Contract
C-211
Green Deal Verantwoord particulier gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Partijen
1. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, xxxxxxx X.X.X. Xxxxxxx en de Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J. Kamp, ieder handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, samen hierna te noemen: Rijksoverheid;
2. Tuinbranche Nederland, vertegenwoordigd door de heer X.X. xxx xxx Xxxxx, directeur, hierna te noemen: Tuinbranche Nederland;
3. De Raad Nederlandse Detailhandel, vertegenwoordigd door de heer P.E. Xxxxxxx, voorzitter, hierna te noemen: RND;
4. De Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxxx, hierna te noemen: Xxxxxx.
Hierna allen samen te noemen: Partijen;
Algemene overwegingen
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentiever- mogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijk- heid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen.
2. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal Aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving op groene groei optimaal benutten.
3. Green Deals bieden bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om samen met de overheid te werken aan groene groei. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen die volgens initiatiefnemers kunnen worden aan- gepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast.
4. De resultaten van een Green Deal kunnen gebruikt worden bij andere, vergelijkbare projecten, waardoor er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen Green Deal Gewasbeschermingsmiddelen voor particulier gebruik
1. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is gereguleerd in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, ter implementatie van Verordening 1107/2009/EG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. In de Richtlijn duurzaam gebruik pesticiden (2009/128/EG) staat:
“De lidstaten schrijven aan distributeurs die pesticiden aan niet-professionele gebruikers verkopen voor dat zij algemene informatie verstrekken over de risico’s van pesticidengebruik voor gezondheid en milieu, met name wat betreft gevaren, blootstelling, correcte opslag, hantering, toepassing en veilige verwijdering in overeenstemming met de communautaire afvalwetgeving, alsmede over alternatieven met minder risico’s.”
En
“De lidstaten nemen maatregelen ter informatie van het brede publiek en ter bevordering en facilitering van voorlichtings- en bewustmakingsprogramma’s en van de beschikbaarheid van precieze en evenwichtige informatie over pesticiden voor het brede publiek, met name over de uit het gebruik ervan voortvloeiende risico’s en mogelijke acute en chronische gevolgen voor de menselijke gezondheid, niet-doelwitorganismen en het milieu, en over het gebruik van alternatieven zonder chemische stoffen.”
2. In de nota Xxxxxxx Xxxxx, Duurzame Oogst (Tweede Kamer, vergaderjaar 2012-2013, 27 858 nr. 146) zijn maatregelen opgenomen om een zorgvuldig gebruik door particulieren te bevorderen, met name het veilig hanteren en bewaren van gewasbeschermingsmiddelen en het verwijderen van verpakkingen. Maatregelen die zijn genoemd zijn onder andere het verkleinen van de verpakkingsgrootte, het stimuleren van ready-to-use-formuleringen, het verminderen en verduidelijken van etiketteksten en het verzorgen van voorlichting.
3. Het Kabinet en de Tweede Kamer willen de blootstelling van burgers aan gewasbeschermingsmiddelen zoveel mogelijk voorkomen. Het Kabinetsbeleid omvat daartoe onder andere als doelstelling (zie brief aan de Tweede Kamer1) het stimuleren van een bewuste en een zorgvuldige omgang van de particulier met het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Hieronder wordt verstaan dat onnodig gebruik wordt vermeden door de particulier te laten kiezen voor alternatieven die effectief en uitvoerbaar zijn, en resterend gebruik op een zorgvuldige wijze plaats te laten vinden.
4. In de genoemde brief van 15 juli 2016 aan de Tweede Kamer is gereageerd op een eerdere brief aan de Tweede Kamer2 waarin is gemeld dat een voorgenomen verbod op het gebruik van gewasbescher- mingsmiddelen op verhardingen niet kon worden vastgesteld vanwege een kritisch advies van de Raad van State. In de brief van 15 juli 2016 is aangekondigd dat geïntensiveerd wordt ingezet op niet- wettelijke maatregelen, waaronder deze Green Deal, en dat in 2018/2019 wordt bezien of en welke wettelijke maatregelen dan nog nodig zijn.
5. De particulier kijkt steeds kritischer naar de eigen leefomgeving en wil zelf bijdragen om de leefbaar- heid te verbeteren. De sector vindt het haar verantwoordelijkheid om de particulier daarin te onder- steunen. In het kader van deze Green Deal gaat het dan om het stimuleren van de particulier om te komen tot een verantwoord gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de tuin om onkruid en andere plagen te bestrijden. Verantwoord gebruik wil zeggen dat bij voorkeur alternatieve methoden worden gebruikt en dat gezondheidsrisico’s en milieubelasting zo veel mogelijk worden beperkt door zorgvuldige toepassing in die gevallen waarin toch gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt.
In dit verband is Tuinbranche Nederland al gestart met de campagne ‘Bestrijding volgens het boekje’.
6. De sector wil de risico’s van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen minimaliseren door in te zetten op optimale voorlichting, duidelijke etiketteksten op verpakkingen en het stimuleren van
ready-to-use-verpakkingen waardoor het risico op fouten in gebruik van gewasbeschermingsmiddelen wordt geminimaliseerd. De sector wil bovendien dat per verpakking slechts een relatief beperkt oppervlak van maximaal 500 m2 kan worden behandeld. Daarnaast wil de sector een verschuiving in het assortiment naar middelen met een zo laag mogelijk risico. In aansluiting hierop zal de overheid zich inspannen zo spoedig mogelijk te komen met een definitie van ‘laag risico’ en zal zij helderheid verschaffen over de toelatingsdrempel voor laag risico middelen.
7. De sector vindt het van belang dat de particulier over effectieve methoden blijft beschikken om aantasting van tuinplanten en de groei van ongewenste planten tegen te gaan. Zonder effectieve methoden kan de verleiding ontstaan om een tuin volledig te bestraten of om illegale gewasbescher- mingsmiddelen te gebruiken, met nadelige effecten op de leefbaarheid en de biodiversiteit. Daarbij is van belang dat tuinen een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid en biodiversiteit in stedelijk en landelijk gebied en dat dit kan worden versterkt door de wijze van inrichting en de manier waarop het onderhoud van tuinen wordt uitgevoerd.
8. De particulier die last ervaart van onkruid of andere plagen in zijn tuin, zal in de meeste gevallen een oplossing zoeken bij de detailhandel. De detailhandel heeft hiermee een sleutelpositie in het informe- ren en adviseren van de particulier over de meest duurzame oplossing en de juiste wijze van toepassing daarvan. De partijen realiseren zich dat innovatie en goede productbegeleiding onmisbaar zijn om te komen tot een verdere verduurzaming van de inrichting en het onderhoud van tuinen door de particulier. Naast duurzame methoden om onkruid of plagen in planten te bestrijden, moet hierbij waar mogelijk worden gedacht aan preventieve oplossingen zoals het onkruidwerend inrichten van tuinen of het aanbieden van plantensoorten die minder gevoelig zijn voor plagen.
9. Partijen realiseren zich dat het beoogde effect op de particulier om te komen tot een verantwoord gebruik van gewasbeschermingsmiddelen alleen kan worden bereikt met een gezamenlijke aanpak en inzet op alle verkooppunten van gewasbeschermingsmiddelen voor particulier gebruik, voor zover mogelijk ook via internet, en willen daarvoor samen met de overheid de krachten bundelen.
10. Met deze Green Deal menen partijen optimaal invulling te geven aan het pakket niet wettelijke maatregelen om zo ook de sector de kans te geven tot groene innovatie en verduurzaming te realiseren in de verkoop en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor particulieren.
1 Brief van 15 juli 2016, kamerstuk 00 000, xx. 000
0 Brief van 16 februari 2016, Kamerstuk 27858, nr. 347
Komen het volgende overeen:
1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Reikwijdte
Deze Green Deal heeft betrekking op het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen voor particulier gebruik, zijnde de gewasbeschermingsmiddelen voor niet-professioneel gebruik als bedoeld in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De particulier kan deze gewasbeschermingsmiddelen gebruiken in de tuin, een moes- of volkstuin en in en om het huis.
Artikel 2. Doel
1. Partijen willen met deze Green Deal bereiken dat de particulier zodanig geïnformeerd en gemotiveerd is dat hij bij het voorkomen en bestrijden van ziekten, plagen en onkruiden:
a. invulling geeft aan de volgende voorkeursvolgorde;
• preventieve maatregelen zoals tuininrichting, keuzes voor bepaalde bloemen en planten, plantenvoeding;
• oplossing van het probleem met niet-chemische methoden en technieken, zoals het verwijderen van onkruid met de hand of mechanische of thermische technieken;
• oplossing van het probleem met gewasbeschermingsmiddelen met een zo laag mogelijk risico.
b. bij de keuze voor gewasbeschermingsmiddelen, deze zorgvuldig en verantwoord gebruikt overeenkomstig het etiket;
c. geen gebruik maakt van middelen die niet voor dit doeleinde zijn toegelaten.
2. Partijen willen met deze Green Deal voorts bereiken dat de risico’s van het gebruik van gewasbescher- mingsmiddelen door de particulier wordt beperkt door beperking van de verpakkingsgrootte, het stimuleren van het gebruik van ready-to-use producten en vereenvoudiging van etiketteksten.
3. Partijen willen tevens met deze Green Deal bereiken dat de sector innoveert in middelen met een zo laag mogelijk risico, zodat de particulier daarover de beschikking heeft en daarvan gebruik maakt binnen de hiervoor genoemde voorkeursvolgorde.
2. Inzet en acties
Artikel 3. Inzet en acties Tuinbranche Nederland
1. Vervolgt de bestaande offline en online campagne ‘Bestrijding volgens het Boekje’ met de campagne ‘10 verstandige en snelle tips om onkruid, plantenziekten en ongedierte tegen te gaan’.
2. Stelt deze campagne met middelen en de vervolgacties hierop tegen kostprijs beschikbaar aan derden.
3. Ontwikkelt de door haar ontwikkelde e-learning opleiding voor winkelpersoneel ‘gewasbescherming’ verder.
4. Zet zich in om te zorgen dat uiterlijk in de zomer van 2017 bij ieder lid van Tuinbranche Nederland waar gewasbeschermingsmiddelen aan particulieren worden verkocht, minimaal één medewerker / specialist aanwezig is die het e-learning traject succesvol heeft doorlopen. Deze specialist zal de particulier gevraagd en ongevraagd voorzien van verantwoorde en duurzaam inzetbare oplossingen voor onkruid en andere plagen in de tuin, met als doel:
a. het stellen van de juiste diagnose;
b. het geven van tips ter voorkoming van het probleem (inrichting tuin, preventieve maatregelen, plantenvoeding- en versterking en informatie over bloemen en planten die minder gevoelig zijn voor ongedierte en plagen);
c. het aanreiken van concrete werkwijzen of gereedschappen die een particulier kan toepassen/ gebruiken ter bestrijding van het probleem dat hij/zij ervaart;
x. het informeren en adviseren van particulieren over gewasbeschermingsmiddelen, de keuze die hierin is en hoe deze middelen verantwoord te gebruiken.
5. Verzamelt en verspreidt onder haar leden kennis en informatie over een geïntegreerde aanpak bij ziekten en plagen in de particuliere tuin, waarbij gekozen kan worden uit preventie, thermisch/mechanisch/ handmatig, gewasbeschermingsmiddelen met een laag risico en reguliere gewasbeschermingsmiddelen.
6. Stimuleert haar leden om in het assortiment een ruim aanbod van preventieve en mechanische oplos- singen op te nemen.
7. Stimuleert, vooruitlopend op wettelijke regeling, haar leden, retailers en leveranciers te streven naar verpakkingen waarmee slechts een relatief beperkt oppervlak van maximaal 500 m2 kan worden behan- deld en naar zoveel mogelijk ready-to-use-verpakkingen.
Artikel 4. Inzet en acties RND
1. Verzamelt en verspreidt kennis onder haar leden over gewasbeschermingsmiddelen en alternatieven voor gewasbeschermingsmiddelen en informeert haar leden over verduurzaming op dit dossier
2. Stimuleert, vooruitlopend op wettelijke regeling, haar leden te streven naar verpakkingen waarmee slechts een relatief beperkt oppervlak van maximaal 500 m2 kan worden behandeld en naar zoveel mogelijk ready-to-use-verpakkingen.
3. Brengt de bestaande online en offline campagne ‘Bestrijding volgens het boekje’ van Tuinbranche NL onder de aandacht van haar leden.
4. Brengt het e-learning traject van Tuinbranche NL over gewasbeschermingsmiddelen voor de opleiding van winkelpersoneel onder de aandacht van haar leden.
Artikel 5. Inzet en acties Nefyto
1. Stimuleert haar leden gewasbeschermingsmiddelen met een laag risico op de markt te brengen.
2. Initieert in samenspraak met de Rijksoverheid verpakkingen voor een relatief beperkt oppervlak (maxi- maal 500 m2) en ready-to-use.
3. Vereenvoudigt de gebruiksvoorschriften voor gewasbeschermingsmiddelen voor particulier gebruik.
Artikel 6. Inzet en acties Rijksoverheid
1. Ondersteunt Tuinbranche Nederland en de RND op verzoek inhoudelijk met communicatie-uitingen en stelt daarvoor onder andere kennis van MilieuCentraal beschikbaar.
2. Draagt samen met de stuurgroep zorg voor de analyse van verkoopcijfers en het uitvoeren van consumentenonderzoek.
3. Besteedt binnen de kaders van haar risicogestuurde toezicht aandacht aan ontvangen signalen over het aanprijzen en vermarkten van niet-toegelaten gewasbeschermingsmiddelen voor particulier gebruik.
4. Initieert een wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden om het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen voor particulier gebruik te beperken tot verpakkingen met een omvang van maximaal 500 m2.
5. Ondersteunt Nefyto inhoudelijk met het vereenvoudigen van gebruiksvoorschriften van gewasbescher- mingsmiddelen voor particulier gebruik.
Artikel 7. Inzet en acties Tuinbranche Nederland, RND en Nefyto
1. Partijen evalueren gezamenlijk in het najaar van 2019 via monitoring, consumentenonderzoek, marktin- formatie en marktontwikkelingen welke effecten, resultaten en ontwikkelingen zijn gerealiseerd.
2. Tuinbranche Nederland, RND en Nefyto zetten zich in om voor deze evaluatie cijfers over de verkoop van de hoeveelheden gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar te krijgen.
3. Tuinbranche Nederland, RND en Nefyto signaleren het op de markt brengen of aanprijzen van niet-toege- laten gewasbeschermingsmiddelen voor particulier gebruik.
3. Slotbepalingen
Artikel 8. Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht
De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technisch normen en voorschriften.
Artikel 9. Wijzigingen
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
Artikel 10. Stuurgroep
1. Binnen één maand na inwerkingtreding van deze Green Deal stellen Partijen een stuurgroep in.
2. De Stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de Partijen.
3. De stuurgroep wordt belast met de uitvoering van deze Green Deal.
4. De Stuurgroep komt bijeen binnen 6 weken na ondertekening van deze Green Deal.
5. De Stuurgroep stelt vast welke werkgroepen worden ingesteld en wie daaraan deelnemen.
Artikel 11. Toetreding van nieuwe partijen
1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Green Deal.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan alle Partijen. Zodra alle Partijen schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Green Deal en gelden voor die Partij de voor haar uit de Green Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan de Green Deal gehecht.
Artikel 12. Citeertitel
De Green Deal kan worden aangehaald als Green Deal Verantwoord particulier gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Artikel 13. Opzegging
Elke Partij kan deze Green Deal met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen.
Artikel 14. Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Green Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 15. Inwerkingtreding
1. Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en loopt tot en met 2020.
2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Green Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
Artikel 16. Openbaarmaking
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Boskoop op 9 februari 2017.
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
X.X.X. Xxxxxxx
Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp
Tuinbranche Nederland,
X.X. xxx xxx Xxxxx
Raad Nederlandse Detailhandel,
P.E. Hamming
Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie,
X. Xxxxxxx