Beheerconvenant Kleinschalige Woonvoorziening Leger des Heils Nesselande
Beheerconvenant Kleinschalige Woonvoorziening Leger des Heils Nesselande
PARTIJEN:
1. gemeente Rotterdam, vertegenwoordigd door de wethouder Volksgezondheid, Welzijn en Maatschappelijke Opvang, mw. X. Xxxxxx, nader te noemen ‘de gemeente’;
2. het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente Prins Xxxxxxxxx vertegenwoordigd door de voorzitter, xxx. X. Xxxx, nader te noemen ‘de deelgemeente’;
3. Het Maatschappelijk Centrum Rotterdam e.o. van het Leger des Heils, gevestigd en kantoor houdende te Rotterdam, vertegenwoordigd door Majoor xxx. X. Xxxxxxxx, nader te noemen ‘de instelling’;
4. Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond, vertegenwoordigd door de districtschef, dhr. xxxx nader te noemen ‘politie’;
5. Organisaties van omwonenden, vertegenwoordigd door Xxxxx, nader te noemen ‘omwonenden’;
PARTIJEN OVERWEGEN HET VOLGENDE:
Er is besloten dat op de locatie Wollefoppenweg, ten oosten van huisnummer 45, een voorziening voor begeleid wonen wordt gerealiseerd voor onbeperkte duur.
Het pand dat zich op deze locatie gerealiseerd wordt, wordt ingericht en gebruikt ten behoeve van een voorziening die begeleid wonen biedt aan 12 tot 15 voormalige dak - en thuislozen met een toegewezen traject dat hen kwalificeert voor deze voorziening.
De trajecttoewijzing valt onder de verantwoordelijkheid van de GGD en gezamenlijke hulpverleningsinstellingen.
Partijen hebben afspraken gemaakt die in dit convenant zijn vastgelegd teneinde te bewerkstelligen dat de bewoners van de voorziening beschermd en veilig in de buurt kunnen wonen en te voorkomen dat vanuit deze locatie overlast voor de omwonenden kan ontstaan en indien toch overlast zou ontstaan deze te beheersen en de veiligheid en leefbaarheid van de omgeving te bevorderen.
Het convenant beoogt een bijdrage te leveren aan het instandhouden van het leef- en woonklimaat in de directe omgeving van de voorziening. Het convenant omvat daartoe regels en voorwaarden waaraan alle partijen zich gebonden achten.
Partijen realiseren zich dat de doelstellingen van het convenant slechts bereikt kunnen worden door intensieve samenwerking tussen alle partijen met het in acht nemen van ieders verantwoordelijkheid.
De afspraken voorzien er onder meer in dat een Klankbordgroep wordt ingesteld, samengesteld uit vertegenwoordigers van partijen en bewoners, die ten doel heeft de hiervoor genoemde doelstellingen te bevorderen onder meer door signalen uit de omgeving en uit de voorziening te onderzoeken en daarop zo nodig actie te ondernemen.
De in dit convenant opgenomen afspraken zullen gelden zolang de voorziening op de locatie Wollefoppenweg zal zijn gevestigd.
De voorziening komt voort uit het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang. Ter uitvoering van dit plan van aanpak zijn door gemeente, zorginstellingen en zorgkantoor afspraken gemaakt over onder andere gemeentelijke regie, Centraal Onthaal, trajecttoewijzing, TrajectToewijzingsCommissie,
trajectregie en bekostiging. Deze afspraken, al dan niet vastgelegd in convenanten, worden door dit convenant niet beïnvloed.
PARTIJEN ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
1 De voorziening
1.1 Profiel van de voorziening
Het doel van de voorziening is het bieden van een woonfunctie met begeleiding/activering aan cliënten door het Leger des Heils. Het gaat hierbij om 12 tot 15 voormalige dak- en thuislozen. De doelgroep betreft voormalig dak- en thuislozen met lichte psychische of psychiatrische problemen. Dit kunnen ook mensen zijn met een verslavingsprobleem, die daarvoor in behandeling zijn en waar nodig medicatie ontvangen. Zij hebben eerder in hun hersteltraject al aangetoond dat zij geen drugs of alcohol meer gebruiken1.
Bewoners van de voorziening zullen overdag deelnemen aan verschillende vormen van werk of activering. Het is ter beoordeling van het Leger des Heils of een cliënt hiervan in voorkomende gevallen wordt vrijgesteld, zoals in geval van ziekte.
De begeleiding zal gedurende het eerste half jaar na de opening van de woonvoorziening 24 uur per dag plaatsvinden. Na het eerste half jaar wordt met de Klankbordgroep Nesselande bekeken hoe de voorziening functioneert en zal in goed overleg met de Klankbordgroep de begeleiding voor na die periode worden ingevuld, waarbij normaliter, bij goed functioneren, er sprake is van een afbouw van het toezicht binnen het pand binnen een jaar na opening tot het normale niveau dat gebruikelijk is voor dit soort kleinschalige woonvoorzieningen.
1.2 Selectie van bewoners
De bewoners worden voor de voorziening geselecteerd door de TrajectToewijzingsCommissie (TTC). De acceptatie is een verantwoordelijkheid van de instelling.
Het gaat om mannen en vrouwen ouder dan 23 jaar afkomstig uit Rotterdam (volgens de hiervoor geldende criteria van Centraal Onthaal) die al langere tijd in behandeling zijn bij het Leger des Heils of een collega-instelling. Deze cliënten hebben in hun behandeltraject blijk gegeven al een eind op weg te zijn naar zelfstandigheid. Maar voordat de stap naar volledig zelfstandig wonen (met een vorm van ambulante woonbegeleiding) kan worden gezet hebben zij nog enige tijd begeleiding en ondersteuning nodig. Het is ter beoordeling van het Leger des Heils hoelang elke cliënt nodig heeft alvorens geschikt te zijn om door te stromen naar een andere vorm van wonen.
De instroom zal fasegewijs plaatsvinden tot het maximum van 15 bewoners is bereikt. De snelheid waarmee cliënten zullen worden geplaatst is ter beoordeling van het Leger des Heils.
In ieder geval geldt een veroordeling voor een zedenmisdrijf als een contra-indicatie voor deze voorziening. Bewoners welke als ernstig overlastgevend en/of crimineel [minimaal 5 processen verbaal voor overlast, voldoen aan justitiële criteria voor veelpleger, zeer actieve veelpleger en stelselmatige dader, en individu heeft problemen op minimaal een leefgebied (naar leefgebied justitie/politie)2, en rechtmatig in Nederland verblijft of individu zit vanaf het moment van veroordeling in detentie] aangemerkt kunnen worden zullen evenmin in aanmerking kunnen komen voor deze voorziening. Voor deze bewoners zijn andere trajecten en voorzieningen.
1.3 Nadere regels
De bewoners van de voorziening sluiten met de instelling een woonbegeleidingsovereenkomst
waarin nadere regels worden gesteld met betrekking tot het wonen of verblijf en de (woon)begeleiding. De begeleidingsovereenkomst is onlosmakelijk verbonden met het recht om in de woonvoorziening te kunnen wonen.
De instelling bewerkstelligt voorts dat de bewoners zich conformeren aan de door instelling opgestelde huisregels. Het Leger des Heils accepteert niet dat er in of om de woonvoorziening door deze mensen drugs of alcohol worden gebruikt. Deze huisregels zijn als bijlage aan dit convenant toegevoegd.
1 Cliënten zijn zogenoemd abstinent; zij hebben geen actieve, actuele verslaving
2 Deze criteria worden gehanteerd door het SPAR (Samenwerkingsverband PGA-aanpak Rotterdam) en zijn leidend bij het
bepalen of iemand ernstig overlastgevend en/of crimineel is
1.4 Wijziging doelgroep
Indien de instelling het voornemen heeft om de doelgroep te wijzigen treedt zij na afstemming met de gemeente in overleg met deelgemeente en klankbordgroep alvorens er tot besluitvorming wordt overgegaan.
2 Het voorkomen en beheersen van overlast en het omgaan met overlastklachten
2.1 Overlast en toezicht
Onder overlast wordt verstaan: gedragingen van personen in en rondom het pand die het leefmilieu belasten of aantasten, hinder of schade veroorzaken. Daarbij kan worden gedacht aan: het vervuilen van de omgeving, het veroorzaken van lawaai, hinderlijk rondhangen, handtastelijkheden, openlijk drugsgebruik, prostitutie, onzedelijk gedrag, drugshandel op straat.
Onder ‘toezien’ wordt verstaan: signaleren en actie ondernemen.
2.2 Toezien op overlast
Uitgangspunt is dat de bewoners van de voorziening geen overlast veroorzaken. Niet alleen in de voorziening zelf, maar ook in de onmiddellijke omgeving van het gebouw zal het personeel van de instelling hierop toezien.
2.3 Maatregelen
Partijen verbinden zich passende maatregelen te nemen teneinde te verzekeren dat overlast zoals hiervoor beschreven wordt voorkomen dan wel zoveel mogelijk wordt beperkt. Partijen die zijn belast met een toezichthoudende functie, verplichten zich actie te ondernemen na meldingen van overlastklachten zoals die zijn omschreven in dit convenant. Zij zullen op eerste afroep aan alle partijen verslag doen van de activiteiten die zij naar aanleiding van de meldingen van overlastklachten die vallen onder de werking van dit convenant, hebben ondernomen.
2.4 Meldingen
Overlastgevende situaties die direct om ingrijpen vragen, moeten door burgers worden gemeld bij:
- de instelling (nummer later bekend; telefoonnummer 24 uur per dag bereikbaar), als het accent ligt op de (niet-strafrechtelijke) correctie van het gedrag van een bewoner;
- de politie (0900-8844);
- de deelgemeente (010-2868200).
Meldingen die niet om een direct ingrijpen vragen of signaleringen van algemene aard die om bestuurlijk optreden vragen, kunnen worden gedaan bij de deelgemeente.
Betrokken partijen dragen er zorg voor dat de telefoonnummers van instelling, deelgemeente en politie bij de omwonenden bekend zijn.
2.5 Opvolging
Indien er sprake is van een calamiteit, zal de politie zo spoedig mogelijk na melding ter plaatse zijn. Onder calamiteit wordt verstaan: een ernstig bedreigende situatie waarbij gevaar bestaat voor lichamelijk letsel en (materiële) schade.
‘Zo spoedig mogelijk’ is afhankelijk van de aard van de melding zoals deze bij de politie binnenkomt. Bij ernstige bedreigende situaties (prioriteit 1 en 2) is het streven van de politie er op gericht om in 90 % van de gevallen binnen 15 minuten ter plaatse te zijn. Het contact met de politie loopt in deze gevallen via het alarmnummer 112.
2.6 Overlastmeting
Voorafgaand aan de opening van de voorziening voeren deelgemeente en politie in het gebied rond de voorziening (nader aan te duiden + kaartje, zie bijlage) een nulmeting naar overlast, veiligheids- en leefbaarheidaspecten uit. Vervolgens wordt na 1 jaar de meting herhaald.
3 Sancties betreffende de bewoners
De instelling draagt er zorg voor dat zowel in de huisregels van de voorziening, als bijlage bijgevoegd, als in de individuele woonbegeleidingsovereenkomst die met iedere bewoner wordt gesloten, bepalingen worden opgenomen teneinde te verzekeren dat de bewoners geen overlast
veroorzaken en dat bewoners ermee bekend zijn dat de woonbegeleidingsovereenkomst met hen kan worden opgezegd, indien zij in strijd hiermee handelen. De instelling maakt in genoemde overeenkomst duidelijk in welke gevallen er sprake is van ernstige overlast die na een waarschuwing bij herhaling leidt tot verwijdering uit de voorziening.
Zo is het de bewoners niet toegestaan dat zij verdovende middelen kopen of verkrijgen in de onmiddellijke omgeving van de voorziening (NB gebied eventueel nader aanduiden). Drugsgebruik in het openbaar is evenmin toegestaan. Dit wordt vastgelegd in de afspraken die de instelling met de bewoners maakt.
4. Sancties betreffende de voorziening
4.1 Sluiting
Partijen onderkennen, dat in geval van aanhoudende overlast voortkomende uit gedragingen (van welke aard ook) van de bewoners en gebruikers van de voorziening of het functioneren van de voorziening, waarbij de regels neergelegd in dit convenant niet worden nageleefd en het woon- en leefmilieu ter plaatse substantieel wordt aangetast, welke overlast blijft optreden nadat daartegen maatregelen zijn genomen, verder ingrijpen door partijen noodzakelijk is, waaronder begrepen sluiting van de voorziening.
4.2 Procedure
Het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente kan gehoord de klankbordgroep, in geval van aanhoudende overlast als hiervoor omschreven, het gemeentebestuur adviseren de instelling aan te zeggen dat deze tot sluiting van de voorziening overgaat, zoals hierna bedoeld in lid 3. Het Dagelijks Bestuur vermeldt de gronden van zijn advies.
4.3 Opvolging aanzegging
De instelling verplicht zich over te gaan tot sluiting van de opvangvoorziening binnen uiterlijk 3 weken na aangetekend verstuurde schriftelijke aanzegging daartoe van of vanwege het gemeentebestuur, onverminderd de toepassing door bestuursorganen van gemeente en deelgemeente van bestaande publiekrechtelijke bevoegdheden tot het nemen van maatregelen. In de aanzegging zet de gemeente de redenen uiteen waarom zij hiertoe overgaat.
5 Instelling en samenstelling klankbordgroep
5.1 Instelling klankbordgroep
Partijen stellen een klankbordgroep in die is belast met het bevorderen van de veiligheid in de omgeving van de voorziening en met het toezicht op de naleving van dit convenant. De klankbordgroep stimuleert tevens het goede nabuurschap.
5.2 Werkzaamheden klankbordgroep
De klankbordgroep realiseert deze doelstelling door het monitoren (meten) van de veiligheid van de omgeving, het signaleren en ondernemen van acties, het behandelen van klachten van belanghebbenden over de naleving van dit convenant, en met de middelen die de klankbordgroep hiervoor dienstig acht.
5.3 Benoeming leden
De deelgemeente benoemt de voorzitter en de secretaris van de klankbordgroep. Alle andere partijen benoemen een lid van de commissie. Ook partijen die het convenant niet hebben ondertekend, kunnen toetreden tot de klankbordgroep. De klankbordgroep wijst een waarnemend voorzitter aan.
De klankbordgroep kan te allen tijde worden aangevuld met nieuwe leden. Zij beslist zelf over de toelating.
5.4 Contacten met media
De voorzitter van de klankbordgroep dan wel diens waarnemer treedt namens de klankbordgroep naar buiten en geeft als zodanig commentaar in de media.
5.5 Secretariaat
Het ambtelijk secretariaat wordt gevoerd door de deelgemeente die daartoe een ambtelijk secretaris aanwijst.
6 Werkwijze van de klankbordgroep
6.1 Vergaderfrequentie
De klankbordgroep vergadert zo vaak als zij dat wenselijk acht en stelt daartoe aan het begin van ieder kalenderjaar een vergaderrooster op. Er wordt zorg gedragen dat dit vergaderrooster bij de omwonenden bekend is. De vergaderingen zijn in principe openbaar tenzij de klankbordgroep anders besluit.
6.2 Kennisneming van overlastmeldingen
De klankbordgroep neemt kennis van de meldingen van overlastklachten en calamiteiten die met de voorziening dan wel de bewoners of gebruikers ervan in verband kunnen worden gebracht.
6.3 Logboek van overlastmeldingen en calamiteiten
Het ambtelijk secretariaat houdt een logboek bij van alle bij politie, deelgemeente of instelling ingediende meldingen van overlast of calamiteiten, waarbij naast de omschrijving van de melding en de gegevens van de melder, de meldingsdatum en de wijze van afhandeling wordt opgenomen. Het logboek wordt tijdens iedere vergadering van de klankbordgroep behandeld.
6.4 Verslaglegging
De klankbordgroep brengt tenminste eens per jaar verslag uit aan alle partijen, waarbij in het verslag in ieder geval wordt vermeld:
- de resultaten van de overlastmetingen;
- een overzicht van de ingediende overlastklachten met inhoudelijke samenvatting, beoordeling van de melding en genomen maatregelen naar aanleiding van de melding.
6.5 Recht op inzage in logboek
Alle leden van de klankbordgroep hebben recht op inzage in het overlastklachten- en calamiteitenlogboek.
6.6 Klachtbehandeling
Klachten over de afhandeling van meldingen dienen te worden gericht aan het ambtelijk secretariaat van de klankbordgroep.
7 Informatievoorziening
7.1 Overzichten
Partijen houden ieder voor zich een overzicht bij van de klachten en meldingen bij die bij de betreffende partij zijn binnengekomen en verband houden met de voorziening.
7.2 Informatie over ernstige feiten
Ernstige tot zeer ernstige overlastmeldingen of meldingen van incidenten in of rond de voorziening worden zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van alle partijen.
7.3 Informeren secretariaat
Elke vier weken ontvangt het secretariaat van de klankbordgroep van elk der partijen de overzichten van klachten en meldingen die in die periode zijn ontvangen.
7.4 Uitwisseling van informatie
Op verzoek van een der partijen levert elke partij alle gevraagde informatie over de bij haar bekend zijnde klachten en meldingen, voor zover zij niet op basis van enige wettelijk voorschrift tot geheimhouding verplicht is.
8 Rechten en verplichtingen
Partijen onderkennen dat alle in dit convenant genoemde rechten en verplichtingen in rechte afdwingbaar kunnen zijn en zij komen overeen dat geschillen over de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst en eventuele gemaakte nadere afspraken worden beslecht door de bevoegde rechter te Rotterdam. In geval van een geschil zal eerst in onderling overleg een oplossing worden gezocht.
9 Looptijd
Het convenant treedt in werking op de dag na ondertekening door alle partijen. Het eindigt op de dag dat de voorziening niet meer operationeel is.
10 Tussentijdse beëindiging en opzegging
Elke partij mag dit convenant met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden, dat van partijen in redelijkheid niet kan worden gevergd dat het convenant door haar wordt voortgezet. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden.
11 Wijziging of afwijking van convenant bij onvoorziene omstandigheden
In het geval dat zich onvoorziene omstandigheden voordoen en artikel 12 geen uitkomst heeft geboden, kan dit convenant met instemming van alle partijen, gehoord de klankbordgroep, gewijzigd worden of kan er van het convenant afgeweken worden.
12 Slotbepaling
In alle gevallen waarin dit convenant niet voorziet en een regeling noodzakelijk is, gelet op de doelstelling van dit convenant, verplichten partijen zich ten opzichte van elkaar daarover in overleg te treden teneinde aanvullende afspraken te maken, na daartoe de Klankbordgroep te hebben gehoord.
Aldus overeengekomen te Rotterdam op …. 2008 Namens:
1. gemeente Rotterdam, vertegenwoordigd door de wethouder Volksgezondheid, Welzijn en Maatschappelijke Opvang, mw X. Xxxxxx, nader te noemen ‘de gemeente’;
2. het Dagelijks Bestuur van de deelgemeente Prins Xxxxxxxxx vertegenwoordigd door de voorzitter, xxx X. Xxxx, nader te noemen ‘de deelgemeente’;
3. Het Maatschappelijk Centrum Rotterdam e.o. van het Leger des Heils, gevestigd en kantoor houdende te Rotterdam, vertegenwoordigd door Majoor xxx. X. Xxxxxxxx, nader te noemen ‘de instelling’;
4. Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond, vertegenwoordigd door de districtschef, dhr xxxxx, nader te noemen ‘politie’;
5. Organisaties van omwonenden, vertegenwoordigd door Xxxxx, nader te noemen ‘omwonenden’.
Bijlage 1: Begrippenlijst
Bijlage 2: Huisregels Leger de Heils Wollefoppenweg Bijlage 3: Klachtenmanagement
Bijlage 4: Klachtenformulier
Bijlage 5: Kaart van gebied rondom voorziening (met daarop aangegeven directe omgeving van de voorziening)