MOBILITY PRO
MOBILITY PRO
Algemene voorwaarden
0037-1-10-7445-032024
EEN SCHADEGEVAL?
Geen paniek, we zijn er om u te helpen!
Welkom in de Algemene Voorwaarden van uw verzekering Mobility Pro. U ontdekt hier alle waarborgen van uw verzekering. Maar eerst en vooral: wat moet u doen bij een schadegeval?
Dringend hulp nodig?
Een ongeluk zit in een klein hoekje. Was u betrokken in een verkeersongeval in België? In recht of in fout, het maakt niet uit!
U hebt de Omnium onderschreven en uw voertuig werd gestolen? Een steenmarter op bezoek gehad onder uw motorkap of water in de motor door een overstroming?
U hebt de Assistance onderschreven en u heeft autopech op 2 straten van uw huis of op weg naar uw vakantie?
Bel meteen onze bijstandscentrale
0800 93 300
+ 32 2 286 72 86 (vanuit het buitenland)
Raadpleeg alle details van onze dienstverlening op de volgende pagina’s.
Onze bijstandscentrale zal geen dekking bieden, noch een prestatie ten laste nemen, noch schadevergoeding betalen,
noch een voordeel of een dienst verstrekken zoals beschreven in onderhavig document, indien dit haar zou blootstellen aan enige sanctie, verbod of beperking op grond van resoluties van de Verenigde Naties of de handels- of economische sancties,
wetten of voorschriften van de Europese Unie of van de Verenigde Staten van Amerika.
Hoe uw schade aangeven?
Contacteer uw DVV-consulent. Die regelt uw schade snel, efficiënt en correct.
Wat hebt u nodig om uw schadeaangifte in te vullen?
Verzamel de volgende documenten:
🡪 uw internationale motorrijtuigverzekeringskaart (u vindt daarop uw contractnummer)
🡪 het aanrijdingsformulier door de 2 partijen ingevuld en getekend (via papier of elektronisch via de Assuralia Crash- form-app)
🡪 eventueel de raming voor de herstelling van uw voertuig
🡪 bij diefstal, het proces-verbaal van de politie
En uiteraard: neem zoveel mogelijk foto’s van de beschadigingen
Bedankt voor uw vertrouwen!
Uw verzekeraar
DVV verzekeringen
DVV is een merk-en handelsnaam van Belins NV Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx
Belgische verzekeringsonderneming toegelaten onder het nummer 0037 RPR Brussel TVA BE 0405.764.064 – IBAN XX00 0000 0000 0000
INHOUDSTAFEL
VERZEKERING VAN DE BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID INZAKE MOTORRIJTUIGEN 4
1. BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE VOLLEDIGE OVEREENKOMST 4
1.4. Verklaring over de schadegevallen
2. BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE
WAARBORG WETTELIJKE BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID 12
2.2. Het recht van verhaal van de verzekeraar 13
3. BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE VERGOEDING VAN BEPAALDE SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN 14
3.2. Het recht van verhaal van de verzekeraar 15
4. BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE BIJKOMENDE WAARBORGEN 15
4.2. Het recht van verhaal van de verzekeraar 16
4.3. Bepaling van toepassing op de vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen 16
5.1. A posteriori personalisatiestelsel 16
5.4. Waarborguitbreiding "BOB" 18
2. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 19
3.2. Welke rijtuigen worden verzekerd? 19
3.3. Wat omvat het verweer? 19
3.4. Wat omvat het verhaal? 19
3.5. Wat omvat het onvermogen? 19
3.6. Wat verzekeren wij niet? 20
4. BEPALINGEN BIJ SCHADEGEVAL 20
4.1. Vrije keuze van advocaat en expert 20
4.2. Wat bij meningsverschil? 20
4.3. Wat bij belangenconflict? 20
4.4. Welke kosten worden vergoed? 20
2.1. Voorwerp en omvang van de dekking 22
2.2. Administratieve bepalingen 22
2.3. Bepalingen bij schadegeval 23
3. VOORWAARDEN EIGEN AAN ELKE WAARBORG 25
3.4. Waarborg Natuurkrachten & Bijkomende Gevaren 27
3.5. Waarborg Materiële Schade 27
VERZEKERING BEROEPSGOEDEREN 28
2. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 28
3. VOORWERP EN OMVANG VAN DE DEKKING 28
4. BEPALINGEN BIJ SCHADEGEVAL 28
2. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 31
4. BEPALINGEN BIJ SCHADEGEVAL 31
ASSISTANCE
VOORWERP EN OMVANG VAN DE VERZEKERING 33
2. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 33
3. PROCEDURE BIJ EEN SCHADEGEVAL 33
3.2. Verplichtingen bij schadegeval 33
6.1. Voor de waarborg Voertuigbijstand 34
6.2. Voor de waarborg Personenbijstand 34
6 3. Uitgesloten gebieden en territoriale beperkingen34
7. REIZEN EN VERBLIJF IN HET BUITENLAND 34
8. MODALITEITEN INZAKE VERVOER EN REPATRIËRING VAN DE PERSONEN 34
9. VERVANGWAGEN EN MOBILITEITSBUDGET 34
10. UITZONDERLIJKE OMSTANDIGHEDEN 35
11. NIET-VERZEKERING EN ALGEMENE UITSLUITINGEN 35
1.1. Bij een schadegeval in België 36
1.2. Bij een schadegeval in het buitenland 37
3. GEVALLEN VAN UITSLUITING 39
1. BIJSTAND AAN PERSONEN GELDIG ZOWEL IN BELGIË ALS IN HET BUITENLAND 40
1.1. Vervoer en repatriëring 40
1.2. Verlenging van uw verblijf door ziekte of na een ongeval 40
1.3. Bezoek aan de verzekerde in het ziekenhuis 41
1.4. Zorg voor een minderjarig kind 41
1 5. Repatriëring van de bagage en van de huisdieren41
1.6. Terugbetaling van het arrangement voor de vrijetijdsactiviteit 41
1.7. Wintersport: opsporings- en vervoerskosten 41
1.9. Blokkering van uw bankkaart of xxxxxxxxxxxx 00
1.10.Psychologische bijstand 42
1.11. Dringende boodschappen 42
2. BIJSTAND AAN PERSONEN ENKEL GELDIG IN HET BUITENLAND 42
2.3. Overlijden van een verzekerde 43
2.4. Opsporings- en reddingskosten 43
2.6. Verlenging van uw verblijf 43
2.7. Verlies of diefstal van uw geneesmiddelen, bril, contactlenzen of prothesen 43
2.8. Verlies of diefstal van uw reisdocumenten en vervoerbewijzen 43
2.9. Verlies of diefstal van uw bagage 44
2.11.Gerechtelijke vervolging 44
2.12. Telecommunicatiekosten 44
3. BIJSTAND AAN PERSONEN ENKEL IN BELGIË 44
3.1. Overlijden van een verzekerde 44
3.3. Opvang van verzekerde personen met een beperking 44
3.6. Verdediging tegen de reisorganisator 44
4. GEVALLEN VAN UITSLUITING 45
5.2. Dienst voor medisch advies vanop afstand 45
2. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 46
3.5. Waarborg Blijvende Invaliditeit 47
3.6. Waarborg Behandelingskosten 47
3.7. Waarborg Onrechtstreekse Verliezen 47
4. BEPALINGEN BIJ SCHADEGEVAL 48
4.1. Vaststelling en uitkering van de vergoedingen 48
4.3. Verplichtingen van de verzekerde 48
Deze algemene voorwaarden dragen de referentie 0037-1- 00-0000-000000.
De verzekeringsovereenkomst wordt beheerst door de Belgische wetgeving, meer bepaald door de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen en door de wetvan 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, de toepasselijke reglementaire bepalingen en alle andere huidige of toekomstige bepalingen.
VERZEKERING VAN DE BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID INZAKE MOTORRIJTUIGEN
Deze verzekering is aangepast aan de "Minimumvoorwaarden van de dekking van de verplichte aansprakelijkheid inzake motor- rijtuigen" volgens de Koninklijke Besluiten van 16 april 2018 (B.S. 02.05.2018) en van 5 februari 2019 (B.S. 19.02.2019).
1. BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE VOLLEDIGE OVEREENKOMST
1.1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
1. Wij, de verzekeraar: de verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt; DVV is een merk- en han- delsnaam van Belins NV, Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx, Belgische verzekeringsonderneming toegelaten onder het nummer 0037.
2. U, de verzekeringnemer: de persoon die de overeenkomst met de verzekeraar sluit.
3. De verzekerde: iedere persoon van wie de aansprakelijkheid door de overeenkomst gedekt is.
4. De benadeelde: de persoon die schade heeft geleden die aan- leiding geeft tot de toepassing van de overeenkomst alsook zijn rechthebbenden.
5. Een motorrijtuig: rijtuig, bestemd om zich over de grond te bewegen en dat door een mechanische kracht kan worden gedreven zonder aan spoorstaven te zijn gebonden, ongeacht het type van aandrijvingskracht of de maximale snelheid.
6. De aanhangwagen: elk rijtuig dat uitgerust en bestemd is om door een ander rijtuig te worden voortbewogen.
7. Het omschreven motorrijtuig:
a) het motorrijtuig dat in de overeenkomst omschreven is;
al wat eraan gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan;
b) de niet-gekoppelde aanhangwagen die in de overeenkomst omschreven is.
8. Het verzekerde motorrijtuig:
a) het omschreven motorrijtuig;
b) volgens de in de overeenkomst vermelde voorwaarden en beperkingen:
- het tijdelijke vervangingsmotorrijtuig;
- het omschreven motorrijtuig dat in eigendom werd over- gedragen en het motorrijtuig dat in vervanging komt van dit motorrijtuig.
Al wat aan voornoemde motorrijtuigen gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan.
9. Het schadegeval: ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeen- komst.
10. Het verzekeringsbewijs: het document dat de verzekeraar, overeenkomstig de geldende wetgeving, aan de verzekering- nemer geeft als bewijs van verzekering.
1.2. DE OVEREENKOMST
DOOR DE VERZEKERINGNEMER VERPLICHT MEE TE DELEN GEGEVENS BIJ HET SLUITEN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 2. Mee te delen gegevens
De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeen- komst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de verzekeraar.
Hij moet de verzekeraar echter geen omstandigheden meedelen die deze laatste reeds kende of redelijkerwijs had moeten kennen. lndien op sommige schriftelijke vragen van de verzekeraar niet is geantwoord, en indien deze toch de overeenkomst heeft gesloten, kan de verzekeraar zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen.
Artikel 3. Opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist mededelen
§1. Nietigheid van de overeenkomst
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist mee- delen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, kan de verzekeraar de nietigheid van de overeenkomst vragen.
Wanneer de nietigheid is uitgesproken, komen de premies, die ver- vallen zijn tot op het ogenblik waarop de verzekeraar kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico, hem toe.
§2. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist mee- delen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 2°, 55 en 63.
Artikel 4. Onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist mededelen
§1. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, is de overeenkomst niet nietig.
De verzekeraar stelt, binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop hij van het verzwijgen of van het onjuist mee- delen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop hij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.
§2. Opzegging van de overeenkomst
lndien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de ver- zekeringnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 1°.
lndien de verzekeraar het bewijs levert dat hij het risico nooit zou hebben verzekerd, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop hij van het verzwijgen ofvan het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, §5, eerste lid, 1°.
§3. Gebrek aan reactie van de verzekeraar
De verzekeraar die binnen de in de vorige paragrafen bepaalde ter- mijnen de overeenkomst niet heeft opgezegd, noch een wijziging heeft voorgesteld, kan zich nadien niet meer beroepen op feiten die hem bekend waren.
§4. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico aan de verzekeringnemer kan verweten worden, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 3° en 63.
DOOR DE VERZEKERINGNEMER VERPLICHT MEE TE DELEN GEGEVENS IN DE LOOP VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 5. Informatieverplichting van de verzekeringnemer De verzekeringnemer is verplicht aan de verzekeraar mede te delen: 1° de overdracht van eigendom onder levenden van het
omschreven motorrijtuig;
2° de kenmerken van het motorrijtuig dat in vervanging komt van het omschreven motorrijtuig, behoudens deze van het tijdelijk vervangingsmotorrijtuig bedoeld in artikel 56;
3° de inschrijving van het omschreven motorrijtuig in een ander land;
4° het in het verkeer brengen van het omschreven of enig ander motorrijtuig tijdens de schorsing van de overeenkomst;
5° iedere wijziging van adres;
6° de gegevens bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8.
Artikel 6. Aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico
§1. Mee te delen gegevens
ln de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringnemer de verplichting, om onder de voorwaarden van artikel 2 de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende ver- zwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.
§2. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet der- mate verzwaard is dat de verzekeraar, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voor- waarden zou hebben verzekerd, moet hij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voor- stellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring.
§3. Opzegging van de overeenkomst
lndien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de ver- zekeringnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 2°.
lndien de verzekeraar het bewijs levert dat hij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring kennis heeft gekregen overeen- komstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 2°.
§4. Gebrek aan reactie van de verzekeraar
De verzekeraar die, binnen de in de vorige paragrafen bepaalde termijnen, de overeenkomst niet heeft opgezegd, noch een wijzi- ging heeft voorgesteld, kan zich nadien niet meer beroepen op de verzwaring van het risico.
§5. Verhaal van de verzekeraar
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist mee- delen van gegevens over het risico de verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico heeft hij een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 2° en 63.
Wanneer het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico aan de verzekeringnemer kan verweten worden, heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de verzekeringnemer overeenkomstig de artikelen 45, 3° en 63.
Artikel 7. Aanzienlijke en blijvende vermindering van het risico
§1. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verze- kerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de verzekeraar, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat hij een dienovereenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop hij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen.
§2. Opzegging van de overeenkomst
lndien beide partijen het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 7.
Artikel 8. Onbekende omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst
Wanneer gedurende de loop van de verzekering een omstandig- heid bekend wordt die beide partijen op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst onbekend was, worden de artikelen 6 en 7 toegepast, voor zover die omstandigheid een vermindering of een verzwaring van het verzekerde risico tot gevolg heeft.
Artikel 9. Verblijf in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte
Geen enkel verblijf van het omschreven motorrijtuig in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte gedurende de duur van de overeenkomst kan worden aanzien als een verzwaring of een vermindering van risico bedoeld in de artikelen 6 en 7 en geeft geen aanleiding tot wijziging van de overeenkomst.
Van zodra het omschreven motorrijtuig ingeschreven is in een andere staat dan België is de overeenkomst van rechtswege beeindigd.
WIJZIGINGEN INZAKE HET OMSCHREVEN MOTORRIJTUIG
Artikel 10. Overdracht van de eigendom
§1. Overdracht van de eigendom onder levenden zonder ver- vanging van het omschreven motorrijtuig
lndien bij overdracht van de eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig dit motorrijtuig niet vervangen wordt binnen een termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de overdracht of binnen die termijn de vervanging niet wordt gemeld, is de overeenkomst geschorst vanaf de dag volgend op het ver- strijken van voornoemde termijn en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast.
De premie blijft aan de verzekeraar verworven tot op het ogen- blik dat de overdracht van eigendom aan hem ter kennis wordt gebracht.
lndien het overgedragen motorrijtuig aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het vóór de overdracht droeg, zelfs op ongeoorloofde wijze, blijft de dekking voor dit motorrijtuig verworven gedurende voornoemde termijn van zestien dagen, voor zover geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt.
De verzekeraar kan evenwel verhaal uitoefenen overeenkomstig artikelen 44 en 48 indien de schade berokkend wordt door een verzekerde andere dan:
1° de verzekeringnemer;
2° alle personen die bij de verzekeringnemer inwonen, met inbe- grip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer verblijven.
lndien het om een rechtspersoon gaat, is de verzekeringnemer, bedoeld in vorig lid, de gemachtigde bestuurder.
§2. Overdracht van de eigendom onder levenden met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer ofvan de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig
Bij vervanging van het overgedragen motorrijtuig door een motor- rijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig gelden voor het over- gedragen motorrijtuig de bepalingen van paragraaf 1. Voor het motorrijtuig dat in vervanging komt, biedt de overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verze- keringnemer.
§3. Overdracht van de eigendom onder levenden met vervan- ging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer ofvan de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig
lndien bij overdracht van de eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig dit motorrijtuig vóór schorsing van de overeenkomst vervangen wordt door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het overge-
dragen motorrijtuig, blijft de dekking verworven voor het overge- dragen motorrijtuig, overeenkomstig paragraaf 1 gedurende de termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig.
Dezelfde dekking van zestien dagen is eveneens aan alle ver- zekerden verworven voor het motorrijtuig dat in vervanging komt en dat deelneemt aan het verkeer onder de kentekenplaat van het overgedragen motorrijtuig, zelfs op ongeoorloofde wijze.
Deze dekkingen zijn verworven zonder enige mededeling.
Bij mededeling van de vervanging van het motorrijtuig binnen voor- noemde termijn van zestien dagen blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van het nieuwe risico. lndien de ver- zekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
lndien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico ken- merken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
ln geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de ver- vanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
§4. Overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig bij overlijden van de verzekeringnemer
ln geval van overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig bij overlijden van de verzekeringnemer blijft de over- eenkomst bestaan overeenkomstig artikel 22.
Artikel 11. Diefstal of verduistering
§1. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig zonder vervanging
lndien het omschreven motorrijtuig gestolen of verduisterd is en niet vervangen wordt, kan de verzekeringnemer vragen om de over- eenkomst te schorsen. ln dat geval gaat de schorsing in vanaf de datum van aanvraag maar ten vroegste na het verstrijken van een termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de diefstal of verduistering en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast.
De premie blijft aan de verzekeraar verworven tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van de schorsing.
lndien de schorsing niet gevraagd wordt, blijft de dekking verworven ten aanzien van het gestolen of verduisterde motorrijtuig behalve voor de schade veroorzaakt door personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerde motorrijtuig hebben verschaft.
§2. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig met vervanging door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer
Bij vervanging van het gestolen of verduisterde motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het gestolen of verduisterde motorrijtuig geldt paragraaf 1.
Voor het motorrijtuig dat in vervanging komt biedt deze overeen- komst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer.
§3. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig met vervanging door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer
lndien het omschreven motorrijtuig gestolen of verduisterd is en vóór schorsing van de overeenkomst vervangen wordt door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het gestolen of verduisterde motorrijtuig, blijft de dekking verworven voor het gestolen of verduisterde motorrijtuig, behalve voor de schade veroorzaakt door de personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verze- kerde motorrijtuig hebben verschaft. ln geval van opzegging van de overeenkomst vervalt deze dekking op het ogenblik dat de opzegging van de overeenkomst ingaat.
Bij mededeling van de vervanging van het motorrijtuig blijft de overeenkomst bestaan voor het motorrijtuig dat in vervanging komt van het gestolen of verduisterde motorrijtuig, overeenkom- stig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van het nieuwe risico.
lndien de verzekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
lndien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico ken- merken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
ln geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de ver- vanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Artikel 12. Andere situaties van verdwijning van risico
§1. Verdwijning van het risico zonder vervanging van het omschreven motorrijtuig
lndien het risico niet meer bestaat en het omschreven motor- rijtuig niet vervangen wordt, kan de verzekeringnemer vragen om de overeenkomst te schorsen. ln dat geval gaat de schorsing in op datum van de mededeling en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast, behoudens in de gevallen van overdracht van eigendom, diefstal of verduistering van het omschreven motor- rijtuig bedoeld in de artikelen 10 en 11.
§2. Verdwijning van het risico met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verzekeringnemer
Na mededeling van de vervanging van het omschreven motor- rijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de verze- keringnemer of van de eigenaar van het omschreven motorrijtuig vóór de schorsing van de overeenkomst, biedt deze overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de verzekeraar en de verzekeringnemer.
§3. Verdwijning van het risico met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verze- keringnemer
Na mededeling van de vervanging van het omschreven motor- rijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekering- nemer of van de eigenaar van het omschreven motorrijtuig vóór de schorsing van de overeenkomst, gaat de dekking slechts over op het motorrijtuig dat in vervanging komt op het door de verze- keringnemer gewenste ogenblik. Op hetzelfde ogenblik eindigt de dekking ten aanzien van het omschreven motorrijtuig.
Met betrekking tot het motorrijtuig dat in vervanging komt, blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig de verzekerings- voorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van dit nieuwe risico.
lndien de verzekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
lndien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico ken- merken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
ln geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de ver- vanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Artikel 13. Huurovereenkomst
De bepalingen van artikel 10 zijn eveneens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven motorrijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een gelijkaardige overeenkomst.
Artikel 14. Opvordering door de overheid
Wanneer het omschreven motorrijtuig in eigendom of in huur wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het motorrijtuig in bezit neemt.
Beide partijen kunnen de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 8 of 30, § 8.
DUUR – PREMIE – WIJZIGINGEN VAN VERZEKERINGSVOORWAARDEN EN PREMIE
Artikel 15. Duur van de overeenkomst
§1. Maximumduur
De duur van de overeenkomst mag niet langer zijn dan een jaar.
§2. Stilzwijgende verlenging
Behalve wanneer een van de partijen zich er ten minste drie maanden vóór de vervaldag van de overeenkomst tegen verzet, overeenkomstig de artikelen 26, 27, § 2 en 30, § 2, wordt de over- eenkomst stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van een jaar.
§3. Korte termijn
Overeenkomsten waarvan de duur korter is dan een jaar, worden niet stilzwijgend verlengd tenzij anders is overeengekomen.
Artikel 16. De betaling van de premie
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet ten laatste op de premievervaldag betaald worden op verzoek van de verze- keraar.
Wanneer de premie niet rechtstreeks aan de verzekeraar wordt betaald, is de premiebetaling aan een derde bevrijdend indien deze de betaling vordert en hij voor de inning van de premie klaarblijke- lijk als lasthebber van de verzekeraar optreedt.
Artikel 17. Het verzekeringsbewijs
Zodra de verzekeringsdekking aan de verzekeringnemer verleend wordt, geeft de verzekeraar hem een verzekeringsbewijs waaruit het bestaan van de overeenkomst blijkt.
Het verzekeringsbewijs is niet geldig bij de nietigverklaring van de overeenkomst en houdt op geldig te zijn vanaf de beeindiging van de overeenkomst of vanaf het ogenblik van de opzegging of schorsing van de overeenkomst.
Artikel 18. Niet-betaling van de premie
§1. lngebrekestelling
De verzekeraar kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de dekking schorsen of de overeenkomst opzeggen indien de ver- zekeringnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een aangetekende zending.
§2. Schorsing van de dekking
De schorsing van de dekking gaat in na het verstrijken van de ter- mijn vermeld in de ingebrekestelling maar die niet korter mag zijn dan vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de beteke- ning, of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
Als de dekking geschorst werd, maakt de betaling door de verzekeringnemer van de achterstallige premies, zoals nader bepaald in de laatste ingebrekestelling of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de verzekeraar de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig paragraaf 1 en de ingebrekestelling herinnert aan de schorsing van de dekking. Het recht van de verzekeraar wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
§3. Verhaal van de verzekeraar
ln geval van schorsing van de dekking wegens niet-betaling van de premie heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de ver- zekeringnemer, overeenkomstig de artikelen 44, 45, 1°, 55 en 63.
§4. Opzegging van de overeenkomst
ln geval van niet-betaling van de premie kan de verzekeraar de over- eenkomst opzeggen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 3.
Artikel 19. Wijziging van de premie
lndien de verzekeraar de premie verhoogt, kan de verzekering- nemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
De mededeling van de premiewijziging gebeurt overeenkomstig de geldende wetgeving.
lndien de premie wijzigt ingevolge een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de verzekeringsovereenkomst beschikt de verzekeringnemer niet over een opzeggingsrecht. Deze bepa- ling doet geen afbreuk aan het opzeggingsrecht vermeld in artikel 27, § 7 en § 9.
Artikel 20.Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden
§1. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden ten gunste van de verzekeringnemer, de verzekerde of elke derde die bij de uitvoe- ring van de overeenkomst betrokken is
De verzekeraar kan de verzekeringsvoorwaarden volledig ten gunste van de verzekeringnemer, de verzekerde of elke derde die bij de uitvoering van de overeenkomst betrokken is, wijzigen. Wanneer de premie verhoogt, kan de verzekeringnemer de over- eenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
§2. Wijziging van bepalingen die een invloed kunnen hebben op de premie of de vrijstelling
lndien de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden met betrekking tot de wijziging van de premie in functie van de schadegevallen die
zich hebben voorgedaan, of tot de vrijstelling wijzigt en die wijziging niet volledig ten gunste van de verzekeringnemer of de verzekerde is, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeen- komstig de artikelen 26 en 27, § 3.
lndien de vrijstelling wijzigt ingevolge een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de verzekeringsovereenkomst beschikt de verzekeringnemer niet over een opzeggingsrecht.
§3. Wijziging ingevolge een wetgevende beslissing van een over- heid
lndien de verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden wijzigt inge- volge een wetgevende beslissing van een overheid, licht de ver- zekeraar de verzekeringnemer hierover duidelijk in.
Wanneer de wijziging een premieverhoging tot gevolg heeft, of indien de wijziging niet uniform is voor alle verzekeraars, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
Bij gebreke aan duidelijke informatie is de hoogst mogelijke uit de wetgeving voortvloeiende waarborg van toepassing en kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 7 indien hij het bewijs levert dat hij het risico, zoals dit volgt uit het nieuwe wettelijke kader, in geen geval zou verzekerd hebben.
§4. Andere wijzigingen
lndien de verzekeraar andere wijzigingen voorstelt dan deze bedoeld in §1, §2 en §3, licht hij de verzekeringnemer hierover op duidelijke wijze in.
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen overeen- komstig de artikelen 26 en 27, § 3.
De verzekeringnemer heeft eveneens een opzeggingsrecht indien hij van de verzekeraar geen duidelijke informatie ontvangen heeft over de wijziging.
§5. Wijze van meedelen
De mededeling van de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van de premie gebeurt overeenkomstig de geldende wetgeving.
Artikel 21. Faillissement van de verzekeringnemer
§1. Behoud van de overeenkomst
ln geval van faillissement van de verzekeringnemer blijft de over- eenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldei- sers die de verzekeraar het bedrag verschuldigd is van de premies vervallen vanaf de faillietverklaring.
§2. Opzegging van de overeenkomst
De curator van het faillissement en de verzekeraar hebben het recht om de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de arti- kelen 26, 28 en 30, § 9.
Artikel 22.Overlijden van de verzekeringnemer
§1. Behoud van de overeenkomst
ln geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft de overeen- komst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen.
lndien het omschreven motorrijtuig de volle eigendom wordt van een van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel.
§2. Opzegging van de overeenkomst
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen overeen- komstig de artikelen 26 en 29, eerste lid.
De erfgenaam of legataris, die het omschreven motorrijtuig in volle eigendom verkregen heeft, kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 29, tweede lid.
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 10.
SCHORSING VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 23.Tegenstelbaarheid van de schorsing
De schorsing van de overeenkomst is tegenstelbaar aan de bena- deelde persoon.
Artikel 24.Wederinverkeerstelling van het omschreven motorrijtuig
Bij mededeling van de wederinverkeerstelling van het omschreven motorrijtuig wordt de overeenkomst opnieuw in werking gesteld met toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, die op dat ogenblik gelden.
Bij de wederinwerkingstelling van de overeenkomst wordt het niet- verbruikte premiegedeelte verrekend.
lndien de verzekeringsvoorwaarden gewijzigd zijn of de premie verhoogd is, kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 3.
ln geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de schorsing van de overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Artikel 00.Xx verkeerstelling van enig ander motorrijtuig
Bij mededeling van het in het verkeer brengen van enig ander motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringnemer of van de eigenaar van het vorig omschreven motorrijtuig, wordt de over- eenkomst opnieuw in werking gesteld met toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, die op dat ogenblik gelden en in functie van het nieuwe risico.
Bij de wederinwerkingstelling van de overeenkomst wordt het niet- verbruikte premiegedeelte verrekend.
lndien de verzekeringnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9.
lndien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de aanvraag van de wederinwerkingstelling van de overeenkomst, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
ln geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de schorsing van de overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
EINDE VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 26.Opzeggingsmodaliteiten
§1. Opzeggingswijze
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende zending of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangst- bewijs.
De opzegging wegens niet-betaling van de premie kan niet gebeuren door middel van afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
§2. Uitwerking van de opzegging
Tenzij anders vermeld in de artikelen 27 en 30, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersex- ploot, of in het geval van een aangetekende zending te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte, of vanaf de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs.
§3. Premiekrediet
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het van kracht worden van de opzegging, wordt door de verzekeraar terugbetaald binnen een termijn van dertig dagen vanaf de inwerkingtreding van de opzegging.
Artikel 27. Opzeggingsmogelijkheden voor de verzekeringnemer
§1. Voor de aanvang van de overeenkomst
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan een termijn van meer dan een jaar verloopt. Van deze opzeg- ging moet uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst kennis gegeven worden.
De opzegging gaat in op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
§2. Op het einde van elke verzekeringsperiode
De verzekeringnemer kan op het einde van elke verzekerings- periode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden vóór haar vervaldag.
De opzegging gaat in op die vervaldag.
§3. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van de premie De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen indien de premie, de verzekeringsvoorwaarden of de vrijstelling wijzigen,
zoals bedoeld in de artikelen 19 en 20.
De verzekeringnemer kan de overeenkomst eveneens opzeggen indien hij van de verzekeraar geen duidelijke informatie ontvangen heeft over de wijziging, zoals bedoeld in artikel 20.
§4. Na schadegeval
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen na een schadegeval waarbij schadeloosstellingen ten gunste van de benadeelden zijn betaald of zullen moeten worden betaald, met uitzondering van de betalingen overeenkomstig artikel 50.
De opzegging dient te gebeuren uiterlijk een maand na de uit- betaling van de schadevergoeding. De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte.
§5. Wijziging van verzekeraar
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen in geval van overdracht door de verzekeraar van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst.
De opzegging dient te gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de Nationale Bank van België tot goedkeu- ring van de overdracht.
De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van 1 maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending,
te rekenen van de dag die volgt op de afgifte, of op de jaarlijkse premievervaldag indien deze vóór het verstrijken van de de voor- noemde 1 maand valt.
Deze opzegmogelijkheid is niet van toepassing op fusies en split- singen van verzekeringsondernemingen, noch op overdrachten uitgevoerd in het kader van een inbreng van de algemeenheid van goederen of van een tak van werkzaamheid, noch op andere overdrachten tussen verzekeraars die deel uitmaken van eenzelfde geconsolideerd geheel.
§6. Stopzetting van de activiteiten van de verzekeraar
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen in geval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie of intrekking van de toelating van de verzekeraar.
§7. Vermindering van risico
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen indien er bij vermindering van het risico geen akkoord is over het bedrag van de nieuwe premie binnen de maand na de aanvraag tot vermin- dering van de premie.
§8. Opvordering door de overheid
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen wanneer deze geschorst is omwille van een opvordering door de overheid in eigendom of in huur van het omschreven motorrijtuig.
§9. Vervanging van motorrijtuig of wederinwerkingstelling van de geschorste overeenkomst
lndien de verzekeringnemer bij een vervanging van motorrijtuig of wederinwerkingstelling van de geschorste overeenkomst de verze- keringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van de kennisgeving ervan.
§10. Combinatiepolis
Wanneer de verzekeraar een of meer waarborgen andere dan deze bedoeld in de artikelen 38, 50, 56 tot en met 59 opzegt, kan de verzekeringnemer de gehele overeenkomst opzeggen.
Artikel 28.Opzegging door de curator
De curator kan de overeenkomst opzeggen binnen de drie maanden die volgen op de faillietverklaring.
Artikel 29.Opzegging door de erfgenamen of legataris
De erfgenamen van de verzekeringnemer kunnen de overeenkomst opzeggen binnen de drie maanden en veertig dagen na het over- lijden van de verzekeringnemer.
De erfgenaam of legataris van de verzekeringnemer, die het omschreven motorrijtuig in volle eigendom heeft verkregen, kan de overeenkomst opzeggen binnen de maand te rekenen vanaf de dag dat het motorrijtuig hem werd toebedeeld. Deze termijn van een maand doet geen afbreuk aan de termijn van drie maanden en veertig dagen.
Artikel 30.Opzeggingsmogelijkheden voor de verzekeraar
§1. Voor de aanvang van de overeenkomst
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan een termijn van meer dan een jaar verloopt. Van deze opzegging moet uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeen- komst kennis gegeven worden.
De opzegging gaat in op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
§2. Op het einde van elke verzekeringsperiode
De verzekeraar kan op het einde van elke verzekeringsperiode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden vóór haar vervaldag.
De opzegging gaat in op die vervaldag.
§3. ln geval van niet-betaling van de premie
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van niet- betaling van de premie, zelfs zonder voorafgaande schorsing van de dekking, indien de verzekeringnemer in gebreke gesteld is. De opzegging gaat in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
De verzekeraar kan zijn verplichting tot het verlenen van dekking schorsen en de overeenkomst opzeggen indien hij dit heeft bepaald in dezelfde ingebrekestelling.
ln dat geval gaat de opzegging in na het verstrijken van de termijn door de verzekeraar bepaald, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing van de dekking.
Wanneer de verzekeraar zijn verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft en de overeenkomst niet is opgezegd in dezelfde ingebrekestelling, kan de opzegging enkel geschieden mits een nieuwe ingebrekestelling.
ln dat geval gaat de opzegging in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag vol- gend op de afgifte van de aangetekende zending.
§4. Na schadegeval
1° De verzekeraar kan de overeenkomst slechts opzeggen na een schadegeval waarbij schadeloosstellingen ten gunste van de benadeelden zijn betaald of zullen moeten worden betaald, met uitzondering van de betalingen ingevolge artikel 50.
De opzegging dient te gebeuren uiterlijk een maand na de uit- betaling van de schadevergoeding.
De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte.
De opzegging na schadegeval van een of meer waarborgen andere dan deze bedoeld in de artikelen 38, 50, 56 tot en met 59, geeft de verzekeraar geen recht om deze waarborgen op te zeggen.
2° De verzekeraar kan, ten allen tijde, de overeenkomst opzeggen na een schadegeval, wanneer de verzekeringnemer of de ver- zekerde een van zijn verplichtingen, ontstaan door het schade- geval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden, zodra de verzekeraar bij de onderzoeksrechter een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend tegen een een van deze personen of hem voor het vonnisgerecht heeft gedagvaard, op basis van de artikelen 193, 196, 197, 496 of 510 tot 520 van het Strafwetboek. lndien de verzekeraar afstand doet van zijn vordering of indien de strafvordering uitmondt in een buitenvervolgingstelling of een vrijspraak, moet de verze- keraar de schade als gevolg van die opzegging vergoeden.
De opzegging gaat in ten vroegste een maand te rekenen van de dag volgend op de betekening, de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, ingeval van een aangetekende zending vanaf de dag die volgt op zijn afgifte.
§5. Verzwijging, onjuiste mededeling en verzwaring van het risico
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van:
1° onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens over het risico bij het sluiten van de overeen- komst bedoeld in artikel 4;
2° aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico in de loop van de overeenkomst bedoeld in artikel 6.
§6. Technische eisen van het motorrijtuig
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer:
1° het motorrijtuig niet beantwoordt aan de reglementering op de technische eisen van de motorrijtuigen;
2° het motorrijtuig, onderworpen aan de technische controle, niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs.
§7. Nieuwe wettelijke bepalingen
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen indien hij het bewijs levert dat hij het risico, zoals dit volgt uit de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden door een beslissing van de overheid bedoeld in artikel 20 in geen geval zou verzekerd hebben.
§8. Opvordering door de overheid
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer deze geschorst is omwille van een opvordering door de overheid in eigendom of in huur van het omschreven motorrijtuig.
§9. Faillissement van de verzekeringnemer
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van fail- lissement van de verzekeringnemer ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring.
§10. Overlijden van de verzekeringnemer
De verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen na het overlijden van de verzekeringnemer binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop de verzekeraar kennis kreeg van het overlijden.
§11. Vervanging van motorrijtuig of wederinwerkingstelling van de geschorste overeenkomst
lndien de verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico ken- merken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging of wederinwerking- stelling, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop hij kennis heeft gekregen van de kenmerken van het nieuwe risico.
Artikel 31. Einde van de overeenkomst na schorsing
lndien de geschorste overeenkomst vóór haar vervaldag niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op die vervaldag. lndien de overeenkomst geschorst wordt binnen de drie maanden voor die vervaldag, neemt de overeenkomst een einde op de vol- gende vervaldag.
Het niet-verbruikte premiegedeelte wordt terugbetaald binnen een termijn van dertig dagen vanaf de eindvervaldag.
1.3. SCHADEGEVAL
Artikel 32.Aangifte van een schadegeval
§1. Termijn van aangifte
leder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen acht dagen nadat het is voorgevallen, schriftelijk worden aangegeven aan de verzekeraar of aan elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon. De verzekeraar kan er zich echter niet op beroepen dat deze termijn niet in acht is genomen, indien die mededeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is geschied.
Deze verplichting rust op alle verzekerden.
§2. lnhoud van de aangifte
De schadeaangifte moet in de mate van het mogelijke de oor- zaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval vermelden, evenals de naam, de voornaam en de woonplaats van de getuigen en de benadeelden. Voor zover mogelijk wordt hiervoor gebruik gemaakt van het formulier dat de verzekeraar ter beschikking stelt van de verzekeringnemer.
§3. Bijkomende meldingen
De verzekeringnemer en de overige verzekerden verschaffen de verzekeraar, of elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon, zonder verwijl alle door hem gevraagde nuttige inlich- tingen en documenten. Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten moeten door de verzekerde aan de verzekeraar, of elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon overgemaakt worden binnen 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden afgegeven of betekend.
Artikel 33.Erkenning van aansprakelijkheid door de verzekerde Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststel- ling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door
de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelijke toestemming
van de verzekeraar, is hem niet tegenwerpbaar.
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de verzekeraar geen grond opleveren om zijn dekking te weigeren.
Artikel 34. Prestatie van de verzekeraar bij schade
§1. Schadevergoeding
De verzekeraar betaalt de in hoofdsom verschuldigde schade- vergoeding volgens de bepalingen van de overeenkomst. De ver- zekeraar betaalt, zelfs boven de vergoedingsgrenzen de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, met inbegrip van de rechtsplegingvergoeding in strafzaken, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door hem of met zijn toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verze- kerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingvergoeding moeten aan de verzekeraar worden terugbetaald.
§2. Vergoedingsgrenzen
Er is geen vergoedingsgrens voor schade voortvloeiend uit licha- melijke letsels.
De vergoedingsgrens voor stoffelijke schade bedraagt 100 mil- joen euro per schadegeval. Dit bedrag wordt geïndexeerd overeen- komstig artikel 3 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
§3. Leiding van het geschil
Vanaf het ogenblik dat de verzekeraar tot tussenkomst is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is hij verplicht zich achter de verzekerde te stellen volgens de bepalingen van de overeen- komst. Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de verzekeraar en van de verzekerde samenvallen, heeft de verzekeraar het recht om, in de plaats van de verzekerde de vordering van de benadeelde te bestrijden. De verzekeraar kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
§4. Vrijwaring van de rechten van de verzekerde
De tussenkomsten van de verzekeraar houden geen enkele erken- ning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen.
§5. Mededeling van de schadeafhandeling
De definitieve schadevergoeding of de weigering om te vergoeden worden zo spoedig mogelijk aan de verzekeringnemer meegedeeld.
§6. lndeplaatsstelling
De verzekeraar die schadevergoeding betaald heeft, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en de rechts- vorderingen van de verzekerde tegen de aansprakelijke derden. De verzekeraar die schadevergoeding betaald heeft overeenkom- stig artikel 50, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en de rechtsvorderingen van de benadeelde tegen
de aansprakelijke derden.
Artikel 35.Strafrechtelijke vervolging
§1. Verdedigingsmiddelen
lndien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervol- gingen tegen de verzekerde, zelfs indien over de burgerrechtelijke belangen nog geen regeling getroffen is, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verdedigingsmiddelen kiezen.
De verzekeraar moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geeiste bedragen, onverminderd artikel 34 wat de burgerrechtelijke belangen betreft.
De verzekerde is verplicht persoonlijk te verschijnen wanneer de procedure dit vergt.
§2. Rechtsmiddelen na veroordeling
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de verzekeraar er zich noch tegen verzetten dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechtsmiddel, noch mag hij tus- senkomen in de keuze van de rechtsmiddelen in strafzaken.
De verzekeraar heeft het recht om de schadevergoedingen te betalen indien daartoe grond bestaat.
Wanneer de verzekeraar vrijwillig is tussengekomen, moet hij de verzekerde tijdig op de hoogte brengen van elk rechtsmiddel dat de verzekeraar tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde instelt; de verzekerde beslist op eigen risico of hij al dan niet het door de verzekeraar ingestelde rechtsmiddel volgt.
§3. Boetes, minnelijke schikkingen en kosten
De geldboetes, de minnelijke schikkingen in strafzaken en de gerechtskosten in strafzaken, onverminderd artikel 34, § 1, tweede lid, zijn niet ten laste van de verzekeraar.
1.4. VERKLARING OVER DE SCHADEGEVALLEN DIE ZICH HEBBEN VOORGEDAAN
Artikel 36.Verplichting van de verzekeraar
De verzekeraar maakt binnen vijftien dagen die volgen op iedere vraag van de verzekeringnemer en op het einde van de overeen- komst, aan deze laatste een verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan over met vermelding van de gegevens waarin de regelementering voorziet.
1.5. MEDEDELINGEN
Artikel 37. Bestemmeling van de mededelingen
§1. De verzekeraar
De voor de verzekeraar bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden aan zijn adres, zijn elektronisch adres of aan elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon.
§2. De verzekeringnemer
De voor de verzekeringnemer bestemde mededelingen en kennis- gevingen moeten worden gedaan aan het laatste door de verze- keraar gekende adres. Deze mededelingen en kennisgevingen kunnen met de instemming van de verzekeringnemer eveneens gebeuren via elektronische post op het laatste door hem aange- geven adres.
2. BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE WAARBORG WETTELIJKE BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
2.1. DE WAARBORG
Artikel 38.Voorwerp van de verzekering
Met deze overeenkomst dekt de verzekeraar overeenkomstig voor- noemde wet van 21 november 1989 of in voorkomend geval de toe- passelijke buitenlandse wetgeving en volgens de bepalingen van deze overeenkomst, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het verzekerde motorrijtuig veroorzaakt schadegeval.
Artikel 39.Territoriale dekking
De dekking wordt verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in enig land waarvoor de dekking verleend wordt vol- gens het verzekeringsbewijs.
Deze dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare of de privéterreinen.
Artikel 40. Schadegeval in het buitenland
Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Bel- gische grondgebied, is de door de verzekeraar verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motor- rijtuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan.
De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent.
Artikel 41. Verzekerde personen
Gedekt wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid: 1° van de verzekeringnemer;
2° van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder van het
omschreven motorrijtuig en van iedere persoon erdoor vervoerd; 3° van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder en van iedere persoon vervoerd door een verzekerd motorrijtuig bedoeld in de artikelen 10 en 11 volgens de daarin bepaalde
voorwaarden;
4° van de persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de voornoemde personen.
Artikel 42. Uitgesloten personen
Zijn van het recht op schadevergoeding uitgesloten:
1° de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve indien het de aansprakelijkheid voor andermans daad betreft;
2° de persoon die en in zoverre hij krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling van aansprakelijkheid is ontheven.
Voor de toepassing van dit artikel blijft het recht op schade-
vergoeding evenwel verworven ten voordele van de gedeeltelijk aansprakelijke persoon tot beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde.
Artikel 43. Van vergoeding uitgesloten schade
§1. Het verzekerde motorrijtuig
De schade aan het verzekerde motorrijtuig is uitgesloten.
§2. De vervoerde goederen
De schade aan goederen die door het verzekerde motorrijtuig beroepsmatig en onder bezwarende titel vervoerd worden, is uit- gesloten, behoudens de kleding en bagage die persoonlijk toebe- horen aan de vervoerde personen.
§3. Schade door vervoerde goederen
De schade die niet veroorzaakt wordt door het gebruik van het ver- zekerde motorrijtuig maar die enkel te wijten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer is uitgesloten.
§4. Vergunde wedstrijden
De schade die voortvloeit uit de deelname van het verzekerde motorrijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendig- heidsritten of -wedstrijden waartoe van overheidswege toe- stemming is verleend, is uitgesloten.
§5. Kernenergie
De schade te vergoeden overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie is uitgesloten.
§6. Diefstal van het verzekerde motorrijtuig
De schade veroorzaakt door de personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerd motorrijtuig hebben verschaft, is uitgesloten.
2.2. HET RECHT VAN VERHAAL VAN DE VERZEKERAAR
Artikel 44. Bepaling van de bedragen die kunnen verhaald worden
Wanneer de verzekeraar gehouden is ten aanzien van de bena- deelden heeft hij een recht van verhaal dat betrekking heeft op de netto-uitgaven van de verzekeraar, zijnde de schadevergoedingen in hoofdsom, de gerechtskosten en intresten, verminderd met de eventuele vrijstellingen en de bedragen die hij heeft kunnen recupereren.
Dit recht van verhaal kan enkel toegepast worden in de gevallen en op de personen vermeld in de artikelen 45 tot en met 48, ten belope van het bedrag van het persoonlijk aandeel in de aanspra- kelijkheid van de verzekerde.
Dit verhaal wordt als volgt bepaald behoudens anders vermeld in de artikelen 45 tot en met 47:
1° indien de netto-uitgaven niet hoger zijn dan 11.000,00 EUR is het bedrag van het verhaal integraal;
2° indien de netto-uitgaven hoger zijn dan 11.000,00 EUR wordt dit laatste bedrag verhoogd met de helft van het gedeelte dat het bedrag van 11.000,00 EUR overschrijdt. Dit verhaal bedraagt maximum 31.000,00 EUR.
Artikel 45. Verhaal op de verzekeringnemer
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekering- nemer:
1° in geval de dekking van de overeenkomst geschorst is wegens
niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 18;
2° voor het totale bedrag van zijn netto-uitgaven, bedoeld in artikel 44, tweede lid, in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico bij het sluiten, overeenkomstig artikel 3, of in de loop van de overeen- komst, overeenkomstig artikel 6;
3° voor een bedrag van de netto-uitgaven zoals bepaald in artikel 44, tweede lid, met een maximum van 250,00 EUR in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten, overeen- komstig artikel 4, als in de loop van de overeenkomst, over- eenkomstig artikel 6.
Artikel 46. Verhaal op de verzekerde
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekerde:
1° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt, voor het totale bedrag van zijn netto-uitgaven, bedoeld in artikel 44, tweede lid;
2° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval veroorzaakt heeft in een van de volgende gevallen van grove schuld en voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat met het schadegeval:
a) rijden in staat van dronkenschap;
b) rijden onder invloed van drugs, medicijnen of hallucinogene stoffen, waardoor de verzekerde niet meer beschikt over de controle van zijn daden;
3° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval veroorzaakt heeft en dader of medeplichtige is van het misdrijf van misbruik van vertrouwen, oplichting of verduistering met betrekking tot het gebruik van het motorrijtuig;
4° in de mate waarin de verzekeraar bewijst dat hij schade geleden heeft wanneer de verzekerde een bepaalde handeling niet ver- richt heeft binnen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. Dit verhaalrecht kan niet uitgeoefend worden indien de verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als rede- lijkerwijze mogelijk verricht heeft.
Artikel 47. Verhaal op de verzekeringnemer en de verzekerde
§1. Verhaal met oorzakelijk verband
1° wanneer op het ogenblik van het schadegeval het omschreven motorrijtuig, dat onderworpen is aan de Belgische reglemente- ring op de technische controle, niet voldoet aan deze reglemen- tering en in het verkeer gebracht wordt buiten het toegelaten traject. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het motorrijtuig en het schadegeval;
2° wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname van het verzekerde motorrijtuig aan een snelheids-, regel- matigheids- of behendigheidsrit of -wedstrijd, waartoe van overheidswege geen toestemming is verleend. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de deelname aan een dergelijke rit of wedstrijd en het schadegeval;
3° wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl het reglemen- tair of contractueel maximum toegelaten aantal passagiers overschreden is. Dit verhaal is beperkt tot de uitgaven die betrekking hebben op de passagiers en dit evenredig aan de verhouding van het aantal overtallige passagiers tot het aantal werkelijk vervoerde passagiers, onverminderd de toepassing van artikel 44. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de overschrijding van het toegelaten aantal passagiers en het schadegeval;
4° wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl de vervoerde personen plaatsen innemen in strijd met de reglementaire of contractuele bepalingen, met uitzondering van het over- schrijden van het maximum aantal toegelaten passagiers, wordt het verhaal uitgeoefend voor het totaal van de uitgaven die betrekking hebben op deze vervoerde personen, onver- minderd de toepassing van artikel 44. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen het innemen van een niet-conforme plaats in het motorrijtuig en het schadegeval.
§2. Verhaal zonder oorzakelijk verband
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekering- nemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringnemer is, wanneer hij bewijst dat, op het ogenblik van het schadegeval, het verzekerde motorrijtuig bestuurd wordt:
a) door een persoon die niet voldoet aan de Belgische wettelijke vereiste minimumleeftijd om dat motorrijtuig te besturen;
b) door een persoon die niet beschikt over een geldig rijbewijs om dat motorrijtuig te besturen;
c) door een persoon die specifieke beperkingen inzake het besturen van het motorrijtuig vermeld op zijn rijbewijs niet naleeft;
d) door een persoon die in België een rijverbod heeft zelfs indien het schadegeval zich voordoet in het buitenland.
Er is geen recht van verhaal voor de punten a), b) en c) wanneer de persoon, die in het buitenland het motorrijtuig bestuurt, aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om het motorrijtuig te besturen.
Er is geen recht van verhaal voor de punten b), c) en d) indien de verzekerde aantoont dat deze situatie te wijten is aan het niet naleven van een louter administratieve formaliteit.
§3. Aanvechten van het verhaal
De verzekeraar kan echter voor alle situaties vermeld in dit artikel geen verhaal uitoefenen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voor- gedaan in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
Artikel 48.Verhaal op de dader of de burgerrechtelijk aansprakelijke
De verzekeraar heeft een recht van verhaal op de dader van het schadegeval of de burgerrechtelijk aansprakelijke in het geval van overdracht van de eigendom voor zover hij bewijst dat deze verzekerde een andere persoon is dan deze bedoeld in artikel 10,
§ 1, vierde lid.
Artikel 49. Toepassing van een vrijstelling
De verzekeringnemer betaalt aan de verzekeraar het bedrag van de toepasselijke vrijstellingen voorzien in de overeenkomst. Deze betaling overschrijdt nooit de uitgaven van de verzekeraar. De toepassing van de vrijstellingen dient te worden uitgevoerd vóór de toepassing van een eventueel verhaal.
3. BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE VERGOEDING VAN BEPAALDE SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN
3.1. DE VERGOEDINGSPLICHT
WETTELIJKE BASIS
Artikel 50.Vergoeding van zwakke weggebruikers
De verzekeraar is verplicht, overeenkomstig artikel 29bis van voor- noemde wet van 21 november 1989, alle schade te vergoeden zoals omschreven in vermeld artikel.
Artikel 51. Vergoeding van onschuldige slachtoffers
De verzekeraar is verplicht, overeenkomstig artikel 29ter van voor- noemde wet van 21 november 1989, alle schade te vergoeden zoals omschreven in dit artikel.
TERRITORIALE AFBAKENING VAN DE VERGOEDINGSPLICHT
Artikel 52.Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van zwakke weggebruikers
Deze vergoedingsplicht, bedoeld in artikel 50, is van toepassing voor het verzekerde motorrijtuig van zodra het Belgisch recht van toepassing is, met uitsluiting van de ongevallen die zijn voorge- vallen in een land dat niet vermeld staat op het verzekeringsbewijs.
De vergoedingsplicht is van toepassing op schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen.
Artikel 53.Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van onschuldige slachtoffers
De vergoedingsplicht, bedoeld in artikel 51, is enkel van toepas- sing voor ongevallen die zijn gebeurd op het Belgisch grondgebied.
De vergoedingsplicht is van toepassing op schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen.
Artikel 54. Van vergoeding uitgesloten schade
§1. Vergunde wedstrijden
De schade die voortvloeit uit het deelnemen van het verzekerde motorrijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheids- ritten of -wedstrijden waartoe van overheidswege toestemming is verleend, is uitgesloten.
§2. Kernenergie
De schade te vergoeden overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie, is uitgesloten.
§3. Diefstal van het verzekerde motorrijtuig
De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.
3.2. HET RECHT VAN VERHAAL VAN DE VERZEKERAAR
Artikel 55.Verhaal op de verzekeringnemer en de verzekerde
De verzekeraar heeft geen recht van verhaal op de verzekering- nemer, of op de verzekerde, tenzij de verzekeringnemer of de ver- zekerde geheel of gedeeltelijk aansprakelijk is voor het ongeval.
In dat geval kan de verzekeraar verhaal uitoefenen overeenkomstig de artikelen 44 tot en met 49.
4. BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE BIJKOMENDE WAARBORGEN
4.1. DE WAARBORGEN
Artikel 56.Tijdelijk vervangingsvoertuig
§1. Toepassingsgebied
De dekking strekt zich uit, onder de voorwaarden in dit artikel, tot het gebruik van een aan een derde toebehorend motorrijtuig ander dan het omschreven motorrijtuig, zonder dat hiervoor een mede- deling vereist is aan de verzekeraar.
Zijn geen derden, bedoeld in het eerste lid:
- de verzekeringnemer of, wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, elke bestuurder van het omschreven motor- rijtuig waarvan de naam aan de verzekeraar is meegedeeld,
- de personen die bij voornoemde personen inwonen, met inbe- grip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer verblijven,
- de eigenaar of de gebruikelijke houder van het omschreven motorrijtuig.
Deze dekking geldt voor het motorrijtuig dat in vervanging komt van het omschreven motorrijtuig en tot hetzelfde gebruik bestemd is wanneer het omschreven motorrijtuig definitief of tijdelijk onbruik- baar is, wegens onderhoud, aanpassingen, herstellingen, techni- sche keuring of technisch totaal verlies. Wanneer het omschreven motorrijtuig een twee- of driewieler is, kan de dekking in geen geval slaan op een motorrijtuig op vier of meer wielen.
§2. Verzekerde personen
ln hun hoedanigheid van bestuurder, houder of passagier van het vervangingsmotorrijtuig, of van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder, houder of passagier wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid gedekt van:
- de eigenaar van het omschreven motorrijtuig
- de verzekeringnemer en wanneer de verzekeringnemer een rechtspersoon is, van de gemachtigde bestuurder van het omschreven motorrijtuig;
- alle personen die bij voornoemde verzekerden inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de verzekeringnemer of de eigenaar verblijven;
- iedere persoon waarvan de naam in de overeenkomst ver- meld is.
§3. lnwerkingtreding en duur van de dekking
Deze dekking treedt in werking op het ogenblik dat het omschreven motorrijtuig niet meer kan worden gebruikt en eindigt wanneer het vervangingsmotorrijtuig aan de eigenaar of aan een door deze aangewezen persoon is terugbezorgd.
Het motorrijtuig moet worden terugbezorgd binnen een redelijke
termijn na ontvangst van het bericht dat het omschreven motor- rijtuig ter beschikking is.
De dekking geldt nooit meer dan dertig dagen.
§4. Dekkingsuitbreiding bij verhaal
Bij het gebruik van een motorrijtuig onder de voorwaarden bedoeld in dit artikel is de dekking eveneens verworven in het geval dat de verzekerde verplicht wordt om de vergoedingen, die aan de benadeelden betaald werden in uitvoering van een andere verze- keringsovereenkomst, terug te betalen ingevolge en overeenkom- stig de toepassing van het verhaalsrecht bedoeld in de artikelen 44, 47, § 1, 1°, en 48.
Artikel 57. Slepen van een motorrijtuig
Wanneer het verzekerde motorrijtuig occasioneel om het even welk motorrijtuig met pech sleept, wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid gedekt van de persoon die de ketting, de tros, het touw, de stang of enige andere benodigdheid voor het slepen, heeft geleverd. ln dit geval is de burgerrechtelijke aansprakelijk- heid van die persoon eveneens gedekt voor de schade veroorzaakt aan het gesleepte motorrijtuig.
lndien het verzekerde motorrijtuig occasioneel een ander motor- rijtuig, dat geen aanhangwagen is, met pech sleept, is de schade veroorzaakt door het trekkende motorrijtuig aan het gesleepte motorrijtuig gedekt.
lndien een ander motorrijtuig het verzekerde motorrijtuig occasio- neel met pech sleept, is de schade veroorzaakt door het gesleepte motorrijtuig aan het trekkende motorrijtuig gedekt. Voor de waar- borg in het tweede en derde lid wordt de burgerlijke aansprakelijk- heid van de personen bedoeld in artikel 41 gedekt.
Artikel 58.Reinigen en herstellen van de binnenbekleding van het verzekerde motorrijtuig
De verzekeraar vergoedt de kosten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reiniging en de herstelling van de binnen- bekleding van het verzekerde motorrijtuig wanneer die kosten voortvloeien uit het kosteloze vervoer van door een verkeerson- geval gewonde personen.
Artikel 59.Borgstelling
§1. Eis van een buitenlandse overheid
Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schade- geval dat zich heeft voorgedaan in een van de landen waarvoor de dekking verleend wordt volgens het verzekeringsbewijs, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven motorrijtuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de ver- zekeraar de geëiste borgsom voor of stelt hij zijn persoonlijke borg tot ten hoogste 62.000,00 EUR voor het omschreven motorrijtuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de verzekeraar.
§2. Borgsom betaald door de verzekerde
Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de ver- zekeraar zijn persoonlijke borg in de plaats of betaalt hij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug.
§3. Einde van de borgstelling
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de verzekeraar op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de verzekeraar alle formaliteiten ver-
vullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing van de borgstelling.
§4. Verbeurdverklaring
Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de ver- zekeraar geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde gehouden de verzekeraar, op zijn eenvoudig verzoek, terug te betalen.
Artikel 60.Territoriale dekking
Deze bijkomende waarborgen worden verleend overeenkomstig artikel 39.
Artikel 61. Schadegeval in het buitenland
Deze bijkomende waarborgen worden verleend overeenkomstig artikel 40.
Artikel 62.Uitsluitingen
Voor deze bijkomende waarborgen zijn de uitsluitingen bedoeld in de artikelen 42 en 43 van toepassing.
4.2. HET RECHT VAN VERHAAL VAN DE VERZEKERAAR
Artikel 63.Verhaal en vrijstelling
Het recht van verhaal van de verzekeraar bedoeld in de artikelen 44 tot en met 48 en de toepassing van de vrijstelling bedoeld in artikel 49 zijn van toepassing op de artikelen 56 en 57.
4.3. BEPALING VAN TOEPASSING OP DE VERGOEDING VAN
BEPAALDE SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN
Artikel 64. Tijdelijk vervangingsmotorrijtuig
Bij gebruik van een motorrijtuig volgens de voorwaarden van artikel 56 zijn de artikelen 50 tot en met 55 van toepassing.
5. BIJKOMENDE BEPALINGEN
5.1. A POSTERIORI PERSONALISATIESTELSEL
Artikel 65.Bonus Malus
§1. Toepassingsgebied
De volgende bepalingen zijn van toepassing op de premies voor motorrijtuigen voor toerisme en zaken ofvoor gemengd gebruik en motorrijtuigen bestemd voor vervoer van zaken waarvan de MTM 3,5 T niet overschrijdt, met uitzondering van de motorrijtuigen die niet onderworpen zijn aan het a posteriori personalisatiestelsel, krachtens het Koninklijk Besluit van 3 februari 1992 tot vaststel- ling van de tariefnormen die van toepassing zijn op de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
§2. Gradenschaal en de ermee overeenstemmende premies
Graden | Premieniveau ten opzichte van het basisniveau 100 |
22 | 200 |
21 | 170 |
20 | 150 |
19 | 140 |
18 | 130 |
17 | 123 |
16 | 117 |
15 | 111 |
14 | 105 |
13 | 100 |
12 | 95 |
Graden | Premieniveau ten opzichte van het basisniveau 100 |
11 | 90 |
10 | 86 |
9 | 82 |
8 | 78 |
7 | 74 |
6 | 70 |
5 | 67 |
4 | 64 |
3 | 61 |
2 | 58 |
1 | 56 |
0 | 54 |
-1 | 54 |
-2 | 54 |
-3 | 54 |
-4 | 54 |
§3. Toetredingsmechanisme tot het stelsel
De toetreding tot het stelsel gebeurt in graad 14 van de schaal, behalve bij beperkt gebruik van een rijtuig voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik, waar de toetreding gebeurt in graad 11.
Deze afwijking is evenwel slechts van toepassing wanneer het rijtuig wordt gebruikt:
a) voor privé-doeleinden en op de weg van en naar het werk (ver- plaatsingen tussen twee arbeidsplaatsen worden als beroeps- gebruik beschouwd), met uitsluiting van elk ander beroepsge- bruik dan de hierna bedoelde;
b) voor beroepsdoeleinden maar uitsluitend:
1° door personen die voltijds een loon- of weddetrekkend beroep uitoefenen en die geen deel uitmaken van de bui- tendiensten van de onderneming ofvan de instelling die hen tewerkstelt (worden aangezien als deel uitmakend van de buitendiensten, de personen waarvan de beroepsactiviteit systematisch opdrachten in buitendienst inhoudt);
2° door zelfstandigen die voltijds een sedentair beroep uit- oefenen;
3° door de bedienaars van een door de wet erkende eredienst; 4° door landbouwers en groentekwekers die regelmatig deel-
nemen aan de handenarbeid van de onderneming.
§4. Verplaatsingsmechanisme op de gradenschaal
De premie verandert op elke jaarlijkse premievervaldag volgens de hierboven vermelde gradenschaal afhankelijk van het aantal schadegevallen en overeenkomstig de hierna omschreven regels.
Om de personalisatiegraad te doen veranderen, worden alleen
de schadegevallen in aanmerking genomen waarvoor de maat- schappij die het risico dekte op het tijdstip van het schadegeval, aan de benadeelde een schadevergoeding uitbetaald heeft of zal moeten uitbetalen.
De geobserveerde verzekeringsperiode wordt elk jaar afgesloten uiterlijk op de 15de van de maand die aan de maand van de jaar- lijkse premievervaldag voorafgaat. lndien zij om welke reden ook korter is dan negen en een halve maand, zal zij bij de volgende observatieperiode geteld worden.
§5. Werkingswijze van het mechanisme
De verplaatsingen gebeuren volgens het volgend mechanisme:
a) per geobserveerde verzekeringsperiode: onvoorwaardelijke daling met een graad,
b) per geobserveerde verzekeringsperiode met een of meer scha- degevallen: stijging met vijf graden per schadegeval.
§6. Beperkingen op het mechanisme
- ongeacht het aantal jaren zonder schadegeval of het aantal schadegevallen zullen de graden -4 of 22 nooit overschreden worden,
- de verzekerde die tijdens vier opeenvolgende geobserveerde verzekeringsperiodes geen schadegeval veroorzaakt heeft en niettemin nog steeds op een hogere graad dan 14 staat, wordt automatisch op de basisgraad 14 teruggebracht.
§7. Verbetering van de graad
lndien blijkt dat uw personalisatiegraad verkeerd bepaald of gewij- zigd werd, wordt de graad verbeterd en worden de premieverschillen die eruit voortvloeien, respectievelijk aan u terugbetaald of door ons opgeëist.
Het door ons terugbetaalde bedrag wordt verhoogd met de wette- lijke interest, indien de verbetering meer dan een jaar na de toeken- ning van de verkeerde graad gebeurd is. Deze interest loopt vanaf het ogenblik dat de verkeerde graad werd toegepast.
§8. Verandering van rijtuig
De verandering van rijtuig heeft geen enkele weerslag op de per- sonalisatiegraad.
§9. Opnieuw van kracht worden
lndien een geschorste overeenkomst opnieuw van kracht wordt, blijft de op het ogenblik van de schorsing bereikte personalisatie- graad van toepassing.
§10. Verandering van maatschappij
lndien u vóór het sluiten van de overeenkomst door een andere maatschappij verzekerd werd met toepassing van het a posteriori personalisatiestelsel, bent u verplicht aan ons de schadegevallen aan te geven die voorgekomen zijn sinds de datum van het door de andere maatschappij afgeleverde attest tot de aanvangsdatum van de overeenkomst.
§11. Attest in geval van opzegging van de overeenkomst
Binnen vijftien dagen na de opzegging van de overeenkomst delen wij u de inlichtingen mee die nodig zijn voor de juiste vaststelling van de graad.
§12. Voordien in een ander land van de Europese Gemeenschap onderschreven overeenkomst
lndien de overeenkomst onderschreven wordt door een persoon die in de loop van de laatste vijf jaren reeds een overeenkomst onderschreven had overeenkomstig de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap, dan wordt de gepersona- liseerde premie bepaald op een graad waarbij rekening gehouden
wordt, voor de laatste 5 verzekeringsjaren voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst, met het aantal schadegevallen per verzekeringsjaar waarvoor de buitenlandse verzekeraar schadevergoedingen ten voordele van de benadeelden heeft betaald of zal moeten betalen.
U dient de nodige bewijsstukken voor te leggen.
5.2. TERRORISME
Artikel 66.Schade veroorzaakt door terrorisme
Wij dekken schade veroorzaakt door terrorisme volgens de moda- liteiten en binnen de beperkingen voorzien door de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme.
Wij zijn hiertoe lid van de VZW TRlP. De uitvoering van alle ver- bintenissen van alle verzekeringsondernemingen die lid zijn van deze VZW, wordt beperkt tot 1 miljard euro per kalenderjaar voor de schade veroorzaakt door alle gebeurtenissen erkend als terrorisme voorgevallen tijdens dat kalenderjaar. Dat bedrag wordt elk jaar op 1 januari van rechtswege geïndexeerd volgens de consumptieprijs- index, met als basis het indexcijfer van december 2005.
Onder terrorisme wordt verstaan: een actie of dreiging van actie, in de zin van de voornoemde wet. Overeenkomstig deze wet beslist het daartoe opgerichte Comité of een gebeurtenis beantwoordt aan de definitie van terrorisme.
5.3. BIJSTAND NA ONGEVAL
Artikel 67. Bijstand na ongeval
De bijstand na ongeval biedt verschillende diensten aan de verze- kerde die betrokken is bij een verkeersongeval in België of binnen een straal van 30 km buiten de Belgische landsgrenzen waardoor het omschreven rijtuig niet meer kan rijden. Hiervoor dient de ver- zekerde onze bijstandscentrale op te bellen.
De volgende diensten worden verleend:
- het doorgeven per telefoon van dringende boodschappen, naar de personen of de diensten die de verzekerde ons aanduidt;
- het vervoer van de inzittenden van de plaats van het ongeval naar de woonplaats van één van hen in België;
- het wegtakelen van het verzekerde voertuig, van de plaats van het ongeval naar de herstelplaats door de verzekerde in België aangeduid, voor zover de maximaal toegelaten massa van het voertuig gelijk of minder is dan 3,5 ton. De tussenkomst wordt beperkt tot 250,00 EUR voor de sleping die niet door de bijstandscentrale werd georganiseerd, tenzij de verzekerde bewijst dat hij bij het ongeval in de onmogelijkheid verkeerde de bijstandscentrale te bereiken omdat hij door een ambulan- tiedienst opgenomen werd of indien het voertuig op politiebevel weggetakeld werd (bijvoorbeeld in het kader van een tussen- komst F.A.S.T in Vlaanderen of SIABIS+ in Wallonië).
Deze dienstverlening is niet verworven in de gevallen waar wij over een verhaalsrecht beschikken op grond van de artikels 44 t.e.m. 48.
lndien de verzekerde rijdt met een vervangingsvoertuig conform de toepassingsvoorwaarden van artikel 56 vergoeden wij de sleep- kosten op basis van de bewijsstukken en maximaal ten belope van 250,00 EUR.
5.4. WAARBORGUITBREIDING "BOB"
Artikel 68.Toepassingsgebied "BOB"
De waarborguitbreiding "BOB" wordt aan het omschreven voertuig verleend, indien deze geldig in Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid (BA) verzekerd is binnen dit contract. De waarborg BA mag in geen geval geschorst zijn.
De binnen dit kader verzekerde motorrijtuigen zijn de voertuigen voor toerisme en zaken, voertuigen voor dubbel gebruik, mini- bussen en lichte vrachtwagens met een MTM tot 3,5 ton.
Wij vergoeden de materiële schade toegebracht aan het omschreven voertuig wanneer deze bestuurd wordt door een derde die, geheel of gedeeltelijk, persoonlijk aansprakelijk gesteld wordt voor de schade aan het voornoemde voertuig.
Voor de toepassing van deze waarborg beschouwen we als "derde" alle andere personen dan de eigenaar, de houder en de door het ver- zekeringscontract opgegeven bestuurders, alsmede personen die bij een van hen inwonen of door een van hen onderhouden worden.
Artikel 69.Voorwaarden "BOB"
Deze waarborg is slechts verworven indien alle hierna vermelde voorwaarden vervuld zijn:
- de verzekerde doet beroep op een "BOB", d.w.z. dat hij aan een derde vraagt om uitzonderlijk zijn voertuig te besturen, kos- teloos en bij wijze van vriendendienst, wanneer hij zich niet in staat voelt om te rijden, in het bijzonder door een staat van wettelijk strafbare intoxicatie ten gevolge van alcoholgebruik of van producten die een gelijkaardig effect tot gevolg hebben;
- het ongeval doet zich voor op het traject afgelegd om de ver- zekerde alsmede zijn gezelschap in alle veiligheid te vervoeren als passagiers van het omschreven voertuig, welke gebruikt wordt tijdens vrijetijdsactiviteiten;
- de bestuurder moet op het ogenblik van het ongeval over een geldig rijbewijs voor dit voertuig beschikken en niet vervallen verklaard van het recht tot sturen. Hij mag zich niet in een staat van wettelijk strafbare alcoholintoxicatie bevinden, noch in een vergelijkbare toestand die het gevolg is van het gebruik van enig ander product dan alcohol;
- de schade is het gevolg van een onopzettelijk verkeersongeval in België of binnen een straal van 30 km buiten onze grenzen;
- het ongeval moet, onmiddellijk nadat het zich heeft voorge- daan, ter plaatse worden vastgesteld:
- ofwel door de bevoegde lokale politiediensten, door middel van een proces-verbaal;
- ofwel door een derde betrokken bij het schadegeval (ander dan de passagiers van het omschreven voertuig) en op voorwaarde dat deze de identiteit van de bestuurder XXX in een Europees aanrijdingsformulier kan bevestigen. Dit document moet door alle betrokken partijen ingevuld en bezorgd worden aan hun respectievelijke verzekeraars;
- de materiële schade bedraagt in hoofdsom minstens 500,00 EUR exclusief BTW.
Artikel 70. Geen verhaal op "BOB"
Wij doen afstand van verhaal tegenover de bestuurder XXX, behalve in het geval dat hij een beroep kan doen op een aansprakelijkheids- verzekering die deze schade dekt.
Artikel 71. Indeplaatsstelling
Tot de door ons uitbetaalde schadevergoedingen of kosten treden wij in de rechten en vorderingen van de verzekerde tegen de aan- sprakelijke, met uitzondering van de bestuurder BOB.
Artikel 72. Vergoeding van de schade
Bij schadegeval zal een expert gelast worden om de omvang van de schade te bepalen, behalve wanneer wij ons akkoord verklaren met de schaderaming voorgelegd door de verzekerde. Onze tus- senkomst is evenwel beperkt tot 30.000,00 EUR per schadegeval.
§1. Bij totaal verlies
Wij vergoeden de werkelijke waarde van het voertuig, verminderd met de waarde van het voertuig na schade. lndien de eigenaar de verkoop van het geaccidenteerde voertuig aan ons overlaat, dan wordt de waarde daarvan niet in mindering van de vergoe- ding gebracht.
§2. Bij gedeeltelijke schade
Wij vergoeden de herstellingskosten vastgesteld bij expertise of, indien wij door de verzekerde voorgelegde schaderaming hebben aanvaard, door een gedetailleerde factuur.
Wij betalen eveneens de niet-terugvorderbare BTW op voorlegging van de herstellingsfactuur.
Artikel 73. Omniumverzekering
Wanneer het omschreven voertuig geldig verzekerd is voor Materiële Schade binnen dit contract, dan wordt de dekking uitgebreid zoals omschreven in artikel 58 van de Omniumverzekering.
Artikel 74. Uitsluitingen
De waarborguitbreiding "BOB" komt niet tussen:
- wanneer het verhaal, voorzien in artikels 44 t.e.m. 48, van toe- passing is;
- wanneer de schade uitgesloten is in de Omniumverzekering;
- wanneer het omschreven voertuig verzekerd is in Materiële Schade bij een andere maatschappij.
5.5. KLACHTENBEHEER
Artikel 75. Klachtenbeheer
Hebt u een klacht, contacteer dan best eerst uw DVV-consulent of uw relatiebeheerder. Anders kan u ook contact opnemen met de dossierbeheerder. Ze zullen de tijd nemen om naar u te luisteren en om samen met u een oplossing te vinden.
Xxxx u niet tevreden met de oplossing? Dan kan u contact opnemen met de Ombudsman van de Verzekeringen, de Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx, of via e-mail naar xxxx@xxxxxxxxx-xxxxxxxxx.xx. Meer info op xxxxxxxxx-xxxxxxxxx.xx
U behoudt altijd het recht om een gerechtelijke procedure te starten bij de bevoegde Belgische rechtbanken.
VERZEKERING RECHTSBIJSTAND
1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1. Verzekerde:
A. u als verzekeringnemer;
B. de eigenaar, de houder en de bestuurder van het omschreven rijtuig;
C. de personen kosteloos vervoerd in het omschreven rijtuig;
D. de bloed- en aanverwanten van een voornoemde verzekerde in rechte lijn, als zij door overlijden of lichamelijk letsel van deze laatste schade lijden.
Worden door deze verzekering niet gedekt de personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling meester hebben gemaakt van het verzekerde rijtuig.
2. Wij, de verzekeraar: DVV is een merk- en handelsnaam van Belins NV, Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx, Belgische ver- zekeringsonderneming toegelaten onder het nummer 0037.
2. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 1. De volgende artikels van de verzekering van de Burger- rechtelijke Aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen zijn van toe- passing:
- beschrijving en wijziging van het risico (artikels 2 t.e.m. 9);
- wijzigingen inzake het omschreven motorrijtuig (artikels 10 t.e.m.14);
- betaling van de premie (artikels 16 en 18 §1-§2-§4);
- wijziging van de premie of van de verzekeringsvoorwaarden (artikels 19 en 20);
- duur, vernieuwing, overdracht en einde van het contract (arti- kels 15, 21, 22 en 26 t.e.m. 31);
- mededelingen (artikel 37);
- geldigheidsgebied (artikels 39 en 40);
- terrorisme (artikel 66);
- klachtenbeheer (artikel 75).
Artikel 2. De verzekering vangt aan nadat wij de getekende polis ontvangen hebben en na betaling van de eerste premie.
3. OMVANG VAN DE DEKKING
3.1. TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 3. Onder de hiernavolgende voorwaarden en ten belope van de bedragen vermeld in de bijzondere voorwaarden, verzekeren wij bij een schadegeval waarbij het verzekerde rijtuig betrokken is:
- het verweer van de verzekerde ;
- het verhaal op en het onvermogen van de aansprakelijke per- sonen.
3.2. WELKE RIJTUIGEN WORDEN VERZEKERD?
Artikel 4. Onder verzekerd rijtuig wordt verstaan:
- het omschreven rijtuig:
- het motorrijtuig dat omschreven is in de bijzondere voor- waarden; al wat eraan gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan;
- de in de bijzondere voorwaarden omschreven niet-aange- koppelde aanhangwagen;
- het rijtuig dat u of uw gezinsleden niet toebehoort en dat:
- u of uw gezinsleden gebruikt ter tijdelijke vervanging van het onbruikbaar omschreven rijtuig, voor ten hoogste dertig dagen te rekenen vanaf de datum van zijn buitengebruik- stelling,
of
- toevallig door u of uw gezinsleden gebruikt wordt,
voor zover deze rijtuigen voor hetzelfde gebruik bestemd zijn.
3.3. WAT OMVAT HET VERWEER?
Artikel 5. Wij waarborgen de strafrechtelijke verdediging van de verzekerde telkens als hij vervolgd wordt wegens:
- overtredingen van de wetten en reglementen op de politie van het wegverkeer;
- onvrijwillige doodslag of verwondingen.
3.4. WAT OMVAT HET VERHAAL?
Artikel 6. Wij verbinden ons ertoe de rechten van de verzekerde te verdedigen om in der minne of gerechtelijk schadevergoeding te bekomen van de aansprakelijke op basis van de extracontrac- tuele aansprakelijkheid.
Er wordt geen verhaal uitgeoefend op de verzekerde behalve:
- bij schade veroorzaakt aan het verzekerde rijtuig door een pas- sagier die geen gezinslid is van een verzekerde vermeld onder A of B van de begripsomschrijvingen;
- voor schade die afgewenteld kan worden op een andere aan- sprakelijkheidsverzekering dan die van het verzekerde rijtuig.
Artikel 7. lndien het belang van het geschil minstens 150,00 EUR bedraagt waarborgen wij eveneens in volgende gevallen het ver- haal op basis van de contractuele aansprakelijkheid:
- om de uitvoering te bekomen van de waarborg die door de con- structeur langs een concessiehouder in België is verleend, op voorwaarde dat het in nieuwe staat werd aangekocht en sinds dan door dit contract werd verzekerd;
- bij schade aan de verzekerden toegebracht door een ongeval dat het gevolg is van een constructiefout van het rijtuig;
- bij schade aan het rijtuig toegebracht tijdens het onderhoud, de herstelling of de reiniging door een persoon bedrijvig in de automobielsector en als dusdanig ingeschreven in het han- delsregister;
- bij schade aan het rijtuig toegebracht tijdens het tanken door een persoon bedrijvig in de automobielsector en als dusdanig ingeschreven in het handelsregister en bij schade aan het rij- tuig door het tanken van brandstof van slechte kwaliteit;
- bij schade waarvoor de verhuurder van de garagebox aanspra- kelijk gesteld kan worden;
- wanneer de herstelling na een gedekt schadegeval niet werd uitgevoerd overeenkomstig het expertiseverslag.
3.5. WAT OMVAT HET ONVERMOGEN?
Artikel 8. Wanneer wij het onvermogen van de gekende aanspra- kelijke vaststellen door een onderzoek of via gerechtelijke weg, waarborgen wij aan de verzekerde de betaling van de vergoeding
die hem door de een tegensprekelijk vonnis is toegekend, na aftrek van de in de bijzondere voorwaarden bedongen vrijstelling.
De waarborg geldt slechts in zover de tegemoetkoming van ieder ander openbaar of privé-organisme uitgeput is.
Deze waarborg kan slechts ingeroepen worden naar aanleiding van een gedekt schadegeval in Artikel 6 van de waarborg verhaal. Er wordt geen dekking verleend bij diefstal of bij poging tot diefstal.
lndien er meerdere verzekerden betrokken zijn in eenzelfde scha- degeval, dient u te bepalen welke voorrang wij moeten verlenen aan elk van de verzekerden bij de uitputting van het verzekerde bedrag.
3.6. WAT VERZEKEREN WIJ NIET?
Artikel 9. Zijn door deze verzekering niet verzekerd:
- schadegevallen tijdens het deelnemen aan ofvoorbereiden van wedstrijden met motorrijtuigen. Verbindingsritten alsook louter toeristische en ontspanningsrally's zijn evenwel verzekerd;
- schadegevallen voortvloeiend uit de deelname van de verze- kerde aan oproer, aanslagen, collectieve gewelddaden, sta- kingen en lock-out;
- schade die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van een wijziging van de atoomkern, van radioactiviteit en van de voortbrenging van ioniserende stralingen. Geschillen met betrekking tot medisch vereiste bestralingen zijn wel in de verzekering begrepen;
- schade aan de lading bij betaald goederenvervoer;
- inbreuken op de reglementering inzake douane en accijnzen;
- het verhaal op basis van de contractuele aansprakelijkheid als het belang van het geschil minder dan 150,00 EUR EUR bedraagt;
- de zuiver contractuele geschillen inzake de herstelling of het onderhoud;
- gevallen van verkeersagressie, tenzij de verzekerde er niet actief bij betrokken is, noch concrete aanleiding gaf tot de verkeersagressie.
4. BEPALINGEN BIJ SCHADEGEVAL
4.1. VRIJE KEUZE VAN ADVOCAAT EN EXPERT
Artikel 10. In geval van een gerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedure, kan de verzekerde vrij een advocaat of iedere andere persoon kiezen die, krachtens de op de procedure toepasse- lijke wet, de vereiste kwalificaties heeft om zijn belangen te verde- digen, te vertegenwoordigen of te behartigen. In geval van arbitrage, bemiddeling of een andere erkende buitengerechtelijke vorm van geschillenbeslechting, kan de verzekerde vrij een persoon kiezen die de vereiste kwalificaties heeft en die daartoe is aangewezen.
De verzekerde heeft recht op één enkel advocaat en/of expert.
De verzekerde verbindt zich ertoe de naam van de gekozen advo- caat en/of expert aan ons bekend te maken.
Wij zullen de kosten en erelonen van de nieuwe advocaat of nieuwe expert betalen, indien de verzekerde buiten zijn wil om, ingevolge objectieve omstandigheden zoals het overlijden van de advocaat of expert; de benoeming tot magistraat ... genoodzaakt is van advocaat of expert te veranderen.
De verzekerde verbindt zich ertoe op ons verzoek de erelonen en kosten die wij overdreven achten, te betwisten, desgevallend voor de bevoegde Raad van de Orde der Advocaten, voor de res- pectievelijke tuchtorganen van de experts of voor de bevoegde burgerlijke rechtbank.
4.2. WAT BIJ MENINGSVERSCHIL?
Artikel 11. Wanneer wij en de verzekerde van mening verschillen over de te volgen gedragslijn voor de regeling van het schadegeval, heeft de verzekerde het recht een advocaat van zijn keuze te raad- plegen, nadat wij ons standpunt of onze weigering om de stelling van de verzekerde te volgen bekendgemaakt hebben, onvermin- derd de mogelijkheid om een rechtsvordering in te stellen.
Bevestigt deze advocaat de zienswijze van de verzekerde, dan ver- lenen wij rechtsbijstand, met inbegrip van de kosten en erelonen van de raadpleging. ln het andere geval betalen wij de helft van de kosten en erelonen van de raadpleging.
De verzekerde mag nochtans, tegen het advies van zijn advocaat in, op eigen kosten procederen. Wij hernemen de rechtsbijstand en betalen de verzekerde de kosten en erelonen terug indien hij een beter resultaat bekomt.
Wij zullen de verzekerde op de hoogte brengen van de hierboven omschreven procedure telkens als er zich een meningsverschil voordoet.
4.3. WAT BIJ BELANGENCONFLICT?
Artikel 12. Bij een belangenconflict is de verzekerde vrij in de keuze van een advocaat of expert om zijn belangen te verdedigen. Dit recht wordt hem reeds toegekend in de minnelijke fase van de geschilbehandeling.
Wij zullen de verzekerde op de hoogte brengen van dit recht telkens als er zich een belangenconflict voordoet.
4.4. WELKE KOSTEN WORDEN VERGOED?
Artikel 13. Wij nemen volgende kosten te onzen laste, zonder dat de verzekerde ze moet voorschieten:
- de kosten en erelonen van de advocaat, de expert en de gerechtsdeurwaarder;
- de kosten van gerechtelijke en buitengerechtelijke procedure, die ten laste worden gelegd van de verzekerde;
- de kosten van een procedure van tenuitvoerlegging per uit- voerbare titel;
- de noodzakelijke reis- en verblijfkosten van de verzekerde als zijn persoonlijke verschijning voor een buitenlandse rechtbank wettelijk vereist of gerechtelijk bevolen is;
- de kosten voor het indienen van een verzoek tot genade of eerherstel voor zover het initiële geschil door ons geregeld werd en de verzekerde op het ogenblik van het indienen van het verzoekschrift nog bij ons verzekerd is.
Worden niet gedekt:
- straffen, geldboeten, opdeciemen en dadingen met het Open- baar Ministerie, kosten van alcoholtest, bloedproef en drugs- opsporingstest;
- de kosten en erelonen die de verzekerde vóór de schadeaan- gifte of zonder ons akkoord betaald heeft, tenzij ze gerecht- vaardigd zijn;
- de kosten en erelonen van een procedure voor een interna- tionaal of supranationaal gerechtshof of een procedure voor het Hof van Cassatie indien het belang van het geschil als dit in geld kan uitgedrukt worden, minder dan 1.250,00 EUR (niet geïndexeerd) bedraagt.
4.5. WELKE ZIJN DE VERPLICHTINGEN VAN DE VERZEKERDE?
Artikel 14. Ongeacht de andere verplichtingen opgelegd in deze polis is de verzekerde ertoe gehouden:
1. ons elk schadegeval schriftelijk te melden binnen acht dagen. De termijn begint slechts te lopen wanneer het voor de verze- kerde redelijkerwijs mogelijk is aangifte te doen;
2. ons alle nuttige inlichtingen en documenten onmiddellijk over te maken, teneinde het door ons ingestelde onderzoek met betrekking tot het schadegeval zoveel mogelijk te vergemak- kelijken;
3. alle gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken betreffende het schadegeval onmiddellijk aan ons of aan de gekozen advo- caat over te maken;
4. op ons verzoek of op verzoek van de gekozen advocaat op de terechtzittingen te verschijnen en alle nodige procedurehan- delingen te verrichten ;
5. zich te onthouden van een erkenning van aansprakelijkheid, van dading, van betaling of belofte van betaling. Verlening van eerste hulp of loutere erkenning van de feiten wordt niet beschouwd als een erkenning van aansprakelijkheid ;
6. ons de gerecupereerde rechtsplegingsvergoedingen, gerechts- kosten evenals expertisekosten terug te storten;
7. ons op de hoogte te houden van alle initiatieven genomen inge- volge de rechtstreekse contacten met de gekozen advocaat of expert.
lndien de verzekerde zijn verplichtingen niet nakomt, hebben wij het recht:
- bij verzuim met bedrieglijk opzet, de dekking te weigeren;
- in de andere gevallen, de vergoeding of gemaakte kosten te verminderen of terug te vorderen ten belope van het door ons geleden nadeel.
De bewijslast berust bij ons.
1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1. Verzekerde:
A. U als verzekeringnemer;
B. de eigenaar, de gemachtigde houder en de gemachtigde bestuurder van het verzekerde rijtuig met uitsluiting van alle personen aan wie het rijtuig is toevertrouwd om eraan te werken of om het te verkopen (in dit laatste geval zullen wij wel van hen de vergoeding terugvorderen die wij u hebben gestort).
2. Wij, de verzekeraar: DVV is een merk- en handelsnaam van Belins NV, Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx, Belgische ver- zekeringsonderneming toegelaten onder het nummer 0037.
3. Bijstandscentrale: de dienstverlener gemandateerd door ons om de bijstandsverlening te verrichten.
4. Omschreven rijtuig: het motorrijtuig dat omschreven wordt in de bijzondere voorwaarden.
5. Toebehoren: elke uitrusting waarmee het omschreven rijtuig uitgerust is en die niet oorspronkelijk door de constructeur of invoerder gemonteerd werd. Hiertoe behoren ook de winter- banden van het rijtuig, met inbegrip van hun eigen velgen.
6. Catalogusprijs: de catalogusprijs van een rijtuig is de officiële verkoopprijs, zonder BTW, van dat rijtuig, met inbegrip van elke uitrusting die oorspronkelijk door de constructeur of invoerder gemonteerd werd. Deze verkoopprijs wordt vastgelegd bij de eerste ingebruikneming volgens het inschrijvingsbewijs door de constructeur of door de officiële invoerder met het oog op de verkoop in België.
7. Ingevoerde rijtuigen: rijtuigen die niet door de officiële invoerder in België worden ingevoerd.
8. B.I.V.: de belasting op de inverkeerstelling.
9. Werkelijke waarde: de waarde onmiddellijk vóór het schade- geval zoals bepaald door de expertise.
2. GEMEENSCHAPPELIJKE VOORWAARDEN
2.1. VOORWERP EN OMVANG VAN DE DEKKING
VERZEKERD RIJTUIG
Artikel 1. Wij verzekeren het omschreven rijtuig. De waarborgen worden automatisch op de vervangingswagen overgedragen, tenzij het hieronder anders bedongen wordt, indien het omschreven rij- tuig onbruikbaar is conform de voorwaarden bepaald in artikel 56 van de verplichte verzekering Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen.
TE VERZEKEREN WAARDE
Artikel 2. U bepaalt de verzekerde waarde van het omschreven rijtuig. Dit bedrag staat vermeld in de bijzondere voorwaarden en dient te omvatten:
- de catalogusprijs van het omschreven rijtuig;
- de aankoopprijs van het toebehoren in nieuwe staat.
De hiervoor vermelde bedragen dienen bepaald te worden zonder rekening te houden met verminderingen, kortingen en kosten. lngevoerde rijtuigen worden worden verzekerd tegen hun aankoop- prijs bij invoer in België.
Artikel 3. De waarde van het anti-of nadiefstalsysteem dat niet oorspronkelijk door de constructeur in het omschreven rijtuig ge:nstalleerd is, moet niet opgenomen worden in de verzekerde waarde. Het wordt verzekerd binnen de waarborgen van dit contract.
Artikel 4. Wij verzekeren eveneens zonder bijkomende premie en zonder voorafgaande mededeling ten belope van 1.250,00 EUR, het toebehoren waarmee het omschreven rijtuig na het sluiten van de omniumverzekering uitgerust zou zijn.
Artikel 5. De B.l.V. is verzekerd.
Artikel 6. Het toebehoren verzekerd volgens artikel 4 wordt verze- kerd op eerste risico ten belope van 1.250,00 EUR.
ONDERVERZEKERING EN EVENREDIGHEIDSREGEL
Artikel 7. lndien de verzekerde waarde van het omschreven rijtuig afwijkt van de te verzekeren waarde, zoals bepaald in artikel 2, dan is de verzekerde bij schadegeval zijn eigen verzekeraar voor het verschil en draagt hij zijn evenredig aandeel in de schade.
De evenredigheidsregel wordt echter niet toegepast:
- voor een rijtuig in nieuwe staat aangekocht: indien de ver- zekerde waarde overeenstemt met de aankoopprijs zonder taksen vermeerderd met de aankoopprijs van het toebehoren, in nieuwe staat;
- voor een tweedehands rijtuig (andere dan ingevoerde rijtuigen): indien het verzekerd wordt tegen zijn catalogusprijs zonder rekening te houden met het toebehoren waarmee het rijtuig uitgerust is vóór zijn aankoop door de verzekeringnemer.
Het vervangingsvoertuig is verzekerd ten belope van het verze- kerde bedrag en zonder toepassing van de evenredigheidsregel.
GELDIGHEIDSGEBIED
Artikel 8. Deze verzekering geldt over heel de wereld.
2.2. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 9. De volgende artikels van de verzekering van de Bur- gerrechtelijke Aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen zijn van toepassing:
- beschrijving en wijziging van het risico (artikels 2 t.e.m. 9);
- betaling van de premie (artikels 16 en 18 §1-§2-§4);
- wijziging van de premie of van de verzekeringsvoorwaarden (artikels 19 en 20);
- duur, vernieuwing en einde van het contract (artikels 15, 21 22 en 26 t.e.m. 31);
- mededelingen (artikel 37);
- terrorisme (artikel 66);
- klachtenbeheer (artikel 75).
Artikel 10. De verzekering vangt aan op de datum vermeld in de bijzondere voorwaarden en na betaling van de eerste premie.
2.3. BEPALINGEN BIJ SCHADEGEVAL
BIJSTAND OMNIUM
Artikel 11. De verzekerde mag een beroep doen op de dienst Bijstand Omnium in het kader van de verzekerde waarborgen. Deze dienst biedt de verzekerde verschillende voordelen indien hij beroep doet op een van de door ons erkende hersteller.
Artikel 12. De Bijstand Omnium geldt voor elk verzekerd schade- geval overkomen in België en tot 30 kilometer buiten de Belgische landsgrenzen.
Artikel 13. De waarborg omvat de volgende diensten:
- het wegtakelen van het verzekerde rijtuig, van de plaats van het schadegeval of van de woonplaats van de verzekerde naar de herstelplaats van de erkende hersteller;
- het ter beschikking stellen van een vervangingsvoertuig:
- tijdens de duur van de herstelling bij gedeeltelijke schade;
- gedurende zes dagen bij totaal verlies, behalve bij diefstal van het rijtuig (zie artikel 49);
- het uitvoeren van een expertise;
- de organisatie van de autokeuring voor de verplichte techni- sche controle na herstelling van het rijtuig;
- de toepassing van een derde betalersysteem, namelijk de rechtstreekse betaling aan de erkende hersteller van de gedekte schade. Enkel de niet-gedekte schade, de vrijstelling en de terugvorderbare BTW worden door de hersteller aan de verzekerde aangerekend wanneer de herstelde wagen afge- leverd wordt;
- de veilige en kosteloze stalling van het rijtuig;
- een kwalitatieve herstelling met waarborg van twee jaar.
Artikel 14. Bij een schadegeval waardoor het rijtuig niet meer kan rijden dient de verzekerde op het moment van het schadegeval zelf op de bijstandscentrale beroep te doen voor het slepen van het geïmmobiliseerde rijtuig.
Artikel 15. lndien de bestuurder door een schadegeval niet langer in de mogelijkheid verkeert om een rijtuig te besturen en geen andere inzittende hem kan vervangen, zorgt de Bijstand Omnium via de bijstandcentrale voor het vervoer van de niet-gewonde inzit- tenden van de plaats van het schadegeval naar de woonplaats van een van hen in België.
VERPLICHTINGEN BIJ SCHADEGEVAL
Artikel 16. De verzekerden zijn ertoe gehouden:
1. ons elk schadegeval te melden binnen acht dagen;
2. hun schade-eis zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven;
3. ons onmiddellijk alle nuttige inlichtingen, documenten en te bezorgen om het door ons ingestelde onderzoek met betrek- king tot het schadegeval zoveel mogelijk te vergemakkelijken.
De vermelde termijnen beginnen slechts te lopen wanneer het voor de verzekerde redelijkerwijs mogelijk is aangifte te doen.
lndien de verzekerden hun verplichtingen niet nakomen hebben wij het recht:
- bij verzuim met bedrieglijk opzet, de dekking te weigeren;
- in de andere gevallen, de vergoeding of de gemaakte kosten te verminderen of terug te vorderen ten belope van het door ons geleden nadeel.
De bewijslast berust bij ons.
SCHATTING VAN DE SCHADE
Artikel 17. lndien u niet opteert voor de Bijstand Omnium wordt bij ontvangst van een aangifte van schadegeval een auto-expert onmiddellijk gelast behalve bij diefstal van het rijtuig of wanneer wij ons akkoord verklaren met de raming van de schade.
Deze expert zal zijn bevindingen (bijvoorbeeld totaal verlies, herstel- ling in regie, demontage, ...) aan uzelf of aan uw gemandateerde hersteller binnen de twee werkdagen uitbrengen, te rekenen vanaf de dag volgend op zijn aanstelling, op voorwaarde dat hij bij de aanstelling beschikt over de volgende gegevens:
- de telefoonnummers waarop wij of de expert u kunnen bereiken;
- de standplaats van het verzekerde rijtuig;
- de gegevens van de hersteller (naam, adres, telefoon, fax- nummer);
- de schadeaangifte.
lndien deze termijn van twee werkdagen niet gerespecteerd wordt, betalen wij per dag een forfaitair bedrag van 20,00 EUR. lndien er geen expertise uitgevoerd wordt mag de verzekerde tot de herstel- ling overgaan wanneer xxx niet reageren binnen de vijf werkdagen na ontvangst op onze diensten van uw aangetekende verzending van het bestek.
Artikel 18. Bij gebrek aan overeenkomst over de schade of haar draagwijdte, wordt het geschil door twee experts geregeld, res- pectievelijk gekozen door de contracterende partijen. Elke partij draagt de kosten en honoraria van de door haar aangestelde expert. Worden deze experten het niet eens, dan kan het geschil door een arbitrageprocedure beslecht worden. De kosten van de procedure worden volledig door ons ten laste genomen indien de verzekerde een beter resultaat bekomt; zoniet draagt elke partij de helft van de kosten. De verzekerde behoudt het recht het geschil voor de rechtbank te brengen. De kosten van de expert aangesteld door de rechtbank wordt door ons ten laste genomen indien de verze- kerde een beter resultaat bekomt.
BEPALING VAN DE VERGOEDING
Artikel 19. Onze prestaties verschillen naargelang het rijtuig gedeel- telijk beschadigd is of totaal verloren is. Er is totaal verlies indien het bedrag van de herstellingskosten hoger is dan de werkelijke waarde van het rijtuig, verminderd met de waarde van het wrak, of indien bij diefstal vijftien dagen na de aangifte ervan bij ons het rijtuig nog niet is teruggevonden of nog niet ter beschikking is van de verzekerde.
VERGOEDING BIJ TOTAAL VERLIES
Artikel 20. De vergoeding is gelijk aan de waarde bij schadegeval van het verzekerde rijtuig verminderd met de waarde van het wrak. lndien de eigenaar de verkoop van het wrak aan ons overlaat, dan wordt de waarde van het wrak niet in mindering gebracht.
De waarde bij schadegeval van het omschreven rijtuig wordt vast- gesteld op basis van het gekozen vergoedingssysteem dat vermeld staat in de bijzondere voorwaarden: nieuwwaarde, aangenomen waarde, functionele waarde of werkelijke waarde. Het afschrij- vingspercentage dat eigen is aan elk vergoedingssysteem wordt uitgedrukt op basis van het aantal verstreken maanden vanaf de datum van de eerste ingebruikneming.
Artikel 21. De nieuwwaarde van het omschreven rijtuig wordt bepaald op basis van het bedrag dat nodig is om op de dag van
het schadegeval eenzelfde volledig nieuw rijtuig aan te kopen. lndien op het ogenblik van het schadegeval hetzelfde type rijtuig niet meer beschikbaar is bij de officiële verdeler, wordt de nieuw- waarde van het omschreven rijtuig bepaald op basis van de laatst geldende catalogusprijs ervan, verhoogd met 0,5% per maand vanaf het ogenblik dat het uit de handel is genomen.
De aldus bekomen waarde wordt verminderd met:
- 1% per maand vanaf de 25ste maand tot de 48ste maand;
- 0,75% per maand vanaf de 49ste maand tot de 60ste maand; Na de 60ste maand is de nieuwwaarde gelijk aan de werkelijke waarde, doch steeds beperkt tot de verzekerde waarde.
Artikel 22.
De aangenomen waarde - 6M wordt verkregen door de verzekerde waarde te verminderen met:
- 1% per maand vanaf de 7de maand tot de 48ste maand;
- 0,75% per maand vanaf de 49ste maand tot de 60ste maand. De aangenomen waarde - 12M wordt verkregen door de verze- kerde waarde te verminderen met:
- 1% per maand vanaf de 13de maand tot de 48ste maand;
- 0,75% per maand vanaf de 49ste maand tot de 60ste maand. De aangenomen waarde - 24M wordt verkregen door de verze- kerde waarde te verminderen met:
- 1% per maand vanaf de 25ste maand tot de 48ste maand;
- 0,75% per maand vanaf de 49ste maand tot de 60ste maand. De aangenomen waarde - 36M wordt verkregen door de verze- kerde waarde te verminderen met:
- 1% per maand vanaf de 37ste maand tot de 48ste maand;
- 0,75% per maand vanaf de 49ste maand tot de 60ste maand. De aangenomen waarde - 48M wordt verkregen door de verze- kerde waarde te verminderen met:
- 0,75% per maand vanaf de 49ste maand tot de 60ste maand.
Na de 60ste maand is de aangenomen waarde gelijk aan de wer- kelijke waarde, doch steeds beperkt tot de verzekerde waarde.
Artikel 23. De functionele waarde wordt verkregen door de ver- zekerde waarde te verminderen met:
- 1,25% per maand vanaf de 1ste maand;
- 0,75% per maand vanaf de 37ste maand tot de 60ste maand.
Na de 60ste maand is de functionele waarde gelijk aan de wer- kelijke waarde, doch steeds beperkt tot de verzekerde waarde.
Artikel 24. De waarde bij schadegeval van het omschreven rijtuig is gelijk aan zijn werkelijke waarde indien deze waarde gunstiger is voor de verzekerde, doch steeds beperkt tot de verzekerde waarde.
Artikel 25. De waarde bij schadegeval van de vervangingswagen is gelijk aan zijn werkelijke waarde, doch steeds beperkt tot de verzekerde waarde.
Artikel 26. De waarde bij schadegeval wordt verhoogd met de niet- terugvorderbare btw indien de verzekerde btw bij de aankoop van het verzekerde voertuig betaald heeft en dit volgens het toepasse- lijke btw-regime. De btw-voet die van toepassing is op het moment van het schadegeval wordt toegepast indien deze gunstiger voor de verzekerde uitvalt.
Artikel 27. Wij vergoeden voor het omschreven rijtuig de B.l.V. na toepassing van de wettelijke afschrijving (wet van 25 mei 1993). Dit betekent dat wij u de B.l.V. betalen die u verschuldigd zou zijn als u op de datum van het schadegeval een rijtuig in het verkeer zou brengen met dezelfde kenmerken en ouderdom als het ver- zekerde rijtuig.
VERGOEDING BIJ GEDEELTELIJKE SCHADE
Artikel 28. Als het rijtuig gedeeltelijk beschadigd is, vergoeden wij, tot beloop van de verzekerde waarde, de herstellingskosten vastgesteld bij tegensprekelijke schatting of, indien wij de door de verzekerde voorgelegde schaderaming hebben aanvaard, door een gedetailleerde factuur.
Artikel 29. Wij betalen de niet-terugvorderbare btw terug op voor- legging van de herstellingsfactuur.
Artikel 30. De verzekerde mag kiezen voor de vergoeding zoals bij totaal verlies indien de herstellingskosten 2/3 van de waarde bij schadegeval overschrijden.
Artikel 31. Wij betalen dringende of voorlopige herstellingen terug tot 1.000,00 EUR zonder voorafgaande schaderaming, indien zij gerechtvaardigd zijn door een gedetailleerde factuur.
Artikel 32. Het toebehoren verzekerd op basis van artikel 4 wordt bij diefstal of onherstelbare beschadiging vergoed op basis van de aankoopprijs in nieuwe staat verminderd met een afschrijving van 1% per afgelopen maand vanaf de aankoop in nieuwe staat.
VERGOEDING VAN DE BIJKOMENDE KOSTEN
Artikel 33. Wij vergoeden boven het verzekerde bedrag en maxi- maal 2.000,00 EUR per verzekerd schadegeval, de volgende kosten op voorlegging van de gedetailleerde factuur:
a. de brandbluskosten;
b. de sleepkosten;
c. de kosten van de voorlopige stalling tot het ogenblik van de expertise;
d. de kosten voor het demonteren van het rijtuig indien dat nodig is om de schade te schatten;
e. de kosten die verschuldigd zijn aan het station voor autokeu- ring voor de verplichte technische controle na herstelling van het rijtuig;
f. de inschrijvingskosten voor het verkrijgen van een andere (niet gepersonaliseerde) inschrijvingsplaat alsook de kosten om een dubbel van deze plaat te maken, indien een nieuwe inschrij- ving wordt gevraagd na een gedekt schadegeval en indien de inschrijving een motorrijtuig betreft dat bij ons verzekerd is;
g. de douanerechten die de verzekerde voor zijn rijtuig moet betalen in het land waar hij dit rijtuig met onze toestemming heeft achtergelaten;
Artikel 34. Via onze bijstandscentrale organiseren wij:
a. het wegtakelen van het geïmmobiliseerde voertuig van de plaats van het schadegeval naar een garage;
b. de repatriëring van het rijtuig vanuit het buitenland indien het niet ter plaatse kan worden hersteld;
c. de repatriëring van de passagiers bij repatriëring of diefstal van het rijtuig.
Artikel 35. Wij vergoeden eveneens:
1. bij totaal verlies van het omschreven rijtuig: de kosten van de onderdelen die vervangen werden ter gelegenheid van onderhouds- of herstellingswerken uitgevoerd door een gara- gehouder binnen een periode van twaalf maanden vóór het verzekerd schadegeval en die ten laste vallen van de eige- naar van het rijtuig. De kosten worden vergoed ten belope van 750,00 EUR na toepassing van een afschrijving van 8% per verstreken maand te rekenen vanaf de factuurdatum. De vergoeding wordt uitbetaald op voorlegging van een gedetail- leerde factuur, uitgesplitst naar onderdelen en loonkost;
2. de kosten voor het reinigen en herstellen van de binnenbekle- ding van het rijtuig en de kleding van de bestuurder en de pas- sagiers van het rijtuig als deze kosten het gevolg zijn van het vrijwillig en kosteloos vervoer van een persoon die medische hulp nodig had. Deze waarborg vult de verplichte aansprake- lijkheidsverzekering wat dit betreft aan.
VRIJSTELLING
Artikel 36. De vergoeding wordt verminderd met de vrijstelling die bepaald is in de bijzondere voorwaarden. Bij onderverzekering wordt de evenredigheidsregel toegepast na toepassing van de vrijstelling.
BETALING VAN DE SCHADEVERGOEDINGEN
Artikel 37. De vergoedingen worden in de volgende termijnen uit- betaald:
- binnen tien dagen te rekenen vanaf de dag van het tegenspre- kelijke akkoord van de schade of, indien een factuur vereist is, te rekenen vanaf de dag dat wij deze in ons bezit hebben;
- in geval van diefstal van het rijtuig, binnen eenentwintig dagen te rekenen vanaf de aangifte bij ons.
De vergoedingstermijn geldt echter alleen als er een akkoord bestaat over de waarborgen en dat de verzekerde al zijn verplich- tingen is nagekomen, namelijk de verplichtingen vermeld in arti- kels 16, 33, 47 en 53.
lndien wij ons niet houden aan onze verplichtingen, zullen wij inte- rest betalen op het verschuldigde bedrag. Die interest wordt bere- kend op basis van driemaal de wettelijke interestvoet.
GEVALLEN VAN NIET-VERZEKERING EN UITSLUITINGEN
Artikel 38. Behoudens de specifieke uitsluitingen per waarborg zijn niet verzekerd:
- de schade aan banden indien geen andere gedekte schade tegelijkertijd aan het rijtuig werd veroorzaakt;
- de schade aan vervoerde voorwerpen, o.m. een GSM, CD's en cassettes, draagbare GPS-installaties;
- de schroeischade aan de binnenbekleding (brand zonder vlammen);
- de schade door vervoerde zaken en dieren of door het laden of lossen ervan behalve in de waarborg Glasbreuk of wat bepaald wordt in art. 55 van de waarborg Natuurkrachten en Bijkomende gevaren en in art. 57 van de waarborg Materiële Schade;
- schadegevallen door de verzekerde opzettelijk veroorzaakt;
- schadegevallen overkomen wanneer de gemachtigde bestuurder aan snelheids-, regelmatigheids of behendig- heidsritten of -wedstrijden deelneemt; verbindingsritten alsook louter toeristische en ontspanningsrally's zijn evenwel verze- kerd;
- schadegevallen overkomen wanneer de gemachtigde bestuurder op het ogenblik van het schadegeval niet beschikt over een geldig rijbewijs om het voertuig te besturen. De vol- gende situaties worden hiermee beoogd:
- de verzekerde heeft geen rijbewijs om het voertuig te besturen;
- de verzekerde werd vervallen verklaard van het recht tot sturen;
- de verzekerde rijdt met het voertuig in strijd met de voor- waarden waaraan het rijbewijs onderworpen is;
- schadegevallen die voortvloeien uit een ziekte die u bij de onderschrijving van het contract verzweeg;
- schadegevallen opgelopen wanneer het rijtuig verhuurd wordt of door welke overheid ook opgeëist wordt;
- schadegevallen overkomen wanneer het contract geschorst werd overeenkomstig de wettelijke bepalingen wegens niet- betaling van de premie;
- elk schadegeval dat voortvloeit uit overbelasting van het ver- zekerde rijtuig of zijn aanhangwagen;
- elk schadegeval dat voortvloeit uit technische tekortkomingen aan het verzekerde rijtuig of aan de aanhangwagen waarvan de bestuurder behoorde te weten dat het rijtuig daardoor niet tot het verkeer was toegelaten of ingevolge een kennelijk gebrek aan onderhoud;
- de verergering van gedekte schade die aan de verzekerde toe te schrijven is;
- schadegevallen die het gevolg zijn van opstoot, oproer of col- lectieve gewelddaden, waaraan de verzekerde heeft deelge- nomen;
- schadegevallen die het gevolg zijn van oorlog of burgeroorlog; deze uitsluiting geldt niet voor schadegevallen in het buitenland tot vijftien dagen na het begin van de vijandelijkheden, voor zover de verzekerde door die gebeurtenissen wordt verrast en er niet actief bij betrokken is;
- schadegevallen die rechtstreeks of onrechtstreeks veroor- zaakt zijn door een kernreactie, radioactiviteit of ioniserende stralingen. Bij terrorisme blijven de schadegevallen uitgesloten die worden veroorzaakt door kernwapens, nl. wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door de structuurwijziging van de atoomkern.
INDEPLAATSSTELLING
Artikel 39. Wij treden in de rechten en vorderingen van de ver- zekerde tegen de aansprakelijke tot het bedrag van de door ons uitbetaalde schadevergoedingen of kosten. Indien, door toedoen van de verzekerde, de indeplaatsstelling geen gevolg kan hebben in ons voordeel, dan kunnen wij de terugbetaling vorderen van de betaalde schadevergoeding in de mate van het geleden nadeel.
De indeplaatsstelling mag de verzekerde niet benadelen als die slechts gedeeltelijk vergoed werd. In dat geval kan hij zijn rechten uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is, bij voorrang boven de verzekeraar.
Behoudens kwaad opzet, hebben wij geen verhaal op de bloed- verwanten in de rechte opgaande of neergaande lijn, op de echt- genoot, de wettelijk samenwonende partner en de aanverwanten in de rechte lijn van de verzekerde, noch op de bij hem inwonende personen, zijn gasten en zijn huispersoneel. Wij kunnen echter wel verhaal uitoefenen tegen die personen voor zover hun aan- sprakelijkheid daadwerkelijk gedekt is door een verzekerings- overeenkomst.
3. VOORWAARDEN EIGEN AAN ELKE WAARBORG
Artikel 40. Wij dekken de materiële schade aan het verzekerde rijtuig binnen de grenzen van de in de bijzondere voorwaarden bepaalde waarborgen.
3.1. WAARBORG BRAND
Artikel 41. Wij dekken de schade aan het verzekerde rijtuig door brand, vuur, ontploffing, steekvlammen, bliksem en door blus- singswerken na brand. Wij dekken eveneens de schade die het gevolg is van een kortsluiting zonder vlammen.
Artikel 42. De schade veroorzaakt door het laden, het lossen of vervoeren van ontvlambare of ontplofbare stoffen of voorwerpen is uitgesloten indien deze producten voor levering bestemd zijn, zelfs als de levering niet uw hoofdactiviteit uitmaakt.
3.2. WAARBORG DIEFSTAL
VERZEKERDE SCHADE
Artikel 43. Wij dekken de diefstal van het verzekerde rijtuig of van de uitrusting ervan evenals de schade aan het rijtuig aangebracht met het oog op de verwezenlijking van de diefstal.
De waarborg wordt uitgebreid tot de volgende schade:
- indien het rijtuig werd gestolen en teruggevonden: alle schade die aan het rijtuig ter gelegenheid van de diefstal aangebracht werd;
- bij inbraak: de schade aan het interieur.
Artikel 44. Bij diefstal van de officiële inschrijvingsplaat betalen wij de inschrijvingskosten voor het verkrijgen van een andere (niet gepersonaliseerde) inschrijvingsplaat alsook de kosten om een dubbel van deze plaat te maken en de kosten om een duplikaat van het gelijkvormigheidsattest te bekomen.
Artikel 45. lndien de sleutels en/of de afstandsbediening van het verzekerde rijtuig gestolen werden, vergoeden wij de kosten voor het herprogrammeren van het vergrendelingssysteem of voor de vervanging van de sloten voor zover dat binnen de 24 uur klacht neergelegd werd bij de bevoegde gerechtelijke of politie-overheid. De waarborg geldt eveneens bij diefstal met geweld tegen of bedreiging van de verzekeringnemer of de inwonende gezinsleden.
PREVENTIEMAATREGELEN
Artikel 46. De waarborg Diefstal geldt op voorwaarde dat het rijtuig uitgerust is met een systeem voor diefstalbeveiliging waarvan de vereisten bepaald worden in de bijzondere voorwaarden.
ln dit geval verbindt de verzekerde zich ertoe erover te waken dat het systeem steeds goed functioneert en elke herstelling die daartoe nodig mocht zijn onmiddellijk en op eigen kosten te laten uitvoeren.
Gedurende de eerste dertig dagen na de verzekeringsaanvraag is de waarborg niet afhankelijk van de aanwezigheid van het diefstalbeveiligingssysteem tenzij anders bedongen in de bijzon- dere voorwaarden.
BEPALINGEN BIJ SCHADEGEVAL
Artikel 47. De verzekerde verbindt zich ertoe ons bij schadegeval de volgende documenten/stukken over te maken:
- de boorddocumenten (o.m. inschrijvingsbewijs, gelijkvormig- heidsattest, onderhouds- en instructieboekje);
- het originele montagecertificaat van de constructeur of het originele genummerd certificaat van de N.V.B.B. van het ver- eiste anti- of nadiefstalsysteem;
- het deel van het inschrijvingsbewijs dat volgens de wet in zijn bezit dient te blijven;
- alle sleutels, afstandsbedieningen, codekaarten of andere openingssystemen.
lndien het gestolen rijtuig teruggevonden is, dan moet de verze- kerde ons ervan onmiddellijk inlichten.
Artikel 48. Bij de betaling van de vergoeding worden wij eigenaar van het rijtuig.
Wordt het gestolen rijtuig na deze betaling teruggevonden, dan mag de verzekerde het rijtuig terugnemen mits hij de door hem ontvangen vergoeding terugbetaalt. ln dit geval blijven de mogelijke herstellingskosten te onzen lasten tenzij deze herstellingskosten hoger zijn dan de werkelijke waarde van het rijtuig, verminderd met de waarde van het wrak.
VERVANGINGSRIJTUIG
Artikel 49. Bij diefstal van het verzekerde voertuig, dient de ver- zekerde zich te richten tot de bijstandscentrale die hem een vervangingsvoertuig van dezelfde categorie als het verzekerde motorrijtuig, zij het ten hoogste van categorie B, ter beschikking stelt, en dit gedurende maximaal eenentwintig dagen vanaf de dag van de aangifte bij ons tot de dag van de recuperatie van het gestolen motorrijtuig.
De verzekerde huurt het motorrijtuig in eigen naam. Hij moet reke- ning houden met de beperkingen die voortvloeien uit de lokale beschikbaarheid en de verhuurvoorwaarden aanvaarden. De formaliteiten van ontvangst en teruggave van het vervangings- voertuig, de garantie, de kosten van achterlating, de aanvullende verzekeringen, de brandstofkosten en de vrijstellingen blijven hem ten laste. Wij zijn niet gehouden tot een extra tussenkomst indien de verzekerde evenwel geen vervangwagen verkrijgt omdat hij niet aan de door het verhuurkantoor gestelde voorwaarden voldoet.
GEVALLEN VAN NIET-VERZEKERING
Artikel 50. De schade is niet verzekerd in de volgende omstan- digheden:
- de sleutels, afstandbedieningen, codekaarten of andere openingssystemen werden op of in het rijtuig achtergelaten;
- het rijtuig werd niet op slot gedaan, de ramen of het dak stonden open;
- het systeem voor diefstalbeveiliging waarmee het omschreven rijtuig uitgerust is zoals bepaald in artikel 46 werd niet gebruikt; tenzij het rijtuig in een individuele garage werd geplaatst die op slot werd gedaan. ls eveneens uitgesloten het schadegeval dat de verzekerde niet onmiddellijk aangegeven heeft bij de territoriaal bevoegde gerechtelijke overheid of bij de politie om een proces-verbaal op te laten maken.
Artikel 51. Niet verzekerd is eveneens de diefstal waarvan de daders of medeplichtigen een van volgende personen zijn:
- personen die bij de verzekerden inwonen;
- personen in dienst van de verzekerde;
- personen aan wie het rijtuig was toevertrouwd, de bewaarne- mers en hun personeel.
3.3. WAARBORG GLASBREUK
VERZEKERDE SCHADE
Artikel 52. Wij dekken:
- het breken van voor-, zij- en achterruiten of de ruit van het schuif- of klapdak, of hun equivalent in kunststof bij gedeel- telijke schade van het rijtuig met uitsluiting van dubbel glas of bepantserde ruiten;
- het breken van het glazen dak (panoramisch dak);
- schade aan het rijtuig door de glasbreuk zelf veroorzaakt.
Artikel 53. lndien de verzekerde de herstelling of de vervanging van de beschadigde ruit door een vestiging van de N.V. Touring Glass of de N.V. Carglass in België laat uitvoeren mag hij zich rechtstreeks tot haar richten zonder enige formaliteit bij ons te moeten vervullen. ln dit geval passen wij de derde-betalersregeling toe voorzover het verzekerde kosten betreft.
Richt de verzekerde zich niet tot Touring Glass of Carglass dan wordt de vergoeding slechts uitbetaald nadat wij de factuur van herstel- ling of vervanging van de beschadigde ruit ontvangen hebben en ons akkoord gegeven hebben.
3.4. WAARBORG NATUURKRACHTEN & BIJKOMENDE GEVAREN
Artikel 54. Wij dekken de schade door uitzonderlijke natuur- krachten die voor de verzekerde een geval van overmacht maakt. Onder uitzonderlijke natuurkrachten wordt verstaan: rotsinstor- tingen, van rotsen vallende stenen, grondverschuiving, lawine, sneeuwdruk, storm met een bewezen windsnelheid van meer dan 80 km/u., orkaan, hagel, vloedgolf, overstroming, aardbeving, vul- kaanuitbarsting, het vallen van meteorieten.
Artikel 55. De waarborg wordt uitgebreid tot de volgende schade:
- botsing met wild of andere dieren waarvoor onmiddellijk aan- gifte werd gedaan bij de territoriaal bevoegde gerechtelijke overheid of bij de politie om proces-verbaal op te laten maken;
- schade door plotselinge en onvoorzienbare neerslag van roet, verf- of zandstraalresten: de vergoeding bestaat uit de terug- betaling van de reinigingskosten;
- schade die voortvloeit uit een kettingbotsing waarbij ten minste vier geidentificeerde motorrijtuigen betrokken zijn;
- schade door vervoerde zaken of dieren, ten gevolge van een aanrijding met een ander ge:dentificeerd voertuig;
- schade rechtstreeks aangericht door de gekoppelde aanhang- wagen;
- schade door het vallen van luchtvaartuigen of delen ervan;
- schade die voortvloeit uit het vervoer van het rijtuig per trein, per boot of door een sleepdienst;
- schade door steenmarters, marterachtigen en knaagdieren aan elektrische bekabeling en leidingen van het voertuig, en aan het opvulmateriaal in de motorruimte.
3.5. WAARBORG MATERIËLE SCHADE
VERZEKERDE SCHADE
Artikel 56. Wij verzekeren alle materiële schade aan het verze- kerde rijtuig behalve als:
- deze schade expliciet uitgesloten is;
- het schadegeval onder een andere waarborg valt.
UITSLUITINGEN
Artikel 57. Niet verzekerd is:
- schade die uitsluitend voortvloeit uit slijtage, een mechanische breuk, een constructiefout of een gebrek in het materiaal of een gebrek aan onderhoud;
- de waardevermindering van het verzekerde rijtuig;
- schade door vervoerde zaken of dieren tenzij ten gevolge van een aanrijding met een geidentificeerd voorwerp;
- elk schadegeval in staat van dronkenschap, alcoholintoxicatie of in een soortgelijke toestand die het gevolg is van het gebruik van producten andere dan alcoholische dranken, tenzij er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de omschreven omstan- digheden en het schadegeval;
- schade door daden van vandalisme of van kwaadwilligheid die niet onmiddellijk aangegeven werden bij de territoriaal bevoegde gerechtelijke overheid of bij de politie om een proces- verbaal op te laten maken.
WAARBORGUITBREIDING "BOB"
Artikel 58. Bij een schadegeval onder het toepassingsgebied van de waarborguitbreiding "BOB" (art. 68 tot 74 van de Burgerrechte- lijke Aansprakelijkheid), waarbij het omschreven voertuig geldig verzekerd is in Materiële Schade, zullen wij het schadegeval regelen zonder vrijstelling, conform de voorziene contractuele bepalingen.
VERZEKERING BEROEPSGOEDEREN
1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1. Verzekerde:
A. U als verzekeringnemer;
B. de eigenaar, de gemachtigde houder en de gemachtigde bestuurder van het verzekerde rijtuig met uitsluiting van alle personen aan wie het rijtuig is toevertrouwd om eraan te werken of om het te verkopen (in dit laatste geval zullen wij wel van hen de vergoeding terugvorderen die wij u hebben gestort).
2. Wij, de verzekeraar: DVV is een merk- en handelsnaam van Belins NV, Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx, Belgische ver- zekeringsonderneming toegelaten onder het nummer 0037.
3. Omschreven rijtuig: het motorrijtuig dat omschreven wordt in de bijzondere voorwaarden.
2. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 1. De volgende artikels van de verzekering van de Bur- gerrechtelijke Aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen zijn van toepassing:
- beschrijving en wijziging van het risico (artikels 2 t.e.m. 9)
- betaling van de premie (artikels 16 en 18 §1-§2-§4)
- wijziging van de premie of van de verzekeringsvoorwaarden (artikels 19 en 20)
- duur, vernieuwing en einde van het contract (artikels 15, 21 22 en 26 t.e.m. 31)
- mededelingen (artikel 37)
- terrorisme (artikel 66)
- klachtenbeheer (artikel 75).
Artikel 2. De verzekering vangt aan op de datum vermeld in de bijzondere voorwaarden en na betaling van de eerste premie.
3. VOORWERP EN OMVANG VAN DE DEKKING
VERZEKERDE BEROEPSGOEDEREN
Artikel 3. De verzekering dekt binnen de hierna omschreven beperkingen het verlies en de schade veroorzaakt aan de beroeps- goederen die door het verzekerde voertuig worden vervoerd, onge- acht of deze zich op het moment van het schadegeval in het voer- tuig bevinden of aan de buitenkant van het voertuig zijn bevestigd.
Artikel 4. Onder beroepsgoederen verstaan wij de goederen die u nodig hebt voor de uitoefening van uw beroep, d.w.z:
- het voor uw bedrijf benodigde materiaal en gereedschap, onge- acht of deze uw eigendom zijn of aan u ter beschikking worden gesteld in het kader van uw bedrijfsuitoefening
- materiaal en benodigdheden voor de uitoefening van het beroep
- de goederen van klanten bestemd voor herstelling, vervanging, installatie, afvoer of behandeling
- de goederen die u hebt gekocht of wenst te verkopen.
Artikel 5. De volgende goederen worden niet als beroepsgoederen beschouwd en worden derhalve niet door deze verzekering gedekt:
- geld, betaalmiddelen (tankkaart, maaltijdchequekaart, kre- dietkaart…), alsmede alle andere waardepapieren, met name zegels, cheques en waardepapieren van welke aard ook
- juwelen, parels en edelstenen, uurwerken, bont en staven edel metaal
- kunstvoorwerpen en antiquiteiten, alsmede verzamelobjecten en curiosa
- persoonlijke voorwerpen en bezittingen aanwezig in het voer- tuig
- tabaksproducten en alcoholische dranken
- levende dieren
- goederen bestemd om te worden verkocht op een markt, beurs, brocantemarkt of bij elke andere vorm van ambulante verkoop
- de inrichting van de binnenruimte van het voertuig, d.w.z. de scheidingswanden, rekken, laden, kasten, dozen en kisten die vast aan het voertuig zijn bevestigd, alsmede de aircondi- tioningssystemen en koelsystemen. Werkgereedschap, zelfs vastgemaakt, is echter gedekt.
VERZEKERDE WAARDE
Artikel 6. De beroepsgoederen zijn verzekerd tot het bedrag ver- meld in de bijzondere voorwaarden, zelfs als de totale waarde van de verzekerde beroepsgoederen de verzekerde waarde overschrijdt.
VERZEKERD VOERTUIG
Artikel 7. De dekking geldt voor het omschreven voertuig en wordt automatisch op het vervangingsvoertuig overgedragen, tenzij het hieronder anders bedongen wordt, indien het omschreven voertuig onbruikbaar is overeenkomstig de voorwaarden van artikel 56 (§1-§2-§3) van de verplichte verzekering Burgerrechtelijke Aan- sprakelijkheid inzake motorrijtuigen.
DEKKING
Artikel 8. Deze verzekering is een uitbreiding van de Omniumver- zekering en dekt de schade aan de beroepsgoederen die zich voor- doet samen met schade aan het verzekerde voertuig die gedekt is onder één van de onderschreven Omniumwaarborgen. Ook de diefstal van de verzekerde beroepsgoederen is gedekt voor zover die voortvloeit uit een onder de waarborg Diefstal gedekt schade- geval.
BIJKOMENDE DEKKING
Artikel 9. Zelfs zonder dat het verzekerde voertuig gestolen werd en zonder schade aan het verzekerde voertuig, dekt deze verze- kering de diefstal van de beroepsgoederen die zich in het voertuig bevinden, voor zover de waarborg Diefstal in de Omniumverzeke- ring onderschreven werd.
TERRITORIALE DEKKING
Artikel 10. De verzekering is geldig in België en in de buurlanden (Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland).
4. BEPALINGEN BIJ SCHADEGEVAL
VERPLICHTINGEN BIJ SCHADEGEVAL
Artikel 11. Onverminderd de andere verplichtingen die worden opgelegd door deze verzekering, bent u verplicht:
- ons elk schadegeval te melden binnen acht dagen nadat u er kennis van hebt gekregen, waarbij die termijn pas ingaat op
het ogenblik dat u het schadegeval redelijkerwijze had kunnen aangeven
- ons zo duidelijk mogelijk in te lichten over de omstandigheden en oorzaken van de schade, de identiteit van de eventuele getuigen, alsook de lijst van beschadigde of gestolen beroeps- goederen
- ons onmiddellijk alle nuttige inlichtingen en documenten te bezorgen om het beheer van uw dossier te vergemakkelijken en de omvang van de schade vast te stellen
- alle redelijke maatregelen te treffen om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen of te beperken.
Komt u uw verplichtingen niet na, dan hebben wij het recht om onze prestatie geheel of gedeeltelijk te verminderen of de schade- vergoeding en/of de gemaakte kosten te verhalen ten belope van het nadeel dat wij hebben geleden. Wij behouden ons eveneens het recht voor om onze dekking te weigeren als u met bedrieglijk opzet hebt gehandeld. De bewijslast berust bij ons.
SCHATTING VAN DE SCHADE
Artikel 12. Zodra zich een schadegeval voordoet, moet u de schade ramen. Alvorens u stappen onderneemt om de verze- kerde goederen te laten herstellen, moet u ons een schatting van de schade bezorgen, zodat wij kunnen beslissen over het gevolg dat wij eraan willen geven. Wij kunnen die schatting aanvaarden, ofwel een expert aanstellen - voor wie wij de kosten en het ereloon zullen dragen - om de schade te ramen.
Als we niet tot overeenstemming komen over de schade of over de omvang ervan, wordt het geschil tegensprekelijk geregeld door twee experts, respectievelijk gekozen door de contracterende partijen.
Worden deze experts het niet eens, dan stellen zij een derde expert aan. Het geschil wordt dan definitief en onherroepelijk beslecht door die derde expert.
Stelt één van de partijen geen expert aan ofworden de twee experts het niet eens over de keuze van de derde expert, dan wordt die op verzoek van de meest gerede partij aangesteld door de Rechtbank van Eerste Aanleg van de woonplaats van de verzekerde.
Elke partij draagt de kosten en erelonen van de door haar aange- stelde expert, en ook de helft van die van de eventuele derde expert.
BEPALING VAN DE VERGOEDING
Artikel 13. Onze prestaties verschillen naargelang een beroeps- goed gedeeltelijk beschadigd is of totaal verloren is. Er is sprake van totaal verlies:
- als het technisch gezien niet mogelijk is het beroepsgoed te herstellen
- als het bedrag van de herstellingskosten hoger ligt dan de waarde van het beroepsgoed op het ogenblik van het scha- degeval
- als het gestolen beroepsgoed vijftien dagen na de aangifte aan onze diensten nog niet is teruggevonden of u er niet opnieuw over beschikt.
VERGOEDING BIJ TOTAAL VERLIES
Artikel 14. De waarde van een beroepsgoed in totaal verlies is gelijk aan de werkelijke waarde, namelijk de waarde onmiddellijk vóór het schadegeval, zoals bepaald door de expertise.
De vergoeding wordt verhoogd met de niet-terugvorderbare btw.
VERGOEDING BIJ GEDEELTELIJKE SCHADE
Artikel 15. Als het beroepsgoed gedeeltelijk beschadigd is, ver- goeden wij de herstellingskosten vastgesteld bij expertise of, als wij de door u voorgelegde schaderaming hebben aanvaard, op voorlegging van een gedetailleerde factuur.
In elk geval vergoeden wij de niet terugvorderbare btw op voor- legging van de herstellingsfactuur.
TOTAAL VAN DE VERGOEDING
Artikel 16. De totale vergoeding, exclusief btw, bedraagt nooit meer dan de verzekerde waarde.
VRIJSTELLING
Artikel 17. De vergoeding wordt verminderd met de vrijstelling die bepaald is in de bijzondere voorwaarden.
Een bijkomende vrijstelling, eveneens bepaald in de bijzondere voorwaarden, is van toepassing als de beroepsgoederen tussen
22.00 uur en 6.00 uur gestolen worden uit het verzekerde voertuig, tenzij het voertuig zich bevond:
- in een privé-garage, d.w.z. die alleen toegankelijk is voor de verzekerde en een aantal personen die gerechtigd zijn om er te komen, en die afgesloten en vergrendeld is
- op een omheind terrein afgesloten met een vergrendelde toe- gangspoort (sleutel, code, afstandsbediening...).
VERGOEDINGSTERMIJN
Artikel 18. De vergoedingen worden betaald binnen de volgende termijnen:
- binnen tien dagen vanaf de dag van het akkoord op de scha- deraming of, indien een factuur vereist is, vanaf de dag waarop wij in het bezit zijn van die factuur
- in geval van diefstal van beroepsgoederen, binnen eenentwintig dagen vanaf de ontvangst van de aangifte bij onze diensten.
De vergoedingstermijn geldt op voorwaarde dat er geen betwis- tingen zijn omtrent de dekkingen van deze verzekering en als u zich hebt gehouden aan al uw verplichtingen.
Indien wij ons niet houden aan de aangekondigde betalings- termijn, moeten wij interest betalen op het verschuldigde bedrag. Die interest wordt berekend op basis van driemaal de wettelijke interestvoet.
VERPLICHTINGEN IN GEVAL VAN DIEFSTAL
Artikel 19. In geval van diefstal van beroepsgoederen is de waar- borg slechts verworven indien u een proces-verbaal hebt laten opstellen door de gerechtelijke overheid of bevoegde politiedienst bij wie u de klacht hebt ingediend binnen 24 uur na de vaststelling van de feiten. De volledige lijst van gestolen goederen moet in dit proces-verbaal vermeld worden; wat er niet in voorkomt, wordt niet vergoed.
DE GESTOLEN BEROEPSGOEDEREN WORDEN TERUGGEVONDEN
Artikel 20. U moet ons onmiddellijk inlichten als de gestolen beroepsgoederen teruggevonden werden.
Bij de betaling van de vergoeding worden wij eigenaar van de goe- deren ten belope van het bedrag van die vergoeding. Als de gestolen beroepsgoederen na die betaling teruggevonden worden, dan kunt u kiezen om ze terug te krijgen mits terugbetaling van de schade- vergoeding die u van ons ontving. In dat geval zijn de eventuele kosten voor de herstelling van de teruggevonden beroepsgoederen gedekt volgens de bepalingen van de polis.
INDEPLAATSSTELLING
Artikel 21. Wij treden in de rechten en vorderingen van de ver- zekerde tegen de aansprakelijke tot het bedrag van de door ons uitbetaalde schadevergoedingen of kosten.
Indien, door toedoen van de verzekerde, de indeplaatsstelling geen gevolg kan hebben in ons voordeel, dan kunnen wij de terugbeta- ling vorderen van de betaalde schadevergoeding in de mate van het geleden nadeel.
De indeplaatsstelling mag de verzekerde niet benadelen als die slechts gedeeltelijk vergoed werd. In dat geval kan hij zijn rechten uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is, bij voorrang boven de verzekeraar.
Behoudens kwaad opzet, hebben wij geen verhaal op de bloedver- wanten in de rechte opgaande of neergaande lijn, op de echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner en de aanverwanten in de rechte lijn van de verzekerde, noch op de bij hem inwonende per- sonen, zijn gasten en zijn huispersoneel. Wij kunnen echter wel ver- haal uitoefenen tegen die personen voor zover hun aansprakelijk- heid daadwerkelijk gedekt is door een verzekeringsovereenkomst.
NIET-VERZEKERING EN ALGEMENE UITSLUITINGEN
Artikel 22. Zijn niet verzekerd:
- schadegevallen die opzettelijk veroorzaakt zijn de door de ver- zekerde of een van zijn gezinsleden, alsook de verergering van gedekte schade die aan de verzekerde of een van zijn gezins- leden toe te schrijven is
- schade aan beroepsgoederen bij het laden of lossen ervan
- schade aan beroepsgoederen in een aanhangwagen, ongeacht of de aanhangwagen al dan niet aan het verzekerde voertuig gekoppeld is
- schade aan beroepsgoederen die niet zijn gestapeld op een wijze zodat zij tijdens het vervoer op hun plaats blijven
- schade louter aan de verpakking van de beroepsgoederen
- schade aan materiaal en gereedschap die geen invloed heeft op de werking ervan
- vooraf bestaande schade aan beroepsgoederen
- onrechtstreekse schade, zoals kosten ten gevolge van een vertraging in de uitvoering van uw beroepsactiviteit, winstder- ving, werkloosheid, gebruiksderving, verlies van productie of rendement, of elk andere schade van immateriële aard.
NIET-VERZEKERING EN UITSLUITINGEN IN GEVAL VAN DIEFSTAL
Artikel 23. Naast de hierboven vermelde uitsluitingen is diefstal van beroepsgoederen niet verzekerd als:
- de sleutels of een ander openingssysteem op of in het voertuig werden achtergelaten
- het voertuig niet op slot werd gedaan
- het voertuig achtergelaten werd met de ramen, het dak of de koffer niet op slot,
behalve als het voertuig zich in een individuele, afgesloten en ver- grendelde private garage bevindt.
Bovendien is diefstal niet verzekerd in de volgende omstandig- heden:
- er werd geen proces-verbaal opgesteld door de bevoegde gerechtelijke overheid of politiedienst (overeenkomstig artikel 19)
- de sleutels of een ander openingssysteem van het verzekerde voertuig werden zichtbaar achtergelaten op een plaats die toe- gankelijk is voor iedereen of voor een beperkt aantal personen
- indien binnen 30 dagen na de diefstal van een of meer sleutels of een ander openingssysteem van het omschreven voertuig geen herprogrammering van het vergrendelingssysteem of vervanging van de sloten heeft plaatsgevonden
- het verzekerde voertuig wordt verhuurd of opgeëist door om het even welke overheid.
Artikel 24. Behalve in geval van gelijktijdige diefstal van het ver- zekerde voertuig, zijn niet verzekerd:
- de aan de buitenkant van het voertuig bevestigde beroepsgoe- deren
- de beroepsgoederen die niet uit het zicht werden geplaatst en zichtbaar zijn van buiten het voertuig.
Artikel 25. Is evenmin verzekerd de diefstal waarvan een dader of medeplichtige een van de volgende personen is:
- een verzekerde of een lid van diens gezin
- een persoon in dienst van de verzekerde
- een persoon aan wie het beroepsgoed werd toevertrouwd, de bewaarnemer of hun personeel.
1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1. Verzekerde:
A. U als verzekeringnemer;
B. de eigenaar, de gemachtigde houder en de gemachtigde bestuurder van het verzekerde rijtuig met uitsluiting van alle personen aan wie het rijtuig is toevertrouwd om eraan te werken of om het te verkopen (in dit laatste geval zullen wij wel van hen de vergoeding terugvorderen die wij u hebben gestort).
2. Wij, de verzekeraar: DVV is een merk- en handelsnaam van Belins NV, Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx, Belgische ver- zekeringsonderneming toegelaten onder het nummer 0037.
3. Omschreven rijtuig: het motorrijtuig dat omschreven wordt in de bijzondere voorwaarden.
2. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 1. De volgende artikels van de verzekering van de Burger- rechtelijke Aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen zijn van toe- passing:
- beschrijving en wijziging van het risico (artikels 2 t.e.m. 9);
- betaling van de premie (artikels 16 en 18 §1-§2-§4);
- wijziging van de premie of van de verzekeringsvoorwaarden (artikels 19 en 20);
- duur, vernieuwing en einde van het contract (artikels 15, 21, 22 en 26 t.e.m. 31);
- mededelingen (artikel 37);
- terrorisme (artikel 66);
- klachtenbeheer (artikel 75).
De verzekering vangt aan op de datum vermeld in de bijzondere voorwaarden en na betaling van de eerste premie.
3. OMVANG VAN DE DEKKING
3.1. GEDEKTE SCHADE
Artikel 2. Wij dekken het breken van de voor-, zij- of achterruit van het hiervoor omschreven motorrijtuig.
De dekking geldt in gans de wereld.
Ruiten in kunststof worden niet verzekerd alsook dubbel glas of bepantserde ruiten.
3.2. UITSLUITINGEN
Artikel 3. Zijn niet verzekerd:
- de schade door vervoerde zaken en dieren of door het laden of lossen ervan;
- de schade wanneer het verzekerde rijtuig totaal verlies is;
- schadegevallen door de gemachtigde houder opzettelijk ver- oorzaakt;
- schadegevallen overkomen wanneer de gemachtigde bestuurder aan oproer, aanslagen of collectieve gewelddaden deelneemt;
- schadegevallen overkomen wanneer de gemachtigde bestuurder aan snelheids-, regelmatigheids- of behendig- heidsritten of -wedstrijden deelneemt; verbindingsritten alsook louter toeristische en ontspanningsrally's zijn evenwel verze- kerd;
- schadegevallen opgelopen wanneer het rijtuig verhuurd wordt of door welke overheid ook opgeëist wordt;
- schadegevallen die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeien uit een wijziging van de atoomkern, van radioactiviteit en van de voortbrenging van ioniserende stralingen.
4. BEPALINGEN BIJ SCHADEGEVAL
Artikel 4. lndien de gemachtigde houder de herstelling of de ver- vanging van de beschadigde ruit door een Touring Glass of Carglass centrum in België laat uitvoeren, mag hij zich rechtstreeks tot dit centrum richten zonder enige formaliteit bij ons te moeten ver- vullen. ln dit geval hoeft hij geen factuur te betalen; wij betalen rechtstreeks de N.V. Touring Glass of de N.V. Carglass.
Artikel 5. Richt de gemachtigde houder zich niet tot een Touring Glass of Carglass centrum dan vergoeden wij de herstellings- kosten vastgesteld bij tegensprekelijke schatting of door de fac- tuur, indien wij de door de verzekerde voorgelegde schaderaming hebben aanvaard.
De vergoeding wordt slechts uitbetaald op voorlegging van de herstellings- of vervangingsfactuur, na aftrek van een vrijstelling die gelijk is aan 25% van het schadebedrag.
Artikel 6. De schade dient binnen acht dagen gemeld te worden. Deze termijn begint te lopen wanneer het voor de gemachtigde houder redelijkerwijs mogelijk is aangifte te doen.
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
U, de verzekerden:
a) De verzekeringnemer, voor zover die zijn hoofdverblijfplaats in België heeft;
b) De echtgenoot of de wettelijk of feitelijk samenwonende partner van de verzekeringnemer evenals de andere personen die in gezinsverband met de verzekeringnemer samenwonen;
c) De kinderen van de verzekerden vermeld onder a) en b) die elders in België verblijven zonder een gezin gesticht te hebben en die door hun ouders onderhouden worden;
d) De minderjarige kleinkinderen van de verzekerden vermeld onder a) en b) die elders in België verblijven, wanneer ze samen met die verzekerden onderweg zijn terwijl de ouders niet mee onderweg zijn;
e) Andere personen met woonplaats in België die gratis of met deelname in de kosten reizen in het verzekerde voertuig; zij zijn enkel verzekerd voor de prestaties voorzien in de waarborg Voertuigbijstand. Lifters zijn uitgesloten.
Het kind van de verzekerde dat in het buitenland geboren wordt, evenals het kind dat de verzekerde uit het buitenland adopteert, is pas verzekerd vanaf het ogenblik dat het in België aankomt.
Wij, de verzekeraar: de verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt; DVV is een merk- en handelsnaam van Belins NV, Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx, Belgische ver- zekeringsonderneming toegelaten onder het nummer 0037.
Bijstandscentrale: de dienstverlener door ons gemandateerd om de bijstandsdiensten te verrichten.
Verzekerd voertuig: het in België ingeschreven motorrijtuig waarvan de maximaal toegelaten massa (MTM) niet meer bedraagt dan 3,5 ton dat vermeld staat in de Bijzondere Voorwaarden, en de caravan of aanhangwagen die door dat motorrijtuig getrokken wordt, op voorwaarde dat de maximaal toegelaten massa ervan niet meer bedraagt dan 3,5 ton en de lengte ervan – lading inbe- grepen - niet meer bedraagt dan 6 m.
Onder dezelfde voorwaarden beschouwen wij bij uitbreiding ook als verzekerd voertuig:
• het tijdelijke vervangingsvoertuig toebehorend aan een derde, namelijk elke andere persoon dan de verzekerden vermeld onder a), b) en c) hierboven, dat tot hetzelfde gebruik bestemd is en dat het omschreven voertuig vervangt wanneer dat om welke reden ook definitief of tijdelijk onbruikbaar is. Het tijde- lijke vervangingsvoertuig is verzekerd tot op de dag dat het omschreven voertuig aan de verzekerde wordt terugbezorgd, maar nooit langer dan 30 dagen te rekenen vanaf de dag van de onbruikbaarheid ervan.
• het definitieve vervangingsvoertuig overeenkomstig artikel 10 §3 van de verplichte verzekering Burgerrechtelijke Aan- sprakelijkheid Motorrijtuigen.
Hierna wordt het verzekerde voertuig aangeduid met de termen ‘uw voertuig’, ’uw caravan’ of ’uw aanhangwagen’.
Rijwiel: elk voertuig met twee of meer wielen dat wordt voortbe- wogen door middel van pedalen of handgrepen door één of meer van de gebruikers. Het rijwiel is niet met een motor uitgerust of beschikt over een hulpmotor die trapondersteuning biedt tot 25 km/uur.
Speed Pedelec: elk tweewielig voertuig met pedalen uitgerust met een hulpmotor die trapondersteuning biedt tot 45 km/uur.
Gemotoriseerd voortbewegingstoestel: elk voertuig met één of meer wielen, dat niet beantwoordt aan de definitie van rijwiel en van Speed Pedelec, uitgerust met een elektrische motor waarmee niet sneller dan 25 km/h kan worden gereden. Het gaat onder andere over elektrische steps, segways, hoverboards, monowheels en elektrische rolstoelen.
Fiets: behoudens uitdrukkelijke vermelding, is ‘fiets’ in dit con- tract de omvattende benaming die verwijst naar de hiervoor omschreven rijwielen, Speed Pedelecs en gemotoriseerde voort- bewegingstoestellen.
Bagage: de persoonlijke voorwerpen die de verzekerde meeneemt op reis of die zich aan boord van het verzekerde voertuig bevinden.
Woonplaats: de hoofdverblijfplaats waar de verzekerde is inge- schreven in het bevolkingsregister.
Repatriëring: de terugkeer naar de woonplaats, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld.
Onbruikbaarheid van het voertuig of de fiets: de daadwerkelijke immobilisatie, ofwel een defect aan het verzekerde voertuig of de fiets waardoor het voortzetten van de verplaatsing gevaarlijk zou zijn rekening houdend met het verkeersreglement.
Ongeval: een plotse en uitwendige gebeurtenis, buiten de wil van de verzekerde, die de oorzaak is van:
• voor een voertuig of een fiets, de onbruikbaarheid ervan op de plaats van de gebeurtenis;
• voor een persoon, een lichamelijk letsel dat na diagnose werd vastgesteld door een arts.
Ziekte: een stoornis in de gezondheidstoestand, te wijten aan een andere oorzaak dan een ongeval, en die na diagnose werd vast- gesteld door een arts.
Garage: een erkende handelsonderneming die in het bezit is van de wettelijke toelatingen om voertuigen te stallen, te onderhouden en te herstellen.
Natuurkrachten: rotsinstortingen, van rotsen vallende stenen, grondverschuiving, lawine, sneeuwdruk, storm met een bewezen windsnelheid van meer dan 80 km/uur, orkaan, hagel, vloedgolf, springtij, overstroming, aardbeving, vulkaanuitbarsting en het vallen van meteorieten.
Schadegeval: elke toevallige gebeurtenis waarvoor deze verzeke- ring kan worden ingeroepen.
Terrorisme: een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoe- lingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onvei- ligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onder- neming te belemmeren. Overeenkomstig de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terro- risme beslist het daartoe opgerichte Comité of een gebeurtenis beantwoordt aan de definitie van terrorisme.
VOORWERP EN OMVANG VAN DE VERZEKERING
1. ALGEMEEN KADER
Artikel 1. De verzekering is binnen de hieronder omschreven beper- kingen verworven voor alle risico’s waaraan het verzekerde voertuig en de verzekerde personen zijn blootgesteld vanuit de woonplaats van de verzekerde in België.
2. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 2. De volgende artikels van de verplichte verzekering van de Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen zijn van toepassing:
• beschrijving en wijziging van het risico (artikels 2 t.e.m. 9);
• betaling van de premie (artikels 16 en 18 §1-§2-§4);
• wijziging van de premie of van de verzekeringsvoorwaarden (artikels 19 en 20);
• duur, vernieuwing en einde van het contract (artikels 15, 21, 22 en 26 t.e.m. 31);
• mededelingen (artikel 37);
• klachtenbeheer (artikel 75);
De verzekering vangt aan op de datum vermeld in de bijzondere voorwaarden, na ondertekening van de polis door beide partijen en na betaling van de eerste premie.
3. PROCEDURE BIJ EEN SCHADEGEVAL
3.1. VERZOEK TOT BIJSTAND
Artikel 3. Bij een schadegeval moet u onmiddellijk contact opnemen met onze bijstandscentrale (die 24/24 bereikbaar is). U verbindt zich ertoe de centrale zo goed mogelijk op de hoogte te brengen van de omstandigheden en van de aard van de schade en u aan hun instructies te houden.
De bijstandscentrale kan niet in de plaats treden van de interven- ties van de overheid, zeker wat noodhulp betreft. Xxxx u ziek of gekwetst, dan moet u in eerste instantie een beroep doen op de lokale hulpdiensten.
Als de prestatie niet werd georganiseerd door onze bijstandscen- trale, geeft een uitgave voor bijstand slechts recht op vergoeding voor zover de bijstandscentrale op de hoogte werd gebracht van de bijstandsprocedure en daarmee akkoord is gegaan, behalve voor ambulante medische kosten van minder dan 250 EUR. Was u echter in de onmogelijkheid om de bijstandscentrale te bereiken omdat u werd weggevoerd in een ziekenwagen of omdat het voer- tuig werd weggetakeld op bevel van de politie of door een pechver- helper die u niet zelf kon kiezen, dan doen we een tegemoetkoming op basis van bewijsstukken.
Elke bijstand, dienstverlening, vervoer, repatriëring, herstelling en takeling wordt georganiseerd met uw toestemming en onder uw toezicht. Enkel de dienstverstrekker is aansprakelijk voor de door hem uitgevoerde prestaties.
3.2. VERPLICHTINGEN BIJ SCHADEGEVAL
Artikel 4. Onverminderd de andere verplichtingen die worden opge- legd door deze verzekering, bent u verplicht:
• elk schadegeval zo spoedig mogelijk bij de bijstandscentrale aan te geven, behalve bij overmacht, zodat zij op optimale wijze de gevraagde bijstand kan regelen en u kan toelaten de verzekerde kosten te maken;
• u te houden aan de instructies van de bijstandscentrale;
• ons zo duidelijk mogelijk in te lichten over de omstandigheden en oorzaken van de schade alsook over de geleden schade;
• ons onmiddellijk alle nuttige inlichtingen, originele bewijs- stukken en documenten te bezorgen nodig om het beheer van uw dossier te vergemakkelijken en de omvang van de schade vast te stellen;
• alle redelijke maatregelen te treffen om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen of te beperken;
• alle nodige stappen te zetten om uw medische kosten te ver- halen op het ziekenfonds of op elke andere verzekeringsmaat- schappij;
• ons uw niet gebruikte vervoerbewijzen te overhandigen wan- neer wij het vervoer of de repatriëring van de verzekerde ten laste nemen;
• in geval van verlies, diefstal of vandalisme, ons het proces- verbaal te bezorgen dat u onmiddellijk hebt laten opstellen door de lokale overheid die zich het dichtst bevindt bij de plaats waar de feiten zich hebben voorgedaan of bij de plaats waar u ze hebt vastgesteld.
Bovendien machtigt u de artsen van de onderaannemer om medi- sche inlichtingen in te zamelen en de betrokken verzekerden te onderzoeken.
Komt u uw verplichtingen niet na, dan hebben wij het recht om onze prestatie geheel of gedeeltelijk te verminderen of de schade- vergoeding en/of de gemaakte kosten te verhalen ten belope van het nadeel dat wij hebben geleden. Wij behouden ons eveneens het recht voor om onze dekking te weigeren als u met bedrieglijk opzet hebt gehandeld. De bewijslast berust bij ons.
4. INDEPLAATSSTELLING
Artikel 5. Wij treden in uw rechten en vorderingen tegen de aan- sprakelijke tot het bedrag van de door ons uitbetaalde schadever- goedingen of kosten.
Indien, door uw toedoen, de indeplaatsstelling geen gevolg kan hebben in ons voordeel, dan kunnen wij de terugbetaling vorderen van de betaalde schadevergoeding in de mate van het geleden nadeel.
De indeplaatsstelling mag u niet benadelen als u slechts gedeel- telijk vergoed bent. In dat geval kan u uw rechten uitoefenen voor hetgeen u nog verschuldigd is, bij voorrang boven ons.
Behoudens kwaad opzet, hebben wij geen verhaal op uw bloed- verwanten in de rechte opgaande of neergaande lijn, op uw echt- genoot, uw wettelijk samenwonende partner en uw aanverwanten in de rechte lijn, noch op de bij u inwonende personen, uw gasten en uw huispersoneel. Wij kunnen echter wel verhaal uitoefenen tegen die personen voor zover hun aansprakelijkheid daadwerkelijk gedekt is door een verzekeringsovereenkomst.
Artikel 6. Als de verzekeringnemer een rechtspersoon is, wordt deze vervangen door de hoofdbestuurder die in het contract vermeld staat, niettegenstaande de definitie van "U, de verzekerden" in de dekking Assistance. Deze bepaling is enkel geldig in het kader van de dekking Assistance.
6. TERRITORIALE GELDIGHEID
Artikel 7.Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld is er geen kilometer- vrijstelling van toepassing.
6.1. VOOR DE WAARBORG VOERTUIGBIJSTAND
Artikel 8. De waarborg Voertuigbijstand is geldig in België en in het buitenland zoals hierna bepaald.
• Onder België wordt verstaan: België en een straal van 30 km voorbij de Belgische grens.
• Onder het buitenland wordt verstaan: alle andere landen dan België die vermeld staan op het verzekeringsbewijs van het verzekerde voertuig en niet uitdrukkelijk doorgestreept zijn. De gebieden vermeld in artikel 6.3 van dit hoofdstuk zijn evenwel uitgesloten van de bijstand voor voertuigen.
6.2. VOOR DE WAARBORG PERSONENBIJSTAND
Artikel 9. Met uitzondering van de fietsbijstand is de waarborg Per- sonenbijstand geldig in België en in het buitenland zoals hierna bepaald.
• Onder België wordt verstaan: België en een straal van 30 km voorbij de Belgische grens.
• Onder het buitenland wordt verstaan: de rest van de wereld, met uitzondering van de gebieden die vermeld worden in artikel 5.3 van dit hoofdstuk.
De dekking ‘Fietsbijstand’ geldt enkel in geografisch Europa, name- lijk: Albanië, Andorra, België, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Gibraltar, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Noord-Macedonië, Moldavië, Monaco, Montenegro, Noorwegen, Nederland, Oekraïne, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, San-Xxxxxx, Xxxxxx, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Turkije (Europees gedeelte), Vaticaan- stad, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. De gebieden vermeld in artikel 6.3 van dit hoofdstuk zijn evenwel uitgesloten van de fietsbijstand.
6.3. UITGESLOTEN GEBIEDEN EN TERRITORIALE BEPERKINGEN
Artikel 10. Onze bijstandscentrale levert geen enkele prestatie, betaalt geen enkele vergoeding en biedt geen enkele dienstver- lening die omschreven staat in deze verzekering als dat haar kan blootstellen aan een sanctie, een verbod of een internationale beperking zoals bepaald door de Verenigde Naties, de Europese Unie of de Verenigde Staten van Amerika.
Zijn niet gedekt, de landen, regio’s of gebieden waarvoor de over- heid een algemeen reisverbod heeft ingesteld of een verbod voor elke reis die niet essentieel is. Zijn evenmin gedekt de landen van bestemming die een inreisverbod hebben ingesteld voor onder- danen van het (de) land(en) waarvan de begunstigden van deze
bijstandsverzekering de nationaliteit hebben.
Zijn daarbovenop ook uitgesloten de landen of regio’s waar een (burger)oorlog woedt en waar de veiligheid verstoord wordt door oproer, volksopstanden, terrorisme, beperkingen op het vrij ver- keer van personen en goederen, stakingen of andere onverwachte gebeurtenissen die de uitvoering van de overeenkomst verhinderen. De situatie voor de uitgesloten landen kan worden gewijzigd afhan- kelijk van de binnenlandse of internationale situatie van de landen waar we werkzaam zijn. In dat verband volgen we de adviezen en aanbevelingen van de FOD Buitenlandse Zaken.
We sluiten landen/regio’s met een hoog risico uit: Noord-Korea, Iran, Syrië, Venezuela, Wit-Rusland, de Krim, Rusland, Myanmar, Afghanistan, en de door Rusland geannexeerde gebieden in Oekraïne (niet door België erkend). Bij twijfel neemt u best vooraf contact met ons op.
Voor onderdanen van de Verenigde Staten die reizen naar Cuba, is de uitvoering van de dienstverlening inzake bijstand of betaling van prestaties afhankelijk van het voorleggen van het bewijs dat de reis naar Cuba in overeenstemming is met de wetten van de Verenigde Staten. Het begrip ‘onderdanen van de Verenigde Staten’ slaat op elke persoon, waar die zich ook bevindt, die Amerikaans burger is of gewoonlijk verblijft in de Verenigde Staten (incl. hou- ders van een ‘green card’).
7. REIZEN EN VERBLIJF IN HET BUITENLAND
Artikel 11. De waarborgen zijn van toepassing gedurende de eerste 90 dagen van uw reis of verblijf in het buitenland. Gebeurtenissen die zich voordoen na die periode geven geen recht op dekking, behalve als er ter zake een uitbreiding werd overeengekomen in een afzonderlijk contract.
8. MODALITEITEN INZAKE VERVOER EN REPATRIËRING VAN DE PERSONEN
Artikel 12. Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld gebeuren vervoer en repatriëring per vliegtuig in economy class, per trein in eerste klasse of per taxi. Het vervoer omvat de trajecten van en naar de betreffende treinstations en luchthavens. De beslissing over het vervoermiddel wordt uitsluitend genomen door de bijstandscen- trale. Daarbij houden we rekening met de vervoermiddelen en de kosten die oorspronkelijk voorzien waren en geven we voorrang aan die middelen als die nog gebruikt kunnen worden.
9. VERVANGWAGEN EN MOBILITEITSBUDGET
9.1. VERVANGWAGEN
Artikel 13. Behoudens andersluidende bepaling is de vervang- wagen van categorie B.
De terbeschikkingstelling van de vervangwagen is gewaarborgd met inachtneming van de plaatselijke beschikbaarheden en de openingsuren van de verhuurders. U moet voldoen aan de voor- schriften van de verhuurmaatschappij om de wagen in gebruik te nemen (met name de leeftijd van de verzekerde, de borg…). Elk gebruik van de vervangwagen na de gewaarborgde periode, de te
betalen borg, de opgelopen boetes, de kosten voor de brandstof, de tolkosten, de prijs van de verzekeringen en de verzekerings- franchise blijven voor uw rekening.
Wij bepalen de plaats van levering en van terugbrenging van de vervangwagen en vergoeden desgevallend de vervoerkosten die nodig zijn om de vervangwagen in ontvangst te nemen.
9.2. MOBILITEITSBUDGET
Artikel 14. In plaats van een vervangwagen kan u kiezen voor een mobiliteitsbudget. Dat biedt de mogelijkheid om een alter- natief vervoermiddel voor de klassieke vervangwagen te kiezen, te reserveren en te betalen (openbaar vervoer, taxi, autodelen, zachte mobiliteit…).
Het mobiliteitsbudget wordt toegekend per schadegeval ten belope van maximaal 85 EUR per dag. Het gebruik ervan mag evenwel niet langer duren dan het aantal dagen dat we een vervangwagen ter beschikking zouden hebben gesteld.
Een mobiliteitsbudget dat niet volledig is opgebruikt, kan niet worden gerecupereerd.
10. UITZONDERLIJKE OMSTANDIGHEDEN
Artikel 15. Wij kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor het laattijdig, onvolledig of niet uitvoeren van deze bijstand wanneer de normale uitvoering ervan belemmerd wordt door overmacht of door een omstandigheid buiten onze wil. Het betreft onder meer (burger)oorlog, oproer, volksopstand, terrorisme, beperking van het vrije personen- en goederenvervoer, aardverschuiving, over- stroming en elke andere extreme gebeurtenis die de bijstands- verlening verhindert.
11. NIET-VERZEKERING EN ALGEMENE UITSLUITINGEN
Artikel 16. Onder voorbehoud van de uitsluitingen eigen aan elke waarborg zijn niet verzekerd:
• schadegevallen die bestonden vóór of op het moment van de inwerkingtreding van de betrokken waarborg;
• schadegevallen die het gevolg zijn van omstandigheden die bekend of aanwezig waren op het moment van de inwerking- treding van de betrokken waarborg of op het moment van het vertrek vanuit uw woonplaats, en waarvan u redelijkerwijze kon vermoeden dat die het schadegeval zouden veroorzaken;
• schadegevallen die u opzettelijk veroorzaakt evenals de verer- gering die u opzettelijk veroorzaakt in een gedekt schadegeval;
• schadegevallen die voorvloeien uit uw staat van dronkenschap of alcoholintoxicatie of uit een soortgelijke toestand die het gevolg is van het gebruik van drugs, hallucinogene stoffen of niet door een arts voorgeschreven geneesmiddelen, waardoor u niet meer beschikt over de controle over uw daden. De dekking blijft evenwel verworven als we het oorzakelijk verband tussen uw toestand en het schadegeval niet kunnen aantonen;
• schadegevallen die voortvloeien uit zelfmoord of poging tot zelfmoord van een verzekerde;
• schadegevallen die voortvloeien uit uitgesproken roekeloze of gevaarlijke daden, weddenschappen of uitdagingen;
• schadegevallen als het omschreven voertuig dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de Technische Controle, niet of niet langer voorzien is van een geldig keuringsbewijs;
behalve tijdens het normale traject naar de keuring, of wan- neer u in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding ‘verboden tot het verkeer’, u van het keuringsstation naar uw woonplaats en/of naar de hersteller begeeft en na de herstel- ling naar het keuringsstation rijdt. De dekking blijft evenwel verworven als we het oorzakelijk verband tussen de staat van het voertuig en het ongeval niet kunnen aantonen;
• schadegevallen waarvan u het slachtoffer bent als u op het ogenblik van het ongeval niet voldoet aan de voorwaarden die door de Belgische wetten en reglementen worden voorge- schreven om dat voertuig te besturen;
• schadegevallen die voorvallen wanneer u aan winstgevende sportbeoefening doet, namelijk bij deelname, beroepshalve of uit hoofde van een bezoldigde overeenkomst, aan een com- petitie of een training van om het even welke sport;
• schadegevallen die voorvallen wanneer u deelneemt als bestuurder of bijrijder aan proeven met motorrijtuigen (snel- heids- of rijvaardigheidswedstrijden, testritten, rally’s, ritten- wedstrijden,…);
• schadegevallen die het gevolg zijn van een gevecht of van agressie, tenzij u er niet actief bij betrokken was, noch concrete aanleiding gaf tot die agressie;
• schadegevallen die te wijten zijn aan oorlog, burgeroorlog, oproer, staking, opstand of collectieve gewelddaden. Deze uitsluiting geldt niet voor schadegevallen in het buitenland tot vijftien dagen na het begin van de vijandelijkheden, voor zover u door de gebeurtenissen wordt verrast en u er niet actief bij betrokken bent;
• schadegevallen die het gevolg zijn van een kernreactie, radio- activiteit of ioniserende stralingen of van een terroristische daad;
• schadegevallen die voortvloeien uit een uitzonderlijke natuur- kracht, namelijk met grote gevolgen voor de samenleving, die het leven van mensen in gevaar brengt en enorme schade kan veroorzaken, met uitzondering van de dekking waarvan sprake in artikel 2.6 van de waarborg Personenbijstand.
Onze financiële prestaties zijn in elk geval beperkt tot uw onvoor- ziene en bijkomende uitgaven, m.a.w. tot de kosten die u normaal niet had moeten dragen.
1. FORMULE MOBILITEIT
1.1. BIJ EEN SCHADEGEVAL IN BELGIË
1.1.1. DIEFSTAL OF ONBRUIKBAARHEID VAN HET VOERTUIG DOOR EEN DEFECT OF DOOR BESCHADIGING VEROORZAAKT DOOR
EEN ONGEVAL, POGING TOT DIEFSTAL OF VANDALISME
a) Voor het onbruikbare voertuig, met inbegrip van uw aanhang- wagen of caravan
Artikel 17. In geval van onbruikbaarheid van het voertuig in België organiseren en betalen we het ter plaatse sturen van een pechver- helper en indien nodig het slepen naar de door u gekozen garage in België. Als er bewegwijzering nodig is om de plaats van het ongeval of de autopech aan te geven voor andere weggebruikers, dan vergoeden we ook de kosten van die signalisatie.
Als u geen beroep doet op de bijstandscentrale en zij bijgevolg de bijstandsprestatie niet kan regelen, dan komen we nergens voor tussen. We vergoeden niettemin alle kosten voor pechverhelping, takelen en signalisatie in de volgende gevallen:
- u hebt niet de mogelijkheid gehad ons te contacteren omdat u werd weggevoerd in een ziekenwagen;
- het takelen werd georganiseerd door de ordediensten;
- u hebt zelf geen pechverhelper kunnen kiezen (bijvoorbeeld op de snelweg waar specifieke voorzieningen zijn getroffen).
Als u het einde van de herstellingen niet ter plaatse kan afwachten, zorgen we voor de overbrenging van het herstelde voertuig naar uw woonplaats. In dat geval betalen we de stallingskosten voor het voertuig vanaf de datum van het verzoek om bijstand tot op de dag waarop we het laten ophalen. Mocht u verkiezen het her- stelde voertuig zelf te gaan ophalen, dan betalen we uw verplaat- singskosten met het openbaar vervoer. In dat geval betalen we de stallingskosten voor het voertuig tot maximaal vijf dagen nadat we daarvoor ons akkoord gegeven hebben.
b) Voor het na diefstal teruggevonden voertuig, met inbegrip van uw aanhangwagen of caravan
Artikel 18. Als het voertuig wordt teruggevonden en u niet meer ter plaatse bent, zorgen we voor het vervoer van uw voertuig naar uw woonplaats of naar de door u gekozen garage in België.
Als het voertuig wordt teruggevonden terwijl u nog ter plaatse bent, stellen we u een vervoerbewijs ter beschikking om het zelf te gaan ophalen. Als het voertuig motorpech heeft of beschadigd is, dan geldt de regeling die voorzien is in het geval van onbruikbaarheid van het voertuig (zie punt a) hierboven).
c) Voor u
VERVOER VAN DE VERZEKERDEN
Artikel 19. We zorgen voor het vervoer van de verzekerden in België van de plaats van de immobilisatie of de diefstal van het voertuig naar hun woonplaats of hun plaats van bestemming in België. We zorgen eveneens voor het vervoer van de bagage evenals van de huisdieren (honden en katten) die zich in het verzekerde voertuig bevinden.
Voor de gewonde verzekerden nemen wij het vervoer in België ten laste vanaf de plaats van de immobilisatie van het voertuig naar ofwel het dichtstbijzijnde ziekenhuis bij hun woonplaats ofwel naar
het ziekenhuis dat het beste geschikt is om hen te behandelen.
Voor de overleden verzekerden nemen wij het vervoer in België ten laste van het stoffelijk overschot van de plaats van het overlijden naar het funerarium in België dat de familie gekozen heeft. We nemen geen andere begrafeniskosten ten laste.
VERVANGWAGEN OF MOBILITEITSBUDGET
Artikel 20. Als het voertuig gestolen is of als het onbruikbaar is en de herstelling is niet mogelijk tegen het einde van de dag, dan stellen wij u ofwel een vervangwagen ter beschikking tijdens de duur van de onbruikbaarheid en voor een periode van maximaal zeven opeenvolgende dagen, ofwel een mobiliteitsbudget.
Deze prestatie is niet van toepassing bij onbruikbaarheid van alleen de aanhangwagen of caravan.
1.1.2. DEKKING VAN HET GEHUURDE VOERTUIG Artikel 21. Als u een voertuig huurt bij een erkende verhuurmaat- schappij, dan komen we tussen in geval van materiële schade aan
of diefstal van het gehuurde voertuig tijdens de huurperiode. We
nemen dan de franchise voorzien in het huurcontract voor onze rekening, na tussenkomst van de aanvullende waarborg ‘vermin- dering van de franchise’ die u eventueel afgesloten hebt op voor- stel van de verhuurmaatschappij. Onze tussenkomst is beperkt tot
4.000 EUR per verzekeringsjaar. De vergoeding wordt verminderd met een franchise van 50 EUR per schadegeval.
Wij komen niet tussen voor:
• elk bedrieglijk, oneerlijk of crimineel gedrag door u gepleegd;
• schade aan het voertuig die het gevolg is van een roekeloze daad die uw leven in gevaar brengt, behalve wanneer deze daad wordt gepleegd om een andere persoon, een dier of goederen te redden of in geval van wettige zelfverdediging;
• schade aan het interieur van het voertuig (brandgaten door sigaretten, schade veroorzaakt door dieren…);
• schade aan het voertuig ten gevolge van de verspreiding, infil- tratie, uitstoot of ontsnapping van verontreinigende stoffen;
• schade aan het voertuig ten gevolge van normale slijtage of geleidelijke beschadiging door insecten of ongedierte;
• schade aan het voertuig wanneer het bestuurd wordt door een andere persoon dan de bestuurder die op het huurcontract vermeld staat;
• schade aan het voertuig wanneer het bestuurd wordt in over- treding met de voorschriften van het huurcontract;
• boetes en administratieve sancties.
De dekking geldt voor een huurperiode van maximaal 31 dagen.
1.1.3. HET OPENEN VAN HET VOERTUIG
Artikel 22. Als de sleutels in het verzekerde voertuig worden ver- geten, dan helpen we u de deuren van het voertuig te openen op voorlegging van uw identiteitsbewijs. We behouden ons het recht voor om na het openen de documenten van het voertuig in te kijken. We kunnen niet verplicht worden tot deze prestatie als het openen schade aan het voertuig zou berokkenen. Indien nodig takelen we het voertuig naar de dichtstbijzijnde garage en betalen de stal- lingskosten voor maximaal 24 uur.
In geval van verlies van de sleutels van het verzekerde voertuig met een dubbele sleutel beschikbaar bij u thuis organiseren en betalen we ten belope van maximaal 150 EUR de heen- en terugrit per taxi van de plaats van immobilisatie tot aan uw woonplaats. Als ondertussen de veiligheid van het voertuig niet verzekerd kan worden, dan takelen we het voertuig naar de dichtstbijzijnde garage en betalen de stallingskosten voor maximaal 24 uur.
In geval van verlies van de sleutels van het verzekerde voertuig zonder een dubbele sleutel beschikbaar bij u thuis informeren we u welke stappen u dient te ondernemen bij de autoconstructeur om een dubbel van de sleutel te verkrijgen. Op uw vraag takelen we het voertuig naar een veilige plaats dicht bij de plek waar het zich bevindt. Zijn er stallingskosten van toepassing, dan zijn die kosten voor uw rekening.
In alle gevallen is het wegtakelen uitgesloten als het verzekerde voertuig uitgerust is met een antidiefstalsysteem.
1.1.4. VERVANGINGSCHAUFFEUR
Artikel 23. We sturen een vervangingschauffeur wanneer tijdens een verplaatsing in België de bestuurder overlijdt of het verze- kerde voertuig niet meer kan besturen ten gevolge van een ziekte of een ongeval en geen enkele andere verzekerde het stuur kan overnemen. Wij betalen het loon en de reiskosten van de chauffeur om het voertuig langs de meest aangewezen weg naar uw woon- plaats terug te brengen, evenals de aanhangwagen of de caravan, de bagage, de huisdieren (honden en katten) en de andere verze- kerde inzittenden. De andere kosten van de terugreis (brandstof, tol, restaurant…) blijven voor uw rekening.
Wij zijn niet tot deze prestatie gehouden als uw voertuig niet in staat van werking is, als het een of meer ernstige tekortkomingen vertoont, als het een inbreuk vormt op het verkeersreglement, op de bepalingen van de technische keuring of op de verplichte ver- zekering Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid voor motorrijtuigen.
1.2. BIJ EEN SCHADEGEVAL IN HET BUITENLAND
1.2.1. DIEFSTAL OF ONBRUIKBAARHEID VAN HET VOERTUIG DOOR EEN DEFECT OF DOOR BESCHADIGING VEROORZAAKT DOOR
EEN ONGEVAL, POGING TOT DIEFSTAL OF VANDALISME
a) Voor het onbruikbare voertuig, met inbegrip van uw aanhang- wagen of caravan
Artikel 24. In geval van onbruikbaarheid van het voertuig in het buitenland organiseren en betalen we het ter plaatse sturen van een pechverhelper en indien nodig het slepen naar de dichtstbij- zijnde garage. Als er bewegwijzering nodig is om de plaats van het ongeval of de autopech aan te geven voor andere weggebruikers, dan vergoeden we ook de kosten van die signalisatie.
Als u geen beroep doet op onze bijstandscentrale en zij bijgevolg de bijstandsprestatie niet kan regelen, dan betalen we de kosten ervan terug tot maximaal 325 EUR. We vergoeden niettemin alle kosten voor pechverhelping, takelen en signalisatie in de volgende gevallen:
- u hebt niet de mogelijkheid gehad ons te contacteren omdat u werd weggevoerd in een ziekenwagen;
- het takelen werd georganiseerd door de ordediensten;
- u hebt zelf geen pechverhelper kunnen kiezen (bijvoorbeeld op de snelweg waar specifieke voorzieningen zijn getroffen).
Als het voertuig ter plaatse niet binnen drie dagen hersteld kan worden:
- ofwel zorgen wij voor de repatriëring van het voertuig naar uw woonplaats of naar de door u gekozen garage in België. We betalen eveneens de stallingskosten voor het voertuig vanaf de datum van het verzoek om bijstand tot op de dag waarop we het ophalen.
Is het voertuig ouder dan vijf jaar en bedragen de kosten voor de repatriëring meer dan de verkoopwaarde van het voertuig of meer dan de wrakwaarde in geval van totaal verlies, dan moet u ons het verschil terugbetalen ten laatste dertig dagen na de repatriëring.
- ofwel verkiest u het voertuig zelf te gaan ophalen. We ver- goeden dan uw verplaatsingskosten met het openbaar ver- voer. We betalen ook de stallingskosten voor het voertuig tot maximaal vijf dagen nadat we daarvoor ons akkoord gegeven hebben. Indien nodig betalen we de verblijfskosten voor één overnachting tot 125 EUR (ontbijt inbegrepen).
- ofwel beslist u het voertuig in het buitenland achter te laten (voor zover dat wettelijk kan). We regelen dan alle formali- teiten en nemen de hieraan verbonden kosten ten laste voor het bedrag dat we hadden moeten besteden om het voertuig te repatriëren.
b) Voor het na diefstal teruggevonden voertuig, met inbegrip van uw aanhangwagen of caravan
Artikel 25. Als het voertuig wordt teruggevonden en u niet meer ter plaatse bent, zorgen we voor de repatriëring van uw voertuig naar uw woonplaats of naar de door u gekozen garage in België. Is het voertuig ouder dan vijf jaar en bedragen de kosten voor de repatriëring meer dan de verkoopwaarde van het voertuig, dan moet u ons het verschil terugbetalen ten laatste dertig dagen na de repatriëring.
Als het voertuig wordt teruggevonden terwijl u nog ter plaatse bent, stellen we een vervoerbewijs te uwer beschikking om het zelf te gaan ophalen.
Als het voertuig motorpech heeft of beschadigd is, dan geldt de regeling die voorzien is in het geval van onbruikbaarheid van het voertuig (zie punt a) hierboven).
c) Voor u
Artikel 26. Als het voertuig gestolen is of als het onbruikbaar is en de herstelling is niet mogelijk tegen het einde van de dag, dan geldt de volgende regeling.
§1. Het voertuig kan binnen drie dagen hersteld worden
Artikel 27. Is herstellen mogelijk binnen drie dagen en wacht u ter plaatse op de herstelling, dan stellen we u ofwel een vervang- wagen ter beschikking tijdens de duur van de herstelling en voor maximaal drie opeenvolgende dagen, ofwel stellen we u een mobi- liteitsbudget ter beschikking. We kunnen eveneens uw bijkomende overnachtingskosten ten laste nemen ten belope van maximaal 125 EUR per nacht en per kamer (ontbijt inbegrepen).
In geval van onbruikbaarheid van alleen de aanhangwagen of caravan nemen wij enkel uw bijkomende overnachtingskosten ten laste ten belope van maximaal 125 EUR per nacht en per kamer (ontbijt inbegrepen).
Als u besluit om niet ter plaatse op de herstelling te wachten, dan komen we ten belope van maximaal 450 EUR tussen in de kosten voor het voortzetten van de reis (vervoers- en overnach- tingskosten), de terugkeer naar uw woonplaats en het recupereren van het herstelde voertuig. We organiseren en betalen de terug- keer naar uw woonplaats vanaf de plaats waar u zich bevindt in het land waar uw voertuig geïmmobiliseerd werd.
Deze prestatie is niet van toepassing bij onbruikbaarheid van alleen de aanhangwagen of caravan.
§2. Het voertuig werd gestolen of het kan niet binnen drie dagen hersteld worden
Artikel 28. Als het voertuig werd gestolen of als herstellen niet mogelijk is binnen drie dagen:
• Ofwel besluit u om terug te keren naar België. We zorgen voor de repatriëring van de verzekerden en van de aanhangwagen of de caravan, van de plaats van de immobilisatie of de dief- stal van het voertuig naar uw woonplaats in België.
• Xxxxx besluit u om uw reis voort te zetten en daarna terug te keren naar uw woonplaats:
- Wij vergoeden ten belope van maximaal 450 EUR uw ver- voers- en overnachtingskosten voor het voortzetten van de reis;
- Wij organiseren en betalen de terugkeer van de verzekerden naar hun woonplaats vanaf de plaats waar u zich bevindt in het land waar uw voertuig geïmmobiliseerd of gestolen werd. We repatriëren ook de aanhangwagen of de caravan vanaf dezelfde plaats.
• Ofwel besluit u om uw voertuig ter plaatse te laten herstellen. We stellen u tijdens de duur van de herstelling een vervang- wagen of een mobiliteitsbudget ter beschikking. We kunnen eveneens uw bijkomende overnachtingskosten ten laste nemen ten belope van maximaal 125 EUR per nacht en per kamer (ontbijt inbegrepen). We komen tussen ten belope van maximaal 1.000 EUR voor het geheel van deze prestaties.
• Ofwel besluit u - bij diefstal of totaal verlies van het voertuig – om niet meteen terug te keren naar België:
- Wij stellen u ofwel een vervangwagen ter beschikking tot de oorspronkelijk voorziene datum van terugkeer naar België en voor een periode van maximaal zeven opeenvolgende dagen, ofwel een mobiliteitsbudget. Als u het gestolen voer- tuig in rijklare toestand terug in bezit krijgt, dan eindigt deze prestatie diezelfde dag.
Indien nodig betalen we de verblijfskosten voor één over- nachting tot 125 EUR per kamer (ontbijt inbegrepen).
- Wij organiseren en betalen de terugkeer van de verzekerden naar hun woonplaats vanaf de plaats waar u zich bevindt in het land waar uw voertuig geïmmobiliseerd of gestolen werd. We repatriëren ook de aanhangwagen of de caravan vanaf dezelfde plaats.
De drie laatste mogelijkheden zijn niet van toepassing bij onbruik- baarheid of diefstal van alleen de aanhangwagen of de caravan.
1.2.2. ZORG VOOR DE GEWONDE VERZEKERDE Artikel 29. Voor de verzekerden die in het buitenland gewond werden bij een verkeersongeval met het verzekerde voertuig
organiseren en betalen wij het vervoer of de repatriëring vanaf de
plaats waar ze geïmmobiliseerd zijn naar hun woonplaats, naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis bij hun woonplaats of naar het zieken- huis dat het beste geschikt is om hen te behandelen.
De repatriëring wordt uitgevoerd onder medische begeleiding als de gezondheidstoestand van de verzekerde dat vereist. Zowel het ver- voer als de repatriëring gebeurt per ambulancevliegtuig, per vlieg- tuig in economy class, per ziekenwagen of met elk ander geschikt vervoermiddel. De beslissing over de repatriëring, de keuze van het vervoermiddel en de keuze van het ziekenhuis worden uitsluitend genomen door onze medische dienst in overleg met de behande- lende arts ter plaatse, waarbij enkel de gezondheidstoestand van de verzekerde bepalend is.
1.2.3.ZORG VOOR DE OVERLEDEN VERZEKERDE
Artikel 30. Als de erfgenamen van de verzekerde die in het bui- tenland overleden is bij een verkeersongeval met het verzekerde voertuig ervoor kiezen om de overledene naar België over te laten brengen, dan organiseren en betalen wij:
• de overbrenging van het stoffelijk overschot van het zieken- huis of mortuarium naar de door de familie gekozen plaats in België. De douanekosten worden eveneens vergoed;
• de post-mortem-behandeling en het kisten, lijkkist inbegrepen, ten belope van maximaal 750 EUR per overleden verzekerde. De andere kosten, in het bijzonder voor de uitvaartplechtig- heid, de begrafenis- en crematiekosten blijven ten laste van de familie.
Als de erfgenamen van de verzekerde die in het buitenland over- leden is bij een verkeersongeval met het verzekerde voertuig de voorkeur geven aan de begrafenis of de crematie ter plaatse, dan vergoeden we de post-mortem-behandeling en het kisten, de lijk- kist en de urne, het plaatselijk vervoer van het stoffelijk overschot en de begrafenis- of crematiekosten ten belope van maximaal 750 EUR per overleden verzekerde. De kosten van de uitvaartplechtig- heid en de repatriëring van de urne worden niet vergoed.
1.2.4.REPATRIËRING VAN DE BAGAGE EN VAN DE HUISDIEREN
Artikel 31. Wanneer wij ervoor instaan u te repatriëren ten gevolge van de diefstal of de onbruikbaarheid van het verzekerde voertuig, dan organiseren en betalen we:
• de vervoerkosten om uw bagage naar uw woonplaats te brengen ten belope van maximaal 150 EUR per verzekerde;
• de repatriëring van de huisdieren (honden en katten) die u vergezellen. De quarantaine- en/of dierenartskosten opgelegd door de reglementering inzake het internationaal vervoer van dieren blijven evenwel te uwen laste.
1.2.5.DEKKING VAN HET GEHUURDE VOERTUIG
Artikel 32. Als u een voertuig huurt bij een erkende verhuurmaat- schappij, dan komen we tussen in geval van materiële schade aan of diefstal van het gehuurde voertuig tijdens de huurperiode. We nemen dan de franchise voorzien in het huurcontract voor onze rekening, na tussenkomst van de aanvullende waarborg ‘vermin- dering van de franchise’ die u eventueel afgesloten hebt op voor- stel van de verhuurmaatschappij. Onze tussenkomst is beperkt tot
4.000 EUR per verzekeringsjaar. De vergoeding wordt verminderd met een franchise van 50 EUR per schadegeval.
Wij komen niet tussen voor:
• elk bedrieglijk, oneerlijk of crimineel gedrag door u gepleegd;
• schade aan het voertuig die het gevolg is van een roekeloze daad die uw leven in gevaar brengt, behalve wanneer deze daad wordt gepleegd om een andere persoon, een dier of goederen te redden of in geval van wettige zelfverdediging;
• schade aan het interieur van het voertuig (brandgaten door sigaretten, schade veroorzaakt door dieren…);
• schade aan het voertuig ten gevolge van de verspreiding, infil- tratie, uitstoot of ontsnapping van verontreinigende stoffen;
• schade aan het voertuig ten gevolge van normale slijtage of geleidelijke beschadiging door insecten of ongedierte;
• schade aan het voertuig wanneer het bestuurd wordt door een andere persoon dan de bestuurder die op het huurcontract vermeld staat;
• schade aan het voertuig wanneer het bestuurd wordt in over- treding met de voorschriften van het huurcontract;
• boetes en administratieve sancties.
De dekking geldt voor een huurperiode van maximaal 31 dagen.
1.2.6.HET OPENEN VAN HET VOERTUIG
Artikel 33. Als de sleutels in het verzekerde voertuig worden ver- geten, dan helpen we u de deuren van het voertuig te openen op voorlegging van uw identiteitsbewijs. We behouden ons het recht voor om na het openen de documenten van het voertuig in te kijken. We kunnen niet verplicht worden tot deze prestatie als het openen schade aan het voertuig zou berokkenen. Indien nodig takelen we het voertuig naar de dichtstbijzijnde garage en betalen de stal- lingskosten voor maximaal 24 uur.
In geval van verlies van de sleutels van het verzekerde voertuig met een dubbele sleutel beschikbaar bij u thuis regelen en betalen we de verzending van de dubbele sleutel die door de persoon van uw keuze op de zetel van onze bijstandscentrale in België werd bezorgd. Als ondertussen de veiligheid van het voertuig niet ver- zekerd kan worden, dan takelen we het voertuig naar de dichtstbij- zijnde garage en betalen de stallingskosten voor maximaal 24 uur.
In geval van verlies van de sleutels van het verzekerde voertuig zonder een dubbele sleutel beschikbaar bij u thuis informeren we u welke stappen u dient te ondernemen bij de autoconstructeur om een dubbel van de sleutel te verkrijgen. Op uw vraag takelen we het voertuig naar een veilige plaats dicht bij de plek waar het zich bevindt. Zijn er stallingskosten van toepassing, dan zijn die kosten voor uw rekening.
In alle gevallen is het wegtakelen uitgesloten als het verzekerde voertuig uitgerust is met een antidiefstalsysteem.
1.2.7. VERVANGINGSCHAUFFEUR
Artikel 34. We sturen een vervangingschauffeur wanneer tijdens een verblijf in het buitenland de bestuurder overlijdt of het verze- kerde voertuig niet meer kan besturen ten gevolge van een ziekte of een ongeval en geen enkele andere verzekerde het stuur kan overnemen. Wij betalen het loon en de reiskosten van de chauf- feur om het voertuig langs de meest aangewezen weg naar uw woonplaats terug te brengen, evenals de aanhangwagen of de caravan, de bagage, de huisdieren (honden en katten) en de andere verzekerde inzittenden. Indien nodig vergoeden we op de terugweg de kosten voor een verblijf van één nacht tot maximaal 125 EUR per kamer (ontbijt inbegrepen). De andere kosten van de terugreis (brandstof, tol, restaurant…) blijven voor uw rekening.
Wij zijn niet tot deze prestatie gehouden als uw voertuig niet in staat van werking is, als het een of meer ernstige tekortkomingen ver- toont, als het een inbreuk vormt op het verkeersreglement van de doorkruiste landen, op de bepalingen van de technische keuring of op de verplichte verzekering Burgerrechtelijke Aansprakelijk- heid voor motorrijtuigen.
1.2.8.OPSTUREN VAN ONDERDELEN
Artikel 35. Als het verzekerd voertuig onbruikbaar is in het buiten- land, dan sturen we de onderdelen op die nodig zijn voor de goede werking van het voertuig als die ter plaatse niet verkrijgbaar zijn en voor zover ze beschikbaar zijn in België. We schieten de prijs van deze onderdelen voor, en binnen dertig dagen na het einde van de reis betaalt u ons die terug. Onze tussenkomst is evenwel beperkt tot de verkoopwaarde van uw voertuig.
2. UITBREIDINGEN
2.1. ASSISTANCE BUSINESS
Artikel 36. Indien onderschreven voorziet deze waarborguitbreiding in het ter beschikking stellen van een vervangingsvoertuig van dezelfde categorie als het omschreven rijtuig (lichte vrachtauto of
wagen van maximaal categorie D), in dezelfde omstandigheden als beschreven in artikel 11. De verzekerde houdt rekening met de beperkingen als gevolg van de plaatselijke beschikbaarheid en aanvaardt de verhuurvoorwaarden. Onze Bijstand bepaalt de plaats van levering en van terugbrenging van het vervangingsvoertuig.
Indien de herstelling van een gedekt schadegeval dat zich in het buitenland heeft voorgedaan niet binnen de drie dagen kan worden uitgevoerd en indien de verzekerde zijn reis wenst voort te zetten, zijn voertuig ter plaatse wenst te laten herstellen en later naar huis wenst terug te keren, is onze tussenkomst beperkt tot
900,00 EUR voor alle kosten van het vervangingsvoertuig, hotel- kosten en kosten voor plaatselijk vervoer; indien ook Assistance Premium werd onderschreven, is onze tussenkomst beperkt tot 1.250,00 EUR.
2.2. ASSISTANCE PREMIUM
Artikel 37. Indien onderschreven voorziet deze waarborguitbrei- ding in het ter beschikking stellen van een vervangingsvoertuig gedurende maximaal vijftien opeenvolgende dagen in plaats van maximaal zeven zoals voorzien in artikels 18 en 26. De verzekerde houdt rekening met de beperkingen als gevolg van de plaatselijke
beschikbaarheid en aanvaardt de verhuurvoorwaarden. Onze Bij- stand bepaalt de plaats van levering en van terugbrenging van het vervangingsvoertuig.
Indien de herstelling van een gedekt schadegeval dat zich in het buitenland heeft voorgedaan niet binnen de drie dagen kan worden uitgevoerd en indien de verzekerde zijn reis wenst voort te zetten, zijn voertuig ter plaatse wenst te laten herstellen en later naar huis wenst terug te keren, is onze tussenkomst beperkt tot
900,00 EUR voor alle kosten van het vervangingsvoertuig, hotel- kosten en kosten voor plaatselijk vervoer; indien ook Assistance Business werd onderschreven, is onze tussenkomst beperkt tot 1.250,00 EUR.
3. GEVALLEN VAN UITSLUITING
Artikel 38. Naast de algemene uitsluitingen, zijn uitgesloten van de waarborg Voertuigbijstand:
• het voertuig is onbruikbaar bij een garagist, onder andere voor onderhoud of herstelling;
• de kosten van de door de garagist verrichte diagnose en de demontage van het geïmmobiliseerde voertuig;
• de kosten van onderhoud en herstelling van het voertuig, evenals de kosten van de wisselstukken;
• de kosten voor de brandstof en de smeermiddelen;
• tolkosten;
• douanerechten;
• het voertuig is als gevolg van pech geïmmobiliseerd op een weg die niet toegankelijk is voor de bijstandsverlener;
• schadegevallen die zich voordoen als:
- het omschreven voertuig gebruikt wordt zonder de toestem- ming van de eigenaar of de gebruikelijke houder ervan
- het verzekerde voertuig gebruikt wordt als werktuig;
- het omschreven voertuig verhuurd wordt;
- het omschreven voertuig bestuurd wordt door een garagist of door een persoon die zich beroepshalve bezighoudt met de verkoop, de herstelling, de pechverhelping of de techni- sche controle van motorrijtuigen, als het voertuig hem om reden van zijn functies wordt toevertrouwd. Deze uitsluiting geldt eveneens voor de aangestelden van voornoemde per- sonen;
• elk defect waarvoor de bijstandscentrale al twee maal is tus- sengekomen in de twaalf voorafgaande maanden. Als u de bijstandscentrale nogmaals vraagt om tussen te komen, dan zijn de kosten voor uw rekening.
We kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade aan het voertuig veroorzaakt op de plaats van bewaring of tijdens de pechverhelping of het takelen, of in geval van verlies of beschadiging van de inhoud van het voertuig. We bemiddelen echter wel om de schade van de aansprakelijke persoon terug te vorderen.
PERSONENBIJSTAND
1. BIJSTAND AAN PERSONEN GELDIG ZOWEL IN BELGIË ALS IN HET BUITENLAND
1.1. VERVOER EN REPATRIËRING
1.1.1. VERVOER OF REPATRIËRING VAN DE ZIEKE OF GEWONDE VERZEKERDE
Artikel 39. Als u op verplaatsing bent en u als gevolg van een ziekte of een ongeval vervoerd of gerepatrieerd moet worden, dan organiseren en betalen we:
• uw vervoer vanaf de plaats waar u geïmmobiliseerd bent naar uw woonplaats, naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis bij uw woonplaats of naar het ziekenhuis dat het beste geschikt is om u te behandelen.
De repatriëring wordt uitgevoerd onder medische begeleiding als uw gezondheidstoestand dat vereist. Zowel het vervoer als de repatriëring gebeurt per ambulancevliegtuig, per vliegtuig in economy class, per ziekenwagen of met elk ander geschikt vervoermiddel. De beslissing over de repatriëring, de keuze van het vervoermiddel en de keuze van het ziekenhuis worden uit- sluitend genomen door onze medische dienst in overleg met de behandelende arts ter plaatse, waarbij enkel uw gezond- heidstoestand bepalend is.
• het vervoer van een verzekerde persoon om u te begeleiden tot uw woonplaats of tot het ziekenhuis.
1.1.2. VERVOER OF REPATRIËRING VAN DE ANDERE VERZEKERDEN
Artikel 40. Als door uw vervoer of repatriëring zoals bepaald in het voorgaande artikel 1.1.1. de andere verzekerden hun verplaatsing niet meer kunnen voortzetten op de voorziene manier:
• ofwel organiseren en betalen we hun repatriëring of het vervoer naar hun woonplaats;
• ofwel betalen we de extra kosten voor het voortzetten van hun verplaatsing, tot maximaal de kosten die we vergoed zouden hebben voor de terugkeer naar hun woonplaats.
1.2. VERLENGING VAN UW VERBLIJF DOOR ZIEKTE OF NA EEN ONGEVAL
Artikel 41. Als u op verplaatsing bent en u moet uw verblijf op medisch voorschrift verlengen door een ziekte of een ongeval, dan waarborgen we:
• de betaling van de hotelkosten voor maximaal 10 nachten ten belope van maximaal 125 EUR per nacht en per kamer, ontbijt inbegrepen;
• de organisatie en de betaling van uw repatriëring op het einde van uw verlengd verblijf.
Deze prestatie is ook van toepassing voor de andere verzekerden die u vergezellen.
1.3. BEZOEK AAN DE VERZEKERDE IN HET ZIEKENHUIS
Artikel 42. Als u op verplaatsing bent en u moet in het ziekenhuis opgenomen worden door een ziekte of een ongeval, dan geldt de volgende dekking:
• als u alleen op verplaatsing bent en meer dan vijf dagen in het ziekenhuis moet verblijven:
- de organisatie en de betaling van het vervoer heen en terug van een volwassene van uw keuze vanaf diens woonplaats tot aan uw ziekbed;
- de betaling van de hotelkosten van de bezoeker voor maxi- maal tien nachten ten belope van maximaal 125 EUR per nacht, ontbijt inbegrepen.
• als u jonger bent dan 18 jaar en geen van uw ouders ter plaatse voor u kan zorgen:
- de organisatie en de betaling van het vervoer heen en terug van een volwassene van uw keuze vanaf diens woonplaats tot aan uw ziekbed;
- de betaling van de hotelkosten van de bezoeker voor maxi- maal tien nachten ten belope van maximaal 125 EUR per nacht, ontbijt inbegrepen.
1.4. ZORG VOOR EEN MINDERJARIG KIND
Artikel 43. Als u jonger bent dan 18 jaar en de volwassene die u op verplaatsing vergezelt kan om medische redenen niet meer voor u zorgen, en niemand kan hem of haar vervangen, dan waar- borgen we:
• de organisatie en de betaling van het vervoer heen en terug van een volwassene van uw keuze vanaf diens woonplaats om zich bij u te voegen;
• de betaling van de hotelkosten van die volwassene voor maxi- maal twee nachten ten belope van maximaal 125 EUR per nacht, ontbijt inbegrepen;
• de organisatie en de betaling van uw repatriëring indien nodig.
1.5. REPATRIËRING VAN DE BAGAGE EN VAN DE HUISDIEREN
Artikel 44. Als we tussenkomen voor uw repatriëring of vervoer en geen enkele reisgezel kan uw bagage of huisdieren (honden en katten) terugbrengen, dan organiseren en betalen we:
• de vervoerkosten om uw bagage naar uw woonplaats te brengen ten belope van maximaal 150 EUR per verzekerde;
• de repatriëring van de huisdieren die u vergezellen. De quaran- taine- en dierenartskosten opgelegd door de reglementering inzake het internationaal vervoer van dieren blijven evenwel te uwen laste.
1.6. TERUGBETALING VAN HET ARRANGEMENT VOOR DE VRIJETIJDSACTIVITEIT
Artikel 45. Als u door een ziekte of een ongeval gerepatrieerd moet worden of fysiek niet meer in staat bent, bevestigd door een arts ter plaatse, om gebruik te maken van de rest van uw arrangement voor duiken of skiën, dan vergoeden we het deel ervan dat u niet hebt kunnen gebruiken, met een maximum van 250 EUR per verzekerde.
Onder het arrangement verstaan we de lessen, de skipas, de toe- gang tot de voorzieningen en de huur van het materiaal.
1.7. WINTERSPORT: OPSPORINGS- EN VERVOERSKOSTEN
Artikel 46. Bij een ongeval op of buiten de skipistes vergoeden we u de volgende kosten:
• uw kosten voor het vervoer van de verzekerde van de plaats van het ongeval naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis;
• de opsporingskosten van officiële hulpdiensten ten belope van maximaal 7.500 EUR.
Ongevallen buiten de afgebakende skipistes zijn enkel gedekt als u begeleid wordt door een monitor van een erkende organisatie om off-piste ski te doen.
We komen tussenbeide, ongeacht de sneeuwsport die wordt beoefend.
Deze terugbetaling van de opsporingskosten is niet te cumuleren met de dekking voorzien in artikel 2.4 van dit hoofdstuk.
1.8. FIETSBIJSTAND
1.8.1. BIJSTAND BIJ ONBRUIKBAARHEID VAN DE FIETS
Artikel 47. De bijstand verleent tussenkomst als uw fiets door een defect, een ongeval of een daad van vandalisme onbruikbaar is, waardoor u uw weg niet of niet op een verkeersveilige manier kan voortzetten.
Onder defect verstaan we elk plotse en onvoorspelbare gebeur- tenis waardoor de fiets ter plaatse onbruikbaar wordt, namelijk:
• een mechanisch probleem;
• een probleem met de batterij;
• een defect licht;
• een lekke band;
• een geblokkeerd fietsslot;
• het verlies van de sleutels van het fietsslot.
De bijstand omvat de pechverhelping ter plaatse om de fiets, al is het maar voorlopig, rijklaar te maken zodat u uw weg veilig kan voortzetten. De kosten voor eventuele vervangingsstukken blijven te uwen laste.
Als herstelling ter plaatse onmogelijk blijkt, brengen we u samen met uw fiets, de bagage en de eventuele passagier naar één van de volgende nabijgelegen plaatsen:
• uw woonplaats of (tijdelijke) verblijfplaats;
• uw bestemming van die dag;
• een hersteller die de nodige herstellingen kan uitvoeren. Buiten de Benelux kunnen we u geen pechverhelping ter plaatse garanderen. In dat geval regelen we uw vervoer.
Er wordt enkel bijstand geleverd als de fiets zich op een voor de bijstandsverlener vrij toegankelijke plaats bevindt. Is dat niet het geval, dan moet u de fiets verplaatsen naar de dichtstbijzijnde plek die toegankelijk is voor het voertuig van de bijstandsverlener. Zo niet kan de interventie geweigerd worden.
1.8.2.BIJSTAND BIJ DIEFSTAL VAN DE FIETS
Artikel 48. Wij brengen u van de plek waar de fiets werd gestolen naar één van de volgende nabijgelegen plaatsen: uw woonplaats, uw (tijdelijke) verblijfplaats of uw bestemming van die dag.
Deze bijstand wordt enkel toegekend als u zich gehouden hebt aan de voorzorgsmaatregelen om het risico op diefstal te beperken, zoals de fiets met een slot vastmaken aan een vast bevestigings- punt als u deze onbewaakt achterlaat of de sleutel van het fietsslot
niet zichtbaar achterlaten op een plaats die toegankelijk is voor iedereen of voor een beperkt aantal personen.
1.8.3.BIJSTAND AAN DE PERSONEN DIE U VERGEZELLEN
Artikel 49. Als u op het moment van de interventie vergezeld bent van een of meer minderjarige kinderen waarvoor u verantwoordelijk bent, dan organiseren en betalen we hun terugkeer samen met u.
Deze bijstand geldt ook als u vergezeld bent van slechts één andere persoon per fiets.
1.8.4.VERGOEDINGSLIMIET
Artikel 50. De fietsbijstand komt maximaal drie keer tussen per verzekeringsjaar.
Als u een bijkomende interventie nodig hebt, dan kan de bijstands- centrale u hulp verlenen. De kosten van daarvan zijn te uwen laste.
1.8.5.SPECIFIEKE GEVALLEN VAN UITSLUITING VOOR DE FIETSBIJSTAND
Artikel 51. Naast de algemene uitsluitingen, zijn uitgesloten van de fietsbijstand:
• schadegevallen op minder dan een kilometer van uw woon- plaats of (tijdelijke) verblijfplaats;
• schadegevallen die zich voordoen wanneer de fiets wordt gebruikt voor het bezoldigd vervoer van personen en/of goe- deren (taxi, toeristische bezoeken, leveringsdienst, koerier- dienst…);
• schadegevallen door een batterij die leeg is omdat die niet voldoende opgeladen werd voor uw vertrek;
• schadegevallen wanneer u deelneemt aan een georganiseerde rit waarvoor bijstand voorzien is. Als die bijstand het probleem niet kan oplossen, dan kan u een beroep doen op onze bijstand.
Wij verlenen evenmin tussenkomst als de fiets onbruikbaar is bij een fietsverkoper of -hersteller, onder andere voor onderhoud of herstelling.
We kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade veroorzaakt op de plaats van bewaring of tijdens de pech- verhelping of het vervoer, noch in geval van verlies of beschadi- ging van uw bagage.
1.9. BLOKKERING VAN UW BANKKAART OF KREDIETKAART
Artikel 52. Bij verlies of diefstal van bank- of kredietkaarten bemid- delen we bij de financiële instellingen om de nodige beveiligings- maatregelen te laten uitvoeren.
1.10.PSYCHOLOGISCHE BIJSTAND
Artikel 53. Als u het slachtoffer bent van een zware psychologi- sche schok zoals het overlijden van een naaste, een verkeerson- geval, agressie, een carjacking of een homejacking, dan organi- seren en betalen we na de toestemming van onze arts de eerste consultaties in België met een door ons erkend gespecialiseerd psycholoog aangeduid door onze adviserende arts (maximaal vijf sessies van één uur).
Als u op verplaatsing bent in het buitenland, dan vinden de con- sultaties telefonisch plaats.
Als u in België bent, dan neemt de psycholoog binnen 24 uur na uw eerste oproep contact met u op om een eerste afspraak met u te maken.
1.11. DRINGENDE BOODSCHAPPEN
Artikel 54. Na een ernstige gebeurtenis (ziekte, ongeval of over- lijden van een verzekerde), bezorgen we alle dringende bood- schappen aan de door u aangeduide personen. We kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de inhoud van die boodschap, die moet voldoen aan de Belgische en de internationale wetgeving.
2. BIJSTAND AAN PERSONEN ENKEL GELDIG IN HET BUITENLAND
2.1. MEDISCHE KOSTEN
Artikel 55. Als u door een ziekte of een ongeval u overkomen in het buitenland medische kosten moet betalen in het buitenland, dan nemen we die kosten ten laste, na aftrek van de tegemoetkoming van uw ziekenfonds en van elke andere aanvullende verzekering en voor zover het bedrag van onze tussenkomst hoger ligt dan 20 EUR.
Wij vergoeden het saldo van uw medische kosten op voorlegging van de originele afrekening van het ziekenfonds en van een kopie van de facturen en de kostennota's. U zet zelf de nodige stappen om de terugbetalingen te verkrijgen.
Bij een ziekenhuisopname schieten we indien nodig de medische kosten voor. In dat geval bezorgen we u de benodigde facturen met het oog op de terugbetaling ervan door uw ziekenfonds en door elke andere aanvullende verzekering. U moet ons het deel van de vergoedingen terugbetalen dat u ontvangen zou hebben van uw ziekenfonds of van uw verzekering, en dat binnen twee maanden na de ontvangst van de facturen.
Xxxx u niet aangesloten bij een ziekenfonds in België of bij een andere gelijkwaardige ziekteverzekering of als u niet voldoet aan de reglementen van het ziekenfonds of de ziekteverzekering, bv. als u uw bijdrage niet hebt betaald, dan blijft onze tegemoetko- ming voor alle medische kosten beperkt tot een maximumbedrag van 1.250 EUR.
Onder medische kosten verstaan we:
• de medische en chirurgische kosten;
• de kosten voor een ziekenhuisopname;
• de kosten van geneesmiddelen voorgeschreven door een arts;
• de kosten van tandheelkundige zorgen ten belope van maxi- maal 250 EUR per verzekerde en per schadegeval;
• de kosten van kinesitherapie ten belope van maximaal 125 EUR per verzekerde en per schadegeval;
• de kosten van het plaatselijk vervoer naar de dichtstbijzijnde arts of naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis voor de eerste zorgen;
• de kosten voor de ziekenwagen voor een plaatselijk traject. In geval van ziekenhuisopname moet u ons dat de dag zelf melden of uiterlijk binnen 48 uur. De vergoeding van de kosten voor zie- kenhuisopname loopt tot wanneer uw repatriëring plaatsheeft. Ze vervalt op de door ons voorziene repatriëringsdatum als u de
repatriëring weigert of de door ons voorgestelde repatriëring doet uitstellen.
2.2. VOORTIJDIGE TERUGKEER
Artikel 56. Tijdens een verblijf in het buitenland organiseren en betalen we de repatriëring van alle verzekerden die dat willen in de volgende gevallen:
a) het onverwacht overlijden of de onvoorziene opname in het ziekenhuis gedurende meer dan vijf dagen van een familielid tot in de tweede graad van een van de verzekerden in België. Als het familielid in kwestie jonger is dan 18 jaar, valt een zie- kenhuisopname van meer dan 48 uur onder de waarborg.
b) het onverwacht overlijden van een voor het dagelijks beheer van uw onderneming onmisbare vennoot of vervanger;
c) het onverwacht overlijden van xx xxxxxxxx (hond of kat);
d) ernstige schade aan uw woning door brand, waterschade, storm, hagel, een ontploffing, een implosie of diefstal met braak. We organiseren en betalen het vervoer van één ver- zekerde om hem in staat te stellen terug te keren naar zijn woonplaats en daarna indien nodig terug te keren naar zijn ver- blijfplaats. De terugkeer naar de verblijfplaats moet gebeuren binnen vijftien dagen.
Bij de ziekenhuisopname van één van de personen vermeld onder a) moet u ons een medisch attest van de behandelende arts bezorgen.
Bij het overlijden van één van de personen vermeld onder a) of b) organiseren en betalen we de terugkeer naar de verblijfplaats voor zover we niet alle verzekerden repatriëren. We komen dan tussen voor één of meer vervoerbewijzen heen-en-terug tot maximaal de kosten die we gedragen zouden hebben voor de vervoerbewijzen enkel voor de terugkeer van alle verzekerden. De terugkeer naar de verblijfplaats op onze kosten moet gebeuren binnen vijftien dagen na de begrafenis. In elk geval moet u ons een overlijdensattest van de gemeente voorleggen.
Als u uw voertuig ter plaatse moet achterlaten en geen enkele andere verzekerde het kan besturen, sturen wij een chauffeur om het naar uw woonplaats terug te brengen onder dezelfde voorwaarden als in artikel 1.2.7. van de waarborg Voertuigbijstand.
2.3. OVERLIJDEN VAN EEN VERZEKERDE
2.3.1.REGELING VAN DE UITVAART
Artikel 57. Als de erfgenamen van de verzekerde die in het buiten- land overleden is ervoor kiezen om de overledene naar België over te laten brengen, dan organiseren en betalen wij:
• de overbrenging van het stoffelijk overschot van het zieken- huis of mortuarium naar de door de familie gekozen plaats in België. De douanekosten worden eveneens vergoed;
• de post-mortem-behandeling en het kisten, lijkkist inbegrepen, ten belope van maximaal 750 EUR per overleden verzekerde. De andere kosten, in het bijzonder voor de uitvaartplechtig- heid, de begrafenis- en crematiekosten blijven ten laste van de familie.
Als de erfgenamen van de verzekerde die in het buitenland over- leden is de voorkeur geven aan de begrafenis of de crematie ter plaatse, dan vergoeden we de post-mortem-behandeling en het kisten, de lijkkist en de urne, het plaatselijk vervoer van het stof- felijk overschot en de begrafenis- of crematiekosten ten belope van maximaal 750 EUR per overleden verzekerde. De kosten van de uitvaartplechtigheid en de repatriëring van de urne worden niet vergoed.
2.3.2. REPATRIËRING VAN DE ANDERE VERZEKERDEN
Artikel 58. Als het overlijden van een verzekerde de andere ver- zekerden verhindert om op de oorspronkelijk voorziene wijze naar België terug te keren, dan organiseren en betalen wij hun repa- triëring.
2.4. OPSPORINGS- EN REDDINGSKOSTEN
Artikel 59. In een situatie die bedreigend is voor uw veiligheid of fysieke integriteit vergoeden we ten belope van maximaal 7.500 EUR per verzekerde en per schadegeval de kosten voor de inter- ventie door een officiële hulp- en reddingsdienst.
Op zee geldt de terugbetaling van de officiële hulp- en reddings- kosten enkel binnen de territoriale wateren.
Deze terugbetaling is niet te cumuleren met de dekking voorzien in artikel 1.7 van dit hoofdstuk.
2.5. DIERENARTSKOSTEN
Artikel 60. Als het huisdier (hond of kat) dat u vergezelt in het bui- tenland het slachtoffer is van ziekte of ongeval, dan vergoeden we de kosten voor de dierenarts ten belope van maximaal 65 EUR per schadegeval.
2.6. VERLENGING VAN UW VERBLIJF
Artikel 61. We vergoeden de kosten voor de verlenging van uw verblijf in het buitenland als u gedurende op zijn minst 48 uur opgehouden wordt, zodat u uw reis niet kan voortzetten of de terugreis naar België niet kan aanvangen, als gevolg van een van de volgende gebeurtenissen:
• het niet naleven door de reisorganisator of de vervoersonder- neming van hun contractuele verplichtingen;
• een uitzonderlijke natuurkracht. Dit oponthoud moet gestaafd worden door een verklaring van de politie, de lokale overheid of de openbaarvervoermaatschappij.
We dekken voor maximaal tien nachten de hotelkosten ten belope van maximaal 125 EUR per nacht en per kamer, ontbijt inbegrepen.
2.7. VERLIES OF DIEFSTAL VAN UW GENEESMIDDELEN, BRIL,
CONTACTLENZEN OF PROTHESEN
Artikel 62. Bij verlies of diefstal van uw geneesmiddelen, bril, contactlenzen of prothese in het buitenland, organiseren we de vervanging ervan en betalen we de verzendingskosten als er ter plaatse niets gelijkwaardigs beschikbaar is en deze hulpmiddelen voor u onmisbaar zijn en ze door een arts voorgeschreven werden. Deze prestatie is onderworpen aan de toestemming van onze medische dienst en aan de plaatselijke wetgeving. U moet ons de aankoopprijs van de geneesmiddelen, bril, contactlenzen of pro- these terugbetalen binnen dertig dagen na de verzending ervan.
2.8. VERLIES OF DIEFSTAL VAN UW REISDOCUMENTEN EN VERVOERBEWIJZEN
Artikel 63. Bij verlies of diefstal van uw reisdocumenten (identi- teitskaart, paspoort, rijbewijs, inschrijvingsbewijs, visum…) in het buitenland, bezorgen we u de contactgegevens van de dichtstbij- zijnde ambassade of consulaat van België waartoe u zich moet richten. We vergoeden ten belope van maximaal 125 EUR de admi- nistratieve kosten voor de vervanging ervan.
In geval van verlies of diefstal van de vervoerbewijzen stellen we u de nodige vervoerbewijzen ter beschikking om uw reis voort te zetten, mits voorafgaande betaling aan de bijstandscentrale via een middel van uw keuze.
2.9. VERLIES OF DIEFSTAL VAN UW BAGAGE
2.9.1.OPSTUREN VAN EEN KOFFER
Artikel 64. In geval van verlies of diefstal van uw bagage in het buitenland organiseren en betalen we de verzending van een koffer met persoonlijke voorwerpen in vervanging. Die koffer moet bij de bijstandscentrale afgeleverd worden door een door u aangesteld persoon.
2.9.2. BIJ EEN VLIEGTUIGREIS
Artikel 65. In geval van verlies of diefstal van uw bagage in het buitenland terwijl ze onder de verantwoordelijkheid stond van de luchtvaartmaatschappij waarmee u vloog, waarborgen wij:
• de bijstand voor het opzoeken van uw verloren bagage;
• de terugbetaling van de kosten voor de aankoop van kledij en toiletartikelen ten belope van maximaal 125 EUR per verzekerde op voorlegging van de aankoopbewijzen. Deze prestatie is ook van toepassing als uw bagage niet gelijktijdig met u aankomt, maar pas de dag na uw aankomst of later.
2.10. GELDTRANSFER
Artikel 66. Als u snel geld nodig hebt bij een door deze Assistance gedekt schadegeval, kan u een som van maximaal 2.500 EUR ter beschikking worden gesteld op voorwaarde dat die som vooraf in België wordt overhandigd aan de bijstandscentrale via een middel van uw keuze.
2.11.GERECHTELIJKE VERVOLGING
Artikel 67. Als u in het buitenland gerechtelijk vervolgd wordt naar aanleiding van een onopzettelijk misdrijf, dan schieten we u de volgende bedragen voor:
• het bedrag van de strafrechtelijke borgsom die wordt gevor- derd door de overheid, ten belope van maximaal 12.500 EUR per vervolgde verzekerde;
• het ereloon van een advocaat van uw keuze in het buitenland, ten belope van maximaal 1.250 EUR. We komen niet tussen voor de gerechtelijke gevolgen in België van een rechtszaak die tegen u werd ingesteld in het buitenland.
U moet ons de voorgeschoten bedragen terugbetalen binnen dertig dagen na de betaling ervan. Als de lokale overheid de betaalde borgsom vóór die termijn vrijgeeft, moet u ons dat bedrag onmid- dellijk terugbetalen.
2.12. TELECOMMUNICATIEKOSTEN
Artikel 68. In het kader van een door deze Assistance gedekt scha- degeval betalen we u de noodzakelijke telecommunicatiekosten terug die u in het buitenland hebt gemaakt om ons te contacteren.
2.13. TAALHULP
Artikel 69. Als u in het kader van een door deze Assistance gedekt schadegeval in het buitenland problemen ondervindt om de taal te begrijpen, dan staan we u bij in de mate van onze mogelijkheden.
Als u een tolk nodig hebt, dan nemen we de kosten hiervoor ten laste ten belope van maximaal 125 EUR.
3. BIJSTAND AAN PERSONEN ENKEL IN BELGIË
3.1. OVERLIJDEN VAN EEN VERZEKERDE
Artikel 70. Als een verzekerde overlijdt tijdens een verplaatsing in België, dan organiseren en betalen we de overbrenging van het stoffelijk overschot van de plaats van het overlijden naar het funerarium in België dat de familie gekozen heeft. We nemen geen andere begrafeniskosten ten laste.
Als dit overlijden de andere verzekerden verhindert om hun ver- plaatsing op de oorspronkelijk voorziene wijze voort te zetten, dan organiseren en betalen we de terugkeer naar hun woonplaats.
3.2. GEZINSHULP
Artikel 71. Als de verzekerde die gewoonlijk instaat voor het huis- houden voor minstens 48 uur in het ziekenhuis in België opge- nomen wordt door een ziekte of een ongeval, dan organiseren en betalen wij:
• ofwel de heen- en terugreis naar uw woonplaats voor een in België verblijvende persoon van uw keuze;
• ofwel de kosten voor een huishoudhulp van uw keuze in uw woning ten belope van maximaal 125 EUR.
3.3. OPVANG VAN VERZEKERDE PERSONEN MET EEN BEPERKING
Artikel 72. Als de verzekerde die instaat voor de dagelijkse opvang en zorg van een inwonende persoon met een beperking (blijvende invaliditeit van minstens 67%) voor minstens 48 uur in het zieken- huis in België opgenomen wordt door een ziekte of een ongeval, dan organiseren en betalen we het vervoer van die persoon met een beperking naar en van de plaats waar die persoon tijdelijk opgevangen kan worden, en dat ten belope van maximaal 125 EUR.
3.4. KINDEROPVANG
Artikel 73. Als u voor minstens 48 uur in het ziekenhuis in België opgenomen wordt door een ziekte of een ongeval, dan organiseren en betalen we het vervoer en de kosten van een persoon die de inwonende kinderen jonger dan 16 jaar kan opvangen, en dat ten belope van maximaal 125 EUR.
3.5. OPVANG VAN HUISDIEREN
Artikel 74. Als u voor minstens 48 uur in het ziekenhuis in België opgenomen wordt door een ziekte of een ongeval en niemand voor uw huisdieren (honden en katten) kan zorgen, dan organiseren en betalen we hun opvang ten belope van maximaal 100 EUR.
3.6. VERDEDIGING TEGEN DE REISORGANISATOR
Artikel 75. Wij verdedigen uw rechten om in der minne of gerech- telijk een vergoeding te verkrijgen voor schade waarvoor de reisor- ganisator of het reisbureau aansprakelijk is op grond van de wet- geving inzake reisovereenkomsten, voor zover de schade ontstaat nadat u deze Assistance hebt afgesloten.
Wij betalen de hieraan verbonden erelonen en kosten, met inbe- grip van de gerechtskosten, ten belope van maximaal 1.250 EUR.
4. GEVALLEN VAN UITSLUITING
Artikel 76. Naast de algemene uitsluitingen, zijn uitgesloten van de waarborg Personenbijstand:
• de volgende medische kosten:
- de kosten die voortvloeien uit een geplande behandeling;
- de kosten voor een bevalling;
- de kosten voor de aankoop of de vervanging van xxxxxxxxx, met inbegrip van brillen en contactlenzen;
- de kosten voor preventieve geneeskunde en thermale kuren;
- de kosten voor esthetische ingrepen en behandelingen;
- de diagnose- en behandelingskosten die niet door het RIZIV erkend zijn (homeopathie, acupunctuur, chiropraxie…);
- de kosten in verband met herstel en voor aandoeningen in behandeling die nog niet geconsolideerd waren vóór het vertrek;
- de kosten in verband met pathologische toestanden in behandeling vóór het vertrek en die een reëel gevaar tot snelle verergering inhouden of die minstens twee maanden vóór het vertrek nog niet geconsolideerd waren;
- de kosten in verband met het hervallen in of verergeren van een vóór het vertrek bekende ziekte of pathologische toestand;
- de kosten voor een zwangerschap van meer dan 28 weken voor vliegreizen, met uitzondering van die waarvoor een schriftelijke toestemming werd verleend door de (behan- delende) gynaecoloog en die bevestigd werd door de arts van de betrokken luchtvaartmaatschappij;
• ongevallen tijdens de beoefening van de volgende activiteiten: deltavliegen, parasailing, parachutespringen, bungee-springen, ULM, alpinisme, rallysport, rafting, canyoning, jetski, bobsleeën, speleologie;
• ongevallen tijdens vliegreizen, behalve als passagier van een toestel dat is goedgekeurd voor openbaar reizigersvervoer.
5. EXTRA DIENSTEN
U kan beroep doen op de volgende dienstverlening door de bij- standscentrale.
5.1. INFORMATIEDIENSTEN
Artikel 77. Wij bezorgen u het adres en het telefoonnummer van de volgende medische diensten in België:
• ziekenhuizen en klinieken;
• nabijgelegen ambulancediensten;
• instellingen voor thuisverzorging;
• verhuurders van medisch materiaal;
• kuuroorden;
• revalidatiecentra;
• apotheken en dokters van wacht;
• rust- en verzorgingstehuizen in uw streek.
Wij helpen u bij de voorbereiding van uw reis en bezorgen u infor- matie over:
• preventieve gezondheids- en medische maatregelen;
• verplichte en aangeraden vaccinaties;
• referenties van websites met informatie of tips van officiële instanties (WHO, Tropisch Instituut in Antwerpen...);
• administratieve formaliteiten voor reizigers, voertuigen en huisdieren;
• adressen van consulaten en diensten voor toerisme in België en Belgische consulaten in het buitenland.
U kunt deze inlichtingen verkrijgen op eenvoudige telefonische aanvraag bij onze bijstandscentrale. De informatiedienst is bereik- baar van maandag tot vrijdag van 9 uur tot 17 uur (Belgische tijd).
5.2. DIENST VOOR MEDISCH ADVIES VANOP AFSTAND
Artikel 78. U kan contact opnemen met ons medisch team voor elke vraag in verband met een medische behandeling, een patho- logie of een eventuele infectie (waaronder covid-19).
De informatie die wordt verstrekt is niet individueel toegespitst, streeft ernaar wetenschappelijk exact te zijn op het ogenblik dat ze wordt gegeven en houdt rekening met alle deontologische regels voor de uitoefening van medische beroepen. Als een kli- nisch onderzoek met fysieke aanwezigheid van de verzekerde of aanvullende onderzoeken noodzakelijk zijn, dan kan ons medisch team oordelen dat het niet in staat is om de dienst inzake medisch advies vanop afstand te verlenen. In dat geval wordt de verzekerde doorverwezen naar zijn behandelend arts.
Wij wijzen elke aansprakelijkheid van de hand in verband met fouten of weglatingen in verband met de informatie die verstrekt wordt door onze medische dienst. In elk geval kunnen we niet aan- sprakelijk worden gesteld voor uw interpretatie of uw gebruik van de verstrekte informatie, noch voor de gevolgen ervan.
De dienst voor medisch advies vanop afstand maakt het in geen geval mogelijk om:
• een diagnose te stellen, een voorschrift te geven of een medi- sche opname te doen, en vormt rechtstreeks noch onrecht- streeks een medische raadpleging;
• noodsituaties te behandelen. Het is aan u om te bellen naar de lokale hulpdiensten, een arts of enige andere specialist te raadplegen.
De dienst is telefonisch bereikbaar van maandag tot zaterdag, van 8 tot 16 uur (Belgische tijd), behalve op feestdagen. Hij is voorbehouden voor elke natuurlijke persoon ouder dan 18 jaar of voor een wettelijk vertegenwoordiger die een vraag kan stellen en het advies kan begrijpen dat gegeven wordt door een lid van ons medisch team.
De dienst voor medisch advies vanop afstand is beperkt tot twee interventies per verzekerde en per verzekeringsjaar.
VERZEKERING BESTUURDER
1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1. Wij, de verzekeraar: DVV is een merk- en handelsnaam van Belins NV, Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx, Belgische ver- zekeringsonderneming toegelaten onder het nummer 0037.
2. Verzekerde: elke toegelaten bestuurder van het omschreven motorrijtuig.
3. Het omschreven rijtuig: het motorrijtuig dat in de bijzondere voorwaarden van het contract omschreven is.
4. Lichamelijk ongeval: een plotse gebeurtenis waarvan de oor- zaak of een van de oorzaken buiten het organisme van de ver- zekerde ligt en een lichamelijk letsel of de dood veroorzaakt. Dit begrip wordt geïnterpreteerd volgens de Belgische rechtspraak inzake arbeidsongevallen.
5. Ongeval: elk lichamelijk ongeval dat het gevolg is van een verkeerssituatie op de openbare weg en op terreinen die toe- gankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen.
2. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 1. De volgende artikels van de verzekering van de Burger- rechtelijke Aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen zijn van toe- passing:
- beschrijving en wijziging van het risico (artikels 2 t.e.m. 9);
- wijzigingen inzake het omschreven motorrijtuig (artikels 10
t.e.m. 14);
- betaling van de premie (artikels 16 en 18 §1-§2-§4);
- wijziging van de premie of van de verzekeringsvoorwaarden (artikels 19 en 20);
- duur, vernieuwing, overdracht en einde van het contract (arti- kels 15, 21, 22 en 26 t.e.m. 31);
- mededelingen (artikel 37);
- terrorisme (artikel 66);
- klachtenbeheer (artikel 75).
Artikel 2. De verzekering vangt aan op de datum vermeld in de bijzondere voorwaarden, na ondertekening van de polis door beide partijen en na betaling van de eerste premie.
3. DE WAARBORG
3.1. OMVANG VAN DE DEKKING
Artikel 3. Wij waarborgen de uitkering van de overeengekomen vergoeding in de hierna beschreven omstandigheden.
Artikel 4. De verzekerde is gedekt wanneer hij het slachtoffer is van een ongeval.
De waarborg wordt uitgebreid tot het vervangingsvoertuig indien het omschreven rijtuig onbruikbaar is conform de voorwaarden bepaald in artikel 56 (§1-§2-§3) van de verplichte verzekering Bur- gerrechtelijke Aansprakelijkheid inzake motorrijtuigen.
3.2. GELDIGHEIDSGEBIED
Artikel 5. De verzekering geldt over heel de wereld.
3.3. VERZEKERDE BEDRAGEN
Artikel 6. De in de bijzondere voorwaarden vermelde bedragen zijn per ongeval gewaarborgd.
Artikel 7. De vergoedingen voor overlijden en blijvende invaliditeit kunnen niet worden gecumuleerd. Meer bepaald betalen wij de vergoeding bij overlijden uit conform artikel 9, min het bedrag dat eventueel werd betaald voor de blijvende invaliditeit dat voortvloeit uit hetzelfde ongeval. Als het bedrag dat wordt uitgekeerd voor de blijvende invaliditeit hoger ligt dan de vergoeding bij overlijden, dan wordt het verschil niet gerecupereerd.
Artikel 8. Als dit vermeld staat in de bijzondere voorwaarden, worden de verzekerde bedragen op elke jaarlijkse vervaldag als volgt verhoogd:
- de verzekerde bedragen bij overlijden en blijvende invaliditeit worden met 5% verhoogd (het bedrag van de verhoging wordt berekend op basis van de oorspronkelijk verzekerde sommen);
- het verzekerd bedrag voor de behandelingskosten wordt ver- hoogd met 250,00 EUR bij elke jaarlijkse vervaldag tot een maximum van 15.000,00 EUR.
De premie wordt aangepast rekening houdend met de geherwaar- deerde bedragen.
De contracterende partijen kunnen de herwaardering jaarlijks beëindigen.
De vergoedingen worden bepaald op basis van de verzekerde bedragen berekend op de jaarlijkse vervaldag die aan het ongeval voorafgaat.
3.4. WAARBORG OVERLIJDEN
Artikel 9. Als de verzekerde uiterlijk na drie jaar overlijdt ten gevolge van het ongeval, wordt de overeengekomen vergoeding uitgekeerd aan de begunstigde die werd aangesteld in de bijzondere voor- waarden, of bij ontstentenis daarvan, in de onderstaande volgorde:
- aan de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner, voor zover niet feitelijk gescheiden van de verzekerde;
- aan de kinderen en de andere afstammelingen door plaats- vervulling;
- aan de ouders;
- aan de wettige erfgenamen met uitzondering van de Staat, tot en met de vierde graad, in overeenstemming met die graad.
Als de kinderen van de verzekerde ten gevolge van het ongeval zonder ouders achterblijven, verdubbelen wij het aan hen uit te keren bedrag, voor zover zij op het ogenblik van het ongeval recht zouden hebben gegeven op kinderbijslag.
Voor de verzekerden die op de dag van het ongeval 75 jaar of ouder zijn, blijft de vergoeding tot de helft gewaarborgd.
Als de verzekerde op het ogenblik van het ongeval geen begun- stigde nalaat, bestaat de vergoeding uitsluitend uit een tege- moetkoming in de begrafeniskosten met als maximum de helft van het verzekerde bedrag. In dit geval zijn die kosten nochtans uitgesloten indien zij door een autoverzekeraar of het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds vergoed moeten worden op basis van hoofdstuk V bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheids- verzekering inzake motorrijtuigen. Wij betalen dan wel het bedrag van die kosten bij wijze van voorschot op grond van de formali- teiten van artikel 16.
3.5. WAARBORG BLIJVENDE INVALIDITEIT
Artikel 10. In geval van persoonlijke blijvende invaliditeit wordt de vergoeding vastgesteld op basis van de invaliditeitsgraden die opgegeven zijn in de “Officiële Belgische Schaal tot vaststelling van de graad van Invaliditeit”, ongeacht het beroep dat de verze- kerde uitoefent.
Enkel de rechtstreekse en uitsluitende gevolgen van het ongeval worden vergoed. De blijvende invaliditeit wordt vastgesteld op basis van de globale invaliditeit van de verzekerde, na aftrek van de vooraf bestaande graad van invaliditeit en van de verergeringen te wijten aan een vooraf bestaande toestand.
De vergoeding voor blijvende invaliditeit wordt berekend volgens de onderstaande cumulatieve formule:
- voor het gedeelte van de invaliditeitsgraad tot en met 25%: op basis van het verzekerde bedrag;
- voor het gedeelte van de invaliditeitsgraad boven 25% tot en met 50%: op basis van driemaal het verzekerde bedrag;
- voor het gedeelte van de invaliditeitsgraad boven 50%: op basis van viermaal het verzekerde bedrag.
Voor de verzekerden die op de dag van het ongeval 75 jaar of ouder zijn, blijft de vergoeding tot de helft gewaarborgd.
Artikel 11. Als aan het slachtoffer een invaliditeitsgraad van 50% of meer toegewezen wordt ten gevolge van een ongeval, dan betalen wij eveneens de bewezen bijkomende kosten die vereist zijn door de opgelopen invaliditeit.
Onder bijkomende kosten verstaan wij onder meer:
- de kosten van de werkzaamheden om de woning en het voer- tuig van het slachtoffer aan te passen aan zijn handicap;
- de kosten voor de omscholing;
- de kosten voor aangepast onderwijs
Deze bijkomende kosten worden vergoed ten belope van 1.250,00 EUR of méér, zonder dat de vergoeding in dit geval 10% van het verzekerde bedrag in Blijvende Invaliditeit mag overschrijden.
3.6. WAARBORG BEHANDELINGSKOSTEN
Artikel 12. Wij vergoeden de verantwoorde medische behan- delingskosten tot het bedrag overeengekomen in de bijzondere voorwaarden, maar uiterlijk tot één jaar na de consolidatie van de letsels.
Onder de medische behandelingskosten verstaan wij:
- de kosten voor medische en paramedische verzorging;
- de kosten voor de geneesmiddelen;
- de hospitalisatiekosten;
- de eerste prothesekosten;
- de kosten aan bestaande functionele prothesen, uitgezonderd brillen en lenzen.
Bij hospitalisatie gebeurt de terugbetaling van de medisch ver- antwoorde kosten voor de erelonen en de verpleegdagprijs van de kamer steeds op basis van het tarief voor een tweepersoonskamer.
Artikel 13. Bovendien waarborgen wij ook de volgende kosten, ten belope van de helft van het verzekerde bedrag:
- de medisch vereiste vervoerkosten:
- van de plaats van het ongeval naar een ziekenhuis of naar de woonplaats van de verzekerde;
- van het ene ziekenhuis naar een ander ziekenhuis;
- de vervoers- en repatriëringskosten van het stoffelijk overschot van de verzekerde;
- de vervoers- en de repatriëringskosten van de inzittenden van
het verzekerde rijtuig naar de woonplaats van een van hen indien de verzekerde het slachtoffer is van een ongeval en geen enkele inzittende hem als bestuurder kan vervangen, evenals de kosten voor de verlenging van het verblijf op de plaats van het ongeval in afwachting van de repatriëring;
- de kosten van het verblijf van een familielid dat in het zieken- huis overnacht bij de gehospitaliseerde verzekerde;
- de kosten om de verzekerde op te sporen of te redden als die vermist is of zich in een situatie met onmiddellijk gevaar bevindt;
- het bedrag, in werkelijke waarde met een maximum van 375,00 EUR, voor de kledijschade van de verzekerde.
Artikel 14. De kosten worden terugbetaald na uitputting van de tegemoetkoming vanwege de sociale zekerheid en andere ver- zekeringsinstellingen.
De eerste tandprothesekosten worden voor elke tand vergoed ten belope van 10% van het verzekerde bedrag.
De kosten aan bestaande functionele prothesen worden vergoed per prothese, rekening houdend met de slijtage ervan, ten belope van 10% van het verzekerde bedrag.
Artikel 15. De medische behandelingskosten zijn van de waarborg uitgesloten indien zij door een autoverzekeraar of het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds verplicht vergoed moeten worden op basis van hoofdstuk V bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Artikel 16. Wij betalen wel het bedrag van de kosten bedoeld in artikel 15 bij wijze van voorschot indien de verzekerde ons toe- staat het te recupereren bij de betrokken instelling. Wanneer de verzekerde door die instelling vergoed wordt, dan betaalt hij ons het verleende voorschot binnen vijftien dagen terug.
Onze tussenkomst blijft evenwel beperkt tot het dubbel van het verzekerde bedrag voor de Behandelingskosten.
3.7. WAARBORG ONRECHTSTREEKSE VERLIEZEN
Artikel 17. Bij een verzekerd ongeval onder de waarborg Behande- lingskosten wordt het bedrag van de schadevergoeding forfaitair verhoogd met 15% om de verliezen, kosten en nadelen te dekken, die de verzekerde heeft geleden ingevolge het schadegeval.
Die forfaitaire vergoeding wordt eveneens toegekend op de bedragen die worden uitgekeerd als voorschot op de tegemoetko- ming van een autoverzekeraar of het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds (in uitvoering van de artikelen 15 en 16).
De aanvullende uitkering voor de Onrechtstreekse Verliezen wordt beperkt tot 15% van het verzekerde bedrag voor de Behandelings- kosten.
3.8. UITSLUITINGEN
Artikel 18. Deze verzekering is van het principe dat alles gedekt is wat niet is uitgesloten.
Artikel 19. De hierna beschreven ongevallen zijn door deze ver- zekering uitgesloten.
1. Ongevallen opzettelijk veroorzaakt door de verzekerde of de begunstigde van deze verzekering.
2. Ongevallen die voortvloeien uit een van de volgende omstandig- heden:
a. dronkenschap of alcoholintoxicatie van de verzekerde, of een soortgelijke toestand die het gevolg is van het gebruik van drugs, medicijnen of hallucinogene stoffen, waardoor de verzekerde niet meer beschikt over de controle van zijn daden;
b. zelfmoord en poging tot zelfmoord van de verzekerde;
c. uitgesproken roekeloze of gevaarlijke daden, wedden- schappen of uitdagingen van de verzekerde.
3. Ongevallen waarbij het omschreven rijtuig, dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, niet of niet meer beschikt over een geldig keuringsbewijs, behalve op het normale traject naar de keuring of, na afgifte van een keuringsbewijs met de vermelding “Verboden tot het verkeer”, op het normale traject tussen het keuringsstation en de woonplaats van de verzekerde, de eigenaar, de gebruikelijke houder of de hersteller, alsook op het normale traject om zich na de herstelling bij het keuringsstation aan te bieden.
Het ongeval blijft evenwel gedekt als er wij geen oorzakelijk ver- band tussen de staat van het voertuig en het ongeval kunnen aantonen.
4. Ongevallen waarbij de verzekerde op het ogenblik van het ongeval niet voldoet aan de voorwaarden die door de Belgi- sche wetten en reglementen worden voorgeschreven om het verzekerde rijtuig te mogen besturen.
5. Ongevallen die zich voordoen in de volgende omstandigheden:
a. de verzekerde neemt deel aan of bereidt zich voor op een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of -wed- strijd; louter toeristische en ontspanningsrally's blijven evenwel verzekerd;
b. het verzekerde rijtuig wordt gebruikt voor bezoldigd perso- nenvervoer of voor het vervoer van goederen voor rekening van derden;
c. het omschreven rijtuig wordt gebruikt zonder toestemming van de eigenaar of de gebruikelijke houder;
d. het verzekerde rijtuig wordt gebruikt als werktuig;
e. het omschreven rijtuig is in huur gegeven;
f. het omschreven rijtuig wordt bestuurd door een garage- houder of door een persoon actief in de verkoop, de her- stelling, het slepen of de technische controle van motor- rijtuigen, als het rijtuig hen is toevertrouwd vanwege hun functie. Deze uitsluiting geldt ook voor de aangestelden van de voornoemde personen.
6. Ongevallen die voortvloeien uit vechtpartijen of agressie.
De waarborg is evenwel verworven voor de verzekerde als slachtoffer van een diefstal of een poging tot diefstal met geweld van het verzekerde rijtuig.
7. Ongevallen die voortvloeien uit een oorlogsfeit, burgeroorlog, opstoot, oproer of collectieve gewelddaden; deze uitsluiting geldt niet voor ongevallen in het buitenland tot vijftien dagen na het begin van de vijandelijkheden, voor zover de verze- kerde door die gebeurtenissen wordt verrast en er niet actief bij betrokken is.
8. Ongevallen met als beslissende oorzaak een kernreactie, radio- activiteit of ioniserende stralingen. Bij terrorisme zijn enkel de ongevallen uitgesloten die worden veroorzaakt door kernwa- pens, nl. wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door de structuurwijziging van de atoomkern.
4. BEPALINGEN BIJ SCHADEGEVAL
4.1. VASTSTELLING EN UITKERING VAN DE VERGOEDINGEN
Artikel 20. De vergoeding voor blijvende invaliditeit wordt vastge- steld bij consolidatie van de letsels, maar uiterlijk drie jaar na de dag van het ongeval.
Als de letsels uiterlijk één jaar na het ongeval nog niet geconsoli- deerd zijn, betalen wij op aanvraag een voorschot dat gelijk is aan de helft van het bedrag dat met de voorziene blijvende invaliditeit overeenstemt.
Artikel 21. De vergoedingen op basis van de waarborg Onrecht- streekse Verliezen en Behandelingskosten worden gezamenlijk uitbetaald.
Artikel 22. Voor zover er geen betwisting bestaat over de waar- borgen van deze verzekering, worden de vergoedingen vastgesteld en betaald binnen vijftien dagen te rekenen vanaf de dag waarop wij over alle nodige documenten beschikken en voor zover de ver- zekerde al zijn verplichtingen is nagekomen.
Indien wij niet aan onze plicht voldoen, moeten wij interest betalen op het verschuldigde bedrag. Die interest wordt berekend op basis van driemaal de wettelijke interestvoet.
4.2. MEDISCH GESCHIL
Artikel 23. Bij gebrek aan overeenkomst of twijfel over de aard van de letsels of de gevolgen ervan, kan de graad van invaliditeit medisch vastgesteld worden door twee artsen: de eerste wordt gekozen door het slachtoffer, de tweede door ons. Elke partij draagt de kosten en honoraria van de door haar aangestelde arts.
Als de artsen het niet eens zijn, kiezen zij een derde arts, die zich moet uitspreken over de aard van de letsels en de gevolgen ervan. De beslissing van de derde arts is bindend en onherroepelijk. Elke partij draagt de helft van de kosten en honoraria van de derde arts.
Stelt een van de partijen geen arts aan of als de twee artsen het niet eens worden over de keuze van een derde arts, dan wordt die op verzoek van de eersthandelende partij aangesteld door de Recht- bank van Eerste Aanleg van de woonplaats van de verzekerde.
4.3. VERPLICHTINGEN VAN DE VERZEKERDE
Artikel 24. Onverminderd de andere verplichtingen die in deze polis worden opgelegd, is de verzekerde ertoe gehouden:
1. ons elk schadegeval binnen acht dagen te melden; die termijn begint pas te lopen wanneer het voor de verzekerde redelijker- wijs mogelijk is aangifte te doen;
2. ons zo duidelijk mogelijk in te lichten over de vermoedelijke omstandigheden, oorzaken en gevolgen van het ongeval, alsook over de identiteit van de eventuele getuigen;
3. ons onmiddellijk alle nuttige inlichtingen en vereiste docu- menten te bezorgen om het beheer van het dossier te verge- makkelijken;
4. onmiddellijk de hulp van een arts in te roepen en zijn voor- schriften stipt toe te passen.
Indien de verzekerde zijn verplichtingen niet nakomt, hebben wij het recht:
- bij verzuim met bedrieglijk opzet, de dekking te weigeren;
- in de andere gevallen, de vergoeding of de gemaakte kosten te verminderen of terug te vorderen ten belope van het door ons geleden nadeel.
De bewijslast berust bij ons.
4.4. INDEPLAATSSTELLING