Nadere Informatie Beleggingsdiensten
Nadere Informatie Beleggingsdiensten
Kenmerken en risico’s van Financiële Instrumenten
Inleiding
In de Nadere Informatie Beleggingsdiensten geeft DEGIRO de gedetailleerde invulling van de contractuele afspraken die DEGIRO met u is aangegaan in de Cliëntovereenkomst en een nadere toelichting bij haar diensten en overeenkomsten. Ook leest u in dit naslagwerk welke algemene en specifieke risico’s aan beleggen verbonden zijn. Wij raden u aan kennis te nemen van de Nadere Informatie Beleggingsdiensten en u goed voor te bereiden op het beleggen, zodat u dit op een verantwoorde wijze kunt doen.
De Nadere Informatie Beleggingsdiensten is onderdeel van de Cliënt Overeenkomst. Woorden die in deze Nadere Informatie Beleggingsdiensten met een hoofdletter worden geschreven hebben de betekenis als gedefinieerd in de Cliënt Overeenkomst of als nader aangegeven in deze Nadere Informatie Beleggingsdiensten.
Heeft u vragen, opmerkingen en/of suggesties neemt u dan contact op met de Klantenservice van DEGIRO. De contactgegevens en bereikbaarheid van de Klantenservice kunt u vinden op de Website.
Documenten
De Nadere Informatie Beleggingsdiensten bestaat uit de volgende documenten:
• Webtrader
• Profielen
• Beleggingsfondsen
• Beleggingsdiensten
• Orders en Orderuitvoeringbeleid
• Corporate actions, expiraties en administratieve handelingen
• Tarieven
• Kenmerken en risico’s van Financiële Instrumenten (dit document)
• Zekerheidswaarde, Risico, Debet Geld en Debet Effecten
Kenmerken en risico’s van Financiële Instrumenten
In dit document geven wij per soort Financieel Instrument een introductie in de belangrijkste kenmerken en risico's van de Financiële Instrumenten waarin u via DEGIRO kunt handelen. Wij adviseren u deze informatie goed te lezen, zodat u zich bewust bent van uw handelen en van de daaraan verbonden risico's.
1. Kennis en ervaring
Het belangrijkste risico bij het beleggen, is de belegger. Kennis en ervaring zijn essentieel om op voorzichtige en verstandige wijze te kunnen beleggen zonder daarbij - ongemerkt - risico's aan te gaan die niet passen bij uw doelstellingen en vermogen.
1.1 Kennis
Om op een verantwoorde wijze te kunnen beleggen, dient u over de kennis te beschikken die u in staat stelt een weloverwogen beleggingsbeslissing te nemen. Het gaat daarbij om twee soorten kennis.
In de eerste plaats dient u precies te begrijpen wat een bepaald Financieel Instrument (zoals een obligatie, een aandeel of een Derivaat) inhoudt en wat daarvan de eigenschappen zijn. Hierover zijn vele brochures en handboeken geschreven en u kunt ook deskundigen raadplegen of een cursus volgen. Een samenvatting van de belangrijkste kenmerken en risico's van verschillende soorten Financiële Instrumenten vindt u hieronder.
LET OP: Het is onmogelijk om bij het omschrijven van de kenmerken en risico's van alle mogelijke soorten beleggingen uitputtend te zijn. Het aantal verschillende Financiële Instrumenten is daarvoor veel te groot. De informatie in dit document ziet niet op individuele Financiële Instrumenten maar op de belangrijkste categorieën Financiële Instrumenten. Binnen de verschillende categorieën van beleggingen zijn zeer grote verschillen mogelijk. Een aandeel in een start up biotech bedrijf heeft natuurlijk andere kenmerken en risico's dan het aandeel Koninklijke Olie. Een participatie in een onroerend goed beleggingsinstelling heeft andere kenmerken en risico's dan een participatie in een beleggingsinstelling die voornamelijk met derivaten belegd. Het is dus van belang dat u naast de algemene kennis die DEGIRO u in dit document aanreikt, zelf onderzoek doet naar de kenmerken en risico's van de individuele belegging die u wilt gaan doen.
In de tweede plaats dient u dus over voldoende informatie te beschikken over de door u gewenste specifieke beleggingen, zoals de aandelen van het beursgenoteerde fonds X of Y. Van de meeste financiële producten wordt een prospectus uitgegeven, waarin belangrijke informatie over het product en de uitgevende instelling is opgenomen. Voordat u in een bepaald product gaat beleggen, raden wij u aan het bijbehorende prospectus te lezen. Informatie over de financiële positie van de uitgevende instelling treft u aan in het jaarverslag en soortgelijke publicaties. Een prospectus is meestal te raadplegen via de website van de uitgevende instelling of kan rechtstreeks bij de uitgevende instelling worden opgevraagd. Voor veel producten, waaronder participaties in beleggingsinstellingen, turbo's en derivaten, dient door de aanbieder van het product een key information document (KID) beschikbaar te worden gesteld waarin belangrijke kenmerken van het product zoals kosten en risico's worden toegelicht. Xxxx deze documenten aandachtig door voordat u in een dergelijk product investeert.
Van alle producten waarvoor een KID beschikbaar is, kunt u de KID vinden wanneer u in de WebTrader het product aanklikt en vervolgens naar de tab 'Documenten' gaat. U kunt van de door u gewenst KID ook een gratis kopie opvragen bij DEGIRO.
1.2 Ervaring
Xxxxxx en ervaring zijn met elkaar verbonden. Xxxxxx van beleggen krijgt u niet alleen door te studeren, maar ook door ervaring op te doen. Ervaring kunt u alleen krijgen door te beleggen. Met de Execution Only diensten van XXXXXX, kunt u deze ervaring opdoen. Het spreekt voor zich dat het daarbij verstandig is om voorzichtig en met kleine bedragen te beleggen in Financiële Instrumenten waarin u niet voldoende ervaring heeft.
2. Algemene risico’s van beleggen
Iedere belegging brengt in meer of mindere mate xxxxxx’x met zich mee. Naast de specifieke risico’s van een Financieel Instrument brengen beleggingen ook algemene risico’s met zich mee. Meestal geldt dat hoe hoger het verwachte rendement is hoe hoger de risico’s zullen zijn.
Hieronder worden de belangrijkste (algemene) risico’s voor de belegger genoemd.
2.1 Valutarisico / wisselkoersrisico
Het wisselkoersrisico is het risico dat uw belegging wanneer deze luidt in Vreemde Valuta gevoelig is voor veranderingen in de wisselkoers van deze Vreemde Valuta ten opzichte van de Lokale Valuta. Wanneer u bij DEGIRO beschikt over een positie in Vreemde Valuta, dan loopt u hierover een wisselkoersrisico. Wisselkoersrisico ontstaat eveneens bij beleggingen met een notering in Vreemde Valuta of Financiële Instrumenten die gevoelig zijn voor mutaties in wisselkoersen.
2.2 Renterisico
Veranderingen in zowel de korte- als lange termijn rentevoeten kunnen de waarde van Financiële Instrumenten beïnvloeden. Een verandering in de rente kan op alle type beleggingen binnen uw portefeuille van invloed zijn. Over het algemeen reageren vastrentende waarden, met een lange looptijd, hevig op schommelingen in de rente.
2.3 Liquiditeitsrisico
Het liquiditeitsrisico hangt af van het volume van zowel de transacties in het Financiële Instrument als de freefloat (vrije verhandelbaarheid) daarvan. Bij onvoldoende liquiditeit van de markt loopt de belegger het risico zijn Effecten niet, of niet direct, tegen de marktprijs te kunnen verkopen.
2.4 Faillissementsrisico / tegenpartijrisico
Effecten worden uitgegeven door ondernemingen of overheden die gedurende de periode dat u in de Effecten belegt, failliet kunnen gaan. De kans op een faillissement is afhankelijk van de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling. Indien er sprake is van een faillissement, dan kan de situatie zich voordoen dat u schuldeiser wordt in de boedel van de gefailleerde. Om een inschatting te maken van het faillissementsrisico dient u inzicht te hebben in de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling en de rechten die u heeft bij een eventueel faillissement.
2.5 Specifieke beursrisico’s
Via DEGIRO is het mogelijk om op verschillende beurzen te handelen. Houdt u er rekening mee dat op de verschillende beurzen afwijkende regels kunnen gelden voor bijvoorbeeld de toegestane ordertypen, order limieten, de openingstijden en de gehanteerde handelssystematiek.
Het is verstandig om u goed te informeren over deze specifieke regels voordat u op een nieuwe beurs of markt gaat handelen. Deze regels kunnen van tijd tot tijd wijzigen. Handelt u in fondsen die niet in de hoofdindices staan, dan is het raadzaam extra behoedzaam te zijn. In sommige markten gelden voor zulke fondsen lagere toegangseisen. Fondsen buiten de hoofdindices worden ook vaak minder verhandeld waardoor de koersvorming veelal grilliger is en het risico op problemen groter. In deze handleiding vindt u vooral algemene informatie. Heeft u behoefte aan meer informatie, dan kunt u altijd contact opnemen met de Klantenservice. Daarnaast adviseren wij u van tijd tot tijd kennis te nemen van informatie van de diverse beurzen die vaak is te vinden op de websites van deze beurzen.
2.6 Risico’s van handelsonderbrekingen en storingen
De mogelijkheid bestaat dat de handel in een bepaald Financieel Instrument tijdelijk niet mogelijk is, ernstig wordt vertraagd of dat u niet kunt beleggen via een bepaald communicatiemiddel. Ook kan bepaalde informatie niet voorhanden zijn (bijvoorbeeld koersinformatie of terugmeldingen van Orders), waardoor in voorkomende gevallen aanzienlijke schade kan ontstaan. Hoezeer de betrokken marktpartijen zich hiertegen ook proberen te wapenen, geheel uit te sluiten zijn dergelijke storingen niet. Denkt u bijvoorbeeld aan de situatie dat technische infrastructuur wordt beschadigd door derden, bijvoorbeeld bij werkzaamheden. Ook kan afhankelijk van de diverse beursreglementen sprake zijn van handelsonderbrekingen, vaak ter voorkoming van niet marktconforme koersvorming.
Realiseert u zich dat de diverse marktpartijen, waaronder ook DEGIRO, hun aansprakelijkheid voor storingen, handelsonderbrekingen en dergelijke hebben uitgesloten. Dit heeft tot gevolg dat eventuele schade voor rekening van u als klant is. Overigens doet DEGIRO er alles aan om zich hiertegen te wapenen. XXXXXX schakelt voor haar dienstverlening alleen derde partijen met een goede reputatie in. Ook DEGIRO zelf kan te maken krijgen met een storing. Dit kan bijvoorbeeld een storing in WebTrader of een storing in de verbindingen met beurzen zijn. Bij een storing kan DEGIRO besluiten het plaatsen van Orders via WebTrader tijdelijk uit te schakelen. XXXXXX zal zich inspannen u bijvoorbeeld via een bericht op de Website van een storing op de hoogte te brengen. Het doorgeven van uw Orders en het opvragen van informatie over uw lopende Orders is altijd mogelijk via de email Order. Zie hiervoor en voor wat u verder kunt doen ingeval van een storing het document Orders en Orderuitvoeringbeleid.
Voor informatie over het opgeven van Orders, uw lopende Orders, andere vragen en opmerkingen of klachten over de dienstverlening van DEGIRO, staat de Klantenservice van DEGIRO u graag te woord. Mocht u een klacht hebben of onregelmatigheden hebben geconstateerd, dan dient u dit direct te melden bij de Klantenservice (telefonisch of per e-mail).
2.7 Overige risico’s
Het risico voor de belegger op een negatieve koersontwikkeling wordt niet alleen bepaald door de resultaten van de onderneming waarin u belegt, maar ook door het algehele marktsentiment.
Verschillende andere factoren kunnen de algemene koersontwikkeling van Financiële Instrumenten nog beïnvloeden. Voorbeelden hiervan zijn onder meer:
• liquiditeitsrisico (het risico van een geringe verhandelbaarheid);
• politieke risico's (wijziging van wet- en regelgeving en andere overheidsmaatregelen die de belegger benadelen);
• fiscale risico's (wijziging van de fiscale behandeling van uw beleggingen door wijziging in de toepasselijke fiscale wetgeving of de interpretatie daarvan);
• inflatierisico (het risico dat de koopkracht van de Lokale Valuta afneemt);
• herbeleggingsrisico (het risico dat op het moment van aflossing er geen gelijkwaardige herbeleggingsmogelijkheid is);
• enzovoorts.
3. Kenmerken en risico’s van Financiële Instrumenten
Het doel van dit hoofdstuk is u op hoofdlijnen een beeld te geven van de essentiële kenmerken van de soorten Financiële Instrumenten waarin u via DeGiro kunt beleggen en de aan die beleggingen verbonden risico’s. Dit hoofdstuk kan niet alle kenmerken en risico’s beschrijven. De informatie in dit hoofdstuk is niet op uw persoonlijke situatie toegesneden, maar geeft algemene informatie over de betreffende Financiële Instrumenten.
Aan alle vormen van beleggen en handelen zijn risico’s verbonden. Deze risico’s zijn afhankelijk van de aard van het product waarin u handelt of belegt. Een belegging kan in meer of mindere mate speculatief zijn. Soms kunt u alleen uw inleg verliezen en soms kunt u ook meer dan uw inleg verliezen, bijvoorbeeld als u in futures of geschreven opties belegt of wanneer u gebruik maakt van de diensten Debet Geld of Debet Effecten. Meestal geldt dat een belegging met een hoger verwacht rendement grotere risico’s met zich mee brengt.
Ingeval de kenmerken van de Financiële Instrumenten waarin u wenst te beleggen niet in dit hoofdstuk staan beschreven, dient u zich van de beleggingsrisico’s van deze Financiële Instrumenten op de hoogte te stellen.
Van veel Financiële Instrumenten wordt door de betreffende uitgevende instelling informatie beschikbaar gesteld. Bijvoorbeeld in de vorm van Essentiële Beleggersinformatie, prospectussen, jaarrekeningen, berichten over corporate actions (dividenden, couponbetalingen, rights e.d.) enzovoorts. XXXXXX raadt u aan van deze informatie gebruik te maken bij het nemen van uw beleggingsbeslissingen. De beleggingsdienstverlening van DEGIRO is beperkt tot ‘Execution Only’. Dit betekent dat u zelf en op eigen initiatief bepaalt welke Orders u wilt plaatsen. XXXXXX beperkt zich tot het uitvoeren van die Orders en geeft daarbij geen advies.
3.1 Beleggingsinstellingen ('beleggingsfondsen')
Door te beleggen in een beleggingsinstelling (een contractueel fonds of een beleggingsmaatschappij) kunt u op een eenvoudige manier een spreiding van uw beleggingsportefeuille bereiken. Met behulp van een beleggingsinstelling heeft u tevens de mogelijkheid om (indirect) in Financiële Instrumenten te beleggen die voor de particuliere beleggers op een andere manier niet beschikbaar zijn. De wijze waarop de beheerder van een beleggingsinstelling de beleggingsportefeuille samenstelt staat uitgebreid beschreven in het betreffende prospectus. De beheerder van een beleggingsinstelling stelt een portefeuille samen binnen een vooraf vastgestelde verdeling over de verschillende beleggingscategorieën zoals liquide middelen, aandelen, obligaties, vastgoed en grondstoffen.
Beleggingsinstellingen worden verhandeld via een beurs en buiten de beurs om. Dit onderscheid wordt aangeduid als beursgenoteerde en niet beursgenoteerde beleggingsinstellingen. Daarnaast kan onderscheid worden gemaakt in open-end- en closed-end beleggingsinstellingen. Een openend beleggingsinstelling heeft de mogelijkheid om nieuwe participaties uit te geven op het moment dat er nieuw geld in het beleggingsinstelling stroomt en om participaties weer in te trekken wanneer geld de beleggingsinstelling weer verlaat. Participaties in een open-end beleggingsinstelling handelen rondom de intrinsieke waarde (de optelsom van alle beleggingen van die beleggingsinstelling per participatie). Een closed-end beleggingsinstelling heeft niet de mogelijkheid om nieuwe participaties uit te geven waardoor de koers afhangt van vraag naar en aanbod van participaties in die beleggingsinstelling op de financiële markt. Voor alle beleggingen, maar in het bijzonder voor closed-end beleggingsinstellingen is het van belang om gebruik te maken van Limit Orders. Hierdoor wordt voorkomen dat een transactie tot stand komt tegen een onverwacht hoge of lage koers.
Risico’s beleggingsinstellingen
Beleggingsinstellingen kunnen in vrijwel alles beleggen. Over het risico van beleggingsinstellingen is daardoor niet veel te zeggen, zonder informatie over het beleggingsbeleid van de specifieke beleggingsinstelling. Een beleggingsinstelling kan wel of niet gebruik maken van hefboomeffect door te beleggen met geleend geld of geleende Effecten en door te handelen in Derivaten om beleggingen te financieren en/of de exposure in bepaalde asset klassen te vergroten. Een dergelijke constructie vergroot doorgaans de koersfluctuaties van de beleggingsinstelling. Bij sommige beleggingsinstellingen is het alleen op bepaalde momenten mogelijk om uit te stappen.
U kunt dan bijvoorbeeld uw belegging alleen maar een keer per maand of zelfs een keer per kwartaal verkopen. U kunt dan dus uw belegging niet snel verkopen wanneer de koers van de beleggingsinstelling hard daalt.
Beleggingen in een in de EU gevestigde beleggingsinstelling, zijn als het goed is beschermd tegen het faillissement van de beheerder van de beleggingsinstelling.
Informatie over zaken als de mogelijke beleggingen, handelen met hefboomeffect, de uitstapmogelijkheden van de beleggingsinstelling en de risico's bij faillissement van de beheerder, vindt u in het prospectus en in de Essentiële Beleggersinformatie. Wanneer u in een beleggingsinstelling wilt investeren is het dus essentieel dat u zich in deze documenten verdiept om te zien of dit een voor u passende belegging is.
Beleggingsinstellingen worden door beheerders van over de hele wereld aangeboden. Sommige vanuit meer en sommige vanuit minder gereguleerde jurisdicties. Xxxxxxxx dit niets zegt over de investeringen en beleggingsrisico's van een beleggingsinstelling, kan het wel zo zijn dat voor beleggingsinstellingen uit minder gereguleerde jurisdicties extra risico's gelden. Xxxxx hiermee rekening wanneer u uw beleggingsbeslissing neemt.
Posities in niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen kunnen vaak alleen worden gekocht met voorinschrijving, waarbij u vooraf geld moet storten bij bijvoorbeeld de beheerder van die beleggingsinstelling of de partij die de cliëntadministratie voor die beleggingsinstelling voert.
Xxxxxxxxx die voorinschrijven op een niet beursgenoteerde beleggingsinstelling dienen in acht te nemen dat hier een verhoogd kredietrisico aan verbonden is, doordat er geen directe levering tegen betaling plaatsvindt. Het risico bestaat dat de instelling die uw geld heeft ontvangen failliet gaat tussen de periode van voorinschrijving en de doorbetaling van het bedrag aan de beleggingsinstelling. Het bedrag dat voor de voorinschrijving is gereserveerd om de levering van de door uw gewenste participaties te bekostigen komt dan in de failliete boedel van die instelling. In dat geval kunnen aan de belegger geen participaties in de beleggingsinstelling worden geleverd, en blijft mogelijkerwijs de betalingsverplichting van de belegger bestaan.
Alle gereguleerde beleggingsinstellingen binnen de EU die participaties aanbieden aan nietprofessionele beleggers moeten de Essentiële Beleggersinformatie beschikbaar stellen. De Essentiele Beleggersinformatie beschrijft op beknopte wijze en in niet-technische woorden de beleggingspropositie die de beleggingsinstelling aan de belegger aanbiedt. De Essentiële Beleggersinformatie is te vinden op de website van de betreffende beleggingsinstelling (zie hiervoor ook Producten en Beurzen op de Website).
3.2 Obligaties
Een obligatie is een schuldbewijs uitgegeven door een overheidsinstelling of een onderneming. De koper van een obligatie leent de uitgever van een obligatie een bedrag voor een van te voren overeengekomen periode tegen veelal een vastgesteld rentepercentage. Een uitzondering hierop is de zero-coupon obligatie. Deze obligatie keert geen rente gedurende de looptijd uit. Het rendement op dit soort obligaties wordt verkregen uit het verschil tussen de aanschafkoers en de latere aflossingskoers.
Er bestaat een grote variëteit aan soorten obligaties, met grote verschillen in risico en rendement. Let dus goed op wanneer u belegt in obligaties en verdiep u in de voor de betreffende obligatie uitgegeven documentatie. Naast de meer traditionele obligaties bestaan bijzondere vormen van obligaties met een complex karakter (complexe obligaties). Dat complexe karakter kan betrekking hebben op de wijze van rentebetaling, de wijze van aflossing, de wijze van uitgifte en
bijzondere leningsvoorwaarden. Het rendement op de obligatie kan bijvoorbeeld (mede) afhankelijk worden gesteld van de geldende rentestand (voorbeelden zijn surplusobligaties en rente-indexobligaties) of van de winst van de instelling die de obligatie heeft uitgegeven (zoals winstdelende obligaties en inkomstenobligaties). Gezien de bijzondere risico’s van complexe obligaties kunnen zij in het algemeen niet als vastrentende waarden worden beschouwd.
Risico’s obligaties
Een belegging in obligaties draagt risico’s met zich mee. Het risico van de obligatie komt onder andere tot uitdrukking in de geldende marktrente en de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling. Een stijgende marktrente zal doorgaans een daling van de koers van de obligatie tot gevolg hebben en vice versa. Bij een daling van de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling loopt u een groter risico dat niet wordt voldaan aan de betaling van rente en aflossing van de obligatie. Dit heeft eveneens een koersdaling tot gevolg. In geval van een faillissement hebben obligatiehouders in de regel voorrang op aandeelhouders bij een eventuele uitkering aan schuldeisers. Desondanks bestaat ook bij een belegging in obligaties het risico dat uw gehele inleg verloren gaat.
Bijzondere aandacht is vereist in relatie tot obligaties van banken. In veel landen, waaronder de landen binnen de EU, hebben resolution authorities vergaande rechten met betrekking tot de aandelen en obligaties die door banken zijn uitgegeven. Een dergelijk recht kan bijvoorbeeld het recht zijn om obligaties af te stempelen (in waarde te verlagen), de looptijd van de obligaties aan te passen, betaling uit te stellen of de obligaties om te zetten in andere instrumenten zoals gewone aandelen.
Complexe obligaties bieden in het algemeen een hoger (coupon)rendement dan traditionele obligaties, maar daar staat tegenover dat aan complexe obligaties ook hogere risico’s zijn verbonden dan aan traditionele obligaties.
Een perpetuele obligatie karakteriseert zich als een eeuwigdurende lening die (op initiatief van de uitgevende instelling) kan worden afgelost. Aflossing van de lening is onzeker. Het risico bestaat dat de couponrente van de perpetuele obligatie tijdelijk of structureel lager ligt dan die van traditionele obligaties van dezelfde of vergelijkbare uitgevende instellingen. Indien bijvoorbeeld de koers van bestaande obligaties daalt omdat bij nieuwe obligaties een hogere couponrente wordt geboden, zal het daardoor veroorzaakte koersverlies van een perpetuele obligatie hoger zijn dan het koersverlies van een traditionele obligatie, omdat bij de perpetuele obligatie niet het vooruitzicht bestaat dat de lening zal worden afgelost en dan tegen een beter rendement kan worden herbelegd. Daarnaast brengt het eeuwigdurende karakter van perpetuele obligaties mee dat de looptijd langer kan uitvallen dan bij traditionele obligaties, waardoor een groter debiteurenrisico wordt gelopen.
Aan achtergestelde obligaties is een groot debiteurenrisico verbonden, omdat de houder van een achtergestelde obligatie bij een eventueel faillissement van de uitgevende instelling in een veel slechtere positie verkeert dan de houder van een traditionele obligatie, die als concurrent crediteur kan opkomen. Als houder van een achtergestelde obligatie accepteert u dat uw lening pas wordt afgelost nadat alle andere crediteuren van de uitgevende instelling zijn voldaan.
Aan obligaties met een (direct dan wel later ingaande) variabele rentevoet, zoals “floating rate notes” en “steepeners”, is het risico verbonden dat de couponrente op een gegeven moment
lager uitvalt dan verwacht, hetgeen niet alleen leidt tot een lager rendement maar ook tot koersverlies.
3.3 Converteerbare obligaties
Converteerbare obligaties zijn obligaties die op verzoek van de belegger of de uitgevende instelling of na het bereiken van een vooraf benoemde trigger kunnen of moeten worden omgewisseld in aandelen. Een belangrijk onderscheid is dat tussen convertibles en reverse convertibles. Een convertible biedt een belegger het recht om aan het eind van de looptijd de obligatie om te wisselen tegen een vooraf vastgestelde hoeveelheid aandelen. Bij een reverse convertible heeft de uitgevende instelling dit recht en heeft dus de belegger wanneer de uitgevende instelling gebruik maakt van haar recht, de verplichting om de obligaties in te ruilen tegen een vooraf vastgestelde hoeveelheid aandelen.
Een recente versie van de reverse convertible is de CoCo (Contingent Convertible bond). CoCo's worden vooral uitgegeven door banken als aanvulling op hun wettelijk vereiste kapitaal. Een CoCo wordt in de regel omgewisseld naar aandelen wanneer de kapitaalspositie van de bank verslechterd. Bij sommige CoCo's worden de obligaties niet omgewisseld naar aandelen, maar wordt de nominale waarde daarvan verlaagd na het bereiken van een trigger. Het verlagen van de nominale waarde van de CoCo betekent voor de belegger een definitief verlies. CoCo's kunnen zelfs achtergesteld zijn bij de aandelen van dezelfde uitgevende instelling. Omdat er belangrijke verschillen bestaan tussen CoCo's is het essentieel om het prospectus te bestuderen wanneer u de aankoop van een CoCo overweegt.
Risico’s van converteerbare obligaties
De converteerbare obligatie vertoont kenmerken van zowel een obligatie als van een aandeel. Voor de risico’s wordt derhalve verwezen naar de risico’s die zijn verbonden aan deze beide Financiële Instrumenten. De reverse convertible heeft een verhoogd risico in zich omdat de belegger verplicht kan worden aandelen te accepteren op een moment gekozen door de uitgevende instelling. Ditzelfde geldt voor CoCo's. Omdat CoCo's dienen als buffer kapitaal voor de uitgevende bank, zullen CoCo's worden geconverteerd op een moment waarop het met die bank niet goed gaat. Daarnaast geldt dat er voor de uitgevende instelling bij een CoCo geen verplichting is tot het betalen van dividend en geen verplichting tot aflossen. Bovendien is de verhandelbaarheid van de CoCo vaak beperkt.
3.4 Aandelen
Aandelen zijn deelnemingen in het aandelenkapitaal van een vennootschap. De aandeelhouder krijgt stemrecht in de onderneming en eventueel recht op dividend.
Risico’s aandelen
De waarde van een aandeel is er direct van afhankelijk hoe goed het gaat met de onderneming. Gaat het goed met de onderneming, dan gaat het goed met het aandeel. En andersom. De koers van het aandeel zal sterk fluctueren naarmate de winstverwachtingen van de onderneming onzeker zijn. De koers is voornamelijk afhankelijk van macro-economische ontwikkelingen, nieuws over het bedrijf en/of de sector en het dividendbeleid. Het rendement op een aandeel zal per (type) onderneming sterk verschillen. Ook bij aandelen loopt u het risico uw gehele inleg te verliezen. In geval van een faillissement van de onderneming zullen aandelen in de regel niets meer waard zijn.
Bijzondere aandacht is vereist in relatie tot aandelen van banken. In veel landen, waaronder de landen binnen de EU, hebben resolution authorities vergaande rechten met betrekking tot de aandelen en obligaties die door banken zijn uitgegeven. Een dergelijk recht kan bijvoorbeeld het recht zijn om aandelen te onteigenen of te nationaliseren.
3.5 Opties
Een optie is een contract waarbij de partij die de optie verstrekt (de “schrijver”) aan zijn wederpartij (de 'koper') het recht toekent om een onderliggende waarde, bijvoorbeeld een pakket aandelen, gedurende of aan het einde van een overeengekomen periode te kopen (we spreken dan van een 'call-optie') of te verkopen (we spreken dan van een 'put-optie') tegen een prijs die van te voren is bepaald of waarvan overeengekomen is op welke wijze deze bepaald zal worden. Voor dit recht betaalt de koper meestal een prijs aan de schrijver. De prijs van de optie is veelal een fractie van de waarde van de onderliggende waarde. Hierdoor leidt een koersschommeling van de onderliggende waarde tot grotere winsten of verliezen voor de houder van een optie. Dit is de zogeheten ‘hefboomwerking’.
Opties zijn geschikt voor beleggers die voldoende kennis hebben van Derivaten en van de handel in de onderliggende waarden en die zich grote schommelingen in de koers kunnen veroorloven.
De afwikkeling van een optiecontract is ofwel op basis van levering van de onderliggende waarde ofwel op basis van afwikkeling in geld.
Gekochte opties (een 'long' positie)
De koper van een optiecontract heeft het recht (niet de verplichting) om gedurende of aan het eind van een bepaalde periode een hoeveelheid van een onderliggende waarde te kopen (calloptie) of te verkopen (put-optie) tegen een vooraf overeengekomen prijs. Voor het recht dat de koper van een optie verkrijgt, betaalt de koper een prijs (de premie).
Risico’s gekochte opties
Het mogelijke verlies voor de koper van een optie is beperkt tot de betaalde prijs (premie). Door de hefboomwerking van de optie zal de waarde ervan echter wel sterk fluctueren. Het risico om uw inleg te verliezen is groter dan bij een investering in onderliggende waarde zelf. Het risico om uw inleg te verliezen neemt bij een call-optie toe wanneer de onderliggende waarde in waarde daalt en bij een put-optie wanneer de onderliggende waarde in waarde stijgt. Doordat opties een beperkte duur hebben, is de kans dat u uw inleg daadwerkelijk verliest, reëel.
Xxxxxxxx opties worden door XXXXXX voor rekening en risico van haar klanten aangehouden bij een clearing member, die de opties op haar beurt aanhoudt bij een central counterparty of CCP. Faillissement van de clearing member of CCP betekent dat de opties waardeloos kunnen worden.
Geschreven opties (een 'short' positie)
Een schrijver van een optie neemt de verplichting (geen recht) op zich om 'op verzoek van de koper' de onderliggende waarde te verkopen (call-optie) of te kopen (put-optie) voor de afgesproken prijs. Hij heeft dus een verplichting geaccepteerd waarvoor hij een prijs (premie) ontvangt. Voor de verplichtingen die kunnen voortvloeien uit een geschreven optiepositie moet de schrijver van de optie zekerheid stellen ('margin' of 'collateral') in Nederland in de regel in de vorm van een pandrecht op geld en / of Effecten. De vereiste hoogte van deze zekerheid beweegt met
de koers van de onderliggende waarde en wordt elke dag berekend. Indien de door de schrijver gestelde zekerheid niet langer voldoende is, dan dient de schrijver aanvullende zekerheid te verschaffen - bijvoorbeeld door geld te storten - of posities te sluiten.
Risico’s geschreven opties
Door een call-optie te schrijven, kan de schrijver verplicht worden om de onderliggende waarde te verkopen tegen de uitoefenprijs. Wanneer de schrijver de onderliggende waarde op dat moment niet heeft, dan zal de schrijver de onderliggende waarde voor de marktprijs van dat moment moeten kopen. Omdat de prijs van de onderliggende waarde in theorie onbeperkt kan stijgen, kan het verlies van de schrijver van de call-optie dus ook onbeperkt zijn. Het is mogelijk om gedekte call opties te schrijven, bijvoorbeeld door call opties te schrijven op aandelen die in de portefeuille aanwezig zijn. Het risico is dan beperkt.
Door een put-optie te schrijven, kan de schrijver van de optie verplicht worden om de onderliggende waarde te kopen voor de uitoefenprijs. Omdat de prijs van de onderliggende waarde ondertussen kan zijn gedaald tot nul (maar niet lager), is het risico van de schrijver van een put-optie beperkt tot de hoogte van de uitoefenprijs.
De zekerheid die de schrijver van een optie dient aan te houden geeft enige dekking voor koersverliezen maar sluit niet uit dat er een groter verlies optreedt dan de waarde van het onderpand.
De schrijver van een optie kan dus te maken krijgen met (onbeperkte) verliezen, die vele malen groter kunnen zijn dan de ontvangen prijs.
3.6 Futures
Een futures contract is een termijncontract waarbij de verkoper 'nu voor alsdan' een vastgestelde hoeveelheid van de onderliggende waarde (aandelenindex, obligatieleningen, aardappels etc.) tegen een vastgestelde prijs verkoopt aan de koper. Let op: bij een future ontstaan er dus anders dan bij een optie zowel voor de verkoper (die moet op termijn leveren) als ook voor de koper (die moet op termijn betalen) verplichtingen. De afwikkeling van een futures contract is ofwel op basis van levering van de onderliggende waarde ofwel op basis van afwikkeling in geld ('cash settlement'). Ingeval van afwikkeling op basis van levering zijn partijen verplicht om de onderliggende waarde tegen betaling van de vastgestelde prijs daadwerkelijk te leveren (Effecten door overboeking, aardappels door fysieke levering) respectievelijk af te nemen. Ingeval van afwikkeling in geld vindt er een verrekening plaats op basis van de koers van de onderliggende waarde op de dag van expiratie.
Ook voor de verplichtingen die voortvloeien uit een future positie moet zekerheid worden gesteld. Omdat bij futures zowel koper als verkoper beiden verplichtingen aangaan, moeten zowel de koper als de verkoper zekerheid stellen. Anders dan bij opties leiden koersbewegingen van de onderliggende waarde niet tot veranderingen in de hoogte van de zekerheid, maar tot dagelijkse betalingen tussen de koper en de verkoper van de future. Xxxxxx dan een optie bouwt een future dan ook geen waarde op.
Dit complexe product is geschikt voor beleggers die hun posities dagelijks actief volgen en voldoende kennis hebben van Derivaten en van de handel in de onderliggende waarden en die zich grote schommelingen in de koers kunnen veroorloven.
Risico's futures
Bij het aangaan van een future hoeft maar voor een beperkt bedrag zekerheid te worden gesteld gerelateerd aan de onderliggende waarde waarop de future ziet. Een beperkte koersschommeling kan echter tot grote verliezen (of winsten) leiden (hefboomwerking). De zekerheid die de belegger in futures dient aan te houden geeft enige dekking voor die koersverliezen maar sluit niet uit dat er een groter verlies optreedt dan de omvang van de zekerheid. Het verlies op een future kan aanzienlijk zijn.
Futures worden door XXXXXX voor rekening en risico van haar klanten aangehouden bij een clearing member, die de futures op haar beurt aanhoudt bij een central counterparty of CCP. Faillissement van de clearing member of CCP betekent dat de futures waardeloos kunnen worden. Als belegger in futures dient u zorgvuldig af te wegen of dit complexe product geschikt voor u is, mede gelet op uw kennis en ervaring, uw financiële positie en het doel van de beleggingen.
3.7 Contracts for Difference
Een Contract for Difference (CFD) is een Derivaat waarmee u recht krijgt op een vergoeding ter hoogte van het koersverschil en het inkomen van de onderliggende waarde. Met een belegging in een CFD wordt voor u niet de onderliggende waarde aangekocht en aangehouden, maar krijgt (bij een long positie) of betaalt (in geval van een short positie) u een bedrag ter hoogte van het koersverschil (en dat kan zowel positief zijn als negatief) en het uitgekeerde inkomen (dividend) van de onderliggende waarde tussen het moment van openen van de CFD en het moment van sluiten van de CFD. Door middel van een CFD wordt een economische "exposure" opgebouwd in de onderliggende waarde, in de regel een Financieel Instrument. Er vindt dus geen levering plaats van de onderliggende waarde, zodat u bijvoorbeeld geen aanspraak kunt maken op stemrecht.
Omdat de koers zowel omhoog kan gaan als omlaag, loopt u bij een CFD zowel bij het kopen (long) als bij het schrijven (short) een risico. Voor dat risico moet u zekerheid stellen. Omdat de waarde van de zekerheid die u moet stellen in de regel gering is in relatie tot de waarde van de onderliggende waarde, belegt u met een CFD in de regel met een hefboomeffect.
U kunt bij DEGIRO via CFD's handelen in een zeer breed aanbod van markten en producten zoals aandelen, valuta's, indices, grondstoffen en overige financiële producten. XXXXXX is steeds gerechtigd bepaalde CFD’s niet meer toegankelijk te maken of deze te beëindigen. De Handelstijden van de CFD’s zijn normaalgesproken gelijk aan de beurstijden van de betreffende onderliggende waarden. Maar CFD’s op sommige producten kunnen ook voor- en nabeurs gehandeld worden. Aandelen CFD's kennen geen expiratiedatum. Hierdoor hebt u de vrijheid uw positie te sluiten wanneer u dat zelf wilt.
Wanneer XXXXXX van u een Order ontvangt voor een CFD, dan zal DEGIRO proberen die Order voor u uit te voeren. Een CFD wordt niet op een beurs verhandeld, maar wordt door DEGIRO steeds voor rekening en risico van de klant aangegaan met een OTC wederpartij; veelal een bank.
Kosten CFD's
XXXXXX voert uw Order uit door voor uw rekening en risico een CFD aan te gaan met een OTC counterparty. Iedere OTC Counterparty zal diens eigen vergoedingenstructuur kennen. Voor het voor u uitvoeren van een Order in CFD's brengt XXXXXX u een transactievergoeding in rekening.
Een long positie in een CFD is (economisch) te zien als een fictieve aankoop van de onderliggende waarde zonder dat u over de koopsom beschikt. Waar u bij een daadwerkelijke aankoop rente zou moeten betalen voor het geleende bedrag, zo worden u bij een long positie in CFD's financieringskosten in rekening gebracht gerelateerd aan de prijs van de onderliggende waarde. Financieringskosten zijn alleen verschuldigd bij overnight posities (dus posities voor meer dan één dag).
Een short positie in CFD's is (economisch) te zien als een fictieve verkoop van de onderliggende waarde, zonder dat u over de onderliggende waarde beschikt. Waar u bij een daadwerkelijke verkoop de verkoopprijs zou ontvangen, zo ontvangt u bij een short positie in een CFD een bedrag aan rente gerelateerd aan de verkoopprijs. Waar u bij een daadwerkelijke verkoop van een onderliggende waarde waarover u niet beschikt deze onderliggende waarde zou moeten lenen, zo worden bij een short CFD leenkosten in rekening gebracht gerelateerd aan de onderliggende waarde.
De hoogte van de financieringskosten (de overnight rente) is onder meer een vergoeding voor het tegenpartijrisico voor het aanhouden van de positie. Omdat het risico in de verhouding tussen DEGIRO en de wederpartij met wie DEGIRO de CFD voor rekening en risico van de klant aangaat en het risico in de verhouding tussen DEGIRO en de klant verschillend zal zijn, kan ook de tussen de verschillende partijen in rekening gebrachte rente verschillen.
U kunt de hoogte van de financieringskosten en de transactievergoeding vinden in het document Tarieven.
Bij CFD's is het in de markt niet ongebruikelijk dat kosten ook - versluierd - aanwezig zijn in een grote bied-laatspread, waarbij het verschil tussen de aankoopprijs en de verkoopprijs van de CFD groter is dan de spread van de onderliggende waarde zelf. XXXXXX heeft als doelstelling de spread van de CFD minimaal 98% van de tijd gelijk te houden aan de spread van de onderliggende waarde.
Risico’s CFD's
Bij het aangaan van een CFD hoeft in de regel maar voor een gering deel van de waarde van de onderliggende waarde zekerheid te worden aangehouden. U kunt dus beleggen met een hefboom. Een geringe koersschommeling kan daardoor in relatie tot uw inleg tot grote verliezen (of winsten) leiden. Omdat de onderliggende waarde omhoog en omlaag kan gaan, loopt u zowel wanneer u een CFD koopt als wanneer u een CFD schrijft risico. De zekerheid die u dient aan te houden geeft enige dekking voor die koersverliezen, maar sluit niet uit dat er een groter verlies optreedt dan de omvang daarvan. Het verlies op een CFD kan aanzienlijk zijn.
CFDs worden door XXXXXX voor rekening en risico van haar klanten aangehouden bij een OTC tegenpartij. In de regel zal dit een grote internationale bank zijn. Faillissement van deze OTC tegenpartij leidt er toe dat de CFDs waardeloos kunnen worden.
Als belegger in CFD’s dient u zorgvuldig af te wegen of dit complexe product geschikt voor u is, mede gelet op uw kennis en ervaring, uw financiële positie en het doel van de beleggingen. Dit complexe product is geschikt voor beleggers die hun posities dagelijks actief volgen en voldoende kennis hebben van Derivaten en van de handel in de onderliggende waarden en die zich grote schommelingen in de koers kunnen veroorloven.
3.8 Warrants
De warrant vertoont de kenmerken van een optiecontract met als belangrijkste verschil dat een warrant niet - zoals een derivaat - als contract met een (onbekende) wederpartij tot stand komt maar altijd wordt uitgegeven door en aangegaan met de onderneming of (overheids)instelling die de voorwaarden van de warrant heeft vastgesteld.
Risico’s warrants
De risico’s die zijn verbonden aan een warrant zijn vergelijkbaar met de risico’s die zijn verbonden aan het kopen van call opties. Een risico van een warrant is dat de waarde van de warrant afhankelijk is van de gegoedheid van de uitgevende instelling en dat de warrant dus haar waarde kan verliezen op het moment dat de uitgevende instelling failliet gaat.
3.9 Trackers
Trackers zijn - in de regel beursgenoteerde - beleggingsinstellingen die 'passief', dat wil zeggen zonder eigen beleggingskeuzes te maken, proberen zo nauwgezet mogelijk een bepaalde onderliggende waarde (bijvoorbeeld een aandelen index, maar ook grondstoffen, obligaties, landbouwproducten et cetera) te volgen. Een tracker waarin de onderliggende waarde daadwerkelijk aanwezig is kan worden beschouwd als een beleggingsinstelling waarin de onderliggende waarde, bijvoorbeeld aandelen van een index in een gelijke verhouding als in de index, zijn opgenomen. Een tracker met een synthetische structuur kan beschouwd worden als een beleggingsinstelling die met derivaten een bepaalde index of andere onderliggende waarde (bijvoorbeeld grondstoffen of landbouwproducten) nabootst. De inleg van beleggers wordt bijvoorbeeld belegd in obligaties en met een of meer tegenpartijen worden derivaten (swaps) aangegaan, waarbij deze wederpartijen tegen betaling van een vaste vergoeding, een vergoeding betalen gerelateerd aan de ontwikkeling van de betreffende onderliggende waarde. Trackers combineren de voordelen van effecten met die van een beleggingsinstelling, omdat ze wel de spreiding bieden die een beleggingsinstelling biedt, maar in tegenstelling tot gewone beleggingsinstellingen (en net als aandelen) de hele dag verhandelbaar zijn.
Risico’s trackers
Door de mogelijkheid om al bij een beperkte inleg, een brede spreiding te bereiken, kan een tracker worden gebruikt om het risico voor de belegger te verlagen.
Een risico dat bij trackers kan bestaan is het uitlenen van Financiële Instrumenten. Managers kunnen de Financiële Instrumenten die zij aanhouden in de tracker uitlenen aan derden. De (leen)opbrengst die hier tegenover staat wordt vaak gedeeld tussen fondsmanager en beleggers, maar het risico dat hiermee gepaard gaat, komt volledig voor rekening van de belegger. In de regel zal dit risico worden beperkt door het bedingen van onderpand, maar dat neemt het risico van eventuele waardevermindering van de tracker niet weg.
Bij synthetische trackers bestaat een tegenpartijrisico. Op het moment dat de partij die zich via de swapconstructie verplicht heeft de performance van de te volgen onderliggende waarde of index te leveren, failliet zou gaan, zou de waarde van de tracker flink kunnen dalen. Dit risico zou eventueel beperkt kunnen worden door het onderpand dat al dan niet bedongen is als onderdeel van de swapconstructie. Het nadeel van een tracker met een synthetische structuur, is dat er naast het koersrisico van de onderliggende waarde dus ook tegenpartij risico is op de tegenpartij(en) van de derivaten.
Bovengenoemde risico’s gelden overigens veelal ook voor gewone beleggingsinstellingen aangezien die in veel gevallen de mogelijkheid hebben om met synthetische constructies te werken en/of Financiële Instrumenten uit te lenen.
3.10 Structured products
Structured products zijn Effecten (in de regel notes) met een bepaalde vaste looptijd waarvan terugbetaling van de hoofdsom en betaling van tussentijdse uitkeringen afhankelijk zijn van externe factoren zoals de koers van een index, grondstof of aandeel waaraan het structured product is gekoppeld. Deze producten worden vaak uitgegeven door banken en zijn vaak verhandelbaar op de beurs. Er is als het goed is altijd een prospectus aanwezig.
Voorbeelden van structured products zijn Turbo's, Sprinters en Speeders. Turbo's, Sprinters en Speeders zijn structured products met leverage. Ze hebben als verschil met opties dat er geen tijdspremie (tijds- en verwachtingswaarde) hoeft te worden betaald. Bovendien kunnen er door de ingebouwde stop-loss geen onbeperkte verliezen optreden zoals bij futures en geschreven opties.
Risico’s structured products
Structured products zijn er in vele soorten en kennen ieder hun eigen condities, risico's en kenmerken. Het risico wordt voor een belangrijk deel bepaald door de contractspecificaties en de ontwikkeling van de gekoppelde index of andere prijseenheid. Soms geeft de uitgevende instelling een garantie dat de inleg of een bepaald percentage daarvan wordt terugbetaald. Soms, zoals bij Speeders, Sprinters en Turbo's zit er ook een mate van hefboomwerking (zie hieronder) in het structured product. Structured products worden in de regel waardeloos in geval van faillissement van de uitgevende instelling. Aangeraden wordt in alle gevallen het prospectus te lezen.
3.11 Alternatieve beleggingen (alternative investments)
Alternatieve beleggingen is een verzamelnaam voor beleggingen in niet-traditionele beleggingscategorieën. Voorbeelden van alternatieve beleggingen zijn: niet-beursgenoteerde aandelen, beleggingen in startende of risicovolle ondernemingen, commodities, OTC derivaten, onroerend goed, afgewaardeerde vorderingen en publiek/private investeringen. In alternatieve beleggingen kan direct worden belegd of bijvoorbeeld via participatiemaatschappijen, hedge funds, onroerend goed beleggingsinstellingen en beleggingsinstellingen waarmee bijvoorbeeld in commodities kan worden belegd.
Risico’s alternatieve beleggingen
De aan alternatieve beleggingen verbonden risico's zijn even divers als de categorie rijk is aan beleggingssoorten. U dient voorafgaand aan uw investering in een alternatieve belegging de kenmerken van het betreffende product altijd goed te bestuderen. Veelal zal er een prospectus aanwezig zijn. Risico's en beperkingen die aan alternatieve beleggingen kunnen zijn verbonden zijn een hoge minimum inleg, beperkte uittredingsmogelijkheden (bijvoorbeeld slechts één maal per maand of kwartaal, soms zelfs pas na een aantal jaren), relatief hoge instap- en managementkosten (waaronder een performance fee), beperkte of geen verhandelbaarheid, weinig transparantie, geen toezicht door toezichthoudende instanties. Bij alternatieve beleggingen is uw rendement in de regel onzeker en loopt u in de regel de kans uw gehele inleg te verliezen. Alternatieve beleggingen worden vaak aangehouden vanwege de beperkte correlatie met koersontwikkelingen op de beurs en helpen op die manier om een betere spreiding in de beleggingsportefeuille aan te brengen. Hierdoor kan opname van alternatieve beleggingen in een
portefeuille die bestaat uit aandelen en obligaties leiden tot een afname van het risico van de gehele portefeuille.
3.12 Instrumenten met hefboomwerking
Opties, futures, warrants en structured products met hefboom zijn voorbeelden van Financiële Instrumenten met een hefboomwerking. Een verandering in de waarde van de onderliggende waarde zal een hogere procentuele verandering in de waarde van het instrument opleveren. Met andere woorden, de koers van deze producten kan snel stijgen maar ook weer snel dalen. Met de aanschaf van deze instrumenten kan er worden gespeculeerd op zowel een koersstijging als een koersdaling van de onderliggende waarde.
Xxxxxx’x van instrumenten met hefboomwerking
De risico’s die zijn verbonden aan het kopen van producten met hefboomwerking zijn in de regel groot. Door de hefboom is een belegging in deze Financiële Instrumenten risicovoller dan een directe belegging in de onderliggende waarde. De koersen van instrumenten waarvan de onderliggende waarde niet in Lokale Valuta noteert, kunnen daarnaast worden beïnvloed door veranderingen in de wisselkoers. In verreweg de meeste gevallen, kan de belegger de hele inleg en - bij derivaten - meer dan de inleg aan verlies maken.
Bij sommige overige instrumenten is het risico beperkt met een ingebouwde stop loss. Door de stop loss, zal het instrument automatisch worden beëindigd als de koers van de onderliggende waarde het stop loss-niveau bereikt. Let op. Vaak is het zo dat de uitgevende instelling van een instrument met een stop loss, het stop loss niveau tijdens de duur van het product kan aanpassen aan de courante marktprijs. Het is dan van belang om het stop loss niveau goed te monitoren.
3.13 Rendement certificaten
Rendement certificaten zijn een alternatief voor een rechtstreekse belegging in aandelen. Zij bieden beleggers de mogelijkheid een aantrekkelijk rendement te verkrijgen, ook als de koers van de onderliggende waarde stagneert of gematigd daalt. Op de einddatum is de uitbetaling afhankelijk van de slotkoers van de onderliggende waarde. Rendement certificaten keren geen dividend uit. Rendement certificaten hebben drie belangrijke eigenschappen:
- een rendement certificaat betreft een gestructureerd product dat is uitgegeven door een uitgevende instelling en dat is gebaseerd op een bepaalde onderliggende waarde (keuze uit verschillende aandelen, indices etc.);
- een rendement certificaat kent een vast rendement; dat is ook het maximum rendement van het rendement certificaat;
- in geval de onderliggende waarde onder de overeengekomen rendementsgrens komt, wordt slechts de slotkoers uitbetaald.
Risico’s rendement certificaten
Rendement certificaten zijn net als aandelen beleggingsproducten zonder kapitaalbescherming. Zij onderwerpen de belegger aan een risico op volledig of gedeeltelijk verlies van het belegde kapitaal. Het opwaartse potentieel daarentegen is beperkt. Het vaste rendement vormt een terugbetalingsmaximum op de einddatum, ook als de onderliggende waarde een hogere slotkoers behaalt dan dat rendement (winstderving in vergelijking met een rechtstreekse belegging in de onderliggende waarde). De belegger ontvangt op de einddatum de slotkoers van de onderliggende waarde waarbij het overeengekomen vaste rendement als maximum geldt. Er kan dus sprake zijn van een kapitaalverlies indien de koers van de onderliggende waarde lager
eindigt of tussentijds een lagere koers kent, dan de aankoopkoers van het certificaat. Xxxxxxxxx in rendement certificaten lopen daarnaast een kredietrisico op de uitgevende instelling en op de garantie van de uitgevende instelling. Voor nadere informatie dient u het prospectus te raadplegen. Het prospectus kunt u raadplegen op de website van de uitgevende instelling.