ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR HET UITVOEREN VAN BRONBEMALINGEN, GRONDBORINGEN EN ALLE ANDERE VOORKOMENDE WERKZAAMHEDEN UITGEVOERD DOOR LUINSTRA WATERMANAGEMENT
ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR HET UITVOEREN VAN BRONBEMALINGEN, GRONDBORINGEN EN ALLE ANDERE VOORKOMENDE WERKZAAMHEDEN UITGEVOERD DOOR LUINSTRA WATERMANAGEMENT
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN.
Artikel 1. Toepassing.
Deze voorwaarden gelden voor iedere aanbieding en iedere overeenkomst tussen opdrachtnemer en opdrachtgever waarop deze voorwaarden van toepassing zijn verklaard voor zover van deze voorwaarden niet door partijen uitdrukkelijk is afgeweken.
Artikel 2. Aanbiedingen en orderbevestigingen. 2.1
Alle offertes van opdrachtnemer zijn geldig gedurende dertig kalenderdagen tenzij anders is aangegeven.
2.2
Indien een opdracht door opdrachtnemer schriftelijk wordt bevestigd wordt deze bevestiging geacht de overeenkomst juist en volledig weer te geven tenzij opdrachtgever binnen acht werkdagen na verzending schriftelijk van zijn bezwaren doet blijken
Artikel 3. Prijzen.
3.1
De door opdrachtnemer opgegeven prijzen zijn exclusief omzetbelasting en zijn gebaseerd op de door of namens opdrachtgever verstrekte gegevens. 3.2
Meerdere kosten, die voor opdrachtnemer ontstaan door:
a. afwijkingen van de aan opdrachtnemer verstrekte gegevens,
b. onvoorziene oorzaken die naar redelijkheid en billijkheid niet voor rekening en risico van opdrachtnemer behoren te komen
c. Het niet tijdig aanwezig zijn en blijven van de voor het werk benodigde vergunningen komen ten laste van opdrachtgever.
3.3
Voor rekening van opdrachtgever zijn, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen in ieder g cv al
a. alle kosten verband houdende met een zodanig voldoende afvoer van het opgepompte water dat het grondwaterpeil in de bouwput of sleuf daardoor niet nadelig beïnvloed wordt, behoudens bij retourbemalingen,
b. alle verschuldigde lozingsrechten huren, precariorechten en overige soortgelijke rechten en kosten
c. alle gebruiks- en verbruikskosten van water,
d. alle kosten van de voor de uitvoering benodigde vergunningen
e. alle kosten verband houdende met verontreinigde grond en/of grondwater. 3.4
Tenzij anders overeengekomen, zijn in de aanneemsom de volgende werkzaamheden niet begrepen:
a. het uitzetten en waterpassen;
b. aanvullende open bemalingen en drainages;
c. het verplaatsen dan wel afvoeren van losgeboorde grond;
d. grond-, graaf- of sloopwerk en opnemen of herstellen van bestratingen beplantingen e.d.;
e. het opsporen, in- en uitgraven van kabels en leidingen;
het aanbrengen van bruggen of ondersteuningen voor leidingen kabels en pompen;
g. uitstroomvoorzieningen, het maken van vaste aansluitingen op de riolering en herstellen en reinigen van watergangen of riolering, waarop het opgepompte water wordt geloosd.
3.5
De door opdrachtnemer opgegeven prijzen zijn gebaseerd op de op de datum van aanbieding geldende belastingen, heffingen, lonen, lasten, materiaal-, grondstoffen- en energieprijzen en andere kosten. Indien na bedoelde datum één of meer van bedoelde kostencategorieën een wijziging ondergaat (-gaan), zijn opdrachtgever en opdrachtnemer gerechtigd de aangeboden of overeengekomen prijzen na overleg te verhogen of te verlagen.
Artikel 4. Facturering/betaling.
4.1
Tenzij anders is overeengekomen, zal indien de bemaling geheel dan wel vrijwel geheel in één fase )bijv. bij bouwputten) wordt geïnstalleerd de facturering geschieden als volgt:
a. 70% van de totale aanneemsom bij aanvang van de bemalingsperiode
b. 30% van de totale aanneemsom in maandelijkse termijnen. 4.2
Wanneer
a. het werk gefaseerd wordt uitgevoerd en op basis van een totaalsom wordt aangenomen,
b. het werk wordt uitgevoerd op basis van eenheidsprijzen,
c. het werk in regie wordt uitgevoerd,
d. het materieel op basis van vergoeding per tijdseenheid ter beschikking staat, zal het alsdan verschuldigde maandelijks worden gefactureerd.
4.3
Betaling dient te geschieden binnen dertig dagen na factuurdatum. 4.4
De opdrachtgever kan zich alleen dan op verrekening beroepen, hetzij de gegrondheid van die vordering op eenvoudige wijze is vast te stellen 4.5
Iedere betaling door opdrachtgever strekt primair ter
voldoening van de door hem verschuldigde interest alsmede van de door opdrachtnemer gemaakte invorderingskosten en/of administratiekosten en worden daarna in mindering gebracht op de oudste openstaande rekening.
4.6
Duurzame bronnen t.b.v. waterontrekking gaan over in eigendom van opdrachtnemer naar opdrachtgever na betaling van de volledige factuur en afgifte, indien van toepassing, van een capaciteitscertificaat door opdrachtnemer.
Artikel 5. Te late betaling. 5.1
Indien de opdrachtgever de overeengekomen betalingstermijn overschrijdt is de opdrachtgever van rechtswege in verzuim en is opdrachtnemer gerechtigd de wettelijke rente in rekening te brengen. Voorts zal de opdrachrgever redelijkerwijs noodzakelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte verschuldigd zijn waarbij opdrachtnemer zal hanteren het incassotarief, zoals dat is opgenomen in het door de Nederlandse Orde van Advocaten gehanteerde calculatieschema voor advocatendeclaraties. Indien de incasso van de vordering door opdrachtnemer in handen van een advocaat wordt gegeven, zal de opdrachtgever de door de advocaat aan de opdrachtnemer in rekening te brengen kosten moeten vergoeden.
5.2
lndien
a. de opdrachtgever in verzuim is en/of
b. de opdrachtnemer goede gronden heeft te vrezen, dat de opdrachtgever niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen zal voldoen
zal opdrachtnemer, zonder tot enige schadevergoeding gehouden te zijn en onverminderd alle hem verder toekomende rechten gerechtigd zijn:
a. vooruitbetaling of zekerheidsstelling te verlangen;
b. de uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te schorten;
c. de overeengekomen betalingstermijnen, al dan niet in andere overeenkomsten, te herroepen, waardoor alle (overige) openstaande vorderingen onmiddellijk opeisbaar worden;
d. zijn verplichtingen uit alle andere overeenkomsten met opdrachtgever op te schorten. Opdrachtnemer zal slechts tot de bovengenoemde maatregelen gerechtigd zijn voor zover de (gevreesde) tekortkoming van de opdrachtgever deze maatregelen rechtvaardigt.
Artikel 6. Overmacht.
6.1
Tekortkomingen van opdrachtnemer in uitvoering van de overeenkomst kunnen niet aan hem worden toegerekend indien zij niet te wijten zijn aan zijn schuld, noch krachtens de wet, de overeenkomst of in het verkeer geldende opvattingen.
6.2
Onder overmacht wordt in ieder geval verstaan:
a. de omstandigheid dat opdrachtnemer een prestatie die van belang is in verband met de door hem zelf te leveren prestatie niet, niet tijdig of niet behoorlijk geleverd krijgt;
b. stakingen;
c. storingen in het verkeer;
d. overheidsmaatregelen die opdrachtnemer verhinderen zijn verplichtingen tijdig dan wel deugdelijk na te komen.
6.3
Indien de prestatie door overmacht langer dan één maand wordt vertraagd is ieder der partijen — onder uitsluiting van verdere rechten
— bevoegd de overeenkomst te ontbinden volgens de wet, zonder dat opdrachtnemer tot enige vergoeding van schaden door opdrachtgever of derden geleden gehouden zal zijn.
6.4
Alle tot aan het tijdstip van de opschorting c.q. ontbinding verrichte werkzaamheden alsmede alle ten behoeve van het werk door opdrachtnemer aangegane verplichtingen zullen door de opdrachtgever aan opdrachtnemer naar redelijkheid en billijkheid worden betaald.
Artikel 7. Aansprakelijkheid.
7.1
Opdrachtnemer is slechts aansprakelijk voor schade geleden door opdrachtgever indien die schade het rechtstreekse en uitsluitend gevolg is van schuld van de opdrachtnemer.
7.2
Voor vergoeding van schade als bedoeld in artikel 7.1 komt alleen die schade in aanmerking waartegen opdrachtnemer verzekerd is, dan wel redelijkerwijs, gezien de in de branche geldende gebruiken, verzekerd had behoren te zijn.
7.3
Voor schade veroorzaakt door opzet of grove schuld van hulppersonen, door de opdrachtgever ter beschikking gesteld, is opdrachtnemer niet aansprakelijk.
7.4
De door opdrachtnemer te vergoeden schade zal gematigd worden indien de door opdrachtgever te betalen aanneemsom niet in verhouding staat tot de door opdrachtgever geleden schade.
7.5
Opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor hinder, schade of kosten welke mochten ontstaan aan de eigendommen van de opdrachtgever of van derden, indien deze schade of kosten een gevolg zijn van:
a. het uitvallen van de elektrische stroom;
b. het verlagen van de grondwaterstand;
c. het niet duidelijk markeren van ondergrondse leidingen kabels, funderingen e.d. waardoor schade ontstaat;
d. het ontvreemden of beschadigen van materieel en installaties van opdrachtnemer, ook wanneer dit ‘5 nachts en tijdens vrije dagen en uren geschiedt;
e. ondeugdelijkheid van materiaal onderdelen die door de opdrachtgever ter beschikking zijn gesteld;
ondeugdelijke uitvoering van werkzaamheden door derden die door de opdrachtgever aan het werk zijn gesteld.
7.6
Indien opdrachtgever zorgdraagt voor bediening en onderhoud van de installaties van opdrachtnemer, is opdrachtgever aansprakelijk voor alle schaden, toegebracht aan de installaties en het materieel van de opdrachtnemer en tevens voor alle schade die ten gevolge daarvan voor opdrachtgever zelf, voor opdrachtnemer en voor derden ontstaan.
7.7
Schade toegebracht aan de bemalingsinstallatie als gevolg van oneigenlijk gebruik van de apparatuur door de opdrachtgever of derden wordt aan de opdrachtnemer vergoed.
Artikel 8. Verzekering.
Indien de opdrachtnemer medeverzekerde is in een door opdrachtgever of principaal van het werk afgesloten verzekering, kan in de relatie opdrachtgever/opdrachtnemer het eigen risico van opdrachtnemer per gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen, die voortvloeien uit eenzelfde oorzaak, nimmer meer bedragen dan 1% van de prijs van de opdracht met een maximum van € 2.268,90.
Artikel 9. Uitsluitingen.
Indien omstandigheden, welke opdrachtnemer tevoren niet bekend waren noch redelijker ijs bekend behoefden te zijn, wijziging van de uitvoering van de bemaling noodzakelijk maken, zijn de eventuele kosten vermeerderd met een redelijk opslag, voor rekening van de opdrachtgever.
Artikel 10. Termijnoverschrijding.
10.1
Een overeengekomen uitvoeringsperiode wordt geacht te omvatten het aantal voor opdrachtnemer werkbare werkdagen als bedoeld in paragraaf 8 lid 2 van de UAV P89. In geval van niet werkbare werkdagen binnen de overeengekomen uitvoeringsperiode wordt de uitvoeringsperiode overeenkomstig verlengd, zonder dat opdrachtnemer enige boete en/of schadevergoeding verschuldigd zal zijn.
10.2
Wanneer een overeengekomen uitvoeringsperiode door schuld van opdrachtnemer wordt overschreden zal opdrachtnemer nimmer tot meer gehouden zijn dan tot betaling van een boete of schadevergoeding van maximaal 03 % van de overeengekomen prijs per werkbare werkdag zulks tot ten hoogste 10% van de overeengekomen prijs voor alle partiële vertragingen tezamen. Opdrachtgever vrijwaart opdrachtnemer voor aanspraken van derden terzake van een termijnoverschrijding door opdrachtnemer.
10.3
De overeengekomen uitvoeringsperiode zal nimmer zijn te beschouwen als fatale termijn tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen. Bij overschrijding van de uitvoeringsperiode dient de opdrachtgever derhalve opdrachtnemer eerst schriftelijk in gebreke te stellen.
10.4
Wanneer de werkzaamheden van opdrachtnemer door enigerlei oorzaak buiten schuld van opdrachtnemer niet in de door opdrachtnemer vast te stellen meest efficiënte volgorde kunnen worden uitgevoerd, is opdrachtgever gehouden aan opdrachtnemer diens extra kosten en schaden te vergoeden terwijl opdrachtnemer tevens recht zal hebben op een overeenkomstige termijnverlenging.
Artikel 11. Toepasselijk recht. 11.1
Op alle door opdrachtnemer te sluiten overeenkomsten zijn, ook
wanneer de uitvoering der werkzaamheden buiten Nederland plaats vindt, het Nederlandse recht en deze voorwaarden van toepassing. 11.2
Het bepaalde in artikel 12 is ook van toepassing, wanneer opdrachtgever buiten Nederland is gevestigd. In een zodanig geval is opdrachtnemer ook bevoegd om een geschil te onderwerpen aan het oordeel van de rechter, welke bevoegd is in de woon- of vestigingsplaats van opdrachtnemer, dan wel aan het oordeel van een buitenlandse bevoegde rechter
Artikel 12. Geschillen.
12.1
Zowel opdrachtnemer als opdrachtgever zijn bevoegd om alle geschillen en vorderingen welke naar aanleiding van een overeenkomst tussen opdrachtnemer en opdrachtgever, of naar aanleiding van overeenkomsten die daarvan een uitvloeisel zijn, mochten ontstaan hetzij te onderwerpen aan het oordeel van de gewone bevoegde rechter; hetzij te onderwerpen aan het oordeel van een scheidsgerecht, te benoemen overeenkomstig de statuten en reglementen van de Raad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven in Nederland ,welk scheidsgerecht uitspraak zal doen met inachtneming van de statuten en reglementen van de Raad.
12.2
Indien één der partijen een vordering aanhangig heeft gemaakt bij één van de in lid 1 van dit artikel genoemde instanties, verliest de gedaagde partij het recht om voor de berechting van het betreffende geschil de andere instantie te kiezen.
HOOFDSTUK II. TECHNISCHE BEPALINGEN.
Artikel 13. Werkterrein.
13.1
Het werkterrein dient aan opdrachtnemer ter beschikking te staat
a. vlak en bereikbaar, zonder obstakels boven op of in de grond, welke de uitvoering van het werk kunnen verhinderen of bemoeilijken; eventuele obstakels, vreemde voorwerpen of stoffen, welke de voortgang van het werk vertragen of belemmeren, worden door of voor rekening en risico van de opdrachtgever verwijderd;
b. goed berijdbaar voor de vrachtauto’s en het materieel van opdrachtnemer; indien verbetering van de ondergrond of gebruik van draglineschotten of rijplaten nodig is voor een goede uitvoering van de werkzaamheden, zullen deze door of voor rekening van opdrachtgever worden beschikbaar gesteld, aangelegd en verwijderd.
13.2
Schades aan materieel van opdrachtnemer, ontstaan door het niet of niet deugdelijk
verwijderen van ondergrondse obstakels, worden door opdrachtgever aan opdrachtnemer vergoed.
13.3
Tenzij anders overeengekomen draagt opdrachtgever voor zijn rekening zorg voor:
a. beschikbaarheid van voldoende werkwater op maximaal 80 meter vanaf de boorplaatsen;
b. lozingspunt(en) voor het opgepompte water op maximaal 80 meter vanaf de pompen.
Artikel 14. Bemalingsperiode.
14.1
De bemalingsperiode vangt aan op het tijdstip dat in opdracht van opdrachtgever de eerste wateronttrekking plaatsvindt en in ieder geval op het tijdstip dat de installatie gereed is voor wateronttrekking.
14.2
De bemalingsperiode eindigt op het tijdstip dat in opdracht van opdrachtgever de gehele installatie mag worden verwijderd.
14.3
Opdrachtgever is gehouden tenminste drie werkdagen tevoren opdrachtnemer van het in lid 2 bedoelde tijdstip in kennis te stellen.
Artikel 15. Faciliteiten
15.1
Personeel van opdrachtnemer zal, zonder dat hiervoor vergoeding van opdrachtnemer of zijn personeel wordt verlangd, gebruik kunnen maken van schaftruimte, was- en toiletgelegenheid voor zover aanwezig. Indien voorzieningen als hierboven omschreven worden vereist door de directie van het werk of door bevoegde instanties zullen deze op kosten van opdrachtgever worden getroffen.
15.2
De benodigde ruimte om materialen op te slaan en keten en wagens te plaatsen zal door opdrachtgever, zonder dat hieraan voor opdrachtnemer kosten verbonden zijn, op of in de directe nabijheid van het werkterrein beschikbaar worden gesteld.
15.3
Indien de omstandigheden dit noodzakelijk maken worden verkeerssignaleringen, terreinafsluiting, terreinverlichting, bewaking en beveiliging door opdrachtgeververzorgd zonder doorberekening van kosten aan opdrachtnemer.
15.4
In het geval een telefonische alarmering wordt toegepast, zal door opdrachtgever nabij het alarmeringspunt een telefoonaansluiting kosteloos ter beschikking worden gesteld.
Artikel 16. Elektriciteit en brandstoffen.
Aan opdrachtnemer zullen op overeen te komen plaatsen op de bouwplaats kosteloos ter beschikking worden gesteld:
a. de benodigde aansluitingen op elektrische voeding en aardelektrodes van voldoende capaciteit en beantwoordend aan de eisen en voorschriften van het stroomleverend bedrijf en de bevoegde instanties;
b. de voor het in stand houden van de bemalingsinstantie benodigde elektriciteit en brandstoffen
Artikel 17. Bediening en onderhoud. 17.1
Indien is overeengekomen dat opdrachtgever zorg draagt voor bediening en dagelijks onderhoud van de bemalingsinstantie(s), zal hij hiervoor voldoende vakbekwaam personeel beschikbaar stellen en erop toezien dat één en ander met de meeste zorg geschiedt.
Het bepaalde in artikel 7.6 is van toepassing. 17.2
Onder bediening en onderhoud wordt, indien niet anders overeengekomen, in het bijzonder verstaan:
a. regelmatig olie verversen van motoren;
b. op peil houden van koel- en smeerstoffen;
c. controleren van de werking van eventuele verwarmingselementen;
d. controle van de conditie van accu’s;
e. zandvrij houden van pompen, motoren en elektrische schakelapparatuur; regelmatig proefdraaien met eventuele reserve-installatie(s);
g. constateren en melden van storingen alsmede uitvoeren van eenvoudige reparaties; h. uitvoeren van peilingen en overige waarnemingen als vereist door de directie van het werk of nodig geacht door opdrachtnemer om een goed inzicht te verkrijgen in de werking van de bemalingsinstallatie)s); voorkomen van vorstschade.
17.3
Indien de opdrachtgever van mening is, dat hij onvoldoende inzicht of kennis bezit om in dein lid 2 van dit artikel omschreven werkzaamheden uitte voeren, zal hij opdrachtnemer hiervan schriftelijk in kennis stellen.
17.4
In het geval de bediening en onderhoud van de bemalingsinstallatie)s) door de opdrachtnemer worden verzorgd door het beschikbaar stellen van een onderhoudsmonteur, die op of in de directe nabijheid van het werkterrein wordt gehuisvest, zullen aansluiten op en levering van gas water, elektriciteit, telefoon en riolering ten behoeve van die huisvesting kosteloos aan opdrachtnemer beschikbaar worden gesteld.
17.5
De kosten voor reparaties, noodzakelijk door normale slijtage, zijn voor rekening van opdrachtnemer.
Vastgesteld bij besluit dd 1 december1992 van de Algemene Vergadering van de Vereniging van
Boorondememers en Buizenleggers “Bolegbo” gevestigd te Soest. In werking getreden op 1januari1993.