Contract
Sectorconvenant 2023 - 2025 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector Private autobus- en autocarbedrijven (PC 140.01)
Tussen de VLAAMSE REGERING,
hierbij vertegenwoordigd door:
De heer Xxx Xxxxx, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand;
De xxxx Xx Xxxxxx, Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw;
Hierna de ‘Vlaamse Regering’ genoemd,
en de SOCIALE PARTNERS van de Sector Private autobus-en autocarondernemingen,
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
- De xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx, Gemeenschapsvoorzitter VRA;
- De xxxx Xxxxxx Xxx Xxxxxxxxxx, Algemeen Directeur FBAA;
met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
- De xxxx Xxxxxx Xxxx, Afgevaardigde ACV-Openbare diensten;
- De xxxx Xxxx Xxxx, Afgevaardigde ABVV - BTB;
- De heer Xxxx Xxxxxxxxxx, Afgevaardigde ACV-Transcom;
hierna “de sector” genoemd,
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
Verbintenissen van de Vlaamse Regering
Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 een maximale subsidie van 212.000,00 EUR uit te betalen aan het Sociaal Fonds voor de Werklieden van de ondernemingen der Openbare en Speciale Autobusdiensten en Autocardiensten, Metrologielaan 8 te 0000 Xxxxxxx (ondernemingsnummer: 0427.483.651 - bankrekeningnummer: XX00 0000 0000 0000) ter financiering van 2 VTE sectorconsulenten.
Artikel 2. De in dit sectorconvenant opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen en resultaatsverbintenissen. Bij de afrekening wordt de verantwoording van de inspanningen én van de resultaten beoordeeld:
- 70% is de inspanningsfinanciering die wordt toegekend op basis van vooraf vastgelegde inspanningsverbintenissen;
- 30% is de resultaatsfinanciering die wordt toegekend op basis van vooraf vastgelegde resultaatsverbintenissen. Dertig procent van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsverbintenissen behaald zijn. Als een verbintenis niet wordt behaald, wordt de dertig procent a rato van het aantal behaalde resultaatsverbintenissen uitbetaald. Als minder dan de helft van de resultaatsverbintenissen wordt behaald, wordt geen resultaatsfinanciering uitbetaald.
Artikel 3. De storting van de subsidie en de uitvoeringsmodaliteiten worden geregeld via het Besluit van de Vlaamse Regering / het Ministerieel Besluit houdende de toekenning van subsidie aan bovenvermelde sector ter uitvoering van het sectorconvenant 2023-2025 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de bovenvermelde sector.
Verbintenissen van de sector
Artikel 4. De sector formuleert de hiernavolgende analyse, strategie en doelgerichte acties en resultaatsverbintenissen:
ANALYSE EN STRATEGIE
1. De sector algemeen
Omschrijving van de sector
De sector van de private autobus- en autocarbedrijven omvat de bedrijven die actief zijn in één of meerdere van de volgende subsectoren:
1. Het geregeld personenvervoer.
Deze subsector omvat het stads- of streekvervoer van personen met een bepaalde regelmaat en op een bepaald traject, waarbij op vooraf vastgestelde halteplaatsen reizigers mogen worden opgenomen of mogen worden afgezet en dit ongeacht de tractiewijze van de aangewende vervoermiddelen. Dit vervoer is voor iedereen toegankelijk, ongeacht in voorkomend geval, de verplichting om de reis te boeken. Een aanpassing van de exploitatievoorwaarden voor het vervoer doet geen afbreuk aan het geregelde karakter van het vervoer. In de praktijk zijn het de bedrijven die werken in onderaanneming van de Vlaamse Vervoermaatschappij in Vlaanderen.
2. Het bijzonder geregeld personenvervoer.
Deze subsector omvat het geregeld vervoer van bepaalde categorieën reizigers met uitsluiting van andere reizigers, met een bepaalde regelmaat en op een bepaald traject, waarbij op vooraf vastgestelde halteplaatsen reizigers mogen worden opgenomen of mogen worden afgezet.
De bijzondere vormen van geregeld vervoer omvatten onder meer:
a) vervoer van werknemers van en naar het werk;
b) vervoer van scholieren en studenten van en naar hun onderwijsinstellingen;
c) vervoer van militairen en hun gezinnen van en naar hun plaats van legering.
Aan het geregelde karakter van de bijzondere vorm van geregeld vervoer wordt geen afbreuk gedaan door het feit dat bij de organisatie van het vervoer rekening wordt gehouden met de wisselende behoeften van de gebruiker.
3. Het ongeregeld personenvervoer.
Het ongeregeld vervoer omvat het personenvervoer per autocar, d.i. de eendaagse en meerdaagse reizen (in ruime betekenis), zowel nationaal als internationaal, en waarvan de opstapplaatsen kunnen wijzigen.
4. Het internationaal geregeld vervoer
Hoewel het op zich niet een aparte categorie is, wordt deze apart besproken om diverse redenen. Vooreerst is de inhoud van het beroep toch verschillende van het chauffeursberoep in de andere activiteiten. Daarnaast is het een activiteit die de laatste jaren een enorme uitbreiding kende (cfr. Flixbus).
De arbeidsvoorwaarden voor de arbeiders in de sector worden bepaald onder het PC 140.01. Het Sociaal Fonds voor de Werklieden van de Ondernemingen der Openbare en Speciale Autobusdiensten en Autocardiensten is het bestaansfonds van de sector.
De sectorale tewerkstelling in Vlaanderen van de arbeiders in de sector bestaat uit 4 categorieën waarvan er drie overeenkomen met de bovengenoemde subsectoren met name:
a) Autobuschauffeur in het openbaar geregeld vervoer
b) Autobuschauffeur in het bijzonder geregeld vervoer
c) Autocarchauffeur
Een vierde categorie werknemers zijn de mecaniciens.
2. Analyse – de sector in cijfers en trends
Tewerkstelling
Onderstaande tabel toont de evolutie van de sectorale tewerkstelling in Vlaanderen:
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
aantal | 7.617 | 7.731 | 6.679 | 6.963 | 7.483 |
evolutie in % | +3,60% | +1,5% | -13,6% | +4,3% | +7,5% |
Een verdeling van deze tewerkstelling tussen de verschillende categorieën is onmogelijk, aangezien de gegevens vanuit de Kruispuntenbank van de Sociale Zekerheid geen onderscheid maakt tussen de bovengenoemde categorieën. Verschillende chauffeurs zijn trouwens ook actief in meer dan één sectoractiviteit.
In 2020 werd er een daling vastgesteld die veroorzaakt werd door de corona-pandemie. In eerste instantie waren het vooral de gelegenheidschauffeurs die in de autocarsector met contracten werken, die nu geen contract kregen aangeboden omdat heel de autocaractiviteit stillag. Ook sommige schooldiensten werden stopgezet. Ook in 2021 ondervond de autocarsector nog heel wat schade door de corona-crisis.
De meeste autocarchauffeurs konden in het stelsel van tijdelijke werkloosheid geplaatst worden.
Niettemin werd er een daling in de tewerkstelling van 13% vastgesteld.
In 2022 liet de sector ook de pandemie achter zich. De activiteit in alle sectoren nam opnieuw enorm toe wat resulteerde in een stijging van de tewerkstelling. Het niveau van voor de pandemie werd nog niet behaald, maar toch reeds benaderd.
Toch heeft de pandemie er stevig ingeslagen, ook op het vlak van de chauffeurs, in die zin, dat toch een aardig aantal chauffeurs de sector de rug heeft toegekeerd, voornamelijk in de autocar en een carrièreswitch hebben doorgevoerd.
Ook de vergrijzing is natuurlijk niet verdwenen en de nood aan chauffeurs is opnieuw enorm toegenomen.
Bedrijven
Er zijn nog een 200 tal bedrijven actief in Vlaanderen in de sector.
Het aantal ondernemingen actief in de sector blijft ook verder langzaam afnemen. In de sector zijn 3 grote groepen van ondernemingen actief, met name Keolis (een internationaal vervoerbedrijf van Franse oorsprong) en Hansea (voorheen deel uitmakend van Veolia Transport, nadien in handen van Belgische en Luxemburgse investeerders en recent overgenomen door een Duitse investeringsmaatschappij met link naar Deutsche Bank). In 2021 erkende de sector ook de groep Coach Partners.
De laatste groepeerden ook andere ondernemingen. De groepen werken evenwel nog met verschillende filialen (gebaseerd op de vestigingsplaats) en werken bij de dagelijkse organisatie dan ook vaak zoals een KMO. Ondanks de schaalvergroting blijft de sector toch een uitgesproken KMO-structuur behouden. Meer dan de helft van de ondernemingen stellen minder dan 20 werknemers tewerk. Het aandeel van de ondernemingen met minder dan 10 arbeiders bedraagt zelfs ruim 37%. En zeker het arbeidsbeleid blijft een zeer lokaal gegeven in onze sector.
Karakteristieken van de tewerkstelling
Leeftijd
Bovenstaande grafiek geeft duidelijk de evolutie van de vergrijzing in de sector weer. Ongeveer 2/3 van de arbeidspopulatie is 50 plus. Dit is geen probleem op zich, maar de uitdaging om een steeds groter groep van uitstromers te moeten vervangen vormt een enorme uitdaging voor de sector die een belangrijk maatschappelijk belang heeft in de Vlaamse economie.
Het aandeel van jongeren in de sector blijft zeer beperkt. We zien voor het eerst wel een toename van het aandeel van deze groep Uit de cijfers van 2020 blijkt dat het aandeel weliswaar beperkt blijft, maar toch opnieuw rond 6% ligt. Het beperkt aandeel heeft verschillende oorzaken. Vooreerst bestaat er vooralsnog geen schoolse opleiding in het dagonderwijs voor het beroep van autobus- of autocarchauffeur waardoor de beroepsbekendheid bij jongeren eerder beperkt is. Immers niet alle activiteiten kunnen door de wettelijke bepalingen rond het rijbewijs door jongeren van minder dan 21 jaar uitgevoerd worden. Het beroep spreekt jongeren ook weinig aan, vooral omdat de werkuren ook vaak buiten de normale werkuren vallen en men werkt volgens een onregelmatig uurrooster. Tenslotte zoeken werkgevers ook mature en stabiele werknemers die ze niet altijd menen te vinden onder de jongeren.
Op dit vlak zijn de laatste jaren evenwel een aantal acties doorgevoerd.
De deelname van vrouwen aan de sectorale arbeidsmarkt blijft beperkt. Hun aandeel bleef in de periode 2008-2022 ook nagenoeg stabiel rond 13%.
Uit de risicoanalyse in het addendum non discriminatie blijkt dat ongeveer één vierde van de medewerkers een niet Vlaams klinkende naam heeft.
Tenslotte verhoogde de laatste jaren mede door de vergrijzing de jaarlijkse uitstroom en bedraagt het rotatiecijfer in de sector al ongeveer 14% (van het totaal aantal werknemers).
Tot slot geven we graag nog wat kernelementen mee, die eigenlijk passen in een SWOT analyse, zonder dat we hier exhaustief of zelfs uitgebreid dergelijke analyse willen meegeven. Maar die kernelementen bepalen in hoge mate de context waarin we werken.
Het sectorfonds heeft sedert jaren een zeer nauwe band met de ondernemingen. Dit komt omdat we een tiental jaar geleden bij de invoering van de vakbekwaamheid van de chauffeurs heel hard ingezet hebben in de informatie van de nieuwe reglementeringen aan ondernemingen en chauffeurs en hen tegelijk ook via het sectoraal opleidingsorgaan FCBO oplossingen aanboden.
Recent kon het Fonds zich ook naar de bedrijven richten met het platform XXxxxxxxxxx.xx dat potentiële chauffeurs verzamelt in een databank en hen rechtstreeks in contact brengt met de bedrijven uit hun regio.
Tenslotte is de samenwerking met VDAB zeer vruchtbaar. In de laatste jaren (met uitzondering van de corona-periode) konden we samen via de beroepsopleiding het aantal opgeleide en ook tewerkgestelde werkzoekenden bijna verdubbelen.
Daarentegen merken we nog een te conservatieve houding bij de bedrijven als het gaat over het voeren van een HR beleid, dat aangepast is aan de realiteit van de huidige arbeidsmarkt. De sector ziet in elk geval nog opportuniteiten in bepaalde doelgroepen die vandaag nog ondervertegenwoordigd zijn. Wat de opleidingskanalen betreft zijn er zeker ook nog mogelijkheden in het onderwijs, waarin onze sector traditioneel tot voor kort helemaal afwezig was.
Ook meer en meer bedrijven willen de opleiding van nieuwe chauffeurs in handen nemen en ook binnen het bedrijf organiseren. Hier blijft de huidige beperking van de opleiding van één chauffeur per opleider van een bedrijf in de zogenaamde vrije filière een levensgroot obstakel. Met deze wetgeving kan de sector moeilijk het werkplekleren waarnaar de Vlaamse regering terecht streeft, waarmaken.
Nochtans heeft de sector een hoge nood aan de verhoging van de opleidingscapaciteit want de vergrijzing slaat hard toe.
3. Strategie
Voor onze sector blijft het verzekeren van voldoende instroom van nieuwe chauffeurs in de sector de absolute prioriteit. Het vinden van potentiële kandidaten is dus van groot belang. Hiervoor zal het Fonds samen met andere actoren in de sector nog meer inzetten op de promotie van he beroep en van de sector. Bij deze promotie zal ook het accent liggen op specifieke en doelgerichte promotie naar die groepen die vandaag nog ondervertegenwoordigd zijn. We denken hier zeker aan jongeren, vrouwen en arbeidsinactieven.
Eenmaal de kandidaten gevonden dient het geschikt opleidingskanaal gevonden worden. We zijn ervan overtuigd dat we op dat vlak meer en meer op maat moeten werken. Via Xxxxxxxxxxx.xx en de bijhorende matching-events kunnen we kandidaten makkelijker linken aan een toekomstig bedrijf en kan ook een geschikt opleidingskanaal gevonden worden.
Gezien de positieve samenwerking en resultaten blijft VDAB de belangrijkste opleidingspartner, maar tegelijk willen we bedrijven aanmoedigen om ook intern kandidaten op te leiden en willen we vanuit de sector de structurele mogelijkheden in de autorijschool onderzoeken. Tenslotte willen we ook aan jongeren en jongvolwassenen een opleidingsaanbod in de onderwijsstructuren aanbieden.
Uiteraard is instroom niet de enige uitdaging. En werken aan instroom zonder aandacht te hebben aan het HR beleid op de werkvloer is dweilen met een open kraan. We willen daarom opnieuw de werkbaarheid in onze sector onder de loep nemen via een bevraging die we zelf uitvoeren vanuit onze expertise met de sector en haar noden. Het ondersteunen van de bedrijven bij het ontwikkelen van een moderne aan de realiteit aangepaste HR politiek, waarbij bedrijven ook durven te innoveren, is daarom een belangrijke uitdaging. Het is belangrijk dat de opgeleide werknemers zich goed voelen in hun job, van de nodige continue en kwalitatieve bijscholing kunnen genieten en in de mate van het mogelijke ook zicht krijgen op een doorstroming in het bedrijf en sector. In deze HR politiek moeten bedrijven iedere chauffeur omarmen, ongeacht de geaardheid, afkomst, voorkeur,… , want talent kent deze begrippen niet en talent schuilt in elkeen.
Voor de realisatie van de acties rekent het Sociaal Fonds in eerste instantie op het bestendigen en waar mogelijk verstevigen van de traditionele samenwerkingen met partners zoals VDAB, de sociale partners en de werkplekarchitecten. In de nieuwe convenant wil de sector ook lokale organisaties bereiken en met hen zeer doelgerichte en misschien meer kleinschalige projecten of langdurige samenwerking uitbouwen.
RESULTAATSVERBINTENISSEN
Resultaatsverbintenissen 2023-2025 | |
Resultaatsverbintenis 1 Bereiken van werkvloeren (en werknemers op die werkvloeren). | In het verleden werd een hele resem (intersectorale) tools opgemaakt die we willen bundelen in een HR- toolbox voor bedrijven. We stellen de toolbox samen, bezorgen die aan het bedrijf tijdens een bedrijfsbezoek, we lichten de inhoud toe en bieden onze dienstverlening aan. We trachten per jaar 30 bedrijven te bezoeken. |
Resultaatsverbintenis 2 Intersectorale samenwerking. | Organisatie van minstens 2 lerende netwerken per jaar. |
Resultaatsverbintenis 3 Op basis van de analyse, op maat van de sector. | Organisatie van 5 infosessies Bechauffeur waar kandidaat-chauffeurs informatie over de sector krijgen, het voor hen meest ideale opleidingstraject besproken wordt en in contact gebracht worden met werkgevers. Xxxxxxxxx nemen zo’n 20 kandidaat-chauffeurs deel aan de infosessie. |
ACTIEPLAN
Thema 1: Afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt
Prioriteiten en acties
PRIORITEIT 1: Een positief imago van en instroom in onze sleutelberoepen bevorderen
Actie 1: Een positief imago van en instroom in onze sleutelberoepen bevorderen. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Met de cluster ‘Transport & Logistiek’ organiseren we infosessies, infostands en promoacties voor diverse doelgroepen waarbij we een positieve beeldvorming van onze beroepen vooruitschuiven. We organiseren de intersectorale beroepenrally en nemen deel aan evenementen zoals Verruim-je-horizon en de Tracé- beurs. |
Betrokken partners: | |
- Sectorconsulenten van de clustersectoren: SFTL/SFAL, Handel in Brandstoffen, Verhuis, Taxi, Bus en Car, Rijn- en Binnenscheepvaart, Logos. - Het Beroepenhuis wat betreft de beroepenrally. | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Jaarlijks minstens 2 gezamenlijke acties met de cluster T&L. Aangestuurd door de taxisector nemen we deel aan de organisatie van minstens 1 infosessie voor vrouwen, om het beeld dat de clusterberoepen ‘mannenberoepen’ zijn te doorbreken We nemen als sector deel aan de werkgroep van de cluster en bekijken welke events interessant zijn om aan deel te nemen. Indien een event interessant is, zal tenminste 1 sectorconsulent deelnemen aan het event. |
Actie 2: Samenwerking met Onderwijskiezer en “Wat na het Secundair”. Duid aan (indien van toepassing): | Omschrijving: Onderwijskiezer en Wat na het secundair onderwijs zijn de belangrijkste bronnen voor leerlingen om een juiste beroepskeuze te maken en we willen daar dan ook graag in opgenomen blijven. |
Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Betrokken partners: Andere sectoren, Onderwijskiezer, Wat na het Secundair |
Inspanningsverbintenis(-sen): Deelname aan vergaderingen en overlegmomenten over deze 2 tools en trachten de sector en de beroepen hierin opgenomen te houden. |
PRIORITEIT 2: Onderwijs als bijkomend instroomkanaal
Actie 3: Opstart se-n-se opleiding autobus- autocarchauffeur in het secundair onderwijs. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: In de vorige convenantsperiode werden we geconfronteerd met nog enkele drempels en of onduidelijkheden voor de opstart van een opleiding in onderwijs. Ondertussen kon duidelijkheid geschept worden en kan nu overgegaan worden tot samenwerkingen met scholen. |
Betrokken partners: Onderwijs, FBAA, FCBO | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Trachten in 1 school op te starten en te leren van die ervaringen. Het Sociaal Fonds is bereid om een voertuig ter beschikking te stellen voor de opleiding en wil advies geven mbt de wettelijke bepaling. In ruil wil het mee betrokken worden bij de organisatie van de opleiding en mee de uitstroom opvolgen. |
Actie 4: Uitbouwen volwassenen- onderwijs. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: We wensen graag het aantal onderwijsinstellingen die de opleiding in het volwassenenonderwijs aanbieden uit te breiden naar andere regio’s. Daarnaast wensen we het aanbod te verbreden. Zo zou bijvoorbeeld de opleiding ook overdag kunnen gegeven worden en zou er ook een koppeling kunnen gemaakt worden met NT2. Hier zou dan een voorbereidende opleiding gegeven worden ter voorbereiding van de opleiding. |
Betrokken partners: Onderwijs, VDAB, FCBO | |
Inspanningsverbintenis(-sen): We onderhouden contact met de verschillende onderwijsinstellingen en gaan met hen in overleg m.b.t. de mogelijkheden voor uitbreiding en hoe we hier ondersteuning kunnen bieden. |
Actie 5: De rol van verbindend tussenpersoon tussen bedrijven en scholen opnemen Duid aan (indien van toepassing): Dit is een | Omschrijving: Deze actie bestaat uit 2 delen. Enerzijds willen we het aanbod aan opleidingen voor mekanieker zware bedrijfsvoertuigen bekend maken bij de bedrijven. Anderzijds willen we de onderwijsinstellingen laten kennis maken met de sector en hen motiveren om hun leerlingen ook er ook vertrouwd mee te maken. |
☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Betrokken partners: Onderwijs, FBAA |
Inspanningsverbintenis(-sen): We maken het aanbod van opleidingen bekend bij de bedrijven en zoeken naar manieren om de sector bekend te maken bij de onderwijsinstellingen. We houden een actuele lijst bij van het opleidingsaanbod/opleidingsinstellingen en nemen die info mee tijdens de bedrijfsbezoeken. Daarnaast informeren we ook over het aanbod via mailings, website en vakbladen. |
Thema 2: Instroom, zijinstroom, doorstroom en retentie
Prioriteiten en acties
PRIORITEIT 1: Promotie maken voor het beroep
Actie 1: Analyse van de huidige en nieuwe communicatiekanalen. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Kijken of we met de huidige kanalen de gewenste boodschap aan de juiste mensen kunnen overbrengen. We zoeken uit welke nieuwe communicatietechnieken nog kunnen ingezet worden. |
Betrokken partners: De communicatiedienst van FBAA | |
Inspanningsverbintenis(-sen): De huidige kanalen worden opgelijst met de daarbij horende doelgroep die bereikt wordt of te bereiken is. We breiden de kanalen uit en passen de communicatie aan o.b.v. de doelgroep. |
Actie 2: Promobus Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Voertuig ombouwen en uitrusten om promotie te maken voor de verschillende beroepen en opleidingen. |
Betrokken partners: FCBO | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Analyse maken van de haalbaarheid en de inzet van de promobus. |
PRIORITEIT 2: Het intensifiëren van de samenwerking van de cluster T&L
Actie 3: Gezamenlijk met de cluster onze online zichtbaarheid vergroten aan de hand van de nog te ontwikkelen website ‘Always on the move’. Duid aan (indien van toepassing): | Omschrijving: Deze portaalpagina zal onze gezamenlijke inspanningen in de verf zetten en geïnteresseerden gericht doorverwijzen naar de respectievelijke websites van de clusterpartners. |
Betrokken partners: Sectorconsulenten van de cluster. |
Dit is een ☒ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Inspanningsverbintenis(-sen): Het live gaan van onze clusterwebsite in de loop van 2024. De sector levert hiervoor actuele informatie over de sector aan. Daarnaast zetten we actief in op het breed bekendmaken van de website bij relevante doelgroepen. |
Actie 4: Gezamenlijk met de cluster onze ‘real time’ zichtbaarheid vergroten aan de hand van onze vernieuwde, op elkaar afgestemde promomaterialen. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: De vernieuwde clusterstand zal onze visuele herkenbaarheid/aantrekkelijkheid vergroten bij potentieel geïnteresseerden. |
Betrokken partners: Sectorconsulenten van de cluster. | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Het uitrollen van onze nieuwe clusterstand. . We zetelen in de clusterwerkgroep, getrokken door de brandstoffenhandel. De promomaterialen worden ontwikkeld met bezoekers van beurzen, infostanden e.d. als beoogde doelgroep. |
Actie 5: Gezamenlijk met de cluster een contacten-database aanleggen zodanig dat we onze bekendheid kunnen vergroten. | Omschrijving: We verzamelen onze specifieke aanspreekpunten bij allerhande intermediaire organisaties om ons als cluster gericht voor te kunnen stellen. |
Betrokken partners: | |
Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Sectorconsulenten van de cluster |
Inspanningsverbintenis(-sen): We sturen een mailing uit ter kennismaking en bieden geïnteresseerden aan om in te tekenen op gezamenlijke info- en/of doe-sessies. De doelgroep die we wensen aan te spreken houden we zo ruim | |
mogelijk. Minstens 2x per jaar worden de contacten | |
aangeschreven met de vraag of ze geïnteresseerd zijn | |
in een infosessie of doesessie en/of afhankelijk van | |
de vraag van intermediairs zullen we dan overgaan | |
tot organisatie van de info- of doesessie. |
PRIORITEIT 3: Zorgen voor instroom en zijinstroom
Actie 6: Samenwerking met VDAB continueren Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: We leiden al jaren met succes werkzoekenden op i.s.m. VDAB. We wensen deze samenwerking verder te zetten en we wensen de kwaliteit van de samenwerking te waarborgen door regelmatig overleg op diverse niveaus. |
Betrokken partners: VDAB | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Deze is tweeledig: We organiseren tweemaandelijks een overlegmoment per competentiecentrum om signalen op te vangen |
omtrent de opleidingsvloer (de kandidaten, de wachttijden, de instructeurs, de voertuigen…) Jaarlijks vindt er een uitwisseling plaats tussen de sociale partners en de accountmanager en de vak experten onder de vorm van een begeleidingscommissie waar een terugkoppeling plaatsvindt over onze samenwerking in zijn geheel. |
Actie 7: Organiseren van een dag voor instructeurs Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: We organiseren een algemeen uitwisselingsmoment met instructeurs van de basisopleiding, met specifieke aandacht voor de praktijkopleiding en de opleidingsvoertuigen. |
Betrokken partners: VDAB, CVO | |
Inspanningsverbintenis(-sen): We organiseren minstens 1 dag voor instructeurs. |
Actie 8: Project: Re-integratie na langdurige ziekte i.s.m. VDAB | Omschrijving: We willen samen met VDAB langdurig zieken bereiken en begeleiden naar de sector. |
Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Betrokken partners: VDAB, De Werkplekarchitecten, GTB |
Inspanningsverbintenis(-sen): We bekijken samen de mogelijkheden om deze doelgroep te bereiken en vervolgens op te leiden. We analyseren de knelpunten en trachten deze samen | |
weg te werken. |
Actie 9: Lokaal Project: Terug aan de slag na langdurige werkloosheid | Omschrijving: We willen samen met lokale organisaties langdurig werklozen bereiken en begeleiden naar de sector |
Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☒ lokale samenwerking | Betrokken partners: Lokale organisaties, De Werkplekarchitecten, VDAB |
Inspanningsverbintenis(-sen): We bekijken samen de mogelijkheden om deze doelgroep te bereiken en vervolgens op te leiden. We analyseren de knelpunten en trachten deze samen | |
weg te werken. |
Actie 10: Project: Bechauffeur Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: In dit project wordt het beroep gepromoot om zo kandidaat chauffeurs aan te trekken en in contact te brengen met bedrijven. De verschillende stappen in dit project zijn: - Kandidaten en bedrijven melden zich aan - Informatie over de sector, de beroepen en de opleidingsmogelijkheden d.m.v. infosessies - Informatie over subsidies en HR-tools naar bedrijven |
- Matching tussen kandidaten en bedrijven d.m.v. o.a. een Meet & Greet - Opvolging van bedrijven en kandidaten | |
Betrokken partners: VDAB, CVO, FCBO, FBAA | |
Inspanningsverbintenis(-sen): We organiseren tenminste 5 infosessies |
Actie 11: Bevraging van kandidaten en bedrijven m.b.t. het project Bechauffeur Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Bechauffeur heeft als doelstellingen om bedrijven in contact te brengen met kandidaat chauffeurs en ze op te leiden. Met deze bevraging willen we nagaan of er knelpunten/drempels zijn en welke deze dan zijn. Vervolgens bekijken hoe we deze knelpunten of drempels kunnen wegwerken ter versterking en/of bijsturing van het project. |
Betrokken partners: | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Deze actie bestaat uit volgende onderdelen: - Bevraging opstellen gericht naar de kandidaten - Bevraging opstellen gericht naar de bedrijven - een eerste keer een bevraging uitvoeren gericht naar beide doelgroepen - resultaten verwerken - op basis van de conclusies het project bijsturen Alle deelnemers (zowel kandidaten als bedrijven) zullen de bevraging krijgen en we mikken daarbij op een responsgraad van 10%. We trachten vooral kwalitatieve feedback te krijgen en leggen minder de focus op het kwantitatieve. |
Actie 12: Zij-instroom versterken Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☒ lokale samenwerking | Omschrijving: We zijn aandachtig voor veranderende situaties op de lokale arbeidsmarkt en trachten hier zoveel als mogelijk op in te spelen. De situaties waar we aan denken zijn: - Jobmobiliteit in tijden van crisis (zoals corona) - Inschakelen van vakbonden voor de reactivering - Deelnemen aan tewerkstellingscellen bij collectieve ontslagen |
Betrokken partners: Werknemersafvaardiging, FBAA, VDAB, Syntra, … | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Als één van deze situaties zich voordoet nemen we hierin een actieve rol op. |
Actie 13: D-Form: online opleidingsplatform voor theorie rijbewijs D Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: We willen bedrijven motiveren en ondersteunen in het opleiden van nieuwe werknemers. D-Form is een online opleidingsplatform ter voorbereiding van het theoretische examen. Door het platform aan te bieden, wordt een eerste drempel weggenomen bij bedrijven om nieuwe medewerkers te laten instromen. |
Betrokken partners: FCBO | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Verder bekend maken en promoten van het platform. We doen dit door: | |
- Mailings - Artikels in het vakblad - Good practices meegeven - Tijdens bedrijfsbezoeken het platform te vermelden - … | |
We maken ook een korte visual klaar waarbij het gebruik op een eenvoudig manier wordt uitgelegd. Dit filmpje zal op de website gezet worden en aan alle bedrijven bezorgd worden. We willen per jaar minimum 20 kandidaten die via een bedrijf uit de sector gebruik maken van D-Form. |
PRIORITEIT 4: Doorstroom en retentie in de sector nastreven
Actie 14: Mentoropleiding: versterken en uitbreiden Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: De sector wordt getypeerd door beperkte doorgroeimogelijkheden. De mentoropleiding biedt werknemers de nodige ondersteuning om andere rollen op te nemen binnen het bedrijf. Daarnaast willen we de mentoren permanent ondersteunen door een terugkomdag te organiseren. Op deze terugkomdag zal gepeild worden naar hun ervaringen als mentor en welke noden ze nog hebben om hun rol op te nemen. We willen hen ook nog beter bekend maken met het aanbod aan HR-tools om mee uit te dragen naar de werkvloer. |
Betrokken partners: FCBO, Groep Intro | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Jaarlijks 1 mentoropleiding organiseren met minimum 7 deelnemers en een allereerste terugkomdag organiseren. |
Actie 15: Bedrijven ondersteunen bij de selectie, opleiding en begeleiding van interne instructeurs | Omschrijving: De sector wordt getypeerd door beperkte doorgroeimogelijkheden. De rol van interne instructeur biedt werknemers de mogelijkheid om |
Xxxx aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | hun kennis en ervaring door te geven aan nieuwe chauffeurs in de sector. |
Betrokken partners: ; FCBO, FBAA, VDAB | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Wanneer via bedrijfsbezoeken of andere manieren van communicatie met de bedrijven het signaal opgevangen wordt dat het bedrijf en/of een werknemer overweegt door te stromen tot interne instructeur wordt de begeleiding opgestart. Het volledige traject houdt volgende stappen in: | |
- Een kennismakingsgesprek - Een evaluatie van de competenties en de voorwaarden - Peiling naar de interesse als instructeur (modules, frequentie,…) - Peiling naar de noden van het bedrijf - Opstellen opleidingsplan - Train the trainers/opleiding - Indienen erkenningsaanvraag - Inzetten instructeur - Professionalisering van de instructeurs |
Actie 16: Duaal lesgeven Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Mensen met een pedagogische achtergrond die daarbovenop kennis en ervaring hebben met de sector zijn schaars. Daarbij wensen we de opleidingscapaciteit uit te breiden met o.a. een opleiding in het onderwijs waar bijkomende instructeurs nodig zijn. We willen bekijken of duaal lesgeven hier een oplossing kan bieden. |
Betrokken partners: Onderwijs, FBAA, FCBO | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Onderzoeken of er interesse is bij bedrijven en scholen. We zullen hier o.a. | |
- Uitzoeken hoe het duaal lesgeven precies in z’n werk gaat en welke partners hiervoor kunnen aangesproken worden. - Over communiceren naar bedrijven d.m.v. een mailing en nieuwsbrief. - Over communiceren naar instructeurs in ons netwerk. - De mogelijkheden bespreken met een bedrijf indien het aangeeft dat een chauffeur/instructeur hier interesse voor heeft of wanneer ze een werknemer willen laten doorstromen. - Indien er interesse is, gaan we samen op zoek naar een geschikt opleidingscentrum. |
Thema 3: Levenslang leren en competentiebeleid
Prioriteiten en acties
PRIORITEIT: Ondersteuning bieden bij levenslang leren en competentiebeleid
Actie 1: Analyse van de interne opleidingen | Omschrijving: We maken een analyse van: |
Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | - de competenties waarover een interne instructeur moet beschikken - de noden van de bedrijven - de obstakels of drempels bij interne opleidingen Deze analyse dient als basis voor het Sociaal Fonds om bedrijven te begeleiden in het opzetten van een interne opleidingsstructuur, maar ook signalen op te vangen en door te geven aan het beleid. |
Betrokken partners: FCBO, FBAA, VDAB | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Uitvoeren kwalitatief onderzoek waarbij we bedrijven en (interne) instructeurs bevragen over hun ervaringen. De bedrijven bevragen we tijdens de bedrijfsbezoeken en de instructeurs bevragen we tijdens een gesprek. Deze bevraging zal plaatsvinden in 2023. | |
Op basis van deze analyse organiseren we workshops gericht naar de bedrijven en de interne instructeurs om hen beter te kunnen begeleiden. Het aantal workshops en de onderwerpen hangen af van de resultaten van de analyse. |
Actie 2: Analyse van de opleidingsnoden permanente vorming Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Om het opleidingsaanbod te actualiseren bevragen we de werknemers en de werkgevers naar hun opleidingsnoden |
Betrokken partners: FBAA, FCBO | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Uitvoeren van 1 bevraging naar werknemers en 1 naar werkgevers De bevraging zal begin 2024 uitgevoerd worden, maar ook signalen vanuit de bedrijfsbezoeken worden in de analyse opgenomen. |
Actie 3: Implementatie van innovatieve leervormen en blended learning Duid aan (indien van toepassing): Dit is een | Omschrijving: In de opleidingen, zij het in de nascholing of in de basisopleiding, worden nog te vaak traditionele leervormen gebruikt. Nieuwe technologieën openen evenwel een zee van mogelijkheden en op dat vlak is er nog heel wat inhaalwerk mogelijk, zeker als we |
☒ nieuwe actie | onze opleidingen op dat vlak vergelijken met bv |
☐ intersectorale samenwerking | Scandinavische landen. |
☐ lokale samenwerking | |
Betrokken partners: | |
FCBO | |
Inspanningsverbintenis(-sen): | |
We willen meewerken aan de uitbouw van | |
opleidingsmodules (waar mogelijk in het kader van de | |
nascholing van chauffeurs of de basisopleiding) | |
waarin innovatieve leervormen en innovatief | |
opleidingsmateriaal wordt gebruikt. Hiermee | |
trachten we niet enkel te werken aan de verhoging | |
van de effectiviteit van de opleidingen, maar maken | |
we de chauffeurs ook vertrouwd met digitale tools | |
zodat ze hun vaardigheden op dit vlak ook kunnen | |
verstevigen. We proberen bij 2 opleidingen digitale | |
leervormen in te zetten. We zorgen er ook voor dat | |
de gebruikers hiervan over de nodige competenties | |
beschikken of beroep kunnen doen op ondersteuning. |
Actie 4: Sensibiliseren en stimuleren van een leercultuur in ondernemingen en bij werknemers (ook bij KMO’s) Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Bedrijven en werknemers zijn nog te weinig doordrongen van de noodzaak van een leercultuur. Ze beperken zich nog al te vaak tot de wettelijke verplichtingen zonder een doordacht opleidingsplan op basis van de individuele noden (competentiedenken en -versterken). We willen de leercultuur stimuleren door het opleidingsaanbod bekend te maken alsook de subsidies en sectorale ondersteuningsmaatregelen. |
Betrokken partners: FCBO, FBAA, vakbonden | |
Inspanningsverbintenis(-sen): We blijven dit continue op de agenda zetten tijdens bedrijfsbezoeken en schakelen verschillende communicatiekanalen in (artikels, getuigenissen, good practices etc.) om het onder de aandacht te houden. We proberen jaarlijks 10 opleidingsplannen op te stellen samen met de bedrijven. |
Actie 5: De organisatie met de cluster van Lerende Netwerken over relevante thema’s. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: We wensen door middel van lerende netwerken gezamenlijk onze bedrijven te stimuleren om in te zetten op levenslang leren en competentiebeleid. |
Betrokken partners: Sectorconsulenten van de cluster, bedrijven. | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Organisatie van minstens 1 lerend netwerk dat aansluit aan dit thema. We staan als trekker van de clusterwerkgroep ‘Lerende Netwerken’ in voor de contacten met de gastsprekers, de opmaak van de |
uitnodigingen, opvolging van de inschrijvingen, het optreden als host en de terugkoppeling van de deelnemersevaluaties. |
Actie 6: Intersectorale samenwerking: het bereiken van werkvloeren Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: De begrafenissector neemt de voortrekkersrol op om twee keer per jaar volgende sectoren uit te nodigen: - Fonds voor de Rijn- en Binnenscheepvaart - Sociaal Fonds voor de Betonindustrie - Fonds voor de Diamantnijverheid - Sociaal Fonds Taxi en VVB - Sociaal Fonds Verhuizingen - Sociaal Fonds voor de Handel in Brandstoffen - Sociaal Fonds Bus en Car |
Betrokken partners: Sectorconsulenten van de deelnemende sectoren. | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Al deze kleinere sectoren worden gekenmerkt door een landschap van kleine KMO’s. Het is vaak een uitdaging om deze werkvloeren te bereiken. De samenkomsten zijn erop gericht om van elkaar te leren en tips en tricks uit te wisselen over hoe we de terughoudendheid van kleine KMO’s kunnen doorbreken zodat we deze werkvloeren kunnen bereiken. Dit leidt tot een lijst van tips en tricks die we met elkaar uitwisselen. |
Actie 7: Evaluatie, bijsturen en hernemen van intersectorale campagne Iedereenkanbijleren Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: We evalueren de bestaande campagne “iedereen kan bijleren”, sturen bij en hernemen deze indien nuttig. Met deze campagne richten we ons expliciet op medewerkers en wijzen we op het belang en de meerwaarde om ook tijdens je loopbaan te blijven leren. We onderzoeken of aansluiten op de communicatie vanuit het partnerschap levenslang leren opportuun is. |
Betrokken partners: Communicatiebureau, andere sectorfondsen, SERV, partnerschap Xxxxxxxxxx Xxxxx | |
Inspanningsverbintenis(-sen): De sector organiseert mee een intersectorale campagne ter ondersteuning van levenslang leren. Timing: 2024-2025 |
Thema 4: Werkbaar werk
Prioriteiten en acties
PRIORITEIT: Inzetten op informeren en sensibiliseren
Actie 1: Sensibiliseren en stimuleren van werkbaar werk bij ondernemingen (ook bij KMO’s) Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Bedrijven werken vaak al rond dit thema. Het is meestal nog te weinig doordacht en gestructureerd, maar wel met de bedoeling de werknemers aan boord te houden. In het verleden ontwikkelde het Sociaal Fonds verschillende tools rond werkbaar werk die we nu zullen bundelen in een handige toolbox. |
Betrokken partners: FCBO, FBAA, vakbonden | |
Inspanningsverbintenis(-sen): We blijven dit continue op de agenda zetten tijdens bedrijfsbezoeken en schakelen verschillende communicatiekanalen in (artikels, getuigenissen, good practices etc.) om het onder de aandacht te houden. De toolbox wordt samengesteld en verspreid. We overhandigen de toolbox tijdens een bedrijfsbezoek en leggen er meteen de inhoud van uit. We willen de toolbox tijdens de convenantperiode bij 30 bedrijven introduceren. |
Actie 2: De organisatie met de cluster van Lerende Netwerken over relevante thema’s. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: We wensen door middel van lerende netwerken gezamenlijk onze bedrijven te stimuleren om in te zetten op werkbaar werk. |
Betrokken partners: Sectorconsulenten van de cluster, bedrijven. | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Organisatie van minstens 1 lerend netwerk dat aansluit bij dit thema. We staan als trekker van de clusterwerkgroep ‘Lerende Netwerken’ in voor de contacten met de gastsprekers, de opmaak van de uitnodigingen, opvolging van de inschrijvingen, het optreden als host en de terugkoppeling van de deelnemersevaluaties. |
Actie 3: Uitvoeren van de werkbaarheidsenquête Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: In de loop van 2015 voerden we een werkbaarheidsonderzoek uit in de sector. We wensen recente cijfers te hebben omtrent de werkbaarheid in de sector en zullen dit onderzoek opnieuw uitvoeren. In het begin van 2023 werd alles in gereedheid gebracht voor het uitvoeren van de enquête die vervolgens gedurende deze convenantsperiode zal uitgevoerd worden. |
Betrokken partners: ICB | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Enquête afnemen bij een representatief aandeel werknemers in de sector. De resultaten van de bevraging worden geanalyseerd en dienen als vertrekpunt voor toekomstige acties in het kader van werkbaar werk. De bevraging wordt voorzien voor het voorjaar van 2024. |
Actie 4: Evaluatie, feedback en acties op basis van campagne werkbaarwint 2023 Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: In de verlenging van 2023 ondernamen 30 sectoren samen een campagne rond werkbaarwint als preventie van langdurige ziekte waarin werd ingezet op contacten met ondernemingen en hen op weg zetten met een activerend aanbod. Tijdens en volgend op deze campagne bevragen en beluisteren de sectorconsulenten de noden van ondernemingen om zo in beeld te krijgen welke vervolgacties nodig zijn. We peilen ook specifiek naar noden van bedrijven voor langdurigere trajecten, waarin een consulent rond het thema verschillende contactmomenten voorziet en gesprekken rond de volgende stappen aangaande ww. Indien dit een nood blijkt te zijn, zetten we zo enkele experimenten op. |
Betrokken partners: FBAA | |
Inspanningsverbintenis(-sen): De sector ondersteunt de verspreiding van de peiling en verwerkt samen de resultaten tot vervolgacties. Bus & Car neemt deel aan de vergaderingen hieromtrent, schakelt de traditionele communicatiekanalen in (vakblad, mailing, nieuwsbrief,…) en vermeldt de acties tijdens de bedrijfsbezoeken. |
Actie 5: Hernemen intersectorale campagne werkbaar werk Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Indien de evaluatie van de campagne positief is, willen we de campagne hernemen gedurende de looptijd van het convenant. Hierin zal expliciet ruimte zijn voor: - De bekendmaking en verspreiding van de nieuwe meting van de werkbaarheidsmonitor van Stichting Innovatie en Arbeid. - Opleidingsnoden die intersectoraal ingericht kunnen worden, zullen samen georganiseerd worden. |
Betrokken partners: Opleidingspartners, Stichting Innovatie en Arbeid, VDAB, DWSE, andere intermediaire partners | |
Inspanningsverbintenis(-sen): De sector organiseert mee de intersectorale campagne WW. |
Actie 6: De clusterpartners T&L willen de mogelijkheid onderzoeken of de bestaande duurzaamheidstools zoals vb. de Sustatool in de huidige vorm een geschikt en bruikbaar laagdrempelig instrument kunnen zijn om bedrijven te ondersteunen hun ecosysteem verder uit te bouwen. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Samen met MVO-Vlaanderen onderzoeken de clusterpartners de bruikbaarheid van deze en andere tools i.f.v. een dienstverlenende activiteit in sectoren met een overwicht aan micro- en kleine bedrijven. Opzet is de bedrijven op een laagdrempelige wijze vertrouwd te maken met de implementatie van de duurzaamheidsgedachte in heel het bedrijf (zie ook de SDG’s). |
Betrokken partners: Sectorconsulenten van de sectoren T&L, MVO- Vlaanderen | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Afhankelijk van de uitkomst van het overleg binnen de cluster en de mogelijkheden van MVO-Vlaanderen zullen al dan niet verdere initiatieven genomen worden. |
Thema 5: Diversiteit en inclusie
☒ De sector stelt een addendum ‘diversiteit en inclusie’ op en werkt dit thema verder uit in het addendum diversiteit en inclusie bij het sectorconvenant 2023-2025.
☐ De sector stelt geen addendum ‘diversiteit en inclusie’ op en werkt dit thema verder uit in het
sectorconvenant 2023-2025 met volgende prioriteiten en acties:
Artikel 5. Sectorconsulenten
De sector verbindt er zich toe de subsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze acties. Hiertoe worden effectief 2 VTE- sectorconsulenten ingezet. Zij zijn tewerkgesteld in een paritair beheerde organisatie en werken onder paritair toezicht.
De sectorconsulenten zijn belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant.
De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke acties en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Bij ziekte of ongeval van de sectorconsulent komt de periode van arbeidsongeschiktheid die door het gewaarborgd loon wordt vergoed in aanmerking voor de subsidie. De subsidie wordt in mindering gebracht wanneer de werkgever de afwezige sectorconsulent niet vervangt na afloop van de periode die is gedekt door het gewaarborgde loon. Periodes van tijdskrediet, loopbaanonderbreking of moederschapsverlof komen niet in aanmerking voor financiering, tenzij wordt aangetoond dat de
functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er afdoende wordt uitgeoefend.
De maximale subsidie wordt toegekend voor de inzet van 2 VTE op jaarbasis. Indien de sectorconsulent tijdens zijn of haar afwezigheid niet afdoende vervangen wordt voor het continueren van de inspanningen in het kader van het sectorconvenant, vermindert de maximale werkingssubsidie. De werkingssubsidie wordt dan berekend per consulent per dag van de looptijd. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal dagen waarop geen/te weinig consulenten tewerk gesteld waren en in mindering gebracht.
De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen en wijzigingen melden. De sector bezorgt de naam van de sectorconsulent, het INSZ- nummer en de DmfA-gegevens.
Artikel 6. Evaluatie
Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 30 september 2024 een voortgangsrapport en ten laatste op 30 september 2025 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en eindrapport omvatten:
- de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het sectorconvenant;
- de toetsing van de realisaties aan de resultaatsverbintenissen en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant;
- de financiële verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport).
Het departement Werk en Sociale Economie voorziet richtlijnen voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij de opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Artikel 7. Beëindiging
Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van 2 jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd.
Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie door het departement Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Artikel 8. Wijzigbaarheid
De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg met de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen in het sectorconvenant tijdens de looptijd worden doorgevoerd.
Artikel 9. Controle en toezicht
De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
Opgemaakt in drie originele exemplaren waarvan elke partij een exemplaar ontvangt.
Namens de Vlaamse Regering,
Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
De heer Xxx XXXXX
Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw,
De xxxx Xx XXXXXX
Namens de sociale partners van de sector Private autobus- en autocarbedrijven (PC 140.01), met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De xxxx Xxxxxx XXXXXXXXXX, Gemeenschapsvoorzitter VRA
De xxxx Xxxxxx XXX XXXXXXXXXX, Algemeen Directeur FBAA
en met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
De xxxx Xxxxxx XXXX, Afgevaardigde ACV-Openbare diensten
De xxxx Xxxx XXXX, Afgevaardigde ABVV - BTB
De heer Xxxx XXXXXXXXXX, Afgevaardigde ACV-Transcom