Inhoud
Praktijkopdrachten
Oriëntatie op de organisatie (niveau 3 en 4)
Inhoud
Oriënterende opdracht 1 De organisatie, haar taken, doelstellingen en werkzaamheden 4
Oriënterende opdracht 2 Je functie, taken en planning van werkzaamheden 10
Oriënterende opdracht 3 Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu 14
Oriënterende opdracht 4 Rechten en plichten als medewerker 20
Tips Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Inleiding
In deze oriënterende praktijkopdrachten vind je opdrachten over de volgende onderwerpen.
• De organisatie, haar taken, doelstellingen en werkzaamheden
• Je functie, taken en planning van werkzaamheden
• Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu
• De rechten en plichten als medewerker
In deze praktijkopdrachten vind je de volgende onderdelen.
• Opdrachten
• Ondersteuning bij de opdrachten in de vorm van vragen
• Tips
Oriënterende opdracht 1
De organisatie, haar taken, doelstellingen en werkzaamheden
In oriënterende opdracht 1 maak je kennis met de organisatie en de afdeling waar je gaat werken. Je leert hoe de organisatie in elkaar zit en wat er gebeurt op de afdeling waar je gaat werken. Tijdens het werken binnen een organisatie krijg je steeds meer zicht op de werkzaamheden die worden uitgevoerd. Als je de opdrachten in deze opdracht hebt gedaan, zul je een beeld hebben gekregen van de organisatie, de afdelingen en de communicatie in de organisatie.
Opdracht 1 Een organogram maken
De structuur van een organisatie wordt vaak afgebeeld in een organisatieschema. Dit wordt ook wel een organogram genoemd.
1 Maak een organogram van de organisatie waar je nu werkt.
2 Laat hierin terugkomen welke afdelingen er binnen de organisatie zijn en wie daarvan de leidinggevenden zijn.
Opdracht 2 Contacten met andere afdelingen
In een organisatie hebben verschillende afdelingen contact met elkaar. Sommige afdelingen hebben ook contact met andere organisaties. Jouw afdeling heeft natuurlijk ook te maken met andere afdelingen binnen de organisatie.
1 Maak een schema waarin je aangeeft met welke afdelingen jouw afdeling regelmatig contact heeft.
2 Geef ook aan waarom jouw afdeling met die afdelingen contact heeft.
Mijn afdeling is de Marketing & Communicatie afdeling.
Met welke afdelingen hebben wij contact? | Waarom? |
Sales afdeling | Wij zorgen voor meer bereik voor de producten en/of diensten die de sales afdeling heeft. Hierdoor komen er meer mensen op af en worden de producten/diensten verkocht. Daar is overleg voor nodig. |
Redactie | De redactie schrijft artikelen voor de website en wij, de marketing & communicatie afdeling, zorgt voor de promotie van deze berichten/artikelen. We zorgen ervoor dat mensen weten dat er een artikel is geplaatst en maken daar reclame voor. Hiervoor is uiteraard ook overleg nodig en hebben we vaak contact met de redactie. |
Beleidszaken | Contact met deze afdeling komt niet heel vaak voor maar beleidszaken heeft eigenlijk contact met iedere afdeling zodat er geen misverstanden komen over bepaalde werkzaamheden. Deze afdeling stuurt alle afdelingen dus daar heb je soms een gesprek mee over alle taken die je verricht. |
Opdracht 3 Overleg voeren
Binnen elke organisatie vindt communicatie plaats. Vaak gebeurt dit in de vorm van vergaderingen.
3 Maak een overzicht waarin je aangeeft welke vergaderingen binnen jouw afdeling voorkomen en geef aan welke andere afdelingen daar eventueel bij betrokken zijn.
4 Geef aan wat het doel is van deze vergaderingen.
5 Geef ook aan bij welke vergadering(en) jij aanwezig zult zijn.
Één keer in de twee weken vindt er een vergadering plaats met van alle afdelingen één of meerdere personen. Hierin wordt besproken wat er de afgelopen weken is gebeurd qua werkzaamheden en hoe het gaat met de
klanten en of het bereik is vergroot. Ook is er op donderdag een vergadering met de redactie om alles te bespreken over de artikelen.
Opdracht 4 Producten en/of diensten
Elke organisatie heeft haar eigen doelstellingen. Deze doelstellingen kunnen per organisatie zeer verschillend zijn. Overheidsorganisaties leveren dienstverlening aan burgers. De meeste particuliere organisaties leveren producten en/of diensten, meestal om winst te kunnen maken.
1 Maak een overzicht van de producten en/of diensten die de organisatie levert waar jij nu werkt.
2 Maak daarna een overzicht van de producten en/of diensten die de afdeling waar jij nu werkt levert.
De organisatie levert deze producten/diensten:
- Actuele nieuwsberichten op de website
- Actuele nieuwsberichten op al hun social media: Twitter, Facebook, Google+ en LinkedIn
- De nieuwsbrief
- Vacatures
- Het plaatsen van advertenties op de website
De marketing & communicatie levert hetzelfde als wat hierboven staat maar is vooral bezig met de social media.
Opdracht 5 Communicatiemiddelen
Er zijn verschillende middelen die je kunt toepassen om (snel) te kunnen communiceren. In een organisatie wordt gebruikgemaakt van verschillende communicatiemiddelen,zoals e-mail, telefoon, social media. Er wordt gecommuniceerd met mensen binnen en buiten de organisatie in Nederland en soms ook in het buitenland.
1 Maak een overzicht van de verschillende communicatiemiddelen die worden gebruikt in de organisatie waar je werkt.
2 Geef ook aan waarvoor deze communicatiemiddelen meestal worden gebruikt.
Alle verschillende communicatie middelen binnen deze organisatie:
- Het mail programma Windows Live Mail. De eerste dag van onze stage is er meteen een e-mail adres voor ons aangemaakt en moeten we elke dag onze mail in de gaten houden. Dit communicatiemiddel wordt meestal gebruikt om met elkaar te overleggen wat er nog gedaan moet worden. Bij ons is het vooral handig zodat de werkgevers ons een taak/werkzaamheid kunnen geven waarbij ze precies uitleggen wat er gedaan moet worden en wanneer het af moet zijn.
- Verbale communicatie, langs de afdelingen gaan als je iets nodig hebt of als je iets moet overleggen met een andere afdeling.
Vanaf het bedrijf naar buiten wordt er veel social media gebruikt, zoals bijvoorbeeld Twitter. Dit wordt gebruikt zodat het bedrijf nieuwe dingen naar buiten kan brengen en mensen op de hoogte kan houden van nieuwtjes of nieuwe artikelen op de website.
Opdracht 6 Een overzicht van afdelingen en communicatie
Je hebt nu in kaart gebracht welke afdelingen er zijn, welke afdelingen contact hebben met de afdeling waar je werkt en welke communicatiemiddelen er worden gebruikt binnen het bedrijf.
1 Maak nu een overzicht waarin staat met welke afdelingen jij in je huidige functie te maken hebt.
2 Geef ook aan op welke manieren je met deze afdelingen communiceert en waarover.
Oriënterende opdracht 2
Je functie, taken en planning van werkzaamheden
In oriënterende opdracht 2 ga je je verdiepen in je functie, je taken en de planning van jouw werkzaamheden. Je gaat uitzoeken wat je nieuwe functie inhoudt, welke werkzaamheden je gaat uitvoeren en wat jouw verantwoordelijkheden zijn.
Tijdens de stage ga je ook werken met beroepsgerichte praktijkopdrachten. Samen met je praktijkopleider ga je hiervoor een planning opstellen. Het is belangrijk dat je deze planning regelmatig met je praktijkopleider bespreekt en als dat nodig is, de planning aanpast.
Opdracht 1 Je eigen taken en werkzaamheden op de afdeling
Iedere medewerker heeft zijn/haar eigen werkzaamheden in een organisatie.
1 Wat zijn jouw taken en werkzaamheden?
2 Zet jouw taken en werkzaamheden in onderstaand schema.
Schema 1: je eigen taken op de afdeling
Xxxxx en werkzaamheden | Verantwoordelijk voor |
- Agenda onderwijsgids bijhouden - Twitter volgers uitnodigen - Instagram van de onderwijsgids bijhouden - - - | - De agenda voor de onderwijsgids - Twitter account - Instagram account - - - |
Opdracht 2 Je werkzaamheden plannen
Om goed te kunnen werken en goed met je tijd om te gaan, is het belangrijk dat al je werkzaamheden van tevoren worden gepland.
1 Kies in overleg met je praktijkopleider een bepaalde periode, bijvoorbeeld een maand.
2 Aan welke praktijkopdrachten en/of andere taken ga je in die periode werken? Schrijf die op.
3 Schrijf ook op wanneer de praktijkopdrachten en/of andere taken klaar moeten zijn. Je kunt hiervoor schema 2 gebruiken.
4 Bespreek de planning met je praktijkopleider.
5 Heb je genoeg tijd ingepland (niet teveel en niet te weinig)?
6 Ben je geen taken of praktijkopdrachten vergeten?
7 Pas de planning zo nodig aan.
Schema 2: planning van de werkzaamheden
Periode | van 29-05-2017 tot 29-06-2017 |
Werkzaamheden | Planning |
- Agenda punten - Instagram foto’s plaatsen - Twitter volgers uitnodigen - School opdrachten | - Xxxx xxx - 1x per week - Elke dag - Elke dag vanaf 14:30 |
Opdracht 3 Vragen over de planning
In opdracht 2 heb je een planning gemaakt voor de komende periode. Houd deze planning goed in de gaten. Bespreek deze planning regelmatig met je praktijkopleider en maak een kort verslag van deze gesprekken. Beantwoord daarbij de volgende vragen:
1 Heb je de werkzaamheden die gepland stonden ook echt gedaan? Waarom wel, waarom niet?
Ja, op het begin ging het niet altijd heel goed met de agenda punten omdat ik het lastig vond om ze te vinden op het internet. Hier hebben we een gesprek over gehad en is de afspraak dat ik elke dag tenminste 10 agenda punten in de agenda zet. Ook is het de bedoeling dat ik de punten die ik erin heb gezet naar mijn stage begeleider stuur zodat hij ze kan controleren. Helaas is er iets mis gegaan met het Twitter account dus kon ik hier niet meer mee bezig.
2 Hoeveel tijd heb je ongeveer gebruikt per werkzaamheid? Vind je dit veel of weinig?
Dat verschilt per dag maar ik denk gemiddeld ongeveer één uur. Uiteraard soms wat langer maar zoals ik eerder zei verschilt dat.
3 Wat voor extra werk heb je eventueel naast de geplande werkzaamheden gedaan?
Het bloggen voor school.
4 Heb je de werkzaamheden helemaal kunnen uitvoeren? Zo nee, waarom was dat niet mogelijk? Wat heb je in plaats daarvan gedaan?
Het Twitter account was niet mogelijk omdat we er niet meer in konden. Dit hebben we aangegeven maar helaas kon dat niet op korte termijn veranderen.
5 Welke werkzaamheden zijn goed verlopen?
Alles is goed verlopen maar vooral de agenda bijhouden omdat dat steeds makkelijker werd en automatisch ging.
6 Welke werkzaamheden zijn moeizaam of slecht verlopen?
Zoals ik eerder al zei hadden we problemen met het Twitter account dus is het krijgen van meer volgers en dus bereik niet gelukt.
• Waarom?
• Wat had je anders kunnen doen?
Opdracht 4 Bespreken met de praktijkopleider
1 Bespreek de uitwerkingen van de gemaakte opdrachten met je praktijkopleider.
2 Pas eventueel je uitwerkingen na afloop van dit gesprek aan.
Oriënterende opdracht 3
Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu
In oriënterende opdracht 3 ga je kennismaken met de regels en voorschriften voor veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu die op het werk gelden. Je gaat leren over de Arbo-wetgeving en over de beveiliging van bedrijfsgegevens en persoonsgegevens binnen de organisatie.
Binnen alle organisaties moet aandacht worden besteed aan het milieu. Wat kan jouw bijdrage zijn als medewerker aan het milieu? In deze opdracht wordt op deze en andere vragen ingegaan.
Opdracht 1 De Arbowet
De Arbo-wetgeving geldt ook voor de organisatie waar jij werkt.
1 Wat is de Arbowet?
2 Welke regelgeving uit de Arbo-wetgeving is belangrijk voor het werk dat jij nu doet? Maak gebruik van internet om meer over de Arbowet te weten te komen.
3 Verwerk de antwoorden op bovenstaande vragen in een kort verslag over de Arbowet.
De Arbowet is een Nederlandse wet die regels bevat voor werkgevers en werknemers. Deze regels hebben te maken met de gezondheid en veiligheid van de werknemer. Hier moeten de werknemers en werkgevers allebei rekening mee houden want het werk dat je verricht moet niet ten koste gaan van je gezondheid.
Natuurlijk is veiligheid ook belangrijk want iedereen moet zijn werk makkelijk kunnen bereiken en vooral snel kunnen verlaten in geval van nood. Er moeten voldoende brandblussers zijn en vluchtwegen en nooduitgangen moeten herkenbaar zijn en er moeten geen dingen in de weg staan waardoor je er niet langs kan.
Ik zit op kantoor en daar heb je natuurlijk veel regels voor omdat je veel zit en dat kan op een gegeven moment slecht zijn voor je lichaam. Ik heb een aantal regels opgezocht op internet.
• minimaal vier vierkante meter per werknemer
• één vierkante meter voor een plat beeldscherm
• twee vierkante meter voor een ander type beeldscherm
• minimaal één vierkante meter voor lees- en schrijfwerk
• minimaal één vierkante meter voor het uitleggen van tekeningen
• goede hygiëne in de kantoren en het gebouw zelf
Opdracht 2 Arbobesluit en beeldschermwerk
In veel beroepen wordt tegenwoordig met de computer gewerkt. Ook bij jouw werk krijg je vast en zeker met computerwerk te maken. Op iedereen die met een computer werkt is het zogenaamde
‘Arbobesluit’ van toepassing. Voor deze opdracht ga je op internet naar informatie zoeken over het Arbobesluit en werken met beeldschermen.
1 Van welke klachten kunnen beeldschermwerkers last krijgen?
2 Wat kan de werkgever doen om problemen te voorkomen?
3 Wat kan de medewerker zelf doen om klachten als gevolg van beeldschermwerk te voorkomen?
4 Verwerk de antwoorden op bovenstaande vragen in een kort verslag.
Als je in een kantoor werkt en de hele dag achter de computer bezig bent kun je op een gegeven moment last krijgen van verschillende klachten. Dit kan natuurlijk verholpen worden of zelfs voorkomen worden.
Ik heb een paar klachten opgeschreven die je kunt krijgen als beeldschermwerker:
• Oogklachten, zoals onscherp zicht of vlekken voor je ogen.
• arm, nek, rug en schouder pijn. Dit kan komen doordat je in een verkeerde houding zit.
• Hoofdpijn doordat je te lang naar een beeldscherm kijkt.
• Duizeligheid doordat je misschien te lang zit en niet de tijd neemt op korte pauzes te nemen.
• stress, dit kan natuurlijk op elk soort werk voorkomen maar ook bij beeldschermwerkers.
• slaapproblemen omdat je misschien last hebt van hoofdpijn of ook te lang naar een beeldscherm hebt gekeken waardoor slaap een probleem kan worden.
Aan deze problemen en klachten kunnen de werkgever en werknemer allebei iets doen, hieronder een paar tips:
Werkgever:
- Zorgen voor genoeg pauzes.
- Het is belangrijk dat de werknemer comfortabel kan werken zonder pijn te krijgen in bijvoorbeeld de rug of schouders, daarom is een goed verstelbare stoel van belang en de computer op goede ooghoogte.
- Zorgen voor een goed werkende computer, als dit niet het geval is kan het heel irritant zijn en voor stress zorgen bij de werknemer.
- Zorgen voor genoeg ruimte om het bureau heen, zowel voor de stoel als ruimte om dingen neer te zetten.
- Ook genoeg ruimte tussen alle werknemers in één kantoor, eigen ruimte is erg belangrijk om goed te kunnen werken.
- Zorgen voor goede en duidelijke regels waar iedereen zich aan moet houden, zo komen er geen misverstanden.
Tips voor de werknemer:
- Als je voelt dat je te lang bezig bent en je voelt dat je een korte pauze hebt, neem dan een pauze voor een paar minuten.
- Blijf bewegen, niet te lang in dezelfde houding blijven zitten en sta soms even op en loop bijvoorbeeld even naar de keuken voor wat drinken. Zo blijf je in beweging en krijg je geen kramp.
- Stoel en tafel op de goede hoogte afstellen anders zit je sowieso in de verkeerde houding.
- Recht op zitten om rugklachten te voorkomen, je bent snel geneigd om krom te gaan zitten als je moe bent maar dit is niet goed voor de rug.
- Goed gehydrateerd blijven, anders kan je last van duizelingen en/of hoofdpijn krijgen.
- Blijven knipperen.
Opdracht 3 Een rapport over de Arbo-wetgeving opstellen
1 Stel een rapport op voor het management van je afdeling waarin je de toepassing van de relevante Arbo-wetgeving binnen de afdeling beschrijft.
2 Doe daarbij ook aanbevelingen om deze te verbeteren. Je kunt hierbij eventueel gebruik maken van de vragen die bij deze opdracht horen.
3 Maak een duidelijke opzet van de inhoud van je rapportage voordat je aan de rapportage begint.
4 Bespreek het rapport met je praktijkopleider voordat je het overhandigt aan het management.
De belangrijkste normen voor de inrichting van een werkplek op kantoor zijn:
- minimaal vier vierkante meter per werknemer;
- één vierkante meter voor een plat beeldscherm;
- twee vierkante meter voor een ander type beeldscherm;
- minimaal één vierkante meter voor lees- en schrijfwerk;
- minimaal één vierkante meter voor het uitleggen van tekeningen;
- één vierkante meter voor een vrijstaande of verrijdbare ladekast;
- voor een vergaderruimte geldt minimaal twee vierkante meter per persoon.
In het bedrijf waar ik stage loop vind ik dat de meeste dingen goed geregeld zijn qua werk ruimte en de hoogten van de stoelen en computers. Wat ik zelf heel prettig vind is dat er genoeg ruimte is tussen de personen in één kantoor, in ons eigen kantoor is de ruimte goed verdeeld en de bureaus zijn vrij groot waardoor je veel ruimte voor jezelf hebt. Sowieso ben ik heel tevreden over de bureaus aangezien je al je spullen kwijt kunt en je niet elkaar in de weg zit. Het is mogelijk om je stoel te verstellen en de laptop heeft een los toetsenbord erbij, ik heb op internet gelezen dat dat een eis is en ik vind het ook erg fijn werken. Wat ik niet prettig vind is dat het heel benauwd wordt in het kantoor wanneer het warm is buiten, andersom is dit hetzelfde want als het buiten koud is is het in het kantoor ook erg koud. Er zijn gelukkig wel twee grote ramen dus het kan wel lekker doorgelucht worden.
Opdracht 4 Bedrijfs- en persoonsgegevens
Bedrijfs- en persoonsgegevens worden binnen organisaties beveiligd.
1 Zoek uit hoe binnen jouw organisatie wordt omgegaan met het beveiligen van gegevens.
2 Zoek uit waarom het zo belangrijk is dat persoons- en bedrijfsgegevens zijn beveiligd.
3 Zoek uit wat jouw eigen verantwoordelijkheid is voor wat betreft beveiliging.
4 Verwerk de antwoorden op bovenstaande vragen in een kort verslag.
Er is niet echt een beveiliging op dit bedrijf, wel is er een bepaald wachtwoord om in te loggen op de computer met alle gegevens. Deze wachtwoorden zijn wel beveiligd en dat staat in een back-up bestand. Dus het is wel beveiligd maar alleen met een wachtwoord. Het is belangrijk dat persoons- en bedrijfsgegevens beveiligd zijn om cybercriminaliteit te voorkomen, dit is meestal gericht op geld en daar moet je als bedrijf natuurlijk voorzichtig mee omgaan.
Om cybercriminaliteit te voorkomen, dit is meestal gericht op geld en daar moet je als bedrijf natuurlijk voorzichtig mee omgaan.
Mijn eigen verantwoordelijkheid wat betreft beveiliging is dat ik goede wachtwoorden heb die niemand kan raden en het beste is om al deze wachtwoorden te onderscheiden van elkaar, dus niet allemaal hetzelfde. Ook is het belangrijk dat ik alles afsluit wat persoonlijk is als ik er bij weg loop, op deze manier is er niemand die mijn gegevens kan bekijken. Bij sommige bestanden die ik open op mijn laptop kan je ook weer uitloggen dus als ik wegga kan ik het beste over uitloggen zodat er echt niemand in kan.
Opdracht 5 Energie besparen
Niet alleen thuis, maar ook op het werk is het belangrijk dat je zuinig omgaat met energie. De overheid heeft daarover eisen opgesteld. Bijvoorbeeld regels voor het verminderen van het energiegebruik door computerapparatuur. De overheid vindt dat er alles aan gedaan moet worden om energieverspilling en milieuvervuiling te voorkomen of te beperken.
1 Stel nu dat je leidinggevende je vraagt uit te zoeken hoe je binnen jouw afdeling minder energie kunt worden gebruikt, zodat het milieu minder belast wordt.
2 Welke tips zou je je leidinggevende geven?
Ik zou ze adviseren alle lampen die onnodig zijn uit te zetten, zo heb je niet altijd een lamp nodig overdag en is het veel beter om de lamp dan ook gewoon niet te gebruiken. Wat ik ook vaak zie is dat computers/laptops of andere apparaten de hele dag aan staan en in de nacht op standby. Het is veel beter om de apparaten helemaal uit te zetten als ze niet in gebruik zijn, soms heb je je laptop heel even niet in gebruik en dat kun je hem natuurlijk gewoon aan laten maar voor een hele lange tijd kan de laptop beter uit. De laptop die ik in mijn kantoor gebruik zit ook de hele dag aan de oplader, dit is heel handig zodat je geen problemen hebt met de batterij maar het is wel heel slecht voor het energiegebruik. De batterij kan vaak gewoon voor langere tijd mee dus de oplader hoeft er niet de hele dag in te zitten. Mijn tip is daarom ook om de lader er alleen in te doen als dit nodig is.
Opdracht 6: Een presentatie over het verwerken van afvalstoffen
In deze opdracht ga je je verdiepen in wat er gebeurt met de afvalstoffen die de afdeling produceert. Dit kunnen verschillende soorten stoffen zijn. De ene stof is schadelijker voor het milieu dan de andere. Denk bijvoorbeeld aan een afgekeurde printer of aan stapels te vernietigen papier.
1 Zoek uit welke afvalstoffen er voorkomen binnen de afdeling.
2 Geef vervolgens je tips over wat de organisatie met deze afvalstoffen zou kunnen doen. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan recyclen.
3 Maak van al je bevindingen een korte presentatie.
4 Geef de presentatie voor je leidinggevende en andere geïnteresseerden. Ik heb screenshots gemaakt van de presentatie die ik heb gemaakt:
Oriënterende opdracht 4
Rechten en plichten als medewerker
In opdracht 4 leer je welke rechten en plichten je als medewerker hebt. Door het tekenen van het contract heb je namelijk toegezegd je hieraan te houden.
Opdracht 1 Je rechten en plichten uitzoeken
Als medewerker heb je rechten en plichten. Voor deze opdrachten ga je uitzoeken welke rechten en plichten je hebt bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.
1 Vul kort de belangrijkste rechten en plichten in onderstaand schema in.
Schema 1
Bij ziekte | Bij arbeids- ongeschiktheid | Bij werkloosheid | |
Mijn rechten zijn: | 1. Ziekteverzuimb egeleiding door een professionele bedrijfsarts. 2. Ziekengeld vanaf 70%van het maandloon. | 1. Het UWV moet vertrouwelijk met je gegevens omgaan en je mag deze gegevens zelf bekijken 2. Ontvang je daadwerkelijk een WAO-, WIA-, WAZ- of Wajong- uitkering, dan heb je net als wanneer je werknemer bent recht op vakantiegeld. | 1. Je gegevens inzien. 2. Xxxxxx meenemen naar een persoonlijk gesprek. (vriend/familielid) 3. Een geluidsopname maken van een persoonlijk gesprek. 4. Privacy 5. Reiskostenvergoed ing. |
Mijn plichten zijn: | 1. Ziekmelden en bepaalde informatie te delen bij ziekte. | 1. Er wordt van je verwacht dat je je best doet om te werken aan een terugkeer op de arbeidsmarkt. 2. Je moet het UWV op de hoogte houden van eventuele veranderingen in je persoonlijke situatie. | 1. Geef de juiste informatie over uzelf en uw situatie. 2. Geef wijzigingen door tijdens uw WW-uitkering. 3. Geef uw inkomsten door. 4. Geef door dat u gaat werken. 5. Geef uw vakantiedagen door. 6. Geef uw vrijwilligheid werk door. 7. Geef door dat je ziek bent. 8. Xxxxxxxxxxx actief naar passend werk. 9. Accepteer en behoud passend werk. 10. Voorkom dat u meer werkloos wordt. 11. Voer uw taken in de werkmap uit. 12. Zorg voor een geldig identiteitsbewijs. 13. Kom naar afspraken met het UWV. |
14. Werk mee aan onderzoek. |
Opdracht 2 De arbeidsovereenkomst
Als je ergens gaat werken worden de afspraken die gelden tussen jou en je werkgever op papier gezet. Je hebt dan een arbeidsovereenkomst. Een arbeidsovereenkomst wordt ook wel een contract genoemd.
Soms zijn de afspraken tussen jou en je werkgever alleen mondeling gemaakt. Ook dan zijn het afspraken die je werkgever en jij beiden moeten nakomen.
1 Vul het volgende schema in. De zaken die niet in je contract staan vraag je aan het hoofd van de afdeling Personeelszaken (of diegene die daar binnen de organisatie verantwoordelijk voor is).
Schema 2
Onderdelen | Afspraken | |
1 | Looptijd contract | Van 9-5-2017 tot 14-7-2017 |
2 | Arbeidstijden | Van 08:30 tot 16:30 uur |
3 | Aantal uren per week/maand | 32 uur per week |
4 | Pauzes | Vanaf 12:15 tot 12:45 |
5 | Vakantie-uitkering Hoeveel procent van wat? Wanneer wordt het vakantiegeld uitbetaald? | Ja 8% van het maandloon Per maand |
6 | Hoeveel vrije dagen heb je? | 21 vrije dagen |
7 | Wat zijn adv-dagen? Heb je ook adv-dagen? Zo ja, hoeveel? | Dit staat voor Arbeidsduurverkorting/ arbeidstijdverkorting (atv) Bij adv werk je wekelijks meer dan de afgesproken arbeidsduur. De extra gewerkte uren neem je op een ander moment op als verlof. Nee heb ik niet. |
8 | Heb je recht op een ‘13e maand’? | Nee |
Vanaf vraag 5 zijn de vragen niet van toepassing bij mij omdat ik er stage loop en niet werk. Ik heb er wel informatie over gevraagd en ingevuld.
Opdracht 3 Een personeels- of OR-achterbanvergadering bijwonen
1 Bespreek met je praktijkopleider of het mogelijk is deel te nemen aan een personeels- of OR-achterbanvergadering.
2 Bedenk vooraf waar je op gaat letten.
3 Noteer in het kort die punten van de vergadering die je belangrijk vindt. Soort vergadering: …..………………….
Datum: 20…
Belangrijke punten:
•
•
•
4 Wat mij opviel tijdens de vergadering:
•
•
Er vinden hier geen personeels- of OR-achterbanvergaderingen plaats.
Opdracht 4 Uitwerkingen bespreken
1 Bespreek de uitwerkingen van de gemaakte opdrachten met je praktijkopleider.
2 Pas eventueel je uitwerkingen na afloop van dit gesprek nog aan.