INLEIDING EN SAMENVATTING
Regio Deal aanvraag Zuid-Hollandse Delta
Zuid-Hollandse Delta, Next Step
Van kwetsbaar naar kansrijk
INLEIDING EN SAMENVATTING
Rijdend door de prachtige landschappen en fietsend over de dijken van de Zuid-Hollandse Delta zie je niet wat er echt achter de voordeur speelt. Ook niet wanneer je uitkijkt over het water of slentert langs al die bijzondere en historische plekken. De grootstedelijke omgeving van wereldstad Rotterdam is altijd nabij en daardoor is de regio het ‘schakelgebied’ tussen stad, land en haven. Ogenschijnlijk en in essentie een zorgeloze plek voor de 300.000 inwoners om er met plezier te wonen, werken en recreëren. Een gebied om trots op te zijn. Tegelijkertijd liggen er nu én de komende tijd gevaren op de loer die direct invloed hebben op de brede welvaart van inwoners en ondernemers en die we in een Next Step met elkaar willen aanpakken. ‘We’ zijn de gemeenten Goeree-Overflakkee, Hoeksche Waard, Nissewaard, Voorne aan Zee en Recreatieschap Voorne-Putten samen met onze ondernemers en onderwijspartners.
Eerste Regio Deal
In de eerste Regio Deal van vier jaar geleden richtten we ons op Agrifood, Duurzaamheid, Toerisme & Recreatie en Onderwijs & Arbeidsmarkt. De onderliggende structuur is versterkt en op natuurlijke wijze hebben de vier gemeenten, ieder met hun specifieke kwaliteiten, samengewerkt. Bijvoorbeeld aan de innovatieve landbouw, de duurzame energieoplossingen, de samenwerking rond onderwijs en arbeidsmarkt en aan de recreatie in en om het Haringvliet. De resultaten zijn zichtbaar.
Zoals nieuwe en afgestemde leerlijnen bij onze leerwerkbedrijven waardoor concurrentie verdween en de deelnemers op de juiste plek terechtkwamen. In Brielle, op de Green Technology Campus, is met het bedrijfsleven vernieuwend onderwijs gestart en er kwamen corona-toerisme en recreatie in het buitengebied. We lanceerden een waterstofstation nabij Stad aan het Haringvliet waardoor we nieuwe energie in de bebouwde omgeving acceptabel maakten. Verder boekten we aantoonbare resultaten in Agrifood, met name rondom bodem- en regeneratieve landbouw. De nutriëntenwaarden op de regeneratieve percelen scoorden tussen de 12% en 25% beter. Dit betekent een gezondere bodem en meer voedingswaarde in de geteelde producten. Voor een wetenschappelijke onderbouwing zijn de resultaten van minimaal drie jaar en een vergelijking tussen meerdere percelen en gewassen nodig. Tot slot leverde de eerste deal winst op voor het watervasthoudend vermogen (WHC) van de bodem. Er is potentie voor opschaling om een grote maatschappelijke waarde te genereren met effecten op nationale -, Europese - en mondiale schaal. Voor deze pilot staat vijf tot zeven jaar. Het zijn complexe, biologische en scheikundige processen die vragen om een langere adem. De Next Step is hard nodig.
Als ‘schakelgebied’ tussen stad, land en haven is meer van de gemeenten en hun partners (ondernemers en onderwijs) nodig. Zoals maatwerk om de juiste economische en ecologische verbindingen te leggen waardoor de regio op arbeidsmarkt & onderwijs en in duurzaamheid & circulariteit vitaal is en blijft.
Daarmee geven we antwoord op landelijke vraagstukken rond de positionering van onze regio ten opzichte van het havengebied en de Randstad. We maken 3 van 1+1 door ondernemers en onderwijs economisch en ecologisch te verbinden. De eerste stappen zijn gezet, het is nu tijd voor de volgende stappen.
Reden voor zorg
Ondanks de successen van de eerste Regio Deal zijn er zorgen. Door vergrijzing en ontgroening zijn grote tekorten op de arbeidsmarkt ontstaan en is de kansenongelijkheid fors gestegen. Voorzieningen verdwijnen, het verenigingsleven kalft af, kwetsbare wijken in onze steden dreigen verder af te glijden en de ondernemers in en buiten de regio missen gekwalificeerd personeel. Ook zijn we onvoldoende voorbereid op de naderende landbouw- en energietransities. Voor een succesvolle ommezwaai zijn samenwerken met onze partners en de hulp van de Rijksoverheid cruciaal.
We willen ons unieke woon-, werk- en leefgebied, met een potentieel sterke beroepsbevolking en een rijke bodem voor landbouw en natuurbeleving, behouden. We erkennen onze kwetsbaarheden en zien tegelijkertijd legio kansen. We moeten én willen de Next Step zetten om de transities en arbeidsmarktvraagstukken aan te kunnen. Zonder Next Step worden we ongetwijfeld teruggeworpen naar een ‘ieder voor zich’-situatie waarin we elkaar pas weer over minimaal 10 jaar weten te vinden.
Hoe nijpend is het?
De urgentie van een Next Step Regio Deal vinden we ook in verschillende externe publicaties, zoals in het rapport ‘Elke regio telt’. Hierin staat de spiraal van verschraling omschreven alsof onze regio een blauwdruk is voor dit beeld. Uit het onderzoek van DRIFT, wat met de provincie Zuid-Holland is opgesteld, blijkt dat de transities voor deze regio opgavegericht opgepakt moeten worden: een gezonde en klimaatbestendige leefomgeving, vitale wijken en kernen en een innovatieve, bereikbare, duurzame economie en arbeidsmarkt. Met als gevolg een focusadvies dat vanuit de urgentie, zoals benoemd door RaboResearch (rapporten Brede Welvaart en Mainport Zuid-Holland), is gedestilleerd voor de arbeidsmarkt en de energie- en circulaire transitie. RaboResearch laat ook zien dat het subjectief welzijn significant verslechtert, net als huisvesting en sociale contacten. Zie ook de concept Ruimtelijke Koers van Zuid-Holland. Tenslotte kennen we deze gegevens van het CBS:
• De nabijheid van voorzieningen ligt over het algemeen lager dan het gemiddelde in Nederland. Zo is de gemiddelde afstand in de regio naar een vmbo (4,43 km) of havo/vwo (5,23 km) langer dan gemiddeld in Nederland (2,60 km om 3,40 km).
• Het aandeel hoogopgeleiden in de regio (23,75%) is lager dan in heel Nederland (29,69%).
• De gemiddelde afstand naar een trein (24,47 km) is langer dan in heel Nederland (5,10 km).
• De demografische druk ligt hoger dan het gemiddelde in Nederland (dubbele vergrijzing). De voorspellingen tot en met 2040 volgen deze trend.
• Het percentage van personen met één of meer langdurige ziekten of aandoeningen (33,18%) is hoger dan in de rest van Nederland (32,70%).
• Het vertrouwen in instituties ligt in onze regio (63,48%) lager dan in Nederland (66,14%).
Het Waterschap Hollandse Delta geeft in haar Watervisie aan dat waterkwaliteit (verzilting) en waterkwantiteit (verdroging) al binnen 15 jaar de toekomstige ruimtelijke inrichting van de regio stuurt. De investeringen die noodzakelijk zijn voor onze veranderende toekomst, zijn afhankelijk van de keuzes die we gisteren hadden moeten maken. Dit benadrukt de noodzaak om ecologie en economie in balans te brengen, te houden en te voorkomen dat de regio in de ‘Delta-paradox’ komt.
Next Step voor een kansrijke regio
We bouwen voort op basis van de huidige Regio Deal. Want, zo leerden we, we zijn er nog lang niet. De naderende, grote transities die onze regio ingrijpend zullen veranderen, kunnen we alleen aan mét onze partners en mét de investeringen, kennis en kunde van de Rijksoverheid. Niet voor niets zijn we met elkaar een duurzaam partnership overeengekomen (dealtekst 2020).
Het met de provincie opstellen van de regionale ambities en randvoorwaarden openbaarde de dieperliggende kwetsbaarheden van de brede welvaart. Een nieuwe Regio Deal streeft, samen met het Rijk, naar een structurele versterking van die brede welvaart. We gaan dus door met onze aanpak en organisatie en versterken en verstevigen de samenwerking tussen overheden, ondernemers en onderwijs. Die samenwerking is noodzakelijk voor de samenhang in de economische en ecologische uitdagingen.
Deze aanvraag is opgesteld op basis van de grote regionale opgaven op en rond de arbeidsmarkt (onderwijs/Leven Lang Ontwikkelen) en de effecten van de landbouw-, circulaire - en energietransitie. Een Next Step Regio Deal, het cement van de samenwerking, biedt ruimte om de bouwstenen van landelijke en provinciale programma’s aan de regio te verbinden. Dit betekent dat programma’s en bijbehorende financiering (zoals het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied, de Ruimtelijke Puzzel en het NOVEX- havengebied) geen onderdeel zijn van deze aanvraag, wél de mogelijke effecten daarvan.
Wie ondersteunt?
De aanvraag is mede ontwikkeld en wordt ondersteund door onder meer de provincie Zuid-Holland, het Waterschap Hollandse Delta, de gemeente Rotterdam, de vijf regionale mbo-besturen, het regionale bedrijfsleven inclusief agrarische ondernemers vertegenwoordigd in de Regioboard, MKB Rotterdam Rijnmond, Deltalinqs, het Havenbedrijf Rotterdam, Nederland Maritiem Land en de Land- en Tuinbouworganisatie Noord. De aanvraag is gebaseerd op het regionale ambitiedocument dat met vele maatschappelijke partners en alle gemeenteraden is besproken en ook de concrete uitvoeringsplannen en projectvoorstellen die met deze partners zijn ontstaan. Het is nu tijd voor de uitvoering. Hieronder lichten we de aanvraag nader toe via de opgave (‘Delta-paradox’), een samenhangende aanpak, de beoogde impact, de kostenraming en de uitvoering/organisatie.
1. OPGAVE: DE DELTA-PARADOX
‘Niets is wat het lijkt’.
De mensen in onze regio zijn tevreden met hun welzijn, gezondheid, zorg, de hoge kwaliteit van de leefomgeving en met nabijgelegen stedelijke voorzieningen. De economie heeft zich de afgelopen jaren regiobreed beter ontwikkeld dan het landelijk gemiddelde. Maar de noordrand van onze regio blijft substantieel achter ten opzichte van deze groei in het havengebied. Daar waar we in de afgelopen jaren in het Haven Industrieel Complex/Rotterdam 18% werkgelegenheidsgroei zagen, kromp bijvoorbeeld Nissewaard op Voorne Putten met 5%. Opmerkelijk is ook dat de provinciale investeringsmaatschappij in 2022 slechts één project heeft ondersteund, terwijl in andere gebieden op programmalijnen stevig op innovatie wordt ingezet. We staan niet op de kaart. Kortom, over het algemeen zien we een positief ervaren brede welvaart in onze regio. Maar niet alle inwoners en ondernemers profiteren hiervan. Sterker nog, we zien steeds meer bedreiging voor onze brede welvaart met het risico op verdere verschraling in de brede regio. Je ziet het pas als je het doorhebt.
1.1 Brede welvaart onder druk: leefbaarheid
Vergrijzing en ontgroening betekenen in de kleinere kernen steeds minder draagvlak voor maatschappelijke voorzieningen. Dit jaagt een verdere leegloop van vooral jongere mensen aan, we belanden in een neerwaartse spiraal. Bijvoorbeeld omdat scholen te weinig leerlingen hebben en verenigingen stoppen met het gebruik van een dorpshuis.
De trek uit de regio en de komst van huurders aan de onderkant van het huursegment leveren een grote uitdaging voor de woningmarkt op en wanneer we niet ingrijpen zal een vertrek van starters en 30-jarigen zich vanaf 2027 sterk openbaren. Het is van belang een eenzijdig woonaanbod te voorkomen en voldoende kwalitatieve goede woningen te bouwen. Vanuit Rotterdam en de rest van Nederland neemt ook de vraag naar goedkope woonruimte in onze regio toe waardoor de kansen voor starters afnemen.
Veel jongeren, aan de vooravond van hun carrière (of beroepsopleiding), verlaten onze regio, terwijl juist ouderen hier prettig wonen en de regio aantrekkelijk is voor gezinnen met jongere kinderen. Deze opbouw stimuleert ontmoeting en omzien naar elkaar.
In de stedelijke kernen Spijkenisse en Hellevoetsluis zijn in de jaren 70 en 80 in no time veel woningen gebouwd die weinig divers en niet energiezuinig zijn waardoor ze vrijwel allemaal tegelijk aan transformatie of vernieuwing toe zijn. In deze zogenoemde new town problematiek ontbreken daarvoor de middelen en de ontwikkelkracht en nemen de sociaaleconomische problemen dus toe.
1.2 Brede welvaart onder druk: economie
De regionale economie heeft drie uitdagingen. Allereerst zien we een bovengemiddeld tekort op de arbeidsmarkt. Naar verwachting loopt dit tekort tot 2030 op tot ongeveer 20.000 werknemers, naast de
7.000 vacatures in het Haven Industrieel Complex (HIC). Dit neemt grote risico’s met zich mee in de voortgang van ons bedrijfsleven en de regionale behoefte. Behoud van de sterke MKB- en zorgsector is van groot belang voor de vitaliteit van de regio en de samenhang met de voorzieningen in de kernen en wijken.
Een tweede uitdaging zien we aan de noordrand van onze regio, waar we qua werkgelegenheid voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van banen in (de regio) Rotterdam en in en om het Haven Industrieel Complex (HIC). Dit levert meerdere onzekerheden op. Onze bereikbaarheid verslechtert en het wordt steeds lastiger om te pendelen tussen de regio en Rotterdam (woon- en werkplek). Ook zien we in het HIC de komende periode grote veranderingen ontstaan, zoals minder petrochemie, meer energieneutraliteit en circulariteit en andere vormen van werk. Een veranderende economie betekent andere werknemers of andere vaardigheden, het liefst in de nabijheid van bedrijven. De inwoners van de Zuid-Hollandse Delta zullen dus altijd hun best moeten doen om op het juiste niveau geschoold te blijven en hun kennis en kunde te blijven ontwikkelen.
Een oplossing voor een tekort op de arbeidsmarkt is het verhogen van de arbeidsproductiviteit en daarvoor is innovatie van belang. En juist daar ligt onze derde kwetsbaarheid: het aandeel van vernieuwende sectoren blijft achter ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde. Dit is niet alleen van belang voor de arbeidsmarkt, maar ook voor het verdienend vermogen van onze ondernemers en dus de brede welvaart van onze regio.
1.3 Brede welvaart onder druk: landschap
Het klimaat verandert en het aantal uitdagingen in de regio groeit, zoals de kans op wateroverlast, hitte, droogte en verzilting. We willen ons iconische delta-landschap duurzaam op peil houden en koesteren de ruimtelijke kwaliteit. Tegelijkertijd nemen de ruimteclaims toe. Onder andere door onze ligging (vlak bij het HIC en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag) zien derden ons vaak als mogelijke uitbreidingslocatie. We willen de economie en de ecologie in balans houden in een gebied met veel agrarische bedrijvigheid, verstedelijking, toerisme én met waardevolle natuur en een karakteristiek landschap. We zijn een voorbeeld voor de agrarische sector in Nederland. Die sector laat zien hoe je nieuwe methoden en technieken en duurzame vormen van landbouw bedrijft, binnen de landschappelijke waarden.
2. SAMENHANGENDE AANPAK: 1+1=3
We zijn trots op de Zuid-Hollandse Delta! Het is een veelzijdig gebied met een rijke historie en veel cultureel erfgoed, waar een sterke sociale binding heerst in een karakteristiek landschap. Het water en de zee, met rust, ruimte en reuring altijd in de buurt. Deze kwaliteiten koesteren we en vandaaruit gaan we de uitdagingen en de transities aan. Samen met en voor onze inwoners, ondernemers, onderwijspartijen en maatschappelijke partners. Uitgangspunt: Ecologie + Economie = Brede Welvaart voor mens en leefomgeving.
Via het programma Regio Deal ‘Zuid Hollandse Delta, de Next Step’ willen de regiopartijen de ecologische
en economische kracht in de regio versterken. Dus…
o De bewezen samenwerking van leren en ontwikkelen benutten om praktische en impactvolle programma’s/projecten te realiseren die aansluiten bij de provinciale - en Rijksambities voor economische structuurversterking, het klimaatakkoord, de kringlooplandbouw, versterking van het techniekonderwijs, een leven lang ontwikkelen en de leefbaarheid in kernen en wijken.
o Een regioklimaat creëren om de verschillende beleidsdoelstellingen, programma’s en investeringen samen te brengen en deze passend in ons gebied te laten landen. Met als randvoorwaarde de regionale inbedding en samenwerking met al onze partners.
o Energiek doorpakken op de regionale samenwerking met partners, vanuit een belangrijke eerste impuls door de huidige Regio Deal. De partners hebben actief bijgedragen aan de vormgeving en verdere uitwerking van het voorliggende programma.
o Een scherpe focus leggen op Toekomstgericht Leren, Werken en Ondernemen (economie) en een Duurzame en veerkrachtige Leefomgeving (ecologie). Vanuit beide perspectieven ontstaat een slimmere oplossing of nieuw perspectief voor de regio: 1+1=3.
o Inzetten op het multipliereffect en innovatie door de focuslijnen met elkaar te verbinden waardoor ze elkaar versterken. Dit zorgt voor meerwaarde binnen de programma’s/projecten, maar zorgt er ook voor om bij toekomstige opgaven verder te komen (meer innovatie, meer
massa, grotere versnelling) en een positief effect te leveren in de provincie Zuid-Holland en voor Nederland.
We staan er niet alleen voor en werken samen met krachtige partners in onze Regioboard. Zo neemt het onderwijs de verantwoordelijkheid voor een sterk beroepsonderwijs, zetten we samen met de inwoners de schouders onder leefbaarheid en werken ondernemers met elkaar aan innovatie en een aantrekkelijk arbeidsklimaat. Bijzonder hierbij is ook de verbinding met partners als het Havenbedrijf, Deltalinqs en de gemeente Rotterdam voor de kern Rozenburg.
2.1 Toekomstgericht Leren, Werken en Ondernemen
De grootste opgave is het behouden en aantrekken van talent. Dit doen we door het bieden van passende opleidingen en skills voor nu en later. De huidige Regio Deal is het fundament met een visie en de eerste praktische resultaten. De colleges van de vijf mbo-opleidingen zetten zich in voor samenwerking met het hbo, gebaseerd op de Human Capital Agenda die we samen met onderwijsorganisaties, het bedrijfsleven, de brancheorganisaties en de gemeenten opstellen. Met onze onderwijspartners als trekkers werken we naar (een doorontwikkeling van de) campusachtige structuren of leerroutes met ruimte voor specialisatie en spreiding. Concrete initiatieven zijn innovatieve onderwijsconcepten als praktijkroutes en flexibel leren voor techniek en groen. Er is een onorthodoxe inzet op het onbenut arbeidspotentieel, met aandacht voor mensen in de participatiewet, statushouders en 55-plussers (vooral Leven Lang Ontwikkelen). Dit alles vanuit de drieslag ‘van school naar werk’, ‘van huis naar werk’ en ‘van werk naar werk’.
Cruciaal is een toekomstgerichte en duurzame landbouwsector in de regio. Deze sector produceert wereldwijd en is een belangrijke speler in voedselzekerheid die duurzaam (bijvoorbeeld met zeer beperkte stikstofuitstoot) een renderende en potentiële akkerbouwproductie realiseert. Vooral in minder gewasbeschermingsmiddelen, minder watergebruik en minder bemesting door inzet van precisielandbouw, meer biodiversiteit en een optimale waterhuishouding. Onze agrariërs zien zichzelf ook als landschapsbeheerders en leveren een grote bijdrage aan de duurzaamheidsopgave en de korte ketens.
Samen met het waterschap en de overheid streven zij naar een innovatieve aanpak via een gebiedspilot op elk eiland. Daarvoor is al een aantal projecten benoemd. In een nog op te richten landbouwtafel vindt straks het overleg plaats over het benodigde maatwerk en de opschaling. Een andere benadering van natuurbeheer en circulariteit geeft ook de kans om binnen de totale gemeenschap nieuwe werk- en verdienmodellen te introduceren voor hen die de verandering niet geheel kunnen meemaken of die een andere levenskoers inslaan. Dit is een gevolg van een transitie, maar kan zich op verschillende manieren in iemands persoonlijke levenssfeer openbaren.
Onze economie moet klimaatneutraal en circulair zijn en een bijdrage leveren aan de brede welvaart. Ondernemers moeten kunnen verduurzamen met circulaire en andere energiebronnen. Het overbelaste elektriciteitsnetwerk is een nadrukkelijk probleem waar verschillende oplossingen nodig zijn.
Klimaatneutraal en circulair ondernemen vereisen extra ruimte en hebben daardoor grote gevolgen voor de leefomgeving. Tegelijkertijd biedt het nieuwe verdienmodellen door het verwaarden van reststromen.
Het bedrijfsleven is weliswaar per eiland georganiseerd, maar de opgaven zijn vergelijkbaar. De regionale behoefte aan meer en betere samenwerking groeit. Bedrijven zoeken ondersteuning bij
2.2 Duurzame en veerkrachtige leefomgeving
We willen het mooie landschap en de ruimtelijke kwaliteit behouden: nieuwe ontwikkelingen, ruimteclaims, uitbreidingen (denk aan de woningbouwopgave of ruimte voor zonnepanelen) moeten niet ten koste gaan van de ruimtelijke kwaliteit en de gekoesterde biodiversiteit. De kwaliteit van het landschap staat voor ons centraal. We gaan het landschap voor toeristen aantrekkelijker maken, met een focus op de verouderende verblijfslocaties en circulaire, innovatieve concepten. De kwaliteit van deze locaties gaan we onderzoeken en waar nodig in investeren. Ook maken we werk van het vitaal en veilig houden van de Voordelta en de kustzone.
De potentie van de regio is niet alleen het grijpen van kansen, maar ook het oppakken van de soms negatieve consequenties van een veranderende leef- en werkomgeving door de transities. Niet iedereen kan in de veranderingen mee; zij zullen in de samenleving een plek moeten blijven vinden en zich moeten omscholen naar een andere arbeidssector. Of neem statushouders die al uitgevallen zijn voordat ze een plek hebben gevonden. Juist het nabij bieden van alternatieven in hospitality, zorg en circulariteit lijken hiervoor de meest geschikte invalshoeken die samenhangen met de focus op toekomstgericht leren en werken.
We geven een impuls aan de leefbaarheid van onze kernen en wijken waarbij bewoners en maatschappelijke partijen het voortouw hebben. Zij bepalen de noodzakelijke stappen en de problemen. Bijvoorbeeld op het gebied van het voorzieningenniveau, een ruimtelijke opgave, de verduurzaming van wijken of kernen en het op peil houden van bereikbaarheid (bijvoorbeeld van ouderen) door de inzet van slimme mobiliteitsoplossingen. Hieronder staan de bedachte maatregelen, de bewoners gaan over de planvorming en uitvoering.
2.3 Projectenportfolio en een eerste uitwerking van de focuslijnen
2.3.1 Toekomstgericht Leren, Werken en Ondernemen
Toekomstgericht beroepsonderwijs
Met verschillende projecten en opleidings-/praktijkroutes realiseren we een toekomstgericht onderwijsveld. Het doel is een goede verbinding met en doorstroom naar de lokale arbeidsmarkt, onder meer door leerlingen op jonge leeftijd kennis te laten maken met (technische) beroepen. Maar ook door de lijn van vo en mbo naar hbo en wo door te zetten. De focus ligt vooral op de sectoren techniek, groen en het Midden- en Kleinbedrijf. We zetten onder andere in op:
o Zuid-Hollands beroepsonderwijsnetwerk van vo tot LLO.
o ‘Circulaire arbeidsmarkt’ waarbij de carrière in de regio en niet de carrière bij een bedrijf voorop
staat. Het bedrijfsleven gaat hiervoor nauw samenwerken.
o Een practoraat (een expertiseplatform binnen een mbo-instelling) voor veiligheid en ondermijning, met de regio als pilotgebied.
o Opleidingen en cursussen vanuit het LLO-initiatief Zuid-Holland voor jongeren, werknemers en zij- instromers, een initiatief vanuit de ROC.
o Arbeidsfit via een gezonde werksfeer en werkstressverlaging.
o Techhub en Praktijkroutes, zoals de pilot Techmission.
o Aanpak onbenut arbeidspotentieel met projecten voor statushouders en vluchtelingen.
Groene campus
De groene campus, een samenwerking met Lentiz, Yuverta, de agrarische sector en leerwerkbedrijven, brengt leren en werken samen. Door onder andere opleidingen in de landbouw/tuinbouw, duurzaamheid en landschapsbeheer bereiden we jongeren in de regio voor op een baan in de agrarische sector. De landbouwcampus is ook de plek voor promotie en voorlichting voor bijvoorbeeld scholen in het primair onderwijs. En mogelijk ook voor onderzoek en kennisdeling met een practoraat en een lectoraat.
Samen inspelen op de gevolgen van de landbouwtransitie
o Om de waterkwantiteit (waterberging) en de bodemkwaliteit te (blijven) waarborgen, onderzoeken we met het Waterschap de mogelijkheden voor vernieuwende projecten.
o Met slimme technieken verandert onze omgang met grondstoffen, water, mest en gewasbeschermingsmiddelen en kunnen we de unieke bodem behouden. De precisielandbouw zorgt voor extra kennis voor nieuwe innovaties om per perceel, perceeldeel of zelfs per plant te bepalen wat aan voeding, water of andere stoffen nodig is.
o Met de agrarische sector richten we een landbouwtafel in die zich focust op innovatieve oplossingen en de toepassing daarvan voor de verduurzaming van de landbouw en gebiedsgerichte pilots. Ideeën voor innovaties toetsen we direct aan het overheidsbeleid op duurzaamheid, effecten op de waterhuishouding en de biodiversiteit.
o We zetten in op effectbeheersing van de landbouwtransitie waar deze individueel de bestaanszekerheid kan aantasten of leidt tot ongewenste kansenongelijkheid. Hiertoe voeren we in samenwerking met de landbouwtafel en kennisinstituten een verkenning uit met een agenda, die van belang is voor de andere transities.
o Verbeteren van korte ketens door het versterken van initiatieven gericht op levering van landbouwproducten direct in de (Rotterdamse) regio. Vaak ontbreekt de infrastructuur om vraag en aanbod van duurzaam, hoogwaardig voedsel lokaal samen te brengen.
o Aanpak ondermijning en cybersecurity: streven naar een innovatieve aanpak, samen met partners en het ministerie van Justitie en Veiligheid, om ondermijning in de agrarische sector en in leegstaand vastgoed tegen te gaan (zie ook thema ‘leefbare en duurzame kernen en bedrijventerreinen’).
Organisatiegraad
We werken aan het verenigen van ondernemersbelangen door de organisatiegraad van het bedrijfsleven te versterken. De ondernemersverenigingen zijn per sector of per eiland georganiseerd. We geven het bedrijfsleven meer invloed op de strategische ontwikkeling van de regio door het creëren van randvoorwaarden die noodzakelijk zijn voor het vestigingsklimaat, bijvoorbeeld in bereikbaarheid, werklocaties, energiecongestie, ondernemerschap en innovatiekracht. Wij versterken hiermee de triple helix-verbanden en werken samen aan een vitale en toekomstgerichte regio.
Concrete stappen:
o Het op drie eilanden verbinden van afzonderlijke kwartiermakers als onafhankelijke aanspreekpunten voor het bedrijfsleven naar een bestendige, economische samenwerkingsorganisatie.
o Het ontwikkelen van een strategische triple helix-agenda.
Verduurzaming bedrijfsleven
We willen de dringende duurzaamheidsopgaves voor bedrijventerreinen in de regio aanpakken. Onder meer door de stijgende energieprijzen en de dreigende energiecongestie op het net vragen veel bedrijven zich af hoe ze kunnen verduurzamen. Bedrijventerreinen consumeren namelijk gemiddeld 25% van de energie in Nederland. Vanuit de Regio Deal zien wij mogelijkheden om de samenwerking van bedrijven te versterken. We willen hen de hand reiken bij verduurzaming van hun bedrijf, circulaire bouw of het verwaarden van reststromen. Hoe?
o Het opzetten van bijvoorbeeld lokale energiehubs en energiedeling op bedrijventerreinen en ruimte bieden om daarmee te experimenteren.
o Het opstellen van een actieroute verduurzaming (agrarische) bedrijven.
Beter benutten
Bedrijven zijn niet alleen als werkgever van grote invloed, maar ook als investeerders, lokale spelers en zichtbare uithangborden. Ze moeten wel voldoende en kwalitatief hoogwaardige ruimte hebben om zich te vestigen of uit te breiden. Voor de vitaliteit van de regio is het erg belangrijk dat we nieuwe ondernemers aantrekken die nieuwe bedrijvigheid, innovatie en kennis naar de regio brengen. Bedrijven met hoogwaardige werkgelegenheid in plaats van productiewerk. Hiervoor moet voldoende en passende ruimte voor werklocaties en bedrijvigheid zijn. Uiteraard altijd vanuit onze identiteit en met oog voor het goede samenspel tussen rust, ruimte en reuring en met behoud van alle (landschappelijke) kwaliteiten. We zetten ons daarom vooral in voor het beter benutten van de bestaande ruimte voor ondernemers en deze zo in te richten, dat met name onze vitale speerpuntsectoren ervan profiteren. Waar gaan we mee aan de slag?
o Onderzoek naar aanbod en behoefte van bedrijventerreinen.
o Ontwikkelen van een acquisitiestrategie bedrijven.
o Faciliteren van clustering van speerpuntsectoren om het netwerk dichter bij elkaar te brengen en innovatiekracht te versterken.
2.3.2 Duurzame en Veerkrachtige Leefomgeving
Leefbare kernen en wijken
Om de leefbaarheid op peil te houden (of te versterken) zetten we een vitaliseringsfonds in. Doel is om de vitaliteit en de duurzaamheid van kleine dorps- en stadskernen te versterken en slimme oplossingen aan te reiken voor nu en later. Per kern, dorp of wijk moet blijken wat de uitdaging is én waar de energie zit. De kracht en ambities van de bewoners zijn daarbij van groot belang. Vanuit het fonds willen we goede initiatieven ondersteunen en zo een bottom-up bijdrage leveren aan de leefbaarheid in de betreffende kern (of wijk).
Nissewaard, meer specifiek Spijkenisse, is in de jaren 70 gegroeid van een klein dijkdorp tot de groeikern van Rotterdam. Een nu nog zichtbare trend die ook speelt in Hellevoetsluis. Verschillende wijken zijn op diverse manieren onder druk komen te staan. Er is een kwaliteitsimpuls nodig, nog los van de grote veranderopgaven die buiten de scope van deze aanvraag vallen. Zo moeten we de lokale (uitvoerings-
)kracht en samenleving versterken. We willen een robuuste leefomgeving creëren waarin mensen, stedelijkheid en natuur goed samengaan, met behoud van de unieke stad/land/haven-identiteit. Zo doen we dat:
o Een kwaliteitsimpuls aan wijken en kernen, gebaseerd op de lokale situatie. Bijvoorbeeld: ontmoetingsplekken en een integraal huisvestingsplan in cruciale gebiedsontwikkelingen.
o Het verbinden van de ruimtelijke met de maatschappelijke opgave en klimaatadaptatie.
o In de bovenstaande trend zal ook een stadspark ontstaan.
Energiesysteem (in de wijk)
Het is onze ambitie om door te ontwikkelen op waterstof als alternatieve energiebron, en dus gebiedsgericht de mogelijkheden te onderzoeken tot verduurzaming van het energiesysteem. Met aandacht voor opwekken, gebruiken, opslaan en delen. Zo gaan we netcongestie tegen en creëren we een systeem van hernieuwbare energiebronnen en energieopslag in combinatie met een duurzaam gebruikspatroon. Hiermee groeit het aandeel duurzaam opgewekte energie in de regio:
o Een pilot om energie te delen.
o Creëren van een smart energiehub.
o Het gemeentehuis van de toekomst.
Verblijfslocaties
Voor de toeristen willen we de kwaliteit van de verblijfslocaties versterken. We stellen hierbij kwaliteit boven kwantiteit met de volgende stappen:
o Het uitlokken van gerichte investeringen in verblijfslocaties, waarbij we een actief programma opzetten om ondernemers te coachen, businessplannen op te stellen en hen met gerichte investeringen te ondersteunen.
o Het opzetten van passende pilots voor toerisme-innovatie. Bijvoorbeeld een mobiel hotel dat zich telkens verplaatst en circulair is ontwikkeld.
Kustontwikkeling
De Zuid-Hollandse Delta staat zoals gezegd voor rust, ruimte en reuring. Er zijn alleen nog te weinig mogelijkheden om dit te beleven. De kust - met een maritiem cluster – heeft te maken met verzanding. Na het onderzoek willen we dit gebied duurzaam herontwikkelen met als doel een duurzamer en groter aanbod voor recreatie en beleving. Een nog aantrekkelijkere kust die extra bezoekers aantrekt. Concrete projecten zijn:
o Herinrichting van de Voordelta: concreet plan en uitvoering van de eerste initiatieven.
o Creëren van recreatieve ‘parels’ met een doorlopende natuur- en recreatieroute Haringvliet.
Gezond bewegen
Het gaat ons erom de bevolking gezond te houden en sporten en bewegen mogelijk te maken voor iedereen, bewoners en bezoekers. Dit zijn onze plannen:
o Een bereikbaar regionaal (natuur)landschap dat verbonden is met de stad.
o Project ‘Arbeidsfit’ door het aanbieden van sport- en beweegmogelijkheden, passende zorgvoorzieningen en aandacht voor de psychologie van Xxxxx Xxxx Ontwikkelen.
o Verbreding van het aanbod van (open) sportclubs om bewegen laagdrempeliger te maken, zoals MTB-parcoursen en pumptracks.
o Inzet van maatschappelijke sportcoaches.
o Inrichten sport- en beweegloketten.
Mobiliteit
Door de regionale ontgroening en vergrijzing daalt het draagvlak voor (mobiliteits)voorzieningen. Wanneer er geen gebruik van wordt gemaakt, verdwijnt het openbaar vervoer wat de bereikbaarheid van de regio verslechtert. Daarom staan wij voor een dynamische en duurzame vervoersketen. We willen gedragsverandering aansturen naar een duurzamer mobiliteitspatroon en de bereikbaarheid op de eilanden en tussen de wijken en kernen garanderen. Mobiliteit moet hiervoor innovatief zijn door:
o Ontwikkeling van een mobiliteitsstrategie als onderdeel van de gebiedsgerichte samenwerking van Zuid-Holland Bereikbaar.
o Een app om gedragsverandering aan te sturen.
o Pilots voor MaaS waarbij je openbaar vervoer aanvraagt.
Veilige omgeving
De lage bevolkingsdichtheid en de nabijheid van twee havens met veel drugstransport maken onze regio aantrekkelijk voor (drugs)criminaliteit. Dit creëert onveilige situaties voor onze inwoners en mogelijkheden voor de jeugd om het criminele circuit in te stappen. Vrijkomende agrarische opstallen zijn aantrekkelijk voor ondermijnende activiteiten. Samen het ministerie van Justitie en Veiligheid werken we aan:
o Pilots rondom innovatieve controle en - onderzoeksmethoden.
o Een nieuwe toolbox tegen ondermijning.
o Online openbare orde en Crime Prevention Through Environmental Design (CPTED), waarbij we criminaliteit tegengegaan door een bepaalde manier van het ontwerpen van de fysieke ruimte.
2.4 Financiën
De (concept)verdeling van de geraamde investeringen over de partijen en de projecten is als volgt:
Totaal | Overheid (regio) | Overig (regio) | Rijk | |
Toekomstgericht Leren, Werken en Ondernemen | € 10.200.000 | € 2.800.000 | € 2.150.000 | € 5.250.000 |
Duurzame en Veerkrachtige Leefomgeving | € 9.800.000 | € 3.650.000 | € 1.400.000 | € 4.750.000 |
TOTAAL | € 20.000.000 | € 6.450.000 | € 3.550.000 | € 10.000.000 |
3. IMPACT EN MONITORING
We bouwen met onze nieuwe Regio Deal voort op de monitoring van de afgelopen periode. Zo krijgen we zicht op de actuele trends en signaleren we onze urgentie en uitdagingen. Monitoring is het hulpmiddel om te kunnen bijhouden of we de verwachte effecten via ons programma gaan halen. Onze ambitie is om een positieve bijdrage te leveren aan de brede welvaart in de regio.
Naast de impact zetten we onze heldere evaluatiestructuur voort, om langs de drie niveaus inspanning (output), samenwerking en impact te blijven monitoren. Vanuit de monitoringsstructuur houden we de voortgang per project inhoudelijk en financieel bij en kunnen we waar nodig bijsturen met nieuwe maatregelen en instrumenten. Na afronding van de Regio Deal vindt er een eindevaluatie plaats.
4. UITVOERING (ORGANISATIE)
De samenwerking in de Zuid-Hollandse Delta is de afgelopen jaren versterkt, onder andere door de huidige Regio Deal als katalysator. Bestuurlijk en ambtelijk weten we elkaar te vinden, we trekken op met buren en maatschappelijke partners en voeren projecten samen uit. Voor de uitvoering van de Regio Deal is een Brede Bestuurstafel gestart waarin naast de accordering van projecten ook bestuurlijke aansturing in de regionale samenwerking plaatsvindt. Een Regioboard brengt vertegenwoordigers van het onderwijs, de ondernemers en de overheid bij elkaar. Een programmaorganisatie zorgt voor de uitvoering, maar waakt ook over de gezamenlijke communicatie, de financiële verantwoording en de monitoring. De gemeenten hebben besloten om deze op dit moment te bekostigen. Inzet is om de programmaorganisatie samen te bemensen.
We zien de wens groeien om deze beginnende samenwerking sterker te verankeren en door te ontwikkelen tot sterke inhoudelijke programma’s waaraan de hele regio zich committeert. Naast de huidige Regio Deal hebben we hierin een concrete stap gezet door deze aanvraag inhoudelijk breed af te stemmen en de programma’s op te stellen. Ook hebben we ons als regio gevonden in het opstellen van een ambitiedocument, dat de basis voor deze aanvraag en een gezamenlijke strategische agenda vormt.
De aankomende Regio Deal-periode willen wij benutten om uitvoeringskracht te koppelen aan onze regionale ambities. We zijn klaar voor de uitvoering in bestaande structuren die we willen versterken en bestendigen.