AB/513092305/STATUTENWIJZIGING
- 1 -
AB/513092305/STATUTENWIJZIGING
Heden, achtentwintig december tweeduizend zeventien, verscheen voor mij, --- Xx Xxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx, notaris te Rijswijk: --------------------------------
xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxx Xxxx-Xxxx, notarieel medewerkster, werkzaam ten ----
kantore van Caminada Notarissen aan de Haagweg 175 te 0000 XX Xxxxxxxx, ---
geboren te 's-Gravenhage op achtentwintig december negentienhonderd -------
drieënzestig,
te dezen handelend als gevolmachtigde van:--------------------------------------------
Coöperatie Plantion U.A., een coöperatie, statutair gevestigd te Ede, ----------
kantoorhoudende Wellensiekstraat 4 te 0000 XX Xxx, ingeschreven in het -----
handelsregister onder nummer 09180721. ----------------------------------------------
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde dat de algemene ----
vergadering van voornoemde coöperatie op dertien december tweeduizend ----
zeventien heeft besloten de statuten van de coöperatie te wijzigen. ----------------
./. De volmacht is schriftelijk verleend. Het desbetreffende geschrift, waaruit -----
tevens blijkt van xxxxxx besluit, wordt aan deze akte gehecht. ---------------------
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde vervolgens de -------
statuten van de coöperatie te wijzigen zodanig, dat de statuten integraal komen te luiden als volgt:
S T A T U T E N
Naam en zetel.
Artikel 1.
1. De coöperatie draagt de naam: Coöperatie Plantion U.A., hierna te ------
noemen "de coöperatie".
2. De coöperatie is gevestigd in Ede.
Zij kan elders, ook buiten Nederland, nevenvestigingen hebben.-------------
Duur.
Artikel 2.
De coöperatie is per een april tweeduizend acht opgericht bij een juridische ----
fusie van de te Bemmel gevestigde coöperatie: Sierteelt Coöperatie Veiling -----
Oost Nederland U.A. (hierna: VON) en de te Vleuten-De Meern gevestigde ---
- 2 -
coöperatie: Coöperatieve Vereniging Afzet Sierteeltprodukten "Utrecht en -----
Omstreken" U.A. (hierna: BVV). De coöperatie heeft bij deze fusie onder ------
algemene titel alle vermogensbestanddelen verkregen van beide genoemde -----
coöperaties die door die fusie ophielden te bestaan. ----------------------------------
Doel.
Artikel 3.
1. De coöperatie heeft ten doel de behartiging van de belangen van haar -----
leden door bevordering van de afzet van sierteeltproducten in de meest ---
ruime zin van het woord.
2. De coöperatie streeft dit doel onder meer na door: -----------------------------
a. het (doen) houden van veilingen van sierteeltproducten; -----------------
b. het op andere wijze dan door veiling tot waarde (doen) brengen van - sierteeltproducten;
c. het houden van toezicht op de hoedanigheid, kwaliteit, hoeveelheid, - verpakking en sortering van via de coöperatie af te rekenen ------------
sierteeltproducten;
d. het weren van ongewenste handelingen en situaties bij de productie -- en afzet van sierteeltproducten;
e. het voeren van overleg en het samenwerken met andere ----------------
belanghebbenden en organisaties die in het belang van de --------------
Nederlandse tuinbouw -in het bijzonder de sierteeltsector- werkzaam zijn;
f. het verhuren en op andere wijze exploiteren van onroerende zaken en andere vermogensbestanddelen ten behoeve van de afzet van ----------
sierteeltproducten of om de overige doelstellingen van de coöperatie - te bereiken;
g. alle andere middelen die uit de doelstelling van de coöperatie ----------
voortvloeien of daaraan dienstbaar kunnen zijn. ---------------------------
3. De coöperatie is bevoegd mee te werken aan de bevordering van algemene tuinbouwbelangen, zowel door financiering of mede-financiering van ------
daarop gerichte projecten als op andere wijze.------------------------------------
4. De coöperatie is bevoegd deel te nemen in, samen te werken met en -------
financieringen te verstrekken aan ondernemingen met een soortgelijk doel als de coöperatie of met een doel dat nuttig is of kan zijn voor de ----------
- 3 -
coöperatie.
5. De coöperatie kan bovendien de belangen van haar leden dienen door hun bedrijfsvoorschotten te verlenen op de opbrengst van nog via de -----------
coöperatie af te rekenen producten. Deze voorschotten zullen naar tijd en omvang beperkt zijn en door deelneming van de betrokkenen in de --------
ledenlening van de coöperatie of anderszins behoorlijk moeten zijn gedekt.
6. De coöperatie is bevoegd krachtens besluit van het bestuur in naam van -- de leden rechten te bedingen en namens de leden tot handhaving van de -- bedongen rechten in rechte op te treden, waaronder begrepen het ----------
vorderen van schadevergoeding.
7. De coöperatie is bevoegd in de uitoefening van haar bedrijf met derden ---
soortgelijke overeenkomsten aan te gaan als zij daarbij met haar leden -----
aangaat, mits niet in zodanige mate dat die overeenkomsten met haar ------
leden voor haar bedrijf slechts van ondergeschikte betekenis zouden zijn. -
8. a. De coöperatie is bevoegd haar activiteiten (mede) te doen verrichten - door ondernemingen waarin zij voor het geheel of gedeeltelijk, --------
rechtstreeks of middellijk, deelneemt, op welke wijze ook, hetzij in de vorm van participatie in het aandelenkapitaal, hetzij in de vorm van -- deelname als beherend dan wel commanditaire vennoot, hetzij in -----
enigerlei andere vorm van samenwerking. Deze ondernemingen zijn - in deze statuten aan te duiden als "dochterondernemingen". Een ------
dochteronderneming dient als zodanig te worden aangewezen ---------
krachtens besluit van het bestuur.
b. Het bestuur draagt er zorg voor, dat met de dochteronderneming -----
door de coöperatie een overeenkomst wordt aangegaan, krachtens ---
welke op die onderneming de verplichting rust steeds tijdig zorg te ---
dragen voor het verstrekken aan de coöperatie van alle inlichtingen en gegevens die de coöperatie behoeft voor de juiste toepassing van de -- statuten, reglementen en besluiten van de coöperatie en welke ---------
overeenkomst tevens voorziet in een genoegzame ------------------------
controlebevoegdheid daarop door het bestuur van de coöperatie. ------
Begripsbepalingen.
Artikel 4.
In deze statuten wordt verstaan onder:
- 4 -
- bij aangetekende brief: bij aangetekende brief met bewijs van ontvangst dan wel met bewijs van de postbezorger van het aangeboden zijn aan de -- geadresseerde, of bij deurwaardersexploit; ----------------------------------------
- aanvoerder(s): de leden voorzover niet optredend als koper van -----------
sierteeltproducten, alsmede niet-leden die door of via de coöperatie of ----
haar dochteronderneming(en) sierteeltproducten verkopen;-------------------
- de algemene vergadering: de algemene vergadering van de coöperatie -- als orgaan, alsook de bijeenkomst van dit orgaan; -------------------------------
- het bestuur: het bestuur van de coöperatie; --------------------------------------
- Boek 2: Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; -------------------------------------
- de coöperatie: de in artikel 1 genoemde coöperatie;----------------------------
- dochteronderneming: een dochter- of kleindochtervennootschap of -----
andere onderneming als bedoeld in artikel 8, die de tot de onderneming ---
van de coöperatie behorende veilingactiviteiten geheel of gedeeltelijk ------
uitoefent;
- gastleden: niet-leden die wel deels dezelfde rechten en plichten hebben -- als leden, zoals omschreven in artikel 6 lid 8. -------------------------------------
- heffingen: vergoedingen door aanvoerders aan de coöperatie of haar -----
dochteronderneming(en) verschuldigd voor door of door toedoen van de coöperatie of haar dochteronderneming(en) verleende diensten andere dan die strekkend tot verkoop van producten;-----------------------------------------
- het lid, de leden: het lid, de leden van de coöperatie;--------------------------
- de ledenovereenkomsten: de overeenkomsten van de coöperatie met ---
haar leden als bedoeld in artikel 53 lid 1 van Boek 2;----------------------------
- personencombinatie: natuurlijke personen en/of rechtspersonen die ----
gezamenlijk een bedrijf uitoefenen als bedoeld in artikel 6 lid 1 sub c;-------
- provisie: een percentage van de koopprijzen van de door een aanvoerder verkochte via de coöperatie of haar dochteronderneming(en) af te rekenen producten;
- de Raad van Beroep: de raad van beroep van de coöperatie; ----------------
- schriftelijk: tevens per e-mail, per telefax of via enig ander ------------------
telecommunicatiemiddel dat in staat is op schrift gestelde tekst over te ----
brengen, tenzij uit de wet of uit een bepaling van deze statuten anders -----
voortvloeit;
- 5 -
- sierteeltproducten: alle producten die in het maatschappelijk verkeer -----
alszodanig worden aangemerkt, tenzij en voorzover het bestuur heeft -----
verklaard een zodanig product niet aan te merken als sierteeltproduct, en - voorts de producten die door het bestuur als sierteeltproducten zijn -------
aangemerkt.
Algemene bepalingen.
Artikel 5.
1. Wijziging bedragen
In deze statuten vermelde bedragen kunnen op voorstel van het bestuur -- door de algemene vergadering worden gewijzigd.--------------------------------
2. Hardheidsclausule
Ingeval onverkorte toepassing van enige bij of krachtens deze statuten ----
geldende bepaling naar het oordeel van het bestuur in individuele gevallen leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan het bestuur die -------
bepaling geheel of gedeeltelijk, al dan niet tijdelijk, buiten toepassing -------
stellen. Aan zodanig besluit kan het bestuur voorwaarden verbinden. -------
3. Beroep
Indien deze statuten tegen een besluit van het bestuur beroep openstellen bij de Raad van Beroep, bepaalt de Raad van Beroep, al dan niet bij --------
reglement, de wijze waarop het beroep zal worden behandeld. ---------------
4. Compensatie
a. De coöperatie kan hetgeen zij uit hoofde van deze statuten, ------------
reglementen of uit welken anderen hoofde ook te eniger tijd van een - lid of oud-lid te vorderen heeft verrekenen met hetgeen de coöperatie (of een dochteronderneming) aan dat lid of oud-lid schuldig is, óók -- indien de vordering van het lid of oud-lid op de coöperatie nog niet -- opeisbaar is.
b. Het (oud-)lid dat enig bedrag uit welken hoofde ook aan de ------------
coöperatie verschuldigd is kan dit nimmer verrekenen met hetgeen de coöperatie (of een dochteronderneming) aan hem verschuldigd is -----
tenzij de coöperatie daarmee schriftelijk heeft ingestemd. ----------------
5. Kosten
Alle kosten veroorzaakt door de -al of niet gerechtelijke- invordering van - door een lid of oud-lid aan de coöperatie verschuldigde bedragen komen -
- 6 -
ten laste van het betrokken lid of oud-lid. -----------------------------------------
6. Dochterondernemingen
Bij een aanwijzing van een onderneming als dochteronderneming kan het bestuur aangeven voor de toepassing van welke bepalingen van deze ------
statuten of van krachtens deze statuten gegeven regels, de --------------------
dochteronderneming wordt gelijk gesteld met de coöperatie zelf, zoals ----
bijvoorbeeld bepalingen omtrent provisie, de liquiditeitsbijdrage, de --------
ledenlening en de participatiereserve.
Verkrijging van het (gewone) lidmaatschap. --------------------------------------
Artikel 6.
1. Lid van de coöperatie kunnen zijn: -------------------------------------------------
a. Natuurlijke personen en rechtspersonen die niet in staat van -----------
faillissement verkeren en één of meer bedrijven uitoefenen, waarin ---
sierteeltproducten worden geteeld.
b. Rechtspersonen die niet in staat van faillissement verkeren en van ----
welke de deelgenoten (leden of vennoten) één of meer bedrijven ------
uitoefenen als onder a. bedoeld.
c. Personencombinaties, zoals de (openbare) vennootschap en -----------
commanditaire vennootschap, die niet in staat van faillissement -------
verkeren en één of meer bedrijven uitoefenen als onder a. bedoeld. ---
Een personencombinatie behoeft niet lid te worden indien alle --------
deelgenoten van die combinatie zelf lid zijn of als lid tot de coöperatie toetreden.
2. Rechtspersonen die niet zelf een sierteeltbedrijf uitoefenen (zoals -----------
telersverenigingen), alsook personencombinaties, kunnen slechts lid -------
worden indien alle deelgenoten (vennoten of leden) eveneens lid worden. - Het bestuur kan van het vereiste van de vorige zin, onder door het --------
bestuur te bepalen voorwaarden, dispensatie verlenen. -------------------------
Het bestuur kan deelgenoten aan wie dispensatie wordt verleend, voor de toepassing van door het bestuur aan te wijzen bepalingen gegeven bij of -- krachtens deze statuten, aanmerken als waren zij lid. Onder die bepalingen kunnen onder meer zijn begrepen artikel 11 (opzegging door het bestuur), artikel 15 (ledenlening), artikel 16 (verplichtingen van de leden), artikel 24 lid 1 (gevolmachtigde in de algemene vergadering) en artikel 28 -------------
- 7 -
(participatiereserve).
3. Ten aanzien van leden als bedoeld in onderdelen b. en c. van het eerste lid van dit artikel, zijn alle deelgenoten (leden of vennoten) naast de ------------
rechtspersoon of personencombinatie waarvan zij deel uitmaken, -----------
hoofdelijk jegens de coöperatie verbonden tot de nakoming van alle uit ---
het lidmaatschap van die rechtspersoon of personencombinatie -------------
voortvloeiende verplichtingen.
De door bovenbedoelde leden door of via de coöperatie verkochte --------
producten worden afgerekend op één naam. De daarbij behaalde omzet -- en/of de direct of indirect daarvan afgeleide grootheden, zoals de provisie en de bijschrijving op de ledenlening, worden na elk boekjaar voor ---------
zodanig gedeelte ten name van elke deelgenoot (leden of vennoten) in de - boeken van de coöperatie vermeld als de deelgenoten bij aanvang van het lidmaatschap dan wel binnen veertien dagen na afloop van het --------------
desbetreffende boekjaar hebben opgegeven en bij gebreke daarvan voor -- gelijke delen.
4. Het lidmaatschap moet schriftelijk worden aangevraagd. Het bestuur stelt een aanvraagformulier vast dat mede de inhoud kan bevatten van de -------
ledenovereenkomst. Dit formulier moet volledig door de aanvrager(s) -----
worden ingevuld en, ondertekend door de aanvrager(s) en deelgenoten, ---
vergezeld van bij het formulier aangegeven bescheiden, in het bezit gesteld van de coöperatie.
De aanvrager die in het handelsregister is ingeschreven legt bij de aanvraag een recent uittreksel uit het handelsregister over. Na toelating tot het ------
lidmaatschap is het lid gehouden elke wijziging die optreedt ten aanzien ---
van de bij de aanvang van het lidmaatschap dan wel nadien verstrekte -----
gegevens, terstond schriftelijk op te geven aan de coöperatie onder ---------
overlegging van bescheiden waaruit de wijziging blijkt. -------------------------
5. Indien aan een aanvrager wordt bericht, dat hij door het bestuur is toegelaten, wordt hem tevens medegedeeld per welke datum zijn -----------
lidmaatschap aanvangt, dan wel is aangevangen. Deze datum is ten ---------
vroegste de datum van ontvangst door de coöperatie van de aanvraag van het lidmaatschap.
6. Xxxxxxx van afwijzing doet het bestuur daarvan aan de betrokkene ----------
- 8 -
schriftelijk mededeling. De betrokkene heeft gedurende veertien dagen na ontvangst van de mededeling het recht tegen de beslissing van het bestuur beroep in te stellen bij de Raad van Beroep. --------------------------------------
Indien de Raad van Beroep tot toelating besluit geeft hij tevens aan per ---
welk tijdstip het lidmaatschap aanvangt. De Raad van Beroep kan aan de - toelating voorschriften verbinden.
7. Het lidmaatschap is persoonlijk en derhalve niet vatbaar voor overdracht - of overgang.
Niettemin kan het bestuur in daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking ----
komende gevallen, zoals bijvoorbeeld overlijden, juridische fusie of --------
splitsing en wijziging van rechtsvorm, na overleg met betrokkenen ---------
regelingen treffen ertoe strekkend dat een rechtverkrijgende geheel of -----
gedeeltelijk voor de toepassing van daarvoor in aanmerking komende -----
bepalingen, zoals die met betrekking tot de ledenlening of de ----------------
participatierekening, in de plaats treedt van zijn rechtsvoorganger.-----------
8. Gastleden zijn personen of bedrijven die sierteeltproducten telen, die géén lid zijn van de coöperatie maar wel lid zijn van een andere coöperatie in de sierteeltsector, die wegens het niet-lid zijn géén stemrecht hebben in de ---
coöperatie maar voor het overige wel dezelfde rechten en plichten hebben als een lid, en uit dien hoofde gebruik kunnen maken van de diensten van de coöperatie.
Ereleden.
Artikel 7.
1. Tot ereleden kunnen worden benoemd personen die zich jegens de --------
coöperatie verdienstelijk hebben gemaakt. Hun benoeming geschiedt op -- voordracht van het bestuur door de algemene vergadering. -------------------
2. Ereleden hebben geen verdere rechten dan het recht te worden -------------
opgeroepen tot de algemene vergadering, het recht van toegang tot die ----
vergadering en het recht op de tijdstippen en wijze als het bestuur zal ------
bepalen informatie omtrent de coöperatie en haar bedrijf/bedrijven te ----
ontvangen.
Ereleden hebben in de algemene vergadering geen stemrecht. ----------------
3. Al hetgeen de ereleden betreft kan door het bestuur worden geregeld. ------
Einde van het lidmaatschap.
- 9 -
Artikel 8.
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door het overlijden van het lid. Is het lid een rechtspersoon, dan ------
eindigt zijn lidmaatschap wanneer hij ophoudt te bestaan; ---------------
b. door opzegging door het lid volgens artikel 10;-----------------------------
c. door opzegging door het bestuur volgens artikel 11; ----------------------
d. door ontzetting volgens artikel 12. --------------------------------------------
2. Wanneer het lidmaatschap in de loop van het boekjaar eindigt blijft --------
niettemin de voor dat boekjaar vastgestelde jaarlijkse contributie geheel ---
verschuldigd.
3. De leden van wie het lidmaatschap -op welke wijze ook- is geëindigd, -----
verliezen daardoor terstond alle voor hen daaraan verbonden rechten en -- functies, doch alleen voor het vervolg. Zij zijn verplicht op eerste ----------
aanmaning van het bestuur aan de coöperatie te voldoen al hetgeen zij, uit welken hoofde ook, aan de coöperatie verschuldigd zijn. ----------------------
Dienstverlening na overlijden.
Artikel 9.
Na het overlijden van een lid hebben zijn erfgenamen en rechtverkrijgenden -- gedurende een tijdvak van ten hoogste twaalf maanden na het overlijden het ---
recht op dezelfde voorwaarden als de leden gebruik te maken van de diensten - van de coöperatie met betrekking tot de producten van het bedrijf dat aan de -- overledene toebehoorde.
Degeen die de in de vorige zin bedoelde bevoegdheid wenst uit te oefenen, ----
dient een verklaring van erfrecht aan het bestuur over te leggen waaruit blijkt -- dat hij bevoegd is het recht uit te oefenen, dan wel een verklaring van erfrecht alsmede schriftelijke volmachten van de overige gerechtigden waaruit zijn ------
bevoegdheid voortvloeit.
Lidmaatschap. Opzegging door een lid. --------------------------------------------
Artikel 10.
1. Opzegging van het lidmaatschap door een lid kan slechts schriftelijk -------
geschieden. Het lid dat opzegt ontvangt door of namens het bestuur -------
schriftelijk bericht van ontvangst van de gedane opzegging.-------------------
2. Opzegging door het lid kan te allen tijde plaatsvinden; geschiedt zij eerder dan drie maanden vóór het einde van het lopende boekjaar dan eindigt het
- 10 -
lidmaatschap aan het eind van het lopende boekjaar; geschiedt de ----------
opzegging op een later tijdstip van het boekjaar dan eindigt het -------------
lidmaatschap aan het eind van het volgende boekjaar. --------------------------
3. In afwijking in zoverre van het in de beide vorige leden bepaalde kan een - lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen indien van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten ------------
voortduren. Een lid kan zijn lidmaatschap ook met onmiddellijke ingang -- opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit is medegedeeld of -----
bekend geworden waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen - zijn verzwaard, behoudens evenwel het navolgende. Deze bevoegdheid tot opzegging komt een lid niet toe ingeval van wijziging van geldelijke --------
rechten en verplichtingen.
Voorts kan een lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen - binnen een maand nadat hem een besluit is meegedeeld of bekend ---------
geworden tot omzetting van de coöperatie in een andere rechtsvorm of tot fusie of splitsing.
Lidmaatschap. Opzegging door het bestuur.--------------------------------------
Artikel 11.
1. Het bestuur kan aan een lid het lidmaatschap -met ingang van het ----------
eerstvolgende boekjaar en zonder inachtneming van een ----------------------
opzeggingstermijn- opzeggen:
a. indien het lid een of meer vereisten voor het lidmaatschap heeft ------
verloren;
b. indien het lid gedurende drie achtereenvolgende boekjaren gemiddeld voor minder dan vijfduizend euro (EUR 5.000,00) per boekjaar bij de coöperatie of een dochteronderneming producten heeft afgerekend. --
2. Het bestuur kan eveneens aan een lid het lidmaatschap opzeggen en wel -- met onmiddellijke ingang indien in redelijkheid van de coöperatie niet kan worden gevergd het lidmaatschap te doen voortduren. -------------------------
3. Het bestuur doet van een besluit als in de vorige leden van dit artikel ------
bedoeld ten spoedigste bij aangetekende brief mededeling aan de -----------
betrokkene onder vermelding van de grond voor de opzegging.--------------
4. Degene aan wie het lidmaatschap is opgezegd met toepassing van lid 2 van dit artikel heeft gedurende dertig dagen na ontvangst van de in het vorige -
- 11 -
lid bedoelde mededeling, het recht tegen het besluit van het bestuur -------
beroep in te stellen bij de Raad van Beroep. --------------------------------------
Lidmaatschap. Ontzetting.
Artikel 12.
1. Ontzetting uit het lidmaatschap kan geschieden indien een lid in strijd -----
handelt met de statuten, reglementen of besluiten van de coöperatie, dan - wel de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt. -------------------------------
2. De ontzetting vindt plaats door een besluit van het bestuur waarin worden vermeld de feiten waarop het besluit tot ontzetting is gegrond. Van een ---
besluit tot ontzetting doet het bestuur aan het lid bij aangetekende brief ---
mededeling.
3. Het bestuur neemt een besluit tot ontzetting niet dan nadat het de ---------
betrokkene schriftelijk van de tegen hem bestaande bezwaren in kennis ---
heeft gesteld en het bestuur, dan wel daartoe door het bestuur aangewezen bestuurders, ten minste twee in getal, hem heeft gehoord, althans hem ----
daartoe behoorlijk bij aangetekende brief heeft opgeroepen. ------------------
4. Het betrokken lid heeft gedurende dertig dagen na ontvangst van de in lid 2 bedoelde mededeling het recht tegen het besluit van het bestuur beroep in te stellen bij de Raad van Beroep.
Schorsing.
Artikel 13.
1. Het lid aan wie het lidmaatschap door het bestuur is opgezegd met ---------
onmiddellijke ingang krachtens artikel 11 lid 2 en het lid ten aanzien van -- wie een besluit tot ontzetting door het bestuur is genomen en is ------------
meegedeeld, is gedurende de termijn waarin hij tegen het bestuursbesluit -- beroep kan instellen bij de Raad van Beroep en hangende het beroep ------
geschorst.
2. Het bestuur kan een lid dat handelt of nalaat in strijd met de statuten, -----
reglementen of besluiten van de coöperatie, of de coöperatie op ------------
onredelijke wijze benadeelt, schorsen voor een periode van ten hoogste ---
drie maanden en kan deze schorsing één maal met ten hoogste drie --------
maanden verlengen.
Het bestuur stelt het betrokken lid onverwijld schriftelijk van het besluit, - met opgave van redenen, in kennis.
- 12 -
De betrokkene is bevoegd binnen dertig dagen na ontvangst van de --------
kennisgeving in beroep te gaan bij de Raad van Beroep. -----------------------
3. Xxxxxxx een geschorst lid deel uitmaakt van een orgaan van de coöperatie - brengt zijn schorsing tevens met zich schorsing in zijn functie in dat -------
orgaan.
4. Xxxxxxx een lid-rechtspersoon wordt geschorst, geldt hetzelfde voor diens rechtstreekse of middellijke bestuurder die deel uitmaakt van enig orgaan - van de coöperatie.
5. Gedurende een schorsing is het lid niet bevoegd vergaderingen van de ----
coöperatie bij te wonen of zich daar te doen vertegenwoordigen. Het ------
bestuur is bevoegd in naar zijn oordeel daarvoor in aanmerking komende gevallen te besluiten dat de betrokkene gedurende zijn schorsing niet ------
bevoegd zal zijn overige krachtens de statuten aan hem verleende rechten uit te oefenen. Het bestuur dient de betrokkene daarvan onverwijld bij ----
aangetekende brief mededeling te doen. -------------------------------------------
6. Het lid dat is geschorst blijft gehouden al zijn uit het lidmaatschap en de -- ledenovereenkomst voortvloeiende verplichtingen na te komen. -------------
Geldmiddelen.
Artikel 14.
1. De ter bereiking van het doel van de coöperatie benodigde gelden kunnen onder meer worden verkregen door:
a. het in rekening brengen van een jaarlijkse contributie van de leden;----
b. het in rekening brengen van entreegeld van nieuw toetredende leden; -
c. het in rekening brengen van vergoedingen en heffingen voor door of door toedoen van de coöperatie verleende diensten; ----------------------
d. het aangaan van geldleningen en kredieten, onder meer door het ------
instellen van een ledenlening;
e. het in rekening brengen van een liquiditeitsbijdrage van de leden, -----
zoals in lid 2 breder omschreven;
f. overige baten.
2. De liquiditeitsbijdrage van een lid wordt gevormd door bedragen, zijnde -- een percentage van de koopprijzen van de door het lid bij een ---------------
dochteronderneming van de coöperatie af te rekenen producten, ter -------
dekking van een eventueel tekort van de coöperatie of van die --------------
- 13 -
dochteronderneming over het boekjaar waarin de bijdrage wordt geheven. De aldus ingehouden bedragen vormen een voorwaardelijke vordering van het lid op de coöperatie, en van de coöperatie op de dochteronderneming. Deze vordering is renteloos tenzij en voorzover zij ingevolge het hierna --- bepaalde wordt bijgeschreven op de ledenlening, in welk geval de ----------
vordering rentedragend is vanaf de aanvang van het boekjaar waarin de ---
bijschrijving geschiedt. Tenzij en voorzover uit de jaarrekening van de -----
dochteronderneming en/of de coöperatie blijkt van een tekort ter delging waarvan de liquiditeitsbijdrage wordt aangewend, wordt deze terstond na - de vaststelling van de jaarrekening over het betrokken boekjaar voldaan ---
door bijschrijving op de ledenlening van het lid bij de coöperatie. -----------
Een besluit tot aanwending van de liquiditeitsbijdrage ter delging van een - tekort als in de vorige zin bedoeld, wordt ten aanzien van een tekort van -- een dochteronderneming genomen door de algemene vergadering, op -----
voorstel van de raad van commissarissen van die dochteronderneming, en ten aanzien van een tekort van de coöperatie door de algemene -------------
vergadering van de coöperatie.
3. Op voorstel van het bestuur stelt de algemene vergadering het bedrag van de contributie, het entreegeld, de liquiditeitsbijdrage en eventuele andere -- heffingen vast.
Ledenlening.
Artikel 15.
1. Ieder lid neemt deel in de ledenlening aan de coöperatie voor de bedragen die ingevolge het bepaalde in artikel 14 lid 1 onderdeel e en lid 2 ten laste - van de liquiditeitsbijdrage worden bijgeschreven op de ledenlening. --------
Toevoegingen aan de ledenlening kunnen tevens plaatsvinden op de voet - van artikel 27 lid 4.
Ten name van elk lid zal in de boeken van de coöperatie een afzonderlijke rekening betreffende zijn tegoed in de ledenlening worden bijgehouden. -- De deelname aan de ledenlening is voor ieder lid beperkt tot een -----------
maximum bedrag van dertigduizend euro (EUR 30.000,00). ------------------
2. Over het tegoed in de ledenlening vergoedt de coöperatie na afloop van -- elk boekjaar een rente, waarvan het percentage wordt berekend op basis -- van het gemiddelde over de periode van één december van het vorige jaar
- 14 -
tot en met dertig november van het lopende jaar van de door De -----------
Nederlandsche Bank vastgestelde tienjarige kapitaalmarktrente (= jongste tien-jarige staatslening).
Deze rente wordt jaarlijks aan de leden vergoed door bijschrijving op de -- ledenlening. Uitkering vindt plaats op de datum van uitkering van de ------
jaarlaag waar de rente betrekking op heeft.----------------------------------------
3. De bedragen die op grond van het bepaalde in lid 1 van dit artikel worden bijgeschreven op de ledenlening, zullen telkens binnen drie maanden na -- vaststelling van de jaarrekening van de coöperatie, betrekking hebbend op het tiende boekjaar volgend op dat waarin de eerdergenoemde --------------
bijschrijving plaatsvond, worden afgelost. De algemene vergadering kan, -- op voorstel van het bestuur, besluiten alle in een of meer jaren --------------
bijgeschreven bedragen ("jaarlagen") op de ledenleningen van de leden ----
eerder of later af te lossen. Het bestuur doet een dergelijk voorstel slechts na overleg met de raad van commissarissen van de -----------------------------
dochteronderneming(en).
4. Na het eindigen van het lidmaatschap wordt het tegoed op de ledenlening aan het oud-lid dan wel diens rechtverkrijgende(n) voldaan als volgt.--------
Gedurende de drie kalenderjaren na het jaar waarin het lidmaatschap ------
eindigde blijft het voorgaande lid van toepassing.--------------------------------
Het alsdan nog niet terugbetaalde wordt voldaan binnen drie maanden na de vaststelling van de jaarrekening over het laatste boekjaar van de ---------
driejaarsperiode.
Indien evenwel het oud-lid op het tijdstip van het eindigen van zijn --------
lidmaatschap de leeftijd van vijfenzestig jaren heeft bereikt dan wel die ----
leeftijd bereikt in de loop van de drie evenbedoelde kalenderjaren, dan wel komt te overlijden in die periode, wordt het tegoed op de ledenlening -----
voldaan binnen drie maanden na de vaststelling van de jaarrekening over - het jaar waarin gemeld feit zich heeft voorgedaan.-------------------------------
5. Met toepassing van het bepaalde in lid 2 van artikel 5 (hardheidsclausule) - kan het bestuur in individuele gevallen afwijken van het bepaalde in de ----
beide voorgaande leden.
6. De vorderingen van de leden uit hoofde van de ledenlening zullen zijn ----
achtergesteld bij alle vorderingen die derden te eniger tijd jegens de --------
- 15 -
coöperatie kunnen doen gelden. Op gelijke wijze is de vordering van de --- coöperatie op een dochteronderneming wegens doorlening van de ---------
tegoeden van de ledenlening achtergesteld bij alle vorderingen die derden - jegens die dochteronderneming(en) kunnen doen gelden.----------------------
7. Een opeisbare vordering van een lid of oud-lid die niet binnen vijf jaar is - opgeëist, vervalt aan de coöperatie. Indien een lid of oud-lid in staat van -- faillissement is geraakt, dient de toewijzing van een (dan nog niet------------
opeisbare) vordering op de coöperatie door de curator te worden -----------
meegedeeld. Indien die mededeling niet is ontvangen binnen vijf jaar na de datum van faillietverklaring, vervalt het tegoed aan de coöperatie. Het -----
bepaalde in dit lid laat de mogelijke toepassing van de hardheidsclausule -- van artikel 5 onverlet.
Verplichtingen van de leden. Afrekenplicht. Informatie- en ------------------
meldingsplicht.
Artikel 16.
1. Door toetreding onderwerpen de leden zich aan alle bepalingen van deze - statuten en aan alle voorschriften, reglementen en verdere besluiten van de coöperatie.
2. De leden zijn, behoudens het in lid 3 van dit artikel bepaalde, verplicht alle op hun bedrijf geheel of gedeeltelijk geteelde of samengestelde --------------
sierteeltproducten, door of door toedoen van de coöperatie of een ---------
dochteronderneming van de coöperatie af te rekenen.--------------------------
Het bestuur heeft het recht om met leden die sierteeltproducten afkomstig van derden be- of verwerken, aanvullende voorwaarden overeen te komen waarna deze producten overeenkomstig die voorwaarden zullen worden -- afgerekend.
3. Het bestuur kan van de veil- en afrekenplicht ontheffing verlenen en aan - deze ontheffing voorwaarden verbinden. Worden de voorwaarden niet ---
vervuld, dan geldt de ontheffing als niet te zijn verleend. ----------------------
4. Het bestuur van de coöperatie casu quo de directie van een betrokken -----
dochteronderneming kan, in naar zijn/haar oordeel daarvoor in ------------
aanmerking komende gevallen, aan de leden de verplichting opleggen een accountantsverklaring, opgesteld door een registeraccountant, te ------------
overleggen waaruit de gerealiseerde omzet aan sierteeltproducten van het -
- 16 -
bij het betrokken lid in exploitatie zijnde bedrijf moet kunnen worden -----
vastgesteld.
De aan deze controle verbonden kosten zullen alleen dán voor rekening -- van de coöperatie casu quo dochteronderneming zijn, indien mocht -------
blijken dat de betrokkene niet heeft gehandeld in strijd met zijn -------------
verplichtingen jegens de coöperatie en haar dochteronderneming(en). ------
5. De leden zijn verplicht aan de coöperatie en aan de betrokken ---------------
dochteronderneming(en) alle door of namens het bestuur van de -----------
coöperatie casu quo de directie van deze vennootschap(pen) van hen ------
verzochte inlichtingen -volgens xxxxx door het bestuur casu quo de --------
directie vast te stellen regels- te verschaffen, welke onder meer kunnen ----
betreffen:
- de rechtsvorm waarin het bedrijf wordt gevoerd; --------------------------
- de aard van het bedrijf;
- de bedrijfsgrootte;
- de te verwachten aanvoer, zowel voor wat betreft de soort als ook de hoeveelheid der producten.
De leden zijn tevens verplicht iedere wijziging in de door hen als hiervoren verschafte inlichtingen terstond aan het bestuur casu quo de directie te ----
melden.
Sancties. Boeten. Naheffingen.
Artikel 17.
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 12 (ontzetting) en artikel 13 lid 2 ---
(schorsing) is het bestuur bevoegd om aan een lid dat in strijd handelt met het bepaalde in lid 1 van artikel 16 een of meer boeten op te leggen tot een bedrag van ten hoogste tweeduizend vijfhonderd euro (EUR 2.500,00) per overtreding.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 12 (ontzetting), artikel 13 -------------
(schorsing) en het vorige lid, is het bestuur ingeval een lid handelt of nalaat in strijd met het bepaalde in de leden 2, 3 of 4 van artikel 16, bevoegd aan het betrokken lid een naheffing op te leggen, al dan niet ten behoeve van - de betrokken dochteronderneming(en). -------------------------------------------
Het bedrag van een naheffing is ten hoogste gelijk aan hetgeen door de ---
coöperatie of betrokken dochteronderneming is gederfd als gevolg van het
- 17 -
betreffende handelen of nalaten van het lid. --------------------------------------
3. Een lid is gehouden een opgelegde boete of naheffing op eerste ------------
aanmaning aan de coöperatie of de betrokken dochteronderneming(en) te voldoen op de door de coöperatie of de betrokken -----------------------------
dochteronderneming(en) aan te geven wijze. -------------------------------------
4. Het bestuur legt een boete of naheffing, tenzij die een lager bedrag ---------
beloopt dan tweeduizend vijfhonderd euro (EUR 2.500,00), niet op dan -- nadat de betrokkene door of namens het bestuur is xxxxxxx, althans ------
daartoe behoorlijk bij aangetekende brief is opgeroepen.-----------------------
5. Wanneer het bestuur voornemens is een boete of naheffing op te leggen -- van een bedrag lager dan tweeduizend vijfhonderd euro (EUR 2.500,00) -- stelt het bestuur de betrokkene in de gelegenheid zijn zienswijze ------------
daaromtrent schriftelijk kenbaar te maken.----------------------------------------
6. In reglementen van de coöperatie of van dochteronderneming(en), zoals - een bedrijfsreglement, kunnen op overtreding van bepalingen daarvan ----
eveneens boeten worden gesteld die ten hoogste tweeduizend vijfhonderd euro (EUR 2.500,00) belopen. Zodanige boeten kunnen worden opgelegd zonder dat de overtreder tevoren is gehoord.-------------------------------------
7. Terzake van gemelde bedragen is het bepaalde in lid 1 van artikel 5 van toepassing.
Bestuur. Dagelijks bestuur. Samenstelling. ----------------------------------------
Artikel 18.
1. Het bestuur bestaat uit een door de algemene vergadering te bepalen ------
aantal van ten minste drie en ten hoogste vijf natuurlijke personen, die ----
door de algemene vergadering worden benoemd uit de leden-natuurlijke -- personen, de rechtstreekse of middellijke bestuurders van de ----------------
leden-rechtspersonen of de deelgenoten (of de rechtstreekse of middellijke bestuurders daarvan) van een personencombinatie die lid is van de ---------
coöperatie.
2. a. Het bestuur draagt voor elke bestuursvacature een persoon aan de ---
algemene vergadering ter benoeming voor en vermeldt deze -----------
voordracht op de oproeping tot de desbetreffende algemene -----------
vergadering.
b. Individuele leden kunnen aan het bestuur personen voor benoeming -
- 18 -
tot bestuurslid aanbevelen. Het bestuur stelt hen daartoe in staat door tijdige mededeling aan de leden wanneer een vacature in het bestuur - moet worden vervuld. Die mededeling bevat de termijn, ten minste -- veertien dagen, gedurende welke de leden hun aanbeveling(en) --------
kunnen doen en de wijze waarop de aanbeveling moet worden --------
gedaan.
Eenzelfde persoon mag niet worden aanbevolen voor de vervulling -- van meer dan een vacature. Een aanbeveling in strijd daarmee wordt - door het bestuur buiten aanmerking gelaten.--------------------------------
Het bestuur bericht zo spoedig mogelijk aan het lid/de leden die de -- aanbeveling heeft/hebben gedaan, of het bestuur de aanbevolene -----
voor benoeming tot bestuurslid aan de algemene vergadering zal ------
voordragen.
c. Indien er een bestuursvacature is, kan een groep van ten minste -------
veertig (40) leden danwel zoveel leden als bevoegd tot het uitbrengen van één tiende gedeelte van de stemmen in een voltallige algemene ---
vergadering, naast het bestuur, tot uiterlijk veertien dagen vóór de ----
betrokken algemene vergadering een persoon ter benoeming aan de -- algemene vergadering voordragen. Indien een groep leden van deze -- bevoegdheid gebruik maakt, doet het de voordracht zo spoedig -------
mogelijk aan het bestuur toekomen. Zo mogelijk vermeldt het bestuur ook deze voordracht in de oproeping.----------------------------------------
d. Bij alle aanbevelingen dient in acht te worden genomen dat het --------
bestuur na benoeming van de voorgedragen kandidaat een redelijke -- en evenwichtige afspiegeling vormt van de leden van de coöperatie.---
3. De in het vorige lid bedoelde voordrachten zijn bindend, derhalve kunnen slechts voorgedragen personen tot bestuurslid worden benoemd.------------
De algemene vergadering kan echter met een besluit dat met ten minste -- tweederde van het aantal uitgebrachte geldige stemmen wordt genomen -- aan een voordracht het bindend karakter ontnemen.----------------------------
Wanneer aan een voordracht het bindend karakter is ontnomen, is de -----
algemene vergadering vrij in de benoeming. --------------------------------------
4. Bloedverwantschap of aanverwantschap tot de tweede graad ingesloten ---
mag noch tussen leden van het bestuur, noch tussen een lid van het --------
- 19 -
bestuur en een directeur van een dochteronderneming bestaan. --------------
a. Indien aanverwantschap tussen leden van het bestuur tijdens een -----
zittingsperiode ontstaat zal degene door wiens huwelijk en/of ---------
geregistreerd partnerschap zij ontstond in de eerstvolgende algemene vergadering aftreden.
b. Indien aanverwantschap tussen lid van het bestuur en een directeur -- tijdens een zittingsperiode van dit bestuurslid ontstaat zal het ----------
betrokken bestuurslid in de eerstvolgende algemene vergadering ------
aftreden.
c. Indien een directeur zal worden benoemd en bestaat tussen die nog te benoemen directeur en een lid van het bestuur een in het ---------------
voorafgaande verboden graad van bloed- of aanverwantschap dan zal vóórdat tot benoeming van bedoelde directeur zal worden overgegaan het betrokken bestuurslid aftreden. -------------------------------------------
d. Worden bij eenzelfde verkiezing twee of meer personen tot ------------
bestuurslid gekozen tussen wie een krachtens het voorafgaande -------
verboden graad van bloed- of aanverwantschap bestaat dan zal, de ---
jongste in levensjaren geacht worden te zijn gekozen en zal in de ------
overige vacature(s) door voortgezette verkiezing worden voorzien. ----
e. Xxxxx bij verkiezing een persoon tot bestuurslid gekozen en bestaat - tussen die persoon en een directeur een krachtens het voorafgaande - verboden graad van bloed- of aanverwantschap dan wordt die ---------
xxxxxxx geacht niet als bestuurslid gekozen te zijn en zal in de ---------
vacature door voortgezette verkiezing worden voorzien. -----------------
Voor toepassing van het hiervoren bepaalde wordt aanverwantschap - geacht op te houden te bestaan indien en zodra het huwelijk waardoor zij ontstond is ontbonden of het geregistreerd partnerschap is ---------
beëindigd.
Het hiervoor in dit lid bepaalde in zoveel mogelijk van overeenkomstige -- toepassing op situaties waarbij twee leden van het bestuur, of een lid van - het bestuur en een directeur van een dochtermaatschappij, op enige wijze belang hebben of verbonden zijn aan één onderneming of groep van ------
ondernemingen. De beoordeling of een dergelijke situatie van toepassing - is, geschiedt door de Raad van Beroep. --------------------------------------------
- 20 -
5. Jaarlijks treedt een derde van het aantal bestuursleden of een zo dicht -----
mogelijk daarbij komend aantal, volgens een door het bestuur op te maken rooster af.
Aftredende bestuursleden zijn driemaal achtereen terstond herkiesbaar, ---
zodat derhalve hun maximale zittingsduur twaalf jaar beloopt. Evenwel ---
wordt bij de toepassing van de vorige zin een gedeeltelijke zittingsperiode van een in een tussentijdse vacature gekozen bestuurslid -die op het -------
rooster van aftreden de plaats inneemt van zijn voorganger- buiten ---------
aanmerking gelaten. Deze maximale zittingsduur neemt steeds weer een -- aanvang wanneer een bestuurslid in de functie van dagelijks bestuurslid ---
wordt gekozen of wisselt van functie binnen het dagelijks bestuur. ----------
In een volgende algemene vergadering wordt voorzien in de vacatures ----
welke ingevolge het hiervoor bepaalde ontstaan. Zodra die vergadering is - gesloten is het bestuurslidmaatschap van de in de eerste zin bedoelde ------
bestuursleden geëindigd en dat van hun opvolgers aangevangen.-------------
6. Een bestuurslid kan door de Raad van Beroep worden geschorst. -----------
De schorsing van een bestuurslid vervalt, indien de algemene vergadering niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag of tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een ----------
schorsing kan voor ten hoogte drie maanden worden gehandhaafd, --------
ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen.
7. De algemene vergadering kan elk bestuurslid te allen tijde ontslaan. ---------
Zodanig besluit kan slechts worden genomen met een meerderheid van ---
ten minste tweederde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering ----
waarin ten minste een zodanig aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is als is gerechtigd tot het uitbrengen van ten minste eenvierde gedeelte ---
van het aantal stemmen dat in een voltallige vergadering kan worden ------
uitgebracht.
8. In een tussentijdse vacature wordt in de eerstvolgende te houden -----------
algemene vergadering voorzien met dien verstande dat bij overlijden of ---
tussentijds aftreden van twee of meer bestuursleden zo spoedig mogelijk, - doch in ieder geval binnen drie maanden, een algemene vergadering dient te worden gehouden om in de vacatures te voorzien. Een overeenkomstig
- 21 -
de vorige zin benoemde neemt op het rooster van aftreden de plaats in --- van de afgetredene. In afwijking van het bepaalde in lid 5 is een -------------
bestuurslid dat in het rooster van een ander treedt viermaal terstond -------
herkiesbaar.
9. Het bestuur wijst uit zijn midden aan een voorzitter, een secretaris en een vice-voorzitter, die tezamen het dagelijks bestuur van de coöperatie --------
vormen. Een besluit tot aanwijzing van de voorzitter behoeft de ------------
goedkeuring van de algemene vergadering.----------------------------------------
Bestuur en dagelijks bestuur. Taken en bevoegdheden. ----------------------
Vertegenwoordiging. Werkwijze.
Artikel 19.
1. a. Behoudens beperkingen volgens deze statuten is het bestuur belast ---
met het besturen van de coöperatie. In het kader daarvan ziet het -----
bestuur toe op naleving van de statuten, reglementen en besluiten van de coöperatie en voert de besluiten van de algemene vergadering uit.--
b. Het dagelijks bestuur is belast met het dagelijks beheer van de ---------
coöperatie, vervult de andere taken die aan het dagelijks bestuur in ---
deze statuten zijn opgedragen alsmede de taken die het bestuur aan -- het dagelijks bestuur delegeert. Niet gedelegeerd kunnen worden ------
aangelegenheden die krachtens deze statuten zijn onderworpen aan de goedkeuring van de algemene vergadering. ----------------------------------
2. Het bestuur vertegenwoordigt de coöperatie.-------------------------------------
De coöperatie kan bovendien worden vertegenwoordigd door twee --------
gezamenlijk handelende bestuursleden, van wie ten minste één lid dient te zijn van het dagelijks bestuur.
3. Het bestuur vergadert zo dikwijls het dagelijks bestuur dit nodig acht of -- ten minste drie bestuursleden dit nodig achten, doch minstens éénmaal per kwartaal en kan geen besluiten nemen wanneer niet ten minste de helft ----
van het aantal bestuursleden aanwezig is. Ten aanzien van onderwerpen -- die om de in de vorige zin genoemde reden in een vergadering niet zijn ---
behandeld en in een volgende bestuursvergadering, waarvoor alle -----------
bestuursleden persoonlijk en schriftelijk zijn uitgenodigd, wederom aan de orde worden gesteld kan dan echter -ook al is minder dan de helft van het aantal bestuursleden aanwezig- een wettig besluit worden genomen. --------
- 22 -
4. Indien het bestuur uit een even aantal personen bestaat en de stemmen in een voltallige vergadering staken, heeft de voorzitter een doorslaggevende stem.
Artikel 20.
1. Het bestuur is, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden -- van dit artikel, bevoegd te besluiten tot het aangaan van alle -----------------
rechtshandelingen.
2. Aan de goedkeuring van de algemene vergadering zijn onderworpen -------
bestuursbesluiten strekkende tot:
a. het doen van investeringen en het vervreemden van materiële vaste -- activa als bedoeld in artikel 366 van Boek 2 van het Burgerlijk ---------
Wetboek en/of financiële vaste activa als bedoeld in artikel 367 -------
onderdelen a en b van gemeld Boek 2 door de coöperatie, indien -----
daarmee een bedrag of waarde is gemoeid van meer dan eenmiljoen -- euro (EUR 1.000.000,00);
b. het aangaan van geldleningen en kredieten en het stellen van -----------
zekerheden ten laste van de coöperatie, indien daarmee een bedrag of waarde is gemoeid van meer dan eenmiljoen euro ------------------------
(EUR 1.000.000,00);
c. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de --------
coöperatie of een dochteronderneming met een andere rechtspersoon of vennootschap dan wel als volledig aansprakelijk vennoot in een ----
personenvennootschap, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de coöperatie.---------------------------------
3. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering de in lid 2.a. en
-b. gemelde bedragen wijzigen, bijvoorbeeld door indexering ter ------------
compensatie van de geldontwaarding.----------------------------------------------
4. Het ontbreken van de goedkeuring van de algemene vergadering ten -------
aanzien van een besluit als bedoeld in lid 2 van dit artikel, tast de -----------
vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur of de bestuursleden niet aan.
5. Het bestuur benoemt uit haar midden één of meer bestuursleden die de ---
coöperatie vertegenwoordigen als aandeelhouder in de algemene -----------
vergadering van aandeelhouders van een dochteronderneming. --------------
- 23 -
Een zodanige benoeming omvat een volmachtverlening van het bestuur -- aan dat bestuurslid of elk van die bestuursleden om het bestuur in die -----
hoedanigheid te vertegenwoordigen.
6. De bestuursleden genieten een door het bestuur te bepalen vergoeding; ---
hun uitgaven als reis- en verblijfkosten en dergelijke in het belang van de - coöperatie gedaan, komen ten laste van de coöperatie. -------------------------
Raad van Beroep.
Artikel 21.
1. De coöperatie kent een Raad van Beroep. De Raad van Beroep heeft die - taken en bevoegdheden die de statuten haar toekennen, zoals het besluiten in beroep daar waar de statuten voorzien in een beroepsmogelijkheid ------
tegen besluiten van het bestuur en het besluiten bij geschillen tussen een -- lid en de coöperatie.
2. De Raad van Beroep bestaat uit ten minste drie natuurlijke personen, die - uit de leden worden benoemd. Voor de toepassing van dit artikel wordt ---
onder leden mede verstaan oud-leden, rechtstreekse of middellijke ---------
bestuurders van leden-rechtspersonen en van oud-leden rechtspersonen, - voormalige rechtstreekse of middellijke bestuurders van leden- --------------
rechtspersonen en van oud-leden rechtspersonen, alsook deelgenoten of -- oud-deelgenoten (of de rechtstreekse of middellijke bestuurders daarvan) - van een personencombinatie die lid is of was. ------------------------------------
In geval van één of meer vacatures blijft de raad bevoegd.---------------------
3. De leden van de Raad van Beroep worden benoemd door de algemene ---
vergadering.
Het in artikel 18 leden 2 tot en met 4 inzake kandidaatstelling en verboden graden van bloed- en aanverwantschap bepaalde is van overeenkomstige - toepassing, met dien verstande dat de aldaar verboden graden van ----------
bloedverwantschap ook niet tussen de leden van het bestuur en van de ----
Raad van Beroep mogen bestaan.
Bestuursleden kunnen niet tot lid van de Raad van Beroep worden ---------
gekozen.
Een lid van de Raad van Beroep die tot bestuurslid wordt benoemd, houdt op lid te zijn van de Raad van Beroep. --------------------------------------------
4. De raad kiest uit zijn midden een voorzitter en een secretaris en bepaalt ---
- 24 -
zelf de wijze van behandeling van de zaken. --------------------------------------
Jaarlijks treedt één lid van de raad volgens een door de raad zelf op te -----
maken rooster af. De afgetredene is terstond herkiesbaar, met dien ---------
verstande dat een oud-lid of een vertegenwoordiger van een oud-lid -------
rechtspersoon niet meer herbenoembaar is indien het lidmaatschap langer dan vijf jaar is geëindigd.
5. Uitgaven van de leden van de Raad van Beroep als reis- en verblijfskosten en dergelijke in het belang van de coöperatie gedaan, komen ten laste van de coöperatie.
Productcommissies.
Artikel 22.
1. Het bestuur kan besluiten tot het aanstellen van een of meer -----------------
productcommissies, bestaande uit aanvoerders en medewerkers van de ----
coöperatie of haar dochteronderneming(en). Deze hebben ten doel elkaar wederzijds van advies te dienen over de vermarkting van de betreffende -- sierteeltproducten.
2. De samenstelling, taken, bevoegdheden, werkwijze en andere ----------------
aangelegenheden de productcommissies betreffende worden in een door - het bestuur vast te stellen reglement uitgewerkt. ---------------------------------
Algemene vergaderingen.
Artikel 23.
1. Jaarlijks roept het bestuur ten minste één algemene vergadering bijeen; ----
deze zal worden gehouden binnen de eerste zes maanden van het ----------
boekjaar, tenzij deze termijn door de algemene vergadering is verlengd. ---
Deze vergadering wordt in deze statuten aangeduid als de --------------------
"jaarvergadering".
In de jaarvergadering wordt, met inachtneming van hetgeen terzake nader in de statuten is bepaald in ieder geval behandeld het jaarverslag en de -----
jaarrekening over het afgelopen boekjaar. -----------------------------------------
Het bestuur is bevoegd, behalve de jaarvergaderingen, zovele malen een -- algemene vergadering bijeen te roepen als het wenselijk acht. -----------------
2. Tot bijwoning van een algemene vergadering worden de leden door de ----
secretaris of diens plaatsvervanger ten minste acht dagen tevoren, de dag - van de verzending van de oproeping en die, waarop de vergadering wordt
- 25 -
gehouden, niet meegerekend, schriftelijk opgeroepen waarbij de punten --- van behandeling zijn vermeld.
De leden die daarmee hebben ingestemd kunnen tot de vergadering -------
worden opgeroepen door een langs elektronische weg toegezonden --------
leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hen voor dit -- doel aan de coöperatie is bekend gemaakt. ----------------------------------------
3. Voorstellen die niet bij de oproeping zijn vermeld kunnen echter, mits ----
geen statutenwijziging of ontbinding van de coöperatie inhoudend, --------
onmiddellijk in behandeling worden genomen, wanneer het bestuur zich -- niet daartegen verzet; voor aanneming van zodanige voorstellen is een ----
meerderheid van ten minste drievierde van de in de vergadering ------------
uitgebrachte geldige stemmen vereist. ----------------------------------------------
4. Op schriftelijk, met opgave van de te behandelen onderwerpen gedaan, ---
verzoek van ten minste veertig (40) leden danwel zoveel leden als bevoegd tot het uitbrengen van één tiende gedeelte van de stemmen in een ----------
voltallige algemene vergadering, is het bestuur verplicht tot het --------------
bijeenroepen van een algemene vergadering. Een verzoek als in de vorige - zin bedoeld kan niet door middel van een elektronisch ------------------------
communicatiemiddel worden gedaan. Indien aan het verzoek niet binnen - veertien dagen is voldaan of de vergadering niet binnen vier weken na -----
indiening van het verzoek wordt gehouden, kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan per advertentie in een of meer veel gelezen --------
dagbladen of door persoonlijke oproeping, een en ander op kosten van de coöperatie. De vergadering voorziet in dat geval zelf in het voorzitterschap en in het secretariaat.
5. Bij alle algemene vergaderingen tekenen de leden een presentielijst. ---------
Xxxxxxx een lid aan de vergadering deelneemt door middel van een ---------
elektronisch communicatiemiddel tekent het bestuur dit aan op de ---------
presentielijst.
6. De algemene vergaderingen worden gehouden in een door het bestuur te - bepalen plaats.
De vergadering wordt gehouden in de Nederlandse taal.-----------------------
Indien het bestuur zulks wenselijk acht met het oog op het bijwonen van - de vergadering door personen die de Nederlandse taal niet machtig zijn, --
- 26 -
kan het zorgdragen voor (simultaan) vertalingsfaciliteiten voor die ----------
personen in een of meer vreemde talen. -------------------------------------------
Eveneens kan het bestuur ten behoeve van personen als hierbedoeld ------
bepalen dat stukken waarvan die personen kennis zullen nemen in ---------
zodanige taal/talen zullen worden vertaald en (tevens) in die taal aan hen - zullen worden toegezonden.
Ingeval van tegenstrijdigheid tussen de Nederlandse tekst van enig zodanig stuk en die van de vertaling, prevaleert de Nederlandse tekst. -----------------
7. Het bestuur kan besluiten dat de tot de algemene vergadering ---------------
toegangsgerechtigden bevoegd zijn, in persoon of bij een schriftelijk -------
gevolmachtigde, door middel van een elektronisch communicatiemiddel -- aan de algemene vergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren -- en, zo de toegangsgerechtigde stemrecht heeft in de algemene vergadering, zijn stemrecht uit te oefenen. Vereist is dat de vergadergerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de beraadslagingen ter vergadering, en, zo hij --------
stemrecht heeft, dat stemrecht kan uitoefenen. Het bestuur kan -------------
voorwaarden stellen aan het gebruik van het elektronisch ---------------------
communicatiemiddel. Indien het bestuur zodanige voorwaarden stelt, -----
worden deze bij de oproeping tot de vergadering bekend gemaakt. ----------
Xxxxxxxxx en besluitvorming.
Artikel 24.
1. Het stemrecht wordt door de leden-natuurlijke personen zelf uitgeoefend en voor de leden-rechtspersonen (waaronder ook begrepen ------------------
personencombinaties met rechtspersoonlijkheid die lid zijn) door een in de vergadering aanwezige bestuurder of functionaris die bevoegd is het -------
betrokken lid te vertegenwoordigen.
Een volgens de vorige zin tot stemmen bevoegde kan zich echter in de ---
algemene vergaderingen doen vertegenwoordigen door een meerderjarig -- lid van zijn gezin, door een ander lid-natuurlijk persoon of -------------------
vertegenwoordiger van een medelid-rechtspersoon dan wel door een ------
gevolmachtigde, die in het bedrijf van het lid werkzaam is en de ------------
meerderjarige leeftijd heeft bereikt. Gevolmachtigden als vorenbedoeld ---
moeten zijn voorzien van een door degene die zich door hen doet ---------
- 27 -
vertegenwoordigen ondertekende volmacht, welke voor de aanvang van de vergadering aan de voorzitter moet zijn afgegeven.------------------------------
Een lid die deelgenoot is van een personencombinatie, brengt het aantal -- stemmen uit dat overeenkomt met de op grond van artikel 6 lid 3 op zijn - naam geboekte omzet, met dien verstande dat het totaal aantal stemmen -- dat door de leden-deelgenoten van een personencombinatie kan worden -- uitgebracht, ten hoogste gelijk is aan het aantal stemmen dat kan worden - uitgebracht indien de personencombinatie zelf lid zou zijn. Waar nodig ---
wordt in dat kader het stemrecht van de deelgenoten van de betreffende -- personencombinatie naar evenredigheid verminderd. ---------------------------
Eén persoon kan optreden als gevolmachtigde van hetzij één ander lid ----
hetzij, indien hij deel uitmaakt van een personencombinatie als bedoeld in onderdeel c. van lid 1 van artikel 6, van de overige deelgenoten van die ----
combinatie.
2. Ieder lid heeft in de algemene vergadering van de coöperatie ten minste ---
één stem, met dien verstande dat een lid met een bruto-omzet bij de -------
coöperatie en/of haar dochteronderneming(en) in het afgelopen boekjaar van vijfduizend euro (EUR 5.000,00) of meer, doch minder dan ------------
vijfentwintigduizend euro (EUR 25.000,00) twee stemmen, van -------------
vijfentwintigduizend euro (EUR 25.000,00) of meer, doch minder dan ----
vijftigduizend euro (EUR 50.000,00) drie stemmen, van vijftigduizend -----
euro (EUR 50.000,00) of meer, doch minder dan eenhonderdduizend euro (EUR 100.000,00) vier stemmen, van eenhonderdduizend euro -------------
(EUR 100.000,00) of meer, doch minder dan eenhonderdvijftigduizend ---
euro (EUR 150.000,00) vijf stemmen, van eenhonderdvijftigduizend euro (EUR 150.000,00) of meer, doch minder dan tweehonderdduizend euro -- (EUR 200.000,00) zes stemmen, van tweehonderdduizend euro -------------
(EUR 200.000,00) of meer, doch minder dan tweehonderdvijftigduizend - euro (EUR 250.000,00) zeven stemmen, van tweehonderdvijftigduizend -- euro (EUR 250.000,00) of meer, doch minder dan driehonderdduizend ---
euro (EUR 300.000,00) acht stemmen, van driehonderdduizend euro ------
(EUR 300.000,00) of meer, doch minder dan driehonderdvijftigduizend -- euro (EUR 350.000,00) negen stemmen, van driehonderdvijftigduizend ---
euro (EUR 350.000,00) of meer, doch minder dan vierhonderdduizend ---
- 28 -
euro (EUR 400.000,00) tien stemmen uitbrengt en voor ----------------------
vierhonderdduizend euro (EUR 400.000,00) of meer (het maximum van) - elf stemmen.
Onder "bruto-omzet" wordt in deze statuten verstaan het bruto-bedrag ---
waarover de coöperatie en/of haar dochteronderneming(en) aan de leden veilingprovisie in rekening hebben gebracht. -------------------------------------
3. De boeken van de coöperatie zijn beslissend voor het bepalen van de -----
bruto-omzet. Alleen de bij de coöperatie of haar dochteronderneming(en) zelf gerealiseerde omzet wordt in aanmerking genomen. -----------------------
4. Een lid dat in enig boekjaar tot de coöperatie toetreedt heeft gedurende ---
dat boekjaar eveneens het recht één stem uit te brengen.-----------------------
5. Wanneer door welke oorzaak dan ook vaststelling van de bruto-omzetten van de leden niet mogelijk mocht zijn, brengt ieder lid één stem uit.---------
Stemrecht en besluitvorming in de organen van de coöperatie. --------------
Artikel 25.
1. Behoudens het hiervoor bepaalde in artikel 24 omtrent het stemrecht in de algemene vergadering, brengt ieder lid van een orgaan, zoals het bestuur, - het dagelijks bestuur en de Raad van Beroep, in de vergadering van dat ----
orgaan één stem uit.
2. Alle besluiten van alle organen van de coöperatie worden genomen bij ----
volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, tenzij in deze statuten een versterkte meerderheid is voorgeschreven. ------------------------
3. Xxxxxxxx over zaken geschiedt mondeling tenzij de voorzitter van de -----
vergadering beslist dat schriftelijk wordt gestemd. Over personen wordt -- met gesloten briefjes gestemd. Xxxxxxxx bij acclamatie is zowel over ------
zaken als over personen mogelijk wanneer niemand van de ------------------
stemgerechtigde aanwezigen zich daartegen verzet. -----------------------------
4. Wanneer bij stemming over personen door niemand de volstrekte ----------
meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen wordt verkregen vindt, - nadat zonodig een tussenstemming is gehouden tussen personen die -------
gelijke aantallen stemmen hebben verkregen, herstemming plaats tussen de twee personen die bij de stemming de hoogste twee aantallen stemmen op zich hebben verenigd. Staken bij de tussenstemming de stemmen tussen -- twee of meer personen, dan beslist het lot, welke twee personen voor de --
- 29 -
herstemming in aanmerking komen. Staken de stemmen bij de --------------
herstemming, dan beslist het lot, wie is gekozen. --------------------------------
5. Wanneer bij stemming over zaken geen volstrekte meerderheid wordt -----
verkregen is het voorstel verworpen.
6. Xxxxxx stemmen en stemmen van onwaarde gelden niet als uitgebrachte -- stemmen.
Boekjaar. Jaarrekening. Jaarverslag. Accountantscontrole.--------------------
Artikel 26.
1. Het boekjaar van de coöperatie is het kalenderjaar.------------------------------
2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens -------
verlenging van deze termijn volgens de wet, maakt het bestuur een ---------
jaarrekening, bestaande uit ten minste een balans, een exploitatierekening - en een toelichting op beide, alsmede een jaarverslag ("bestuursverslag" in - de zin van de wet) op.
De opgemaakte jaarrekening wordt ondertekend door de bestuursleden. -- Ontbreekt de handtekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan - onder opgave van reden melding gemaakt. ---------------------------------------
3. De coöperatie verleent opdracht tot onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag aan een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1 van Boek 2 - van het Burgerlijk Wetboek.
4. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur. - De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring - omtrent de getrouwheid van de jaarrekening.-------------------------------------
5. Het bestuur legt de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag en de ---------
krachtens artikel 392 lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek toe te -- voegen gegevens, waaronder de accountantsverklaring, vanaf de oproep -- voor de algemene vergadering bestemd tot behandeling van de --------------
jaarrekening, ten kantore van de coöperatie en/of digitaal ter inzage voor - de leden. De leden kunnen kosteloos een afschrift van deze stukken -------
verkrijgen.
6. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering. -----------
De jaarrekening kan niet worden vastgesteld indien de algemene ------------
vergadering geen kennis heeft kunnen nemen van de verklaring van de ----
accountant, behoudens het bepaalde in artikel 393 lid 7, slot van Boek 2 --
- 30 -
van het Burgerlijk Wetboek.
7. Voor het ontslag van de bestuurders van aansprakelijkheid voor het door - hen in het betreffende boekjaar gevoerde bestuur (kwijting) is een ----------
afzonderlijk besluit van de algemene vergadering vereist. ----------------------
8. Indien de algemene vergadering niet tot vaststelling van de jaarrekening ---
overgaat, zal het bestuur binnen een maand nieuwe jaarstukken opmaken - waarbij rekening gehouden wordt met de bevindingen van de algemene ---
vergadering. De vorige leden van dit artikel zijn daarbij van ------------------
overeenkomstige toepassing. De nieuwe jaarstukken zullen in de ------------
eerstvolgende algemene vergadering ter vaststelling worden overgelegd.----
Exploitatieresultaat. Batig saldo. Tekort.-------------------------------------------
Artikel 27.
1. Indien uit de exploitatierekening blijkt van een batig saldo, stelt de ---------
algemene vergadering, op voorstel van het bestuur, vast of dit saldo dan -- wel welk gedeelte daarvan, wordt toegevoegd aan de algemene reserve en - welk gedeelte voor uitkering of toevoeging aan benoemde reserve(s) als ---
hierna vermeld, beschikbaar is.
2. Uit het batig saldo of hetgeen hiervan resteert na toepassing van het -------
bepaalde in het vorige lid kan, door de algemene vergadering op voorstel - van het bestuur, aan de participatierekeningen van de leden als vergoeding worden toegevoegd een percentage van het bedrag van de -------------------
participatierekeningen naar de stand per de laatste dag van het betrokken - boekjaar ("participatievergoeding"), behoudens voor zover uit het elders in deze statuten bepaalde anders voortvloeit. ----------------------------------------
Het percentage zal niet hoger zijn dan het in lid 2 van artikel 15 bedoelde - percentage.
3. Vervolgens wordt, door de algemene vergadering op voorstel van het -----
bestuur, bepaald welk gedeelte van het dan resterend batig saldo daarvan - wordt toegevoegd aan de participatiereserve middels bijschrijving op de ---
participatierekeningen van de leden en van hen wier lidmaatschap eindigde in of aan het einde van het betrokken boekjaar. Deze bijschrijving ----------
geschiedt naar verhouding van de door ieder van hen in het betrokken ----
boekjaar verschuldigd geworden provisie. -----------------------------------------
4. Een na toepassing van de vorige leden resterend batig saldo kan de --------
- 31 -
algemene vergadering op voorstel van het bestuur ten goede doen komen aan de leden en aan degenen wier lidmaatschap in of aan het einde van het betreffende boekjaar eindigde, hetzij door uitkering hetzij door -------------
bijschrijving op het tegoed van ieders ledenlening, hetzij deels door --------
uitkering en deels door zodanige bijschrijving. -----------------------------------
Het aldus aan de (oud-)leden ten goede komende komt aan ieder van hen ten goede naar evenredigheid van de door hen in het betreffende boekjaar verschuldigd geworden provisie.
5. Blijkt uit de exploitatierekening van een tekort, dan wordt dit tekort, tenzij de algemene vergadering op voorstel van het bestuur besluit tot een -------
andere wijze van delging van het tekort, allereerst gedelgd door dit ten ----
laste te brengen van de over het betreffende boekjaar door de coöperatie - ingehouden liquiditeitsbijdragen van de leden. -----------------------------------
Resteert na toepassing van de vorige zin, dan wel het besluit van de --------
algemene vergadering krachtens de vorige zin, een tekort, dan stelt de -----
algemene vergadering, op voorstel van het bestuur, vast welk gedeelte -----
daarvan ten laste wordt gebracht van de algemene reserve en welk gedeelte ten laste van de participatiereserve.
Indien een tekort wordt gebracht ten laste van de participatiereserve vindt afboeking plaats op de participatierekeningen van de leden naar -------------
verhouding van de omvang van ieders participatierekening. Deze -----------
afboeking wordt toegerekend aan het gehele bedrag van ieders --------------
participatierekening en wel naar evenredigheid van het in de verstreken ---
jaren jaarlijks daaraan toegevoegde bedrag, de participatievergoedingen ----
daaronder begrepen.
6. Indien een tekort niet kan worden gedelgd op de wijzen als in de -----------
voorgaande leden vermeld, beslist de algemene vergadering op voorstel ---
van het bestuur op welke wijze het tekort zal worden gedelgd. ---------------
Dit besluit kan inhouden dat het geheel of een deel van het tekort wordt -- omgeslagen over de leden en over hen wier lidmaatschap in het -------------
betreffende boekjaar eindigde. Alsdan stelt de algemene vergadering op ---
voorstel van het bestuur de maatstaf vast aan de hand waarvan ieders ------
aandeel in de omslag zal worden vastgesteld. -------------------------------------
Participatiereserve.
- 32 -
Artikel 28.
1. De participatiereserve is de som van de ten name van de afzonderlijke ----
leden of oud-leden in de boeken van de coöperatie geadministreerde ------
participatierekeningen.
De participatiereserve behoort tot het eigen vermogen van de coöperatie. -
2. Bijschrijvingen op de participatierekeningen vinden plaats als bepaald in -- artikel 27 leden 1 en 2.
3. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering besluiten dat de in een boekjaar op de participatierekeningen bijgeschreven bedragen -------
("jaarlaag") aan de leden of hun rechtverkrijgenden worden uitgekeerd ----
binnen drie maanden na vaststelling van de jaarrekening van de coöperatie, betrekking hebbend op het tiende boekjaar volgend op dat waarin de ------
eerdergenoemde bijschrijving plaatsvond. ----------------------------------------
De algemene vergadering kan, op voorstel van het bestuur, besluiten ------
jaarlagen eerder of later uit te keren. Het bestuur doet een dergelijk --------
voorstel slechts na overleg met de raad van commissarissen van de ---------
dochteronderneming(en).
Uitkering uit de participatiereserve kan slechts plaatsvinden voorzover tot die bedragen dividenduitkeringen hebben plaatsgevonden door -------------
dochtervennootschap(pen).
4. Na het eindigen van het lidmaatschap wordt een participatierekening aan - het oud-lid dan wel diens rechtverkrijgende(n) voldaan als volgt.-------------
Gedurende de drie kalenderjaren na het jaar waarin het lidmaatschap ------
eindigde blijft het voorgaande lid van toepassing.--------------------------------
Het alsdan nog niet terugbetaalde wordt voldaan binnen drie maanden na de vaststelling van de jaarrekening over het laatste boekjaar van de ---------
driejaarsperiode.
Indien evenwel het oud-lid op het tijdstip van het eindigen van zijn --------
lidmaatschap de leeftijd van vijfenzestig jaren heeft bereikt dan wel die ----
leeftijd bereikt in de loop van de drie evenbedoelde kalenderjaren, dan wel komt te overlijden in die periode, wordt het tegoed op de --------------------
participatierekening voldaan binnen drie maanden na de vaststelling van -- de jaarrekening over het jaar waarin gemeld feit zich heeft voorgedaan. ----
5. Het bestuur kan om redenen van doelmatigheid saldi van --------------------
- 33 -
participatierekeningen die een gering bedrag belopen geheel of ten dele --- aan de rechthebbenden uitkeren vóór de tijdstippen hiervoor in dit artikel vermeld.
Tot het tijdstip waarop de algemene vergadering op de voet van lid 1 van - artikel 5 dit bedrag anders zal hebben vastgesteld, geldt te dezen als een --- gering bedrag tweeduizend vijfhonderd euro (EUR 2.500,00). ----------------
6. Een participatierekening is niet vatbaar voor overdracht of overgang, ------
onverminderd de toepassing van artikel 6 lid 7. ----------------------------------
7. Een betaalbaar gesteld bedrag van een participatierekening dat nog niet is voldaan, is niet rentedragend. Een door de coöperatie aan een lid of oud- - lid betaalbaar gesteld bedrag dat niet is opgevorderd na verloop van vijf ---
jaren vervalt aan de coöperatie. Indien een lid of oud-lid in staat van -------
faillissement is geraakt, dient de toewijzing van een (dan nog niet------------
opeisbare) vordering op de coöperatie door de curator te worden -----------
meegedeeld. Indien die mededeling niet is ontvangen binnen vijf jaar na de datum van faillietverklaring, vervalt het tegoed aan de coöperatie. Het -----
bepaalde in dit lid laat de mogelijke toepassing van de hardheidsclausule -- van artikel 5 onverlet.
Algemene reserve.
Artikel 29.
De door de coöperatie gevormde algemene reserve kan gedurende haar ---------
bestaan niet geheel of ten dele aan de leden worden uitgekeerd.--------------------
Statutenwijziging. Fusie. Splitsing.
Artikel 30.
1. De bepalingen van deze statuten kunnen worden gewijzigd op voorstel ---
van het bestuur of van het in lid 4 van artikel 23 bedoelde aantal leden ----
mits:
a. bij de oproeping tot de algemene vergadering is medegedeeld dat -----
aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld; de termijn ---
van oproeping tot deze algemene vergadering bedraagt ten minste ----
veertien dagen, de dag van oproeping en die waarop de vergadering -- wordt gehouden niet meegerekend; -------------------------------------------
b. de voorgestelde wijzigingen bij de oproeping zijn medegedeeld; --------
c. ten minste tweederde van de in de algemene vergadering uitgebrachte
- 34 -
geldige stemmen zich vóór de wijziging heeft verklaard.------------------
2. Op een besluit van de algemene vergadering tot fusie of splitsing is het bepaalde in lid 1 van dit artikel van overeenkomstige toepassing. ------------
3. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële ---
akte is opgemaakt.
Het bestuur alsmede tot vertegenwoordiging van de coöperatie bevoegde bestuurders zijn tevens bevoegd de akte van statutenwijziging te doen -----
verlijden.
De algemene vergadering kan daartoe tevens andere personen machtigen. -
4. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van -----
statutenwijziging en een volledig doorlopende tekst van de statuten, zoals deze na de wijziging luiden, neer te leggen ten kantore van het --------------
handelsregister.
Het bestuur stelt de tekst van de statuten kosteloos ter beschikking van de leden.
Ontbinding en vereffening van de coöperatie. Uitgesloten -------------------
aansprakelijkheid.
Artikel 31.
1. De coöperatie wordt ontbonden:
a. door een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering; ------
b. door haar insolventie nadat zij in staat van faillissement is verklaard of door de opheffing van het faillissement wegens de toestand van de ---
boedel.
Op het besluit bedoeld onder a is het bepaalde in lid 1 van het voorgaande artikel van overeenkomstige toepassing. -------------------------------------------
2. De coöperatie blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dat voor de vereffening van haar vermogen noodzakelijk is. ------------------------------
In stukken en aankondigingen die van de coöperatie uitgaan moet aan haar naam worden toegevoegd: in liquidatie.--------------------------------------------
3. Tenzij de algemene vergadering anders besluit of de wet anders bepaalt, -- treden de bestuursleden als vereffenaars van het vermogen van de ----------
ontbonden coöperatie op.
De algemene vergadering kan echter de vereffening aan een bijzondere ---
commissie opdragen in welke zij ook niet-leden kan benoemen. -------------
- 35 -
4. Blijkt er bij de vereffening een tekort te zijn, dan zijn de leden en de oud- leden van de coöperatie niet aansprakelijk voor dit tekort. ---------------------
5. Blijkt er bij de vereffening een overschot te zijn dan zal uit het overschot - eerst de participatiereserve als bedoeld in artikel 28 aan de gerechtigden tot die reserve -en zover het saldo ontoereikend is naar evenredigheid- --------
worden uitgekeerd.
Het resterende deel van het overschot wordt verdeeld onder hen die op -- het tijdstip van de ontbinding lid waren naar evenredigheid van de door -- hen gedurende het boekjaar, waarin de ontbinding plaats heeft en de drie - voorafgaande boekjaren bij de coöperatie en dochteronderneming(en) ----
gerealiseerde bruto-omzet of bij korter lidmaatschap naar evenredigheid -- van de gedurende dat kortere lidmaatschap bij de coöperatie en -------------
dochteronderneming(en) gerealiseerde bruto-omzet.----------------------------
6. De coöperatie houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar ---
dan wel aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De --------
vereffenaars doen van het ophouden te bestaan van de coöperatie opgave aan de registers waar de coöperatie is ingeschreven.-----------------------------
7. De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden -----
coöperatie moeten worden bewaard gedurende de wettelijk ------------------
voorgeschreven termijn na afloop van de vereffening. Bewaarder is degene die door de vereffenaars als zodanig is aangewezen. ----------------------------
Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de bewaarder zijn naam en adres opgeven aan de registers waarin de coöperatie was -----
ingeschreven.
Reglementen.
Artikel 32.
1. Behoudens de reglementen die ingevolge deze statuten kunnen worden ---
vastgesteld door een ander orgaan van de coöperatie, kan de algemene ----
vergadering, op voordracht van het bestuur, één of meer reglementen -----
vaststellen en wijzigen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig wordt voorzien, dan wel waarin regeling dienstig wordt geacht.
2. Een reglement mag geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met de wet - of met deze statuten.
- 36 -
3. De algemene vergadering kan de bevoegdheid tot het vaststellen van een - of meer reglementen delegeren aan het bestuur. ---------------------------------
Geschillen.
Artikel 33.
1. Op de rechtsverhoudingen tussen de coöperatie, haar leden en de overigen die krachtens de wet of deze statuten bij de coöperatie zijn betrokken, is -- het Nederlands recht van toepassing. ----------------------------------------------
2. Over alle geschillen inzake de betekenis van een bepaling van deze ---------
statuten, van een reglement of van een besluit van de coöperatie, wordt ---
beslist door de Raad van Beroep, evenals over alle andere geschillen tussen een of meer leden en het bestuur waarin de statuten nog niet voorzien, ----
zulks met uitsluiting van de burgerlijke rechter. ----------------------------------
3. Alle overige geschillen zullen worden beslecht door de bevoegde rechter -- waar de coöperatie haar woonplaats heeft. ----------------------------------------
Overgangsbepaling
Indien door de onderhavige wijziging van artikel 28 van de statuten inzake de - uitkeerbaarheid van de participatierekeningen een lid of oud-lid in een ----------
nadeliger positie komt te verkeren dan zonder wijziging van de statuten, kan ---
het bestuur met toepassing van het bepaalde in lid 2 van artikel 5 -----------------
(hardheidsclausule) en/of om redenen van doelmatigheid in individuele --------
gevallen of in alle gevallen van een bepaalde soort afwijken van het bepaalde in artikel 28 lid 3 of 4 bepaalde.
Inwerkingtreding
Deze statutenwijziging treedt in werking per een januari tweeduizend achttien. -
Slot akte
Deze akte is in minuut opgemaakt en verleden te Rijswijk, op de datum in de -- aanhef van deze akte vermeld.
Nadat de inhoud van deze akte zakelijk aan de verschenen persoon is -----------
opgegeven en toegelicht, heeft deze verklaard van de inhoud van deze akte ----
kennis te hebben genomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te ----
stellen.
Vervolgens is deze akte, na beperkte voorlezing overeenkomstig de wet, door - de verschenen persoon, die mij, notaris, bekend is, en mij, notaris, ---------------
ondertekend.
- 37 -
(Volgt ondertekening)
Uitgegeven voor afschrift.
(w.g.)
Dit is geen afschrift als bedoeld in artikel 49 van de Wet op het notarisambt, is digitaal vervaardigd en derhalve niet ondertekend.