DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2020 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN
DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2020 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN
1. DERDE PIJLER
Duaal Pensioensparen | 990 euro (30%) 1 270 euro (25%) |
Langetermijnsparen | 2 390 euro/jaar Beperkt tot 15% op belastbaar beroepsinkomen tot 1 990 euro + 6% op inkomen boven deze grens. |
2. ZELFSTANDIGEN
1. Vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen
De herwaarderingscoëfficient bedraagt voor 2020: 1,05223722.
Dit betekent dat u de belastbare beroepsinkomsten van de zelfstandige van 2017, moet vermenigvuldigen met deze coëfficiënt, waarna u de maximale VAPZ–premie kan bepalen.
Het maximumbedrag dat als premie VAPZ mag gestort worden, bedraagt 8,17% van het beroepsinkomen, zonder dat de premie hoger kan zijn 3 291,30 euro.
Voor een Sociaal VAPZ bedraagt de premie maximaal 9,40% van het beroepsinkomen, met een absoluut maximum van
3 786,81 euro.
De minimumpremie voor een VAPZ is vastgesteld op 100 euro.
2. 80%-regel
Schatting van het wettelijk pensioen voor zelfstandigen: 25% van het jaarloon.
Minimumpensioen | 15 196,38 euro |
Maximumpensioen | 17 530,98 euro |
3. Sociale bijdragen
Zelfstandige in hoofdberoep:
Minimumbedrag = 13 993,78 euro
Inkomensschijven in euro | Tarief |
13 993,78 – 60 427,75 | 20,50% |
60 427,75 – 89 051,37 | 14,16% |
89 051,37 – … | 0,00% |
Meewerkende echtgenoot met maxi-statuut:
Minimumbedrag = 6 147,47 euro
Inkomensschijven in euro | Tarief |
6 147,47 – 60 427,75 | 20,50% |
60 427,75 – 89 051,37 | 14,16% |
89 051,37 – … | 0,00% |
Opmerking: De toepassing van de regeling van de meewerkende echtgenoten geldt eveneens voor de persoon verbonden met een contract van wettelijke samenwoning.
Bijkomende activiteit als zelfstandige:
De bijdragen worden als volgt berekend:
a) Er is geen enkele bijdrage verschuldigd wanneer de geherwaardeerde beroepsinkomsten lager zijn dan 1 548,18 euro.
b) Indien de geherwaardeerde inkomsten 1 548,18 euro bereiken, is de bijdrage gelijk aan:
Inkomensschijven in euro | Tarief |
1 548,18 – 60 427,75 | 20,50% |
60 427,75 – 89 051,37 | 14,16% |
89 051,37 – … | 0,00% |
Beginnende zelfstandige:
De jaarlijkse bijdragen worden berekend als volgt:
Basis voor berekening | % bijdrage | |||
Hoofdberoep | Bijberoep | Meewerkende echtgeno(o)t(e) | ||
Tot het einde van het eerste volledige kalenderjaar verzekeringsplicht | 13 993,78 | 1 548,18 | 6 147,47 | 20,5% |
Voor het tweede volledige kalenderjaar verzekeringsplicht | 13 993,78 | 1 548,18 | 6 147,47 | 20,5% |
Voor het derde volledige Kalenderjaar verzekeringsplicht | 13 993,78 | 1 548,18 | 6 147,47 | 20,5% |
4. Andere kerncijfers
Minimumpensioenen:
Gezinspensioen | 18 989,48 euro |
Alleenstaandenpensioen | 15 196,38 euro |
Overlevingspensioen | 14 993,29 euro |
Uitkeringen ziekte en invaliditeit vanaf 2de maand:
Met gezinslast | 60,86 euro/dag | (18 988,32 euro/jaar) (*) |
Alleenstaande | 48,71 euro/dag | (15 197,52 euro/jaar) (*) |
Samenwonend | 37,35 euro/dag | (11 653,20 euro/jaar) (*) |
(*) Per jaar = per dag x 26 x 12 | ||
Cijfers RIZIV per 01/07/2019
3. LOONTREKKENDEN
1. Pensioenplafond loontrekkenden
Gemiddeld plafond 2020 | 59 440,54 euro | (index 131,55) |
Dit is het maximum loon dat in rekening wordt gebracht bij de berekening van het wettelijk pensioen, corresponderend met de gemiddelde index 2019. | ||
2. Minimumpensioenen loontrekkenden
Gezinspensioen | 18 989,48 euro |
Alleenstaandenpensioen | 15 196,38 euro |
Overlevingspensioen | 14 993,30 euro |
3. Forfaitair wettelijk overlevingspensioen loontrekkenden
Geschat gemiddeld overlevingspensioen | 19 674,35 euro |
4. Plafond voor de berekening van de 80%-regel
Loontrekkenden | 29 720,27 euro | = 50% van 59 440,54 |
5. Andere plafonds voor loontrekkenden
Ziekte en invaliditeit | 44 957,86 euro |
Arbeidsongevallen | 44 817,89 euro |
6. Aanpassingen fiscale bedragen vanaf 01/ 01 / 2020
Individuele pensioentoezegging | 2 520,00 euro |
De werkgeversbijdrage in het kader van een individuele pensioentoezegging voor werknemers is aftrekbaar tot dit bedrag. | |
Schijf omzettingsrente (voorschot/inpandgave) | 82 780,00 euro |
Percentage bedrijfsvoorheffing (bij uitkeringen) | Geen wijzigingen tegenover vorig jaar |
4. OVERIGE KERNCIJFERS
1. Indexen
Gemiddelde gezondheidsindex 2019 | 131,55 | (basis 2004) |
Spilindex 01/09/2018 | 126,94 | (basis 2004) |
Index december 2019 | 131,86 | (basis 2004) |
2. Personenbelasting
Xxxxxx’x belastingschijven:
Tarief personenbelasting | Inkomensschijven - basisbedrag in euro | Inkomensschijven – bedragen Aj. 2021 ink. 2020 |
25% | 0 – 8 120,00 | 0 – 13 440,00 |
40% | 8 120,00 – 13 530,00 | 13 440,00 – 23 720,00 |
45% | 13 530,00 – 24 800,00 | 23 720,00 – 41 060,00 |
50% | Vanaf 24 800,00 | Vanaf 41 060,00 |
Art. 130 WIB 92
Belastingvrije sommen:
Omschrijving | Basisbedrag in euro | A | j. 2021 | ink. | 2020 | in | euro |
Belastingvrije som: Alleenstaande belastingplichtige | 4 095,00 | 8 | 990,00 | ||||
Verhoging van de belastingvrije som: | |||||||
- 1 kind | 870,00 | 1 630,00 | |||||
- 2 kinderen | 2 240,00 | 4 210,00 | |||||
- 3 kinderen | 5 020,00 | 9 430,00 | |||||
- 4 kinderen | 8 120,00 | 15 250,00 | |||||
Supplement per kind boven het 4de: | 3 100,00 | 5 820,00 | |||||
Bijkomende toeslag voor ieder kind | |||||||
jonger dan 3 jaar voor wie geen uitgaven | |||||||
voor kinderopvang worden afgetrokken: | 325,00 | 610,00 | |||||
Iedere andere persoon ten laste: | 870,00 | 1 630,00 | |||||
Art. 131, 1°, 2° en Art. 132, 1ste lid, 1° - 7° WIB 92
Beroepskosten (forfaitair – loontrekkenden!):
Percentage | Inkomensschijven voor berekening- Basisbedrag in euro | Inkomensschijven – bedragen Aj. 2021 ink. 2020 |
30% | 0 – 16 266,64 | |
4 880,00 | 16 266,64 – … | |
Maximum bedrag forfaitaire beroepskosten | 4 880,00 | |
Art. 51, lid 2, 1° en Art. 51, lid 3 WIB 92
Huwelijksquotiënt:
Omschrijving | Basisbedrag in euro | Aj. | 2021 ink. | 2020 | in | euro |
Xxxxxxxx toerekenbaar beroepsinkomen | 6 700,00 | 11 | 090,00 | |||
Art. 87, lid 2 en Art. 88 WIB 92
Toekenning meewerkende echtgenoot:
Omschrijving | Basisbedrag in euro | Aj. | 2021 ink. | 2020 | in | euro |
Xxxxxxxxxxx persoonlijke beroepsinkomsten meewerkende echtgenoot | 8 700,00 | 14 | 400,00 | |||
Art. 86, 1ste lid WIB 92
3. Aftrek hypothecair krediet
Hypotheekaftrek leningen woning vanaf 01/01/2015 tot en met 0000 Xxxxxxxxxx:
Omschrijving | Basisbedrag in euro | Aj. 2021 in euro |
Basisaftrek | 1 520,00 | |
Verhoogde aftrek eerste 10 jaar | 760,00 | |
Verhoging 3 of meer kinderen ten laste | 80,00 |
Grensbedragen lening – Kapitaalsaflossingen (hypotheekaftrek niet eigen woning) - Federaal:
Basisbedrag in euro | Len | ing 2020 | in | euro | |
Maximum schijf | 50 000,00 | 79 | 570,00 | ||