KADEROVEREENKOMST
KADEROVEREENKOMST
inzake handel en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds
HET KONINKRIJK BELGIË,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK,
HET KONINKRIJK SPANJE, DE FRANSE REPUBLIEK, IERLAND,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG, HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN, DE REPUBLIEK OOSTENRIJK,
DE PORTUGESE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK FINLAND, HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND,
Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de Europese Unie, hierna
„lidstaten” te noemen, en
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
enerzijds, en
DE REPUBLIEK KOREA,
anderzijds,
REKENING HOUDEND met de traditionele vriendschapsbanden tussen de Republiek Korea, de Europese Gemeenschap en haar lidstaten;
OPNIEUW BEVESTIGEND dat partijen gehecht zijn aan de democratische beginselen en de fundamentele rechten van de mens, zoals die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de rechten van de mens;
BEVESTIGEND dat partijen een regelmatige politieke dialoog tot stand wensen te brengen tussen de Europese Unie en de Republiek Korea, gebaseerd op gemeenschappelijke waarden en ambities;
ERKENNENDE dat de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT) een belangrijke rol heeft gespeeld bij de bevordering van de internationale handel in het algemeen en de bilaterale handel in het bijzonder, en dat zowel de Republiek Korea als de Europese Gemeenschap grote waarde hechten aan de beginselen van vrijhandel en markteconomie waarop de bovengenoemde overeenkomst is gebaseerd;
OPNIEUW BEVESTIGEND dat zowel de Republiek Korea als de Europese Gemeenschap en haar lidstaten plechtig beloofd hebben dat zij zich zullen houden aan de verplichtingen die voor hen voortvloeien uit de ratificatie van de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO);
REKENING HOUDENDE MET de noodzaak bij te dragen tot de volledige tenuitvoerlegging van de resultaten van de Uruguayronde van de GATT en de noodzaak alle regels die van toepassing zijn op de internationale handel op transparante en niet-discriminerende grondslag toe te passen;
ERKENNENDE dat de verbetering van de betrekkingen tussen beide partijen van groot belang is ter stimulering van de samenwerking, en zich bewust van hun gemeenschappelijke streven om de betrekkingen op gebieden van wederzijds belang te consolideren, te verdiepen en te diversifiëren, op basis van gelijkwaardigheid, op niet-discriminerende grondslag, met inachtneming van het milieu en wederzijds tot voordeel strekkend;
VERLANGENDE een gunstig klimaat tot stand te brengen voor duurzame ontwikkeling en diversifiëring van de handel en voor de economische samenwerking op verschillende gebieden van wederzijds belang;
ERVAN OVERTUIGD dat partijen voordeel zullen hebben bij de institutionalisering van de betrekkingen en de totstand- brenging van wederzijdse economische samenwerking, aangezien samenwerking de verdere ontwikkeling van handel en investeringen zal stimuleren;
ZICH ERVAN BEWUST dat het van groot belang is de rechtstreeks betrokkenen, met name ondernemingen en organisaties die het bedrijfsleven vertegenwoordigen, meer te betrekken bij de samenwerking,
HEBBEN BESLOTEN deze overeenkomst te sluiten en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen: HET KONINKRIJK BELGIË:
Xxxx XXXXXXX,
Minister van Buitenlandse Zaken,
HET KONINKRIJK DENEMARKEN: Xxxxx XXXXXX XXXXXXXX,
Xxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxxxx Xxxxx,
XX XXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXX:
Xxxxxx XXXXX,
Staatsminister van Buitenlandse Zaken,
DE HELLEENSE REPUBLIEK:
Xxxxxxxx XXXXXXXXXX, Onderminister van Buitenlandse Zaken,
HET KONINKRIJK SPANJE:
Xxxx XXXXXXX,
Minister van Buitenlandse Zaken,
DE FRANSE REPUBLIEK:
Xxxxxx XXXXXXX,
Onderminister van Europese Zaken,
IERLAND:
Xxx XXXXXXXX,
Onderminister voor Europese Zaken,
DE ITALIAANSE REPUBLIEK:
Xxxxxxxx XXXX,
Minister van Buitenlandse Zaken,
HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG:
Xxxxxxx X. XXXX,
Xxxxxxxx xxx Xxxxxxxxxxxx Xxxxx,
XXX XXXXXXXXX XXX XXXXXXXXXXX: Xxxx XXX XXXXXX,
Minister van Buitenlandse Zaken,
DE REPUBLIEK OOSTENRIJK:
Xxxxxxxx XXXXXXXX,
Minister van Buitenlandse Zaken,
DE PORTUGESE REPUBLIEK:
Xxxxx XXXX,
Minister van Buitenlandse Zaken,
DE REPUBLIEK FINLAND:
Xxxxx XXXXXXX,
Minister van Buitenlandse Zaken, HET KONINKRIJK ZWEDEN:
Xxxx XXXXX-XXXXXX,
Minister van Buitenlandse Zaken,
HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND:
Xxxxx XXXXX,
Onderminister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken, DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
Dick SPRING,
Minister van Buitenlandse Zaken (Ierland),
Fungerend Voorzitter van de Raad van de Europese Unie, Xxx Xxxx XXXXXXX,
Vice-voorzitter van de Commissie van de Europese Gemeenschappen,
DE REPUBLIEK KOREA:
Ro-Xxxxx XXXX,
Minister van Buitenlandse Zaken,
DIE, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten, OVEREENSTEMMING HEBBEN BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN:
Artikel 1
Grondslag van de samenwerking
De eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten, zoals gedefinieerd in de Universele Verklaring van de rechten van de mens, vormt de grondslag van het binnenlandse en buitenlandse beleid van de partijen en is een essentieel onderdeel van onderhavige overeenkomst.
Artikel 2
Doelstellingen van de samenwerking
Ter bevordering van hun onderlinge samenwerking streven de partijen naar de verdere ontwikkeling van hun wederzijdse economische betrekkingen. Hun inspanningen in dit verband zijn met name gericht op:
a) de bevordering en de totstandbrenging van samenwerking op handelsgebied en de diversifiëring van de handel in wederzijds belang;
b) de totstandbrenging van economische samenwerking op gebieden van wederzijds belang, waaronder wetenschappe- lijke en technologische samenwerking en industriële samen- werking;
c) de bevordering van de samenwerking tussen onderne- mingen door de vergemakkelijking van de wederzijdse investeringen en de stimulering van het wederzijds begrip.
Artikel 3
Politieke dialoog
Er zal een regelmatige politieke dialoog tot stand worden gebracht tussen de Europese Unie en de Republiek Korea, gebaseerd op gemeenschappelijke waarden en ambities. Deze dialoog zal plaatsvinden overeenkomstig de procedures die zijn overeengekomen in de gemeenschappelijke verklaring van de Europese Unie en de Republiek Korea op dit punt.
Artikel 4
Behandeling als meestbegunstigde natie
Overeenkomstig hun rechten en verplichtingen als leden van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), zullen de partijen elkaar als meestbegunstigde natie behandelen.
Artikel 5
Commerciële samenwerking
1. De partijen zullen ernaar streven de verdere ontwikkeling en diversifiëring van hun handelsbetrekkingen zo sterk mogelijk en tot wederzijds voordeel te bevorderen.
De partijen zullen de voorwaarden voor de toegang tot elkaars markt zoveel mogelijk verbeteren. Zij zullen erop toezien dat de douanerechten voor de meestbegunstigde natie worden toegepast, daarbij rekening houdend met verschillende elementen, waaronder de situatie op de binnenlandse markt van de ene partij en de exportbelangen van de andere partij. Zij zullen streven naar de afschaffing van de handelsbelemme- ringen, met name door middel van de tijdige opheffing van niet-tarifaire belemmeringen en door het nemen van maatre- gelen ter verbetering van de transparantie, rekening houdende met de werkzaamheden van de internationale organisaties op dit gebied.
2. De partijen zullen de nodige maatregelen nemen om een beleid te voeren dat gericht is op:
a) multilaterale en bilaterale samenwerking met betrekking tot onderwerpen die verband houden met de verdere ontwikke- xxxx xxx xx xxxxxx op gebieden van wederzijds belang, waaronder de toekomstige werkzaamheden van de WTO. Daartoe werken zij op internationaal niveau en in bilateraal verband samen aan de oplossing van handelsproblemen van gemeenschappelijk belang;
b) de bevordering van de uitwisseling van informatie tussen ondernemingen en industriële samenwerking tussen onder- nemingen met het oog op de diversifiëring en stimulering van de bestaande handelsstromen;
c) de bestudering van maatregelen ter bevordering van de handel en de formulering van aanbevelingen voor maatre- gelen ter stimulering van de handel;
d) de bevordering van de samenwerking tussen de bevoegde douanediensten van de Europese Gemeenschap, haar lidstaten en de Republiek Korea;
e) de verbetering van de markttoegang voor industrie-, land- bouw- en visserijproducten;
f) de verbetering van de markttoegang voor diensten, zoals financiële diensten en telecommunicatiediensten;
g) de verbetering van de samenwerking op het gebied van normalisatie en technische voorschriften;
h) de effectieve bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom;
i) de organisatie van verkenningsmissies voor handel en inves- teringen;
j) de organisatie van algemene en gespecialiseerde handels- beurzen.
3. De partijen bevorderen de eerlijke concurrentie der economische activiteiten door naleving van de desbetreffende wet- en regelgeving.
4. Overeenkomstig hun verplichtingen in het kader van de WTO-overeenkomst inzake overheidsopdrachten, zien de partijen erop toe dat de deelname aan opdrachten geschiedt op niet-discriminerende grondslag en op basis van wederkerigheid.
De partijen zetten hun besprekingen voort met het oog op de verdere openstelling van hun markten voor opdrachten in andere sectoren, zoals de opdrachten in de telecommunicatie- sector.
Artikel 6
Landbouw en visserij
1. De partijen komen overeen de samenwerking op het gebied van landbouw en visserij, waaronder tuinbouw en aqui- cultuur, te bevorderen. Op basis van besprekingen over hun wederzijdse landbouw- en visserijbeleid bestuderen beide partijen:
a) de mogelijkheden om de handel in landbouw- en visserij- producten uit te breiden;
b) de gevolgen van sanitaire en fytosanitaire maatregelen en milieumaatregelen voor de handel;
c) het raakvlak van landbouw en plattelandsmilieu;
d) de research op het gebied van landbouw en visserij, waar- onder tuinbouw en aquicultuur.
2. De bepalingen van lid 1 van onderhavig artikel zijn van overeenkomstige toepassing op de producten en diensten van de landbouwproducten verwerkende industrie.
3. De partijen verbinden zich tot het naleven van de WTO- overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen en zijn bereid, op verzoek van een der partijen, overleg te plegen over de voorstellen van de andere partij met betrekking tot de toepassing en de harmonisatie van sanitaire en fytosanitaire maatregelen, daarbij rekening houdende met de normen die zijn overeengekomen in andere internationale organisaties, zoals IOE, IPPC en Codex Alimentarius.
Artikel 7
Maritiem vervoer
1. De partijen zullen streven naar de toepassing van het beginsel van onbeperkte toegang tot de internationale mari- tieme markt en het internationaal maritiem vervoer op commerciële basis, overeenkomstig de bepalingen van dit artikel.
a) Bovenstaande bepaling doet geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de gedragscode van de Verenigde Naties voor Lijnvaartconferences en voor de ene of de andere van de partijen bij deze overeenkomst van toepassing zijn. De niet bij conferences aangesloten lijnvaartmaatschappijen kunnen vrij met een conference concurreren zolang zij zich aan het beginsel van eerlijke concurrentie op commerciële basis houden.
b) Beide partijen beschouwen eerlijke concurrentie als een fundamentele noodzaak voor het handelsverkeer in droge en vloeibare bulkgoederen. In dit verband zal de Republiek Korea de nodige stappen zetten met het oog op de geleide- lijke afschaffing van ladingreservering van bepaalde bulk- goederen voor onder Koreaanse vlag varende schepen gedu- rende een overgangsperiode die zal verstrijken op 31 december 1998.
2. De partijen verbinden zich er met het oog op de in lid 1 genoemde doelstelling toe:
a) geen bepalingen inzake vrachtverdeling op te nemen in toekomstige bilaterale overeenkomsten met derde landen die betrekking hebben op het handelsverkeer in droge en vloeibare bulkgoederen en van lijnvaartmaatschappijen, tenzij in die uitzonderlijke gevallen waarin de lijnvaartmaat- schappijen van de ene of de andere partij bij deze overeen- komst anders geen reële kans zouden krijgen om aan het handelsverkeer van en naar het betrokken derde land deel te nemen;
b) bij het in werking treden van deze overeenkomst alle admi- nistratieve, technische en juridische belemmeringen op te heffen die een onderscheid maken tussen eigen onderdanen of bedrijven en die van de andere partij bij het verrichten van diensten in het internationaal maritiem vervoer;
c) geen minder gunstige behandeling te verlenen aan schepen welke de vlag van de andere partij voeren, dan die welke zij aan hun eigen schepen verlenen, ten aanzien van de toegang tot de voor het internationale handelsverkeer bestemde havens, het gebruik van de infrastructuur en van de mari- tieme hulpdiensten van de havens evenals de daarmee verband houdende vergoedingen en kosten, de douanefacili- teiten en de toewijzing van aanlegplaatsen en installaties voor het laden en lossen.
3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder toegang tot de internationale maritieme markt, onder andere, verstaan dat internationale maritieme vervoersondernemingen van beide partijen het recht hebben om „door-to-door”-vervoersdiensten aan te bieden waarin een gedeelte van het traject over zee wordt afgelegd, en dat zij daartoe rechtstreeks overeenkomsten mogen sluiten met lokale niet-maritieme vervoersonderne- mingen op het grondgebied van de andere partij, behoudens nationaliteitsbeperkingen betreffende het vervoer van goederen en personen met andere vervoermiddelen.
4. De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing op ondernemingen uit de Europese Gemeenschap en de Republiek Korea. Zij zijn tevens van toepassing op scheepvaartonderne- mingen die niet in de Europese Gemeenschap of de Republiek Korea zijn gevestigd en onder controle staan van onderdanen van een lidstaat of van de Republiek Korea, mits hun schepen in de betreffende lidstaat of in de Republiek Korea overeen- komstig de geldende wetgeving zijn geregistreerd.
5. De activiteiten in de Europese Gemeenschap of in de Republiek Korea van scheepvaartagentschappen worden, voor- zover noodzakelijk, in specifieke overeenkomsten geregeld.
Artikel 8
Scheepsbouw
1. De partijen komen overeen op het gebied van de scheeps- bouw samen te werken ter bevordering van de eerlijke concur- rentie en nemen nota van het ernstig verstoorde structurele evenwicht tussen vraag en aanbod en de markttrend waardoor de wereldmarkt voor de scheepsbouw in ernstige moeilijkheden is geraakt. De partijen komen derhalve overeen geen maatre- gelen te nemen ter ondersteuning van hun scheepsbouw waar- door de eerlijke concurrentie wordt verstoord, of die hun scheepsbouw in staat stelt toekomstige moeilijke situaties te boven te komen, zulks in overeenstemming met de OESO- overeenkomst inzake de scheepsbouw.
2. De partijen komen overeen, op verzoek van een der partijen, overleg te plegen over de tenuitvoerlegging van de OESO-overeenkomst inzake de scheepsbouw, de uitwisseling van informatie over de ontwikkeling van de wereldmarkt voor schepen en de scheepsbouw en over enig ander probleem in deze sector.
De vertegenwoordigers van de scheepsbouwsector kunnen, na overleg tussen beide partijen, worden uitgenodigd als waarne- mers op te treden bij bovengenoemd overleg.
Artikel 9
Bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom
1. De partijen verbinden zich ertoe alle intellectuele, indu- striële en commerciële eigendom passend en doeltreffend te
beschermen en zullen de benodigde middelen ontwikkelen om de bescherming van deze rechten te garanderen.
2. De partijen komen overeen de WTO-overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, uiterlijk op 1 juli 1996 ten uitvoer te leggen (1).
3. De partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de verplichtingen die voortvloeien uit de multilaterale overeen- komsten voor de bescherming van de intellectuele-eigendoms- rechten. De partijen zullen het nodige in het werk stellen om zo spoedig mogelijk toe te treden tot de in bijlage genoemde overeenkomsten waartoe zij nog niet zijn toegetreden.
Artikel 10
Technische voorschriften, normen en conformiteitsbeoor- deling
1. Onverminderd hun internationale verplichtingen nemen de partijen, binnen de grenzen van hun bevoegdheden en overeenkomstig hun respectieve wetgeving, maatregelen ter bevordering van het gebruik van internationaal erkende normen en stelsels voor conformiteitsbeoordeling.
Te dien einde besteden zij bijzondere aandacht aan:
a) de uitwisseling van informatie en technische deskundigen op het gebied van normalisatie, erkenning, metrologie en certificatie, alsmede aan gezamenlijke research, voorzover mogelijk;
b) de bevordering van uitwisselingen en contacten tussen in deze onderwerpen gespecialiseerde instanties en instellingen;
c) het sectorale overleg;
d) de samenwerking bij activiteiten op het gebied van kwali- teitsbeheer;
e) de verbetering van de samenwerking op het gebied van technische voorschriften, met name door het sluiten van een overeenkomst voor de wederzijdse erkenning van de resul- taten van de conformiteitsbeoordeling, ter bevordering van de handel en ter voorkoming van enige onderbreking van het handelsverkeer;
f) de deelname aan en de samenwerking in het kader van belangrijke internationale overeenkomsten met het oog op de bevordering van de goedkeuring van geharmoniseerde normen.
2. De partijen zorgen ervoor dat de normen en activiteiten op het gebied van de conformiteitsbeoordeling geen onnodige belemmeringen vormen voor het handelsverkeer.
Artikel 11
Overleg
1. De partijen komen overeen de uitwisseling van informatie over handelsmaatregelen te bevorderen.
Elke partij verplicht zich ertoe de andere partij tijdig te infor- meren over de toepassing van maatregelen die een wijziging betekenen van de invoerrechten die worden toegepast op grond van de meestbegunstiging en die van invloed zijn op de uitvoer van de andere partij.
(1) Voor de Republiek Korea met uitzondering van de Agrochemical Management Law, die op 1 januari 1997 in werking treedt, en de Seedlings Industry Law (alsmede de Law on Protection of Geogra- phical Indications), die op 1 juli 1998 in werking treden, onder voorbehoud van de wetgevingsprocedure.
Elke partij kan verzoeken om overleg over handelsmaatregelen. Indien een der partijen een daartoe strekkend verzoek indient, wordt op zo kort mogelijke termijn overleg gepleegd, zodat zo snel mogelijk een voor elk der partijen aanvaardbare, construc- tieve oplossing kan worden gevonden.
2. Elke partij verplicht zich ertoe de andere partij te infor- meren wanneer er een antidumpingprocedure wordt ingesteld tegen producten van de andere partij.
Indien een partij een verzoek indient voor overleg over anti- dumpingprocedures of antisubsidieprocedures, wordt dit verzoek door de andere partij in welwillende overweging genomen en wordt daartoe voldoende gelegenheid geboden, zulks overeenkomstig de WTO-overeenkomsten inzake de maatregelen tegen invoer met dumping of met subsidiëring.
3. De partijen komen overeen met elkaar overleg te plegen over eventuele geschillen die voortvloeien uit de tenuitvoerleg- ging van de onderhavige overeenkomst. Dit overleg wordt, zodra een der partijen een daartoe strekkend verzoek heeft ingediend, zo spoedig mogelijk gepleegd. De partij die het overleg voorstelt, verschaft de andere partij alle gegevens welke voor de gedetailleerde analyse van de situatie benodigd zijn. Via het genoemde overleg wordt gepoogd het handelsgeschil binnen de kortst mogelijke termijn op te lossen.
4. De bepalingen van dit artikel vormen geen beletsel voor de interne procedures van xxxx xxxxx inzake de goedkeuring en wijziging van handelsmaatregelen of de procedures voor de aanmelding, het overleg over en de beslechting van geschillen, overeenkomstig de WTO-overeenkomsten.
Artikel 12
Economische en industriële samenwerking
1. Rekening houdende met hun wederzijds belang en hun economische beleid en doelstellingen, verbinden de partijen zich ertoe de economische en industriële samenwerking op alle gebieden van wederzijds belang te stimuleren.
2. De doelstellingen van deze samenwerking zijn met name:
— de bevordering van de uitwisseling van informatie tussen ondernemingen en de ontwikkeling en verbetering van de bestaande netwerken, waarbij erop wordt toegezien dat de bescherming van de persoonlijke gegevens niet in het gedrang komt,
— de uitwisseling van gegevens over de samenwerkingsvoor- waarden op het gebied van alle diensten en de informatie- infrastructuur;
— de bevordering van investeringen die voor beide partijen van voordeel zijn en het scheppen van een gunstig investe- ringsklimaat;
— de verbetering van het economisch klimaat en het handels- klimaat.
3. Te dien einde streven de partijen, onder andere, naar:
a) de diversifiëring en versterking van hun onderlinge banden;
b) de totstandbrenging van specifieke samenwerkingsmogelijk- heden voor de industrie;
c) de bevordering van de industriële samenwerking tussen ondernemingen, met name het midden- en kleinbedrijf;
d) de bevordering van de duurzame ontwikkeling van hun economieën;
e) de bevordering van milieuvriendelijke productiemethoden;
f) de bevordering van investeringen en technologische uitwis- seling;
g) de versterking van het wederzijds begrip en de wederzijdse kennis over hun bedrijfsleven.
Artikel 13
Bestrijding van drugs en witwassen van geld
1. De partijen verbinden zich ertoe samen te werken bij de vergroting van de doeltreffendheid en de efficiëntie van het beleid en de maatregelen ter bestrijding van de illegale productie en de verkoop van en de handel in drugs en verdo- vende middelen en psychotrope stoffen, inclusief de controle op de precursoren van verdovende middelen, alsmede bij de bevordering van de preventie van drugsgebruik en de vermin- dering van de vraag naar drugs. De samenwerking op dit gebied is gebaseerd op wederzijds overleg en nauwe coördinatie tussen de partijen over de doelstellingen en maatregelen op de verschillende gebieden die verband houden met drugs.
2. De partijen zijn het met elkaar eens dat samenwerking dringend gewenst is om te voorkomen dat hun financiële stel- sels worden gebruikt voor het witwassen van in de criminele sfeer verworven inkomsten in het algemeen en van in de drugshandel verworven gelden in het bijzonder.
Doel van de samenwerking op dit gebied is de totstandbrenging van passende normen voor de bestrijding van het witwassen van geld, rekening houdende met de normen die op dit gebied door de internationale fora zijn overeengekomen, met name de FATF (Financial Action Task Force).
Artikel 14
Samenwerking op het gebied van wetenschap en techno- logie
1. In hun beider belang en overeenkomstig de doelstellingen van hun beleid op wetenschappelijk gebied, streven de partijen naar de bevordering van de samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie. De samenwerking op dit vlak is met name gericht op:
— de uitwisseling van informatie en knowhow op het gebied van wetenschap en technologie;
— de dialoog inzake de opstelling en de tenuitvoerlegging van hun beleid op het gebied van de ontwikkeling van weten- schap en technologie;
— de samenwerking op het gebied van de informatietechno- logie, alsmede betreffende de technologieën en industrie- takken die van belang zijn voor de interoperabiliteit in de wereldwijde informatiemaatschappij;
— de samenwerking op het gebied van energie en milieube- scherming;
— de wetenschappelijke en technologische samenwerking in sectoren van wederzijds belang.
2. Met het oog op de doelstellingen van hun beider beleid streven de partijen onder andere naar de bevordering van:
— de uitwisseling van informatie over onderzoekprojecten op het gebied van energie, milieubescherming, telecommuni- catie en informatietechnologie en de desbetreffende indu- strie;
— de adequate opleiding van wetenschappers;
— de overdracht van technologie die voor beide partijen van voordeel is;
— de gezamenlijke organisatie van seminars voor topweten- schappers van beide partijen, en
— gezamenlijk onderzoek door wetenschappers van beide partijen op gebieden van wederzijds belang.
3. De partijen komen overeen dat alle samenwerkings- en gezamenlijke activiteiten op het gebied van wetenschap en technologie plaatsvinden op basis van wederkerigheid.
De partijen komen overeen alle informatie en de intellectuele eigendom die voortvloeien uit hun samenwerking, effectief te beschermen tegen misbruik of onrechtmatig gebruik door anderen dan de rechtmatige eigenaars daarvan.
Wanneer instellingen, instanties en ondernemingen van de ene partij deelnemen aan specifieke onderzoeks- en technologische ontwikkelingsprogramma's van de andere partij, zoals bijvoor- beeld het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap, vindt de deelname en de exploitatie van de resultaten daarvan plaats overeenkomstig de algemene regels die in dat verband door de andere partij zijn vastgesteld.
4. De prioriteiten voor de samenwerking worden in onder- ling overleg tussen de partijen vastgesteld. Wanneer instel- lingen, instanties en ondernemingen uit de particuliere sector deelnemen aan samenwerkingsactiviteiten en specifieke onder- zoekprojecten van gemeenschappelijk belang, geschiedt een en ander overeenkomstig het bepaalde in de vorige alinea.
Artikel 15
Samenwerking op milieugebied
De partijen komen overeen de onderlinge samenwerking te bevorderen met het oog op de bescherming en het behoud van het milieu. Daartoe zullen zij met name streven naar:
— de uitwisseling van informatie over het milieubeleid en de tenuitvoerlegging daarvan tussen ambtenaren van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de bevoegde autoriteiten in de Republiek Korea;
— de uitwisseling van informatie over milieuvriendelijke tech- nologieën;
— de uitwisseling van personeel;
— de bevordering van de samenwerking op milieugebied in de internationale fora waaraan zowel door de Europese Gemeenschap als de Republiek Korea wordt deelgenomen, met name de VN-Commissie Duurzame Ontwikkeling en andere fora waarin overleg wordt gepleegd over internatio- nale milieuovereenkomsten;
— de bespreking van de praktische aspecten van het streven naar duurzame ontwikkeling en met name de samenwer- king bij de tenuitvoerlegging van Agenda 21 en andere
activiteiten in het verlengde van de VN-Conferentie over Milieu en Ontwikkeling (UNCED);
— samenwerking aan gezamenlijke milieuprojecten.
Artikel 16
Energie
De partijen erkennen het belang van de energiesector voor de economische en sociale ontwikkeling en zijn bereid, binnen de grenzen van hun bevoegdheden, de samenwerking op dit gebied te bevorderen. De doelstellingen op dit vlak zijn met name:
— de bevordering van het beginsel van de markteconomie om de consumentenprijzen in overeenstemming te brengen met de marktbeginselen;
— de diversifiëring van de energievoorziening;
— de ontwikkeling van nieuwe en hernieuwbare energie- bronnen;
— de stimulering van rationeel energiegebruik, met name door de bevordering van de beheersing van de vraagzijde, en
— de totstandkoming van een zo optimaal mogelijk klimaat voor de overdracht van technologie, met het oog op een efficiënt energiegebruik.
Daartoe komen de partijen overeen gezamenlijk onderzoek te verrichten, alsmede de contacten te stimuleren tussen degenen die verantwoordelijk zijn voor de planning van het energiever- bruik.
Artikel 17
Samenwerking op het gebied van cultuur, informatie en communicatie
De partijen komen overeen samen te werken op het gebied van informatie en communicatie, ter bevordering van het weder- zijds begrip, rekening houdende met de culturele dimensie van hun onderlinge betrekkingen.
Deze maatregelen omvatten met name:
— de uitwisseling van informatie over onderwerpen van wederzijds belang op het gebied van cultuur en informatie;
— de organisatie van culturele evenementen;
— uitwisseling op het gebied van cultuur;
— uitwisseling op academisch niveau.
Artikel 18
Ontwikkelingssamenwerking ten behoeve van derde landen
De partijen komen overeen informatie uit te wisselen over hun respectieve beleid op het gebied van ontwikkelingssamenwer- king. Doel hiervan is de totstandkoming van een regelmatige dialoog over de doelstellingen van dit beleid en over de respec- tieve ontwikkelingsprogramma's ten behoeve van derde landen. De partijen bestuderen in hoeverre meer ontwikkelingshulp haalbaar is, overeenkomstig hun respectieve wetgeving en de voorwaarden die van toepassing zijn op de tenuitvoerlegging van deze programma's.
Artikel 19
Gemengde Commissie
1. De partijen stellen een Gemengde Commissie in, bestaande uit vertegenwoordigers van de leden van de Raad van de Europese Unie en vertegenwoordigers van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, enerzijds, en vertegenwoordigers van de Republiek Korea, anderzijds. Deze Gemengde Commissie pleegt overleg over de tenuitvoerlegging van de onderhavige overeenkomst en streeft ernaar de doelstel- lingen van de overeenkomst zoveel mogelijk te bevorderen.
2. De Gemengde Commissie is verantwoordelijk voor:
— de goede werking van de overeenkomst;
— de bestudering van de ontwikkeling van de handel en de samenwerking tussen beide partijen;
— het zoeken van passende middelen om vooruit te lopen op problemen die zich kunnen voordoen op de terreinen waarop de overeenkomst betrekking heeft;
— het uitwerken van maatregelen voor de verdere ontwikke- ling en diversifiëring van de handel;
— het uitwisselen van ideeën en het formuleren van voor- stellen met betrekking tot alle kwesties van gemeenschap- pelijk belang op het gebied van handel en samenwerking, waaronder in de toekomst te nemen maatregelen en de daarvoor beschikbare middelen;
— het opstellen van aanbevelingen ter bevordering van de groei van het handelsverkeer en de intensivering van de samenwerking, alsmede de coördinatie van de voorge- nomen maatregelen.
3. De Gemengde Commissie komt eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in Brussel en Seoel. Speciale vergaderingen vinden plaats wanneer een van de partijen daarom verzoekt. De Gemengde Commissie wordt afwisselend voorgezeten door een van beide partijen.
4. De Gemengde Commissie kan gespecialiseerde subcom- missies instellen die haar bij de uitvoering van haar taken ondersteunen. Deze subcommissies brengen op elke vergade- ring van de Gemengde Commissie gedetailleerd verslag uit over hun werkzaamheden.
Artikel 20
Definities
Voor de toepassing van de onderhavige overeenkomst wordt onder „de partijen” verstaan de Europese Gemeenschap of haar lidstaten, dan wel de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds.
Artikel 21
Inwerkingtreding en duur
1. De onderhavige overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste juridische procedures.
2. De onderhavige overeenkomst wordt gesloten voor een periode van vijf jaar. Zij wordt van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd, tenzij een van beide partijen haar door kennisgeving
aan de andere partij zes maanden vóór de vervaldatum schrif- telijk opzegt.
Artikel 22
Kennisgeving
De in artikel 21 bedoelde kennisgeving wordt toegezonden aan het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie of van het ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Korea.
Artikel 23
Niet-uitvoering van de overeenkomst
Indien een van beide partijen van oordeel is dat de andere partij een verplichting die voortvloeit uit de overeenkomst niet is nagekomen, mag zij passende maatregelen nemen. Alvorens dit te doen, verstrekt zij, behalve in bijzonder dringende gevallen, de andere partij alle terzake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, om een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden. Bij voorrang moeten die maatregelen worden gekozen die de goede werking van de overeenkomst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de andere partij gebracht; op verzoek van de andere partij wordt daaromtrent overleg gepleegd.
Artikel 24
Toekomstige ontwikkelingen
De partijen kunnen deze overeenkomst met wederzijdse instemming uitbreiden, teneinde de samenwerking te intensi- veren en aan te vullen door middel van overeenkomsten met betrekking tot specifieke sectoren of activiteiten.
Wat de toepassing van deze overeenkomst betreft, kan elke partij voorstellen formuleren met het oog op de uitbreiding van de wederzijdse samenwerking, rekening houdend met de bij de uitvoering van de overeenkomst opgedane ervaring.
Artikel 25
Verklaringen en bijlage
De gemeenschappelijke verklaringen en de bijlage bij deze over- eenkomst maken een integrerend deel uit van deze overeen- komst.
Artikel 26
Clausule inzake de territoriale toepassing van de overeen- komst
Deze overeenkomst is van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeen- schap van toepassing is, enerzijds, en het grondgebied van de Republiek Korea, anderzijds, onder de in genoemd Verdrag neergelegde voorwaarden.
Artikel 27
Authentieke teksten
Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren, in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse, de Zweedse en de Koreaanse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
EN FE DE LO CUAL, los plenipotenciarios abajo firmantes suscriben el presente Acuerdo marco. TIL BEKRÆFTELSE HERAF har undertegnede befuldmægtigede underskrevet denne rammeaftale.
ZU URKUND DESSEN haben die unterzeichneten Bevollmächtigten ihre Unterschriften unter dieses Rahmenabkommen
gesetzt.
ΣΕ ΠΙΣΤΩΣΗ ΤΩΝ ΑΝΩΤΕΡΩ, οι υπογράφοντες πληρεξούσιοι έθεσαν την υπογραφή τους κάτω από την παρούσα συµφωνία- πλαίσιο.
IN WITNESS WHEREOF the undersigned Plenipotentiaries have signed this Framework Agreement.
EN FOI DE QUOI, les plénipotentiaires soussignés ont apposé leur signature au bas du présent accord-cadre.
IN FEDE DI CHE, i plenipotenziari sottoscritti hanno apposto le loro firme in calce al presente accordo quadro.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze kaderovereenkomst hebben gesteld.
EM FÉ DO QUE, os plenipotenciários abaixo assinados apuseram as suas assinaturas no final do presente acordo-quadro.
TÄMÄN VAKUUDEKSI jäljempänä mainitut allekirjoittaneet täysivaltaiset edustajat ovat allekirjoittaneet tämän puitesopi- muksen.
TILL BEVIS härpå har undertecknade befullmäktigade ombud undertecknat detta ramavtal.
Hecho en Luxemburgo, el veintiocho de octubre de mil novecientos noventa y seis. Udfærdiget i Luxembourg den otteogtyvende oktober nitten hundrede og seksoghalvfems. Geschehen zu Luxemburg am achtundzwanzigsten Oktober neunzehnhundertsechsundneunzig. Έγινε στο Λουξεµβούργο, στις είκοσι οκτώ Οκτωβρίου χίλια εννιακόσια ενενήντα έξι.
Done at Luxembourg on the twenty-eighth day of October in the year one thousand nine hundred and ninety-six.
Fait à Luxembourg, le vingt-huit octobre mil neuf cent quatre-vingt-seize. Fatto a Lussemburgo, addì ventotto ottobre millenovecentonovantasei.
Gedaan te Luxemburg, de achtentwintigste oktober negentienhonderd zesennegentig. Feito no Luxemburgo, em vinte e oito de Outubro de mil novecentos e noventa e seis.
Tehty Luxemburgissa kahdentenakymmenentenäkahdeksantena päivänä lokakuuta vuonna tuhatyhdeksän- sataayhdeksänkymmentäkuusi.
Som skedde i Luxemburg den tjugoåttonde oktober nittonhundranittiosex.
POUR LE ROYAUME DE BELGIQUE VOOR HET KONINKRIJK BELGIË FÜR DAS KÖNIGREICH BELGIEN
Cette signature engage également la Communauté française, la Communauté flamande, la Communauté germanophone, la Xxxxxx xxxxxxxx, xx Xxxxxx xxxxxxxx xx xx Xxxxxx xx Xxxxxxxxx-Xxxxxxxx.
Deze handtekening verbindt eveneens de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijke Gewest.
Diese Unterschrift verbindet zugleich die Deutschsprachige Gemeinschaft, die Flämische Gemeinschaft, die Wallonische Region, die Flämische Region und die Region Brüssel-Hauptstadt.
FOR KONGERIGET DANMARK
FÜR DIE BUNDESREPUBLIK DEUTSCHLAND
ΓΙΑ ΤΗΝ ΕΛΛΗΝΙΚΗ ∆ΗΜΟΚΡΑΤΙΑ
POR EL XXXXX XX XXXXXX
POUR LA RÉPUBLIQUE FRANÇAISE
THAR CEANN NA hÉIREANN FOR IRELAND
PER LA REPUBBLICA ITALIANA
POUR LE GRAND-DUCHÉ DE LUXEMBOURG
VOOR HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
FÜR DIE REPUBLIK ÖSTERREICH
PELA REPÚBLICA PORTUGUESA
SUOMEN TASAVALLAN PUOLESTA FÖR REPUBLIKEN FINLAND
FÖR KONUNGARIKET SVERIGE
FOR XXX XXXXXX XXXXXXX XX XXXXX XXXXXXX XXX XXXXXXXX XXXXXXX
XXX XX XXXXXXXXX EUROPEA FOR DET EUROPÆISKE FÆLLESSKAB
FÜR DIE EUROPÄISCHE GEMEINSCHAFT
ΓΙΑ ΤΗΝ ΕΥΡΩΠΑΪΚΗ ΚΟΙΝΟΤΗΤΑ
FOR THE EUROPEAN COMMUNITY POUR LA COMMUNAUTÉ EUROPÉENNE PER LA COMUNITÀ EUROPEA
VOOR DE EUROPESE GEMEENSCHAP PELA COMUNIDADE EUROPEIA EUROOPAN YHTEISÖN PUOLESTA FÖR EUROPEISKA GEMENSKAPEN
BIJLAGE
Intellectuele, industriële en commerciële eigendom als bedoeld in artikel 9
— Berner Conventie ter bescherming van werken van letterkunde en kunst (Akte van Parijs, 1971);
— Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties (Rome, 1961);
— Overeenkomst van Parijs voor de bescherming van industriële eigendom (Akte van Stockholm, 1967, aangepast in 1979);
— Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (Washington, 1970, aangepast en gewijzigd in 1979 en 1984);
— Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken (Akte van Stockholm, 1967, aangepast in 1979);
— Protocol van Madrid inzake de internationale inschrijving van merken (Madrid, 1989);
— Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken (Genève, 1977, aangepast in 1979);
— Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening (1977, gewijzigd in 1980);
— Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten (Akte van Genève, 1991).
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 7
De partijen gaan ermee akkoord dat scheepvaartondernemingen van de andere partij zich op hun grondge- bied kunnen vestigen voor de uitoefening van hun scheepvaartactiviteiten, onder dezelfde voorwaarden voor de vestiging en de uitoefening van hun activiteiten als die welke gelden voor hun eigen onderne- mingen of voor filialen of vestigingen van ondernemingen uit derde landen, al naar gelang welke voor- waarden gunstiger zijn.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 9
De partijen komen overeen dat, voor de toepassing van deze overeenkomst, intellectuele en commerciële eigendom met name auteursrechten omvat, waaronder auteursrechten van computerprogramma's en nabu- rige rechten, rechten op octrooien, industriële ontwerpen, geografische aanduidingen, met inbegrip van oorsprongsbenamingen, handelsmerken en dienstmerken, topografieën van geïntegreerde schakelingen, alsmede de beschermingtegen oneerlijke concurrentie, zoals bedoeld in artikel 10 bis van de Overeenkomst van Parijs voor de bescherming van industriële eigendom en de bescherming van niet-openbaar gemaakte informatie over knowhow.
GEMEENSCHAPPELIJKE INTERPRETATIEVE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 23
De partijen komen, met het oog op de juiste interpretatie en de praktische toepassing van de overeenkomst, in onderling overleg, overeen dat onder „bijzonder dringende gevallen” in artikel 23 van de overeenkomst worden verstaan „gevallen waarin sprake is van een materiële schending van de overeenkomst door een van beide partijen”. Een materiële schending van de overeenkomst is:
a) een verwerping van de overeenkomst die in strijd is met de algemene regels van het internationaal recht of
b) een schending van een essentieel onderdeel van de overeenkomst, zoals bedoeld in artikel 1.
De partijen komen overeen dat de in artikel 23 bedoelde „passende maatregelen” in overeenstemming dienen te zijn met het internationaal recht.
Informatie betreffende de datum van inwerkingtreding van de kaderovereenkomst voor handel en samenwerking tussen de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Korea, anderzijds
De kaderovereenkomst voor handel en samenwerking tussen de Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de RepubliekKorea, anderzijds, treedt in werking op 1 april 2001, aangezien beide partijen op 20 maart 2001 kennis hebben gegeven van de voltooiing van de in artikel 21, lid 1, van de overeenkomst bedoelde procedures.