OCI 23
8 Voorwaarden voor de OCI, schakel transport en slachthuizen, uitsnijderijen en groothandelaars 24
8.1 Algemene voorwaarden voor de OCI 24
8.2 Accreditatie van de OCI 24
8.3 Voorwaarden voor het personeel van de OCI 25
8.3.1 Administratief personeel 25
8.3.2 FebevPLUS Rund/Belbeef coördinator 25
8.4 Overdracht van een slachthuis, uitsnijderij of groothandel naar een andere OCI26 8.5 De integriteitsaudit 26
9 Algemene Voorwaarden voor de OCI , alle schakels 27
9.1 Audit van de OCI door XXXXXXX 00
9.2 Weigering, uitsluiting en annulering van de OCI 27
9.3.6 Wijzigingen aan de certificeringsregeling of lastenboek 30
10 Gebruik van het Belbeef logo 31
10.2 Gebruik van het logo door de deelnemer 31
10.3 Naleving van het grafische handvest 31
10.4 Gebruik van het logo door de OCI 31
11.1 Bijlage 1: Modelovereenkomst tussen certificeringinstelling en CODIPLAN v.z.w. en BELBEEF v.z.w. (v2 dd 11.09.2018) 34
11.2 Bijlage 2: Sanctieregeling en beroepsprocedure (v2 dd 11.09.2018) 40
11.3 Bijlage 3: Aanvraag overdracht operator (v2 dd 11.09.2018) 45
11.4 Bijlage 4: modelovereenkomst tussen veehouder en OCI (v2 dd 11. 09.2018)46
11.5 Bijlage 5:Toestemming van rundveehouder voor toegang tot en verwerking van gegevens door Codiplan vzw en Belbeef vzw. (v2 dd 11.09.2018) 50
11.6 Bijlage 6: Aansluitingsformulier FebevPLUS Rund voor slachthuis, uitsnijderij en vleesgroothandel (v2 dd 11.09.2018) 54
11.7 Bijlage 7: Bemonsteringsplan (v2 dd 11.09.2018) 56
11.8 Bijlage 8: Richtlijnen staalname, transport en opslag, selectie en vernietiging. (v2 dd 11.09.2018) 59
11.9 Bijlage 9: Gebruik van de Belbeef databank (v2 dd 11.09.2018) 62
11.10 Bijlage 10: Rechtensysteem van de Belbeef databank (v2 dd 11.09.2018) 63
11.11 Bijlage 11: Bijdragen deelnemers Belbeef Standaard (v2 dd 11.09.2018) 66
11.12 Bijlage 12: Richtlijnen labo voor staalname, transport en opslag (v2 dd 11.09.2018) 67
11.13 Bijlage 13: CodiplanPLUS Rund checklijst inclusief sectorgidsvoorwaarden (v2 dd 11.09.2018) 69
11.14 Bijlage 14: CodiplanPLUS Rund checklijst zonder sectorgidsvoorwaarden (v2 dd 11.09.2018) 76
11.15 Bijlage 15: FebevPLUS Rund checklijst zonder sectorgidsvoorwaarden – slachthuizen, uitsnijderijen en groothandelaars zonder fysieke activiteiten (v2 dd 11.09.2018) 79
11.16 Bijlage 16: overeenkomst tussen slachthuis en transporteur (v2 dd 11.09.2018) 86
11.17 Bijlage 17: Beheer van non-conformiteiten bij de monitoring op niveau van slachthuizen en uitsnijderijen (v2 dd 11.09.2018) 89
11.18 Bijlage 18: Modelovereenkomst tussen certificeringinstelling en FEBEV EN BELBEEF (v2 dd 11.09.2018) 91
11.19 Bijlage 19: Duurzaamheidsmonitor en beoordeling (v2 dd 11.09.2018) 97
1 Onderwerp en toepassingsgebied
De certificeringsregeling schetst de methode tot certificatie voor de Belbeef Standaard en het kader voor de procedures die de verschillende betrokken schakels kunnen volgen.
De certificeringsregeling bevat de voorschriften voor de deelnemers die zich wensen te laten certificeren, en voor de certificeringsinstellingen (OCI’s) en labo’s die de certificering, de bemonstering en de analyses volgens de Xxxxxxx Standaard als onafhankelijke derde partij wensen uit te voeren.
Basisprincipe is dat iedere deelnemer de certificering toepast die voor hem van toepassing is. De voederproducent en leverancier moet FCA gecertificeerd zijn; de rundveehouder moet CodiplanPLUS Rund gecertificeerd zijn en het slachthuis, uitsnijderij en vleesgroothandel moeten FEBEVPLUS Rund gecertificeerd zijn.
Op ieder niveau is ook een sectorieel bemonsteringsplan van toepassing. Deze worden beheerd door BFA (voor de diervoederindustrie), CODIPLAN (voor de primaire productie), en FEBEV (voor de slachthuizen, uitsnijderijen en vleesgroothandels). Sommige diergebonden parameters zijn pas in de volgende schakel analyseerbaar of controleerbaar. Vandaar dat sommige controles, bemonsteringen en analyses schakel overschrijdend zijn.
De resultaten van de certificering van de verschillende schakels worden gebundeld in een overkoepelende Belbeef databank (CDB). Deze maakt het ook mogelijk voor de afnemers om op dierniveau na te gaan of aan alle voorwaarden voldaan is om een karkas als zijnde conform aan de Belbeef Standaard te commercialiseren.
Het Interprofessioneel Platform BELBEEF, waar alle schakels van de keten in vertegenwoordigd zijn, is eigenaar van het lastenboek en is verantwoordelijk voor het inhoudelijke en administratieve beheer van de Belbeef Standaard.
2.1 Definities
ABS | Algemeen Boerensyndicaat |
AGROFRONT | Overlegplatform van representatieve landbouworganisaties (Algemeen Boerensyndicaat, Boerenbond en Fédération Wallonne de l’Agriculture) |
ARSIA | Association Régionale de Santé et d’Identification Animales asbl – onder meer verantwoordelijk voor de registratie in Sanitel van gegevens betreffende identificatie van veehouders en dieren; |
Audit | Validatie van een kwaliteitssysteem door een daarvoor geaccrediteerde certificatie instelling of keuringsinstelling. Tijdens een audit worden de gegevens van een langere periode geverifieerd, daar waar een ‘gewone’ controle een momentopname is. Als bij een audit tekortkomingen worden vastgesteld, wordt er een zekere periode (1 tot 6 maand) toegestaan om zich in regel te stellen. |
Auditor | Persoon die door het controleorganisme is aangesteld om de toepassing van de gids of lastenboek te controleren; |
Autocontrole | Geheel van maatregelen die door bedrijven worden genomen om ervoor te zorgen dat producten in alle stadia van productie, verwerking en distributie die onder hun verantwoordelijkheid vallen: - voldoen aan de wettelijke voorschriften inzake voedselveiligheid; - voldoen aan de wettelijke voorschriften inzake kwaliteit van de producten waarvoor het FAVV bevoegd is; - voldoen aan de voorschriften over de traceerbaarheid en het toezicht op de effectieve naleving van die voorschriften; specifiek voor primaire productie – voldoen aan hygiënevoorschriften en bijhouden van registers |
BB | Boerenbond |
Bedrijfsdierenarts Rund | De erkende dierenarts die door de verantwoordelijke is aangewezen om in de geografische entiteit de reglementaire controles en profylactische ingrepen op de runderen van het beslag uit te voeren; (KB 28/2/1999) |
BELBEEF | Interprofessioneel platform, eigenaar van de Belbeef Standaard en verantwoordelijk voor het inhoudelijke en administratieve beheer ervan, en werkt voor het beheer van elk luik van de Belbeef Standaard met gemandateerde beheerders in casu OVOCOM, CODIPLAN en FEBEV. |
Belbeef Standaard | Lastenboek dat de lastenboeken FCA, CodiplanPLUS Rund en FebevPLUS Rund groepeert. |
BFA | Beroepsvereniging mengvoederfabrikanten |
Beslag | Een op een landbouwbedrijf als een epidemiologische eenheid gehouden dier of groep dieren van eenzelfde diersoort. Voor de toepassing van deze definitie worden de vleeskalveren als een aparte diersoort beschouwd |
B.O. | Branche Organisatie |
Back Office | De Back Office is samengesteld uit de medewerkers van de beheerders die wensen samen te werken op het vlak van het inhoudelijke en administratieve beheer van de door hen beheerde lastenboeken. |
Belbeef databank | In de Belbeef databank worden alle Belbeef -deelnemers opgenomen. Deze databank wordt gevoed met de gegevens van de deelnemers, de OCI’s, de labo’s en met gegevens uit de databanken van BFA, OVOCOM, CODIPLAN, FEBEV en Sanitel. Deze databank wordt beheerd door BELBEEF. Alle betrokken partijen hebben toegang tot een deel van deze databank, wat hen toelaat de voor hen relevante gegevens te raadplegen en desgevallend input te geven. |
CERISE | « Le Centre d’Enregistrement et de Régulation de l’Information des Services à l’Elevage ». Dit is een beveiligde internettoepassing waarmee de veehouder snel en efficiënt gegevens zoals beslag, verantwoordelijke, dieren, … kan raadplegen, meldingen (geboorte, vertrek, aankomst) kan registreren en bestellingen zoals oormerken en documenten kan plaatsen. Dit programma wordt beheerd door ARSIA. De Vlaamse tegenhanger heet VEEPORTAAL en wordt beheerd door DGZ. |
Certificeren | Uitreiken van een certificaat |
Certificaat | Aantoonbaar bewijs dat door een OCI wordt afgeleverd na een gunstige audit en waaruit blijkt dat de operator voldoet aan de eisen van een referentieel. |
Certificeringsinstelling (OCI) | Organisme dat auditeert en certificeert en bij BELAC geaccrediteerd is volgens de norm ISO/IEC 17065. |
CODIPLAN | Is de beheerder van de sectorgids primaire productie G-040. |
CodiplanPLUS Rund | Privaat lastenboek voor de vleesveehouderij, gebaseerd op de G- 040 met extralegale voorwaarden, dat wordt beheerd door CODIPLAN. Dit lastenboek maakt integraal deel uit van de Belbeef Standaard. |
DGZ | Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw – onder meer verantwoordelijk voor de registratie in Sanitel van gegevens betreffende identificatie van veehouders en dieren; |
Diergeneesmiddelen | Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik: met of zonder wachttijd, al of niet voorschriftplichtig. |
FAVV | Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen – kortweg het Voedselagentschap; veehouders hebben doorgaans contact met het FAVV via de Lokale Controle Eenheid (LCE) gevestigd in hun provincie |
FEBEV | Federatie van het Belgisch Vlees, vakorganisatie voor de sectoren varkens- en rundvlees en beheerder van de sectorgids G-018. |
FebevPLUS Rund | Privaat lastenboek voor de slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels in rundvlees, gebaseerd op de G-018 met extralegale voorwaarden, dat wordt beheerd door FEBEV. Dit lastenboek maakt integraal deel uit van de Belbeef Standaard. |
FCA | Feed Chain Alliance |
FWA | Fédération Wallonne de l’Agriculture |
Gids | Document, opgesteld door een sector en bestemd voor de operatoren van die sector, met aanwijzingen hoe men kan voldoen aan de wettelijk opgelegde vereisten voor hygiëne, traceerbaarheid en autocontrole. Dit document wordt gevalideerd door het Agentschap. |
Inrichting | Een plaats die geografisch gezien kan worden geïdentificeerd door een adres, waar ten minste een activiteit wordt uitgeoefend of van waaruit deze wordt uitgeoefend. |
KB autocontrole | Koninklijk besluit van 14 11 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen en zijn amendementen |
MB meldingsplicht | Ministerieel besluit van 22.01.2004 betreffende de modaliteiten voor de meldingsplicht in de voedselketen en zijn amendementen. |
MRL | Xxxxxxxx Residu Limiet of maximum residugehalte: het hoogste wettelijk toegestane concentratieniveau van een residu van een diergeneesmiddel of een bestrijdingsmiddel in een levensmiddel of diervoeder |
OVOCOM | Overlegplatform van de diervoederkolom en beheerder van de sectorgids G-001. |
LCE | Zie Lokale Controle Eenheid |
Lokale Controle Eenheid - LCE | Lokaal gestructureerde buitendiensten van het FAVV die instaan voor controle op het terrein; |
Ruwvoeder | Alle voedergewassen die geteeld worden met het doel gebruikt te worden als voeder voor landbouwhuisdieren. |
Xxxxxxxx verantwoordelijke | Veehouder die gewoonlijk over de dieren van een veebeslag een onmiddellijk beheer en toezicht uitoefent. Deze persoon draagt de eindverantwoordelijkheid in het kader van de autocontrole en het dierenwelzijn voor de naleving van de in het CodiplanPLUS Rund lastenboek beschreven maatregelen en het bijhouden van de registers op het bedrijf. |
Sanitel | Informaticasysteem voor de identificatie en de registratie van dieren, veehouders (sanitaire verantwoordelijken), veebedrijven (beslagen), verzamelplaatsen, veehandelaars, veevervoerders en verplaatsingen van de dieren – van het FAVV en beheerd door DGZ/ARSIA |
Traceerbaarheid | De mogelijkheid om een product door alle stadia van de productie, verwerking en distributie te traceren, zowel stroomop- als stroomafwaarts. |
Veebedrijf / Veehouderij | Een geregistreerde inrichting waar runderen worden gehouden, opgefokt of verzorgd, en waar elk rund beschikt over een overeenstemmend identificatiedocument dat de naam van de veehouder vermeldt |
Veebeslag | Het geheel van runderen op een veebedrijf met één gezondheidsstatuut statuut per bepaalde ziekte. |
Veehouder | De persoon die bij Sanitel (DGZ/ARSIA) geregistreerd staat als verantwoordelijke voor de runderen op het beslag. |
Veeportaal | Een beveiligde internettoepassing waarmee de veehouder snel en efficiënt gegevens zoals beslag, verantwoordelijke, dieren, … kan raadplegen, meldingen (geboorte, vertrek, aankomst) kan registreren en bestellingen zoals oormerken en documenten kan plaatsen. Dit programma wordt beheerd door DGZ. De Waalse tegenhanger heet CERISE en wordt beheerd door ARSIA. |
Veestapel | Alle dieren, ongeacht soort of ras, die op een veebedrijf worden gehouden met het oog op de fokkerij of de productie van vlees, melk of eieren |
VEN | Vestigings Eenheids Nummer. Iedere onderneming moet beschikken over een uniek VEN. Dit nummer bestaat uit 10 cijfers, en is gekoppeld aan het ondernemingsnummer (ON). Er kunnen meerdere VEN zijn onder hetzelfde ON. Het autocontrolecertificaat wordt eveneens toegekend per VEN. Heeft men meerdere VEN, dan heeft men evenveel autocontrolecertificaten nodig om voor alle vestigingen van de onderneming van de verminderde heffing te kunnen genieten. |
2.2 Vertrouwelijkheid
BELBEEF en de gemandateerde beheerders garanderen het vertrouwelijke karakter van de informatie die is verkregen van de deelnemers via Sanitel, de OCI’s en de laboratoria. Behoudens tegenstrijdige vermelding in het document mag er geen vertrouwelijke informatie over een bepaalde OCI of deelnemer aan een derde worden meegedeeld zonder de schriftelijke toestemming van de OCI/deelnemer in kwestie.
De gegevens die verzameld worden in de Belbeef databank, zijn via een achterliggend rechtensysteem afgeschermd. Dit houdt in dat gebruikers van de databank, enkel toegang hebben tot de gegevens die hen aanbelangen én waar ze recht op hebben. Dit rechtensysteem is nader omschreven in de bijlage 10.
2.3 Medewerking van de deelnemers
Alle deelnemers binnen de Belbeef Standaard moeten binnen het tijdskader van hun normale beroepsactiviteiten, vrije toegang en volledige medewerking verlenen aan de vertegenwoordigers van de OCI en van het laboratorium, ongeacht het tijdstip van het controlebezoek. Eventueel genomen stalen worden niet vergoed.
3 Certificeringsprocedure Voederleverancier
De fabrikanten en leveranciers van voedermiddelen, aanvullende voeders, voormengsels en/of mengvoeders binnen de Belbeef Standaard dienen een Feed Chain Alliance- certificaat (FCA-certificaat, beheerd door OVOCOM vzw) of een certificaat volgens een door OVOCOM aanvaard gelijkwaardig normatief lastenboek in de voedersector te bezitten. De lijst met de standaarden waarvoor een uitwisselbaarheid bestaat met het FCA-systeem, is terug te vinden op de website van OVOCOM1.
Dit geldt niet voor leveringen tussen landbouwers onderling. Daarvoor volstaat het dat de landbouwer die de voeders geproduceerd heeft gecertificeerd is voor de Vegaplan Standaard of de G-040 module B.
4 Certificeringsprocedure Rundveehouder (CodiplanPLUS Rund)
4.1 Certificatie en attestatie principe
Indien de veehouder aan alle voorwaarden voldoet, ontvangt hij twee documenten:
1. een certificaat (alle dierlijke activiteiten afgedekt) of een attest (enkel de rundactiviteiten afgedekt) voor de Sectorgids Primaire Dierlijke Productie.
2. een certificaat voor CodiplanPLUS Rund.
1 xxx.xxxxxx.xx > Thema’s > Internationaal > Algemeen > Uitwisselbaarheid,
1 Directe link: xxxx://xxx.xxxxxx.xx/?xxxxxxx
Heeft een bedrijf alle dierlijke activiteiten die op het bedrijf uitgevoerd worden en die opgenomen zijn in het toepassingsgebied van de Sectorgids Primaire Dierlijke Productie afgedekt, dan krijgt hij een certificaat voor de Sectorgids primaire dierlijke productie.
Indien een bedrijf ervoor kiest enkel aan de algemene voorwaarden en de diersoortspecifieke voorwaarden runderen van de Sectorgids Primaire Dierlijke Productie te voldoen terwijl er nog andere dieren op het bedrijf gehouden worden, is enkel een attestatie voor de Sectorgids Primaire Dierlijke Productie mogelijk. (In dat laatste geval komt het bedrijf niet in aanmerking voor de bonus op de jaarlijkse FAVV heffing.)
Dit wordt hieronder schematisch voorgesteld.
Sectorgids
Primaire Dierlijke Productie
Algemene voorwaarden (van toepassing op alle dieren)
Rund
Varken
pluimvee
Schapen
en geiten
paarden
Konijnen
Codiplan
PLUS
Lasten- boek
Codiplan
Plu Rund
Codiplan
PLUS
Varkens
Codiplan
PLUS
Parkkonij nen
CodiplanPLUS Rund Certificaat
Het CodiplanPLUS Rund certificaat is 3 jaar geldig, en heeft dezelfde einddatum als het G- 040 certificaat of attest.
Sectorgids CodiplanPLUS
Indien een bedrijf reeds over een sectorgidscertificaat of -attest voor runderen beschikt, dan kan tijdens de looptijd hiervan een CodiplanPLUS Rund audit plaatsvinden en een CodiplanPLUS Rund certificaat uitgereikt worden, maar hierbij zal de einddatum van dit certificaat gelijk gesteld worden aan de einddatum van het sectorgidscertificaat of - attest.
Sectorgids CodiplanPLUS
Bij de CodiplanPLUS Rund audit moeten steeds de algemene en de rundspecifieke
voorwaarden uit de sectorgids geauditeerd worden, samen met de voorwaarden uit het CodiplanPLUS Rund lastenboek. De checklijst zoals opgenomen in bijlage 13 is dan van toepassing.
Enkel bij de tussentijdse audit voor CodiplanPLUS Rund worden alleen de voorwaarden uit het CodiplanPLUS Rund lastenboek geauditeerd. De checklijst zoals opgenomen in bijlage 14 is dan van toepassing.
Enige uitzondering hierop is mogelijk indien de veehouder reeds over een sectorgids certificaat beschikt, en er tijdens de looptijd van dit certificaat, door dezelfde OCI als diegene die het sectorgidscertificaat uitreikte, bijkomend een CodiplanPLUS Rund audit uitgevoerd wordt. In dat geval zijn enkel de CodiplanPLUS Rund bepalingen te auditeren. De checklijst opgenomen in bijlage 14 is dan van toepassing.
OCI 1
OCI 1
4.2 Beoordelingswijze
Aan de verschillende criteria kan er maximaal een A, een B of een C non-conformiteit toegekend worden. Deze maximale score is eveneens opgenomen in het lastenboek en de checklijst.
Non-conformiteiten A (NC A): Indien één of meerdere non-conformiteiten A geconstateerd worden, is de veehouder verplicht zijn corrigerende maatregelen aan de OCI te communiceren en deze maatregelen toe te passen binnen een termijn die door de auditor op basis van de aard van de non-conformiteiten A wordt bepaald, maar die niet langer dan 3 maanden mag zijn in geval van een initiële audit en 1 maand voor alle andere audittypes.
Een NC A dient in alle gevallen gecorrigeerd te worden en het bewijs hiervan (bij voorbeeld een factuur of een registratieformulier) moet aan de OCI overgemaakt worden.
Indien de hoger vermelde termijnen niet gerespecteerd worden, moet de audit negatief afgesloten worden en kan er geen certificaat uitgereikt worden.
Non-conformiteiten B (NC B): In geval van NC B moet de veehouder een actieplan opstellen, dat overgenomen wordt op het samenvattend auditrapport. De veehouder moet dit plan binnen een termijn van 6 maanden toepassen, met uitzondering van cyclus- of tijdsgebonden voorwaarden, die zich niet meer voordoen binnen de 6 maanden na het opstellen van het actieplan. In dit geval wordt het plan toegepast eens de omstandigheden eigen aan de cyclus of aan de productieperiode opnieuw aanwezig zijn.
Er moet geen corrigerende maatregel-audit worden uitgevoerd om na te gaan of het plan van aanpak effectief werd toegepast door de operator, maar de OCI moet dit plan van aanpak wel goedkeuren. De verificatie ervan gebeurt tijdens de eerstvolgende audit. Indien tijdens deze eerstvolgende audit (verlenging, vernieuwing, tussentijds of onaangekondigd) zou blijken dat het actieplan niet uitgevoerd werd, dan wordt dit
beoordeeld als een NC A die dan ook als dusdanig afgehandeld dient te worden.
Non-conformiteiten C (NC C) : Het betreft hier een aanbeveling. Het niet voldoen aan een C-criterium staat een certificatie niet in de weg, maar er wordt wel op aangedrongen dat de veehouder probeert aan deze voorwaarde te voldoen.
4.3 Certificatieaanvraag
De rundveehouder die gecertificeerd wil worden dient een aanvraag in bij een door CODIPLAN erkende OCI naar keuze. De lijst met erkende OCI’s is beschikbaar op de website xxx.Xxxxxxxx.xx. Deze aanvraag wordt bekrachtigd door het afsluiten van een overeenkomst tussen de sanitair verantwoordelijke en de OCI enerzijds, en een overeenkomst tussen de veehouder en CODIPLAN en BELBEEF anderzijds.
4.4 Modelovereenkomst tussen veehouder en OCI
Veehouder en OCI sluiten een overeenkomst af volgens het model in bijlage 4 in het kader van de CodiplanPLUS Rund-audit. Daarbij wordt eveneens de overeenkomst tussen de veehouder en CODIPLAN en BELBEEF getekend, zoals voorzien in bijlage 5. Hierin is opgenomen dat de veehouder toestemming geeft aan DGZ en ARSIA, om de gegevens van de runderen op zijn beslag systematisch over te maken aan CODIPLAN en BELBEEF. Beide overeenkomsten moeten getekend worden door de Sanitair Verantwoordelijke voor de runderen op het beslag, om rechtsgeldig te zijn. Beide getekende overeenkomsten moeten door de OCI via email in pdf-formaat aan CODIPLAN en BELBEEF worden overgemaakt. XXXXXXX laat vervolgens de overeenkomst tussen de veehouder en CODIPLAN en BELBEEF (bijlage 5) verifiëren ten aanzien van DGZ/ARSIA.
Is er geen positieve verificatie vanwege DGZ/ARSIA, wordt de certificatieaanvraag niet aanvaard en is de overeenkomst ongeldig. De betrokken OCI wordt door XXXXXXX op de hoogte gebracht van het al dan niet aanvaarden van de overeenkomst. Zolang er geen aanvaarde overeenkomst bestaat, en de diergegevens van het beslag niet opgenomen zijn in de Belbeef Databank, kan er geen CodiplanPLUS Rund audit plaatsvinden. Deze diergegevens zijn immers noodzakelijk om ter hoogte van het slachthuis te kunnen nagaan of de dieren al dan niet Belbeef-waardig zijn. Bij wijziging van het beslagnummer, de sanitair verantwoordelijke rund, het operatornummer van de sanitair verantwoordelijke of het adres van de vestiging, moeten er nieuwe overeenkomsten (bijlagen 4 én 5) afgesloten worden.
4.5 Verplichtingen voor veehouders
⮚ Informatieoverdracht van veehouder naar OCI en CODIPLAN. Bij wijziging van het Ondernemingsnummer, de Vestigingseenheidsnummer, de naam, het adres, het beslagnummer, de sanitair verantwoordelijke rund of de plaats van vestiging, dan wel bij opheffing van de locatie van de bedrijfseenheid, is de veehouder verplicht de OCI en CODIPLAN daarvan onmiddellijk schriftelijk in kennis te stellen, gelijktijdig met de melding aan DGZ/ARSIA. CODIPLAN informeert op zijn beurt de Belbeef databank.
⮚ Toestemming geven aan DGZ of ARSIA voor de informatieoverdracht van Sanitel naar de Belbeef databank voor wat betreft de runderen op het beslag.
⮚ De veehouder is verplicht alle medewerking te verlenen aan de controles en staalnames uitgevoerd door de OCI alsook aan het toezicht uitgevoerd door de accrediterende instantie, in het kader van de naleving van de voorwaarden en voorschriften bij het CodiplanPLUS Rund Lastenboek.
⮚ De veehouder is verplicht het bepaalde bij of krachtens het CodiplanPLUS Rund Lastenboek na te leven.
⮚ De veehouder verwittigt zijn OCI in geval van een ongunstige inspectie door het FAVV.
4.6 Vergoeding ten laste van de deelnemer
Elke deelnemer betaalt een vergoeding voor het gebruiksrecht van het lastenboek CodiplanPLUS Rund. Dit bedrag wordt jaarlijks vastgelegd en gecommuniceerd via de landbouwpers en de Codiplanwebsite. Deze bijdragen zijn opgenomen in bijlage 11.
De veehouder betaalt deze vergoeding aan de OCI. De OCI ontvangt na ingave van de certificatiegegevens in de Belbeef Databank, een factuur ter doorstorting van deze vergoeding aan Codiplan.
4.7 Initiële Audit
Behalve de tussentijdse audit, zijn alle andere audittypes en de bijhorende termijnen identiek aan die voor de sectorgids, zodat beide steeds tegelijkertijd kunnen uitgevoerd worden. De verschillende audittypes zijn hieronder schematisch weergegeven.
De OCI zal de audit (= controle) uitvoeren.
Deze "initiële audit" vindt plaats binnen maximaal 9 maanden na positieve verificatie vanwege DGZ/ARSIA. De datum van de audit is met de OCI overeengekomen. Bij het plannen van deze audit houdt de OCI rekening met het aanwezig zijn van runderen die zich in de opvolgingsperiode bevinden.
Indien tijdens de initiële audit bij de veehouder geen A non conformiteiten geconstateerd worden, en het eventuele plan van aanpak betreffende weg te werken vastgestelde NC B's wordt door de OCI aanvaard, behaalt de veehouder het CodiplanPLUS Rund certificaat. Indien tijdens de initiële audit wel A non-conformiteiten geconstateerd worden, moeten deze aantoonbaar weggewerkt worden. Het is mogelijk dat dit ter plaatse moet vastgesteld worden via een bijkomend controlebezoek van de OCI. In ieder geval dient de certificatiebeslissing binnen de 3 maanden na de initiële auditdatum genomen te worden.
Indien binnen deze periode de A non conformiteiten aantoonbaar weggewerkt zijn, kan de betrokken OCI het CodiplanPLUS Rund certificaat uitreiken.
4.8 Verlengingsaudit
In het kader van een verlenging van het certificaat (voor een nieuwe geldigheidsperiode) zal een “verlengingsaudit” plaatsvinden.
De verlengingsaudit dient plaats te vinden in de tijdspanne van maximaal negen maanden en één maand vóór de vervaldatum van het lopende certificaat. De veehouder heeft hierbinnen het recht om van OCI te veranderen voor het uitvoeren van de verlengingsaudit. Zie ook onder punt 7.4: “Overdracht van een veehouder naar een andere OCI”.
De OCI zal de veehouder tussen negen en één maand(en) voor het verstrijken van het certificaat auditeren ter verlenging van het certificaat. De datum van de audit wordt met de veehouder overeengekomen. Bij het plannen van deze audit houdt de OCI rekening met het aanwezig zijn van runderen die zich in de opvolgingsperiode bevinden. De certificatiebeslissing moet binnen de 2 maand na de auditdatum genomen worden.
In alle gevallen dient de certificatiebeslissing door de OCI genomen te worden vóór het verstrijken van het vorige certificaat. Gebeurt dit niet, dan vervalt per definitie het certificaat en kunnen dieren van dit beslag niet langer gecommercialiseerd worden onder de Belbeef Standaard. De veehouder wordt hier onmiddellijk van op de hoogte gebracht door de OCI.
Tijdens de verlengingsaudit worden alle voorschriften van het CodiplanPLUS Rund Lastenboek, inclusief de G040 module C (en desgevallend module B), die op dat moment van toepassing zijn, gecontroleerd door de OCI. Indien A non-conformiteiten (NC A) vastgesteld worden, dient de veehouder de corrigerende maatregelen aan de OCI te melden en deze maatregelen toe te passen binnen een termijn die door de auditor op basis van de aard van de non-conformiteit wordt bepaald, maar die niet langer dan één maand mag zijn. Indien er geen corrigerende maatregelen binnen de geldige termijn worden genomen, wordt het certificaat geschrapt. Van dan af kunnen geen dieren van dit beslag gecommercialiseerd worden onder de Belbeef Standaard. De veehouder wordt hier onmiddellijk van op de hoogte gebracht door de OCI.
De verlengingsaudit mag geen drie keer na elkaar door dezelfde auditor in de zelfde vestiging uitgevoerd worden. Voor de derde verlengingsaudit moet dus een andere auditor toegewezen worden.
Het certificaat wordt, ingeval van positieve beoordeling door de OCI, verlengd met 3 jaar.
4.9 Tussentijdse Audit
In de loop van het tweede jaar van de looptijd van het certificaat, worden bij alle deelnemers tussentijdse audits uitgevoerd. De datum van deze audit is met de veehouder overeengekomen. Bij het plannen van deze audit houdt de OCI rekening met
het aanwezig zijn van runderen die zich in de opvolgingsperiode bevinden.
Tijdens de tussentijdse audit worden alle voorschriften van het CodiplanPLUS Rund Lastenboek, die op dat moment van toepassing zijn, gecontroleerd door de OCI. Indien A non-conformiteiten (NC A) vastgesteld worden, dient de veehouder de corrigerende maatregelen aan de OCI te melden en deze maatregelen toe te passen binnen een termijn die door de auditor op basis van de aard van de non-conformiteit wordt bepaald, maar die niet langer dan één maand mag zijn. Indien er geen corrigerende maatregelen binnen de geldige termijn worden genomen, wordt het certificaat geschrapt. Van dan af kunnen dieren van dit beslag niet langer gecommercialiseerd worden onder de Belbeef Standaard. De veehouder wordt hier onmiddellijk van op de hoogte gebracht door de OCI.
Het certificaat wordt, ingeval van positieve beoordeling door de OCI, bestendigd. Dit wil zeggen dat het certificaat geldig blijft tot de op het certificaat vermelde einddatum. Er wordt geen nieuw certificaat uitgereikt.
4.10 Onaangekondigde Audit
Gedurende de geldigheidsduur van een certificaat dient op statistisch onderbouwde wijze, te worden nagegaan of de houder van het certificaat nog steeds voldoet aan de vereisten van de Belbeef Standaard.
Daartoe zullen zogenaamde “onaangekondigde audits” worden uitgevoerd.
Indien bij de onaangekondigde audit geen A non-conformiteiten geconstateerd worden, behoudt de veehouder zijn certificaat. Indien wel non-conformiteiten vastgesteld worden, moeten deze binnen de maand aantoonbaar weggewerkt worden. Indien geen corrigerende maatregelen worden genomen of indien de corrigerende maatregelen onvoldoende zijn, wordt het certificaat geschrapt. Van dan af kunnen dieren van dit beslag niet langer gecommercialiseerd worden onder de Belbeef Standaard. De veehouder wordt hier onmiddellijk van op de hoogte gebracht door de OCI.
Het totale aantal uit te voeren onaangekondigde audits wordt, op jaarlijkse basis, gelijk gesteld aan 10 % van het totaal aantal in het voorgaande jaar uitgevoerde positieve audits, die geleid hebben tot een certificaat of de verlenging van een certificaat.
De keuze van de landbouwers die een onaangekondigde audit moeten ondergaan, wordt steekproefsgewijs bepaald uit de lijst van gecertificeerde bedrijven, maar kan ook gericht gebeuren, rekening houdend met een door de OCI uitgevoerde risicoanalyse.
Een onaangekondigde audit wordt maximum 2 werkdagen op voorhand gemeld aan de veehouder. Als de veehouder de onaangekondigde audit weigert, wordt het certificaat geschrapt.
Tijdens de onaangekondigde audit worden alle voorschriften uit G-040 module C (en desgevallend module B) en het CodiplanPLUS Rund Lastenboek die op dat moment van toepassing zijn gecontroleerd.
De kostprijs van de onaangekondigde audits dient door de OCI gesolidariseerd te worden
over de verschillende deelnemers aan het CodiplanPLUS Rund Lastenboek die zich contractueel aan de betrokken OCI verbonden hebben. De OCI dient deze kostprijs te verrekenen in de kostprijs van de audits van de betrokken deelnemers. De veehouders mogen dus nooit gefactureerd worden voor een onaangekondigde audit.
4.11 Bedrijfsovername
Wordt het landbouwbedrijf overgenomen, dan dient er een nieuwe initiële audit te gebeuren. Hiertoe moet een nieuwe overeenkomst tussen de veehouder en de OCI afgesloten worden.
Deze regel geldt niet voor overnames door familieverwanten van de 1ste of 2de graad, echtgenoten of vennootschappen waarbij de oorspronkelijke bedrijfsleider aandeelhouder blijft of wordt, én het beslagnummer en de sanitair verantwoordelijke van het beslag dezelfde blijven. Deze overnames moeten gemeld worden aan de betrokken OCI, zodat een nieuw certificaat (met dezelfde looptijd) kan uitgereikt worden op naam van de nieuwe verantwoordelijke, en de gegevens in de Belbeef databank kunnen aangepast worden.
4.12 Vernieuwingsaudit
Dit audittype is volledig gelijkaardig aan de verlengingsaudit, met dat verschil dat deze vroeger dan 9 maand voor het vervallen van het certificaat kan uitgevoerd worden. Na een positieve validatie start het nieuwe certificaat op de certificatiebeslissingsdatum.
5.1 Certificatieaanvraag
Het slachthuis, uitsnijderij of vleesgroothandel dat gecertificeerd wil worden dient een aanvraag in bij FEBEV en bij een door FEBEV erkende OCI naar keuze. De lijst met erkende OCI’s is beschikbaar is op de website xxx.xxxxx.xx. Deze aanvraag wordt geofficialiseerd door het afsluiten van een overeenkomst tussen het bedrijf en de OCI.
Het deel « Transport » van de Belbeef Standaard wordt in het slachthuis gecontroleerd, tijdens de audits van het slachthuis.
5.2 Aansluiting bij het lastenboek FebevPLUS rund
Naar aanleiding van haar aanmelding, sluit het bedrijf een overeenkomst af met de OCI in het kader van de FebevPLUS Rund-audit. Daarnaast stuurt het bedrijf een verklaring van deelname aan FEBEV (zie bijlage 6).
5.3 Verplichtingen voor de slachthuizen, de uitsnijderijen en de groothandelaars
⮚ Informatieoverdracht van bedrijf naar OCI en FEBEV. Bij wijziging van het Ondernemingsnummer, het Vestigingseenheidsnummer, het erkenningsnummer, de naam, het adres of de samenstelling van het management, is het bedrijf
verplicht de OCI en FEBEV daarvan onmiddellijk schriftelijk in kennis te stellen. FEBEV informeert op zijn beurt BELBEEF, via een automatische link tussen de Febev en de Belbeef databank.
⮚ Toestemming geven aan FEBEV voor de communicatie naar de Belbeef databank voor wat betreft de slachthuis-, de uitsnijderij- of de groothandelaarsgegevens.
⮚ Het bedrijf is verplicht alle medewerking te verlenen aan het toezicht uitgevoerd door de accrediterende instantie of de beheerders van het lastenboek. Het bedrijf verbindt zich ertoe zijn volledige samenwerking te verlenen aan de laboratoria die belast zijn met de Belbeef monitoring tijdens het nemen van monsters. Er kunnen sancties worden opgelegd wanneer de exploitant weigert monsters te laten nemen, terwijl het moment van staalname tussen de exploitant en het laboratorium is overeengekomen.
⮚ Het bedrijf is verplicht het bepaalde bij of krachtens dit FebevPLUS Rund Lastenboek na te leven.
5.4 Vergoeding ten laste van de deelnemer
De auditkosten zijn ten laste van de onderneming en moeten direct aan de OCI betaald worden. De OCI’s innen ook een bijdrage ten laste van de ondernemingen om de kosten van de onaangekondigde audits en de integriteitsaudits te dekken. Het bedrag van deze bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld en wordt door FEBEV gecommuniceerd. Febev zal het bedrag van deze bijdragen bij de OCI’s terugvorderen.
5.5 Auditcyclus
De OCI zal de audit (= controle) uitvoeren. Deze bestaat uit een initiële audit, gevolgd door een opvolgingsaudit of eventueel een vernieuwingsaudit. Onaangekondigde audits zijn ook mogelijk.
A. De "initiële audit" vindt plaats binnen de 3 maanden na de aanvraag. Na deze termijn zal de aanvraag door Febev worden geweigerd. De datum van de audit is met de OCI overeengekomen. Certificatie wordt toegekend voor maximaal één jaar op basis van de resultaten van de audit, waarbij alle aspecten die door de gids verplicht worden gesteld, dienen geverifieerd te worden.
a. Indien één of meerdere non-conformiteiten A geconstateerd worden, is het bedrijf verplicht zijn corrigerende maatregelen aan de OCI te communiceren en deze maatregelen toe te passen binnen een termijn die door de auditor op basis van de aard van de non-conformiteiten A wordt bepaald, maar die niet langer dan 1 maand vanaf de auditdatum mag bedragen. Een NC A dient in alle gevallen gecorrigeerd te worden en het bewijs van de correctieve actie (bijvoorbeeld een factuur of een registratieformulier) moet aan de OCI overgemaakt worden. Een certificaat kan enkel worden verleend als de OCI oordeelt dat het correctieve actieplan en de bewijzen van de uitvoering ervan voldoende zijn om de vastgestelde non-conformiteiten weg te werken.
b. In geval dat niet-conformiteiten van niveau B (NC B) worden vastgesteld, moet het bedrijf een actieplan opstellen, dat door de OCI dient gevalideerd
te worden. Het bedrijf moet deze non-conformiteiten binnen een termijn van maximaal 6 maanden na de audit oplossen. De verificatie van de effectieve toepassing van het plan van aanpak gebeurt tijdens de eerstvolgende audit.
De initiële audit kan worden uitgevoerd samen met de validatie van de autocontrole van het bedrijf. In dit geval bedraagt de validatieperiode één jaar. Indien de audit apart wordt uitgevoerd, zal de vervaldatum van het FebevPlus Rund certificaat overeenkomen met de vervaldatum van het autocontrole certificaat.
B. Verlengingsaudit: in het kader van de verlenging van het certificaat, zal de OCI bij het bedrijf binnen de twee maanden vóór de vervaldatum een audit uitvoeren.
Indien tijdens de opvolgingsaudit non-conformiteiten van niveau A (NC A) vastgesteld worden, dient het bedrijf de corrigerende maatregelen aan de OCI te melden en deze maatregelen toe te passen binnen een termijn die door de auditor op basis van de aard van de NC wordt bepaald, maar die niet langer dan één maand na de auditdatum mag zijn. Indien er geen corrigerende maatregelen binnen de geldige termijn worden genomen, wordt het certificaat geschrapt. Van dan af kan vlees niet langer gecommercialiseerd worden onder de Belbeef Standaard.
De opvolgingsaudit mag niet drie keer achter elkaar worden uitgevoerd door dezelfde auditor in hetzelfde bedrijf.
C. Vernieuwingsaudit: Dit audittype is volledig gelijkaardig aan de opvolgingsaudit, met dat verschil dat deze vroeger dan 2 maand voor het vervallen van het certificaat kan uitgevoerd worden. Na een positieve validatie start het nieuwe certificaat op de certificatiebeslissingsdatum.
D. Onaangekondigde Audit: Gedurende de geldigheidsduur van een certificaat kan de OCI een onaangekondigde audit uitvoeren.
De OCI controleert steekproefsgewijs dat de certificaathouder nog steeds voldoet aan de eisen uit het FebevPLUS Rund lastenboek. Tijdens deze audit kan de OCI het geheel van de eisen controleren ofwel enkel een deel ervan, op verzoek van de beheerder van het lastenboek. Febev organiseert de planning van de onaangekondigde OCI’s voor elke OCI.
Indien geen NC A bij de onaangekondigde audits vastgesteld wordt, behoudt het bedrijf haar certificaat. Als er wel NC A vastgesteld worden, moeten deze op een aantoonbare wijze worden gecorrigeerd, binnen een termijn van één maand na de auditdatum.
Indien geen corrigerende maatregelen worden genomen of indien de corrigerende maatregelen onvoldoende zijn, wordt het certificaat ingetrokken. Van dan af kan vlees niet langer gecommercialiseerd worden onder de Belbeef Standaard. Het bedrijf wordt hier onmiddellijk van op de hoogte gebracht door de OCI. Wanneer het bedrijf opnieuw wil deelnemen aan de Belbeef Standaard, moet het een nieuwe audit laten uitvoeren. Als deze audit tot de uitgifte van een certificaat leidt, kan het bedrijf haar producten opnieuw op de markt brengen als gecertificeerd volgens de Belbeef-standaard. In dit geval kan het vlees dat werd geproduceerd tijdens de schorsing van het certificaat niet in de handel worden gebracht als Xxxxxxx waardig.
Voor elke OCI wordt het totale aantal uit te voeren onaangekondigde audits, op jaarlijkse basis, gelijkgesteld aan 10 % van het totale aantal in het voorgaande jaar uitgevoerde positieve audits, die geleid hebben tot een certificaat of de verlenging van een certificaat.
De keuze van de slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels die een onaangekondigde audit moeten ondergaan, wordt door FEBEV steekproefsgewijs bepaald uit de lijst van gecertificeerde bedrijven, maar kan ook gericht gebeuren, rekening houdend met een risicoanalyse.
Als het bedrijf de onaangekondigde audit weigert, verliest hij zijn certificaat.
5.6 Validiteit van het FebevPLUS certificaat bij schorsing van de autocontrole van de onderneming.
Wanneer een OCI of het FAVV de intentie heeft om de validatie van de autocontrole van een exploitant in te trekken, en als deze exploitant een beroep instelt, zal de FebevPLUS certificatie enkel worden opgeschort indien de beroepsprocedure resulteert in een negatief advies.
Met andere woorden, wordt de FebevPLUS Rund-certificatie niet automatisch ingetrokken wanneer een intentie tot intrekking van de validatie van de autocontrole tegen een exploitant ingediend wordt. Voor een eventuele intrekking van de FebevPLUS Rund- certificatie moet het resultaat van de eventuele beroepsprocedure gekend zijn. De OCI heeft bijgevolg de verplichting de inhoud en de relevantie van de intentie tot intrekking te onderzoeken alvorens een beslissing te nemen, en moet het resultaat van dit onderzoek aan Febev meedelen.
6 Status van de deelnemers in de Belbeef databank
In de Belbeef databank worden alle deelnemers opgenomen. Deze databank wordt gevoed met de gegevens van de deelnemers, de OCI’s, de labo’s en met gegevens uit de databanken van BFA, OVOCOM, CODIPLAN, FEBEV en Sanitel. Deze databank wordt beheerd door BELBEEF. Alle betrokken partijen hebben toegang tot een deel van deze databank, wat hen toelaat de voor hen relevante gegevens te raadplegen en desgevallend input te geven. Er is een nauwgezet rechtensysteem gekoppeld aan de toegang van de databank. Dit zorgt ervoor dat de betrokkenen enkel die gegevens kunnen consulteren die voor hen van belang zijn er waar ze recht op hebben. Dit rechtensysteem is volledig uitgewerkt in Bijlage 10.
Zie ook de Bijlage 9: Gebruik van de Belbeef databank
7 Algemene voorwaarden voor de OCI, schakel primaire productie
7.1 Algemene voorwaarden
Elke OCI die controles en staalnames wenst uit te voeren voor het CodiplanPLUS Rund lastenboek, sluit een afzonderlijke overeenkomst met CODIPLAN en BELBEEF af waarop deze Algemene Voorwaarden van toepassing zijn en waarmee de OCI zich uitdrukkelijk akkoord verklaart. De kandidaat – OCI dient een schriftelijke aanvraag in bij CODIPLAN met behulp van het document “overeenkomst tussen certificeringinstelling en CODIPLAN
v.z.w. EN BELBEEF v.z.w.” (zie bijlage 1).
Wanneer de OCI zich laat erkennen door CODIPLAN en BELBEEF verklaart zij bij wijze van ondertekening van voormelde overeenkomst kennis genomen te hebben van en akkoord te gaan met de onderhavige voorwaarden voor de Certificeringsinstellingen en het CodiplanPLUS Rund lastenboek.
CODIPLAN verleent de OCI het niet-exclusieve recht, onder de in deze overeenkomst genoemde voorwaarden, certificaten te verlenen aan deelnemers aan het CodiplanPLUS Rund lastenboek, indien en voor zover deze OCI volgens de certificeringsregeling voor OCI’s erkend is door CODIPLAN.
Voor de prestaties van CODIPLAN betaalt elke erkende OCI jaarlijks een vergoeding.
Wijzigingen van deze bijdragen worden jaarlijks door CODIPLAN aan de OCI meegedeeld. De OCI verbindt zich ertoe de eventuele aanpassingen aan de vergoeding, zoals beslist door de Raad van Bestuur van CODIPLAN na te komen.
Indien aan deze algemene (toetreding)voorwaarden voldaan is, kan de kandidaat-OCI door beslissing van de Raad van Bestuur van CODIPLAN worden erkend als certificeringsinstelling voor controle van het CodiplanPLUS Rund.
BELBEEF bewaart een regelmatig bijgewerkt register met de details van de geaccepteerde certificeringsinstellingen. Dit register wordt middels publicatie op de website van Codiplan ter beschikking gesteld van het publiek.
7.2 Accreditatie van de OCI
De OCI verbindt zich tot accreditatie bij BELAC of bij een buitenlandse accreditatie- instelling die behoort tot het multilaterale agreement (MLA) volgens de accreditatienorm ISO/IEC 17065 voor het lastenboek CodiplanPLUS Rund van de Belbeef Standaard.
De accreditatie dient binnen het jaar volgend op de aanvaarding van de instelling door Codiplan te worden behaald. Is dat niet het geval, dan wordt de OCI onmiddellijk geschorst. De OCI stelt CODIPLAN onmiddellijk op de hoogte wanneer BELAC of een buitenlandse accreditatie-instelling de accreditatie voor de scope zou hebben ingetrokken.
7.3 Voorwaarden voor het personeel van de OCI
7.3.1 Administratief personeel
Het administratief personeel verantwoordelijk voor de planning van audits, het toesturen van de nodige informatie, officiële documenten zoals aansluitingsformulieren en
overeenkomsten van deelnemers naar BELBEEF en CODIPLAN, de opvolging en de uitgifte van certificaten en de invoer in de Belbeef databank moet hiervoor een opleiding hebben genoten. Ze zullen alle via de Belbeef databank beschikbare gegevens strikt vertrouwelijk behandelen.
7.3.2 Belbeef coördinator
De OCI duidt onder haar personeelsleden een Belbeef coördinator aan. De Belbeef coördinator moet de informatievergaderingen bijwonen die BELBEEF organiseert of zich laten vertegenwoordigen. Tijdens deze infovergaderingen worden de coördinatoren over wijzingen in de Belbeef Standaard geïnformeerd. De OCI integreert de informatie uit deze opleidingsprogramma’s in de interne procedures en zorgt voor de verspreiding ervan bij de betrokken auditoren.
7.3.3 Auditor
De CodiplanPLUS Rund auditoren voldoen aan de volgende vereisten:
1. Bevoegd zijn voor de Sectorgids Primaire Productie (G-040), module B (ruwvoederproductie), en module C hoofdstuk rund (en desgevallend module B). Het bewijs van bevoegdheid moet overgemaakt worden aan Codiplan.
2. De bijkomende vereisten voor het CodiplanPLUS Rund lastenboek kennen en beheersen;
3. Opleiding gevolgd hebben bij de OCI m.b.t. de kennis van certificatie voor het CodiplanPLUS Rund lastenboek en de Belbeef Standaard in het algemeen;
4. Erkende auditoren dienen jaarlijks minimum 10 CodiplanPLUS Rund audits uit te voeren om erkend te blijven.
De Raad van Bestuur van CODIPLAN kan opleidingen (die verplichtend zijn per OCI,
d.w.z. minstens één deelnemer) en examens (die verplichtend zijn voor alle deelnemers) opleggen.
Personeel van BELBEEF en CODIPLAN heeft het recht aanwezig te zijn bij een audit die uitgevoerd wordt door de (kandidaat-)auditor.
Een auditor voor het CodiplanPLUS Rund lastenboek die minder dan 10 audits per jaar uitvoert, kan niet langer als “erkende auditor” beschouwd worden.
7.3.4 Onderaanneming
De onderaanneming tussen twee OCI’s is niet toegestaan. Met andere woorden, een OCI kan geen audits laten uitvoeren door een andere OCI. Free-lance auditoren daarentegen, kunnen voor meerdere OCI’s optreden, indien ze onderworpen zijn aan het kwaliteitssysteem van elke betrokken OCI, indien hun competentie gevalideerd is door elke betrokken OCI en indien ze erkend zijn door CODIPLAN.
7.4 Overdracht van een veehouder naar een andere OCI
Een veehouder kan ervoor opteren te veranderen van OCI.
De overnemende OCI verifieert in alle gevallen of de veehouder al dan niet een actieve registratie heeft voor het CodiplanPLUS Rund lastenboek in de
Codiplan database, alvorens een nieuw contract af te sluiten en een audit uit te voeren.
Als de operator een actieve (= niet opgezegde of verbroken) registratie heeft bij een andere OCI, informeert de overnemende OCI CODIPLAN, dat een veehouder naar hen wenst over te stappen. De geldende procedures van Codiplan dienen strikt gevolgd en toegepast te worden.
8 Voorwaarden voor de OCI, schakel transport en slachthuizen, uitsnijderijen en groothandelaars
8.1 Algemene voorwaarden voor de OCI
Elke OCI die controles wenst uit te voeren voor het FebevPLUS Rund lastenboek, sluit een afzonderlijke overeenkomst met Febev en BELBEEF waarop deze Algemene Voorwaarden van toepassing zijn en waarmee de OCI zich uitdrukkelijk akkoord verklaart. De kandidaat – OCI dient een schriftelijke aanvraag in bij Febev met behulp van het document “overeenkomst tussen certificeringinstelling en FEBEV v.z.w. en BELBEEF v.z.w.” (zie bijlage 18).
Wanneer de OCI zich laat erkennen door Febev en XXXXXXX verklaart zij bij wijze van ondertekening van voormelde overeenkomst kennis genomen te hebben van en akkoord te gaan met de onderhavige voorwaarden voor de Certificeringsinstellingen en het FebevPLUS Rund lastenboek.
Febev en BELBEEF verlenen de OCI het niet-exclusieve recht, onder de in deze overeenkomst genoemde voorwaarden, certificaten te verlenen aan deelnemers aan het FebevPLUS Rund lastenboek, indien en voor zover deze OCI volgens de certificeringsregeling voor OCI’s erkend is door Febev en BELBEEF.
Voor de prestaties van Febev betaalt elke erkende OCI jaarlijks een vergoeding.
Indien aan deze algemene (toetreding)voorwaarden voldaan is, kan de kandidaat-OCI door beslissing van Febev worden erkend als certificeringsinstelling voor controle volgens FebevPLUS Rund.
BELBEEF bewaart een regelmatig bijgewerkt register met de details van de geaccepteerde certificeringsinstellingen. Dit register wordt middels publicatie op de website van Febev ter beschikking gesteld van het publiek.
8.2 Accreditatie van de OCI
De OCI verbindt zich tot accreditatie bij BELAC of bij een buitenlandse accreditatie- instelling die behoort tot het multilaterale agreement (MLA) volgens de accreditatienorm ISO/IEC 17065 voor het lastenboek FebevPLUS Rund van de Belbeef Standaard.
De accreditatie dient binnen het jaar volgend op de aanvaarding van de instelling door Febev te worden behaald. Is dat niet het geval, dan wordt de OCI onmiddellijk geschorst. De OCI stelt FEBEV en Belbeef onmiddellijk op de hoogte wanneer BELAC of een buitenlandse accreditatie-instelling de accreditatie voor de scope zou hebben
ingetrokken.
8.3 Voorwaarden voor het personeel van de OCI
8.3.1 Administratief personeel
Het administratief personeel verantwoordelijk voor de planning van audits, het toesturen van de nodige informatie naar BELBEEF, de opvolging en de uitgifte van bedrijfscertificaten en de invoering in de Belbeef databank moet hiervoor een opleiding hebben genoten. Ze zullen alle via de Belbeef databank beschikbare gegevens strikt vertrouwelijk behandelen.
8.3.2 FebevPLUS Rund/Belbeef coördinator
De OCI duidt onder haar personeelsleden een FebevPLUS Rund/Belbeef coördinator aan. Deze coördinator moet de informatievergaderingen bijwonen die Febev of BELBEEF organiseert of zich laten vertegenwoordigen. Tijdens deze infovergaderingen worden de coördinatoren over wijzingen in de Belbeef Standaard geïnformeerd. De OCI integreert de informatie uit deze opleidingsprogramma’s in de interne procedures en zorgt voor de verspreiding ervan bij de betrokken auditoren.
8.3.3 Auditoren
De audits in het kader van de validatie van ACS bij slachthuizen en uitsnijderijen kunnen overeenkomstig EU wetgeving enkel uitgevoerd worden door officiële dierenartsen. DMO’s die met het FAVV een uitvoeringsovereenkomst “audits van autocontrolesystemen” afgesloten hebben voldoen aan deze voorwaarde.
De kandidaat auditoren zijn verplicht een basisopleiding te volgen met betrekking tot het FebevPLUS Rund lastenboek (gegeven door Febev of Belbeef, ofwel door de OCI indien er reeds minimum één auditor erkend is door Febev) .
De auditoren van de OCI’s moeten:
- voldoen aan artikel 10 van het KB van 14-11-2003, met name aan de in hoofdstuk VI gestelde eisen;
- met het FAVV een uitvoeringsovereenkomst “audits van autocontrolesystemen” afgesloten hebben.
- aanvullend dienen de auditoren :
- Het FebevPLUS Rund lastenboek kennen en beheersen;
- Opleidingsprogramma gevolgd hebben bij de OCI m.b.t. de kennis van certificatie voor het FebevPLUS Rund lastenboek en de Belbeef Standaard in het algemeen;
- Opleidingsprogramma (intern of extern georganiseerd) gevolgd hebben m.b.t. auditmethodologie;
- Continu bijscholen in de materie. Dit houdt concreet in, dat als een seminarie, congres of workshop wordt ingericht waarin de Belbeef Standaard een belangrijk item vormt, er minstens één auditor moet deelnemen en hij
vervolgens intern in de OCI opleiding moet geven aan de andere auditoren.
- onafhankelijk te zijn.
- elk door hem opgesteld verslag te ondertekenen in de hoedanigheid van fysiek persoon.
Febev kan verplichte opleidingen voor de OCI’s (minstens één deelnemer per OCI) opleggen, gevolgd door verplichte examens (voor alle deelnemers).
De kandidaat auditor voor het FebevPLUS Rund lastenboek moet minimaal 3 audits met een door Febev erkende auditor meevolgen, waarvan tenminste één door hemzelf werd uitgevoerd met een positieve evaluatie door de erkende auditor. De OCI moet, op verzoek van Xxxxxxx, het bewijs daarvan aan Xxxxxxx kunnen overmaken
Personeel van Febev en Belbeef heeft het recht aanwezig te zijn bij een audit die uitgevoerd wordt door de (kandidaat-)auditor. Voor kandidaat auditoren van een OCI die nog geen erkende auditoren in dienst hebben moet de auditor minstens één audit met positieve evaluatie hebben uitgevoerd onder toezicht van een personeelslid van Xxxxxxx of Febev of een persoon gemandateerd door Febev.
De OCI houdt een dossier per auditor bij. Dit dossier bevat de algemene kwalificatie, opleidingen, examen, audit onder toezicht, en de aantal uitgevoerde audits. Het dossier laat de OCI toe aan te tonen dat alle auditoren voldoen aan de vereisten opgenomen in dit document.
8.3.4 Onderaanneming
De onderaanneming tussen twee OCI’s is niet toegestaan. Met andere woorden, een OCI kan geen audits laten uitvoeren door een andere OCI. Free-lance auditoren daarentegen, kunnen voor meerdere OCI’s optreden, indien ze onderworpen zijn aan het kwaliteitssysteem van elke betrokken OCI, indien hun competentie gevalideerd is door elke betrokken OCI en indien ze erkend zijn door Febev.
8.4 Overdracht van een slachthuis, uitsnijderij of groothandel naar een andere OCI
Het bedrijf heeft het recht om van OCI te veranderen voor de uitvoering van een FebevPLUS-audit. In elk geval moet de certificeringsbeslissing door de OCI worden genomen voor het vervallen van het vorige certificaat. Als dit niet het geval is, wordt de certificeringsperiode onderbroken en mag geen vlees onder de Belbeef Standaard worden verkocht. In dit geval waarschuwt de OCI het bedrijf onmiddellijk. Indien het bedrijf opnieuw wil deelnemen aan de Belbeef Standaard, moet het een nieuwe audit laten uitvoeren. Indien het bedrijf naar aanleiding van deze audit een nieuw certificaat verwerft, zal het opnieuw haar producten op de markt brengen als Belbeef-waardig. Maar het vlees dat tijdens de opschorting van de certificatieperiode is geproduceerd mag niet worden verhandeld als Belbeef-waardig.
8.5 De integriteitsaudit
De integriteitsaudit dient voornamelijk om de prestatie van de OCI te verifiëren tijdens de uitvoering van de audits. De integriteitsaudit wordt dus uitgevoerd door een
vertegenwoordiger xxx XXXXX, ofwel op de zetel van de OCI ofwel bij één van de geauditeerde operatoren, indien Febev dit nodig acht. De OCI wordt door Febev op de hoogte gebracht wanneer een integriteitsaudit is gepland. Een vertegenwoordiger van de OCI kan ook aanwezig zijn bij deze audit.
9 Algemene Voorwaarden voor de OCI , alle schakels
9.1 Audit van de OCI door XXXXXXX
BELBEEF behoudt het recht om op periodieke basis en steekproefsgewijs de maatschappelijke zetel van de OCI te bezoeken, en dit onafhankelijk van controles van andere instanties, om na te gaan of een OCI voldoet aan de eisen uit dit document.
In geval van non-conformiteiten moet de OCI alle nodige correcties aanbrengen binnen de termijn die BELBEEF redelijk acht. BELBEEF beslist over de noodzakelijke follow-up, die eventueel sancties kan omvatten.
9.2 Weigering, uitsluiting en annulering van de OCI
Indien de kandidatuurstelling van de OCI afwijkt van hoger vermelde toetredingsvoorwaarden, wordt de beslissing betreffende haar kandidatuur opgeschort tot op het ogenblik dat volledig voldaan is aan de toetredingsvoorwaarden. De OCI wordt van dit feit per gewone brief of email in kennis gesteld met vermelding van de voorwaarde(n) waaraan zij niet voldoet. Bij gebrek aan regularisatie binnen de maand van de onder 7/8, opgenomen toetredingsvoorwaarden vervalt de kandidatuurstelling van rechtswege. Eventueel beroep in rechte door de OCI tegen deze weigering heeft geen opschortende werking wat de beslissing betreft.
Gevallen waarbij een OCI kan worden uitgesloten :
− Het niet naleven van de Algemene Voorwaarden;
− Het feit dat zijn vertegenwoordiger door zijn handelingen de belangen van BELBEEF of haar leden op ernstige wijze schaadt;
− Het intrekken, schorsen of opzeggen van de accreditatie voor de scope CodiplanPLUS Rund/FebevPLUS Rund lastenboek vanwege de accreditatie instelling;
− Het niet naleven van de financiële verplichtingen ten aanzien van CODIPLAN/FEBEV;
− Het bewijs van nalatigheid.
De Raad van Bestuur van CODIPLAN/FEBEV kan de betrokken OCI de volgende sancties opleggen. Deze sancties zijn afgestemd op de xxxxx xxx xx xxxxxx:
a) Een waarschuwing en een termijn geven aan de OCI die haar toelaat haar tekortkomingen aantoonbaar op te heffen. Indien de OCI zich niet in regel stelt binnen de gestelde termijn, moet een andere sanctie worden opgelegd. Voor
eenzelfde non-conformiteit kan binnen een periode van 12 maanden slechts eenmaal de waarschuwing als sanctie worden uitgesproken;
b) De overeenkomst (geheel of gedeeltelijk) opschorten totdat de tekortkomingen aantoonbaar zijn opgeheven, waarbij tijdens de schorsing de OCI niet langer haar activiteiten kan uitoefenen;
c) De overeenkomst verbreken met een korte opzegperiode, zodat de OCI nadien niet langer haar activiteiten kan uitoefenen;
d) De overeenkomst met onmiddellijke ingang verbreken, zodat de betrokken OCI onmiddellijk haar activiteiten moet staken.
De beslissing wordt aan de OCI meegedeeld. De administratieve kosten worden door de OCI gedragen. De uitsluiting treedt in werking vanaf de derde kalenderdag na de beslissing van de Raad van Bestuur van CODIPLAN/FEBEV. Eventueel beroep tegen deze uitsluiting heeft geen opschortende werking wat de beslissing betreft.
Een OCI van wie de overeenkomst werd opgeschort, niet verlengd of verbroken is, is niet gemachtigd tot het uitvoeren van audits. Alle audits gepland tijdens de periode van de schorsing moeten worden uitgevoerd door een andere goedgekeurde OCI. De geschorste OCI is verantwoordelijk voor het organiseren van deze audits, en dit in overleg met de andere OCI en de producent.
De OCI wiens overeenkomst werd geschorst, bezorgt CODIPLAN/FEBEV de lijst met alle in deze periode geplande audits alsook de OCI(’s) die vermoedelijk de audits gedurende deze schorsingsperiode zullen uitvoeren.
De schorsing van een OCI door CODIPLAN/FEBEV leidt niet de facto tot de annulering van de contracten tussen deze OCI en de door haar gecertificeerde deelnemers. Tijdens de periode waarin de overeenkomst geschorst is, blijft de OCI verantwoordelijk voor de instandhouding en de eventuele schorsing of intrekking van de door haar afgeleverde certificaten.
Voor geschillen tussen BELBEEF en de OCI wordt verwezen naar de beroepsprocedure (zie bijlage 2). De procedures moeten eerst worden uitgeput alvorens het geschil aanhangig kan worden gemaakt bij de rechtbanken en hoven.
Elke OCI zonder lopende contracten met veehouders voor het CodiplanPLUS Rund lastenboek of met slachthuizen, uitsnijderijen of groothandelaars voor het FebevPLUS Rund, kan op vrijwillige basis een einde maken aan de overeenkomst met CODIPLAN/FEBEV. Dergelijke annulering dient per aangetekend schrijven te gebeuren, gericht aan CODIPLAN/FEBEV.
9.3 Communicatie
9.3.1 Wijzigingen bij OCI
De OCI deelt wijzigingen 4 weken voorafgaand aan deze wijziging schriftelijk mee, voor wat betreft:
- haar wettelijk, commercieel of organisatorisch statuut;
- haar personeel;
- elk ander onderwerp dat haar competentie, de scope van de geaccrediteerde activiteiten of de conformiteit met onderhavig document kan aantasten.
- het resultaat van de audit onder toezicht.
9.3.2 Auditgegevens
De OCI brengt zo snel mogelijk, en uiterlijk 1 werkdag na de audit, de auditgegevens en de elektronische checklijst in de Belbeef Databank in via de OCI Tool (XXX.Xxxxxxx.xx). Aangezien deze databank web based is, kunnen auditgegevens via een tablet, laptop of eender welk ander toestel met internetverbinding, onmiddellijk online ingegeven worden in de Belbeef databank.
9.3.3 Staalgegevens
De OCI brengt zo snel mogelijk, en uiterlijk 1 werkdag na de audit, de staalgegevens in de Belbeef Databank in. Voor de primaire productie gebeurt dit tegelijkertijd met het ingeven van de auditgegevens. Aangezien deze databank web based is, kunnen staalgegevens via een tablet, laptop of eender welk ander toestel met internetverbinding, onmiddellijk online ingegeven worden in de Belbeef databank.
Bij de periodieke ophaling van de monsters door het laboratorium, zal elke OCI vooraf controleren of de door Xxxxxxx gevraagde monsters wel degelijk aanwezig zijn. Indien dit niet het geval zou zijn, zal Xxxxxxx onverwijld op de hoogte gebracht worden.
9.3.4 Certificatiegegevens
De OCI brengt zo snel mogelijk, en uiterlijk 1 werkdag na de positieve of negatieve certificatiebeslissing, de certificatiegegevens in de Belbeef Databank in. De coördinator van de OCI ziet er op toe dat de gegevens in het auditformulier volledig en correct zijn, en binnen het voorziene 'time window' ingebracht worden.
9.3.5 Jaarrapport
De OCI stelt een jaarlijks rapport over alle in het kader van de Belbeef Standaard uitgevoerde activiteiten op.
Het rapport moet volgende informatie bevatten:
- de lijst met gegeven opleidingen in het kader van het actualiseren en het opvolgen van de kennis en vaardigheden van de auditoren
- aantal certificaten "niet behaald" (met de rechtvaardiging);
- een jaarlijks overzicht van de non-conformiteiten per type audit (initieel, tussentijds, onaangekondigd, vernieuwings- of verlengingsaudit) in het door Xxxxxxx gevraagde formaat ;
- een overzicht van de in het kader van de Belbeef Standaard ontvangen klachten en de behandeling ervan;
- het bedrag dat aan de deelnemer wordt gefactureerd voor een audit in het kader van de Belbeef Standaard.
Het rapport wordt bij Xxxxxxx ten laatste op 1 maart van het volgende jaar ingediend. Belbeef kan bijkomende informatie opvragen.
9.3.6 Wijzigingen aan de certificeringsregeling of lastenboek
Iedere wijziging aan de certificeringregeling en wijzigingen aan de Belbeef Standaard zullen voorafgaandelijk aan de inwerkingtreding van deze wijzigingen ter kennis gebracht worden aan de OCI, samen met de termijn waarbinnen de OCI zijn gebeurlijk schriftelijk bezwaar tegen de wijzigingen dient kenbaar te maken. In geval van bezwaar moet deze schriftelijk en geargumenteerd aan Xxxxxxx overgemaakt worden. De bezwaren worden behandeld door de Raad van Bestuur van Xxxxxxx, die haar beslissing omtrent het bezwaar aan de betrokken OCI meedeelt.
Bij gebrek aan bezwaar binnen de afgesproken termijn wordt de OCI geacht in te stemmen met de wijzigingen en zal zij deze binnen de maand aan haar deelnemers meedelen.
10 Gebruik van het Belbeef logo
10.1 Algemeen
Het merkteken of het BELBEEF logo (hieronder weergegeven) bestaat uit een tekening van een rund en het woord Belbeef in wit schrift op een groene achtergrond, of omgekeerd.
De houder van de exclusieve rechten van het logo is de vzw BELBEEF en BELBEEF behoudt zich het recht voor om andere regels vast te stellen in verband met het gebruik van het logo.
Het logo in het kleur is geregistreerd bij BIOP en mag uitsluitend onder deze vorm worden gebruikt.
Kleur: Pantone 370
10.2 Gebruik van het logo door de deelnemer
De toestemming om het BELBEEF-logo te gebruiken, wordt verleend voor een specifiek gebruik. Het gebruik van het logo mag niet worden geassocieerd met acties of activiteiten die schadelijk kunnen zijn voor het imago van de v.z.w., de openbare orde of de goede zeden.
De toestemming wordt op persoonlijke basis verleend en kan daarom niet worden toegewezen of overgedragen aan een derde partij, noch gratis noch betalend.
Elke deelnemer is verplicht zijn certificatie-instelling en BELBEEF op de hoogte te stellen van elk oneigenlijk gebruik van het logo (intern of door derden).
Oneigenlijk gebruik van het logo kan leiden tot gerechtelijke stappen tegen de auteur. Een deelnemer die niet langer van de BELBEEF-erkenning geniet, kan in geen geval het BELBEEF-logo gebruiken.
10.3 Naleving van het grafische handvest
Gebruikers moeten de grafische kenmerken van het logo getrouw reproduceren, met respect voor de vormen, verhoudingen, kleuren en het grafische handvest. Het logo moet altijd in zijn geheel verschijnen. Geen van de onderdelen kan afzonderlijk worden gereproduceerd.
10.4 Gebruik van het logo door de OCI
De OCI kan het logo gebruiken op de certificaten.
BELBEEF verleent aan de OCI het niet exclusieve gebruiksrecht op het Belbeef logo, enkel in combinatie met de uitreiking van een CodiplanPLUS Rund certificaat aan een veehouder, of een FebevPLUS Rund certificaat.
Bijlage 1: Overeenkomst OCI – CODIPLAN - BELBEEF Bijlage 2: Sanctieregeling en beroepsprocedure Bijlage 3: Aanvraag overdracht operator
Bijlage 4: Modelovereenkomst OCI - Veehouder
Bijlage 5: Toestemming van rundveehouder voor toegang tot en verwerking van gegevens door Codiplan vzw en Belbeef vzw.
Bijlage 6: Overeenkomst Slachthuis, uitsnijderij, groothandel – FEBEV - BELBEEF Bijlage 7: Bemonsteringsplan
Bijlage 8: Richtlijnen OCI staalname, transport en opslag Bijlage 9: Gebruik van de Belbeef databank
Bijlage 10: Rechtensysteem van de Belbeef databank Bijlage 11: Bijdragen deelnemers GLR
Bijlage 12: Richtlijnen labo voor staalname, transport en opslag
Bijlage 13: CodiplanPLUS Rund checklijst inclusief sectorgids voorwaarden Bijlage 14: CodiplanPLUS Rund checklijst zonder sectorgids voorwaarden Bijlage 15: FEBEVPLUS Rund checklijst zonder sectorgids voorwaarden Bijlage 16: overeenkomst tussen slachthuis en transporteurs
Bijlage 17: Beheer van non-conformiteiten op niveau van slachthuizen en uitsnijderijen Bijlage 18: Overeenkomst OCI – FEBEV – BELBEEF
Bijlage 19: Duurzaamheidsmonitor
11.1 Bijlage 1: Modelovereenkomst tussen certificeringinstelling en CODIPLAN
v.z.w. en BELBEEF v.z.w. (v2 dd 11.09.2018)
Overeenkomst tussen de certificeringinstelling, hierna aangehaald als de "OCI"
Naam of stempel van de OCI: | ||
Straat - nr. | ||
Postcode – Gemeente | ||
Haar vertegenwoordiger |
en CODIPLAN v.z.w., beheerder van het CodiplanPLUS Rund Lastenboek, luik primaire productie van de Belbeef Standaard:
Naam Beheerder: | CODIPLAN vzw | |
Straat - nr. | ||
Postcode – Gemeente | ||
Haar voorzitter | ||
Haar secretaris |
en BELBEEF v.z.w., beheerder van de Belbeef Standaard:
Naam Beheerder: | BELBEEF vzw | |
Straat - nr. | ||
Postcode – Gemeente | ||
Haar voorzitter | ||
Haar secretaris |
1. Voorwerp
Art. 1.1 CODIPLAN v.z.w. en BELBEEF v.z.w. kunnen conform met artikel 3 van hun statuten nooit optreden als controlerende organisatie van individuele bedrijven ten aanzien van de lastenboeken die zij beheren. Zij doen daarvoor een beroep op erkende certificeringinstellingen (OCI).
Art. 1.2 De OCI verklaart te voldoen aan de algemene toetredingsvoorwaarden voorzien in de certificeringregeling van de Belbeef Standaard en verklaart zich uitdrukkelijk akkoord met de certificeringregeling en met het lastenboek CodiplanPLUS Rund waarvan zij de naleving zal controleren en waarvan zij tevens verklaart een op datum van deze overeenkomst geldend exemplaar te hebben ontvangen.
Art. 1.3 Iedere latere wijziging aan de voornoemde certificeringregeling en wijzigingen aan het lastenboek CodiplanPLUS Rund zullen voorafgaandelijk aan de inwerkingtreding van deze wijzigingen door CODIPLAN v.z.w. en BELBEEF
v.z.w. ter kennis gebracht worden ofwel per post ofwel per e-mail aan de OCI samen met de termijn waarbinnen de OCI zijn gebeurlijk schriftelijk bezwaar tegen de wijzigingen dient kenbaar te maken aan CODIPLAN v.z.w. en BELBEEF v.z.w. In geval van bezwaar wordt de procedure gevolgd die vastgelegd is in de certificeringregeling. Bij gebrek aan bezwaar binnen de afgesproken termijn wordt de OCI geacht in te stemmen met de wijzigingen en zal zij deze binnen de maand aan de rundveehouders meedelen.
Art. 1.4 De OCI verklaart zich te willen laten erkennen en registeren door CODIPLAN
v.z.w. en BELBEEF v.z.w. als certificeringinstelling erkend voor de controle en certificering van het lastenboek CodiplanPLUS Rund inclusief de bijhorende Sectorgids.
2. Duur
Art. 2.1 Deze overeenkomst geldt voor een onbepaalde duur. De erkenning gaat in op datum van aanvaarding van de aanvraag tot erkenning vanwege de OCI door de Raad van Bestuur van CODIPLAN v.z.w en BELBEEF v.z.w. De OCI zullen schriftelijk op de hoogte worden gebracht van hun erkenning door CODIPLAN
v.z.w. en BELBEEF v.z.w.
Art 2.2 De OCI verklaart kennis te hebben genomen van de wijze waarop de overeenkomst met CODIPLAN v.z.w. en BELBEEF v.z.w. kan beëindigd worden volgens de modaliteiten beschreven in de certificeringregeling van CodiplanPLUS Rund, en verklaart deze uitdrukkelijk te aanvaarden.
Het contract kan tevens beëindigd worden op basis van uitsluiting. De voorwaarden voor uitsluiting van een OCI zijn vermeld onder het punt “Voorwaarden voor de OCI” in de certificeringregeling.
3. Opleiding van auditoren
Art. 3.1 De kandidaat auditoren moeten voldoen aan de bepalingen zoals ze opgenomen zijn in de certificeringregeling van CodiplanPLUS Rund onder het punt “Voorwaarden voor het personeel van de OCI”.
Art. 3.2 De onderaanneming tussen twee OCI’s is niet toegestaan. Met andere woorden, een OCI kan geen audits laten uitvoeren door een andere OCI. Freelance auditoren daarentegen, kunnen voor meerdere OCI’s optreden, indien ze onderworpen zijn aan het kwaliteitssysteem van elke betrokken OCI, indien hun competentie gevalideerd is door elke betrokken OCI en indien ze daartoe erkend zijn door CODIPLAN v.z.w. en BELBEEF v.z.w.
4. Naleven van de vereisten
Art. 4.1 Het personeel van CODIPLAN v.z.w. en BELBEEF v.z.w. of een persoon gemandateerd door CODIPLAN v.z.w. en BELBEEF v.z.w. heeft het recht om minimaal een (1) maal per jaar elke auditor te vergezellen bij een audit, om na te gaan of de controle op de naleving van het lastenboek CodiplanPLUS Rund correct wordt uitgevoerd.
Art. 4.2 De audittijden opgelegd in het lastenboek CodiplanPLUS Rund moeten strikt opgevolgd worden.
Art. 4.3 De 10% onaangekondigde audits voorzien in de certificeringregeling van CodiplanPLUS Rund worden ad random uitgekozen door de OCI, maar kunnen ook gericht gebeuren rekening houden met een door de OCI uitgevoerde risicoanalyse of op verzoek van CODIPLAN vzw en BELBEEF vzw”.
5. Geschillen
Art. 5.1 In het geval van geschillen tussen de partijen (CODIPLAN v.z.w., BELBEEF
v.z.w. en auditor/OCI) moeten eerst alle interne beroepsmogelijkheden doorlopen worden, zoals beschreven in de certificeringsregeling van CodiplanPLUS Rund, vooraleer het geschil voor de rechter wordt gebracht.
6. Gebruik van het logo
Art. 6.1 De v.z.w. BELBEEF geeft aan de OCI het niet exclusieve gebruiksrecht van het BELBEEF logo, enkel in combinatie met het toekennen van het CodiplanPLUS Rund certificaat aan de rundveehouder.
7. Facturatie
Art. 7.1 Voor de rechten verleend door CODIPLAN aan de OCI is deze laatste een vergoeding verschuldigd van € 375,00 (excl. BTW) per boekjaar aan v.z.w. CODIPLAN verhoogd met een jaarlijkse vergoeding van € 1,00 (excl. BTW) per contracterende rundveehouder. De jaarlijkse vergoedingen zijn per boekjaar, ondeelbaar voor een volledig jaar en na facturatie verschuldigd aan CODIPLAN v.z.w.
Art. 7.2 In overeenstemming met de certificeringregeling, betaalt elke rundveehouder een vergoeding voor het gebruiksrecht van het lastenboek CodiplanPLUS Rund.
De bijdrage staat vermeld in de certificeringregeling. Deze bijdrage wordt betaald aan de OCI. Deze laatste is verplicht bij de rundveehouder de bijdrage te innen en ze aan CODIPLAN v.z.w. over te maken uiterlijk binnen de maand die volgt op de afgifte van het certificaat zoals bedoeld in artikel 6.1 van de onderhavige overeenkomst. Dit gebeurt middels maandelijkse facturatie door CODIPLAN v.z.w. aan de OCI op basis van de audits die door de OCI ingevoerd worden in de CODIPLAN databank.
Art. 7.3 Alle facturen van CODIPLAN v.z.w. of een gemachtigde derde zijn contant betaalbaar. Vanaf de vervaldag - hetzij dertig(30) dagen na facturatiedatum- brengt elke niet-betaalde factuur van rechtswege en zonder voorafgaande ingebrekestelling een jaarlijkse rente op, gelijk aan de rentevoet bepaald in artikel 5 van de Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties van 2 augustus 2002. Wanneer de factuur in hoofdsom en rente niet betaald wordt binnen de veertien (14) dagen na verzending van een aanmaningsbrief, wordt de schuld verhoogd met een bijkomende schadevergoeding, conventioneel vastgesteld op 10% van het op de vervaldag verschuldigde bedrag met een minimum van € 50,00.
Art. 7.4 De OCI verbindt zich ertoe de eventuele aanpassingen aan de vergoeding, zoals beslist door de Raad van Bestuur van CODIPLAN v.z.w. na te leven, overeenkomstig artikel 1.2 van de onderhavige overeenkomst.
8. Paswoord voor het extranet
Art. 8.1 De OCI krijgt, na betaling van de overeenkomstig artikel 7.1. van de onderhavige overeenkomst vastgestelde jaarlijkse vergoeding (volgens de Voorwaarden voor de OCI), toegang tot de OCI toepassing van de Belbeef databank, via een uniek paswoord. CODIPLAN en BELBEEF houden zich het recht voor om de paswoorden te wijzigen wanneer zij dit nodig achten. De OCI toepassing omvat een databank van de aangesloten rundveehouders. De OCI heeft uitsluitend toegang tot gegevens van de rundveehouders waarmee hij een contract heeft afgesloten in het kader van de certificatie.
Het paswoord is persoonlijk en de OCI verbindt er zich toe het niet te verlenen aan andere personen dan personeelsleden of aangestelden van de OCI.
Indien de OCI in gebreke is de overeenkomstig artikel 7.1. van de onderhavige overeenkomst vastgestelde jaarlijkse vergoeding te betalen of wanneer vastgesteld wordt dat de OCI de regels inzake informatiebeveiliging van de extranet-site overeenkomstig artikel 8.1 niet naleeft, kan de toegang tot de extranet-site onmiddellijk ingetrokken worden.
9. Actualisatie database en rapportering aan CODIPLAN en BELBEEF
Art. 9.1 De OCI verbindt zich ertoe de databanktoepassing binnen de 48 uur aan te vullen volgens de laatste ontwikkelingen met betrekking tot de bedrijfsgegevens en binnen één werkdag voor wat betreft de certificatiestatus van de rundveehouders, zoals omschreven in de certificeringregeling.
Dit kan betreffen:
A. registratie van nieuwe rundveehouders;
B. resultaat van de uitgevoerde audits (= certificatiestatus)
CODIPLAN v.z.w. en BELBEEF v.z.w. eigenen zich het recht toe om op steekproefsgewijze basis te verifiëren of de OCI voldoet aan de voorwaarden met betrekking tot de actualisatie van de database en rapportering overeenkomstig artikel 9.3. van de onderhavige overeenkomst aan CODIPLAN v.z.w.
Art. 9.2 De OCI is verplicht om de administratieve gegevens van de rundveehouder in de databank van CODIPLAN v.z.w. op te nemen vooraleer een audit wordt uitgevoerd. De OCI is hierbij verantwoordelijk om na te gaan of de rundveehouder reeds geregistreerd staat bij een andere OCI. Indien dit het geval is, dan mag de audit niet uitgevoerd worden op straffe van 250 euro en moet de transfert aangevraagd worden volgens de procedure beschreven in de certificeringsregeling.
Zie ook de bepalingen rond “Overdracht van een operator naar een andere OCI” in de certificeringsregeling van CodiplanPLUS Rund.
Art. 9.3 De OCI stelt een jaarlijks rapport over alle in het kader van de Belbeef Standaard uitgevoerde activiteiten op. Het formaat waarop gerapporteerd dient te worden, wordt door Belbeef/Codiplan aan de OCI bezorgd. Het bevat alle informatie zoals vermeld in het punt “Rapportering aan CODIPLAN en BELBEEF” van de certificeringsregeling van CodiplanPLUS Rund.
Art. 9.4 CODIPLAN v.z.w. en BELBEEF v.z.w. hebben het recht om de auditrapporten op te vragen. Op vraag van CODIPLAN v.z.w. of BELBEEF v.z.w. moeten deze binnen de acht (8) werkuren overgemaakt worden aan het secretariaat van CODIPLAN v.z.w. of BELBEEF v.z.w. De naam van een contactpersoon bij de OCI en zijn/haar telefoonnummer (gsm) worden gecommuniceerd aan CODIPLAN v.z.w. en BELBEEF v.z.w.
10. Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken
Art. 10.1 Deze overeenkomst wordt uitsluitend beheerst door Belgisch recht. Bij gebreke aan minnelijke regeling tussen partijen, zullen uitsluitend de hoven en rechtbanken van Brussel bevoegd zijn.
11. Voorafgaandelijke overeenkomsten en nietige bedingen
Art. 11.1. Deze overeenkomst vervangt alle voorafgaandelijke mondelinge en schriftelijke afspraken.
Art. 11.2. Indien een bepaling van deze overeenkomst, geheel of gedeeltelijk, onwettig, nietig of onafdwingbaar zou worden verklaard, uit hoofde van een bepaling van enig toepasselijk dwingend recht, zal dit beding geen deel meer vormen van deze overeenkomst. De wettigheid, geldigheid en afdwingbaarheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst blijft behouden.
Indien de onwettigheid, nietigheid of onafdwingbaarheid van dit beding het wezen van deze overeenkomst zou aantasten, zal elke partij haar best doen om onmiddellijk en te goeder trouw een geldig beding ter vervanging van het eerste overeen te komen.
12. Bijlagen
Art. 12.1. De bijlagen aan deze overeenkomst, zijnde de Belbeef Standaard en de bijhorende certificeringsregeling, maken integrerend deel uit van onderhavige overeenkomst.
Deze overeenkomst werd opgemaakt op ……/……/ in 3 exemplaren, waarvan elke
partij erkent een door alle partijen behoorlijk ondertekend exemplaar te hebben ontvangen.
Naam en handtekening,
OCI
CODIPLAN v.z.w.
Voorzitter Secretaris
BELBEEF v.z.w.
Voorzitter Secretaris
11.2 Bijlage 2: Sanctieregeling en beroepsprocedure (v2 dd 11.09.2018) Sancties voor non-conformiteiten
Eerste overtreding: vermaning naar de desbetreffende OCI toe en melding aan Raad van Bestuur van BELBEEF.
Tweede overtreding: administratieve boete van € 125,00 (excl. BTW)
Bij herhaalde overtreding, meer bepaald 3 overtredingen in 2 jaar, zal er naar de Raad van Bestuur van BELBEEF gerapporteerd worden met eventuele uitsluiting tot gevolg.
Beroep BELBEEF – OCI
De OCI heeft de mogelijkheid in beroep te gaan tegen beslissingen van de Raad van Bestuur van BELBEEF. De OCI heeft 1 maand de tijd, nadat hij in kennis is gesteld van de beslissing waarbij hem een sanctie wordt opgelegd, om beroep aan te tekenen tegen die beslissing. Dit beroep moet bij aangetekend schrijven gericht worden zowel aan BELBEEF als aan het secretariaat van het beroepscomité. Het reglement van het beroepscomité is opgenomen in deze certificeringsregeling. Het aangetekend schrijven dient alle argumenten en bewijsstukken te bevatten.
De termijn van 1 maand begint te lopen de dag na de datum vermeld op de kennisgeving van de beslissing en wordt niet verlengd indien de vervaldag een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is. Bovendien betaalt de indiener van de klacht bij opstart van de procedure een som van € 500,00 aan het beroepscomité voor de kosten van de beroepsprocedure.
Pas wanneer voormelde voorwaarden voldaan zijn, is het beroep ontvankelijk. De uitspraak van het beroepscomité is bindend en onherroepelijk.
Tweede Beroep OCI - deelnemer
Een tweede beroep in het kader van geschillen tussen de OCI en de contracterende veehouder is mogelijk bij het bevoegde beroepscomité van XXXXXXX.xx vzw.
Dit beroep moet bij aangetekend schrijven gericht worden zowel aan XXXXXXX.xx vzw als aan het secretariaat van het beroepscomité voor tweede beroep. Het reglement van het beroepscomité voor tweede beroep is opgenomen in deze certificeringsregeling. Het aangetekend schrijven dient alle argumenten en bewijsstukken te bevatten.
De termijn van 1 maand begint te lopen de dag na de datum vermeld op de kennisgeving van de beslissing en wordt niet verlengd indien de vervaldag een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is.
Bovendien betaalt de indiener van de klacht bij opstart van de procedure een som van € 500,00 (excl. BTW) aan het tweede beroepscomité voor de kosten van de beroepsprocedure
Pas wanneer voormelde voorwaarden voldaan zijn, is het beroep ontvankelijk.
De uitspraak van het beroepscomité is bindend en onherroepelijk.
REGLEMENT BEROEPSCOMITE
Gelet op de certificeringsregeling van de Belbeef Standaard;
Dit reglement bepaalt de organisatie en de werking van het beroepscomité:
Betrokken partijen - eerste beroep -
- BELBEEF – Veehouder, Slachthuis, Uitsnijderij, Groothandel, Afnemer
- BELBEEF – OCI
Betrokken partijen - tweede beroep -
- Veehouder – OCI
1. Algemeen
Art. 1. Samenstelling en zetel
Het beroepscomité voor het eerste beroep wordt samengesteld door BELBEEF en bestaat uit 3 personen, arbiters genaamd: een onafhankelijke voorzitter, twee niet betrokken arbiters aangeduid door respectievelijk een landbouworganisatie en door respectievelijk de schakel Afnemer.
Het beroepscomité voor het tweede beroep wordt samengesteld door XXXXXXX en bestaat uit 3 personen, arbiters genaamd: een onafhankelijke voorzitter, twee niet betrokken arbiters aangeduid door respectievelijk een landbouworganisatie en door respectievelijk de certificeringsinstellingen.
Tevens worden 3 vervangers aangeduid.
Art. 2. Het bovenvermelde beroepscomité voor het eerste beroep kan optreden bij betwistingen tussen leden van BELBEEF en BELBEEF zelf, en tussen Certificeringsinstellingen en BELBEEF.
Het bovenvermelde beroepscomité voor het tweede beroep kan optreden bij betwistingen tussen veehouders van BELBEEF en de certificeringsinstellingen en dit in graad van tweede beroep.
De deelname aan BELBEEF impliceert in elk van hierboven beschreven gevallen van non- conformiteit het uitsluitend beroep op het beroepscomité en afstand van het recht zich te beroepen op de gewone rechter.
Art. 3. XXXXXXX houdt zich het recht voor om op basis van gegronde reden de
voormelde lijst van leden en vervangers te wijzigen.
Het beroepscomité kan slechts rechtsgeldig zetelen en uitspraak doen indien minimaal één vertegenwoordiger van de verschillende partijen de zitting bijwoont.
Art. 4. De voorzitter van het beroepscomité ziet bij de oproeping van de leden van het beroepscomité toe op het feit dat er geen belangenvermenging kan optreden, noch dat de leden betrokken waren bij het voorafgaand onderzoek.
Bovendien kan de samenstelling van het beroepscomité op vraag van een betrokken partij wijzigen:
- indien één van de leden van het beroepscomité of zijn/haar echtgeno(o)t(e) belang heeft bij het geschil;
- indien één van de leden van het beroepscomité of zijn/haar echtgeno(o)t(e) bloed- of aanverwant, in de rechte lijn of in de zijlijn tot in de vierde graad, is van de indiener van het beroep of zij/haar echtgeno(o)t(e);
- indien één van de leden van het beroepscomité, zijn/haar echtgeno(o)t(e), hun bloed- of aanverwanten in de opgaande en de nederdalende lijn een geschil hebben over gelijksoortige aangelegenheden als waarover het beroep handelt;
- indien er een proces, beroep of arbitrage loopt of gelopen heeft tussen de indiener van het beroep en één van de leden van het beroepscomité, zijn/haar echtgeno(o)t(e), hun bloed- of aanverwanten in rechte lijn (of in de zijlijn) tot de 4de graad;
- indien duidelijk aangetoond is dat er tussen de partij en één van de leden van het beroepscomité een hoge graad van vijandschap bestaat.
Art. 5. Het beroepscomité beslecht voorafgaand, definitief en in laatste aanleg alle geschillen, van welke aard ook, die tussen partijen zouden ontstaan naar aanleiding van de samenstelling van het beroepscomité.
2. Wijze van inleiden van de beroepsprocedure
Art. 6. De veehouder heeft 1 maand de tijd, nadat hij in kennis is gesteld van de beslissing waarbij hem een sanctie wordt opgelegd, om beroep aan te tekenen tegen die beslissing . Dit beroep moet bij aangetekend schrijven gericht worden zowel aan BELBEEF als aan het secretariaat van het beroepscomité. Het aangetekend schrijven dient de identiteit van de aanvrager, de reden van het geschil en alle argumenten en bewijsstukken te bevatten.
Bovendien betaalt de indiener van het beroep voor het opstarten van de procedure een som van € 500,00 aan BELBEEF. In het geval de aanvrager gelijk krijgt, zal BELBEEF € 375,00 terugstorten aan de aanvrager.
Pas wanneer voormelde eisen voldaan zijn, is het beroep ontvankelijk.
3. Wijze van behandelen van het beroep
Art. 7. Het beroep wordt steeds naamloos en openbaar behandeld in het
beroepscomité, tenzij de indiener van het beroep dit op expliciete vraag anders wenst. Deze vraag dient schriftelijk gemeld te worden aan het secretariaat van het beroepscomité voor de aanvang van de eerste zitting van het beroepscomité met betrekking tot het desbetreffende beroep.
De beslissing tot behandeling achter gesloten deuren kan ook genomen worden omwille van een gevaar voor de openbare orde of de goede zeden.
Art. 8. Na overleg tussen de leden van het beroepscomité wordt de plaats en datum van de eerste zitting bepaald en dit uiterlijk binnen een termijn van twee maanden na de datum waarop de som vermeld in art. 6. aan BELBEEF werd betaald. Op dat ogenblik wordt tevens een proceduredossier aangelegd op het secretariaat van het beroepscomité.
Art. 9. Het beroepscomité kan deskundigen raadplegen, bijkomende expertises laten uitvoeren, of getuigen horen. Het oordeel van deskundigen of het resultaat van de expertises heeft advieswaarde, maar is niet bindend voor het beroepscomité.
Het beroepscomité bepaalt nadien een datum van een zitting waarop de aanvrager zal worden gehoord en verwittigt de aanvrager per gewone post van die zitting. Op die zitting heeft de aanvrager het recht zich te laten bijstaan en vertegenwoordigen door een raadsman van zijn keuze. De aanvrager heeft eveneens het recht zich te laten bijstaan door een tolk indien hij de taal van de procedure niet begrijpt of spreekt.
De aanvrager zet op de voornoemde zitting zijn middelen uiteen en heeft het recht aanvullende onderzoeksmaatregelen te vragen.
De aanvrager heeft vanaf de datum van het schrijven waarmee hij wordt opgeroepen voor de voornoemde zitting het recht, al dan niet met bijstand van een raadsman, om het proceduredossier in te zien op het secretariaat van het beroepscomité, tijdens de openingsuren.
Art. 10. Het beroepscomité zal de bestreden beslissing bekrachtigen of verwerpen bij gemotiveerde beslissing en daaraan gekoppeld de nodige conclusies formuleren. Die beslissing wordt schriftelijk overgemaakt aan het secretariaat van XXXXXXX die hieraan het nodige gevolg geeft.
Art. 11. Het beroepscomité neemt steeds een beslissing die genomen wordt bij volstrekte meerderheid (50%+1).
Art. 12. Tegen de beslissing van het beroepscomité kan geen beroep worden ingesteld, noch door de veehouder, noch door de OCI, noch door XXXXXXX. Het beroepscomité zetelt in laatste aanleg.
Art. 13. De beslissing van het beroepscomité dient aangetekend ter kennis gebracht worden aan de partijen binnen de veertien werkdagen na de dag van mondelinge uitspraak van het beroepscomité.
4. Specifieke bepalingen beroepsprocedure BELBEEF – OCI's
Art. 14. Alle geschillen in verband met examens georganiseerd door BELBEEF worden geregeld en beslecht door het beroepscomité. Daartoe dient de belanghebbende zijn bezwaarschrift bij aangetekend schrijven in te dienen bij de voorzitter van het beroepscomité. Na onderzoek van het bezwaarschrift kan het beroepscomité de
betrokkene bij aangetekende brief uitnodigen bijkomende inlichtingen of bewijsstukken te verstrekken.
Andere personen kunnen eveneens uitgenodigd worden om bij het onderhoud aanwezig te zijn of om nadien te worden gehoord. Het eventueel latere verhoor moet plaatshebben in het bijzijn van de betrokkene of op zijn minst nadat deze behoorlijk werd opgeroepen. De voorzitter van de examencommissie neemt binnen de drie maanden vanaf de ontvangst van het bezwaarschrift van de belanghebbende een met redenen omklede beslissing. Bij gebrek aan een beslissing binnen de voorziene termijn wordt het beroep van de betrokkene geacht te zijn ingewilligd.
In geval van negatieve beslissing wordt de schrapping of niet-opname definitief.
5. Slotbepaling
Art. 15. Onderhavig reglement van het beroepscomité is van toepassing in de vorm welke het bezit op het moment dat de beroepsprocedure een aanvang neemt, dit is op de datum van het aangetekend schrijven waarmee het beroep wordt ingediend.
11.3 Bijlage 3: Aanvraag overdracht operator (v2 dd 11.09.2018) AANVRAAG OVERDRACHT VEEHOUDER
Ik ondertekende
Naam : ………………………………………………………………………………………………………..
Voornaam : …………………………………………………………………………………………………
Naam van de onderneming : ……………………………………………………………………….
ON nummer (= BTW nummer) : …………………………………………………………………..
VEN/CP (Vestigingseenheids- of Controlepuntnummer) : …………………………….
wens mijn contract met de OCI :
……………………………………………………………………………………………………………………. Voor het (de) volgende lastenboek(en) of sectorgids(en):
……………………………………………………………………………………………………………………. te beëindigen.
Ik wens voor deze lastenboek(en) een nieuw contract af te sluiten met de volgende OCI :
…………………………………………………………………………………………………………………….
Datum : ………………………
Handtekening operator :
……………………………………
Handtekening verantwoordelijke voor de overnemende OCI :
……………………………….....
Dit document moet aan Codiplan bezorgd worden via fax: 02/000.00.00 of via email aan xxxx@xxxxxxxx.xx
11.4 Bijlage 4: modelovereenkomst tussen veehouder en OCI (v2 dd 11.09.2018)
Overeenkomst tussen de rundveehouder
Naam en voornaam Sanitair Verantwoordelijke: | |||||||||||
Straat en nr. beslagadres: | |||||||||||
Postnummer en gemeente beslagadres: | |||||||||||
Ondernemingsnummer: | BE | 0 | |||||||||
Vestigingseenheidsnummer (VEN) of Controlepuntnummer: | |||||||||||
Beslagnummer: | BE | 01 | 01 |
en de certificeringinstelling erkend door CODIPLAN voor het lastenboek CodiplanPLUS Rund (hierna aangehaald als de "OCI")
Naam of stempel van de OCI: | ||
Straat - nr. | ||
Postcode – Gemeente | ||
Naam en voornaam van haar vertegenwoordiger |
1. Voorwerp
Art. 1.1 De rundveehouder verklaart zich uitdrukkelijk akkoord met het lastenboek CodiplanPLUS Rund, waarvan hij de bepalingen kent en zal naleven.
Art. 1.2 Iedere latere wijziging aan het lastenboek CodiplanPLUS rund zal vooraf aan de inwerkingtreding van deze wijziging door de OCI ofwel per post, ofwel per e- mail ter kennis gebracht worden aan de rundveehouder. De geldende versie is ook raadpleegbaar op de website xxx.xxxxxxxx.xx.
Art. 1.3 De rundveehouder is er zich van bewust dat certificatie volgens het lastenboek CodiplanPLUS rund enkel mogelijk is in combinatie met een attestatie of certificatie volgens de sectorgids voor de primaire dierlijke productie ( G-040 module C), hoofdstuk “Rund” (en desgevallend module B indien ruwvoeder geproduceerd wordt).
Art. 1.4 De rundveehouder is ervan op de hoogte en aanvaardt dat de mogelijkheid bestaat dat bij de uitvoering van de audit, een gemachtigde van Codiplan
v.z.w. en/of Belbeef v.z.w. deze audit kan bijwonen.
Art. 1.5 De rundveehouder is ervan op de hoogte en aanvaardt dat de OCI het gebruiksrecht van het lastenboek CodiplanPLUS Rund factureert en int in opdracht van CODIPLAN v.z.w.
2. Duur
Art. 2.1 De rundveehouder verklaart zich te willen laten certificeren voor het lastenboek CodiplanPLUS Rund. De aanvraag gaat in op de datum van de ondertekening van de onderhavige overeenkomst.
Art. 2.2 Binnen 9 maand na de ondertekening van deze overeenkomst moet de CodiplanPLUS Rund-audit plaatsvinden. Is dat niet het geval dan vervalt deze overeenkomst automatisch.
Art. 2.3 Het CodiplanPLUS Rund-certificaat heeft een looptijd van 3 jaar, tenzij de CodiplanPLUS Rund-audit uitgevoerd wordt op een bedrijf dat reeds een G-040 certificaat of attest heeft. In dat geval kan de looptijd eenmalig korter of langer zijn dan 3 jaar, want de einddatum van het CodiplanPLUS Rund- certificaat is steeds dezelfde als die van het G-040 module C certificaat of attest.
Art. 2.4 In de loop van het tweede jaar van de looptijd van het certificaat, zal een tussentijdse audit worden uitgevoerd. Tijdens de tussentijdse audit worden alle voorschriften van het CodiplanPLUS Rund Lastenboek, exclusief de sectorgidsvoorwaarden Rund, die op dat moment van toepassing zijn, gecontroleerd door de OCI.
Art. 2.5 Op een willekeurig moment tijdens de looptijd van het certificaat, zal bij 10% van de gecertificeerden een onaangekondigde audit worden uitgevoerd. Hierbij worden alle voorschriften van het CodiplanPLUS Rund Lastenboek, inclusief de sectorgidsvoorwaarden Rund, die op dat moment van toepassing zijn, gecontroleerd door de OCI.
Art. 2.6 De verlengingsaudit voor het CodiplanPLUS Rund-certificaat moet steeds samen met de audit voor de sectorgids voor de primaire dierlijke productie (G-040) uitgevoerd worden.
Art. 2.7 De rundveehouder verklaart kennis te hebben genomen van, en aanvaardt de modaliteiten beschreven in de certificeringregeling, die deel uitmaakt van het lastenboek CodiplanPLUS Rund.
3 Registratie in de databank
Art.3.1 De elektronische registratie van zijn bedrijfsgegevens en certificatiestatus is noodzakelijk.
De rundveehouder verklaart zich daarom uitdrukkelijk akkoord dat de OCI zijn bedrijfsgegevens en zijn certificatiestatus in de databanken van CODIPLAN
v.z.w. en BELBEEF v.z.w. ingeeft.
Art.3.2 De rundveehouder verklaart zich akkoord dat de Sanitel gegevens van de runderen op zijn beslag worden gecommuniceerd aan BELBEEF. Daartoe geeft hij de toestemming aan XXXXX of DGZ om deze gegevens ter beschikking te stellen van CODIPLAN v.z.w. en BELBEEF v.z.w.
Evenzo geeft hij de toelating voor de opname in de databank van BELBEEF, van alle slachtgegevens – bekomen via IVB en/of de slachthuizen – om na te gaan of aan de voorwaarden op karkasniveau wordt voldaan.
Om hieraan te voldoen, moet tevens de overeenkomst tussen de rundveehouder en CODIPLAN v.z.w. (de beheerder van het CodiplanPLUS Rund Lastenboek, luik primaire productie) en BELBEEF v.z.w. (de beheerder van de Belbeef Standaard) ondertekend worden, samen met deze overeenkomst. Zolang dat niet gebeurd is, kunnen geen runderen onder de Belbeef Standaard gecommercialiseerd worden.
4. Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken
Art. 4.1 Deze overeenkomst wordt uitsluitend beheerst door Belgisch recht. Bij gebreke aan minnelijke regeling tussen partijen, zullen uitsluitend de hoven en rechtbanken van Brussel bevoegd zijn.
5. Voorafgaandelijke overeenkomsten en nietige bedingen
Art. 5.1 Deze overeenkomst vervangt alle voorafgaandelijke mondelinge en schriftelijke afspraken.
Art. 5.2 Indien een bepaling van deze overeenkomst, geheel of gedeeltelijk, onwettig, nietig of onafdwingbaar zou worden verklaard, uit hoofde van een bepaling van enig toepasselijk dwingend recht, zal dit beding geen deel meer vormen van deze overeenkomst. De wettigheid, geldigheid en afdwingbaarheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst blijft behouden.
Indien de onwettigheid, nietigheid of onafdwingbaarheid van dit beding het wezen van deze overeenkomst zou aantasten, zal elke partij haar best doen om onmiddellijk en te goeder trouw een geldig beding ter vervanging van het eerste overeen te komen.
Deze overeenkomst werd opgemaakt op ……/……/ in 2 exemplaren, waarvan elke
partij erkent een behoorlijk ondertekend exemplaar te hebben ontvangen. Naam en handtekening,
Rundveehouder
Certificeringinstelling
11.5 Bijlage 5:Toestemming van rundveehouder voor toegang tot en verwerking van gegevens door Codiplan vzw en Belbeef vzw. (v2 dd 11.09.2018)
UITDRUKKELIJKE TOESTEMMING VAN DE RUNDVEEHOUDER
Naam en voornaam Sanitair Verantwoordelijke: | |||||||||||
Operatornummer van de Sanitair Verantwoordelijke | B E | ||||||||||
Straat en nr. beslagadres: | |||||||||||
Postnr. en gemeente beslagadres: | |||||||||||
Telefoonnummer: | |||||||||||
E-mail: | |||||||||||
Ondernemingsnummer: | X X | 0 | |||||||||
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx (XXX) of Controlepuntnummer: | |||||||||||
Beslagnummer: | X X | 0 0 | 0 0 |
Xxxxxx: “Rundveehouder” AAN
CODIPLAN vzw, beheerder van het CodiplanPLUS Rund Lastenboek, luik primaire productie binnen de Belbeef Standaard (Generiek Lastenboek Rund):
Naam Beheerder: | CODIPLAN vzw | |
Straat - nr. | Havenlaan 86C | Bus 202 |
Postcode – Gemeente | 0000 Xxxxxxx | |
Haar voorzitter | Mevrouw Xxxxx-Xxxxxxxxx Xxxxxxxx-Xxxxx |
EN
BELBEEF vzw, beheerder van de Belbeef Standaard (Generiek Lastenboek Rund):
Naam Beheerder: | BELBEEF vzw | |
Straat - nr. | Havenlaan 86C | Bus 202 |
Postcode – Gemeente | 0000 Xxxxxxx |
Haar voorzitter | Xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx |
Haar secretaris | Xxxxxx Xxxx Xxxx |
1. Voorwerp
Art. 1.1 In het kader van de Belbeef Standaard (en zoals beschreven in de certificeringsregeling) geeft de Rundveehouder de uitdrukkelijke toestemming aan CODIPLAN vzw en BELBEEF vzw voor het verwerken van de volgende gegevens: (i) naam, (ii) adres, (iii) contactgegevens, (iv) BTW- nummer, (v) operatornummer, (vi) beslagnummer, (vii) vestigingsnummer,
(viii) taal, (ix) erkenningsstatus en -nummer, (x) auditrapporten en documenten, (xi) informatie betreffende genomen stalen, (xii) Sanitelnummer, geslacht, ras, geboortedatum, leeftijd, opvolgingsperiode, en geschiktheid voor certificatie betreffende dieren in beslag, en (xiii) slachtgegevens bekomen via de aan de Belbeef Standaard deelnemende slachthuizen.
Art. 1.2 De bovenvermelde gegevens zullen worden geregistreerd in een Belbeef databank beheerd door BELBEEF vzw (hierna: “Belbeef Databank”). Deze Databank en de gegevens die er in opgenomen zijn, zijn noodzakelijk om te controleren of de voorwaarden voor certificatie onder de Belbeef Standaard en de daarop voortbouwende kwaliteitssystemen op productieniveau en karkasniveau vervuld zijn. De gegevens zullen niet voor andere doeleinden worden aangewend.
Art. 1.3. De Rundveehouder geeft zijn uitdrukkelijke toestemming om bepaalde van de hierboven vermelde gegevens door rechtstreekse toegang tot de Sanitel databank via de publieke webservices in de Belbeef Databank op te nemen. Dergelijke rechtstreekse toegang tot de gegevens in de Sanitel databank via het zogenaamde consultatief mandaat (raadplegen van de gegevens die in Sanitel geregistreerd zijn in het kader van de I&R-reglementering) is noodzakelijk om de accuraatheid van de gegevens waarop de controle onder de Belbeef Standaard en de daarop voortbouwende kwaliteitssystemen berust, te garanderen.
2. Toegang tot en bescherming van de gegevens
Art. 2.1 De hierboven vermelde gegevens zullen via toegang tot de Belbeef Databank ter beschikking gesteld worden van de onafhankelijke certificatie instelling (hierna:”OCI”) waarmee de Rundveehouder een overeenkomst heeft gesloten, om de OCI toe te laten te bepalen hoeveel steekproeven er voor een bepaald beslag moeten genomen worden in het kader van de certificeringsregeling van de Belbeef Standaard. Verder hebben CODIPLAN vzw en BELBEEF vzw, alsook hun werknemers, toegang tot de gegevens in de Belbeef Databank om hun functies als beheerder van de Belbeef Standaard uit te oefenen. CODIPLAN vzw en BELBEEF vzw kunnen bij het uitoefenen van hun functies een beroep doen op onderaannemers. Indien dergelijke onderaannemers toegang hebben tot persoonsgegevens nemen CODIPLAN vzw en BELBEEF vzw gepaste
maatregelen om ervoor te zorgen dat deze de veiligheid en confidentialiteit van de persoonsgegevens respecteren. Slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels hebben toegang tot de gegevens in de Belbeef Databank die nodig zijn om na te gaan of een karkas onder de Belbeef Standaard en de daarop voortbouwende kwaliteitssystemen kan gecommercialiseerd worden. Verder kunnen ook retailers gegevens uit de Belbeef Databank consulteren die nodig zijn om de oorsprong van het door hen aangekochte vlees te traceren. Ten slotte kunnen CODIPLAN vzw en BELBEEF vzw informatie aangaande de certificatie van bepaalde runderen onder de Belbeef Standaard verstrekken aan beheerders van gelijkaardige kwaliteitssystemen (zoals Procerviq).
Art. 2.2 CODIPLAN vzw en BELBEEF vzw verbinden er zich toe deze gegevens niet verder te verspreiden.
Art. 2.3 De toegang tot de Belbeef Databank is via een paswoord per gebruiker en een beveiligd rechtensysteem afgeschermd zodat gebruikers en hun werknemers enkel toegang hebben tot gegevens die noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van hun functies.
3. Rechten van de Rundveehouder
4. Duur
Art. 4.1 Deze toestemming is geldig voor een onbepaalde duur en treedt in werking op datum van registratie ervan in de Sanitel databank.
Art. 4.2 Deze toestemming kan op ieder ogenblik worden ingetrokken door een e-mail daartoe aan xxxx@xxxxxxx.xx te sturen.
Art. 4.3 Maandelijks stelt BELBEEF vzw een lijst van stopzettingen en activaties op ten behoeve van DGZ of ARSIA die de toegang tot de Sanitel databank beheren. Indien twijfel bestaat over een bepaalde stopzetting of activatie, wordt dit door DGZ of ARSIA vermeld in de lijst van stopzettingen en activaties van BELBEEF vzw. In voorkomend geval neemt BELBEEF vzw contact op met de Rundveehouder met de vraag zijn gegevens in orde te brengen.
Datum, naam en handtekening,
Rundveehouder
11.6 Bijlage 6: Aansluitingsformulier FebevPLUS Rund voor slachthuis, uitsnijderij en vleesgroothandel (v2 dd 11.09.2018)
FebevPLUS RUND Aansluitingsformulier
Ondergetekende (naam van de deelnemer),
verantwoordelijk voor het bedrijf
met erkenningsnummer(s):……………………………………………………………………………………………………………
….
gevestigd in of met vestiging(en) in (adres van het bedrijf)
met hoofdzetel gevestigd in (volledig adres):
Overige contactgegevens: (*=verplicht)
Telefoonnummer*: E-mail: Fax: Gsm nummer*: Website: BTW:
Met facturatieadres (indien verschillend van het adres van de hoofdzetel zetel of van het adres van het bedrijf):
• wenst hierbij uitdrukkelijk door Xxxxx xxx als deelnemer van FebevPLUS Rund, dat integraal deel uitmaakt van de Belbeef Standaard, te worden erkend.
• gaat ermee akkoord om de voorschriften opgenomen in de Autocontrolegids G- 018, waarvan Febev vzw het beheersorgaan is, na te leven en zijn/haar autocontrolesysteem te laten valideren door een OCI, geaccrediteerd door Xxxxx, erkend door het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid en aanvaard door Xxxxx xxx.
• gaat ermee akkoord om zich aan de eisen uit het FebevPLUS Rund lastenboek (dat integraal deel uitmaakt van de Belbeef Standaard) te conformeren, en om de naleving van deze eisen te laten certificeren door een OCI, die door Xxxxx
geaccrediteerd is en door het FAVV en door Febev goedgekeurd is;
• gaat ermee akkoord om een delegatie van Febev/Belbeef op elk moment toegang tot het bedrijf te verlenen teneinde de naleving van deze voorschriften te controleren, en geeft toestemming aan Febev om de Belbeef databank te consulteren wat betreft zijn slachtgegevens.
• zal aan het BELBEEF sectoraal monitoring plan deelnemen, in overeenstemming met het door Xxxxxxx beheerd controleplan (zie xxx.xxxxx.xx). Als gevolg van deze deelname gaat hij akkoord met de voorwaarden vermeld in het document in bijlage: servicecontract betreffende het monitoringplan beheerd door of onder toezicht van FEBEV.
• is verplicht alle medewerking te verlenen aan de controles en staalnames uitgevoerd door de OCI en de labo’s, alsook aan het toezicht uitgevoerd door de accrediterende instantie, in het kader van de naleving van de voorwaarden en voorschriften van het FebevPLUS Rund Lastenboek.
• verbindt zich ertoe om dieren, slachtgegevens en toewijzingen van door Belbeef gecertificeerde producten systematisch en correct in te geven in de daartoe voorziene database, beheerd door Belbeef vzw;
• verklaart kennis te hebben van het feit dat de veehouders de gegevens kunnen raadplegen via het producentenportaal.
Bovendien gaat ondergetekende akkoord met alle eventuele wijzigingen aan G-018 als gevolg van de verplichting om elke nieuwe wetgeving, de nieuwe methoden en controleprocedures, de analytische technieken en praktijken binnen het sector en/of de beslissingen van de Raad van Bestuur van Febev vzw en Belbeef vzw te aanvaarden en toe te passen. 2
Ondergetekende verbindt zich ertoe om Febev vzw of Belbeef vzw onmiddellijk te informeren van elke wijziging van een in dit document vermeld gegeven.
De deelnemer heeft het recht om deze overeenkomst te allen tijde op te zeggen met een aangetekend schrijven wat automatisch de onmiddellijke annulering van de aanvraag of het akkoord tot gevolg heeft.
Datum: Voor akkoord,
2 Febev gaat ermee akkoord om de deelnemer vooraf op de hoogte te brengen van elke mogelijke wijziging zodat hij zijn aanvraag of goedkeuring kan herroepen indien hij niet akkoord gaat met de voorgestelde wijzigingen. Alle wijzigingen zullen te gepaste tijde worden gepubliceerd op de website van Xxxxx xxx: xxx.xxxxx.xx
11.7 Bijlage 7: Bemonsteringsplan (v2 dd 11.09.2018)
Het bemonsteringplan dat in het kader van de Belbeef Standaard wordt verwezenlijkt voorziet een aantal zowel bij de veehouderij (CodiplanPLUS Rund) als in het slachthuis en de uitsnijderij (FebevPLUS Rund) uit te voeren analyses. De voorziene aantallen (eerste getal uit de kolom “n sample” zijn gebaseerd op 75.000 gecommercialiseerde karkassen binnen het systeem. Dit kan jaarlijks bijgesteld worden op basis van het reëel aantal slachtingen.
Bij de veehouderij worden systematisch stalen genomen door de OCI tijdens de certificatieaudits voor CodiplanPLUS Rund. Deze stalen worden bij de OCI opgeslagen en met regelmatige tussenpauzen naar het (de) met de Belbeef Standaard geassocieerde geaccrediteerde laboratorium (laboratoria) gestuurd.
De stalen worden opgevangen in verzegelbare zakken. Elke zak heeft een voorgedrukte unieke barcode die voor de traceerbaarheid van het staal zorgt (zie details in de bijlage 8: Richtlijnen staalname).
De bemonsteringscampagne zal, voor de primaire productie, worden verdeeld in 4 analysegolven per jaar (1x / kwartaal) bij de OCI's door het laboratorium."
In het slachthuis worden de stalen direct door het (de) met de Belbeef Standaard- deel FebevPLUS Rund geassocieerde geaccrediteerde laboratorium (laboratoria) genomen en verzameld en dit zowel voor microbiologische analyse als voor de residuen en contaminanten. De stalen worden systematisch geïdentificeerd en het laboratorium zorgt voor hun traceerbaarheid.
De bemonsteringscampagne zal over vier bezoeken per onderneming en per jaar worden verdeeld (1/kwartaal). De totale bemonstering (zie tabel) wordt verdeeld onder de verschillende ondernemingen om een vast minimum aantal stalen per onderneming te hebben. Deze verdeeltabel wordt elk semester doorgegeven aan het laboratorium om rekening te houden met eventuele nieuwe deelnemers. Stalen voor analyse van residuen en contaminanten worden in het slachthuis op hetzelfde moment genomen als de stalen voor microbiologie. Het laboratorium neemt voldoende stalen om een eventuele tegenanalyse mogelijk te maken.
De microbiologische analyses worden zowel in het slachthuis als in de uitsnijderij uitgevoerd.
11.8 Bijlage 8: Richtlijnen staalname, transport en opslag, selectie en vernietiging. (v2 dd 11.09.2018)
1. Veehouder
1.1 Staalname thv het landbouwbedrijf
1.1.1 Faeces
1.1.1.1 Aantal te nemen stalen: √n/2
Hierbij is “n” het aantal dieren in de opvolgingsperiode. Als er zich geen dieren in de opvolgingsperiode bevinden wordt 1 staal genomen van een willekeurig aanwezig rund.
Dit geeft volgende aantallen:
Aantal dieren | Aantal stalen |
1 tot 8 | 1 |
9 tot 24 | 2 |
25 tot 48 | 3 |
49 tot 80 | 4 |
8 tot 120 | 5 |
121 tot 168 | 6 |
169 tot 224 | 7 |
225 tot 288 | 8 |
289 tot 360 | 9 |
> 361 | 10 |
1.1.1.2 Minimale hoeveelheid per staal: 200 gram
1.1.1.3 Staalname
Voor elke staalname moet de staalnemer zijn handen grondig wassen en afdrogen. Hij moet "beschermende handschoenen" voor eenmalig gebruik en van goede kwaliteit gebruiken.
Bij het nemen van het monster moet de monsterzak met handschoenen worden geopend.
Ofwel wacht men tot de dieren spontaan mest maken bij betreden van de box of de stal, ofwel kan men rectaal mest afnemen.
De faeces worden vervolgens direct in de monsterzak verzameld zodra er een voldoende hoeveelheid beschikbaar is, en de monsterzak wordt direct gesloten. Op deze zak brengt men het volledige Sanitelnummer van het dier aan.
Er wordt hierbij één zak per staal gebruikt.
Het staal wordt in de Belbeef databank gelinkt aan het bemonsterde dier.
1.1.2 Voeder
1.1.2.1 Aantal te nemen stalen: 1 per beslag
1.1.2.2 Minimale hoeveelheid per staal: 200 gram
1.1.2.3 Staalname
Dezelfde procedure voor goede hygiëne dan deze toepasbaar op faeces is van toepassing, maar hierbij wordt een staal genomen van het mengvoeder, rechtstreeks uit de voedersilo. Men vangt hierbij het mengvoeder op rechtstreeks in de verzegelbare zak. Op dit staal brengt men het beslagnummer van de veehouder aan.
Het staal wordt door de staalnemer in de Belbeef databank gelinkt aan het bemonsterde voeder en veehouder.
1.2 Administratie van de stalen
In de Belbeef databank wordt onmiddellijk na de staalname de faecesstalen gekoppeld aan het Sanitelnummer van het bemonsterde dier.
Voor het voederstaal wordt de corresponderende producent en voedertype aangevinkt in het controleformulier.
Het unieke nummer op een verzegelde staalzak wordt in de Belbeef DB gekoppeld aan de uitgevoerde controle. Er wordt bij de deelnemer een strip achtergelaten waar de unieke identificatie en barcode van het (de) genomen sta(a)l(en) op vermeld staat.
1.3 Transport en opslag van de stalen.
De stalen worden onder gekoelde omstandigheden getransporteerd, ervoor zorgend dat uiterlijk 24 uur na de staalname deze stalen overgebracht worden in een diepvriezer met een maximale temperatuur van -20°C.
Deze diepvriezers zijn voorzien van een datalogger, zodat ten allen tijde het temperatuurverloop van de diepvriezers kan achterhaald worden. Deze informatie kan door Xxxxxxx opgevraagd worden en moet dus steeds ter beschikking zijn.
Wanneer stalen eerst bij de staalnemer worden verzameld, dient deze tijdelijke opslag aan dezelfde fysische en administratieve voorwaarden te voldoen zoals hierboven beschreven.
1.4 Selectie van de stalen voor analyse
Belbeef selecteert ad random de stalen waarop een analyse dient uitgevoerd te worden. Zij verwittigt de OCI wanneer er stalen die in het bezit zijn van de OCI uitgeselecteerd zijn voor analyse. De OCI heeft 5 werkdagen de tijd om de uitgeselecteerde stalen uit te zoeken. De OCI heeft een systeem waarmee ze eenvoudig en snel kan achterhalen waar welke stalen zich bevinden. De stalen worden door een derde door Xxxxxxx aangestelde partij opgehaald en aan het labo bezorgd.
Het labo is verantwoordelijk voor het inbrengen van de analyseresultaten in de Belbeef databank. De monsterophaling door het laboratorium moet binnen de 5 dagen na de kennisgeving door Xxxxxxx van de selectie te analyseren monsters plaatsvinden.
1.5 Bewaartermijn
De genomen stalen die niet uitgeselecteerd zijn voor analyse mogen ten vroegste 8 weken na de staalnamedag vernietigd worden.
2)Staalnames thv het slachthuis, uitsnijderij of groothandel
Zie hiervoor Bijlage 12: Richtlijnen labo voor staalname, transport en opslag
11.9 Bijlage 9: Gebruik van de Belbeef databank (v2 dd 11.09.2018)
De handleidingen voor de verschillende toepassingen zijn terug te vinden op de Belbeefwebsite, onder "documenten".
11.10 Bijlage 10: Rechtensysteem van de Belbeef databank (v2 dd 11.09.2018)
Beoogde gebruikers:
1. Xxxxxxx
0. OCI Producenten
3. OCI Slachthuis
4. , Codiplan, Febev
5. Deelnemend slachthuis, uitsnijderij, groothandel, groothandel zonder fysieke activiteit
6. Individuele retailers
7. Veehouder
8. Verkooppunt
De Belbeefdatabank groepeert de gegevens van de verschillende schakels, zodat de koper van de runderen (slager of grootwarenhuis), finaal kan nagaan wat hij precies aangekocht heeft.
Om te beginnen zijn al de deelnemende veehouders opgenomen in de databank. Wanneer een controle uitgevoerd wordt voor de Belbeef Standaard, met een certificaat tot gevolg, dan wordt dat in deze databank ingegeven. Ook eventuele analyseresultaten van stalen genomen tijdens de controle worden hier bijgehouden. Alle runderen van de gecertificeerde veehouders komen potentieel in aanmerking om gecommercialiseerd te worden binnen het systeem. Maar het is pas na de slachting, dat per individueel rund kan bepaald worden of het voldoet of niet. Dat hangt immers af van de slachtdatum. Op basis van de slachtdatum kan berekend worden hoelang het dier op het laatste beslag aanwezig was. Voor koeien moet dat minimaal 180 dagen (6 maanden) zijn en voor stieren minimaal 75 dagen (2,5 maanden).
Sommige grootwarenhuisketens hebben daarnaast nog bijkomende voorwaarden, zoals bvb de minimale SEUROP-classificatie, de maximumleeftijd en het maximale gewicht. Deze voorwaarden kunnen per retailer nagegaan worden op de website van Belbeef, onder "Home /Landbouwers Loonwerkers /CodiplanPLUS Rund", of rechtstreeks via deze link: xxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xx/x0x/xxxxxxxxxxxxxx
De slachthuizen koppelen vervolgens de slachtgegevens aan de Sanitelnummers in de Belbeefdatabank. Ze gebruiken hiervoor exact dezelfde gegevens als diegene die ze moeten overmaken aan IVB (Interprofessionele Vereniging voor het Belgische Vlees), die deze slachtgegevens eveneens verzameld ten behoeve van de veehouders.
De slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels moeten trouwens zelf ook jaarlijks gecontroleerd en gecertificeerd worden om te kunnen werken en leveren binnen de Belbeef Standaard. Deze controlegegevens worden eveneens in deze databank verzameld.
De slachthuizen kunnen vervolgens de dieren die voldoen aan de criteria, toewijzen aan
de uitsnijderij of de groothandel, die ze op zijn beurt kan toewijzen aan de deelnemende slagers en grootwarenhuizen.
Deze kopers van het vlees tenslotte kunnen via de databank de gegevens raadplegen van het vlees wat ze gekocht hebben. Op die manier wordt het kopiëren van de Sanitelpaspoorten overbodig.
Wie heeft er toegang tot welke gegevens en waarom precies?
Er zijn verschillende schakels die via een paswoord kunnen aanloggen aan de databank, en een zeer beperkt deel van de gegevens kunnen consulteren of aanvullen. We geven hier de belangrijkste weer.
De controle-instelling (OCI):
Die heeft zicht op de naam en adres van het beslag waarmee ze een contract hebben afgesloten. Ze kunnen zien hoeveel labelwaardige dieren er aanwezig zijn op basis van het type (vlees of gemengd), en de leeftijd. Dat is nodig om het aantal te nemen stalen bij een controle te bepalen, en om het staalnummer aan het Sanitelnummer te kunnen koppelen, zodat er geen discussies kunnen zijn te wijten aan een slecht leesbaar oornummer op een staal.
Het kan ook onnodige controles vermijden, omdat een OCI geen bezoek zal afleggen als ze zien dat er op dat moment geen dieren in afmest zijn.
Individuele oornummers kunnen de controleurs niet zien. De kalveren en de melkkoeien worden eveneens uitgefilterd en hun aantal is niet zichtbaar voor de controleur.
Slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels
Zij kunnen op basis van een beslagnummer opzoeken of een veehouder gecertificeerd is of niet. Ze hebben geen rechtstreekse toegang tot de Sanitelgegevens, maar wanneer ze de slachtgegevens in de Belbeefdatabank ingeven, ontvangen ze per oornummer een antwoord of het voldoet aan de voorwaarden van het Generiek Lastenboek, en de eventuele bijkomende voorwaarden van Delhaize, Colruyt en BBQS (Blanc Bleu Qualité Supériuere). Op die manier weten ze welke dieren ze kunnen verhandelen binnen het systeem en toewijzen aan de volgende schakel. Ze moeten dus de koper van het vlees in de databank ingeven.
Slagers en retailers
Wanneer rundvlees aan deelnemende slagers en retailers verkocht wordt en door de groothandel aan hen toegewezen wordt in de databank, kunnen zij nagaan van welke beslagen en oornummers het vlees afkomstig is, evenals de slachtgegevens (stier of koe, slachtgewicht, slachtdatum en SEUROP classificatie). Op die manier wordt het werken met copies van de Sanitelkaarten overbodig.
Ze hebben uiteraard enkel zicht op de karkassen die door de groothandel aan hen geleverd zijn.
Belbeef
Het personeel van Belbeef (3 personen) kan via een paswoord inloggen op de databank. Dit is noodzakelijk om het kwaliteitssysteem te kunnen beheren. Belbeef kan de
oornummers van bepaalde dieren opzoeken, maar er is geen mogelijkheid om lijsten te trekken van de dieren aanwezig op een beslag.
Procerviq
Procerviq is de beheerder van het BBQS lastenboek. Zij beheren een gelijkaardige databank als die van Belbeef, maar dan enkel voor BBQS deelnemers. Om na te gaan of een dier voldoet aan de voorwaarden van het generiek lastenboek, "bevraagt" hun databank die van Belbeef, waarbij ze een antwoord krijgen of het dier voldoet of niet.
Retailers die enkel met Xxxxxxxxx werken, zoals Carrefour, halen hun gegevens op uit deze databank.
Bestaat het gevaar dat de grootdistributie of de slachthuizen op die manier kunnen zien hoeveel vleesrunderen er in België binnen het Generiek Lastenboek gehouden worden, wat de markt zou kunnen verstoren?
NEE.
Niemand kan zien hoeveel dieren er in totaal in het systeem zitten. Ook Xxxxxxx zelf niet.
De controleur ziet enkel het aantal dieren van de veehouder waar hij een controle uitvoert (er zijn 9 erkende controle-instellingen en een 30-tal controleurs), het slachthuis krijgt enkel gegevens te zien van de runderen die het zelf geslacht heeft om te bepalen of ze binnen het systeem kunnen gecommercialiseerd worden, de uitsnijderij en de groothandel krijgt de gegevens pas te zien nadat ze de karkassen aangekocht hebben, en de slagers en de grootwarenhuizen zien het pas wanneer ze het vlees aangekocht hebben bij hun leverancier.
ABS, Boerenbond en de FWA zijn vertegenwoordigd in de raad van bestuur van Belbeef, en waken er over dat er geen marktverstorende gegevens beschikbaar zijn.
11.11 Bijlage 11: Bijdragen deelnemers Belbeef Standaard (v2 dd 11.09.2018)
Veehouders - CodiplanPLUS Rund
Veehouders die zich laten auditeren volgens het CodiplanPLUS Rund lastenboek, betalen voor het werkjaar 2018 geen aparte bijdrage aan Codiplan of Belbeef.
OCI’s - CodiplanPLUS Rund - FebevPLUS Rund
De OCI die zich wil laten erkennen als OCI voor het lastenboek CodiplanPLUS Rund, is hiervoor een vergoeding verschuldigd aan Xxxxxxxx vzw van € 375,- excl. BTW.
Dit bedrag wordt jaarlijks door Codiplan gefactureerd aan de betreffende OCI. Daarnaast wordt jaarlijks 1 EUR aangerekend per gecontracteerde veehouder.
De OCI die zich wil laten erkennen als OCI voor het lastenboek FebevPLUS Rund, is hiervoor een vergoeding verschuldigd aan Febev vzw van € 375,- excl. BTW.
Dit bedrag wordt jaarlijks door Febev gefactureerd aan de betreffende OCI.
11.12 Bijlage 12: Richtlijnen labo voor staalname, transport en opslag (v2 dd 11.09.2018)
Archivering van de resultaten en rapportering van de resultaten
Tijdens zijn bezoek bij de operator stelt de monsternemer een lijst van de genomen stalen op in een individueel register per onderneming en op datum van de bemonstering.
/
initialen staalnemer / (datum) dag-maand-jaar
Totale duurtijd: …… h ……… min
Receptie QP
Productbeschrijving
Bewaartemperatu Slachtdatum Versnijdings -
ur
datum
Lot N° Klop N°
Karkas N° Categori
e N°
Sanitel N° Referentie labmanagement
□ Gekoeld
Envoi: …………
□ Bevroren
MIC - SSTR
□ Gekoeld
Envoi: …………
□ Bevroren
MIC - SSTR
□ Gekoeld
Envoi: …………
□ Bevroren
MIC - SSTR
□ Gekoeld
Envoi: …………
□ Bevroren
MIC - SSTR
□ Gekoeld
Envoi: …………
□ Bevroren
MIC - SSTR
Handtekening klant: ……………………………………..
Handtekening operator: …………………………………………
.
In dit register (zie fiche hierboven) staat de datum van de bemonstering, het type staal en alle informatie met betrekking tot de traceerbaarheid van het product waarvan het staal werd genomen. Opmerkingen en commentaren kunnen eventueel toegevoegd worden.
Het aangewezen laboratorium houdt eveneens een algemeen register bij met alle stalen die bij de verschillende operatoren werden genomen.
De resultaten worden gerapporteerd in de Belbeef database. De opvolging van het beheer van (microbiologische) non-conformiteiten wordt door het laboratorium
verzekerd.
11.13 Bijlage 13: CodiplanPLUS Rund checklijst inclusief sectorgidsvoorwaarden (v2 dd 11.09.2018)
Geconsolideerde checklijst ACS Rund en CodiplanPLUS Rund | ||
"+" = voldoet "+*" = voldoet met opmerking C = Aanbeveling B = Minor non-conformiteit – plan van aanpak vereist A1 = Major non-conformiteit met melding – onmiddellijk te verhelpen A2 = Major NC zonder melding – ten laatste binnen de maand te verhelpen X = niet van toepassing | Gradatie | |
BEDRIJFSREGISTRATIE | ||
F0 | De operator en zijn activiteiten zijn geregistreerd in de databank van het FAVV | A1 |
B1 | Het bedrijf beschikt over een beslagnummer | A1 |
1 | De veehouder is correct geregistreerd en aangemeld bij Belbeef. Hij is terug te vinden in de Belbeefdatabank. | A2 |
22 | Elke deelnemende veehouder moet beschikken over een gevalideerd autocontrolesysteem. | A2 |
IDENTIFICATIE EN REGISTRATIE VAN DE DIEREN | ||
T2 | Elke exploitant moet beschikken over systemen of procedures waarmee van de afgevoerde dieren of producten een aantal gegevens worden geregistreerd | A2 |
B2 | Alle rundveebewegingen worden tijdig en correct geregistreerd in Sanitel en in het permanent bedrijfsregister op het bedrijf | A2 |
B3 | Alle identificatiedocumenten van de runderen zijn aanwezig op het bedrijf | A2 |
B4 | Alle aanwezige runderen zijn duidelijk en correct gemerkt met 2 officiële oormerken | A2 |
B5 | Voor alle runderen die afgevoerd worden naar het slachthuis moet de VKI overgemaakt worden aan het slachthuis | A2 |
Opvolgingsperiode | ||
2 | De minimumduur van de opvolgingsperiode bedraagt 180 dagen (6 maanden) voor de mannelijke en 75 dagen (2,5 maanden) voor de vrouwelijke dieren. | A2 |
3 | Er moet worden nagekeken of de geboortekenmerken van de bemonsterde dieren correct zijn wat het geslacht, het rastype en het haarkleed betreft. Daartoe controleert elke deelnemende veehouder minstens één keer per jaar de juistheid van de Sanitel-gegevens van zijn beslag. | A2 |
Oorsprong van de dieren |
4 | Aangekochte dieren zijn bij voorkeur afkomstig van bedrijven die beschikken over een G-040 autocontrolecertificaat of attest. | C |
DIERENVOEDER EN DRINKWATER | ||
F1 | Voor de aanwezige dieren is voldoende, veilig en kwaliteitsvol voeder voorhanden | A2 |
6 | In geval van gerantsoeneerde (beperkte) voedering, moeten alle dieren een voederplaats ter beschikking hebben. Het voederen gebeurt met tussenpozen die bij hun fysiologische behoeften passen. | A2 |
F3 | Het verstrekte voeder is afgestemd op het type dier, de leeftijd en het gewicht van de dieren | A2 |
F4 | Resten van voeder en water worden tijdig verwijderd, zodat het niet kan bederven of beschimmelen | A2 |
Distributiesystemen (voor voeder) | ||
F5a | Distributiesystemen worden voldoende gereinigd, zodat ze steeds proper zijn | A2 |
F5b | De distributiesystemen moeten ervoor zorgen dat de juiste voeders naar de juiste bestemming gaan en zijn zo opgevat dat verontreinigingen worden vermeden (afval, olie,…) | A2 |
F6 | Deze systemen worden dagelijks gecontroleerd op hun deugdelijke werking zodat de voeder – en drinkwatervoorziening gegarandeerd is | A2 |
9 | Voeder- en drinkinstallaties moeten zo ontworpen, gebouwd en geplaatst zijn dat het gevaar voor verontreiniging van voeder en water tot een minimum beperkt worden. | A2 |
Voederopslag | ||
F7 | Dierenvoeder kan niet in contact komen met meststoffen, biociden, afval, enz. | A2 |
F8 | Indien er beschimmeld voeder aanwezig is, is dit apart opgeslagen voor verwijdering | A2 |
F9 | Er zijn maatregelen genomen zodat ongedierte niet bij het voeder kan komen zodat verontreiniging met uitwerpselen daarvan wordt voorkomen | B |
Voederopslag in mengvoedersilo’s | ||
F10 | De mengvoedersilo’s staan op een verharde ondergrond | B |
F11 | De voedersilo’s hebben een bedrijfsunieke identificatie | B |
F12 | Het mengvoeder is per diersoort apart opgeslagen | B |
F13 | De diervoeders zijn afkomstig van erkende, toegelaten of geregistreerde bedrijven | A2 |
8 | Alle tijdens de opvolgingsperiode gebruikte diervoeders (exclusief diegene vermeld onder punt 7), zijn afkomstig van FCA-gecertificeerde bedrijven of bedrijven die gecertificeerd zijn voor een gelijkwaardig, door Ovocom aanvaard systeem. Zie de gelijkwaardige systemen per type voeder op de | A2 |
F14 | Voor ruwvoeders die bij een collega landbouwer zijn aangekocht, zijn de datum, aard van het voeder, naam leverancier en hoeveelheid geregistreerd | A2 |
Voedermiddelen | ||
7 | Alle tijdens de opvolgingsperiode gebruikte zelf geteelde of bij collega landbouwers aangekochte voedermiddelen voor het diervoeder zijn bij voorkeur afkomstig van voor de Vegaplan Standaard (het vroegere IKKB) gecertificeerde bedrijven of bedrijven die gecertificeerd zijn voor een gelijkwaardig, door de beheerder van het lastenboek aanvaard systeem. | C |
F15 | De operator heeft er kennis van dat bepaalde grondstoffen niet mogen gebruikt worden en heeft een lijst beschikbaar | A2 |
F16 | Er wordt geen dierlijk eiwit verwerkt in het diervoeder – m.u.v. de opgenomen uitzonderingen | A2 |
F17 | Kijk na of er bij de geleverde voedermiddelen een analysebulletin aanwezig is indien kritische voedermiddelen (o.a. dierlijke vetten) worden gebruikt | A2 |
Productie, vervoer en opslag van eigen mengvoeders | ||
F18 | Voorzie hygiënische omstandigheden voor de productie, opslag en het vervoer van mengvoeder | B |
F19 | Xxxxxx regelmatig alle voorzieningen zodat ze proper blijven | A2 |
F20 | Registreer de volgende gegevens van de gebruikte grondstoffen: type, hoeveelheid, leverancier. | A2 |
F21 | Registreer ook van het opgeslagen mengvoeder het type, de hoeveelheid en de betrokken diersoort | B |
F22 | Neem een representatief staal van de bedrijfseigen grondstoffen | C |
F23 | Neem eveneens een representatief staal van de graanleveringen van een collega-landbouwer | C |
Drinkwatervoorziening | ||
F2 | Voor de aanwezige dieren is voldoende, vers en proper water voorzien | A2 |
F29 | Alle dieren hebben vlotte toegang tot vers drinkwater | A2 |
F30 | De goede werking en de netheid van de drinksystemen en de zuiverheid van het water en de drinkbakken worden dagelijks gecontroleerd | B |
F31 | De nodige voorzieningen zijn getroffen zodat de dieren geen verontreinigd water – bvb met rioolwater – kunnen drinken | A2 |
DIERENGEZONDHEID | ||
18 | Indien door de veehouder of de dierenarts vastgesteld wordt dat bij de toediening van een diergeneesmiddel via injectie een naald afbreekt en in het dier blijft steken, zal de sanitair verantwoordelijke dit registreren en op het VKI document vermelden. | B |
19 | Veehouders en dierenartsen wordt aanbevolen om bij voorkeur metaaldetecteerbare naalden te gebruiken. | C |
20 | Xxxxxxxxxx die deelnemen aan het Belbeef lastenboek wordt aanbevolen de verschafte antibiotica, rechtstreeks (Sanitel-MED) of onrechtstreeks (Bigame of AB-Register) in de daartoe bestemde databank te laten registreren door hun dierenarts. | C |
B6 | De dierenarts wordt binnen de 48u na aankomst van de dieren verwittigd en voert tijdig de aankooponderzoeken uit | A2 |
B7 | Aangekochte runderen worden in afzondering (quarantaine) geplaatst, en pas toegelaten in het veebeslag na een gunstig aankooponderzoek | B |
B8 | Het rundveebeslag heeft minstens een I2-, I3-, of I4-gezondheidstatus | A2 |
Bedrijfsdierenarts | ||
V1A | Er is een overeenkomst met een bedrijfsdierenarts afgesloten | A1 |
V1B | Er is in dezelfde overeenkomst als onder A. een plaatsvervangend bedrijfsdierenarts gecontracteerd | A1 |
V2 | De overeenkomst (V.1) is aanwezig per diersoort | A2 |
Bedrijfsbegeleidende dierenarts (noodzakelijk indien diergeneesmiddelenvoorraad van > 5 dagen) | ||
V3A | Er is een contract met een bedrijfsbegeleidende dierenarts afgesloten | A2 |
V3B | Er is een contract met een plaatsvervangende bedrijfsbegeleidende dierenarts afgesloten (facultatief) | C |
V4 | De veehouder ontbiedt de bedrijfsbegeleidende dierenarts minstens 6 maal per jaar met een tussentijd van 2 maanden | B |
V5 | Het geneesmiddelenregister is geviseerd | B |
V6 | Er zijn 4-maandelijkse evaluatierapporten aanwezig | B |
Diergeneesmiddelenvoorraad | ||
V7 | De wettelijke termijnen voor de stockage van diergeneesmiddelen worden gerespecteerd | B |
V8 | Elk diergeneesmiddel moet in zijn originele verpakking (flacon/doos/tube/…) bewaard worden | A2 |
Identificatie van de geneesmiddelen | ||
V9 | een sticker (vignet) van de dierenarts of de apotheker kleeft op het diergeneesmiddel en verklaart de herkomst | A2 |
V10 | op dit vignet moet een nummer staan, dat overeenkomt met het nummer op het Toediening- en Verschaffingsdocument (TVD) of het voorschrift | A2 |
Opslag van de geneesmiddelen | ||
V11 | kast in een lokaal gescheiden van de dieren en de woonvertrekken | A2 |
V12 | indien nodig in een aparte koelkast | A2 |
V13 | De geneesmiddelen mogen niet vervallen zijn | B |
Het inkomend geneesmiddelen register | ||
V14 | Het inkomend geneesmiddelenregister bevat de Toedienings-en Verschaffingsdocumenten (TVD) | A2 |
V15 | Het inkomend geneesmiddelenregister bevat de voorschriften van de dierenarts | A2 |
V17 | De documenten (V.14-15-16) worden chronologisch bewaard | B |
V18 | De documenten (V.14-15-16) worden voorzien van een volgnummer | B |
Het uitgaand geneesmiddelen register | ||
V19 | Het uitgaand geneesmiddelenregister bevat de registratie door de veehouder van elk gebruik van diergeneesmiddelen vanuit de reserve tijdens de risicoperiode (indien bedrijfsbegeleiding toegepast wordt) | A2 |
V20 | Het uitgaand geneesmiddelenregister bevat elk gebruik (elke toediening) van diergeneesmiddelen tijdens de risicoperiode door de dierenarts | A2 |
V21 | Er worden maatregelen toegepast om te vermijden dat residuen van diergeneesmiddelen in de geslachte dieren of de dierlijke producten kunnen aanwezig zijn. | A1 |
V22 | Voor dieren als bedoeld in V.21 wordt bij verhandeling een attest meegestuurd zodat de koper ook op de hoogte is van de in V. 21 te nemen maatregelen | A2 |
V23 | Noodslachtingen blijven beperkt tot welbepaalde gevallen en gebeuren volgens de geldende voorschriften | A2 |
DIERENWELZIJN | ||
W1 | De veehouder volgt zijn dieren op, controleert de gezondheidstoestand en neemt maatregelen om welzijn te garanderen | B |
W2 | De huisvesting garandeert dierenwelzijn door voldoende ruimte, gepaste inrichting en materialen, voldoende verluchting en verlichting | B |
10 | Het luchtvolume in afgesloten stallen bedraagt minimaal 15 m³/500 kg levend gewicht. Open frontstallen met vast, niet te openen windbreekscherm worden eveneens als afgesloten stallen beschouwd. | B |
11 | De ventilatie is toereikend: aan- en afvoer van lucht moet gelijkmatig verdeeld zijn over de gehele stallengte met het oog op een effectieve verluchting. | B |
12 | Mannelijke dieren mogen niet aangebonden zijn, tenzij in quarantaine of herstel. | A2 |
13 | Vrouwelijke dieren mogen niet continu aangebonden zijn, tenzij in opvolging rond het afkalven, quarantaine of herstel, of tenzij er hiertoe een door de bedrijfsdierenarts schriftelijk bevestigde reden bestaat. | A2 |
14 | Ligmatten mogen enkel gebruikt worden bij vrouwelijke dieren. | A2 |
15 | Ligplaatsen moeten proper gehouden worden. Ze moeten in de afmestperiode minstens gedeeltelijk ingestrooid zijn, of voorzien zijn van een ligmat (enkel bij vrouwelijke dieren toegestaan). | B |
16 | De ingestrooide oppervlakte bedraagt minimaal 3,25m² per dier van 500kg, plusminus 0,5m² per 100 kg meer of minder dan 500kg . | B |
17 | Aangebonden dieren moeten minimaal 1,25 m²/500 kg levend gewicht ingestrooide ruimte beschikken (of ligmat bij vrouwelijke dieren). | B |
W3 | Indien gebruik gemaakt wordt van een kunstmatig ventilatiesysteem dan moet dit voorzien zijn van een passend noodsysteem waarmee voldoende verse lucht kan worden aangevoerd als het hoofdsysteem uitvalt en moet er een alarmsysteem zijn dat een signaal geeft wanneer het hoofdsysteem uitvalt | B |
W4 | Zieke of gewonde dieren krijgen onmiddellijk een passende behandeling en worden indien nodig afgezonderd | B |
B9 | Er worden geen andere ingrepen uitgevoerd dan deze die wettelijk toegestaan zijn. Er wordt hierbij een verdoving toegepast door de dierenarts indien dit vereist is | A2 |
UITRUSTING EN HYGIËNE |
H1 | Het veebedrijf en de bedrijfsomgeving zijn verzorgd en proper | B |
H1A | Het veebedrijf is voorzien van verharde, goed reinigbare laad- en losplaatsen | B |
H2B | Het veebedrijf is voorzien van een ontsmettingsvoetbad | B |
H2C | Het veebedrijf is voorzien van propere bedrijfskledij en –schoeisel | B |
H2D | Het veebedrijf is voorzien van een handwasgelegenheid | B |
H2E | Het veebedrijf is voorzien van een krengenbewaarplaats | B |
H3 | Op het veebedrijf moeten alle personeelsleden en professionele bezoekers zich houden aan de maatregelen van persoonlijke en bedrijfshygiëne | B |
H4 | De veehouder reinigt en ontsmet stallen en hokken, laad- en losplaats, krengenbewaarplaats, materiaal en apparatuur en heeft daartoe reinigingsmateriaal ter beschikking, en een gepast volume toegelaten ontsmettingsmiddelen in voorraad | A2 |
H5 | Ongedierte en insecten worden efficiënt geweerd en/of bestreden | B |
H6 | De veehouder streeft naar propere dieren | B |
H7 | All-in all-out wordt toegepast waar mogelijk | B |
H8 | Bedrijfsafval wordt passend opgeslagen en verwijderd | B |
B10 | Bij gebruik van een pootbad voor klauwbehandelingen moet het bad proper zijn en een passend ontsmettingsmiddel bevatten | B |
TRANSPORT | ||
T0 | De veehouder respecteert de voorschriften in het kader van het vervoer van dieren | B |
TRACEERBAARHEID | ||
T1 | Elke exploitant moet beschikken over systemen of procedures waarmee van de ontvangen producten de nodige gegevens worden geregistreerd | A2 |
T3 | Producten die niet meer geschikt zijn voor dierlijke of menselijke voeding of die een gevaar kunnen betekenen voor de gezondheid van mens of dier dienen op het bedrijf apart te worden opgeslagen en afgevoerd door een erkende ophaler/verwerker | A2 |
MELDINGSPLICHT | ||
N1 | Melding schadelijke producten aan FAVV | A2 |
N2 | Melding schadelijk diervoeder aan FAVV | A2 |
N3 | Melding aangifteplichtige (besmettelijke) dierenziekten en zoönosen aan FAVV | A2 |
DUURZAAMHEID |
21 | De vleesveehouder duidt in de checklijst 'duurzaamheidsmonitor' aan welke duurzaamheidsinitiatieven hij toepast op zijn bedrijf en heeft hiertoe de gevraagde bewijzen verzameld. De ingevulde checklijst is gehandtekend. | A2 |
11.14 Bijlage 14: CodiplanPLUS Rund checklijst zonder sectorgidsvoorwaarden (v2 dd 11.09.2018)
Checklijst CodiplanPLUS Rund | ||
"+" = voldoet "+*" = voldoet met opmerking C = Aanbeveling B = Minor non-conformiteit – plan van aanpak vereist A1 = Major non-conformiteit met melding – onmiddellijk te verhelpen A2 = Major NC zonder melding – ten laatste binnen de maand te verhelpen X = niet van toepassing | Gradatie | |
BEDRIJFSREGISTRATIE | ||
1 | De veehouder is correct geregistreerd en aangemeld bij Belbeef. Hij is terug te vinden in de Belbeefdatabank. | A2 |
22 | Elke deelnemende veehouder moet beschikken over een gevalideerd autocontrolesysteem. | A2 |
IDENTIFICATIE & REGISTRATIE VAN DE DIEREN | ||
2 | De minimumduur van de opvolgingsperiode bedraagt 180 dagen (6 maanden) voor de mannelijke en 75 dagen (2,5 maanden) voor de vrouwelijke dieren. | A2 |
3 | Er moet worden nagekeken of de geboortekenmerken van de bemonsterde dieren correct zijn wat het geslacht, het rastype en het haarkleed betreft. Daartoe controleert elke deelnemende veehouder minstens één keer per jaar de juistheid van de Sanitel-gegevens van zijn beslag. | A2 |
4 | Aangekochte dieren zijn bij voorkeur afkomstig van bedrijven die beschikken over een G-040 autocontrolecertificaat of attest. | C |
DIERENVOEDER EN DRINKWATER | ||
F1 | Voorzie al uw dieren steeds van voldoende, veilig en kwaliteitsvol voeder zodat zij in goede gezondheid blijven en aan hun voedingsbehoeften voldaan wordt. Substanties die schadelijk zijn voor de gezondheid en/of het welzijn van de dieren worden niet toegediend. | A2 |
6 | In geval van gerantsoeneerde (beperkte) voedering, moeten alle dieren een voederplaats ter beschikking hebben. Het voederen gebeurt met tussenpozen die bij hun fysiologische behoeften passen. | A2 |
7 | Alle tijdens de opvolgingsperiode gebruikte zelf geteelde of bij collega landbouwers aangekochte voedermiddelen voor het diervoeder zijn bij voorkeur afkomstig van voor de Vegaplan Standaard (het vroegere IKKB) gecertificeerde bedrijven of bedrijven die gecertificeerd zijn voor een gelijkwaardig, door de beheerder van het lastenboek aanvaard systeem. | C |
8 | Alle tijdens de opvolgingsperiode gebruikte diervoeders (exclusief diegene vermeld onder punt 7), zijn afkomstig van FCA-gecertificeerde bedrijven of bedrijven die gecertificeerd zijn voor een gelijkwaardig, door Ovocom aanvaard systeem. Zie de gelijkwaardige systemen per type voeder op de | A2 |
F3 | Zorg ervoor dat het verstrekte voeder is afgestemd op het type dier, de leeftijd en het gewicht van de dieren. | A2 |
F4 | Verwijder tijdig resten van voeder en water, zodat het niet kan bederven of beschimmelen. | A2 |
Distributiesystemen | ||
F5 | Bij gebruik ervan moet je deze systemen voldoende reinigen zodat ze steeds proper zijn. | A2 |
F6 | Controleer dagelijks of deze systemen deugdelijk werken zodat de voeder – en drinkwatervoorziening gegarandeerd is. | A2 |
9 | Voeder- en drinkinstallaties moeten zo ontworpen, gebouwd en geplaatst zijn dat het gevaar voor verontreiniging van voeder en water tot een minimum beperkt worden. | A2 |
Voederopslag | ||
F7 | Zorg ervoor dat dierenvoeder niet in contact kan komen met meststoffen, biociden, afval, enz. | A2 |
F8 | Let er vooral op dat het voeder niet kan beschimmelen, en indien dit toch zou voorvallen verwijder dit beschimmeld voeder. | A2 |
F9 | Neem maatregelen zodat ongedierte niet bij het voeder kan komen en aldus verontreiniging met uitwerpselen wordt voorkomen. | B |
Drinkwatervoorziening | ||
F2 | Voorzie al uw dieren steeds van voldoende, vers en proper water zodat zij in goede gezondheid blijven en aan hun voedingsbehoeften voldaan wordt. | A2 |
F27 | Alle dieren moeten vlotte toegang hebben tot vers drinkwater. | A2 |
F28 | Controleer dagelijks de goede werking en de netheid van de drinksystemen en de zuiverheid van het water en de drinkbakken. | B |
F29 | Tref de nodige voorzieningen zodat de dieren geen verontreinigd water – bvb met rioolwater – kunnen drinken. | A2 |
DIERENWELZIJN | ||
Stalklimaat | ||
10 | Het luchtvolume in afgesloten stallen bedraagt minimaal 15 m³/500 kg levend gewicht. Open frontstallen met vast, niet te openen windbreekscherm worden eveneens als afgesloten stallen beschouwd. | B |
11 | De ventilatie is toereikend: aan- en afvoer van lucht moet gelijkmatig verdeeld zijn over de gehele stallengte met het oog op een effectieve verluchting. | B |
W3 | Verluchting. Indien gebruik gemaakt wordt van een kunstmatig ventilatiesysteem dan: ✓ moet dit voorzien zijn van een passend noodsysteem waarmee voldoende verse lucht kan worden aangevoerd als het hoofdsysteem uitvalt ✓ moet er een alarmsysteem zijn dat een signaal geeft wanneer het hoofdsysteem uitvalt ✓ moet dit alarmsysteem regelmatig worden getest | B |
Huisvesting en maximaal toegelaten bezetting | ||
W2a | De inrichting en materialen waarmee de dieren in contact kunnen komen, mogen niet schadelijk zijn, en kunnen grondig gereinigd en ontsmet worden. | B |
W2b | De verlichting volstaat om aan de fysiologische noden van de dieren te voldoen. Er is voldoende (vaste of draagbare) verlichting aanwezig voor een grondige controle van de dieren op elk willekeurig tijdstip | B |
12 | Mannelijke dieren mogen niet aangebonden zijn, tenzij in quarantaine of herstel. | A2 |
13 | Vrouwelijke dieren mogen niet continu aangebonden zijn, tenzij in opvolging rond het afkalven, quarantaine of herstel, of tenzij er hiertoe een door de bedrijfsdierenarts schriftelijk bevestigde reden bestaat. | A2 |
14 | Ligmatten mogen enkel gebruikt worden bij vrouwelijke dieren. | A2 |
15 | Ligplaatsen moeten proper gehouden worden. Ze moeten in de afmestperiode minstens gedeeltelijk ingestrooid zijn, of voorzien zijn van een ligmat (enkel bij vrouwelijke dieren toegestaan). | B |
16 | De ingestrooide oppervlakte bedraagt minimaal 3,25m² per dier van 500kg, plusminus 0,5m² per 100 kg meer of minder dan 500kg. De dieren kunnen ongehinderd liggen, rechtstaan, en zich verzorgen. | B |
17 | Aangebonden dieren moeten minimaal 1,25 m²/500 kg levend gewicht ingestrooide ruimte beschikken (of ligmat bij vrouwelijke dieren). | B |
DIERENGEZONDHEID | ||
W1 | De veehouder volgt zijn dieren op – controleert gezondheidstoestand tenminste éénmaal per dag en neemt maatregelen om welzijn te garanderen. | B |
W4 | Zieke of gewonde dieren krijgen onmiddellijk een passende behandeling en worden indien nodig afgezonderd in een passend onderkomen met een aangepaste vloerbedekking. Wanneer die zorg geen verbetering in de toestand van het dier brengt, moet zo spoedig mogelijk een dierenarts worden geraadpleegd. Desgevallend een noodslachting of euthanasie toegepast. | B |
Noodslachtingen | ||
V22 | Noodslachtingen blijven beperkt tot welbepaalde gevallen en gebeuren volgens de geldende voorschriften. | A2 |
18 | Indien door de veehouder of de dierenarts vastgesteld wordt dat bij de toediening van een diergeneesmiddel via injectie een naald afbreekt en in het dier blijft steken, zal de sanitair verantwoordelijke dit registreren en op het VKI document vermelden. | B |
19 | Veehouders en dierenartsen wordt aanbevolen om bij voorkeur metaaldetecteerbare naalden te gebruiken. | C |
20 | Xxxxxxxxxx die deelnemen aan het Belbeef lastenboek wordt aanbevolen de verschafte antibiotica, rechtstreeks (Sanitel-MED) of onrechtstreeks (Bigame of AB-Register) in de daartoe bestemde databank te laten registreren door hun dierenarts. | C |
Toegelaten ingrepen | ||
B9 | Er worden geen andere ingrepen uitgevoerd dan deze die wettelijk toegestaan zijn. Er wordt hierbij een verdoving toegepast door de dierenarts indien dit vereist wordt. | A2 |
DUURZAAMHEID | ||
21 | De vleesveehouder duidt in de checklijst 'duurzaamheidsmonitor' aan welke duurzaamheidsinitiatieven hij toepast op zijn bedrijf en heeft hiertoe de gevraagde bewijzen verzameld. De ingevulde checklijst is gehandtekend. | A2 |
11.15 Bijlage 15: FebevPLUS Rund checklijst zonder sectorgidsvoorwaarden – slachthuizen, uitsnijderijen en groothandelaars zonder fysieke activiteiten (v2 dd 11.09.2018)
CODES : ("0" = niet beoordeeld) + = voldoet +* = voldoet met opmerking B = Minor non-conformiteit – plan van aanpak vereist binnen 6 maand A = Major non-conformiteit– binnen max 1 maand te verhelpen – hercontrole nodig X = niet van toepassing De vastgestelde non conformiteiten worden verduidelijkt in een apart verslag | Beslissing | Na corrigerende maatregelen | code | |
BEDRIJFSCERTIFICATIE - SLACHTHUIZEN | ||||
Engagement van de directie | ||||
1a | Beschikt het bedrijf over een schriftelijke beleidsverklaring, ondertekend door de exploitant, over voedselveiligheid, kwaliteit en dierenwelzijn? | A | ||
1b | Werd die beleidsverklaring in de praktijk ingevoerd en aan het personeel meegedeeld? | A | ||
1c | Wordt het ingevoerde beleid aan regelmatige controles onderworpen waarvan de resultaten besproken worden? | A | ||
2 | Is het bedrijfsbeleid ingevoerd op basis van SMART-doelstellingen? | A | ||
3 | Evalueert de directie het bedrijf aan de hand van de tekortkomingen die zowel intern als door verschillende controle-instanties werden vastgesteld? | A | ||
4 | Is er een organisatieschema beschikbaar van de communicatiestroom tussen het management en de verantwoordelijken voor de voedselveiligheid en het dierenwelzijn? | A | ||
Crisisbeheer | ||||
5 | Is er een scenario voor crisisbeheer beschikbaar? Beschrijft dat scenario hoe het bedrijf onvoorziene gebeurtenissen aanpakt en bevat het een lijst met ICE-contacten? | A | ||
6 | Voorziet het crisisbeheerplan de mogelijkheid om contact op te nemen met FEBEV voor elke gebeurtenis die mogelijk een impact op de sector kan hebben of media-aandacht kan krijgen? | A | ||
Erkenningen | ||||
7a | Is de vestiging goedgekeurd door de bevoegde autoriteit? Is de erkenningsbrief beschikbaar? | A | ||
7b | Heeft de exploitant een ondertekend aanvraagvraagformulier bij FebevPLUS Rund ingediend met alle noodzakelijke gegevens, conform de huidige procedure? | A | ||
Autocontrole - HACCP | ||||
8 | Beschikt de vestiging over een autocontrolesysteem dat gecertificeerd is of gebaseerd is op de autocontrolegids G-018 voor de activiteiten die de vestiging uitvoert of die binnen het toepassingsgebied van de Belbeef- standaard vallen? | A | ||
9 | Beschikt de vestiging, naast de autocontrole, over een certificaat of een bewijs van certificering dat geldig is op het moment van de controle voor een van de volgende GFSI-standaarden: BRC, IFS, GRMS, FSSC 22.000 of een IFS-BRC Global Market? | A | ||
10 | Maakten de tekortkomingen die door derden werden vastgesteld voorwerp uit van een gepaste follow-up en werden ze opgelost binnen de termijn die vastgelegd werd door diezelfde derden? | B | ||
Traceerbaarheid |
11a | Beschikt de exploitant over systemen of procedures waardoor hij het verband tussen binnenkomende en uitgaande producten kan leggen? | A | ||
11b | Werd het vlees op een correcte en rechtmatige manier toegewezen in de Belbeef-database? | A | ||
11c | Voert de exploitant minstens twee keer per jaar een traceerbaarheidsoefening aan de hand van een massabalans uit? | A | ||
12 | Bewaart het slachthuis het oor met het oormerk tot minstens zeven weken na de slachtdatum? | B | ||
13 | Worden de commerciële documenten op een correcte manier aangevuld en is de traceerbaarheid van de producten eenduidig? | B | ||
Dierenwelzijn | ||||
14a | Beschikt het bedrijf over minstens één Animal Welfare Officer (AWO) die erkend is door een erkende instantie, alsook over een plaatsvervanger, die elke dag in het slachthuis aanwezig zijn? | A | ||
14b | Werden de opleidingen en bijscholingen die de AWO en zijn plaatsvervanger volgen geregistreerd? | A | ||
15 | Past het slachthuis de praktijk van verdoofd slachten systematisch toe bij runderen die in aanmerking komen voor de Belbeef-standaard? | A | ||
16 | Maakt de controle op de naleving van de regels over dierenwelzijn deel uit van het autocontrolesysteem van de exploitant? | A | ||
17 | Bezit elk personeelslid dat in contact komt met levende dieren een vakbekwaamheidsattest dat getuigt van de genoten opleiding? | A | ||
18 | Heeft het slachthuis bewakingscamera’s geïnstalleerd of is het slachthuis van plan om er te installeren op minstens de volgende locaties: loszone, stallen, drijfgang, verdovingsinstallatie en steekplaats? | A | ||
19 | Zijn de inbreuken op het dierenwelzijn die ter hoogte van de stalomgeving vastgesteld werden onmiddellijk overgedragen aan de bevoegde overheidsdienst met alle vereiste informatie? | A | ||
20 | Geeft het slachthuis regelmatig een evaluatie van het transport en zijn vaststellingen door aan de betrokken leveranciers? | A | ||
21a | Worden de dieren op een correcte manier gefixeerd tijdens de verdoving met penschiettoestel? | B | ||
21b | Wordt de competentie van de operator die verdooft regelmatig gecontroleerd, wanneer fixatie van de dieren niet mogelijk is? | B | ||
22a | Als de operator tijdens het slachten met penschiettoestel merkt dat het schot niet het verwachte resultaat had, wordt er meteen een tweede keer geschoten om het dier juist te verdoven? | A | ||
22b | Wordt er dagelijks een preoperationele controle op de verdovingsinstrumenten uitgevoerd? | A | ||
22c | Is de operator die verantwoordelijk is voor de verdoving voldoende gekwalificeerd voor die functie en kan dat bewezen worden? | A | ||
22d | Worden de vastgestelde tekortkomingen in verband met de verdoving ingevoerd in het autocontrolesysteem en worden ze maandelijks onderzocht? | A | ||
22e | Wordt de verdoving dagelijks gecontroleerd door de AWO? | A | ||
23 | Worden de stokken enkel gebruikt ter bescherming van de operator en niet voor andere doeleinden? | A |
24 | Wordt de elektrische prikker in laatste instantie gebruikt met inachtneming van de gebruiksvoorwaarden? | A | ||
25a | Beschikt de exploitant over een procedure voor noodslachting in zijn autocontrolesysteem? | B | ||
25b | Als een noodslachting noodzakelijk blijkt te zijn, wordt het slachthuis dan vooraf geïnformeerd? | B | ||
Toezicht in het slachthuis | ||||
26 | Wordt er dagelijks een preoperationele controle uitgevoerd in de stallen van de loszone tot de steekplaats? Worden infrastructurele onregelmatigheden of verdachte gedragingen van het personeel aan de Senior Manager meegedeeld? | A | ||
27 | Waren er derden, niet verbonden aan het bedrijf en niet vergezeld, aanwezig tijdens de audit? | A | ||
28 | Vermeldt het arbeidsreglement van het bedrijf regels over het privéleven en geheimhouding (nemen van foto’s, communicatie over de interne werking van het bedrijf)? | A | ||
DIERCERTIFICATIE | ||||
Registratie van de aangeboden dieren | ||||
1 | Registreert het bedrijf systematisch de aangeboden dieren met de digitale database voor slachthuizen (controle van de gegevens van levende dieren)? | B | ||
2 | Worden de binnengekomen dieren geregistreerd in Beltrace, zodat de officiële dierenarts de ante mortemgegevens kan invoeren? Worden de dieren op dat moment ook in de Belbeef-database ingevoerd? | A | ||
3 | Worden alle dieren bij ontvangst gecontroleerd wat betreft identificatie, netheid, dierenwelzijn ...? | B | ||
Classificatie van karkassen | ||||
4 | Worden de karkassen in het slachthuis geklasseerd volgens de SEUROP- classificatie door middel van een stempel of etiket? Worden die gegevens gelijktijdig gecommuniceerd aan de Belbeef-database voor slachthuizen? | B | ||
Warm geslacht gewicht | ||||
5 | Komen er enkel karkassen binnen in Belbeef met een warm geslacht gewicht van minstens 350 kg? | B | ||
Zuurtegraad (pH) | ||||
6 | Is er een controle van de pH zodat enkel karkassen binnenkomen in Belbeef waarvan de pH, gemeten 24 uur na het slachten, lager is dan 6? | C | ||
TRANSPORT | ||||
1a | Wordt er tijdens de aankomst van dieren gekeken of de transporteur beschikt over een vakbekwaamheidsattest? | B | ||
1b | Beschikt het slachthuis over een lijst namen van chauffeurs die bevoegd zijn voor het transport van dieren voor elke betrokken transportonderneming? | B | ||
1c | Controleert het slachthuis de juistheid van die informatie, als die vooraf werd opgevraagd? Werden er maatregelen genomen bij non- conformiteiten? | B |
2a | Is de transporteur goedgekeurd door het FAVV? | A | ||
2b | Bewaart de transporteur een kopie van zijn officiële toestemming van zijn activiteit in zijn vervoermiddel? | A | ||
3a | Houdt de transporteur rekening met de regels in verband met dierenwelzijn tijdens het transport (kortst mogelijke route, maximale duur van acht uur, rustig rijden, aanwezigheid van fysieke scheidingen, naleven van de maximale densiteit, naleven van het verbod op gebruik van elektrische prikkers en kalmeringsmiddelen, ...)? | A | ||
3b | Worden de eventuele tekortkomingen die een invloed zouden kunnen hebben op het dierenwelzijn gemeld door de eigenaar of transporteur aan het slachthuis? | A | ||
4 | Beschikken de chauffeurs en hun bijrijders over een vakbekwaamheidsattest? | A | ||
5 | Beschikt de transporteur over een noodplan om zowel de chauffeur als het transportbedrijf voor te bereiden op een eventuele noodsituatie? | B | ||
6 | Heeft de chauffeur zich voor het vertrek ervan verzekerd dat alle dieren geschikt waren voor transport? | A |
CODES : ("0" = niet beoordeeld) + = voldoet +* = voldoet met opmerking B = Minor non-conformiteit – plan van aanpak vereist binnen 6 maand A = Major non-conformiteit– binnen max 1 maand te verhelpen – hercontrole nodig X = niet van toepassing De vastgestelde non conformiteiten worden verduidelijkt in een apart verslag | Beslissing | Na corrigerende maatregelen | code | |
BEDRIJFSCERTIFICATIE - UITSNIJDERIJEN | ||||
Engagement van de directie | ||||
1a | Beschikt het bedrijf over een schriftelijke beleidsverklaring, ondertekend door de exploitant, over voedselveiligheid, kwaliteit en dierenwelzijn? | A | ||
1b | Werd die beleidsverklaring in de praktijk ingevoerd en aan het personeel meegedeeld? | A | ||
1c | Wordt het ingevoerde beleid aan regelmatige controles onderworpen waarvan de resultaten besproken worden? | A | ||
2 | Is het bedrijfsbeleid ingevoerd op basis van SMART-doelstellingen? | A | ||
3 | Evalueert de directie het bedrijf aan de hand van de tekortkomingen die zowel intern als door verschillende controle-instanties werden vastgesteld? | A | ||
4 | Is er een organisatieschema beschikbaar van de communicatiestroom tussen het management en de verantwoordelijken voor de voedselveiligheid en het dierenwelzijn? | A | ||
Crisisbeheer | ||||
5 | Is er een scenario voor crisisbeheer beschikbaar? Beschrijft dat scenario hoe het bedrijf onvoorziene gebeurtenissen aanpakt en bevat het een lijst met ICE-contacten? | A | ||
6 | Voorziet het crisisbeheerplan de mogelijkheid om contact op te nemen met FEBEV voor elke gebeurtenis die mogelijk een impact op de sector kan hebben of media-aandacht kan krijgen? | A | ||
Erkenningen | ||||
7a | Is de vestiging goedgekeurd door de bevoegde autoriteit? Is de erkenningsbrief beschikbaar? | A | ||
7b | Heeft de exploitant een ondertekend aanvraagvraagformulier bij FebevPLUS Rund ingediend met alle noodzakelijke gegevens, conform de huidige procedure? | A | ||
Autocontrole - HACCP | ||||
8 | Beschikt de vestiging over een autocontrolesysteem dat gecertificeerd is of gebaseerd is op de autocontrolegids G-018 voor de activiteiten die de vestiging uitvoert of die binnen het toepassingsgebied van de Belbeef- standaard vallen? | A | ||
9 | Beschikt de vestiging, naast de autocontrole, over een certificaat of een bewijs van certificering dat geldig is op het moment van de controle voor een van de volgende GFSI-standaarden: BRC, IFS, GRMS, FSSC 22.000 of een IFS-BRC Global Market? | A | ||
10 | Maakten de tekortkomingen die door derden werden vastgesteld voorwerp uit van een gepaste follow-up en werden ze opgelost binnen de termijn die vastgelegd werd door diezelfde derden? | B | ||
Traceerbaarheid | ||||
11a | Beschikt de exploitant over systemen of procedures waardoor hij het verband tussen binnenkomende en uitgaande producten kan leggen? | A |
11b | Werd het vlees op een correcte en rechtmatige manier toegewezen in de Belbeef-database? | A | ||
11c | Voert de exploitant minstens twee keer per jaar een traceerbaarheidsoefening aan de hand van een massabalans uit? | A | ||
13 | Worden de commerciële documenten op een correcte manier aangevuld en is de traceerbaarheid van de producten eenduidig? | B |
CODES : ("0" = niet beoordeeld) + = voldoet +* = voldoet met opmerking B = Minor non-conformiteit – plan van aanpak vereist binnen 6 maand A = Major non-conformiteit– binnen max 1 maand te verhelpen – hercontrole nodig X = niet van toepassing De vastgestelde non conformiteiten worden verduidelijkt in een apart verslag | Beslissing | Na corrigerende maatregelen | code | |
BEDRIJFSCERTIFICATIE - GROOTHANDELAARS ZONDER FYSIEKE ACTIVITEIT | ||||
Registratie en documenten | ||||
1a | Is de operator geregistreerd bij het FAVV? | A | ||
1b | Heeft de exploitant een ondertekend aanvraagvraagformulier bij FebevPLUS Rund ingediend met alle noodzakelijke gegevens, conform de huidige procedure? | A | ||
1c | Beschikt de operator tijdens de audit over alle nodige documenten (boekhouding, bewijsstukken enz.) die aantonen dat hij voldoet aan de Belbeef-eisen? | A | ||
1d | Beschikt de operator over een overzicht van zijn klanten en leveranciers waarin ook de Belbeef-deelnemers geïdentificeerd kunnen worden? | A | ||
Klachtenbeheer | ||||
2a | Beschikt de operator over een klachtenbeheersysteem? | B | ||
2b | Bewaart de operator de klachten gedurende minimum vijf kalenderjaren? | B | ||
Traceerbaarheid | ||||
3a | Beschikt de exploitant over een systeem of procedures waardoor hij het verband tussen de aangekochte producten (binnenkomende producten) en producten die hij aan zijn klanten levert kan leggen? | A | ||
3b | Kan de operator bewijzen dat er een duidelijk verband bestaat tussen de inkoop- en verkoopfacturen? | A | ||
4 | Kan de operator bewijzen dat hij minstens één traceerbaarheidsoefening per jaar heeft uitgevoerd? | B | ||
5 | Kan de operator bewijzen dat er een verband kan worden aangetoond met behulp van de codes van de loten in de Belbeef-database? | A | ||
6 | Geven de commerciële documenten duidelijk weer (logo, listing enz.) welke uitgaande verhandelde producten voldoen aan de Belbeef-eisen? | B | ||
Terugroeping | ||||
7a | Beschikt de operator over een terugroepingsprocedure? | B | ||
7b | Werd deze procedure in het afgelopen jaar gecontroleerd? | B |
11.16 Bijlage 16: overeenkomst tussen slachthuis en transporteur (v2 dd 11.09.2018)
OVEREENKOMST TUSSEN HET SLACHTHUIS EN DE TRANSPORTEUR
- FebevPLUS Rund
De hieronder vermelde voorwaarden zijn van toepassing bij commercieel vervoer van runderen. Deze bepalingen zijn niet van toepassing voor rundveehouders die hun eigen dieren naar het slachthuis vervoeren, indien het slachthuis zich binnen een straal van 50km bevindt van de veehouderij waar de dieren werden gehouden. In dit geval vallen de vervoersvoorwaarden onder de sectorgids voor primaire productie (G-040-module C), met uitzondering van punt 3 van het Belbeef lastenboek, dat zowel voor transportbedrijven als voor de veehouders van toepassing is.
Naam slachthuis Adres
Postcode + gemeente
Transporteur Adres
Postcode + gemeente
Deze overeenkomst kadert in het FebevPLUS Rund – systeem ; de partijen verklaren gezamenlijk te hebben overeengekomen dat:
• De transportfirma moet geregistreerd zijn bij het FAVV. Deze autorisatie moet in het transportvoertuig worden bewaard.
• Het transport van runderen dient te gebeuren door erkende vervoerders met een erkend vervoermiddel. Om commercieel vervoer van runderen te mogen doen dient de transportfirma te beschikken over de volgende documenten:
o getuigschrift van vakbekwaamheid voor elke chauffeur en actieve begeleiders.
o Een lijst met namen van chauffeurs die zijn gemachtigd om levende dieren te vervoeren.
•
• Deze documenten moeten vooraf aan het slachthuis worden voorgelegd, met melding van elke wijziging voor de aanvang van het transport, op straffe van sancties.
• Elke wijziging van status, documenten, uitrusting….betreffende het
transportbedrijf, de chauffeurs of het vervoermiddel over de weg moet aan het slachthuis worden medegedeeld en een controle moet minstens jaarlijks plaatsvinden door het transportbedrijf.
•
• Het slachthuis moet een lijst hebben met de namen van de chauffeurs die bevoegd zijn om dieren te vervoeren namens de betrokken transportfirma. Opmerkingen van het slachthuis over bestuurders moeten worden geregistreerd, zodat ze tijdens de FebevPLUS-audit kunnen worden gecontroleerd.
• Voorschriften met betrekking tot het welzijn van dieren tijdens het transport moeten strikt worden nageleefd. Om stress zo veel mogelijk te voorkomen, wordt speciale aandacht besteed aan de volgende punten:
o De route moet zo kort mogelijk zijn en de duur van het transport mag niet langer zijn dan 8 uur.
o De bestuurder moet een rustige rijstijl aannemen om geen extra stress te veroorzaken.
o Het transportmiddel moet zijn uitgerust met fysieke scheidingen om aparte compartimenten te creëren voor dieren uit verschillende groepen of kuddes
o De maximale bezettingsdichtheid moet worden gerespecteerd:
Categorie | Benaderend gewicht | Oppervlakte in m² per dier |
Grotere runderen | 500 kg | 1,30 tot 1,60 |
Zeer grote runderen | >700 kg | > 1,60 |
• Het gebruik van kalmerende middelen is verboden
• Het gebruik van elektrische drijfmiddelen is verboden, behalve in geval van overmacht en als dit voldoet aan de bepalingen van bijlage III, punt 1.9. van Verordening EG 1099/2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden.
• Het transportbedrijf moet een noodplan hebben om zowel de bestuurder als het transportbedrijf voor te bereiden op een mogelijke noodsituatie.
• De bestuurder moet ervoor zorgen dat de dieren geschikt zijn voor transport. Het slachthuis kan het transportbedrijf sanctioneren buiten de straffen die zijn vastgesteld in het kader van officiële controles en in het kader van dierenwelzijn, wanneer een ongeschikt dier is vervoerd.
Het transportbedrijf bevestigt over een kopie van het Belbeef lastenboek te beschikken. Door deze overeenkomst te ondertekenen, bevestigt het bedrijf dat het de vereisten met betrekking tot het transport van dieren (beschreven in hoofdstuk 3 van
het Belbeef lastenboek) kent en handhaaft.
Deze overeenkomst geldt vanaf tot
……………………………….
De overeenkomst wordt stilzwijgend met telkens 1 jaar verlengd indien deze niet schriftelijk door een van beide partijen is opgezegd uiterlijk 6 weken voor het verstrijken van de contractuele periode. Elke wijziging moet door de contractpartijen worden getekend en geratificeerd.
Slachthuis Transporteur
NAAM + Datum NAAM + Datum
Handtekening Handtekening
11.17 Bijlage 17: Beheer van non-conformiteiten bij de monitoring op niveau van slachthuizen en uitsnijderijen (v2 dd 11.09.2018)
• Er wordt een staal genomen door een erkend labo in het kader van de sectoraal monitoringplan FEBEV. Het resultaat wordt naar het communicatieplatform Belbeef gestuurd, en zal eveneens rechtstreeks door Xxxxxxx en/of het labo naar de gebruiker overgemaakt worden in het geval van non-conformiteit.
• Het resultaat van de analyse wordt vergeleken met de normen die van toepassing zijn binnen de Europese wetgeving:
o Indien het geanalyseerde lot conform de Europese normen is moeten er verder geen maatregelen worden getroffen.
o Indien het genomen staal de Europese normen niet conform is:
▪ De bestemmeling van de partij goederen wordt op de hoogte gebracht van de niet-conformiteit.
▪ Invoering van een actieplan:
1. In het geval van een niet-conformiteit voor een microbiologische parameter (behalve STEC analyses): Invoeren van een fase van verscherpte controles. Extra analyses op de niet-conforme parameter worden uitgevoerd op basis van 1 analyse per week en dit gedurende maximum 3 maanden. Het verscherpte analyseplan zal worden stopgezet zodra er gedurende 3 opeenvolgende weken conforme resultaten zijn verkregen. Indien de operator er in de loop van de 3 maanden van dit verscherpte analyseplan niet in geslaagd is conforme resultaten te bekomen, afhalen van de lijst van deelnemers aan de FebevPLUS Rund.
2. In het geval van een niet-conformiteit voor een residu, een contaminant of STEC analyse (positief resultaat):
▪ Kennisgeving aan het FAVV door een verplichte melding
▪ Tracering van de producten en van de bedrijven in kwestie
▪ De goederen worden geblokkeerd en teruggeroepen.
▪ Onderzoek in overleg met het FAVV, Verificatie van VKI en het geneesmiddelenregister van de kweker in het kader van residu of contaminant.
▪ Perscommuniqué voor het geval er nog producten op de markt zijn die de veiligheid van de consument in het gedrang kunnen brengen en in functie van de omvang en de verspreiding van het product.
▪ RASFF indien nodig
11.18 Bijlage 18: Modelovereenkomst tussen certificeringinstelling en FEBEV EN BELBEEF (v2 dd 11.09.2018)
Overeenkomst tussen de certificeringinstelling (OCI)
Naam of stempel van de OCI: | ||
Straat - nr. | ||
Postcode – Gemeente | ||
Haar vertegenwoordiger |
en FEBEV vzw, beheerder van het FebevPLUS Rund Lastenboek , luik verwerking :
Naam Beheerder: | FEBEV vzw | |
Straat - nr. | Arduinkaai | 37/1 |
Postcode – Gemeente | 0000 Xxxxxxx | |
Haar Gedelegeerd Bestuurder | Xxxxxxx Xxxx |
en BELBEEF, beheerder van de Belbeef Standaard:
Naam Beheerder: | BELBEEF vzw | |
Straat - nr. | Havenlaan 86c | 202b |
Postcode – Gemeente | 0000 Xxxxxxx | |
Haar voorzitter | Xxxxxxxx Xxxxx | |
Haar secretaris | Xxxx Xxxx |
1. Voorwerp
Art. 1.1 FEBEV v.z.w. en BELBEEF v.z.w. kunnen conform met artikel 3 van hun statuten nooit optreden als controlerende organisatie van individuele bedrijven ten aanzien van de lastenboeken die zij beheren. Zij doen daarvoor een beroep op erkende certificeringinstellingen (OCI).
Art. 1.2 De OCI verklaart te voldoen aan de algemene toetredingsvoorwaarden voorzien in de certificeringregeling van de Belbeef Standaarden verklaart zich uitdrukkelijk akkoord met de certificeringregeling en met het lastenboek FebevPLUS Rund waarvan hij de naleving zal controleren en waarvan hij tevens verklaart een op datum van deze overeenkomst geldend exemplaar te hebben ontvangen.
Art. 1.3 Iedere latere wijziging aan de voornoemde certificeringregeling en wijzigingen aan het lastenboek FebevPLUS Rund zullen voorafgaandelijk aan de inwerkingtreding van deze wijzigingen door FEBEV v.z.w. en BELBEEF v.z.w. ter kennis gebracht worden ofwel per post ofwel per e-mail aan de OCI samen met de termijn waarbinnen de OCI zijn gebeurlijk schriftelijk bezwaar tegen de wijzigingen dient kenbaar te maken aan FEBEV v.z.w. en BELBEEF v.z.w. In geval van bezwaar wordt de procedure gevolgd die vastgelegd is in de certificeringregeling.
Art. 1.4 De OCI verklaart zich te willen laten erkennen en registeren door FEBEV
v.z.w. en BELBEEF v.z.w. als certificeringinstelling erkend voor de controle en certificering van het lastenboek FebevPLUS Rund
2. Duur
Art. 2.1 Deze overeenkomst geldt voor een onbepaalde duur. De erkenning gaat in op datum van aanvaarding van de aanvraag tot erkenning vanwege de OCI door de Raad van Bestuur van FEBEV v.z.w en BELBEEF v.z.w. De OCI zullen schriftelijk op de hoogte worden gebracht van hun erkenning door FEBEV
v.z.w. en BELBEEF v.z.w.
Art 2.2 De OCI verklaart kennis te hebben genomen van de wijze waarop de overeenkomst met FEBEV v.z.w. en BELBEEF v.z.w. kan beëindigd worden volgens de modaliteiten beschreven in de certificeringregeling van de Xxxxxxx Standaard, en verklaart deze uitdrukkelijk te aanvaarden.
Het contract kan tevens beëindigd worden op basis van uitsluiting. De voorwaarden voor uitsluiting van een OCI zijn vermeld onder het punt “Voorwaarden voor de OCI” in de certificeringregeling.
De OCI kan tevens vrijwillig de overeenkomst beëindigen, zoals beschreven in de modaliteiten van de certificeringregeling onder het punt “Voorwaarden voor de OCI”.
3. Opleiding van auditoren
Art. 3.1 De kandidaat auditoren moeten voldoen aan de bepalingen zoals ze opgenomen zijn in de certificeringregeling van de Belbeef Standaard onder het punt “Voorwaarden voor het personeel van de OCI”.
Art. 3.2 De onderaanneming tussen twee OCI’s is niet toegestaan. Met andere woorden, een OCI kan geen audits laten uitvoeren door een andere OCI. Freelance auditoren daarentegen, kunnen voor meerdere OCI’s optreden, indien ze onderworpen zijn aan het kwaliteitssysteem van elke betrokken OCI, indien hun competentie gevalideerd is door elke betrokken OCI en indien ze daartoe erkend zijn door FEBEV v.z.w. en BELBEEF v.z.w.
4. Naleven van de vereisten
Art. 4.1 Het personeel van FEBEV v.z.w. en BELBEEF v.z.w. of een persoon gemandateerd door FEBEV v.z.w. en BELBEEF v.z.w. heeft het recht om minimaal een (1) maal per jaar elke auditor te vergezellen bij een audit, om na te gaan of de controle op de naleving van het lastenboek FebevPLUS Rund correct wordt uitgevoerd.
Art. 4.2 De audittijden opgelegd in het lastenboek FebevPLUS Rund moeten strikt opgevolgd worden.
Art. 4.3 De eventueel onaangekondigde audits voorzien in de certificeringregeling van FebevPLUS Rund worden ad random uitgekozen door Febev.
5. Geschillen
Art. 5.1 In het geval van geschillen tussen de partijen (FEBEV v.z.w., BELBEEF v.z.w. en auditor/OCI) moeten eerst alle interne beroepsmogelijkheden doorlopen worden, zoals beschreven in de certificeringsregeling van XXXXXXX, vooraleer het geschil voor de rechter wordt gebracht.
6. Gebruik van het logo
Art. 6.1 De v.z.w. BELBEEF geeft aan de OCI het niet exclusieve gebruiksrecht van het BELBEEF logo, enkel in combinatie met het toekennen van het FebevPLUS Rund certificaat aan de houder.
7. Facturatie
Art. 7.1 In overeenstemming met de certificeringregeling, betaalt elke OCI een vergoeding voor het gebruiksrecht van het lastenboek FebevPLUS Rund. De bijdrage staat vermeld in de certificeringregeling. Deze bijdrage wordt betaald
aan FEBEV
Art. 7.2 Alle facturen van FEBEV v.z.w. of een gemachtigde derde zijn contant betaalbaar. Vanaf de vervaldag - hetzij dertig(30) dagen na facturatiedatum- brengt elke niet-betaalde factuur van rechtswege en zonder voorafgaande ingebrekestelling een jaarlijkse rente op, gelijk aan de rentevoet bepaald in artikel 5 van de Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties van 2 augustus 2002. Wanneer de factuur in hoofdsom en rente niet betaald wordt binnen de veertien (14) dagen na verzending van een aanmaningsbrief, wordt de schuld verhoogd met een bijkomende schadevergoeding, conventioneel vastgesteld op 10% van het op de vervaldag verschuldigde bedrag met een minimum van € 50,00.
8. Rapportering
Art. 8.1 De certificatie-instelling moet het formaat "Google Forms" gebruiken dat er één keer per jaar naartoe wordt gestuurd.
9. Actualisatie database en rapportering aan FEBEV en BELBEEF
Art. 9.1 De OCI verbindt zich ertoe onmiddellijk de databanktoepassing op de extranet omgeving van de website xxx.xxxxxxx.xx (gegevensbestanden van de slachthuizen, uitsnijderijen en groothandels) dagelijks aan te vullen volgens de laatste ontwikkelingen met betrekking tot de bedrijfsgegevens en de certificatiestatus van het slachthuis / de uitsnijderij/ de groothandelaar zoals omschreven in de certificeringregeling.
Het betreft het resultaat van de uitgevoerde audits (= certificatiestatus)
FEBEV v.z.w. en BELBEEF v.z.w. eigenen zich het recht toe om op steekproefsgewijze basis te verifiëren of de OCI voldoet aan de voorwaarden met betrekking tot de actualisatie van de database
Art. 9.2 De OCI is verplicht om de administratieve gegevens van het slachthuis, de uitsnijderij of de groothandelaar in de databank van FEBEV v.z.w. op te nemen vooraleer een audit wordt uitgevoerd. De OCI is hierbij verantwoordelijk om na te gaan of het bedrijf reeds geregistreerd staat bij een ander OCI. Indien dit het geval is, dan mag de audit niet uitgevoerd worden op straffe van 250 euro en moet de transfert aangevraagd worden volgens de procedure beschreven in de certificeringsregeling.
Zie ook de bepalingen rond “Overdracht van een operator naar een andere OCI” in de certificeringsregeling van de Belbeef Standaard.
Art. 9.3 De OCI stelt een jaarlijks rapport over alle in het kader van het lastenboek FebevPLUS Rund uitgevoerde activiteiten op. Het rapport moet alle informatie bevatten zoals vermeld in het punt “Rapportering aan FEBEV en BELBEEF” van de certificeringsregeling van de Belbeef Standaard.
Art. 9.4 FEBEV v.z.w. en BELBEEF v.z.w. hebben het recht om de auditrapporten op te vragen. Op vraag van FEBEV v.z.w. of BELBEEF v.z.w. moeten deze binnen de acht (8) werkuren overgemaakt worden aan het secretariaat van FEBEV
v.z.w. of BELBEEF v.z.w. De naam van een contactpersoon bij de OCI en zijn/haar telefoonnummer (gsm) worden gecommuniceerd aan FEBEV v.z.w. en BELBEEF v.z.w.
10. Meldingsplicht
Art. 10.1 De OCI moet elke situatie die een impact kan hebben op de certificatie van een deelnemer, en waarvan hij oordeelt dat ze van belang is voor het beheer van het FebevPLUS of Belbeef lastenboek, melden. Daartoe dient een contactpersoon bereikbaar te zijn buiten de kantooruren.
11. Toepasselijk recht en bevoegde rechtbanken
Art. 11.1 Deze overeenkomst wordt uitsluitend beheerst door Belgisch recht. Bij gebreke aan minnelijke regeling tussen partijen, zullen uitsluitend de hoven en rechtbanken van Brussel bevoegd zijn.
12. Voorafgaandelijke overeenkomsten en nietige bedingen
Art. 12.1. Deze overeenkomst vervangt alle voorafgaandelijke mondelinge en schriftelijke afspraken.
Art. 13.2. Indien een bepaling van deze overeenkomst, geheel of gedeeltelijk, onwettig, nietig of onafdwingbaar zou worden verklaard, uit hoofde van een bepaling van enig toepasselijk dwingend recht, zal dit beding geen deel meer vormen van deze overeenkomst. De wettigheid, geldigheid en afdwingbaarheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst blijft behouden.
Indien de onwettigheid, nietigheid of onafdwingbaarheid van dit beding het wezen van deze overeenkomst zou aantasten, zal elke partij haar best doen om onmiddellijk en te goeder trouw een geldig beding ter vervanging van het eerste overeen te komen.
13. Bijlagen
Art. 13.1. De bijlagen aan deze overeenkomst, zijnde het Generiek Lastenboek Rund en de bijhorende certificeringsregeling, maken integrerend deel uit van onderhavige overeenkomst.
Deze overeenkomst werd opgemaakt op ……/……/ in 3 exemplaren, waarvan elke
partij erkent een door alle partijen behoorlijk ondertekend exemplaar te hebben ontvangen.
Naam en handtekening,
OCI
FEBEV v.z.w.
Gedelegeerd Bestuurder
BELBEEF v.z.w.
Voorzitter Secretaris
11.19 Bijlage 19: Duurzaamheidsmonitor en beoordeling (v2 dd 11.09.2018)
De veehouder duidt ter voorbereiding van de 3-jaarlijkse audit op onderstaande lijst aan welke van deze duurzaamheidsinitiatieven hij toepast op zijn bedrijf.
De OCI verifieert visueel 1 door de veehouder aangeduid punt, of vraagt het administratief stavingsbewijs ervan op.
Wanneer de monitor niet ingevuld is tijdens de audit, wordt dat als NC beoordeeld, met een nazending tot gevolg. Bij deze nazending dient ook het stavingsbewijs van 1 aangeduid duurzaamheidsinitiatief meegestuurd te worden.
Duurzaamheidsmonitor vleesvee | ||||||
Categorie | DUURZAAMH EIDSINITIAT IEF | verduidelijki ng | controle | Link monitor melkvee | Aan- kruis- | |
Dierengezondheid | 1.1 | De veehouder heeft een contract afgesloten met een vaste bedrijfsbegeleidende dierenarts. | contract voorleggen | 1.1 | ||
1.2 | De veehouder neemt bioveiligheidsinitiatieven: - voetbad voor bezoekers - bedrijfskledij/laarzen voor bezoekers; | minstens 1 initiatief moet toegepast worden op het bedrijf om de maatregel te valideren. Initiatief nemen rond bioveiligheid is ook opgenomen in de sectorgids dierlijke productie. | controle of 1 of meerdere maatregelen aanwezig zijn/toegepast worden. | |||
1.3 | De veehouder beperkt de infectiedruk op zijn bedrijf door bij aankoop van dieren het aankoopprotocol toe te passen en de aangekochte dieren te screenen op infecties. Bij aankomst van de dieren op het bedrijf plaatst hij deze in quarantaine. | Aankoopprotocol kan aangetoond worden via uitslagen van analyses of de kostenafrekening van analyses | 1.8 | |||
1.4 | De veehouder volgt een aantal dierziekten actief op of bestrijdt deze: Neospora/Salmonella/mycoplasma/paraTBC/leverbot/leptospirose | Opvolging van dierziekten via screening en behandeling dieren | voorleggen van analyserapporten | 1.7 |
Dierenwelzijn | 2.1 | De veehouder heeft aandacht voor gezonde klauwen van de dieren: - minstens jaarlijks klauwen van de fokdieren laten verzorgen door externe klauwverzorger/dierenarts - zelf de klauwen van de fokdieren verzorgen (eigen klauwverzorgingsbox) | Aandacht voor klauwen kan via: - jaarlijks klauwen van de fokdieren laten verzorgen door externe klauwverzorger/dierenarts - zelf de klauwen van de fokdieren verzorgen (eigen klauwverzorgingsbox) - aandacht voor mineralenhuishouding dieren | controle via factuur externe klauwverzorger of aanwezigheid eigen klauwverzorgingsbox , of rantsoenberekening, factuur mineralenaankoop | ||
2.2 | Het bedrijf is schurftvrij of de veehouder bestrijdt schurft bij de probleemdieren. | actieplan voorleggen of aanpak schurftbestrijding via TVD document of aantonen scheren en behandelen of interview veehouder en visuele controle dieren) | ||||
2.3 | De koeien in reproductie hebben toegang tot de weide tijdens het weideseizoen. | de koeien moeten de mogelijkheid hebben om minstens tijdens het weideseizoen de weide op te gaan. | visuele controle van mogelijkheid tot weidegang tijdens beweidingsseizoen of controle voldoende grasland via VA3 of eventueel via beweidingsregister of teeltfiche | |||
2.4 | De kalveren kunnen zogen bij koeien in eerste levensmaanden. | visuele controle | ||||
2.5 | De veehouder laat het natuurlijk gedrag van de dieren toe door geen elektrische afspanning te voorzien boven de boxen. | Boven de boxen mogen geen stroomdraden aanwezig zijn | visuele controle boxen of interview veehouder | |||
2.6 | De perinatale sterfte (<7 dagen na geboorte) op het bedrijf is beperkt tot minder dan 5%. | sterftecijfer berekenen : aantal afgevoerde kalveren (50kg) naar Rendac is max 5% van het totaal aantal dieren | controle o.b.v. Rendac- en Sanitelgegevens of fiche SPOT (Arsia) | |||
2.7 | De dieren worden onthoornd onder verdoving en met gebruik van een pijnstiller. | Xxxxxxxxx en pijnstiller zijn nodig om voor dit punt in aanmerking te komen. Xxxxxxxxx is wettelijk | controle via TVD document en interview veehouder |
3 VA: Verzamelaanvraag
verplicht, het gebruik van een pijnstiller niet. | ||||||
2.8 | De veehouder gebruikt technische hulpmiddelen om het exacte afkalftijdstip te bepalen. | opvolging kalving kan via temperatuursopvolging of via technische hulpsystemen (bv. sensoren, …) | controle op aanwezigheid of hulpsystemen, notitieschrift temperatuur per dier | |||
2.9 | De veehouder beschikt over een propere afkalfruimte en/of keizersnedebox (eventueel met katrol) om de kalving maximaal te faciliteren. | Visuele controle aanwezigheid afkalfruimte en/of keizersnede box | ||||
2.10 | De veehouder maakt gebruik van bodywarmers of verwarmingslampen bij de kleine kalveren tijdens koude periodes. | Controle op aanwezigheid bodywarmers, verwarmingslampen | ||||
2.11 | De dieren blijven tijdens de winterperiode op stal of de veehouder voorziet de nodige beschutting voor de dieren die tijdens deze winterperiode op de weide verblijven. | Controle via interview veehouder of aanwezigheid xxxxxxxxx/stal | ||||
2.12 | De dieren moeten de nodige beschutting hebben tegen de zon tijdens een hitteperiode. | aanwezigheid van een schuilhok in de weide of natuurlijke beschutting (bv. bomen, kleine landschapselementen, …) waar dieren kunnen schuilen en schaduw vinden. Dit is ook opgenomen in de sectorgids dierlijke productie. | Xxxxxxx controle en interview veehouder | |||
Energie | 3.1 | Het bedrijf beperkt de primaire energiebehoefte via spaarlampen in de stal (HPS, HPI, LED). | visuele controle of facturen | |||
3.2 | De veehouder laat een energiescan uitvoeren. | bewijs van energiescan voorleggen | 3.1 | |||
3.3 | Het elektriciteitsverbruik van het bedrijf is ten dele of volledig afkomstig van duurzame eigen productie via: - zonnepanelen: ...................................... KWh + % van energiebehoefte van het bedrijf - vergistingsinstallatie: ............................kWh + % van energiebehoefte van het bedrijf - windmolens: .........................................kWh + % van energiebehoefte van het bedrijf | Minstens 1 aanwezig + notering jaarlijkse productie + aandeel (%) van benodigde eigen energiebehoefte van het bedrijf | controle op aanwezigheid | 3.5 |