Besluit
Besluit
Kenmerk: 614897/631256
Betreft: Toestemming voor “de publiek-private samenwerking tussen stichting TV-Meierij en Mooi Rooi B.V. en in dat kader uitwisselen van informatie en content”
_ _ __
A. Verloop van de procedure
1. Bij e-mail van 3 september 2013 heeft stichting TV-Meierij (hierna: TVM) een overeenkomst aan het Commissariaat voorgelegd betreffende de samenwerking tussen TVM en Mooi Rooi B.V. (hierna: Mooi Rooi) die ziet op het uitwisselen van informatie en content met betrekking tot nieuws uit Sint-Oedenrode. Deze overeenkomst wordt hierna aangeduid als: de samenwerkingswerkingsovereenkomst.
2. Op 24 juni, 24 juli, 13 augustus, 10 september, 4 november 2014 heeft het Commissariaat per e-mail om nadere informatie verzocht. De gevraagde informatie is op 6 juli, 7 augustus, 17 augustus, 19 augustus en 10 november 2014 per e-mail door TVM verstrekt. Ook heeft er op 9 en 16 september 2014 telefonisch contact plaatsgevonden tussen TVM en het Commissariaat.
B. Relevante bepalingen
3. Voor de relevante bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1.
C. Inhoud van de samenwerking
4. Hieronder volgen de feiten zoals die blijken uit de door TVM aangeleverde informatie.
5. TVM is een samenwerking aangegaan met Mooi Rooi. Mooi Rooi brengt in Sint- Oedenrode de Mooi Rooi krant uit. TVM heeft aangegeven mede door de nieuwe technische mogelijkheden, kansen te zien in een samenwerking met Mooi Rooi om enerzijds de verspreiding van films van TVM te versterken en anderzijds de bewoners van Sint-Oedenrode beter te bedienen met informatie en achtergronden bij het nieuws.
6. In het kader van de samenwerking heeft TVM de mogelijkheid om door gelijktijdige publicatie (via RSS Feed) gevoed te worden met het nieuws en de agenda van xxx.xxxxxxxx.xx. De nieuwsfilms van de website van TVM zijn beschikbaar via links op de website van Mooi Rooi en layars in de Mooi Rooi krant met vermelding van de naam TVM. Daarnaast bestaat de samenwerking tussen TVM en Mooi Rooi uit het over en weer uitwisselen van foto’s. Voorgaande wordt door partijen in de samenwerkingsovereenkomst aangeduid als het uitwisselen van informatie en content. Het Commissariaat neemt deze aanduiding over. De inhoud van de samenwerkingsovereenkomst zal hierna worden beoordeeld.
D. Beoordeling
Toestemming
7. Het Commissariaat heeft de samenwerkingsovereenkomst beoordeeld en is van oordeel dat deze publiek-private samenwerking past binnen de door het Commissariaat gehanteerde uitgangspunten bij crossmediale samenwerkingen tussen publieke media- instellingen en mediabedrijven, zoals neergelegd in de Beleidsbrief publiek-private samenwerking met mediabedrijven en culturele instellingen 2012 (Beleidsbrief 2012).
Crossmediale samenwerking
8. Het beleid van het Commissariaat houdt kort samengevat in dat een publiek-private samenwerking is toegestaan, mits aannemelijk wordt gemaakt dat:
i. de samenwerking of de activiteiten binnen de samenwerking verband houden met of ten dienste staat aan de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke media-instelling (relatietoets);
ii. er sprake is van een (voorgenomen) samenwerking tussen een publieke media- instelling en een mediabedrijf of cultureel bedrijf;
iii. de samenwerking gelijkwaardig is;
iv. de redactionele onafhankelijkheid is gegarandeerd;
v. sprake is van het gezamenlijk opzetten van een activiteit waarbij gebruik wordt gemaakt van elkaars expertise;
vi. een schriftelijke overeenkomst wordt aangegaan en deze aan het Commissariaat wordt verstrekt;
vii. de keuze voor de samenwerkingspartner wordt toegelicht;
viii. den exclusieve samenwerking voor niet meer dan drie jaar wordt vastgelegd;
ix. er sprake is van een gelijkwaardige ontvlechting bij het beëindigen van de overeenkomst;
9. Hieronder worden bovengenoemde voorwaarden langsgelopen.
i. Relatietoets
10. De samenwerking voldoet aan de relatietoets De samenwerking ziet op het uitwisselen van informatie en content tussen stichting TV-Meierij en Mooi Rooi. Dit houdt verband met en staat ten dienste aan de verwezenlijking van de publieke media-opdracht. Het over en weer beschikbaar stellen van (beeld)materiaal in de zin van foto’s (contentuitwisseling) en het uitwisselen van informatie, vergroot de betrokkenheid van de gebruikers bij het media-aanbod van TVM. Daarnaast sluit het uitwisselen van informatie en content inhoudelijk aan bij het media-aanbod van TVM, nu het gaat om informatie en content van de publieke media-instelling TVM. Dat er is voldaan aan de relatietoets volgt ook uit de Beleidsbrief 2012, waarin diverse voorbeelden staan van samenwerkingen waarbij in beginsel aan de relatietoets is voldaan. Als voorbeeld staat onder andere genoemd het uitwisselen van informatie en (beeld)materiaal en het op neutrale wijze plaatsen van links of andere verwijzingen naar een website van derde. Daar is hier sprake van.
ii. (Voorgenomen) samenwerking tussen een publieke media-instelling en een mediabedrijf of cultureel bedrijf
11. Aan het vereiste van samenwerking tussen een publieke media-instelling en een mediabedrijf is voldaan. TVM is de lokale publieke media-instelling in Sint-Oedenrode. Mooi Rooi is een mediabedrijf en brengt de Mooi Rooi krant uit, een lokale weekkrant in Sint-Oedenrode.
iii. Gelijkwaardige samenwerking
12. Onderhavige samenwerking is aan te merken als gelijkwaardig. Het uitwisselen van informatie en content vindt op gelijkwaardige basis plaats.
iv. Redactionele onafhankelijkheid
13. De redacties van TVM en Mooi Rooi behouden hun redactionele onafhankelijkheid. Dit is vastgelegd in artikel 8 van de samenwerkingsovereenkomst. Aan het vereiste van redactionele onafhankelijkheid is voldaan.
v. Gezamenlijk opzetten van een activiteit waarbij gebruik wordt gemaakt van elkaars expertise
14. In onderhavig geval is niet direct sprake van het opzetten van een activiteit, als wel het over en weer uitwisselen van informatie en content. Dit kan ook worden gezien als een activiteit. Het uitwisselen van de informatie en content gebeurt over en weer en op die manier wordt gebruik gemaakt van elkaars expertise.
vi. Een schriftelijke overeenkomst die aan het Commissariaat wordt verstrekt
15. TVM en de Mooi Rooi krant hebben hun samenwerking vastgelegd in een overeenkomst en deze aan het Commissariaat verstrekt. Aan dit vereiste is voldaan.
vii. Toelichting keuze samenwerkingspartner
16. Desgevraagd heeft TVM aangegeven waarom er voor samenwerking met Mooi Rooi is gekozen. TVM heeft aangegeven dat de inhoud van de voorgenomen samenwerking haar aansprak, namelijk dat de filmpjes van TVM via layar apps te bekijken zijn en de eigen identiteit van TVM zichtbaar is. Daarnaast was voor TVM van belang dat Mooi Rooi ook een bedrijf uit Sint-Oedenrode is. De keuze voor de samenwerkingspartner Mooi Rooi is door TVM voldoende toegelicht.
viii. Exclusiviteit samenwerking
17. In dit geval is sprake van een exclusieve samenwerking. Dit volgt uit artikel 9 van de samenwerkingsovereenkomst. Op grond van dit artikel van de samenwerkingsovereenkomst is het TVM of Mooi Rooi niet toegestaan een soortgelijke samenwerking met een andere partij aan te gaan. De exclusieve samenwerking tussen TVM en de Mooi Rooi wordt, volgens de samenwerkingsovereenkomst, aangegaan voor onbepaalde tijd.
18. Een exclusieve samenwerking die voor meer dan drie jaar wordt aangegaan, is in strijd met de Beleidsbrief 2012. In onderhavig geval is hiervan sprake. In artikel 1 van de samenwerkingsovereenkomst staat dat de samenwerking voor onbepaalde tijd wordt aangegaan. Het Commissariaat verleent daarom toestemming voor de exclusieve samenwerking tussen TVM en Mooi Rooi voor een maximale duur van drie jaar tot 1 december 2016. Op grond van de samenwerkingsovereenkomst is samenwerking namelijk definitief aangegaan per 1 december 2013.
19. Indien de exclusieve samenwerking wordt voortgezet na de maximale periode van drie jaar, moet TVM uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de periode van drie jaar aan het Commissariaat aangeven wat de effecten van de publiek-private samenwerking zijn geweest. Er moet worden aangegeven of de samenwerking nog steeds gelijkwaardig is, indachtig de voorwaarden die hiervoor gelden, en zo nee, welke wijziging is opgetreden. Ook dienen de verhoudingen in de markt te worden beschreven, zoals de vraag of er andere private partijen zijn die ook voor de samenwerking in aanmerking komen. Als TVM de samenwerking na drie jaar wil
voortzetten met Mooi Rooi, dient zij te motiveren waarom de samenwerking met Mooi Rooi wordt voorgezet.
ix. Gelijkwaardige ontvlechting bij ontbinding van de overeenkomst
20. Desgevraagd heeft TVM aangegeven dat er geen sprake is van een mechanisme van gelijkwaardige ontvlechting bij beëindiging, omdat er bij beëindiging niets te ontvlechten valt. Mocht de samenwerking worden beëindigd dan wordt er gestopt met de uitwisseling van informatie en foto’s. Er is in dit geval ook geen sprake van bijvoorbeeld gezamenlijke eigendom van merken of handelsnamen die gedurende de samenwerking waarde zouden kunnen verkrijgen. Het vereiste van gelijkwaardige ontvlechting bij ontbinding van de overeenkomst speelt in dit specifieke geval geen rol.
Conclusie
21. Op grond van het bovenstaande is het Commissariaat is van oordeel dat de publiek- private samenwerking tussen TVM en Mooi Rooi die ziet op uitwisseling van informatie en content voor de duur van drie jaar past binnen de door het Commissariaat gehanteerde uitgangspunten bij gelijkwaardige samenwerkingen tussen publieke media-instellingen en mediabedrijven. Dit oordeel geldt voor de samenwerking, zoals die bij het Commissariaat gemeld is. Indien tussentijdse wijzigingen plaatsvinden, verzoekt het Commissariaat TVM dit te melden. Daarnaast houdt het Commissariaat zich het recht voor om nader onderzoek te doen naar de onderhavige samenwerking en zo nodig handhavend op te treden, indien informatie in zijn bezit komt waaruit blijkt dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden die het Commissariaat stelt aan samenwerkingen of indien het Commissariaat een overtreding vermoedt.
22. Overigens wijst het Commissariaat TVM erop dat de vermelding of vertoning de Mooi Rooi krant niet op overdreven of overdadige wijze mag plaatsvinden.
E. Publicatie
23. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wob.
F. Besluit
24. Op grond van bovenstaande toetsen besluit het Commissariaat:
I. Toestemming te verlenen voor de publiek-private samenwerking tussen stichting TV-Meierij en Mooi Rooi B.V. voor de duur van drie jaar voor zover de samenwerking ziet op het uitwisselen van informatie en content;
II. De volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren.
G. Besluit
25. De samenwerking wordt als volgt opgenomen in het Openbare Register nevenactiviteiten, te vinden op de website van het Commissariaat (xxx.xxxx.xx): “de publiek-private samenwerking tussen stichting TV-Meierij en Mooi Rooi B.V. en in dat kader uitwisselen van informatie en content”.
Hilversum, 25 november 2014
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof. xx. xx. Xxxxxxxxx xx Xxxx Xxxxxx voorzitter
xxx. Xxxx Xxxxx commissaris
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, Xxxxxxx 0000, 0000 XX xx Xxxxxxxxx
Bijlage 1: Xxxxxxxxx xxxxx
Artikel 2.132 Mediawet 2008
“1. De NPO en de publieke media-instelling mogen alleen na voorafgaande toestemming van het Commissariaat nevenactiviteiten verrichten.
1. Nevenactiviteiten zijn activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten als bedoeld in artikel 2.136.
2. Toestemming kan alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke media-instelling, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is.
3. In afwijking van het eerste lid is geen voorafgaande toestemming van het Commissariaat nodig voor het bij wijze van experiment van beperkte omvang en duur verrichten van nevenactiviteiten die bestaan uit het leveren van goederen en diensten, met inbegrip van rechten en verplichtingen aan:
a. mediabedrijven ten behoeve van de versterking en verbetering van de nieuws- en informatievoorziening; of
b. culturele instellingen.
4. De NPO en de publieke media-instellingen melden nevenactiviteiten als bedoeld in het vierde lid bij het Commissariaat.
5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over:
a. de wijze van melden;
b. de omvang en duur van het experiment;
c. de aard en de inhoud van de nevenactiviteiten; en
d. de samenwerking met de in het vierde lid, onderdelen a en b, bedoelde instellingen.”
Artikel 3 Beleidsregels nevenactiviteiten 2009
“1. Een nevenactiviteit <<houdt verband met>> of <<staan ten dienste van>> de verwezenlijking van de publieke media-opdracht indien:
a. er sprake is van het verkopen van een vastlegging; of
b. er sprake is van gebruik van of het in licentie geven van een naam of (beeld)merk van een publieke media-instelling ten behoeve van een product bij het media- aanbod; of
c. de betrokkenheid van gebruikers bij het media-aanbod wordt bevorderd;
d. de innovatie van het media-aanbod met de nevenactiviteit wordt bevorderd.
2. De activiteit als bedoeld in het eerste lid, onder c en d, van dit artikel moet aantoonbaar inhoudelijk aansluiten bij het media-aanbod of de publieke media-instelling.”
Beleidsbrief publiek-private samenwerking met mediabedrijven en culturele instellingen 2012
‘Het Commissariaat toetst de nevenactiviteit aan de hand van de criteria van artikel 2.132 Mediawet 2008 (relatietoets, marktconformiteit en kostendekkendheid). Aan die criteria wordt door Commissariaat de invulling gegeven zoals in deze Beleidsbrief uiteengezet1, indien aan de navolgende voorwaarden wordt voldaan:
1 Daarmee geldt het toetsingskader zoals neergelegd in de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 dus niet voor publiek-private samenwerkingen die voldoen aan de in deze Beleidsbrief opgenomen randvoorwaarden.
• er is sprake van een voorgenomen samenwerking tussen een publieke media- instelling en een mediabedrijf (zie hieronder voor wat betreft de mogelijkheid van meerpartijenconstructies);
• de onafhankelijkheid van de redactie van de publieke media-instelling is gegarandeerd;
• er is sprake van het gezamenlijk opzetten van een activiteit, waarbij bij aanvang gebruik wordt gemaakt van elkaars expertise;
• de publieke media-instelling dient een schriftelijke samenwerkingsovereenkomst aan te gaan en deze aan het Commissariaat te verstrekken;
• de publieke media-instelling moet duidelijk maken hoe de keuze van de partij waarmee zij wil samenwerken tot stand is gekomen, waarbij aangetoond wordt dat zorgvuldig is omgegaan met de belangen van derden;
• er geldt een maximale samenwerkingsperiode van 3 jaar;
• de overeenkomst dient te voorzien in een mechanisme van gelijkwaardige ontvlechting in geval van (tussentijdse) beëindiging van de overeenkomst.’
Artikel 8 Wet openbaarheid van bestuur
‘1. Het bestuursorgaan aangaat, verschaft uit eigen beweging informatie over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder begrepen, zodra dat in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering.’
Artikel 10
‘Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: (…)
a. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;
(…)
2. Het verstrekken van informatie ingevolgde deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:
(…)
g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.’