Zitting 1972-1973 - 12 332
Zitting 1972-1973 - 12 332
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kenya inzake samenwerking bij het uitvoeren van een programma voor bodemkartering en de planning van grondgebruik in Kenya
BRIEF VAN DE MINISTER VAN
BUITENLANDSE ZAKEN Nr. 1
's-Gravenhage, 22 maart 1973.
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen: 27 maart 1973.
De wens, dat deze overeenkomst aan de uitdrukke- lijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen, kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig leden der Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 26 april 1973.
Ter voldoening aan het bepaalde in het tweede lid van artikel 60 en onder verwijzing naar het derde lid van artikel 61 van de Grondwet, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij de Engelse tekst en de vertaling in het Nederlands over te leggen van de op 7 november 1972 te Nairobi tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kenya inzake samenwerking bij het uitvoeren van een programma voor bodemkartering en de planning van grondgebruik in Kenya (Trb. 1973, 27).
Een toelichtende nota bij deze overeenkomst gelieve u hier- nevens aan te treffen.
De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
X. XXXXXXXXX.
TOELICHTENDE NOTA
Aart
de Heer Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
De onderhavige overeenkomst kwam tot stand nadat de Kenyase regering tot de Nederlandse Regering een verzoek had gericht om te komen tot een technische samenwerking op het gebied van bodemkundig onderzoek en van bodemkarte- ring. Deze samenwerking is volgens de overeenkomst onder meer geconcretiseerd in Nederlandse steun aan de reeds in onderling overleg ingestelde „Soil Survey Unit" binnen de
„Nationale Landbouwkundige Laboratoria van het Ministerie van Landbouw" van Kenya. De in het kader van het project te verrichten werkzaamheden van onderzoek en bodemkar- tering zullen een groot deel van Kenya bestrijken.
Behalve aan onderzoek en bodemkartering zal binnen het project veel aandacht worden besteed aan de opleiding en training van Kenyase tegenhangers in het uitvoeren van bodemkartering, het daarmede samenhangend cultuurtechnisch onderzoek naar de vruchtbaarheid van de bodem, en het syste- matisch vaststellen van de geschiktheid van de bodem en het landschap voor de verschillende vormen van bodemgebruik.
De werkzaamheden van de Soil Survey Unit zijn, voor zover het de Nederlandse bijdrage betreft, op 1 januari 1972 aan- gevangen.
De totale Nederlandse bijdrage aan het project voor de duur van vijf jaar, zijnde de initiële looptijd van de overeenkomst, bedraagt maximaal f 4 450 000. De Nederlandse Regering zal hiervoor onder meer, naast de projectleider, vijf deskundigen ter beschikking stellen, die zullen worden belast met bodem- kartering. luchtfoto-interpretatie, bodemgebruik, bodembeheer, bodemchemie en -fysica e.d.
De Nederlandse bijdrage omvat tevens onder meer de kosten voor de nodige uitrustingsstukken en het transport daarvan naar Kenya (artikel II, lid 1).
De bijdrage van de Kenyase regering bestaat met name uit het ter beschikking stellen van lokaal personeel, alsmede van
12 332 1
2
kantoorruimte, een laboratorium en opslagruimte (artikel II. lid 2). De regering van Kenya zal voorts een aantal faciliteiten, privileges en immuniteiten verlenen, welke in overeenkomsten als de onderhavige gebruikelijk zijn (artikelen III t/ m VI).
De nadere uitwerking van het project is geregeld in een schema van uitvoering, dat zal worden vastgesteld door de ter zake bevoegde autoriteiten (artikel VIII).
De overeenkomst zal in werking treden nadat over en weer kennis is gegeven van de vervulling van de constitutionele vereisten daarvoor. Opdat de in de overeenkomst verleende immuniteiten en privileges vanaf de aanvang van het project rechtsgeldig konden worden toegepast, is aan de overeenkomst terugwerkende kracht verleend tot de datum dat het project van start is gegaan, d.w.z. 1 januari 1972.
Wat het Koninkrijk betreft zal de overeenkomst slechts voor Nederland gelden.
De Minister zonder Xxxxxxxxxxxx,
belast met de ontwikkelingssamenwerking,
BOERTIEN.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
X. XXXXXXXXX.