Decr. Vl. R. 15 juni 1994 betreffende de milleubeleidsovereenkomsten (B.S., 8 juli 1994)
Decr. Vl. R. 15 juni 1994 betreffende de milleubeleidsovereenkomsten (B.S., 8 juli 1994)
Art. 1. Dit decreet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2. Een milieubeleidsovereenkomst is iedere overeenkomst tussen het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, hierna te noemen het Gewest, enerzijds, en een of meer overkoepelende, representatieve organisaties van ondernemingen, hierna te noemen de Organisatie, anderzijds, met het doel milieuverontreiniging te voorkomen, de gevolgen ervan te beperken of weg te nemen of een doelmatig milieubeheer te bevorderen.
Het Gewest kan alleen milieubeleidsovereenkomsten afsluiten met organisaties die aantonen dat zij:
1° rechtspersoonlijkheid bezitten;
2° representatief zijn voor ondernemingen die hetzij een bepaalde gemeenschappelijke activiteit uitoefenen, hetzij geconfronteerd worden met een bepaald gemeenschappelijk leefmilieuprobleem, hetzij gevestigd zijn in een zelfde gebied; en
3° door hun leden gemandateerd zijn om met het Gewest een milieubeleidsovereenkomst te sluiten en hen hierdoor te verbinden zoals bepaald in artikel 15.
Art. 3. Een milieubeleidsovereenkomst kan de geldende wetgeving of reglementering niet vervangen, noch in minder strenge zin ervan afwijken.
Art. 4. § 1. Het Gewest zal gedurende de geldingstermijn van de milieubeleidsovereenkomst, geen reglementering uitvaardigen door middel van een uitvoeringsbesluit die, met betrekking tot de door de milieubeleidsovereenkomst behandelde punten, strengere eisen stelt dan deze laatste. Het Gewest blijft evenwel bevoegd om verordenend op te treden, hetzij in geval van dringende noodzaak, hetzij om te voldoen aan dwingende verplichtingen van internationaal- of Europeesrechtelijke aard. Vooraleer gebruik te maken van deze bevoegdheid, pleegt het Gewest overleg met de andere partijen bij de milieubeleidsovereenkomst.
Het Gewest is bevoegd om de inhoud van de milieubeleidsovereenkomst, ook gedurende de geldingstermijn ervan, geheel of gedeeltelijk in reglementering om te zetten.
§ 2. Een milieubeleidsovereenkomst doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van andere overheden dan het Gewest.
Art. 5. Een milieubeleidsovereenkomst is verbindend voor de partijen. Naar gelang van hetgeen bepaald is in de overeenkomst is zij tevens verbindend voor al de leden van de Organisatie of voor een in het algemeen omschreven groep ervan.
De ondernemingen die na het sluiten van de overeenkomst tot de Organisatie toetreden worden van rechtswege verbonden. De leden van een verbonden Organisatie kunnen zich niet aan hun verbintenissen ontrekken door uit de Organisatie te treden.
Art. 6. § 1. Een samenvatting van het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst wordt, op initiatief van het Gewest, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en in de andere media hiertoe aangewezen bij besluit van de Vlaamse regering. Deze samenvatting omschrijft minstens het voorwerp en de algemene strekking van de milieubeleidsovereenkomst. Het volledige ontwerp van de overeenkomst ligt gedurende dertig dagen ter inzage op de plaats in de bekendmaking bepaald.
§ 2. Binnen dertig dagen na de publicatie van de samenvatting in het Belgisch Staatsblad, kan iedereen zijn bezwaren en opmerkingen schriftelijk ter kennis brengen van de bevoegde diensten van de Vlaamse regering die daartoe aangewezen zijn in de bekendmaking. Deze diensten onderzoeken de bezwaren en de opmerkingen en sturen ze aan del Organisatie.
§ 3. Het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst wordt uiterlijk gelijktijdig met de publicatie van de samenvatting in het Belgisch Staatsblad bezorgd aan de Sociaal- Economische Raad van Vlaanderen en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, die een met redenen omkleed advies uitbrengen binnen een vervaltermijn van dertig dagen na ontvangst van het ontwerp. Dit advies is niet bindend.
Als een van de voormelde consultatieve organen een negatief advies uitbrengt over het ontwerp, verantwoordt het Gewest zijn beslissing om de overeenkomst toch te sluiten, in een verslag gevoegd bij de publicatie bedoeld in §6.
§ 4. Het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst wordt, samen met de adviezen uitgebracht door de consultatieve organen bedoeld in § 3 en ten laatste veertien dagen na ontvangst van deze adviezen, meegedeeld aan de voorzitter van de Vlaamse Raad. Indien de Vlaamse Raad zich binnen een termijn van vijfenveertig dagen na ontvangst van het ontwerp bij resolutie of bij met redenen omklede motie verzet tegen de sluiting van de overeenkomst, wordt deze niet gesloten. Deze termijn wordt geschorst tijdens de periode dat de Vlaamse Raad niet in zitting is.
§ 5. Indien het ontwerp van milieubeleidsovereenkomst wordt aangepast naar aanleiding van de bezwaren bedoeld in § 2 of adviezen bedoeld in § 3, kan de overeenkomst worden gesloten, zonder dat de procedure omschreven in § 1 tot en met § 4 opnieuw moet worden gevolgd.
§ 6. Een milieubeleidsovereenkomst wordt, na ondertekening door de partijen, integraal bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, in voorkomend geval voorafgegaan door het verslag bedoeld in § 3.
§ 7. Behoudens andersluidend beding treedt een milieubeleidsovereenkomst in werking de tiende dag na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 7. Alleen met de toestemming van het Gewest kan een organisatie van ondernemingen, die voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 2, toetreden tot een milieubeleidsovereenkomst, volgens de procedure vastgesteld bij besluit van de Vlaamse regering. Deze toetreding wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Vanaf de dag van de bekendmaking is de milieubeleidsovereenkomst verbindend voor de toegetreden organisatie. Naar gelang van hetgeen bepaald is in de toetredingsakte is zij tevens verbindend voor al de leden van de toegetreden organisatie of voor een in het algemeen omschreven groep ervan. Door de toetreding wordt de toegetreden organisatie partij bij de milieubeleidsovereenkomst.
Art. 8. § 1. Een milieubeleidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde termijn, die in geen geval langer mag zijn dan vijf jaar.
Een milieubeleidsovereenkomst kan niet stilzwijgend worden verlengd.
§ 2. Het Gewest en een of meer van de verbonden Organisaties kunnen overeenkomen een milieubeleidsovereenkomst ongewijzigd te verlengen.
De Vlaamse Regering deelt het voornemen om een milieubeleidsovereenkomst te verlengen, met de redenen die deze verlenging verantwoorden, minstens drie maanden voor het verstrijken van de geldingsduur van de overeenkomst, mee aan de consultatieve organen bedoeld in artikel 6, § 4. Deze consultatieve organen brengen een advies uit binnen een vervaltermijn van dertig dagen. Dit advies is niet bindend. Als een van deze organen een negatief advies uitbrengt over de verlenging van een milieubeleidsovereenkomst, verantwoordt het Gewest zijn beslissing om de overeenkomst toch te verlengen, in een verslag, gevoegd bij de bekendmaking van de verlenging.
De Vlaamse regering deelt het voornemen tot verlenging, samen met de adviezen van de in het vorige lid bedoelde consultatieve organen, minstens twee maanden voor het verstrijken van de geldingsduur van de overeenkomst, mee aan de voorzitter van de Vlaamse Raad. Indien de Vlaamse Raad zich binnen een termijn van vijfenveertig
dagen na ontvangst van deze mededeling bij resolutie of bij met redenen omklede motie verzet tegen de verlenging van de overeenkomst, wordt deze niet verlengd. Deze termijn wordt geschorst tijdens de periode dat de Vlaamse Raad niet in zitting is.
De verlenging van een milieubeleidsovereenkomst wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, in voorkomend geval voorafgegaan door het verslag bedoeld in het tweede lid.
§ 3. Tijdens haar geldingsduur kunnen de partijen overeenkomen een milieubeleidsovereenkomst te wijzigen. In dit geval dienen de bepalingen van artikel
6 te worden toegepast. De wijzigingen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Zij zijn verbindend voor al wie voorheen door de overeenkomst verbonden was.
Art. 9. De partijen kunnen te allen tijde een milieubeleidsovereenkomst opzeggen, mits zij een opzeggingstermijn in acht nemen. Behoudens andersluidend beding in de overeenkomst bedraagt deze termijn zes maanden. In geen geval mag de in de overeenkomst bepaalde opzeggingstermijn langer zijn dan één jaar. Elke langere termijn wordt van rechtswege herleid tot één jaar. Indien de opzegging niet uitgaat van het Gewest, moet zij gebeuren door de andere partijen gezamenlijk. De kennisgeving van de opzegging gebeurt op straffe van nietigheid, hetzij bij een ter post aangetekende brief, hetzij bij deurwaardersexploot.
De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de kennisgeving.
Art. 10. § 1. In een milieubeleidsovereenkomst wordt bepaald op welke manier controle zal worden uitgeoefend op haar voorschriften.
§ 2. In geval van overtreding van de voorschriften van een milieubeleidsovereenkomst kan iedereen die erdoor verbonden is de dwanguitvoering in natura of bij equivalent vorderen van de overtreder.
Art. 11. Een milieubeleidsovereenkomst eindigt hetzij bij overeenkomst tussen de partijen, hetzij door het verstrijken van de termijn, hetzij door opzegging. Het uitvaardigen van reglementering overeenkomstig artikel 4 maakt geen einde aan de overeenkomst.
Art. 12. § 1. De partijen brengen bij de Vlaamse Raad jaarlijks verslag uit over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst. De vormen en de voorwaarde die bij deze verslaggeving moeten worden nageleefd, worden bepaald bij besluit van de Vlaamse regering.
§ 2. Indien de Vlaamse Raad binnen een termijn van vijfenveertig dagen na ontvangst van het in § 1 bedoelde verslag bij resolutie of bij met redenen omklede motie bezwaar maakt tegen de milieubeleidsovereenkomst, zegt het Gewest de overeenkomst op.
Art. 13. De bepalingen van dit decreet zijn van openbare orde. Zij zijn van toepassing op de milieubeleidsovereenkomsten die gesloten zullen worden na de inwerkingtreding van dit decreet.
Milieubeleidsovereenkomsten die gesloten werden voor het van kracht worden van dit decreet kunnen niet gewijzigd. of verlengd worden, tenzij volgens de bepalingen van dit decreet.