Veel ondernemingen hebben een krediet- overeenkomst gesloten bij een bank. Onderdeel van deze kredietovereenkomst is de hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennootschappen die partij zijn bij de kredietovereenkomst. Hieraan zijn de nodige...
Veel ondernemingen hebben een krediet- overeenkomst gesloten bij een bank. Onderdeel van deze kredietovereenkomst is de hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennootschappen die partij zijn bij de kredietovereenkomst. Hieraan zijn de nodige (aansprakelijkheids-)risico’s verbonden, ook voor de vennootschappen onderling. Hieronder leggen we u uit wat deze risico’s zijn en hoe u deze risico’s kunt beperken.
Hoofdelijke aansprakelijkheid betekent dat alle vennootschappen die partij zijn bij de overeenkomst aansprakelijk zijn voor de nakoming van de verplichtingen op grond van de kredietovereenkomst. De belangrijkste verplichting is de terugbetaling van de openstaande schuld aan de Bank. Iedere vennootschap heeft dus een zelfstandige (terug-)betalingsverplichting jegens de Bank.
Indien vennootschap B failliet gaat zal de Bank de zekerheden uit gaan winnen om haar schuld voldaan te krijgen. De Bank wint het pandrecht op de debiteuren en voorraad van vennootschap B uit hetgeen € 1 miljoen opbrengt.
De curator van vennootschap B kan in een aantal gevallen op grond van de wet en rechtspraak nu een bedrag van € 1 miljoen verhalen op vennootschap A. Bovendien kan de curator van vennootschap B het pandrecht op de debiteuren en voorraad te gelden maken! Deze curator treedt dus in de rechten van de Bank.
Het vorenstaande kan tot gevolg hebben dat het faillissement van één vennootschap binnen het concern doorslaat naar de andere vennootschappen binnen het concern. Dit is natuurlijk niet de bedoeling.
Van voornoemde aansprakelijkheid jegens de Bank zijn de meeste ondernemers zich wel bewust. Hoofdelijke aansprakelijkheid heeft echter ook gevolgen in de (interne) verhouding tussen de vennootschappen onderling.
Gelukkig kan dit risico beperkt worden of zelfs helemaal uitgesloten worden, door afspraken vast te leggen in een concernfinancierings- overeenkomst. De Bank hoeft geen partij te zijn bij een dergelijke overeenkomst. Een dergelijke overeenkomst draagt bovendien bij aan het faillissement-proof maken van uw structuur.
Kredietovereenkomst Bank € 1 mio
met hoofdelijke aansprakelijkheid A en B
BV A
De juridische afdeling van HLB Van Daal kan u behulpzaam zijn bij het opstellen van een dergelijke overeenkomst. Neem dus snel contact met ons op!
gebruikt
€ 1 mio krediet
BV B
gebruikt
€ 0 krediet
Zekerheden Bank:
• pandrecht debiteuren A en B
• pandrecht voorraden A en B