Openbaar
Openbaar |
Besluit
Vergunning vereist voor de concentratie tussen FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx
Inhoudsopgave
1 Samenvatting en leeswijzer 4
5 Toepasselijkheid van het concentratietoezicht 6
6.1Activiteiten van partijen 7
6.2Werking van de markt voor levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers 8
6.2.1 Prijsvorming leveren gasolie aan zakelijke eindgebruikers 9
6.2.2 Wijze van inkoop van gasolie door zakelijke eindgebruikers 10
6.3 Relevante productmarkt(en) 11
6.3.1 Opvattingen van partijen 12
6.3.2 Onderzoek onder marktpartijen 13
6.4 Relevante geografische markten 15
6.4.1 Opvattingen van partijen 15
6.4.2 Onderzoek onder marktpartijen 17
6.5 Conclusie relevante markten 20
6.6Gevolgen van de concentratie 20
6.6.1 Levering van gasolie aan niet-havengebonden afnemers 20
6.6.2 Levering van gasolie aan havengebonden afnemers 21
7 Standpunt partijen over gevolgen 34
7.1Potentiële concurrentiedruk 34
7.1.2 Leveren per bunkerboot vanuit een andere haven 38
7.1.3 Fysieke toetreding met eigen activa 39
7.1.4 Teruglopende afzet aan de visserij 40
7.2.1 Marge van bunkeraar klein onderdeel van totale brandstofprijs 41
7.2.2 Geen prikkel tot prijsverhogingen vanwege uniforme prijzen partijen 42
7.2.3 Concurrentie ten aanzien van visserij nu al beperkt 42
7.3 Compenserende afnemersmacht 43
1 Samenvatting en leeswijzer
1. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) heeft op 20 december 2023 een melding ontvangen van de voorgenomen overname van Xxxxxxxxxx Xxxxx xx Xxxx B.V. (hierna: Xxxxx xx Xxxx) door FincoEnergies - Marine B.V. en FincoEnergies - Logistics B.V. (hierna ook: FincoEnergies) (hierna ook gezamenlijk: partijen). Partijen zijn beide actief als leverancier van scheepsbrandstoffen en smeermiddelen. Hun activiteiten overlappen met name op het gebied van de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers (‘bunkering’). Daarnaast staan partijen in een verticale relatie tot elkaar waarbij FincoEnergies, het voormalige Gulf, als groothandelaar gasolie levert aan Xxxxx xx Xxxx. De ACM heeft onderzoek gedaan naar de mogelijke gevolgen van deze voorgenomen concentratie voor de concurrentie op de markten waarop FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx actief zijn.
2. Uit het onderzoek onder marktpartijen in de eerste fase volgt dat er binnen de markt voor de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers een nader onderscheid kan worden gemaakt naar de levering van gasolie aan (i) de zeevaart/niet-havengebonden afnemers en (ii) zogenaamde havengebonden afnemers.
3. Uit het onderzoek van de ACM volgen aanwijzingen dat de geografische markt(en) voor de levering van gasolie aan zogenaamde havengebonden afnemers lokaal moet(en) worden bezien en mogelijk één haven omvat(ten). Zo zijn er aanwijzingen dat afnemers uit de visserij gasolie afnemen in hun zogenaamde thuishavens waar zij de vis afzetten. Daarnaast hebben afnemers uit de visserij beperkte uitwijkmogelijkheden vanwege het effect op de vistijd en de transportkosten. Deze gebondenheid aan één lokale haven geldt mogelijk ook voor sleepdiensten, passagiers-/veerdiensten, off-shore activiteiten en het loodswezen.
4. Op lokaal niveau hebben partijen in verschillende havens, met name in het noordelijk kustgebied (Harlingen, Lauwersoog, Eemshaven en Delfzijl), een belangrijke positie met een gezamenlijk marktaandeel van [70-90]% of hoger en een significant increment.1 In de havens van IJmuiden en Den Helder geldt voor de visserij dat partijen in beide havens nagenoeg de hele afzet van gasolie verzorgen. Door de voorgenomen overname valt significante concurrentiedruk weg op het gebied van de levering van gasolie aan havengebonden afnemers in de havens van Harlingen, Lauwersoog, Eemshaven, Delfzijl en Den Helder en specifiek aan visserijschepen in de haven van IJmuiden. In deze havens zijn partijen elkaars meest nabije of zelfs enige concurrenten.
5. Daarnaast volgt uit het onderzoek onder marktpartijen dat er sprake is van (aanzienlijke) toetredingsdrempels voor leveranciers van gasolie aan havengebonden afnemers en dat er na de voorgenomen overname geen volwaardige en daarmee economisch zinvolle alternatieven overblijven voor havengebonden afnemers.
6. De ACM stelt na initieel onderzoek vast dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op significante wijze zou kunnen belemmeren op lokale markten voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers in de havens van Harlingen, Lauwersoog, Eemshaven-Delfzijl en Den-Helder en aan de visserij in IJmuiden. De ACM besluit daarom dat voor de voorgenomen overname van Xxxxx xx Xxxx door FincoEnergies een vergunning is vereist.
7. In een eventuele vergunningsfase zal de ACM nader onderzoek doen naar (i) de vraag of er binnen de (product)markt voor de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers daadwerkelijk een onderscheid moet worden gemaakt naar type afnemer, te weten havengebonden afnemers enerzijds en niet-havengebonden afnemers anderzijds, (ii) of voor specifieke categorieën havengebonden afnemers levering van gasolie door trucks mogelijk een
1 Bij dit marktaandeel wordt geen onderscheid gemaakt tussen havengebonden en niet-havengebonden afnemers.
reëel alternatief vormt voor levering van gasolie door bunkerboten, (iii) in hoeverre inkoopcoöperaties na de voorgenomen concentratie alternatieven hebben voor partijen, (iv) of concurrenten (uit Duitsland/Emden) havengebonden afnemers in Eemshaven-Delfzijl kunnen gaan beleveren, (v) of concurrenten (uit Amsterdam) de visserij kunnen gaan beleveren in IJmuiden en (vi) mogelijkheden voor toetreding in de noordelijke havens van Nederland, de daarvoor benodigde investeringen en het belang van het hebben van vaste activa daarbij.
Leeswijzer
8. De indeling van dit besluit is als volgt. Hoofdstuk 2 beschrijft de aan de ACM gemelde voorgenomen concentratie. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de activiteiten van FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx. Hoofdstuk 4 beschrijft de gemelde operatie (voorgenomen transactie). In hoofdstuk 5 licht de ACM de toepasselijkheid van het concentratietoezicht toe. Vervolgens volgt in hoofdstuk 0 en 7 de beoordeling door de ACM van de gevolgen van de voorgenomen concentratie. De ACM eindigt in hoofdstuk 0 met haar conclusie.
2 Melding
9. Op 20 december 2023 heeft de ACM een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie.2 FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx hebben gemeld dat FincoEnergies de uitsluitende zeggenschap wil verkrijgen over de onderneming van Xxxxx xx Xxxx.
10. De ACM heeft de ontvangst van de melding in de Staatscourant 36088 van 29 december 2023 gepubliceerd. Van derden heeft de ACM zienswijzen ontvangen. Deze zienswijzen behandelt de ACM in dit besluit waar ze relevant zijn voor de beoordeling. De ACM heeft schriftelijk vragen gesteld aan en gesprekken gevoerd met ruim 25 verschillende marktpartijen.3
3 Partijen
11. FincoEnergies - Marine B.V. en FincoEnergies - Logistics B.V. zijn beide besloten vennootschappen naar Nederlands recht. Zij hebben als belangrijkste aandeelhouders Coloured Finches B.V. en DH Investment Partners B.V. (Pontex Investment Partners).4 FincoEnergies, voorheen Gulf, is gespecialiseerd in energieoplossingen en is actief in de opslag, handel, distributie en innovatie van olie, olie gerelateerde producten en duurzame alternatieven in Noordwest-Europa. FincoEnergies specialiseert zich met name in automotive en maritieme (bio) brandstoffen. Daarnaast levert FincoEnergies zogenaamde insetting en offsetting diensten.5
12. Xxxxx xx Xxxx is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Xxxxx xx Xxxx is actief als leverancier van scheepsbrandstoffen, smeermiddelen en chemicaliën aan zakelijke eindgebruikers in de (internationale) zeevaart en scheepvaart. Xxxxx xx Xxxx kent haar oorsprong in Urk en levert van oorsprong voornamelijk aan de visserij. [vertrouwelijk].
4 De gemelde operatie
13. De voorgenomen transactie blijkt uit het door partijen getekende Asset Purchase Agreement
van 18 december 2023.6 Partijen zijn van plan om de volgende transactie uit te voeren:
2 Op grond van artikel 34 van de Mededingingswet.
3 De ACM heeft gesproken met concurrenten van partijen, afnemers en leveranciers uit de visserij en uit de zeevaart, inkoopcoöperaties en een branchevereniging.
4 CommonWealth Investments B.V. heeft uitsluitende zeggenschap over Pontex Investment Partners.
5 Hierbij gaat het om het vinden van methoden om uitstoot van CO2 te verminderen.
6 Melding partijen, bijlage 5 van 18 december 2023 met titel ‘Asset Purchase Agreement’.
5 Toepasselijkheid van het concentratietoezicht
14. De gemelde transactie is een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet (hierna: Mw). Het gevolg van de transactie is dat FincoEnergies uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de onderneming van Xxxxx xx Xxxx. De ACM stelt op basis van de omzetgegevens uit de melding vast dat de gemelde concentratie onder het in hoofdstuk 5 Mw geregelde concentratietoezicht valt.
6 Beoordeling
6.1 Activiteiten van partijen
15. In dit hoofdstuk beoordeelt de ACM de voorgenomen concentratie voor zover deze ziet op de verkoop van gasolie aan zakelijke eindgebruikers.7 Hiertoe beschrijft de ACM eerst in deze paragraaf de activiteiten van partijen. Paragraaf 6.2 beschrijft de werking van de markt voor de levering van gasolie. Paragraaf 6.3 bevat een beschrijving van de relevante productmarkt(en) en paragraaf 6.4 van de relevante geografische markt(en). Hierbij bespreekt de ACM de marktafbakeningen zoals deze in eerdere besluiten door haar of door andere mededingingsautoriteiten zijn gehanteerd. Dit wordt aangevuld met de uitkomsten van het onderzoek van de ACM (onder marktpartijen) in deze zaak.8 Paragraaf 6.5 bevat de conclusie over de relevante markt(en). Daarna licht de ACM de gevolgen van de voorgenomen concentratie toe in paragraaf 6.6.
16. De activiteiten van partijen overlappen in de eerste plaats op het gebied van het leveren van scheepsbrandstoffen aan zakelijke eindgebruikers. In onderstaande tabel staan alle havens waarin partijen momenteel fysieke activa (bunkerboten en opslagcapaciteit) hebben waarmee zij deze activiteiten uitvoeren.
Tabel 1: Fysieke activa per haven9
Bunkerboten en opslagcapaciteit partijen | ||||||||
Haven | FincoEnergies | Xxxxx xx Xxxx | ||||||
Bunkerboten | Opslagcapaciteit | Bunkerboten | Opslagcapaciteit | |||||
Aantal | Capaciteit (m3) | Aantal | Capaciteit (m3) | Aantal | Capaciteit (m3) | Aantal | Capaciteit (m3) | |
IJmuiden | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | |
Amsterdam | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk]* | [vertrouwelijk]* | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | ||
Harlingen | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk]** |
Lauwersoog | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] |
Eemshaven | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] |
Delfzijl | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | ||
Den Helder | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | |
[vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | |
Terneuzen | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk]* | [vertrouwelijk]* | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] |
Vlissingen | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk]* | [vertrouwelijk]* | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] | [vertrouwelijk] |
7 De activiteiten van partijen overlappen ook op het gebied van de verkoop van smeermiddelen aan zakelijke eindgebruikers en de groothandel in gasolie. Ten aanzien van deze overlap acht de ACM het onaannemelijk dat de voorgenomen concentratie zal leiden tot een significante belemmering van de mededinging, zie punt 19 en verder van dit besluit.
8 De ACM heeft in totaal 36 marktpartijen benaderd waarvan er 26 hebben meegewerkt: 5 inkoopcoöperaties. 1 handelaar, 6 afnemers zeevaart, 5 afnemers visserij, 4 concurrenten visserij, 4 concurrenten zeevaart en 1 branchevereniging visserij. 9 Als partijen binnen een haven niet over eigen opslagcapaciteit beschikken maar dit huren bij derden, dan wordt dit in de tabel aangeduid met een ‘*’. Als partijen binnen een haven eigen opslagcapaciteit (gedeeltelijk) verhuren aan derden, dan wordt dit aangeduid met een ‘**’.
10 Daarnaast heeft Xxxxx xx Xxxx hier nog een locatie die nu ingezet wordt voor de opslag van [vertrouwelijk].
11 Hoewel Xxxxx xx Xxxx geen vaste bunkerboot in de haven van Den Helder heeft, is zij hier regelmatig actief met een eigen bunkerboot uit [vertrouwelijk].
12 Partijen hebben geen fysieke activa in Den Oever, maar FincoEnergies belevert hier [vertrouwelijk]. [vertrouwelijk] is een coöperatie zonder winstoogmerk en is in handen van haar leden uit de visserij. Ze heeft als doel zo goedkoop mogelijk in te kopen en te verkopen. [vertrouwelijk] heeft een eigen ponton in de haven van Den Oever waar gasolie wordt opgeslagen en eindgebruikers zelf kunnen bunkeren. Partijen hebben aangegeven dat FincoEnergies in Den Oever vrijwel de gehele afzet aan de visserij verzorgt.
17. De activiteiten van partijen overlappen ook op het gebied van de verkoop van smeermiddelen aan zakelijke eindgebruikers en daarnaast staan partijen in een verticale relatie tot elkaar voor wat betreft de verkoop van gasolie op de groothandelsmarkt.13
18. Binnen de verkoop van scheepsbrandstoffen aan zakelijke eindgebruikers kan er een nader onderscheid worden gemaakt tussen de verkoop van stookolie en gasolie. De activiteiten van Xxxxx xx Xxxx voor wat betreft de verkoop van stookolie zijn verwaarloosbaar.14 Stookolie wordt gebruikt door grote zeeschepen die doorgaans actief zijn in de internationale zeevaart. Naast de zeer beperkte overlap tussen partijen blijven er, mede vanwege het (inter)nationale karakter van de zeevaart, binnen deze markt na de voorgenomen overname voldoende alternatieven over voor afnemers van stookolie. De ACM acht het dan ook niet aannemelijk dat de mededinging op de mogelijke markt voor de verkoop van stookolie zal worden belemmerd door de voorgenomen overname.
19. De activiteiten van partijen voor wat betreft de verkoop van smeermiddelen aan zakelijke eindgebruikers zijn ook relatief beperkt. Op basis van de informatie van partijen is het gezamenlijk marktaandeel van partijen op een nationale markt circa [0-10]%.15 Onderzoek van de ACM bevestigt dat het marktaandeel van partijen op deze markt beperkt is. Daarnaast geven marktpartijen aan dat er voldoende alternatieve leveranciers van smeermiddelen op de markt actief zijn. Op basis van deze informatie acht de ACM het niet aannemelijk dat de voorgenomen overname van Xxxxx xx Xxxx door FincoEnergies de daadwerkelijke mededinging op de markt voor de verkoop van smeermiddelen zou kunnen belemmeren.
20. Daarnaast hebben partijen een verticale relatie op het gebied van de verkoop van gasolie op de groothandelsmarkt. FincoEnergies heeft op de groothandelsmarkt voor de verkoop van gasolie een marktaandeel van circa [10-20]%. Xxxxx xx Xxxx koopt [10-20]% van haar gasoliebehoefte in bij FincoEnergies. Op de groothandelsmarkt neemt Xxxxx xx Xxxx circa [10-20]% van de verkochte gasolie af in Nederland.16 Gegeven de beperkte marktaandelen acht de ACM het niet aannemelijk dat de voorgenomen overname van Xxxxx xx Xxxx door FincoEnergies de mededinging op de groothandelsmarkt voor de verkoop van gasolie zou kunnen belemmeren.
21. De ACM heeft op basis van het onderzoek in de meldingsfase geen redenen om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie leidt tot een significante belemmering van de mededinging ten aanzien van de activiteiten van partijen op het gebied van de verkoop van smeermiddelen aan zakelijke eindgebruikers, de verkoop van stookolie aan zakelijke eindgebruikers en de groothandelsverkopen van gasolie. In het vervolg van dit hoofdstuk zal alleen nader worden ingegaan op de beoordeling van de mogelijke gevolgen van de voorgenomen overname op de markt(en) voor de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers.
6.2 Werking van de markt voor levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers
22. De aardoliesector wordt over het algemeen verdeeld in de (i) upstream aardoliesector (de exploratie, ontginning en productie van ruwe aardolie en aardgas) en de (ii) downstream aardoliesector (raffinage en verkoop van brandstoffen; veredeling van aardgas en productie en verkoop van smeermiddelen).17
13 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
14 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051; Dit betreft [vertrouwelijk] liter, hetgeen neerkomt op circa [0-5]% van de afzet van Xxxxx xx Xxxx en gelijkstaat aan een marktaandeel in Nederland van circa [0-5]%.
15 Aanvullende informatie van partijen van 5 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/833660.
16 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
17 Besluit van de ACM van 31 oktober 2005 in zaak 5190/17 Total Nederland - Calpam, punt 10, Beschikking van de Europese Commissie, 29 september 1999, zaak M.1383 Exxon / Mobil, randnummer 7.
23. Partijen zijn beide actief in de downstream aardoliesector met de levering van scheepsbrandstoffen aan zakelijke eindgebruikers oftewel bunkering. Voor bunkering van schepen met brandstoffen is een infrastructuur nodig die het mogelijk maakt de brandstoffen (gasolie) aan boord van een boot te leveren. Hiervoor zijn speciale bunkerboten, speciale terminals, pontons, bunkerstations of vrachtwagens nodig die zijn uitgerust met een installatie ten behoeve van de bunkeringwerkzaamheden. Bunkerstations bevinden zich veelal in havens en langs kanalen en rivieren. Het bunkeren vanuit een vrachtwagen gebeurt doorgaans vanaf een steiger.18
24. Partijen hebben aangegeven dat het van belang is en een voordeel geeft om vaste activa te hebben in een haven. Zo zeggen zij in de melding van de voorgenomen concentratie dat concurrenten “beschikken over vaste opslagfaciliteiten (terminals, bunkerstations en/of depots) in het Amsterdamse havengebied waardoor zij relatief efficiënt grote volumes kunnen afzetten”.19 In verschillende havens waar alleen FincoEnergies beschikt over vaste opslagcapaciteiten huurt Xxxxx xx Xxxx deze capaciteit van FincoEnergies (zoals in [vertrouwelijk]) of [vertrouwelijk] (zoals in [vertrouwelijk]). Het belang van het hebben van vaste activa wordt in het onderzoek van de ACM bevestigd door andere marktpartijen.20
6.2.1 Prijsvorming leveren gasolie aan zakelijke eindgebruikers
25. De prijs voor het bunkeren van gasolie bestaat doorgaans uit twee onderdelen: a) de prijsnotering van de brandstof (Platts of ICE notering) en b) een opslag voor eindgebruikers.21 Deze prijs wordt door partijen dagelijks vastgesteld en heet ook wel de ‘dagprijs’.22 De dagprijzen vormen de basis voor de prijzen die afnemers op de spotmarkt betalen of met een (raam)contract. Dit wordt in paragraaf 6.2.2 verder toegelicht.
26. De prijsnotering is een reflectie van de actuele marktprijs. Voor noteringen als ICE en Platts geldt dat deze door middel van daadwerkelijk verrichte transacties een prijs voor scheepsbrandstoffen vaststellen.23
27. De opslag voor eindgebruikers bestaat uit een premie die bunkeraars moeten betalen aan hun eigen leveranciers; (meestal) een component voor de wisselkoers van de dollar en een opslag voor de (logistieke) kosten als gevolg van het verlenen van de bunkerdienst. Naast deze kosten bevat de opslag ook een deel waarmee winst kan worden gemaakt.24
28. De invloed die bunkeraars kunnen uitoefenen op de prijs voor de eindgebruiker ligt bij de opslag die eindgebruikers boven op de prijsnotering in rekening krijgen gebracht. De opslag is vaak [vertrouwelijk] euro’s per duizend liter brandstof.25 Volgens partijen vormt de opslag die bunkeraars vragen ongeveer [0-10]% van de totaalprijs die afnemers betalen om gasolie te bunkeren. De overige [90-100]% is de beursprijs van de brandstof.26
29. Uit het onderzoek onder marktpartijen en de informatie van partijen blijkt dat prijzen transparant en vergelijkbaar zijn.27 Door naar de prijsnotering te kijken kunnen afnemers nagaan welk deel van de gecommuniceerde prijs de opslag is voor de bunkeraar. Er bestaan inkoopcoöperaties/-
18 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
19 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051, punt 72 onder (b).
20 Zie hiervoor punt 190 en verder.
21 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 7; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427, p. 2; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 3. 22 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 34 en 35.
23 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 38.
24 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 35 en 38.
25 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 7.
26 Presentatie partijen van bijeenkomst 7 februari 2024 met kenmerk ACM/IN/842748, p. 6.
27 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848697; Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 7; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427, p. 3.
organisaties en agenten/handelaren (traders) die de inkoop van brandstoffen voor afnemers uit handen nemen.
6.2.2 Wijze van inkoop van gasolie door zakelijke eindgebruikers
30. De inkoop van gasolie verloopt op drie manieren, (i) ad hoc inkoop tegen dagprijzen, (ii) op de spotmarkt of (iii) op basis van een (raam)contract.28 Op de spotmarkt vraagt een afnemer de prijs van gasolie op bij leveranciers in meerdere havens waar hij langs zijn vaarroute kan bunkeren.29 De opgevraagde prijzen zijn korte tijd beschikbaar, doorgaans tien minuten tot een half uur.30 Na deze tijd vervalt de aangeboden prijs. 31 Als de afnemer en de leverancier akkoord zijn over de prijs van de gasolie, kan de afnemer beleverd worden op de afgesproken bunkerlocatie. Indien de inkoop van gasolie op basis van een contract of mondelinge afspraak plaatsvindt, wordt er een vaste prijs afgesproken of er worden afspraken gemaakt over de wijze waarop de prijs tot stand komt.32 Deze afspraken kunnen voor vaste of onbepaalde tijd zijn. Veelal wordt na verloop van een vast afgesproken periode de overeenkomst per maand verlengd met wederzijdse optie tot opzegging.
31. Hoewel de wijze van inkoop per afnemer kan verschillen, constateert de ACM in elk geval een verschil bij de inkoop van gasolie tussen afnemers die gebonden zijn aan één bepaalde locatie voor het bunkeren (hierna: havengebonden afnemers) en afnemers die dat niet zijn (hierna: niet-havengebonden afnemers).
Inkoop door niet-havengebonden afnemers
32. Niet-havengebonden afnemers zijn schepen die lange afstanden/een vaarroute afleggen en onderweg langs verschillende havens varen waar zij gasolie kunnen bunkeren. Niet- havengebonden afnemers kopen doorgaans brandstoffen in op de spotmarkt. Dit zijn met name afnemers uit de (internationale) zeevaart. Uit de verkoopdata van FincoEnergies blijkt dat afnemers uit de zeevaart tenminste [80-90]% van de gasolie op de spotmarkt inkopen.33 Deze afnemers maken vaak gebruik van agenten/handelaren (traders) of inkooporganisaties die spotprijzen uitvragen bij verschillende leveranciers (in meerdere havens).34
Inkoop door havengebonden afnemers
33. Havengebonden afnemers zijn afnemers die niet kunnen uitwijken naar een andere haven om te bunkeren omdat zij vanwege de aard van hun werkzaamheden met name lokaal actief zijn. Het gaat hierbij om de visserij35, sleepdiensten36, passagiers-/veerdiensten37, off-shore
28 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 6; Gespreksverslag
[vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 2.
29 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 2.
30 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, bijlage 21A, 21B en 21C.
31 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 2.
32 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 7; Gespreksverslag
[vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 2.
33 ACM/INT/500826.
34 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 2; Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, bijlage 21A, 21B en 21C; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/850143.
35 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116, p. 6; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612320, p. 4; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848697; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/850797.
36 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/853901; Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 45; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/851662.
37 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 4; Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 46; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849247.
activiteiten38 en het loodswezen39. Havengebonden afnemers kopen doorgaans brandstoffen in op basis van (raam)contracten of betalen de dagprijs. Uit de verkoopdata van FincoEnergies blijkt dat de afnemers uit de visserij en off-shore40 branche circa [75-85]% van hun gasolie inkopen door middel van een (raam)contract. Sleepdiensten nemen vrijwel uitsluitend gasolie in door middel van een (raam)contract en volgens partijen hebben de verschillende veerdiensten die FincoEnergies belevert ook een contract.41
34. Een specifieke groep havengebonden afnemers betreft de visserij. Binnen de visserij zijn bijna alle vissers aangesloten bij een inkoopcoöperatie.42 Dergelijke inkoopcoöperaties bundelen de vraag van vissers voor betere (inkoop)voorwaarden.43 FincoEnergies heeft met [vertrouwelijk], doorgaans mondeling, raamcontract. Deze raamcontracten zijn voor onbepaalde tijd en er is ook geen afnameverplichting.44
35. Xxxxx xx Xxxx communiceert iedere dag aan de inkoopcoöperaties voor de visserij de dagprijs waarvoor de brandstoffen kunnen worden ingekocht. [vertrouwelijk]. Met de overige inkoopcoöperaties heeft Xxxxx xx Xxxx geen overeenkomst. Deze inkoopcoöperaties kopen brandstoffen in voor de dagprijs.45
36. Zowel FincoEnergies als Xxxxx xx Xxxx hebben met [vertrouwelijk] afgesproken dat [vertrouwelijk]. Dat betekent dat [vertrouwelijk].46 Eén uitzondering hierop is [vertrouwelijk]. In deze haven is het volgens partijen relatief ingewikkeld en inefficiënt om te bunkeren waardoor de opslag daar gemiddeld hoger ligt dan in andere havens.47
37. Eindgebruikers uit de visserij krijgen volgens partijen vaak via hun inkoopcoöperatie [vertrouwelijk].48 In het onderzoek onder marktpartijen geeft de grootste inkoopcoöperatie aan dat afnemers zelf kunnen kiezen bij welke leverancier ze brandstoffen inkopen. De inkoopcoöperatie heeft deze afspraak gemaakt met partijen.49
6.3 Relevante productmarkt(en)
38. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de relevante productmarkt(en). Deze paragraaf begint met eerdere relevante uitspraken over de productmarkt(en), daarna worden de resultaten van het onderzoek besproken en volgt tenslotte het oordeel van de ACM.
39. Partijen zijn binnen de downstream aardoliesector beide actief op het gebied van de verkoop van scheepsbrandstoffen, maar niet op het gebied van raffinage. De (downstream) markt voor de verkoop van scheepsbrandstoffen wordt volgens de Europese Commissie en de ACM op twee manieren verder afgebakend en wel naar: (i) type brandstof en (ii) distributieniveau.
40. Ten aanzien van het onderscheid naar type scheepsbrandstoffen moeten aparte markten worden onderscheiden voor stookolie (ten behoeve van zeeschepen) en marinedestillaten
38 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 4; Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 45.
39 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 46.
40 In de verkoopdata heeft FincoEnergies naast off-shore afnemers een apart onderscheid gemaakt voor ‘off-shore wind’ afnemers. Deze groep afnemers koopt [30-40]% van de ingekochte gasolie af door middel van een contract en [60-70]% op de spotmarkt.
41 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 35 en 46.
42 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116, p. 3; De VCU is momenteel de grootste inkoopcoöperatie voor de visserij. De VCU koopt 40 - 50% van de totale hoeveelheid gasolie in voor de Nederlandse visserij. Partijen hebben beide prijsafspraken met de VCU voor het bunkeren van gasolie.
43 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427, p. 4.
44 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384. 45 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384. 46 Aanvullende informatie van partijen van 29 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/858467. 47 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384. 48 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384. 49 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427, p. 4.
(waaronder gasolie voor scheepvaart).50 Op het vlak van distributie dient een nader onderscheid te worden gemaakt tussen groothandelsverkopen aan distributeurs en handelaren en de verkoop aan (zakelijke) eindgebruikers (ook wel “bunkering” genoemd).51
41. De ACM heeft eerder overwogen, maar uiteindelijk in het midden gelaten of de markt voor de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers nader moet worden afgebakend naar verkoop aan de binnenvaart, visserij of zeevaart.52
6.3.1 Opvattingen van partijen
42. De activiteiten van partijen overlappen met name op het gebied van de verkoop van gasolie aan zakelijke eindgebruikers.53 Partijen gaan, in lijn met eerdere besluiten van de ACM en de Europese Commissie, uit van een relevante markt voor de verkoop van gasolie aan zakelijke eindgebruikers.54
43. Partijen zijn van mening dat binnen de verkoop van gasolie aan zakelijke eindgebruikers een nader onderscheid naar type afnemer, zoals de ACM eerder heeft overwogen, niet gerechtvaardigd is.55 Volgens partijen kunnen de factoren die door de partijen in de zaak Total - Calpam aangehaald werden om te onderbouwen dat sprake is van een apart marktsegment voor de visserij56 alleen worden gebruikt om een onderscheid te maken tussen binnenvaart en zeevaart, maar niet tussen visserij en de overige zeevaart. Ook de Europese Commissie heeft voor zover partijen kunnen nagaan in haar beschikkingspraktijk nooit een dergelijk onderscheid naar zakelijke eindgebruikers in de visserij enerzijds en zakelijke eindgebruikers in de overige zeevaart anderzijds overwogen.57
44. Partijen noemen verschillende argumenten die er volgens hen op wijzen dat een onderscheid naar de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers uit de visserij en zakelijke eindgebruikers uit de (overige) zeevaart niet gerechtvaardigd is. Zeeschepen van kleine en gemiddelde omvang worden volgens partijen door dezelfde leveranciers, dezelfde bunkerboten, dezelfde trucks en in dezelfde havens gebunkerd als zakelijke eindgebruikers in de visserij.58 Voor grote zeeschepen geldt dat er in mindere mate sprake is van substitutie.59 Zo kunnen grote zeeschepen in mindere mate bunkeren door middel van trucks en maken zij regelmatig gebruik van andere type leveranciers, aldus partijen.60 Bovendien is de gasolie die aan de visserij wordt geleverd volgens partijen dezelfde als die aan de overige zeevaart wordt geleverd.61
45. Voorts wijzen partijen er op dat afzetvolumes per levering geen relevant criterium zijn voor een eventueel onderscheid naar type zakelijke eindgebruiker. Partijen zien dat zij dezelfde bunkerboten (en eventueel trucks) inzetten voor de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers, ongeacht of het de visserij of zeevaart betreft. Dit wijst er volgens partijen op
50 Besluit NMa, 6 augustus 2001, zaak 2558/Xxxxxxxxx - Xxxxxx), punten 8 - 11; Beschikking van de Europese Commissie, zaak COMP/M.5689 (Bominflot/ SBI Holding), rnrs. 9 – 13; Beschikking van de Europese Commissie, zaak M.6261 (North Sea Group / Argos Groep / JV), rnrs. 9, 19 – 20; Beschikking van de Europese Commissie, zaak XXXX/X.0000 (Xxxxxxxx & Xxxxx / Xxxxxxxxx), xxx. 00; Beschikking van de Europese Commissie, 11 november 2012, zaak COMP/M.6697 (O.W. Bunker / Bergen Bunkers), rnr. 8, Besluit NMa, 31 oktober 2005, zaak 5190/Total Nederland - Calpam, punt 16 en Beschikking van de Europese Commissie, 14 juli 2020, zaak M.9014 (PKN Orlen - Grupa Lotos, rnrs. 1862 e.v.
51 Beschikking van de Europese Commissie 14 juli 2020 in Zaak M.9014 - PKN Orlen/Grupa Lotos, rnrs. 1856 - 1858 waar wordt verwezen naar de beschikking in zaak COMP/M.5689 - Bominflot/SBI Holding, rnr. 13.
52 Besluit NMa, 31 oktober 2005, zaak 5190/Total Nederland - Calpam, punt 22.
53 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051, punt 42. 54 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051, punt 49. 55 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051, punt 46.
56 Besluit NMa, 31 oktober 2005, zaak 5190/Total Nederland - Calpam, punten 20 - 23.
57 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 3.
58 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 3 en 14.
59 Aanvullende informatie van partijen van 3 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/832954, p. 8.
60 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051, punt 40; Aanvullende informatie van partijen van 3 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/832954, p. 8.
61 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 13.
dat volume en capaciteit geen onderscheidende criteria zijn om de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers uit de visserij als een van de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers uit de (overige) zeevaart afzonderlijke markt te zien.62
6.3.2 Onderzoek onder marktpartijen
ii) het benodigde volume, iii) de keuze voor een bunkerlocatie en iv) de inkoopwijze. Dit wordt hieronder toegelicht.
Type brandstof
47. Volgens een afnemer en een leverancier verschilt de brandstof die wordt gebruikt door grote zeeschepen (doorgaans de internationale zeevaart) enerzijds en kleine tot gemiddelde (zee)schepen (veelal gebruikt door vissers, sleepdiensten, passagiers-/veerdiensten, off-shore activiteiten en het loodswezen, maar ook de zeevaart) anderzijds.63 Grote zeeschepen varen in belangrijke mate op stookolie64 (in combinatie met gasolie), terwijl kleine en gemiddelde (zee)schepen alleen op gasolie varen.65 Aanbieders, zoals Xxxxx xx Xxxx, die met name kleine en gemiddelde (zee)schepen bunkeren, verkopen, wellicht mede om die reden, vrijwel uitsluitend gasolie. Leveranciers van afnemers uit de internationale zeevaart bieden doorgaans zowel gasolie als stookolie aan.66 Daarnaast hangt de gebruikte brandstof ook af van de vaarroute. 67 In sommige gebieden, zoals de binnenwateren en langs de kust, mag een schip alleen met low sulphur products (zoals gasolie) varen. Op de internationale wateren, waar de internationale zeevaart actief is, mag er ook met high sulphur products (zoals stookolie) gevaren worden.
Benodigd volume
48. Volgens een leverancier van gasolie aan schepen worden grote zeeschepen beleverd door grotere bunkerboten met veel capaciteit. Kleine (zee)schepen, zoals vissersschepen, worden in mindere mate door grote bunkerboten van gasolie voorzien.68 De wijze van bunkeren per bunkerboot is volgens marktpartijen wel vergelijkbaar voor verschillende type afnemers.69
Keuze voor een bunkerlocatie
49. Volgens afnemers en leveranciers kiezen afnemers uit de zeevaart en vissersschepen op een andere wijze hun bunkerlocatie.70 Afnemers uit de zeevaart hebben lange vaarroutes en maken, vaak samen met hun eigen daartoe ingerichte afdeling of een inkooporganisatie of
62 Aanvullende informatie van partijen van 3 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/832954.
63 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 3; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 3.
64 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612205, p. 2. 65 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 3. 66 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
67 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 3.
68 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612205, p. 2.
69 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 3; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612320, p. 2; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 3.
70 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612205, p. 3; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 4; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 4; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612320, p. 4.
trader/handelaar waar zij gebruik van maken, een planning voor een vaarroute en bekijken wat de meest gunstige plekken zijn om te bunkeren.71 Vissers bunkeren in havens dicht bij hun visgronden en waar zij de vis aan land brengen (hun thuishaven). 72 Ook voor afnemers zoals sleepdiensten, passagiers-/veerdiensten en off-shore dienstverleners geldt dat zij hun bunkerlocatie niet plannen, maar dat zij dicht bij de locatie waar ze hun werkzaamheden uitvoeren, bunkeren. Dit maakt dat afnemers uit de zeevaart doorgaans niet gebonden zijn aan een specifieke haven en de overige afnemersgroepen wel zoals eerder toegelicht in paragraaf
6.2.2. Bij het bepalen van de relevante geografische markten zal hier verder op worden ingegaan.
Inkoopwijze
50. Verder blijkt uit het onderzoek onder marktpartijen, zoals eerder toegelicht in paragraaf 6.2.2 dat niet-havengebonden afnemers, zoals de internationale zeevaart, doorgaans gasolie inkopen op de spotmarkt, terwijl havengebonden afnemers, zoals vissers, sleepdiensten, passagiers-/veerdiensten, off-shore dienstverleners en het loodswezen, grotendeels via (raam)contracten gasolie inkopen of de dagprijs betalen.
51. Afnemers die op de spotmarkt inkopen, wisselen makkelijk van leverancier.73 De vraag is hoe eenvoudig het voor leveranciers van gasolie aan de zeevaart is om ook afnemers uit de visserij of andere havengebonden afnemers te beleveren (aanbodsubstitutie). Ondanks dat de wijze van bunkeren vergelijkbaar is voor verschillende typen afnemers, blijkt uit het onderzoek onder marktpartijen dat leveranciers zich vaak op een specifiek type afnemer richten. 74 Zo zijn er andere leveranciers van gasolie aan de zeevaart enerzijds en aan de visserij anderzijds.75 Van oudsher richt Xxxxx xx Xxxx zich op het bunkeren van visserijschepen. Een leverancier van brandstoffen voor afnemers uit de internationale zeevaart geeft aan dat zij in theorie een vissersboot kan bunkeren, maar dergelijke leveringen commercieel niet interessant zijn vanwege de kleine volumes.76
52. Op basis van het voorgaande gaat de ACM voor de beoordeling van deze concentratie in elk geval uit van een relevante productmarkt voor de verkoop van gasolie aan zakelijke eindgebruikers. Dit is lijn met eerdere besluiten en de opvattingen van partijen.
53. Uit het onderzoek door de ACM in deze fase van de procedure volgt dat er binnen de markt voor de verkoop van gasolie aan zakelijke eindgebruikers een mogelijk nader onderscheid zou kunnen worden gemaakt naar havengebonden afnemers enerzijds en niet-havengebonden afnemers anderzijds.
54. Voor de beoordeling van de gevolgen van deze concentratie wordt hierna uitgegaan van aparte markten voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers enerzijds en een markt voor levering van gasolie aan niet-havengebonden afnemers anderzijds. Of er binnen de (product)markt voor de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers daadwerkelijk een
71 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 2.
72 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116, p. 6; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612320, p. 4; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848697; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/850797.
73 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 2.
74 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427, p. 3; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 2.
75 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427, p. 3; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 2.
76 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/851404.
dergelijk onderscheid moet worden gemaakt naar type afnemer, zal in een eventuele vergunningsfase nader worden onderzocht.
55. Voor de beoordeling van de voorgenomen concentratie kijkt de ACM naar de effecten daarvan op de levering van gasolie aan havengebonden afnemers enerzijds en aan niet- havengebonden afnemers anderzijds.
6.4 Relevante geografische markten
56. Uit paragraaf 6.3 hiervoor blijkt dat er ten aanzien van de levering van gasolie mogelijk een nader onderscheid kan worden gemaakt naar havengebonden en niet-havengebonden afnemers. In deze paragraaf bespreekt de ACM de geografische markt(en) voor de levering van gasolie aan havengebonden en niet-havengebonden afnemers. De ACM bespreekt achtereenvolgens de opvattingen van partijen, de opvattingen van marktpartijen en de beoordeling van de ACM.
57. Zowel de Europese Commissie als de ACM hebben in eerdere besluiten de exacte geografische markt voor de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers in het midden gelaten. De Commissie heeft in het verleden overwogen dat de markt voor verkoop van gasolie voor de scheepvaart ten minste nationaal is77 of zelfs regionaal waarbij de verschillende havens
- Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen - ook werden beïnvloed door andere Nederlandse en Franse havens78. De ACM is in eerdere besluiten voor de beoordeling uitgegaan van een nationale markt79, alsook van de mogelijkheid van het bestaan van lokale markten - zoals Amsterdam-IJmuiden of Rijn-Waal80 - dan wel lokale markten bestaande uit alleen de havenstad.81
6.4.1 Opvattingen van partijen
58. Partijen zijn van mening dat de geografische markt voor de verkoop van gasolie voor de scheepvaart, waartoe havengebonden afnemers behoren, ten minste nationaal is. Volgens partijen hebben verschillende typen afnemers de mogelijkheid om uit te wijken naar verschillende havens en kunnen leveranciers van gasolie naar andere havens varen om schepen te bunkeren.82
59. In aanvulling hierop geven partijen specifiek voor de visserij aan dat afhankelijk van waar vis is, een vissersschip daar naar toe zal uitvaren en grote afstanden aflegt. Doordat de visserij (met name de trawlers en grotere kotters) op zee vist, komen zij langs verschillende havens waar zij volgens partijen kunnen bunkeren waaronder in Nederland (alle havens aan de kust), België, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en Denemarken. Voor zover vissers binnen het Waddengebied blijven (bijvoorbeeld garnalenvissers), zijn, afhankelijk van de precieze
77 Beschikking van de Europese Commissie in Zaak COMP/M.5689 – Bominflot/SBI Holding, rnr. 14; Beschikking van de Europese Commissie, 30 oktober 1998, zaak IV/M.1301 (Texaco / Chevron), rnr. 27; Beschikking van de Europese Commissie, 27 september 2011, zaak COMP/M.6261 (North Sea Group / Argos Group / JV), rnr. 22, Beschikking van de Europese Commissie in Zaak COMP/.M9014 - PKN Orlen/Grupa Lotos, rnrs. 1871.
80 Besluit NMa, 31 oktober 2005, zaak 5190/Total Nederland - Calpam, punten 26 - 30.
81 Besluit NMa, 6 augustus 2001, zaak 2558/Petroplus - Sidopa, punt 12.
82 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051; Aanvullende informatie van partijen van 3 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/832954.
vislocatie, alle havens van Noord-Holland (Den Helder en Den Oever), Friesland (Harlingen) en Groningen (Lauwersoog, Eemshaven en Delfzijl) tot en met havens in Duitsland waaronder Emden, Cuxhaven, Bremen en Hamburg binnen hun bereik.83
60. Partijen merken daarnaast op dat zij op basis van eigen data zien dat diverse vissersschepen in verschillende havens bunkeren waar zij actief zijn. Deze data zijn ook gedeeld met de ACM.84
61. Partijen erkennen wel dat er afnemers zijn die gebonden zijn aan één bepaalde locatie voor het bunkeren in tegenstelling tot schepen die dat op elke locatie langs hun vaarroute kunnen doen.85
62. Partijen geven over sleepdiensten aan dat zij hun werkzaamheden binnen havens uitvoeren en daar ook hun brandstof afnemen. Sleepdiensten kopen hun brandstof vaak in via traders of tenders waardoor leveranciers vanuit de hele markt zich hierop kunnen inschrijven. De boten die worden ingezet voor sleepdiensten zijn zeewaardig en kunnen in theorie over zee tussen verschillende havens verplaatsen, zonder enige beperkingen. De aard van de diensten die sleepboten verrichten, maakt echter dat dit in de praktijk nauwelijks voorkomt.86
63. Ten aanzien van passagiersvervoerdiensten die tussen het vaste land en de Waddeneilanden varen, merken partijen op dat deze inherent havengebonden zijn. Ze varen tussen twee havens op-en-neer.87
64. Wat betreft off-shore geven partijen aan dat dit werkzaamheden buiten de kust zijn voor bijvoorbeeld olie-exploratie, gasexploratie en windparken. Bij dergelijke werkzaamheden is vaak scheepsbrandstof benodigd voor zeeschepen en crewtenders die personeel van en naar het project brengen. Afhankelijk van de precieze locatie van het project, zijn één of meer havens beter gelegen voor bunkers dan andere havens. In de praktijk wordt voor een offshore brandstof ingekocht via tenders of traders. Bij een tender wordt ver van tevoren al marktbreed uitgevraagd wie de brandstof kan leveren.88
65. Over het Loodswezen geven partijen aan dat het werk inherent havengebonden is, waardoor verplaatsingen tussen havens zelden aan de orde zijn. Het Loodswezen beschikt over een eigen waltank waar zij zelf kan bunkeren, en koopt haar brandstof in via een tender die marktbreed wordt uitgeschreven.89
66. Wat betreft de aanbodzijde geven partijen aan dat ook kleinere bunkermaatschappijen met één bunkerstation niet slechts actief zijn rond hun eigen station, maar klanten beleveren door het hele land. Zo kunnen bunkeraars hun bunkerschepen eenvoudig bevoorraden bij hun depots of terminal in de ene haven, om vervolgens schepen te bunkeren in een andere haven.90
67. Tegelijkertijd geven partijen aan dat FincoEnergies de verdeling van de vloot zo efficiënt mogelijk verzorgt zodat de bunkercapaciteit is afgestemd op de behoefte in een haven. De bunkerboten van FincoEnergies hebben in beginsel een vaste haven waar zij bunkeren. Hier wordt wel met regelmaat van afgeweken voor grote ad hoc leveringen (als gevolg van spotaanvragen of verzoeken vanuit afnemers). Dit komt niet dagelijks, maar wel op regelmatige basis voor.91
83 Aanvullende informatie van partijen van 3 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/832954, p.9.
84 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281.
85 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051, punt 51.
86 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 45. 87 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 46. 88 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 45. 89 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 46. 90 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
91 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
92 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 15.
een gemiddeld formaat bunkerboot heeft een capaciteit van ongeveer [vertrouwelijk] liter en de grootste bunkerboot van partijen heeft een capaciteit van [vertrouwelijk] liter.93 Omdat trucks mobiel zijn, kunnen brandstoffenleveranciers makkelijk met trucks door het hele land afnemers bunkeren, dus ook tussen ver uit elkaar gelegen havens.94
6.4.2 Onderzoek onder marktpartijen
69. Zoals aangegeven in de punten 46 tot en met 50 duiden de resultaten van het onderzoek onder marktpartijen op een onderscheid tussen levering van gasolie aan havengebonden en aan niet- havengebonden afnemers.
Niet-havengebonden afnemers
70. Tot de groep zakelijke eindgebruikers die bij uitstek niet-havengebonden zijn, behoort met name de internationale zeevaart. Zoals eerder toegelicht in punt 32 en 49, volgt uit het onderzoek onder marktpartijen dat zakelijke eindgebruikers uit de internationale zeevaart doorgaans lange routes afleggen en onderweg langs meerdere havens in verschillende landen varen. Deze afnemers maken vaak samen met de eigen daartoe ingerichte afdeling of een inkooporganisatie of trader/handelaar een planning voor een vaarroute en bekijken wat de meest gunstige plekken zijn om te bunkeren.95 Hieruit blijkt volgens de ACM duidelijk dat deze afnemers in belangrijke mate kunnen kiezen uit verschillende havens op hun route om te bunkeren.
Havengebonden afnemers
71. Zoals beschreven in paragraaf 6.2.2, volgt uit het onderzoek onder marktpartijen dat bepaalde afnemers van gasolie gebonden zijn aan één haven. Zakelijke eindgebruikers die vanwege hun bedrijfsvoering doorgaans havengebonden zijn, zijn bijvoorbeeld vissers, sleepdiensten, off- shore, veer-/ passagiersdiensten en het loodswezen.
72. Hoewel partijen betogen dat vissers op meerdere plekken komen en kunnen uitwijken naar andere havens, volgt uit het onderzoek van de ACM dat dit in de praktijk niet het geval is. Vissers ‘gaan waar de vis is’. Hoewel vissers soms in een andere haven komen dan hun thuishaven, bijvoorbeeld afhankelijk van het seizoen, zijn het de locatie van de vis96 en de locatie waar vissers hun vis kwijt kunnen en mogen97 die de aanland-/thuishaven bepalen. Het bunkeren is geen element in de afweging waar men aanlegt.98 Uitwijken naar een andere haven om daar te bunkeren kost vanwege de brandstofprijzen meer dan het oplevert en gaat bovendien ten koste van de tijd die gebruikt kan worden om te vissen.99
73. Een sleepdienstverlener geeft aan dat de ligplaats van het schip bepalend is voor de bunkerlocatie.100 Een veerdienst geeft aan dat alternatieve havens voor een veerdienst niet aan de orde zijn.101 In de dienstregeling is volgens haar simpelweg geen ruimte om naar een andere haven uit te wijken voor het bunkeren. Een andere veerdienst bevestigt ook dat zij altijd in haar
93 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 12. 94 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 16. 95 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 2;
96 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848697; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427, p. 5.
97 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612205, p. 4; Dit zijn doorgaans de vissershavens met een visafslag.
98 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116, p. 6.
99 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612320, p. 4; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848697.
100 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/851662.
101 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849247.
thuishaven bunkert.102 Het veerdienstonderdeel van een andere onderneming heeft bunkercontracten voor vaste locaties.103
74. Uit het onderzoek van de ACM volgt dat leveranciers van gasolie doorgaans afnemers bunkeren in de haven waar zij gevestigd zijn en andere leveranciers inhuren als een klant in een andere haven gebunkerd moet worden waar zij niet gevestigd zijn.104 Uitvaren met een bunkerboot naar een andere haven kost veel tijd en is volgens een leverancier alleen economisch zinvol als het om grote volumes brandstoffen gaat. Dezelfde leverancier geeft aan dat zij het uitwijken naar andere havens minimaliseert. De tijd die een leverancier kwijt is met uitvaren kan niet worden benut om afnemers in de eigen haven te bunkeren.105 Daarnaast geven meerdere marktpartijen aan dat gevestigde leveranciers met vaste activa binnen een haven, zoals bunkerboten en opslagcapaciteit, een concurrentievoordeel hebben tegenover leveranciers die geen vaste activa binnen een haven hebben. Dit maakt het voor leveranciers aantrekkelijker om afnemers te bunkeren in havens waar zij gevestigd zijn.106
75. Voor leveringen in verder gelegen havens zijn trucks meer geschikt, maar dit is doorgaans aanzienlijk duurder voor de afnemer vanwege de bijkomende transportkosten.107 Daarnaast moet de brandstofbehoefte van de afnemer aansluiten op de capaciteit van een truck. Voor een grote afnemer zijn meerdere trucks nodig108 wat de kosten verder doet toenemen en voor een kleine afnemer is het niet rendabel voor een truck leverancier om naar een andere haven te rijden.109 In de praktijk worden weinig bunkeringen per truck verzorgd. Het merendeel van de afnemers uit het onderzoek van de ACM geeft aan alleen of voor het overgrote deel per bunkerboot beleverd te worden.110
76. Overigens volgt ook uit de documenten van partijen zelf dat er reden is om naar de lokale gevolgen van de voorgenomen concentratie per haven te kijken. In het Due Diligence rapport
d.d. 28 november 2023 [vertrouwelijk].111 Ook dit ziet de ACM als aanwijzing voor een lokale beoordeling van de gevolgen van de voorgenomen concentratie per individuele haven.
77. Op basis van haar onderzoek in de meldingsfase acht de ACM het aannemelijk dat de relevante geografische markt voor de levering van gasolie aan niet-havengebonden afnemers ruimer is dan de geografische markt voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers. Niet-havengebonden afnemers hebben doorgaans keuze uit meerdere havens om te bunkeren en zijn vaak (inter)nationaal actief. Zij kunnen daardoor kiezen uit verschillende (internationale) opties voor de bunkering. Gezien de afstanden die door deze groep afnemers wordt afgelegd in de uitoefening van hun werkzaamheden zal een eventuele ‘omleiding’ naar (een andere bunkeraar in) een andere haven minder zwaar wegen op de beschikbare tijd en middelen.
102 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852917.
103 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/850143.
104 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612205, p. 2.
105 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 4.
106 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/854302; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 4; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612205, p. 3; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848418.
107 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/616556, p. 3; Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497250; [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612205, p. 4.
108 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497250; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 2;
109 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497218.
110 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849919; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/851662; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852917; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/850143; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849435; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852933; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852027;
111 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
78. Uit het onderzoek onder marktpartijen volgt dat sommige afnemers vanwege de aard van hun werkzaamheden lokaal aan een bepaalde haven gebonden zijn. Zo is de visserij beperkt qua uitwijkmogelijkheden vanwege het effect op de vistijd en de transportkosten. Ook andere afnemers zoals sleepdiensten, veer-/passagiersdiensten, off-shore en het loodswezen zijn als gevolg van de aard van hun werkzaamheden gebonden aan een specifieke haven. Partijen bevestigen dit voor alle havengebonden afnemers behalve de visserij. Daarnaast zijn leveranciers met name in hun eigen haven actief en wijken zij beperkt uit naar andere havens. Dit zijn aanwijzingen voor de ACM dat de geografische markten lokaal van omvang zijn en zien op een afzonderlijk havengebied.
79. Ook uit de verkoopcijfers van FincoEnergies112 volgt dat bepaalde groepen afnemers sterk haven-georiënteerd zijn. Onderstaande tabel geeft een overzicht weer van verschillende groepen afnemers van FincoEnergies en het aantal van hun afnames in hun thuishaven.113 Hierbij moet worden opgemerkt dat de analyse enkel ziet op de verkopen van FincoEnergies in 12 Nederlandse havens waar zij brandstoffen heeft verkocht tussen 2019 en 2023. De ACM heeft geen zicht op de afnames die de klanten van FincoEnergies hebben gedaan in andere havens of eventueel bij andere leveranciers in dezelfde periode.
Tabel 2: Mate waarin verschillende afnemers een vaste bunkerlocatie hebben
Bunkeren in thuishaven - verkoopdata FincoEnergies 2019 t/m 2023 | ||
Branche | Aantal afnemers | Percentage afgenomen in thuishaven |
Totaal | [vertrouwelijk] | [80-90]% |
Zeevaart | [vertrouwelijk] | [70-80]% |
Visserij | [vertrouwelijk] | [80-90]% |
Sleepdiensten | [vertrouwelijk] | [70-80]% |
Veerdiensten | [vertrouwelijk] | [90-100]% |
Off-shore | [vertrouwelijk] | [80-90]% |
Off-shore Wind | [vertrouwelijk] | [90-100]% |
Rijksrederij | [vertrouwelijk] | [90-100]% |
80. Ook vanuit de aanbodzijde blijkt dat de levering van gasolie aan havengebonden afnemers met name door gevestigde leveranciers binnen een haven worden uitgevoerd aangezien leveranciers met trucks of leveranciers met bunkerboten in een andere haven niet mee kunnen concurreren op basis van de prijs.
81. Marktafbakening is voor de ACM een hulpmiddel om tot een goede beoordeling van een concentratie te komen en geen doel op zich. De activiteiten van de fuserende partijen zijn daarbij het startpunt en dan met name de activiteiten die overlappen of in directe relatie tot elkaar staan.114 De ACM is van mening dat het voor de beoordeling van de gevolgen van deze concentratie niet uitmaakt of wordt uitgegaan van een productmarkt voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers of van geografische markten voor de levering van gasolie die afhankelijk zijn van het type schip en daarmee (ook) lokaal (kunnen) zijn/zich (kunnen) beperken tot individuele havens. In elk geval acht zij afdoende reden aanwezig om bij de beoordeling van de gevolgen van deze voorgenomen overname voor havengebonden afnemers per haven(gebied) te kijken.
112 De verkoopdata van Xxxxx xx Xxxx zijn niet geschikt om een onderscheid te kunnen maken naar afnemers uit verschillende branches. [vertrouwelijk] waardoor een dergelijke analyse minder betrouwbaar is. Desondanks bleek uit analyse van de verkoopdata van Xxxxx xx Xxxx dat haar afnemers in ruim [85-95]% van de gevallen bunker in dezelfde haven bunkeren.
113 De ACM heeft de verkoopdata van FincoEnergies tussen 2019 en 2023 geanalyseerd. In deze analyse is voor elke afnemer die minstens tien keer heeft afgenomen bij FincoEnergies de haven waar zij het vaakst heeft gebunkerd als ‘thuishaven’ gelabeld. Vervolgens is per afnemer onderzocht hoeveel procent van de afnames hebben plaatsgevonden in de aangemerkte thuishaven.
114 Zie bijvoorbeeld het besluit van de ACM van 10 april 2020 in zaak ACM/19/038207/DPG Media B.V. - Sanoma Media B.V., punt 45, en het besluit van de ACM van 29 november 2021 in zaak ACM/21/053750 Roompot - Landal, punt 36.
82. Voor de beoordeling van de gevolgen van de voorgenomen concentratie voor havengebonden afnemers gaat de ACM in dit besluit uit van lokale geografische markten die een specifiek(e) haven of havengebied omvatten. Dit zijn voor deze concentratie de havens van Harlingen, Lauwersoog, Eemshaven-Delfzijl, Amsterdam-IJmuiden en Den Helder. De relevante geografische markt voor de levering van gasolie aan niet-havengebonden afnemers is in elk geval ruimer en mogelijk (inter)nationaal.
6.5 Conclusie relevante markten
83. Voor de beoordeling van onderhavige concentratie gaat de ACM uit van markten voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers die respectievelijk de havens van Harlingen, Lauwersoog, Eemshaven-Delfzijl, Amsterdam-IJmuiden en Den Helder omvatten.
6.6 Gevolgen van de concentratie
85. In dit hoofdstuk beoordeelt de ACM de gevolgen van de voorgenomen concentratie op de mogelijke markten voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers in de havens van Harlingen, Lauwersoog, Eemshaven-Delfzijl, Amsterdam-IJmuiden en Den Helder. Daarbij wordt per haven gekeken naar de positie van partijen en aanwezige concurrenten. In dit hoofdstuk wordt de actuele concurrentiedruk bezien. In hoofdstuk 7.1 besteedt de ACM aandacht aan eventuele potentiële concurrentiedruk die uit zou kunnen gaan van ondernemingen die gasolie leveren met trucks, bunkeraars die gasolie leveren met (een) bunkerbo(o)t(en) vanuit een andere haven en (fysieke) toetreding (met eigen activa) door nieuwe spelers. Deze argumenten zijn namelijk niet haven-specifiek, maar gelden voor elk van de hierboven genoemde havens.
6.6.1 Levering van gasolie aan niet-havengebonden afnemers
86. Op basis van haar onderzoek in de meldingsfase heeft de ACM geen redenen om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie zal leiden tot een significante belemmering van de mededinging ten aanzien van de levering van gasolie aan niet-havengebonden afnemers. Niet- havengebonden afnemers hebben doorgaans keuze uit meerdere havens om te bunkeren en zijn vaak (inter)nationaal actief. Aangezien partijen gevestigd zijn in Nederlandse havens en er volgens het onderzoek onder marktpartijen veel concurrentie is in het ARA-gebied (havengebied van Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen), blijven er volgens de ACM voldoende alternatieven voor eindgebruikers uit de internationale zeevaart. De ACM zal daarom de leveringen van gasolie aan niet-havengebonden afnemers verder buiten beschouwing laten.
6.6.2 Levering van gasolie aan havengebonden afnemers
87. FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx zijn beide actief op het gebied van de levering van gasolie aan havengebonden afnemers. Eén van de categorieën havengebonden afnemers waaraan Xxxxx xx Xxxx van oudsher haar gasolie levert, is de visserij. In 2022 leverden FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx gezamenlijk aan circa [50-60]% van de visserij in Nederland gasolie waarbij FincoEnergies circa [20-30]% voor haar rekening nam en Xxxxx xx Xxxx circa [20-30]%.115
88. FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx verkopen beide gasolie aan havengebonden afnemers in het Amsterdamse havengebied (inclusief IJmuiden, Beverwijk en Velsen), Harlingen, Lauwersoog en Delfzijl (inclusief Eemshaven en Emden (Duitsland)). Daarnaast levert FincoEnergies gasolie aan havengebonden afnemers in Den Helder en Den Oever.
89. Partijen zien geen onderscheid tussen de levering van gasolie aan havengebonden en niet- havengebonden afnemers en hebben daartoe dan ook geen kwantitatieve gegevens aangeleverd.116 Wel hebben zij inschattingen gemaakt van hun positie op het gebied van de levering van gasolie aan alle afnemers per haven waar zij samen actief zijn. Zo schatten partijen hun gezamenlijk marktaandeel op het gebied van het bunkeren van alle schepen in Harlingen in op [80-90]%117 (waarvan [30-40]% van FincoEnergies en [50-60]% van Xxxxx xx Xxxx), in Lauwersoog [90-100]%118 (waarvan [60-70]% van FincoEnergies en [30-40]% van Xxxxx xx Xxxx), in Eemshaven-Delfzijl [80-90]% (waarvan [30-40]% van FincoEnergies en [40- 50]% van Xxxxx xx Xxxx)119 en Amsterdam-IJmuiden op [40-50]% (waarvan [0-10]% van FincoEnergies en [30-40]% van Xxxxx xx Xxxx)120.121 Voor Den Helder zou het gaan om een gezamenlijk marktaandeel van [60-70]% waarvan de toevoeging door Xxxxx xx Xxxx zeer beperkt zou zijn. 122 Het is de ACM echter niet duidelijk geworden welke bunkeraars de andere [30-40]% in de haven van Den Helder vertegenwoordigen.123
Tabel 3: Marktaandelen partijen op basis van afzet (in liters)
Haven | FincoEnergies | Xxxxx xx Xxxx | Gezamenlijk | |||
Liters (m3) | % | Liters (m3) | % | Liters (m3) | % | |
Harlingen | [vertrouwelijk] | [30-40]% | [vertrouwelijk] | [50- 60]% | [vertrouwelijk] | [90-100]% |
Lauwersoog | [vertrouwelijk] | [60-70]% | [vertrouwelijk] | [30- 40]% | [vertrouwelijk] | [90-100]% |
Eemshaven-Delfzijl | [vertrouwelijk] | [30-40]% | [vertrouwelijk] | 40- [50]% | [vertrouwelijk] | [80-90]% |
Amsterdam- IJmuiden | [vertrouwelijk] | [0-10]% | [vertrouwelijk] | [30- 40]% | [vertrouwelijk] | [40-50]% |
Den Helder | [vertrouwelijk] | [50-60]% | [vertrouwelijk] | [5- 15]% | [vertrouwelijk] | [60-70]% |
115 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 3.
116 Ook uit het marktonderzoek van de ACM onder marktpartijen blijkt dat de beschikbaarheid kwantitatieve gegevens marktbreed zeer beperkt is.
117 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 7.
118 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
119 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051; Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281.
120 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
121 Volgens partijen is dit de ‘absolute bovengrens’. Partijen beschikken alleen over volumes van de totale bunkermarkt voor gasolie in de Amsterdamse haven in 2016; dit betrof 394 miljoen liter. Als ook cijfers van Velsen en Beverwijk meegenomen worden, wordt de totale marktomvang groter waardoor de marktaandelen van partijen naar verhouding kleiner worden, aldus partijen.
122 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
123 Het zou dan in elk geval moeten gaan om bunkeraars die eerst met hun boten en/of trucks naar Den Helder moeten komen aangezien FincoEnergies een van de enigen is die daar over een terminal beschikt.
90. In het Due Diligence rapport d.d. 28 november 2023124 dat opgesteld is voor FincoEnergies ten behoeve van het definitief beslissen tot de overname is opgenomen op welke manier de vloot wordt herverdeeld over de verschillende havens na de overname (zie Figuur 1). [vertrouwelijk]. [vertrouwelijk]. [vertrouwelijk]. [vertrouwelijk]. [vertrouwelijk].125 [vertrouwelijk].
Figuur 1 - verdeling van de vloot na de voorgenomen overname
[vertrouwelijk]
Zwart = bunkerboot voor brandstoffen van Xxxxx xx Xxxx Blauw = bunkerboot voor brandstoffen van FincoEnergies Grijs = bunkerboot voor smeermiddelen van Xxxxx xx Xxxx
91. Partijen zijn (op het havengebied Amsterdam-IJmuiden na) de enige leveranciers met vaste activa in de betreffende havens. Zoals eerder aangegeven, biedt dit voordelen ten opzichte van leveranciers die niet over vaste activa beschikken in een haven (zie punt 24). Hierna bespreekt de ACM per haven de gevolgen van de voorgenomen concentratie.
92. Harlingen is een typische vissershaven en behoort samen met IJmuiden tot de twee grootste vissershavens in Nederland. In Harlingen zijn FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx allebei actief met de levering van gasolie aan havengebonden afnemers. Partijen beschikken hier beide over bunkerboten en opslagcapaciteit.
Positie partijen
93. In Harlingen heeft FincoEnergies een opslagterminal met een capaciteit van [vertrouwelijk] liter waarvan de helft wordt gebruikt voor de opslag van gasolie.126 Xxxxx xx Xxxx beschikt ook over een opslagterminal met twee tanks en een opslagcapaciteit van elk [vertrouwelijk] liter.127 Eén van de twee tanks wordt verhuurd aan een derde partij.128 FincoEnergies beschikt in Harlingen over [vertrouwelijk] bunkerboot met een inhoud van [vertrouwelijk] liter. Xxxxx xx Xxxx heeft in Harlingen [vertrouwelijk] bunkerboten met een totale inhoud van [vertrouwelijk] liter.
94. Volgens partijen heeft Xxxxx xx Xxxx in Harlingen [vertrouwelijk] liter gasolie afgezet aan zakelijke eindgebruikers in 2022 en FincoEnergies [vertrouwelijk] liter gasolie.129 Voor wat betreft de levering van gasolie aan de visserij, een grote groep binnen de havengebonden afnemers, geven partijen zelf aan dat zij vrijwel de gehele afzet verzorgen in Harlingen.130 Van de gehele afzet aan de visserij door partijen ligt de verhouding daarbij op [70-80]% door Xxxxx xx Xxxx en [30-40]% door FincoEnergies.131
124 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281.
125 In Scheveningen is GEO de enige gevestigde bunkeraar (van vissersschepen).
126Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 16.
127 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 17.
128 Eén van de twee tanks [vertrouwelijk] en wordt niet gebruikt voor de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers. Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 17.
129 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 11. 130 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 22. 131 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 11.
Concurrentie
95. Volgens partijen zijn er geen andere concurrenten in Harlingen met een eigen infrastructuur.132 Partijen geven voor de haven van Harlingen in het bijzonder aan dat Catom daar actief is met de levering van gasolie aan de visserij. Het zal hier om beperkte activiteiten gaan aangezien partijen zelf aangeven vrijwel de gehele afzet aan de visserij in Harlingen te verzorgen.
96. Volgens partijen zouden kleinere vissers die bijvoorbeeld in de Waddenzee vissen, kunnen uitwijken naar bijvoorbeeld Den Oever. Daarnaast wijzen partijen er op dat kotters die alleen op de Waddenzee vissen ook per truck gebunkerd kunnen worden. Verder zijn partijen van mening dat de visserij in de haven van Harlingen relatief goed per truck gebunkerd kan worden omdat de visserij doorgaans (daar) relatief kleinere volumes bunkert.133in paragraaf 7.1 van dit besluit wordt meer algemeen ingegaan op de (potentiële) concurrentiedruk die uit gaat/zou kunnen gaan van ondernemingen die gasolie leveren met trucks in alle noordelijke havens en niet alleen in de haven van Harlingen.
97. Onderzoek van de ACM wijst uit dat er naast partijen geen alternatieve leveranciers in Harlingen zijn met een eigen infrastructuur. Daarnaast geven enkele door partijen genoemde concurrenten - zonder eigen infrastructuur - aan niet of in (zeer) beperkte mate te (kunnen) concurreren voor de levering van brandstoffen aan schepen in Harlingen134. Ook geeft een inkoopcoöperatie, die een aanzienlijk deel van de Nederlandse visserij vertegenwoordigt, aan niet bekend te zijn met Catom.135 Bovendien geeft die inkoopcoöperatie aan dat zij momenteel alleen kan kiezen tussen FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx voor de levering van gasolie in Harlingen.136
98. Verder volgt uit het onderzoek van de ACM dat havengebonden afnemers - als gevolg van de aard van hun werkzaamheden - gebonden zijn aan een specifieke haven. Zo is de visserij beperkt qua uitwijkmogelijkheden vanwege het effect op de vistijd en transportkosten. Bovendien zou uitwijken naar bijvoorbeeld Den Oever betekenen dat een vissersbedrijf uitwijkt naar partijen zelf aangezien FincoEnergies vrijwel de gehele afzet aan de visserij in Den Oever verzorgt.
99. Onderzoek in deze fase van de procedure heeft verder uitgewezen dat er in de haven van Harlingen op dit moment één andere leverancier van brandstoffen actief is. Zij levert echter een speciaal product aan haar eigen klanten en geen gasolie. Deze marktpartij geeft aan dat zij dit speciale product levert per truck.137 Een speciaal product wordt doorgaans niet per bunkerboot geleverd omdat een bunkerboot slechts één soort brandstof kan voeren in de tank en het aantal bunkerboten beperkt is. Het leveren van speciale brandstofproducten doet zich echter alleen in uitzonderlijke gevallen voor. Op basis van het onderzoek onder marktpartijen gaat de ACM er vooralsnog van uit dat leveranciers van maritieme brandstoffen alleen schepen in Harlingen komen bunkeren per truck in (zeer) specifieke gevallen.
100. Verschillende marktpartijen geven aan dat als gevolg van de concentratie geen alternatieven over zullen blijven in Harlingen.138 Een afnemer actief op het gebied van veerdiensten is met haar schepen actief op de Waddenzee. De bunkerlocatie kiest zij op basis van haar
132 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 6.
133. Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 47.
134. Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852044; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/616556, p. 3; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/854302; Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/618637.
135 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/498721.
136 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/618614; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427, p. 5.
137 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849247.
138 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/851555; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497692; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/850143; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849247; informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852044; Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/618614; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/850797.
werkgebied. Deze marktpartij bunkert daarom altijd in Harlingen. Een alternatieve haven is volgens haar voor een veerdienst niet aan de orde.139 Vanwege de dienstregeling is er geen ruimte om uit te wijken naar een andere haven om te bunkeren. Zij geeft aan dat er na de voorgenomen overname geen alternatieven meer beschikbaar zullen zijn. Desondanks is deze marktpartij niet negatief over de voorgenomen overname en verwacht zij geen effect als gevolg daarvan. Twee andere veerdiensten geven ook aan geen effecten van de voorgenomen overname te verwachten. Echter geven twee van deze veerdiensten aan dat zij geen effecten verwachten omdat zij leveringscontracten hebben met FincoEnergies waarin de prijs van gasolie is vastgelegd.140
Beoordeling
101. Partijen zijn van mening dat er meer dan afdoende concurrentie resteert na de voorgenomen concentratie. Er zal volgens hen daarom voldoende concurrentiedruk uitgeoefend worden om partijen te disciplineren.141
102. Uitgaande van een markt voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers in Harlingen is het volgens de ACM aannemelijk dat partijen als gevolg van de voorgenomen concentratie een zeer sterke marktpositie zullen verkrijgen. Er zijn naast partijen geen serieuze alternatieven waardoor er voor havengebonden afnemers in Harlingen maar één leverancier over blijft. Partijen zijn de enige leveranciers met infrastructuur in Harlingen en de overige [0- 10]% van de afzet in Harlingen is verdeeld over meerdere niet in de haven van Harlingen gevestigde concurrenten die (moeten) afreizen naar Harlingen - per bunkerboot of truck - om een schip te bunkeren. Afnemers van gasolie geven aan op dit moment nog de mogelijkheid te hebben om bij beide partijen een aanvraag te doen en kunnen partijen nu nog tegen elkaar uitspelen. Als gevolg van de voorgenomen concentratie zou het aantal leveranciers afnemen van twee naar één. De concurrentiedruk bij het beleveren van havengebonden afnemers in de haven van Harlingen bestaat met name tussen partijen onderling en die zou als gevolg van de voorgenomen concentratie weg vallen.
Conclusie
103. De ACM heeft op basis van het bovenstaande aanwijzingen dat de daadwerkelijke mededinging op de mogelijke markt voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers in Harlingen na de voorgenomen concentratie op significante wijze zou kunnen worden belemmerd.
6.6.2.2 Lauwersoog
Positie partijen
104. In Lauwersoog heeft FincoEnergies een opslagterminal met een capaciteit van [vertrouwelijk] liter.142 In deze haven beschikt FincoEnergies niet over een bunkerboot. Xxxxx xx Xxxx beschikt in Lauwersoog niet over eigen opslagcapaciteit, maar wel over een bunkerboot met een capaciteit van [vertrouwelijk] liter.
139 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849247.
140 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849247; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849919.
141 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051, punt 72.
142 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 15.
105. Voor de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers werken partijen samen in Lauwersoog. Xxxxx xx Xxxx [vertrouwelijk]. Volgens partijen doen zowel FincoEnergies als Xxxxx xx Xxxx zelf biedingen aan eindgebruikers en bepalen zij hierbij hun eigen prijzen.143
106. Partijen geven aan dat er in Lauwersoog een opslag wordt gerekend voor het leveren van gasolie aan zakelijke eindgebruikers. In de haven van Lauwersoog is het relatief ingewikkeld en inefficiënt om te bunkeren waardoor de opslag daar gemiddeld hoger ligt dan in andere havens.144 Omdat deze haven een kleine en ondiepe vaargeul heeft, kan deze niet bereikt worden met grote bunkerboten die opslagterminals bevoorraden. De opslagterminal wordt daarom niet bevoorraad door grote gecharterde bunkerboten, maar door [vertrouwelijk] van FincoEnergies vanuit [vertrouwelijk].145
107. Volgens partijen heeft Xxxxx xx Xxxx [vertrouwelijk] liter gasolie afgezet aan zakelijke eindgebruikers in 2022 en FincoEnergies [vertrouwelijk] liter gasolie.146 Dit betreft vrijwel uitsluitend leveringen aan havengebonden visserij.147 Voor wat betreft de levering van gasolie aan de visserij geven Partijen aan dat zij vrijwel de gehele afzet verzorgen in Lauwersoog.148 Van de gehele afzet aan de visserij door partijen ligt de verhouding daarbij op [60-80]% door FincoEnergies en [20-40]% door Xxxxx xx Xxxx.149
108. Volgens partijen is de hoeveelheid gasolie die in Lauwersoog wordt afgenomen [vertrouwelijk]. Het volume gasolie dat in Lauwersoog wordt afgenomen, zou al enige jaren terug lopen en er is geen verwachting dat dit nog zal toenemen, aldus partijen. [vertrouwelijk].150
109. Partijen verwachten daarnaast dat de bunkermarkt in Lauwersoog op termijn [vertrouwelijk].151 De vaargeul slibt momenteel dicht [vertrouwelijk]. Bij onstuimig weer zouden kotters nu al beschadigd kunnen raken. Verder spreken partijen hun verwachting uit dat [vertrouwelijk].
Concurrentie
110. Volgens partijen zijn FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx de belangrijkste leveranciers van gasolie aan zakelijke eindgebruikers in Lauwersoog; voor zover partijen weten, voorzien zij gezamenlijk in een groot deel van alle vraag in Lauwersoog waarbij FincoEnergies aldaar over vaste opslagcapaciteit beschikt.152 Partijen geven echter wel aan dat voor zover zij weten concurrenten Halma Agro, A.Nobel, Wiersma en GEO B.V. recentelijk nog schepen hebben gebunkerd in Lauwersoog.153
111. Onderzoek door de ACM wijst uit dat er naast partijen geen andere leveranciers van gasolie aan zakelijke eindgebruikers in Lauwersoog zijn. Marktpartijen geven aan dat hun schepen alleen bij FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx gebunkerd kunnen worden per bunkerboot.154 Een inkoopcoöperatie geeft aan dat een alternatieve levering bij een andere leverancier dan partijen alleen zou kunnen per truck.155 Deze inkoopcoöperatie geeft wel aan dat trucks duurder zijn en daarom een lagere kwaliteit gasolie in moet kopen om alsnog een goede prijs te betalen.156
143 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 18. 144 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 4. 145 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 9. 146 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 11. 147 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 30. 148 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 22. 149 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, p. 11. 150 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 18. 151 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051, punt 72.
152 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051, punt 72.
153 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051, punt 72.
154 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849169; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848697.
155 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848697.
156 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497292.
Beoordeling
112. Partijen geven aan dat er door de bestaande samenwerking tussen FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx momenteel al geen sprake is van daadwerkelijke concurrentie waardoor deze ook niet belemmerd kan worden als gevolg van de voorgenomen concentratie.157 Ook een marktpartij geeft aan dat zij niet verwacht dat er iets verandert in Lauwersoog omdat partijen daar al een bestaande samenwerking hebben.158
113. De ACM is van mening dat afnemers van gasolie momenteel in ieder geval keuze hebben uit twee leveranciers, te meer omdat partijen zelf aangeven ieder voor zich biedingen te doen aan zakelijke eindgebruikers van gasolie en zij daarbij ieder hun eigen prijzen bepalen.
114. Als gevolg van de voorgenomen concentratie zullen er geen alternatieven overblijven in Lauwersoog voor havengebonden afnemers. Partijen geven aan dat zij daar vrijwel uitsluitend gasolie leveren aan afnemers uit de visserij. Doordat de visserij doorgaans in een vaste thuishaven bunkert, en de afnemers van partijen in Lauwersoog vrijwel uitsluitend havengebonden afnemers zijn, concludeert de ACM dat deze afnemers als gevolg van de voorgenomen concentratie in Lauwersoog geen alternatieve keuze meer zullen hebben voor het bunkeren van gasolie.
115. Ook acht de ACM het niet aannemelijk dat er op korte termijn potentiële concurrentiedruk uit zal gaan van toetreding zoals nader wordt toegelicht in hoofdstuk 7.1. Dit acht de ACM te meer aannemelijk omdat partijen aangeven dat de haven van Lauwersoog momenteel al niet rendabel is voor Xxxxx xx Xxxx. Bovendien geven partijen aan te verwachten dat de – reeds gekrompen – afzet nooit meer zal toenemen en dat Lauwersoog nooit beter bereikbaar zal worden.
Conclusie
116. De ACM concludeert op basis van het bovenstaande dat de daadwerkelijke mededinging op de mogelijke markt voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers in Lauwersoog na de voorgenomen concentratie op significante wijze zou kunnen worden belemmerd.
000. Partijen beschouwen Delfzijl, Eemshaven en Emden (Duitsland) als één havengebied aangezien deze havens door hun locaties in hetzelfde vaargebied liggen.159 Partijen zijn beide actief in de haven van Delfzijl en Eemshaven. In Emden hebben partijen in de afgelopen vijf jaar brandstoffen afgezet. Deze volumes zijn echter verwaarloosbaar.160
118. De ACM is van mening dat Eemshaven in combinatie met de haven van Delfzijl bezien dient te worden. De afstand tussen beide havens is zeer beperkt en daarnaast hebben partijen in beide havens dezelfde samenwerking.161 Ook in het Due Diligence rapport d.d. 28 november 2023 worden beide havens als één genomen in tegenstelling tot de andere havens waar partijen actief zijn.162
119. De ACM neemt Emden niet mee in de beoordeling van dit havengebied, aangezien er in zeer beperkte mate sprake lijkt te zijn van concurrentiedruk vanuit deze haven. Slechts één marktpartij in het onderzoek uitgevoerd door de ACM noemt de haven van Emden als
157 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
158 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848697.
159 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051. 160 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051. ACM/IN/852384, Bijlage 18.
161 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281.
162 ACM/IN/852384, Bijlage 16A.
realistisch alternatief om te bunkeren. Volgens een marktpartij is er één leverancier gevestigd in Emden met één bunkerboot. 163 Ook op basis van de website van deze leverancier lijkt zij in Emden slechts over één boot te beschikken; zij beschikt namelijk over drie bunkerboten op drie ver van elkaar gelegen locaties. Partijen beschikken gezamenlijk in Eemshaven-Delfzijl over [vertrouwelijk] bunkerboten.164 Ondanks dat er slechts één concurrent in de nabijgelegen haven van Emden gevestigd is, zetten partijen in Emden slechts verwaarloosbare volumes aan brandstoffen af.165
120. Uit de verkoopdata van FincoEnergies blijkt dat [vertrouwelijk].166 Dit bevestigt dat het uitvaren naar een andere haven als leverancier alleen rendabel is wanneer grote volumes worden afgenomen. Uit een openbaar nieuwsbericht blijkt dat een bunkerboot van FincoEnergies ongeveer 6 tot 7 uur bezig is om vanuit Eemshaven-Delfzijl in Emden een schip te bunkeren en vervolgens terug te varen.167 Ondanks dat de havens dichtbij elkaar gelegen zijn, is hier dus relatief veel tijd mee gemoeid. Aangezien partijen zelf nauwelijks afnemers bunkeren in Emden, is het onaannemelijk dat een Duitse leverancier vanuit Emden regelmatig in Eemshaven-Delfzijl levert en daarmee significante concurrentiedruk uitoefent op partijen. Indien Emden wel mee zou worden genomen, zou dat de beoordeling van de situatie in het havengebied Eemshaven- Delfzijl overigens niet anders maken.
Positie partijen
121. In Delfzijl (Farmsum) heeft FincoEnergies een opslagterminal met een capaciteit van [vertrouwelijk] liter en in Eemshaven een opslagterminal met een capaciteit van [vertrouwelijk] liter. In beide opslagterminals slaat FincoEnergies gasolie op.168 Daarnaast beschikt FincoEnergies in Eemshaven-Delfzijl over [vertrouwelijk] bunkerboten met een capaciteit van [vertrouwelijk] liter.169 Xxxxx xx Xxxx beschikt in Eemshaven-Delfzijl niet over eigen opslagcapaciteit.170 Zij beschikt hier wel over [vertrouwelijk] bunkerboten met een capaciteit van [vertrouwelijk] miljoen liter.171
122. Voor de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers werken partijen samen in Eemshaven-Delfzijl. [vertrouwelijk]. [vertrouwelijk]172 [vertrouwelijk]. [vertrouwelijk]. [vertrouwelijk]. [vertrouwelijk].173
123. [vertrouwelijk]. [vertrouwelijk]. [vertrouwelijk]. [vertrouwelijk]. Volgens partijen bepalen zowel FincoEnergies als Xxxxx xx Xxxx hun eigen prijzen richting eindgebruikers. Partijen zijn desondanks van mening dat ten aanzien van [vertrouwelijk] en doordat Xxxxx xx Xxxx de terminal van FincoEnergies huurt er tussen hen weinig onderlinge concurrentie bestaat.174
124. Volgens partijen hebben FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx in Eemshaven-Delfzijl vergelijkbare hoeveelheden gasolie afgezet aan zakelijke eindgebruikers in 2022. Voor wat betreft de levering van gasolie aan de visserij, een grote groep binnen de havengebonden afnemers, geven partijen aan dat zij vrijwel de gehele afzet verzorgen in Eemshaven-Delfzijl.175
163 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/851555.
164 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281.
165 In 2023 verkocht FincoEnergies [0-10]% van haar brandstoffen in de haven van Emden; ACM/IN/852384, Bijlage 18.
166 Verkoopdata FincoEnergies, Excel bestand: FincoEnergies Marine volumes 2019 - 2023 met kenmerk: ACM/IN/846808. 167 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/xxxxxxx/0000/00/00/xxxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxxx-xxx-xxx-xxxx-xxxxx-xxxxxx-xxxxxxx-xxx- aardrijksundeleraar/?gdpr=accept.
168 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384. 169 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281. 170 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384. 171 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281
172 DMA 0.89 en DMA 0.86 (scheepsdiesel) zijn in grote mate inwisselbaar, maar als de eindgebruiker specifiek [vertrouwelijk] wenst, kan FincoEnergies dit alleen bieden als zij dit bij Xxxxx xx Xxxx of een andere derde inkoopt. 173 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384.
174 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384.
175 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384.
Concurrentie
125. Volgens partijen zijn er geen andere concurrenten in Eemshaven-Delfzijl met eigen infrastructuur.176 Partijen geven echter wel aan dat er met enige regelmaat concurrenten naar deze haven afreizen om schepen te bunkeren. Om wat voor type afnemers het hier gaat weten partijen niet. Ook weten partijen niet concreet om welke concurrenten het gaat en in welke mate zij schepen bunkeren in Eemshaven-Delfzijl.
126. De grootste concurrentiedruk komt volgens partijen van een Duitse leverancier van gasolie in Emden omdat deze in Emden over opslagcapaciteit beschikt. Daarnaast zou een andere Duitse leverancier met opslagfaciliteiten in Cuxhaven regelmatig leveringen doen in het havengebied Eemshaven-Delfzijl.177
127. Onderzoek door de ACM wijst uit dat er naast partijen geen alternatieve leveranciers in Eemshaven-Delfzijl aanwezig zijn met een eigen infrastructuur.178 Daarnaast geven enkele door partijen genoemde concurrenten, zonder eigen infrastructuur, aan niet of in (zeer) beperkte mate te (kunnen) concurreren voor de levering van brandstoffen aan schepen in Eemshaven- Delfzijl.179
128. Een grote leverancier met bunkerboten die gevestigd is in de haven van Rotterdam geeft aan dat zij slechts een enkele keer naar Eemshaven gaat om een schip te bunkeren. Een dergelijke levering aan de noordkust van Nederland is voor haar alleen interessant als het om grote volumes gaat van ongeveer 1000 kuub. Voor kleinere leveringen kan deze leverancier niet concurreren met de daar gevestigde partijen. Het is voor hen namelijk erg duur om een schip te bunkeren in Eemshaven. Daarnaast wil zij zo efficiënt mogelijk werken en het uitwijken naar andere havens zo veel als mogelijk minimaliseren.180 Een andere door partijen genoemde grote leverancier met bunkerboten in het midden en zuiden van Nederland geeft aan dat concurreren in havens zonder eigen infrastructuur niet mogelijk is.181
130. Partijen zijn van mening dat er meer dan afdoende concurrentie resteert na de voorgenomen concentratie waar voldoende concurrentiedruk van uit zal gaan om partijen te disciplineren.183
131. Verschillende marktpartijen geven aan dat als gevolg van de voorgenomen concentratie geen alternatieven over zullen blijven in Eemshaven-Delfzijl.184 Een afnemer actief op het gebied van sleepdiensten is met haar vijf sleepboten actief in de noordelijke regio van Nederland waartoe
176 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
177 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
178 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497250; [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848697; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/853901.
179 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497972; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 4; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/854302.
180 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 4.
181 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/854302. 182 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497218. 183 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
184 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/853901; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/850143; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116, vraag 20.
Eemshaven-Delfzijl behoort. Zij kiest de bunkerlocatie op basis van haar werkgebied. Deze marktpartij geeft aan om die reden altijd in Eemshaven-Delfzijl te bunkeren. Zij geeft aan dat zij als gevolg van de voorgenomen concentratie geen effecten verwacht ten aanzien van de leveringen, maar wel ten aanzien van de prijs die volgens haar mogelijk zal stijgen.
Beoordeling
132. Uitgaande van een markt voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers in Eemshaven-Delfzijl concludeert de ACM dat partijen als gevolg van de voorgenomen overname een zeer sterke marktpositie zullen verkrijgen.
133. Er zijn naast partijen geen serieuze alternatieven waardoor er voor havengebonden afnemers in Eemshaven-Delfzijl als gevolg van de voorgenomen concentratie nog maar één leverancier overblijft. Partijen zijn de enige leveranciers met infrastructuur in Eemshaven-Delfzijl. Concurrenten reizen al weinig af naar Eemshaven-Delfzijl en als ze dat doen, is dat om een zeeschip/niet-havengebonden afnemer te bunkeren, niet voor (het bunkeren van) havengebonden afnemers. Verder acht de ACM potentiële toetreding onaannemelijk.
134. Hoewel partijen aangeven dat er momenteel al sprake is van beperkte concurrentie tussen partijen geven zij ook aan dat zij hun eigen prijzen richting eindgebruikers bepalen en hebben zij ieder hun eigen klanten. De concurrentiedruk die nu met name bestaat tussen partijen zal als gevolg van de voorgenomen concentratie weg vallen. De ACM acht het aannemelijk dat deze conclusie niet verandert als Emden meegenomen wordt bij de beoordeling van dit havengebied, aangezien daar volgens de informatie waar de ACM over beschikt maar één leverancier van gasolie gevestigd is die over slechts één bunkerboot beschikt.
Conclusie
135. De ACM concludeert op basis van het bovenstaande dat de daadwerkelijke mededinging op de mogelijke markt voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers in Eemshaven- Delfzijl na de voorgenomen concentratie op significante wijze zou kunnen worden belemmerd.
136. In een mogelijke vergunningsfase zal de ACM nader onderzoek doen naar de vraag in welke mate er op het gebied van de levering van gasolie aan havengebonden afnemers in Eemshaven-Delfzijl concurrentiedruk uit zal gaan op partijen vanuit de nabijgelegen haven in Emden.
137. Partijen geven aan dat de haven van IJmuiden binnen het Amsterdamse havengebied samen valt met de havens in Beverwijk en Velsen. Door hun locaties liggen deze havens volgens partijen in hetzelfde havengebied.
138. In het Amsterdamse havengebied bestaat een verschil tussen de individuele havens die tot dit gebied behoren. Voor specifiek de visserij is de haven van IJmuiden namelijk, naast Harlingen, één van de twee grootste vissershavens in Nederland.185 Vissers met vis aan boord komen nooit in de haven van Amsterdam, maar gaan altijd naar de haven van IJmuiden, aldus inkoopcoöperatie VCU. Volgens VCU wordt de haven van Amsterdam nu niet gebruikt door vissers aangezien zij dan te ver van de kust en de visgebieden verwijderd zijn.186 De Nederlandse Vissersbond geeft aan dat de haven van Amsterdam (en Rotterdam) alleen toegankelijk is voor vissers als zij geen vis aan boord hebben.187
185 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116, p. 5.
186 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/498721.
187 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116, p. 5.
139. Uit artikel 6 van de Uitvoeringsregeling Zeevisserij volgt dat vis in Nederland uitsluitend aangeland, gelost of overgeladen mag worden door een vissersvaartuig in bepaalde havens. In dezelfde regeling wordt bepaald dat onder andere in Amsterdam en Velsen alleen vaartuigen die langer dan 59 meter zijn, mogen lossen. Volgens de Nederlandse Vissersbond varieert de lengte van een kotter van 17 tot 45 meter.188 Dit heeft tot gevolg dat kotters dus geen vis kunnen aanlanden, lossen en overladen in onder andere Amsterdam en Velsen. Dit is van belang aangezien de vlootsamenstelling van de Nederlandse visserij voor het grootste deel uit kotters bestaat.189
Positie partijen
140. Xxxxx Xxxxx xx Xxxx als FincoEnergies zijn in dit havengebied actief. FincoEnergies is in dit havengebied actief met [vertrouwelijk] met een capaciteit van [vertrouwelijk] liter. FincoEnergies heeft in Amsterdam-IJmuiden geen eigen opslagcapaciteit, maar huurt in de haven van Amsterdam wel een aanzienlijke hoeveelheid opslagcapaciteit. Xxxxx xx Xxxx heeft in dit havengebied [vertrouwelijk] bunkerboten met een totale capaciteit van [vertrouwelijk] liter. Xxxxx xx Xxxx heeft ook een duwbak die fungeert als ponton. Deze ponton heeft een opslagcapaciteit van [vertrouwelijk].190 Daarnaast heeft Xxxxx xx Xxxx een opslaglocatie/depot191 en een kantoor in IJmuiden.
141. Partijen geven aan in hun verkoopdata niet goed een splitsing te kunnen maken tussen individuele havens binnen een havengebied. Dit komt doordat partijen met hun bunkerboten binnen deze havengebieden op-en-neer varen en niet goed bijhouden in welke haven binnen het havengebied een bunkering is gedaan. Voor Xxxxx xx Xxxx geldt bovendien dat wanneer een bunkerboot een levering doet in een andere haven dan waar deze doorgaans ligt, deze bunker wordt toegeschreven aan de haven waar deze boot doorgaans ligt en niet aan de haven waar de bunkering heeft plaatsgevonden. [vertrouwelijk] Xxxxx xx Xxxx worden bijna alle bunkeringen binnen het havengebied van Amsterdam-IJmuiden [vertrouwelijk] de bunkerboten doorgaans in IJmuiden liggen.
142. Partijen geven aan dat zij de visserij hoofdzakelijk in IJmuiden beleveren. Dit is logisch vanwege de regelgeving zoals is toegelicht in punt 139. Verder is het op basis van de informatie van partijen niet duidelijk in welke mate zij de overige havengebonden afnemers bunkeren in IJmuiden of Amsterdam.
Concurrentie
143. Partijen noemen Burando, Reinplus Fiwado, Catom, Xxxxx xxx Xxxxx, Vitol, United Bunkers en Vans Bunkers als concurrenten in het Amsterdamse havengebied. Volgens partijen beschikken de meeste concurrenten daar over vaste opslagfaciliteiten (terminals, bunkerstations en/of depots).
144. Uit het onderzoek van de ACM volgt dat er verschillende concurrenten in het Amsterdamse havengebied actief zijn waaronder Xxxxx xxx Xxxxx, Slurink, Burando (met Atlantic en Golden Arrow) en Reinplus Fiwado.192
145. Ondanks de aanwezigheid van verschillende concurrenten in het Amsterdamse havengebied is het aantal alternatieve leveranciers voor vissers beperkter dan voor de overige havengebonden afnemers. Verschillende marktpartijen binnen de visserij geven aan dat FincoEnergies en Klaas
188 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116, p. 2.
189 xxxxx://xxxxxxxxx.xx/XxxxxxxxxxXxxx.xxxx?xxxxxxXXx0000&xxxxxXXx0000&xxxxxxxxxXXx0000&xxxxxxXXx0000
190 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, randnummer 36a.
191 Door Xxxxx xx Xxxx ingezet voor de opslag van smeerolie.
192 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/851555; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848418.
de Boer de enige leveranciers zijn in de haven van IJmuiden.193 Alle vissers uit het onderzoek van de ACM die regelmatig in IJmuiden bunkeren, nemen gasolie af bij FincoEnergies of Xxxxx xx Xxxx. Een inkoopcoöperatie voor de zeevaart en een sleepdienst in Amsterdam-IJmuiden zien de eerder genoemde concurrenten in punt 144 echter wel als alternatief voor partijen in (Amsterdam-)IJmuiden.194
146. Op basis van openbare bronnen en de informatie van leveranciers blijken de genoemde concurrenten in punt 144 niet in IJmuiden gevestigd te zijn, maar in Amsterdam en Zaandam. Eén kleine leverancier die gevestigd is in het havengebied van Amsterdam-IJmuiden geeft aan gasolie te hebben afgezet aan de visserij, maar deze volumes zijn verwaarloosbaar.195 Een andere grote leverancier uit Rotterdam geeft aan soms in IJmuiden en Amsterdam te bunkeren, maar deze locaties zijn voor hen ‘geen core business’. Dezelfde leveranciers geeft ook aan geen gasolie te verkopen aan de visserij omdat de kleine volumes voor haar niet interessant zijn.196
147. In het onderzoek onder marktpartijen heeft één partij met een bunkerstation in het zuiden van Nederland aangegeven van daaruit IJmuiden per truck te beleveren.197 De ACM gaat er van uit dat het om kleine hoeveelheden gaat, als het überhaupt al om visserij gaat aangezien deze partij zelf aangeeft dat er thans geen/weinig vraag is van vissersschepen.
148. Marktpartijen uit de visserij reageren wisselend op de vraag of en zo ja, welke gevolgen zij verwachten van de voorgenomen overname. De één geeft aan dat er in IJmuiden meerdere leveranciers actief zijn als gevolg waarvan de gasolie daar goedkoper is dan bijvoorbeeld in Harlingen (wel 6 cent per liter), juist doordat het mogelijk is bij meerdere partijen de prijs op te vragen en vervolgens de voordeligste te kiezen.198 Een andere afnemer geeft aan al 40 jaar klant te zijn bij Xxxxx xx Xxxx, geen alternatief te hebben/zien, maar dat niet erg te vinden.199 Een inkoopcoöperatie voor de visserij geeft aan dat er in IJmuiden geen alternatieven overblijven als gevolg van de overname.200 Een leverancier voor de visserij en de zeevaart geeft aan dat er na de voorgenomen overname geen concurrentie meer is in IJmuiden.201
149. De overige havengebonden afnemers reageren ook wisselend op de vraag of en zo ja, welke gevolgen zij verwachten van de voorgenomen overname. Een internationaal maritiem afnemer met vrachtschepen, offshoreplatforms en sleepdiensten heeft haar zorgen geuit met betrekking tot deze overname en ook specifiek voor IJmuiden. Zij geeft aan dat er wel (meer) alternatieven zijn (dan in de noordelijke havens), maar dat het ook daar alleen vaak Xxxxx xx Xxxx en FincoEnergies zijn die aanbieden.202 Een sleepdienst in Amsterdam-IJmuiden geeft aan dat er voldoende alternatieven overblijven als gevolg van de voorgenomen overname.
Beoordeling
150. Op basis van het onderzoek onder marktpartijen constateert de ACM dat de door partijen genoemde concurrenten in het Amsterdams havengebied weliswaar ook actief zijn in de haven van IJmuiden, maar niet op het gebied van het leveren van gasolie aan de visserij. Uit het onderzoek onder marktpartijen komt naar voren dat er geen andere partijen zijn die de visserijvloot in het Amsterdams havengebied, specifiek IJmuiden, van brandstof (hebben)
193 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849169; Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/498721; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852044.
194 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/851555; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848418.
195 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848418. 196 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799. 197 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497218. 198 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497692. 199 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/850797. 200 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427. 201 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852044. 202 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/850143.
voorzien.203 Na de voorgenomen overname blijven er volgens marktpartijen uit de visserij geen alternatieven over.
151. In principe kunnen de in de haven van Amsterdam gevestigde concurrenten de visserij beleveren. Xxxxx xx Xxxx heeft het voordeel dat zij in IJmuiden is gevestigd. Aangezien de visserij doorgaans kleine volumes afneemt, is het de vraag in hoeverre deze concurrenten bereid zijn naar IJmuiden uit te wijken om vissers te bunkeren. De ACM acht het echter niet aannemelijk dat zij in de toekomst de visserij gaan beleveren als het voor hen nu al commercieel niet interessant is. Bovendien is de visserij een krimpende sector. Daarnaast kunnen kotters niet met vis uitwijken naar de haven van Amsterdam en Velsen.
152. De ACM constateert dat afnemers die niet tot de visserij horen na de voorgenomen overname genoeg alternatieven hebben. Mogelijk zijn deze afnemers interessanter dan vissers aangezien deze grotere volumes afnemen. Zo neemt de sleepdienst in Amsterdam-IJmuiden veel grotere volumes per bunkerbeurt af dan een gemiddelde kotter. Ook de inkoopcoöperatie voor de zeevaart die geen problemen ziet, heeft over het algemeen leden die grotere volumes afnemen. Daarnaast kunnen deze afnemers wel uitwijken naar Amsterdam waar de concurrenten van partijen gevestigd zijn.
153. Op basis van het onderzoek onder marktpartijen constateert de ACM dat FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx in IJmuiden vrijwel de enige bunkeraars van de visserij zijn waarbij FincoEnergies circa [25-35]% van de visserij in IJmuiden bunkert en Xxxxx xx Xxxx circa [65- 75]%. Ondanks het feit dat FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx in het Amsterdams havengebied meer concurrentie lijken te ervaren dan in de noordelijke havens stelt de ACM in deze fase van de procedure - en in het kader van het onderhavige besluit – vast dat FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx de enige bunkeraars van betekenis zijn in IJmuiden. Op basis daarvan concludeert de ACM dat de daadwerkelijke mededinging op de mogelijke markt voor de levering van gasolie aan de visserij in IJmuiden na de voorgenomen concentratie op significante wijze zou kunnen worden belemmerd. Nader onderzoek in een eventuele vergunningsfase zal moeten uitwijzen of en in welke mate de in de haven van Amsterdam gevestigde bunkeraars daadwerkelijk concurrentiedruk (zullen gaan) uitoefenen op FincoEnergies bij het bunkeren van de visserij.
154. Ten aanzien van de levering van gasolie aan overige havengebonden afnemers acht de ACM het niet aannemelijk dat de voorgenomen overname tot een significante beperking van de mededinging zal leiden aangezien deze afnemers aangeven voldoende alternatieven over te houden en daarnaast in Amsterdam te kunnen bunkeren waar de concurrenten van partijen gevestigd zijn.
Conclusie
155. Gelet op het voorgaande acht de ACM het aannemelijk dat de voorgenomen overname van Xxxxx xx Xxxx door FincoEnergies de mededinging op de markt voor de levering van gasolie aan de visserij in IJmuiden zou kunnen belemmeren.
Positie partijen
156. In de haven van Den Helder is FincoEnergies op dit moment de enige bunkeraar met vaste opslagcapaciteit en bunkerboten op permanente basis. Uit de Asset Purchase Agreement blijkt dat FincoEnergies, net als in IJmuiden, in Den Helder een opslaglocatie overneemt van Klaas
203 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/498721; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849169; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/850797; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116, p. 6.
de Boer. Deze locatie wordt volgens partijen momenteel niet gebruikt door Xxxxx xx Xxxx. Daarnaast levert Xxxxx xx Xxxx in Den Helder via een bunkerboot met beperkte capaciteit.204
157. FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx zijn in Den Helder beide actief voor de levering van gasolie aan zakelijke eindgebruikers. FincoEnergies heeft in Den Helder een afspraak met Xxxxx xx Xxxx dat deze laatste haar leveringen aan vaste zakelijke eindgebruikers laat uitvoeren door FincoEnergies. In de praktijk betekent dit dat FincoEnergies in Den Helder zowel haar eigen klanten als de klanten van Xxxxx xx Xxxx bunkert. Partijen benadrukken dat Xxxxx xx Xxxx, net als FincoEnergies, vrij is haar eigen prijzen richting haar afnemers te bepalen, [vertrouwelijk].205
158. Partijen geven aan dat FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx gezamenlijk in Den Helder vrijwel de gehele afzet aan de visserij verzorgen.206 Op basis van de informatie van partijen en het onderzoek onder marktpartijen is het niet duidelijk wat het marktaandeel van partijen is voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers. Aangezien de havengebonden afnemers in het onderzoek van de ACM geen alternatieve leveranciers kennen in Den Helder, zoals hierna nader zal worden toegelicht, acht de ACM het aannemelijk dat partijen in Den Helder een zeer groot deel van de afzet aan havengebonden afnemers verzorgen.
Concurrentie
159. Partijen geven aan dat FincoEnergies de enige gevestigde leverancier is in de haven van Den Helder. Ondanks dat geven partijen aan dat zij veel concurrentiedruk van andere niet in Den Helder gevestigde leveranciers ervaren op de spotmarkt. Verder noemen partijen Catom als bunkeraar van de visserij in Den Helder.
160. Uit het onderzoek onder marktpartijen volgt dat er naast partijen geen leveranciers voor schepen in de haven van Den Helder gevestigd zijn. Eén leverancier van brandstoffen wordt in het onderzoek van de ACM door een afnemer als alternatief genoemd, maar deze leverancier geeft zelf aan verwaarloosbare volumes aan gasolie te verkopen aan schepen in Den Helder. Verder geven alle havengebonden afnemers uit het onderzoek van de ACM aan dat er, naast partijen, geen alternatieven voor de levering van gasolie in de haven van Den Helder zijn.
161. Een veerdienst in Den Helder geeft aan geen gevolgen te verwachten van de voorgenomen concentratie aangezien FincoEnergies voor de voorgenomen overname ook al het enige alternatief is voor deze marktpartij.207 Een afnemer uit de off-shore branche verwacht ook geen negatieve gevolgen van de overname omdat de prijs contractueel is vastgelegd. Daarnaast is voor deze afnemer de beschikbaarheid van de brandstof belangrijker dan de prijs. Ook geeft de afnemer aan dat zij kan uitwijken naar een andere haven.208
162. Een inkoopcoöperatie voor de visserij verwacht mogelijke prijsverhogingen aangezien partijen in Den Helder momenteel de enige leveranciers zijn.209 Een inkoopcoöperatie voor de zeevaart geeft aan dat de huidige prijzen in Den Helder al hoger zijn dan in andere havens omdat alleen FincoEnergies hier gevestigd is.210
Beoordeling ACM
163. De ACM concludeert dat er naast partijen geen gevestigde alternatieven zijn voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers in de haven van Den Helder. Dat partijen concurrentiedruk ervaren van leveranciers op de spotmarkt acht de ACM niet relevant voor de
204 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051.
205 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384. 206 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384. 207 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852917.
208 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849919. 209 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427. 210 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579.
beoordeling aangezien de havengebonden afnemers zoals off-shore bedrijven, vissers, sleepdiensten en veerdiensten binnen deze haven met name gasolie afnemen op basis van een contract. Omdat deze afnemers zeer regelmatig gasolie afnemen in Den Helder acht de ACM het onaannemelijk dat deze afnemers in de haven van Den Helder een contract zullen sluiten met een daar niet gevestigde leverancier. Daarnaast is het niet aannemelijk dat een leverancier bereid is zo frequent in Den Helder te bunkeren in plaats van in de haven(s) waar hij zelf gevestigd is. Zeker als het gaat om relatief kleine volumes zoals vaak het geval is bij havengebonden afnemers.
164. Hoewel Xxxxx xx Xxxx haar leveringen aan vaste klanten uit laat voeren door FincoEnergies, nemen beide klanten aan voor leveringen in Den Helder en zijn zij beide vrij hun eigen prijzen richting hun eindgebruikers te bepalen. Daarnaast beschikt Xxxxx xx Xxxx over opslagcapaciteit in Den Helder waardoor zij zich op korte termijn zou kunnen vestigen in deze haven. Xxxxxxxxx is dit voor haar al niet interessant genoeg. Vaste toetreding door andere leveranciers acht de ACM daarom in deze fase van de procedure ook onaannemelijk. Hoewel er momenteel al weinig sprake lijkt te zijn van concurrentie tussen partijen zal als gevolg van de voorgenomen overname de concurrentiedruk die er nog bestaat, te weten die tussen partijen, wegvallen.
Conclusie ACM
165. Ten aanzien van Den Helder zou gesteld kunnen worden dat er als gevolg van de concentratie niet veel verandert aangezien Xxxxx xx Xxxx hier amper eigen bunkeractiviteiten heeft. FincoEnergies is in Den Helder al sinds enkele jaren de enige bunkeraar met de benodigde infrastructuur/een vaste aanwezigheid. Dat verandert niet als gevolg van de voorgenomen overname.
166. Xxxxx xx Xxxx bedient echter nu nog wel haar eigen, zij het relatief beperkte groep afnemers in Den Helder waarbij FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx vrij zijn om zelfstandig de eigen prijs te bepalen. De ACM acht het, mede om die reden, aannemelijk dat dat de voorgenomen overname van Xxxxx xx Xxxx door FincoEnergies de mededinging op de markt voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers in Den Helder zou kunnen belemmeren. Nader onderzoek in een eventuele vergunningsfase zal moeten uitwijzen in welke mate Xxxxx xx Xxxx in deze haven, die op een strategische plek is gelegen, daadwerkelijk concurrentiedruk uitoefent op FincoEnergies.
7 Standpunt partijen over gevolgen
167. Volgens partijen leidt de voorgenomen overname niet tot een significante belemmering van de mededinging. Zo zou er voldoende dreiging van toetreding (met name met/van trucks) uitgaan om partijen te disciplineren, loopt de afzet aan de visserij terug, is de marge voor het bunkeren minimaal en zou er sprake zijn van disciplinerende afnemersmacht. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op deze argumenten. De ACM is van mening dat deze door partijen aangedragen argumenten haar conclusie in deze fase van de procedure, namelijk dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de hiervoor besproken lokale markten voor de levering van gasolie aan havengebonden afnemers of een deel daarvan op significante wijze zou kunnen belemmeren, niet beïnvloedt.
7.1 Potentiële concurrentiedruk
168. Partijen stellen dat de belangrijkste disciplinerende factor voor partijen niet de onderlinge concurrentie is tussen hen beide, maar de druk die zij ervaren van potentiële toetreding door derden. Deze disciplinerende factor zorgt er volgens partijen voor dat FincoEnergies niet als
gevolg van de voorgenomen concentratie haar prijzen kan verhogen. Het gaat daarbij om derden die per bunkerboot of truck vanuit een ander (haven)gebied gasolie kunnen leveren aan havengebonden eindgebruikers 211 in de in paragraaf 6.6 beschreven havens of structureel toetreden tot deze havens met eigen fysieke activa.
169. Partijen stellen dat er serieuze (potentiële) concurrentiedruk uitgaat van brandstoffenleveranciers met trucks. Een truck is sneller en goedkoper dan een bunkerboot en er zijn geen technische of logistieke beperkingen die aan bunkering per truck in de weg staan.212 Daarnaast zijn trucks mobiel waardoor vanuit het hele land geleverd kan worden. Trucks vervoeren relatief kleinere volumes dan bunkerboten en zijn daarom efficiënter voor kleine ad hoc leveringen in havens waar geen bunkerboot ligt of waar op dat moment geen restcapaciteit is.213 Het inzetten van trucks is bij (grote) zeeschepen in mindere mate geschikt.214
170. Met name voor leveranciers met trucks die hoofdzakelijk actief zijn in de automotive brandstoffensector is het volgens partijen interessant om afzet te diversifiëren door bijvoorbeeld ook aan de visserij te leveren. De afzet van diesel aan de automotive sector loopt namelijk al enige tijd terug en zonder wijzigingen aan te brengen in de infrastructuur zou deze capaciteit kunnen worden ingezet om de maritieme sector te beleveren.215
171. Verder stellen partijen dat het bunkeren per truck geschikt is voor verschillende typen afnemers zoals de visserij, sleepdiensten en veerdiensten. Voor elke type afnemer leveren partijen voorbeelden aan om aan te tonen dat dergelijke afnemers gasolie per truck afnemen of hebben afgenomen in het verleden.216
172. In het onderzoek onder marktpartijen heeft de ACM twee brandstoffenleveranciers met trucks benaderd die momenteel niet actief zijn met het bunkeren van schepen. Beide leveranciers achten het niet aannemelijk dat zij op korte termijn tot de markt zullen toetreden. Eén van de leveranciers geeft aan dat het in theorie wel mogelijk zou zijn.217 De andere leverancier geeft aan dat het leveren van gasolie aan schepen een andere tak van sport is die haar niet ligt. De wijze van leveren is namelijk anders en daarnaast heeft deze marktpartij geen connecties binnen de sector, terwijl dat wel van belang geacht wordt.218
173. Verder heeft de ACM in haar onderzoek onder marktpartijen ook brandstoffenleveranciers met trucks benaderd die (soms) schepen bunkeren in verder gelegen havens. Deze leveranciers geven aan dat leveringen per truck doorgaans aanzienlijk duurder zijn.219 Eén van de leveranciers rijdt wel eens met een truck naar Eemshaven of Delfzijl aangezien de prijzen voor het bunkeren daar relatief hoog liggen. Daarom kan deze leverancier een concurrerend aanbod doen aan afnemers.220 Een andere leverancier geeft aan dat zij met haar trucks in de noordelijke havens niet dezelfde prijs kan bieden als de daar gevestigde partijen vanwege de hogere transportkosten. De leverancier levert daar alleen met trucks als de afnemer bereid is meer te betalen.221
211 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384 punt 16.
212 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384., punt 23.
213 Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, vraag 6(a).
214 Aanvullende informatie van partijen van 3 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/832954, vraag 3b. 215 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384., punt 24. 216 Aanvullende informatie van partijen van 29 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/858467, punt 24. 217 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/501299.
218 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497972.
219 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612205, p. 4; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/616556.
220 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/851281.
221 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/616556.
174. Ook volgens verschillende typen afnemers zoals vissers en veerdiensten zijn leveringen per truck (technisch) wel mogelijk, maar is de prijs volgens hen aanzienlijk hoger dan leveringen per bunkerboot.222 Trucks worden volgens afnemers en leveranciers met name ingezet voor het leveren van speciale producten zoals duurzame brandstoffen of in geval van calamiteiten223.224
175. Verder blijkt uit de informatie van zowel leveranciers als afnemers dat leveringen per truck vanwege praktische redenen niet geschikt zijn voor grote en kleine afnames. Zo is bijvoorbeeld de capaciteit van een truck (rond de 30 duizend liter) te klein voor een groot zeeschip. Een afnemer uit het onderzoek onder marktpartijen heeft trucks als alternatief voor de levering per bunkerboot bekeken, maar ziet dit voor de levering van normale gasolie niet als alternatief. Er moeten volgens de afnemer vaak twee trucks komen als een schip een groter formaat heeft wat een kostenverhogend effect heeft. 225
176. Ook blijkt uit het onderzoek onder marktpartijen dat leveringen aan kleine afnemers niet rendabel zijn als de truckleverancier slechts een deel van zijn tank kan gebruiken voor bunkerleveringen. In dat geval zouden afnemers zich moeten verenigen volgens een leverancier.226
177. Hoewel de meeste vissers kleine volumes brandstoffen afnemen en verenigd zijn in een inkoopcoöperatie zijn leveringen per truck doorgaans geen alternatief voor deze afnemers. Volgens een inkoopcoöperatie voor de visserij, een brandstoffenleverancier met trucks en de branchevereniging voor de visserij is dit logistiek niet haalbaar.227 De meeste vissers komen namelijk op vaste dagen een haven binnen om te bunkeren. Als grote hoeveelheden vissersschepen tegelijkertijd in een haven willen bunkeren, zijn er veel trucks tegelijkertijd nodig op de kade. Dit is volgens deze marktpartijen dan ook geen optie. Het bunkeren met een bunkerboot die meer capaciteit heeft, is makkelijker.228 Partijen geven aan dat ruimtegebrek op de kade geen bottle neck is om de visserij op de vaste dagen met trucks te bunkeren. Een bunkering duurt maximaal 30 minuten en één truck kan meerdere kotters (vissersboten) bunkeren met een volle tank. Er zijn volgens partijen dus slechts enkele trucks nodig om in de volledige brandstofbehoefte van de visserij in een haven te voorzien.229
178. Verschillende marktpartijen geven aan dat ze een voorkeur hebben voor leveringen per bunkerboot in plaats van met trucks.230 Bij leveringen per truck moet er qua ligplaats rekening worden gehouden of de vrachtwagen bij het schip kan komen.231 Een bunkerboot kan daarentegen makkelijk naast een schip liggen wat praktisch is voor afnemers en leveranciers.232 Daarnaast gaat volgens een afnemer het bunkeren met een bunkerboot sneller. Twee marktpartijen geven aan dat havens ook een voorkeur hebben voor leveringen per bunkerboot.233 Enkele havenautoriteiten verbieden momenteel al leveringen per truck.
222 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497250; Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497292.
223 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427, p. 4; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849169.
224 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612205, p. 4.
225 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497250.
226 Telefoonnotitie [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/INT/497218.
227 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427, p. 5; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116, p. 3; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/616556, p. 3.
228 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/616556, p. 3.
229 Aanvullende informatie van partijen van 29 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/858467, vraag 13b.
230 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612320; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/854302; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852044.
231 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852044.
232 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612320; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116; [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/854302.
233 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852044.
Huidige situatie
179. Onderzoek van de ACM wijst uit dat in de huidige situatie leveringen van gasolie per truck in (zeer) beperkte mate voorkomen.
180. Xxxxx xx Xxxx beschikt niet over eigen trucks en voert daarom weinig leveringen per truck uit. FincoEnergies beschikt over [10-20] eigen trucks, maar belevert bijna alle type afnemersgroepen voor het grootste deel234 per bunkerboot, behalve veerdiensten en de binnenvaart. Veerdiensten zijn volgens partijen geschikte afnemers om per truck te leveren. Deze afnemers hebben gezien hun vaste vaartijden en routes een stabiele hoeveelheid brandstof nodig op voorspelbare momenten.235 Wat betreft de visserij voert FincoEnergies circa [10-20]%236 van haar leveringen uit per truck. Dit komt neer op [0-10]% van de afgezette volumes gasolie door FincoEnergies aan de visserij.
Tabel 4: Leveringen door FincoEnergies met trucks in 2019-2023
Verkopen FincoEnergies 2019-2023 aan eindgebruikers - Trucks | |||
Branche | Trucks | Totaal | |
Liters | % | Liters | |
Visserij | [vertrouwelijk] | 0,5% | [vertrouwelijk] |
Zeevaart | [vertrouwelijk] | 0,5% | [vertrouwelijk] |
Off-Shore | [vertrouwelijk] | 1,0% | [vertrouwelijk] |
Veerdiensten | [vertrouwelijk] | 45,6% | [vertrouwelijk] |
Sleepdiensten | [vertrouwelijk] | 0,0% | [vertrouwelijk] |
Off-shore wind | [vertrouwelijk] | 0,0% | [vertrouwelijk] |
Scheepvaart | [vertrouwelijk] | 0,5% | [vertrouwelijk] |
Binnenvaart | [vertrouwelijk] | 14,1% | [vertrouwelijk] |
Baggerij | [vertrouwelijk] | 0,2% | [vertrouwelijk] |
Rijksvaartuigen | [vertrouwelijk] | 3,2% | [vertrouwelijk] |
Anders | [vertrouwelijk] | 57,9% | [vertrouwelijk] |
Overheid | [vertrouwelijk] | 0,0% | [vertrouwelijk] |
Pleziervaart | [vertrouwelijk] | 0,8% | [vertrouwelijk] |
Totaal | [vertrouwelijk] | 4,2% | [vertrouwelijk] |
181. Ondanks de stelling van partijen dat de visserij bij uitstek goed beleverd kan worden per truck voeren partijen zelf het merendeel van de leveringen aan de visserij uit per bunkerboot. FincoEnergies beargumenteert dat de chauffeurs van haar trucks [vertrouwelijk] plaatsvindt. FincoEnergies houdt daarom vooralsnog hoofdzakelijk vast aan een leveringswijze per bunkerboot voor de visserij.237
182. Voor Xxxxx xx Xxxx geldt dat zij zelf geen trucks heeft en het daarom voor haar niet in de rede ligt om per truck te bunkeren. Xxxxx xx Xxxx schakelt wel derden in voor leveringen per truck, [vertrouwelijk].238 Xxxxx xx Xxxx vreest namelijk voor markttoetreding. [vertrouwelijk].239
234 Ongeveer 95 procent of meer op basis van de totale afzet per afnemersgroep.
235 Aanvullende informatie van partijen van 29 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/858467, vraag 24. 236 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384., vraag 5. 237 Aanvullende informatie van partijen van 29 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/858467, punt 26a. 238 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 12.
239 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, p. 12.
183. Onderzoek van de ACM wijst uit dat leveringen van gasolie per truck momenteel in zeer beperkte mate voorkomen wat in zichzelf al een indicatie is dat levering per truck geen volwaardig en economisch zinvol alternatief is. De meeste afnemers geven aan uitsluitend gasolie per bunkerboot af te nemen.240
184. Daarnaast worden verschillende brandstoffen leveranciers met trucks, die partijen als concurrent aanmerken, regelmatig door partijen zelf ingehuurd voor de levering per truck.241 De ACM acht het onaannemelijk dat deze leveranciers na de voorgenomen overname hard zullen concurreren met partijen.
185. [vertrouwelijk]. FincoEnergies wil meer biobrandstoffen aanbieden en aangezien een bunkerboot slechts één type brandstof tegelijk kan leveren, heeft zij meer bunkerboten nodig.242 Hieruit blijkt niet dat partijen zelf voornemens zijn meer per truck te leveren [vertrouwelijk].
Praktijkvoorbeelden partijen
186. Partijen hebben op verzoek van de ACM enkele praktijkvoorbeelden verstrekt waaruit zou moeten blijken dat partijen substantiële volumes verliezen aan derden die per truck kunnen toetreden tot een haven.243 Partijen hebben hiervoor verschillende voorbeelden aangeleverd in Den Helder, Harlingen, Eemshaven-Delfzijl en Amsterdam. In één voorbeeld is het niet duidelijk om wat voor soort zeeschip het gaat. In vijf van de zeven voorbeelden is het voor de ACM onbekend of het gaat om de levering van gasolie of om een ander (speciaal) product. Dit is relevant omdat volgens het onderzoek onder marktpartijen trucks wel een alternatief vormen voor het bunkeren van speciale producten, maar niet in voldoende mate voor de levering van gasolie. Voorbeelden waarbij het gaat om speciale producten ziet de ACM daarom niet als ondersteunend bewijs dat er sprake is van concurrentiedruk door trucks voor de levering van gasolie.
187. In de overige twee voorbeelden van partijen gaat het in één geval om een speciaal product. Deze wordt daarom niet als relevant beschouwd. Het andere voorbeeld heeft wel betrekking op de levering van gasolie. In dit voorbeeld laten partijen zien een spotaanvraag te hebben verloren omdat een andere leverancier deze levering met meerdere trucks goedkoper kon uitvoeren dan partijen met hun eigen bunkerboot. Kanttekening hierbij is dat de levering in Emden moest plaatsvinden, een haven waar partijen zelf niet over vaste opslagcapaciteit en bunkerboten beschikken. De ACM gaat er van uit dat dit een rol gespeeld zou kunnen hebben bij het verliezen van de spotaanvraag. In elk geval is de ACM er op dit moment niet van overtuigd dat de voorbeelden geen uitzonderingen zijn op de feitelijke situatie dat er geleverd wordt per bunkerboot.
7.1.2 Leveren per bunkerboot vanuit een andere haven
188. Volgens partijen zijn bunkeraars zeer mobiel met bunkerboten waardoor het volgens hen eenvoudig is om vanuit een andere haven schepen te bunkeren met gasolie. Dit komt volgens partijen in de praktijk ook vaak voor. Partijen onderbouwen dit aan de hand van enkele voorbeelden waarin te zien is hoe bunkerschepen van partijen en van concurrenten zich over grotere afstanden langs de kust hebben verplaatst in een maand tijd.244 Verder beargumenteren partijen dat het hebben van eigen opslagcapaciteit binnen een haven niet per se voordelen
240 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849919; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/851662; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852917; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/850143; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/849435; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852933; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/852027.
241 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384. 242 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384. 243 Aanvullende informatie van partijen van 29 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/858467.
244 Presentatie partijen van bijeenkomst 7 februari 2024 met kenmerk ACM/IN/842748, p. 11 en 12.
biedt aangezien het veel geld kost. Zo zorgt een eigen opslagcapaciteit onder andere voor extra aanvoerkosten en grote onderhoudsinvesteringen. Concurrenten kunnen daarom snel een concurrerende prijs bieden als zij direct vanuit een andere haven leveren zonder de kosten van het depot en de bijbehorende aanvoerkosten, aldus partijen.245
189. In het onderzoek onder marktpartijen heeft de ACM meerdere leveranciers met eigen bunkerboten benaderd die (in theorie) zouden kunnen toetreden tot het leveren van gasolie aan havengebonden afnemers in het noorden van Nederland. Op basis van deze informatie gaat de ACM er van uit dat toetreding door leveranciers met bunkerboten vanuit een andere haven niet voor significante potentiële concurrentiedruk zorgt bij het leveren van gasolie aan havengebonden afnemers.
190. Vier concurrenten geven aan dat concurreren in een haven zonder eigen activa (bunkerboten en opslagcapaciteit) moeilijk of niet mogelijk is.246 Een concurrent geeft aan dat als zij naar een andere haven zou moeten varen om een schip te bunkeren, zij dit doorgaans niet tegen dezelfde prijs kan doen als een daar gevestigde onderneming.247 Als voorbeeld noemt de concurrent dat zij met een bunkerboot van Rotterdam naar IJmuiden in totaal drie dagen onderweg zou zijn en dat dit hoge kosten met zich meebrengt. Dit doet deze concurrent dan ook alleen voor speciale projecten en grote volumes. Een andere concurrent geeft ook aan dat een leverancier zonder eigen activa binnen een haven het onderspit delft op basis van prijzen tegenover een in die haven gevestigde leverancier van gasolie. Het kan volgens de concurrent alleen aantrekkelijk zijn om naar een andere haven toe te rijden of te varen indien het om grote hoeveelheden gaat.248
7.1.3 Fysieke toetreding met eigen activa
191. Partijen stellen dat fysieke toetreding tot een haven laagdrempelig is door het verplaatsen van bunkerboten.249 Daarnaast wijzen partijen er op dat het hebben van eigen opslagcapaciteit niet noodzakelijk is voor een bunkeraar om in een haven gevestigd te zijn.250 Volgens partijen zijn er veel bunkeraars die met weinig tot geen vaste opslag werken. Xxxxx xx Xxxx heeft in verschillende havens geen eigen opslagcapaciteit, maar huurt wel opslagcapaciteit bij FincoEnergies. Vaste opslag heeft volgens partijen ook nadelen zoals onderhoud, inspecties, veiligheidseisen, extra personeel en extra handelingen die niet spelen indien een bunkeraar zijn producten alleen opslaat op het water (in een bunkerboot).251
192. Onderzoek van de ACM wijst uit dat structurele toetreding met vaste activa tot een haven op de korte termijn onaannemelijk is. Een concurrent geeft aan dat het meerdere jaren duurt om toe te treden tot een haven met eigen opslagcapaciteit.252 Een andere afnemer geeft aan dat met name het bouwen van eigen opslagcapaciteit veel tijd kost, onder andere vanwege het aanvragen van verschillende (milieu)vergunningen. Het hebben van eigen opslagcapaciteit is volgens deze partijen van belang voor leveranciers om zelf de prijs te kunnen bepalen en niet afhankelijk te zijn van concurrenten met opslagcapaciteit.253 Een andere concurrent geeft aan
245 Presentatie partijen van bijeenkomst 7 februari 2024 met kenmerk ACM/IN/842748, p. 9.
246 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/854302; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 4; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612205, p. 3; Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848418.
247 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 3 en 5.
248 Informatieverzoek [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/IN/848418.
249 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051, punt 75.
250 Partijen hebben echter ook aangegeven dat het hebben van eigen opslagcapaciteit (concurrentie)voordelen biedt, zie randnummer 24 van dit besluit.
251 Antwoorden vierde set formele vragen, vraag 16a.
252 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612799, p. 4.
253 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612579, p. 5. Dit is in lijn met wat partijen zelf in de melding stellen
zich in theorie te kunnen vestigen in één van de noordelijke havens, maar dat hiervoor grote investeringen nodig zijn in onder andere bunkerboten en personeel.254
193. Het argument van partijen dat vaste opslagcapaciteit niet nodig is, vindt geen basis in het onderzoek onder marktpartijen, integendeel.255 Daarbij komt dat partijen aanvankelijk ook zelf in de melding aangegeven hebben dat het van belang is en een voordeel geeft om vaste activa te hebben in een haven om efficiënt te kunnen opereren (zie ook punt 24). Xxxxx xx Xxxx huurt zelf ook opslagcapaciteit [vertrouwelijk]. Zonder deze mogelijkheden zou zij frequenter gasolie in moeten kopen op de handelsmarkt, omdat de opslag in een bunkerboot beperkt is, wat operationeel minder efficiënt is.
7.1.4 Teruglopende afzet aan de visserij
195. Partijen stellen zich op het standpunt dat de visserij, een belangrijke groep van havengebonden afnemers, al decennia krimpt en naar verwachting op korte termijn (vrijwel) zal verdwijnen. Als gevolg van de krimpende afzet geven partijen aan er belang bij te hebben om visserij afnemers die zij nog bedienen niet te verliezen. Zij stellen dat er in verschillende havens op langere termijn geen ruimte is voor twee leveranciers.
196. De teruglopende afzet van gasolie aan de visserij wordt bevestigd door enkele marktpartijen in het onderzoek van de ACM. Uit interne stukken van Xxxxx xx Xxxx blijkt dat, indien een overname niet doorgaat, [vertrouwelijk] schepen zullen moeten ‘uitfaseren’.
197. De ACM constateert dat volumes gasolie die geleverd worden aan de visserij256 afnemen. Dit is echter nog te veel in de toekomst gelegen om nu bij de beoordeling van deze concentratie rekening mee te houden. Bovendien heeft het onderzoek van de ACM geen aanwijzingen opgeleverd dat de krimp van de markt dermate snel gaat dat dit van invloed is op de beoordeling van deze voorgenomen overname. Wel ziet de ACM hierin extra reden om toetreding/potentiële concurrentiedruk als bedoeld in deze paragraaf niet aannemelijk te achten.
198. In deze fase van de procedure concludeert de ACM, mede op basis van het onderzoek onder marktpartijen, dat de mate van potentiële concurrentiedruk gering is.
199. Ten eerste zijn leveringen per truck doorgaans duurder dan leveringen door (een) in een haven gevestigde partij(en). Brandstoffenleveranciers met trucks kunnen daarom moeilijk concurreren met de in een haven gevestigde leverancier(s). Daarnaast worden trucks in de praktijk niet ingezet als gelijkwaardig alternatief, maar vaak voor uitzonderlijke leveringen van speciale brandstoffen die in de betreffende haven niet direct voorhanden zijn of in geval van calamiteiten. Het heeft dan ook de voorkeur van concurrenten om hun afnemers die in een andere haven, waar zij niet gevestigd zijn, willen bunkeren, deze door een in die haven gevestigde leverancier te laten bunkeren. Daarbij kan het leveren per truck als dreiging worden ingezet als die leverancier een te hoge prijs zou rekenen. Omdat het leveren per truck echter
254 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/616556, p. 3.
256 Overigens slechts een deel van de havengebonden afnemers, alhoewel een belangrijk deel.
duurder is, is dit alleen rendabel als de in die haven gevestigde leverancier een significant hogere prijs zou vragen. Hoe hoog deze prijs precies moet zijn, is op dit moment onbekend. In een eventuele vergunningsfase zou hier nader onderzoek naar kunnen worden gedaan.
200. Ten tweede is het uitvaren naar een andere haven met een bunkerboot geen reële dreiging, gegeven de hoge transportkosten en de tijd die hier mee gemoeid is. Marktpartijen gaan hier alleen toe over voor speciale projecten en grote hoeveelheden.
201. Ten derde vergt het zich fysiek vestigen met vaste opslagcapaciteit in een nieuwe haven grote investeringen van marktpartijen. Daarnaast kan dit proces meerdere jaren duren. Het (permanent) verplaatsen van een bunkerboot om toe te treden tot een haven is volgens de ACM ook niet zo waarschijnlijk aangezien een andere marktpartij die bunkerboot niet voor niets in een andere haven heeft liggen. De ACM acht het dus niet aannemelijk dat hier op korte termijn een disciplinerende werking van uit gaat op partijen.
202. Ten vierde ziet de ACM geen reden om rekening te houden met het feit dat de afzet van gasolie aan een belangrijk deel van de havengebonden afnemers terug loopt. De ACM wordt geacht 3 tot 5 jaar vooruit te kijken, terwijl bedoelde terugloop zich niet in die tijdspanne in die mate zou realiseren dat dat de beoordeling van de gevolgen van deze concentratie anders zou maken.
203. Op grond van het voorgaande acht de ACM de potentiële concurrentiedruk die van truckleveringen, leveringen per bunkerboot vanuit een andere haven en/of fysieke toetreding uit zou kunnen gaan op partijen vooralsnog gering. Voor zover hier concurrentiedruk van uit zou gaan, acht de ACM dit in elk geval in deze fase van de procedure onvoldoende om partijen na de voorgenomen overname te disciplineren. De teruglopende afzet aan een belangrijk deel van de havengebonden afnemers draagt hier overigens niet aan bij. In een mogelijke vergunningsfase zal dit nader worden onderzocht.
7.2 Prijs
204. Ook op het gebied van prijzen dragen partijen verschillende argumenten aan die het volgens hen onaannemelijk maken dat de mededinging significant zal worden belemmerd als gevolg van de voorgenomen concentratie.
7.2.1 Marge van bunkeraar klein onderdeel van totale brandstofprijs
205. Ten eerste voeren partijen als argument aan dat het aandeel van een bunkeraar in de totale brandstofkosten voor een afnemer minimaal is waardoor afnemers eventuele prijsverhogingen van bunkeraars nauwelijks merken. Als partijen de opslag met een paar centen zouden verhogen, zou het effect op de totaalprijs die de klant betaalt klein zijn. Daarnaast zijn de olieprijzen erg volatiel wat er ook aan zou bijdragen dat prijsstijgingen door bunkeraars niet merkbaar zijn voor afnemers.257
206. In het onderzoek onder marktpartijen wordt bevestigd dat de opslag die bunkeraars vragen slechts een klein deel vormt van de totaalprijs voor eindgebruikers. Met name de volatiele olieprijzen op de beurs zorgen voor grote prijsschommelingen waarmee eindgebruikers te maken hebben. Daarom zou een afnemer een opslagverhoging van een paar cent als minder problematisch kunnen ervaren. Desondanks vormen bunkerbeurten een belangrijk onderdeel van de dagelijkse kosten van een schip en kan een opslagverhoging door bunkeraars een grote impact hebben op de eindgebruiker. Afhankelijk van de grootte van een schip kan een toename van de opslag met één cent per liter resulteren in honderden tot duizenden euro’s aan extra
257 Presentatie partijen van bijeenkomst 7 februari 2024 met kenmerk ACM/IN/842748.
kosten voor de eindgebruiker. 258 Dit is voor de ACM reden genoeg om zorgen te hebben met betrekking tot de gevolgen die van deze voorgenomen overname uit zouden kunnen gaan. De ACM gaat dan ook niet mee in het argument van partijen dat mogelijke prijsverhogingen die hiervan het gevolg zouden kunnen zijn niet de moeite van het beschermen waard zijn.
7.2.2 Geen prikkel tot prijsverhogingen vanwege [vertrouwelijk]
207. Ten tweede geven partijen aan dat zij ten aanzien van afnemers uit de visserij geen prikkel hebben om de prijzen voor het bunkeren te verhogen aangezien partijen individueel voor deze afnemers [vertrouwelijk] in alle havens. Partijen beargumenteren dat indien zij na de voorgenomen overname deze [vertrouwelijk] prijs zouden verhogen, zij marktaandeel verliezen in de havens waar veel concurrentie is. Dit zou de prikkel voor partijen wegnemen om als gevolg van de voorgenomen concentratie de prijzen te verhogen.259
208. Het onderzoek onder marktpartijen bevestigt dat het merendeel van de visserij, een grote groep havengebonden afnemers, bij partijen in de praktijk veelal dezelfde prijs betalen voor het bunkeren van gasolie in alle havens doordat zij zijn aangesloten bij inkoopcoöperaties voor de visserij. Dit geldt in ieder geval voor de VCU, de grootste inkoopcoöperatie voor de Nederlandse visserij. Alleen in de haven van Lauwersoog is de opslag hoger. Ondanks de huidige [vertrouwelijk] prijzen voor individuele partijen acht de ACM het mogelijk dat partijen na de voorgenomen concentratie daarmee zouden kunnen stoppen en voor bepaalde havens een hogere opslag zouden kunnen rekenen (zoals nu al gebeurt voor Lauwersoog). Daarnaast hebben partijen volgens de ACM na de voorgenomen concentratie ook de mogelijkheid om de opslag per individuele haven te verhogen en vervolgens te verdisconteren in een [vertrouwelijk] hogere prijs. Deze hogere prijs zouden partijen dan in rekening (kunnen) brengen bij de inkoopcoöperaties die in dat geval niet kunnen uitwijken naar een andere leverancier. Dat zou tot gevolg kunnen hebben dat de prijs waartegen vissers, in elk geval die aangesloten zijn bij de VCU, bij partijen bunkeren in andere havens in Nederland dan de hiervoor besproken havens, omhoog zou kunnen gaan. [vertrouwelijk].260 Daarnaast geeft Xxxxx xx Xxxx aan in het geheel geen contracten te hebben met afnemers of inkoopcoöperaties uit de visserij.261 Een gebeurtenis als onderhavige overname kan aanleiding zijn om bestaande afspraken te herzien. De ACM acht het risico daarop extra aanwezig nu voor deze groep havengebonden afnemers geen of slechts mondelinge afspraken met partijen bestaan.
7.2.3 Concurrentie ten aanzien van visserij nu al beperkt
209. Ten derde geven partijen aan dat zij onderling maar heel beperkt met elkaar concurreren ten aanzien van afnemers uit de visserij. Deze concurrentie is volgens partijen beperkt doordat vissers vaak via hun inkoopcoöperatie een [vertrouwelijk] krijgen waardoor zij [vertrouwelijk]. In aanvulling hierop geven partijen aan dat leveranciers en vissers al decennia oude handelsrelaties hebben met hun eindgebruikers die van generatie op generatie zijn overgegaan. De relatie wordt dus met name gekenmerkt door een vertrouwensband. Voor zover vissers overstappen, is dit eigenlijk altijd het gevolg van incidenten. Bijvoorbeeld herhaaldelijke fouten bij de bunkering of als er brandstof van mindere kwaliteit is geleverd. Op dit laatste hebben leveranciers volgens partijen geen invloed omdat zij zelf ook afhankelijk zijn
258 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116, vraag 5; Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612320, p. 4.
259 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384.
260 Aanvullende informatie van partijen van 29 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/858467, vraag 5.
261 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, vraag 13.
van het product dat zij geleverd krijgen van de raffinaderijen. In beginsel voldoet een product aan de gevraagde specificaties, maar soms is een brandstof vervuild.262
210. Onderzoek onder marktpartijen bevestigt dat veel handelsrelaties al jarenlang bestaan en dat het overstappen met name voor komt bij herhaaldelijke fouten met het bunkeren. Het feit dat het overstappen door vissers in het verleden slechts bij incidenten heeft plaatsgevonden, is echter geen reden om aan te nemen dat er geen sprake is van prijsconcurrentie. De Nederlandse Vissersbond geeft aan dat overstappen wel mogelijk is, maar dat deze behoefte bij vissers niet bestaat omdat de prijzen tussen leveranciers nauwelijks verschillen. Het is volgens de Nederlandse Vissersbond wel van belang om een alternatief te behouden om de prijzen te kunnen vergelijken en gasolie gunstig in te kunnen (blijven) kopen. 263
211. Een inkoopcoöperatie in het onderzoek onder marktpartijen geeft aan dat de prijzen nu beheersbaar blijven omdat er nu nog keuze is tussen twee leveranciers, FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx. De inkoopcoöperatie houdt de prijzen van beide leveranciers in de gaten en vergelijkt deze met elkaar. Daarmee kan zij beide leveranciers tegen elkaar uitspelen en zo oefenen FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx concurrentiedruk op elkaar uit. De inkoopcoöperatie geeft aan dat als de prijs van één van beide leveranciers te hoog is, zij haar schepen overzet naar de andere leverancier.264
212. Op basis van het voorgaande concludeert de ACM dat er wel degelijk sprake is van prijsconcurrentie tussen partijen ten aanzien van afnemers uit de visserij. Afnemers uit de visserij hebben de mogelijkheid en de behoefte om te wisselen van leverancier als één van beide te hoge prijzen vraagt. Een te hoge prijs zal er in de regel toe leiden dat afnemers overstappen naar de concurrent. Los van individuele afnemers uit de visserij geldt dat al helemaal voor coöperaties die voor de visserij inkopen; zij zijn er als geen ander bij gebaat om per haven uit meerdere alternatieven voor de bunkering van gasolie te kunnen kiezen. Partijen hebben daarom nu wel degelijk nog de prikkel om met elkaar te blijven concurreren op basis van prijzen.
213. De ACM heeft in haar onderzoek onder marktpartijen geen expliciete informatie ontvangen over het bestaan van [vertrouwelijk] bij inkoopcoöperaties in de visserij. Eén van de inkoopcoöperaties geeft aan dat de afnemer zelf beslist bij welke leverancier zij brandstoffen afneemt. De inkoopcoöperatie factureert de visser achteraf. Er van uitgaande dat er zoals partijen aangeven een [vertrouwelijk] geldt, kan deze [vertrouwelijk] volgens de ACM stijgen als gevolg van deze voorgenomen concentratie.
7.3 Compenserende afnemersmacht
214. Partijen zijn van mening dat afnemers inkoopmacht hebben waardoor partijen als gevolg van de voorgenomen concentratie niet in staat zijn hun prijzen significant te verhogen.265
215. Voor compenserende inkoop- of afnemersmacht is nodig dat afnemers onmiddellijk of binnen een redelijke termijn over kunnen schakelen op andere leveranciers of hier op geloofwaardige wijze mee kunnen dreigen.266 Als er sprake is van een kwaliteitsverlaging of een prijsverhoging moeten zij binnen een redelijke termijn andere alternatieven kunnen aanspreken. Inkoopmacht
262 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, vraag 20.
263 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/615116, p. 4, 5 en 7.
264 Gespreksverslag [vertrouwelijk] met kenmerk ACM/UIT/612427, p. 2.
265 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051., punt 66; Aanvullende informatie van partijen van 16 januari 2024 met kenmerk ACM/IN/836281, punt 14; Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384., punt 15.
266 Richtsnoeren voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen, 2004/C 31/03, punt 65.
ziet daarmee op de aanwezigheid van alternatieven en het overstappen hiernaar of daarmee realistisch kunnen dreigen waardoor er geen sprake is van een afhankelijkheidsrelatie.
216. Partijen geven aan veelal te maken te hebben met afnemers die zijn verenigd in coöperaties of die afnemen via traders. Traders functioneren als agenten die voor meerdere afnemers tegelijk inkopen en zo vraag kunnen bundelen. Doordat afnemers hun vraag bundelen, kunnen zij volgens partijen inkoopmacht op hen uitoefenen en goede inkoopcondities afdwingen. Een tweede effect van deze bundeling van vraag is dat leveringen groter worden waardoor deze voor meer leveranciers interessant zijn. Hoe groter een opdracht, hoe sneller deze rendabel over grote afstand kan worden uitgevoerd. Volgens partijen zullen zij na de voorgenomen overname blijvend met deze inkoopmacht worden geconfronteerd waardoor zij ook op die manier zullen worden gedisciplineerd.267
217. Als voorbeeld noemen partijen inkoopcoöperatie VCU die brandstoffen inkoopt voor een groot deel van de Nederlandse visserij. Volgens partijen neemt de VCU substantiële hoeveelheden gasolie af waardoor zij onderhandelingsmacht heeft ten opzichte van partijen ook na de voorgenomen concentratie.268 Partijen hebben geen documenten waaruit de onderhandelingsmacht van de VCU blijkt aangezien de communicatie bijna uitsluitend mondeling verloopt.269
218. Verder verstrekken partijen enkele voorbeelden van spotaanvragen door traders en inkoopcoöperaties waaruit blijkt dat Xxxxx xx Xxxx de spotaanvraag heeft verloren aan een andere leverancier.
219. De ACM is van mening dat havengebonden afnemers in de havens van Harlingen, Lauwersoog, Eemshaven-Delfzijl, IJmuiden (alleen de visserij) en Den Helder geen inkoopmacht hebben ten opzichte van partijen. Havengebonden afnemers kunnen namelijk niet of in zeer beperkte mate uitwijken naar een andere haven en zijn daarom aangewezen op de alternatieven binnen een haven. Aangezien partijen in de voornoemde havens de enige gevestigde leveranciers zijn, houden de afnemers die tot deze havens gebonden zijn geen alternatieven over als gevolg van de voorgenomen concentratie. Ook afnemers die hooguit naar een nabijgelegen haven kunnen uitwijken, zullen naar verwachting geen alternatieven overhouden na de voorgenomen concentratie aangezien partijen in de havens in het noorden van het land vrijwel overal de enige of in elk geval de belangrijkste leveranciers van gasolie zijn. Zonder alternatieven is het niet mogelijk dat havengebonden afnemers inkoopmacht hebben ten opzichte van partijen, ook niet wanneer zij verenigd zijn in een inkoopcoöperatie.
267 Melding van partijen met kenmerk ACM/IN/831051., punt 66.
268 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, punt 20.
269 Aanvullende informatie van partijen van 11 maart 2024 met kenmerk ACM/IN/852384, vraag 15.
8 Conclusie
220. FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx hebben aan de ACM gemeld dat FincoEnergies de zeggenschap wil verkrijgen over de onderneming van Xxxxx xx Xxxx.
221. De ACM concludeert dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 Mw geregelde concentratietoezicht. Zij heeft reden om aan te nemen dat deze operatie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou kunnen belemmeren. De ACM wijst er op dat dit een voorlopig standpunt is. Daarom stelt de ACM vast dat FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx een vergunning nodig hebben voor het tot stand brengen van deze concentratie. Als FincoEnergies en Xxxxx xx Xxxx besluiten om een vergunning aan te vragen270 zal de ACM aanvullend onderzoek uitvoeren. Mogelijk komt de ACM dan tot een ander oordeel.
Den Haag, 8 mei 2024
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze:
Autoriteit Consument en Markt, voor deze
w.g. mr. T.M. Snoep Bestuursvoorzitter
Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u beroep instellen tegen dit besluit. Stuur uw gemotiveerde beroepschrift naar de rechtbank Rotterdam, sector bestuursrecht, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxx. Dit moet u doen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit aan de bij de concentratie betrokken ondernemingen. Meer informatie over de beroepsprocedure vindt u op xxx.xxxxxxxxxxx.xx.
270 Op grond van artikel 41 van de Mededingingswet.