INHOUDSOPGAVE
Versie: 4 april 2022
INHOUDSOPGAVE
Artikel 1. Definities
Voor deze regeling zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van de Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot van toepassing.
Daarnaast wordt in deze vergoedingenregeling verstaan onder:
a. Jaarvergoeding: vast jaarlijks bedrag dat kan worden verstrekt aan de leden van het bestuur, leden van de beleggingscommissie, de leden van de communicatiecommissie, de leden van de risicomanagementcommissie, de leden van de visitatiecommissie, de leden van het verantwoordingsorgaan en de leden van de Raad van Toezicht.
b. Werkgroep en/of commissie: een groep (mede) bestaande uit leden van het bestuur, opgericht ter voorbereiding of bespreking van een specifiek onderwerp.
c. Vennootschap: Van Lanschot Kempen Wealth Management N.V.
d. Vergoedingsgerechtigden: leden van het bestuur, leden van de beleggingscommissie, de leden van de communicatiecommissie, de leden van de risicomanagementcommissie, de leden van het verantwoordingsorgaan en de leden van de raad van toezicht
e. Aspirantleden: Een aspirant lid (bestuur, verantwoordingsorgaan of raad van toezicht) is benoemd door het bestuur. De ingangsdatum van een vergoeding voor een aspirantlid kan op zijn vroegst 3 maanden voor de beoogde benoemingsdatum liggen.
Artikel 2 Vergoedingen
1. Jaarlijks stelt het bestuur een jaarvergoeding vast voor de leden van het bestuur, aspirant bestuursleden, leden van de beleggingscommissie, de leden van de communicatiecommissie, de leden van de risicomanagementcommissie, de leden van de uitbestedings- en IT commissie, de (aspirant) leden van het verantwoordingsorgaan en de (aspirant) leden van de Raad van Toezicht. Bij het vaststellen van de jaarvergoeding wordt bekeken of het wenselijk is om de jaarvergoeding te verhogen met een indexatie.
2. Jaarlijks stelt het bestuur een jaarvergoeding vast voor de voorzitters van het bestuur, de beleggingscommissie, de communicatiecommissie, de risicomanagementcommissie, de uitbestedings- en IT commissie en de Raad van Toezicht. Bij het vaststellen van de jaarvergoeding wordt bekeken of het wenselijk is om de jaarvergoeding te verhogen met een indexatie.
3. In afwijking van de leden 1 en 2 van dit artikel geldt voor (aspirant-) leden van het bestuur en/of commissies, alsmede (aspirant) leden van het verantwoordingsorgaan die in loondienst van de vennootschap zijn, dat zij geen jaarvergoeding ontvangen.
4. In afwijking van de leden 1 en 2 van dit artikel geldt voor externe (aspirant-)leden van commissies waarvoor een andere overeenkomst van toepassing is voor de werkzaamheden die voor het pensioenfonds worden verricht, dat zij geen jaarvergoeding op basis van deze vergoedingenregeling ontvangen.
5. Bij de vaststelling van vergoedingen wordt rekening gehouden met de normen uit de Code Pensioenfondsen. In het kader van de duurzaamheid van het beloningsbeleid wordt rekening gehouden met de langetermijnbelangen en de strategie van het pensioenfonds. Bij een tussentijdse benoeming of aftreding geldt de vergoeding naar evenredigheid.
6. De vergoedingen worden per kwartaal uitgekeerd, na toezending van een factuur en
goedkeuring hiervan. Vanaf Q2 2021 mag geen BTW meer in rekening worden gebracht over de vergoedingen.
7. Vergoedingsgerechtigde leden van het bestuur hebben geen recht op extra vergoeding als zij tevens lid zijn van een commissie van het pensioenfonds, met uitzondering van de voorzitter van de beleggingscommissie en de voorzitter van de risicomanagementcommissie.
8. Bij beëindiging van de taken van een bestuur-, commissie-, VO of RvT-lid wordt de overeengekomen vergoedingsregeling beëindigd. Er is geen sprake van een ontslagvergoeding.
9. Indien een vergoedingsgerechtigde zijn taken door omstandigheden niet kan uitoefenen vervalt gedurende deze periode het recht op vergoeding.
Artikel 3. Reiskosten
1. Reiskosten zijn inbegrepen in de jaarvergoeding.
2. Het bestuur stelt aan de vergoedingsgerechtigden die geen jaarvergoeding declareren of ontvangen, na ontvangst van een declaratie een reiskostenvergoeding beschikbaar.
3. De vergoeding onder 2 is, indien met een motorvoertuig wordt gereisd, gebaseerd op de afstand in kilometers heen en terug tussen de woonplaats en de plaats waarin de vergadering of bijeenkomst wordt gehouden (€ 0,19 per kilometer).
4. Indien gebruik gemaakt wordt van het openbaar vervoer om de vergadering of bijeenkomst te bereiken kunnen de werkelijk gemaakte kosten worden gedeclareerd, met dien verstande dat alleen kosten voor reizen in tweede klas worden vergoed;
Artikel 4. Slotopmerking
1. In gevallen waarin onverkorte toepassing van de regeling in een bijzonder geval tot onaanvaardbare hardheid leidt, kan het bestuur een beslissing nemen die afwijkt van de bepalingen van dit reglement.
2. Controle en toepassing van de vergoedingenregeling vindt plaats door het bestuursbureau. Betalingen vinden na goedkeuring plaats door de administrateur van het pensioenfonds.
3. Vergoedingsgerechtigden zijn volledig zelf verantwoordelijk voor fiscale aangiften van door het pensioenfonds verstrekte vergoedingen.
4. In onvoorziene gevallen beslist het bestuur.
Artikel 5. Inwerkingtreding
Deze regeling is vastgesteld op 4 april 2022, treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2022 en vervangt alle voorgaande vergoedingenregelingen. De vergoedingenregeling wordt eens in de 3 jaar door het bestuur geevalueerd.
Vergoedingenoverzicht per 1 januari 2022
Jaarvergoeding:
2022 | |
Voorzitter bestuur | € 45.000,00 |
Bestuursleden | € 30.000,00 |
Extra vergoeding Bestuurslid tevens voorzitter BC/ RMC | € 5.000,00 |
Aspirant leden (bestuur, VO en RvT) | 50% van de reguliere vergoeding |
Externe commissieleden | € 15.000,00 |
Voorzitter Raad van Toezicht | € 16.500,00 |
Leden Raad van Toezicht | € 11.000,00 |
Leden verantwoordingsorgaan | € 6.000,00 |
Reiskosten (voor vergoedingsgerechtigden zonder jaarvergoeding):
Reiskosten (auto) € 0,19 per kilometer Reiskosten openbaar vervoer 2e klasse werkelijk gemaakte kosten