Voorwaarden beleggen
Voorwaarden beleggen
Bestaande uit:
• Algemene voorwaarden
• Beleggen voorwaarden
• Beleggersgiro Bijlage Beleggen
• A Beleid van ABN AMRO over uitvoering van orders
• Lijst met beurzen
• Samenvatting van het beleid van ABN AMRO over belangenconflicten
CB-VB-01092022
Inhoudsopgave
Begrippenlijst bij de Algemene Voorwaarden Beleggen 6
Algemene voorwaarden beleggen 8
1.1 Hoe moet ik de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO lezen? 8
1.2 Waarom staan er voorbeelden in deze voorwaarden? 8
1.3 In welke documenten van de bank staan de regels die gelden voor beleggen bij de bank? 9
1.4 Welke voorwaarden gaan voor bij tegenstrijdige regels? 9
1.5 Waarvoor gelden de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO? 10
1.6 Wat gebeurt er als de bank de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO wijzigt? 10
1.7 Wat kan ik doen als ik het niet eens ben met een wijziging van de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO? 10
1.8 Waarom heeft de bank uw identificatiecode nodig? 11
2. Indeling van beleggers en beleggersprofiel 11
2.1 Waarom deelt de bank mij in bij een bepaalde groep beleggers? 11
2.2 Hoe bepaal ik mijn beleggersprofiel? 12
2.3 Welke risicoprofielen gebruikt de bank? 13
3.1 Op welke manieren kan ik beleggen bij de bank? 16
3.2 Wat houdt beleggen met advies van de bank in (beleggingsadvies)? 17
3.3 Wat houdt zelfstandig beleggen bij de bank in naast beleggen met advies van de bank? 17
3.4 Wat houdt zelfstandig beleggen bij de bank in zonder dat ik advies krijg van de bank? 18
3.5 Wat houdt het beleggen overlaten aan de bank in (vermogensbeheer)? 18
4.1 Wie kunnen orders opgeven bij de bank? 18
4.2 Hoe kan ik een order opgeven bij de bank? 19
4.3 Voor welke beurzen kan ik een order bij de bank opgeven? 19
4.4 Welke soorten orders kan ik bij de bank opgeven? 20
4.5 Hoe wordt mijn order definitief? 21
4.6 Kan ik een opgegeven order nog tegenhouden? 21
4.7 Wanneer keurt de bank mijn order goed? 21
4.8 Wat is mijn bestedingsruimte? 22
4.9 Wanneer blokkeert de bank mijn geld of mijn beleggingsproducten? 22
4.10 Ontvang ik een bevestiging van de door mij opgegeven order voordat mijn order wordt uitgevoerd? 22
4.11 Hoe voert de bank mijn orders uit? 23
4.12 Wat gebeurt er met mijn betaalrekening en beleggingsrekening nadat mijn order is uitgevoerd? 23
4.13 Wat gebeurt er met de blokkering nadat mijn order is uitgevoerd of is vervallen? 23
4.14 Krijg ik van de bank een bevestiging nadat mijn order is uitgevoerd? 23
4.15 Welke regels gelden als ik inschrijf op een emissie? 24
4.16 Wie is aansprakelijk voor de beleggingsdiensten van de bank? 24
5. Bewaring van beleggingsproducten 25
5.1 Bewaart de bank mijn beleggingsproducten? 25
5.2 Vallen mijn beleggingsproducten in het vermogen van de bank? 25
5.3 Wat is het gevolg van problemen met een ander die mijn beleggingsproducten bewaart? 25
5.4 Wie is aansprakelijk voor de bewaardiensten van de bank? 26
6. Administratie van uw beleggingen 26
6.1 Welke administratieve werkzaamheden voert de bank uit voor mijn beleggingen? 26
6.2 Kan ik mijn beleggingsproducten overboeken binnen de bank of naar een andere bank? 27
6.3 Hoe kan ik een vergadering van aandeelhouders bijwonen? 28
6.4 Xxxxx opdrachten kan ik geven bij keuzedividend en bij herbeleggen van dividend? 28
6.5 Hoe administreert de bank mijn beleggingsproducten? 30
6.6 Wat zijn beleggingsproducten op naam en wat zijn beleggingsproducten aan toonder? 30
6.7 Wanneer krijg ik een overzicht van mijn beleggingen? 30
6.8 Hoe stuurt de bank mij informatie en wat moet ik doen als ik het niet eens ben met de inhoud ervan? 30
6.9 Informeert de bank mij als de waarde van mijn beleggingsportefeuille plotseling daalt? 31
7.1 Welke beleggersinformatie kan ik van de bank krijgen? 31
7.2 Wat moet ik met beleggersinformatie doen? 31
7.3 Welke beleggersinformatie kan ik van de bank krijgen bij bepaalde gebeurtenissen die te maken hebben met mijn beleggingsproducten? 31
8.1 Welke kosten moet ik betalen als ik beleg bij de bank? 32
8.2 Wat zijn de totale kosten van beleggen? 34
8.3 Wijziging van de kosten die u aan de bank betaalt. 34
8.4 Hoe rekent de bank mijn order af die ik heb opgegeven in een vreemde valuta? 35
9. Krediet en dekkingswaarde 36
9.1 Kan ik op basis van mijn beleggingen een krediet krijgen van de bank? 36
9.2 Wat is de dekkingswaarde van mijn beleggingen? 37
9.3 Wat is een dekkingstekort? 37
9.4 Wat houdt de 5-dagen procedure in? 37
10.1 Hoe en waar kan ik klachten doorgeven? 39
10.2 Wat kan ik doen als ik het niet eens ben met het antwoord van de bank? 39
10.3 Wat kan ik doen als ik daarna nog steeds niet tevreden ben? 40
10.4 Wat moet ik doen met mijn beleggingsproducten op mijn beleggingsrekening waarover
11.1 Hoe gaat de bank om met belangenconflicten bij beleggen? 40
11.2 Vallen de beleggingsdiensten onder het beleggerscompensatie- en depositogarantiestelsel? 40
11.3 Hoe gaat de bank met mijn persoonlijke gegevens om? 41
11.4 Wat betekent het dat de bank een pandrecht op mijn beleggingen heeft? 41
12. Stoppen met bepaalde beleggingsdiensten 42
12.1 Kan de bank stoppen met bepaalde beleggingsdiensten? 42
12.2 Wat moet ik doen als ik niet meer bij de bank wil beleggen? 42
12.3 Kan de bank de Overeenkomst Beleggen opzeggen? 42
12.4 Wat zijn de gevolgen als de Overeenkomst Beleggen eindigt? 42
12.5 Kan de bank mij bepaalde beleggingsdiensten weigeren? 43
1.1 Wat is beleggen via de beleggersgiro? 44
1.2 In welke beleggingsproducten kan ik beleggen via de beleggersgiro? 44
1.3 Hoe werkt beleggen via de beleggersgiro? 45
1.4 Hoe zorgt de bank ervoor dat mijn vordering op de Stichting juist is? 45
2.1 Welke regels gelden als ik een order opgeef bij de bank voor de beleggersgiro? 46
2.2 Wanneer geeft de bank mijn order voor de beleggersgiro door? 46
2.3 Hoe voert de bank mijn orders voor de beleggersgiro uit? 47
3. Administratie van uw beleggingen op de beleggersgiro 47
3.1 Welke administratieve werkzaamheden voert de bank uit voor mijn beleggingen op de beleggersgiro? 47
3.2 Wat doet de bank met mijn uitkeringen op mijn beleggingsproducten op de beleggersgiro? 47
3.3 Hoe kan ik een vergadering van aandeelhouders bijwonen voor mijn beleggingen op de beleggersgiro? 48
3.4 Hoe kan ik mijn beleggingen op de beleggersgiro overboeken naar een andere rekening of op de beleggersgiro ontvangen vanaf een andere rekening? 48
3.5 Wat moet ik doen als ik niet of niet meer via de beleggersgiro in een bepaald beleggingsproduct
4. Aanvullende voorwaarden voor beleggen in edelmetaal 49
4.1 Gelden er nog aanvullende voorwaarden voor mijn beleggingen in edelmetaal? 49
4.2 Hoe werkt beleggen in edelmetaal via de beleggersgiro? 49
4.3 Hoe belegt de Stichting in edelmetaal bij UBS? 50
4.4 Voert UBS mijn order voor edelmetaal altijd uit? 50
4.5 Kan ik mijn beleggingen in edelmetaal ook fysiek krijgen? 50
4.6 Wat gebeurt er met het edelmetaal als UBS failliet gaat en wat zijn dan mijn rechten? 50
4.7 Vallen mijn beleggingen in edelmetaal onder het beleggerscompensatie- en depositogarantiestelsel? 51
4.8 Wat zijn mijn rechten als de bank failliet gaat? 51
5. Stoppen met bepaalde beleggingsproducten op de beleggersgiro 51
5.1 Kan de bank besluiten dat ik via de beleggersgiro niet meer in een bepaald beleggingsproduct
5.2 Kan de bank de Voorwaarden Beleggersgiro wijzigen? 52
1. Algemene risico’s van beleggen 53
1.2 Wat is debiteuren- of kredietrisico? 53
1.6 Welke overige algemene risico’s van beleggen zijn er? 54
2. Kenmerken en risico’s van soorten beleggingsproducten 54
2.1 Wat zijn de kenmerken en risico’s van aandelen? 54
2.2 Wat zijn de kenmerken en risico’s van obligaties? 56
2.3 Wat zijn de kenmerken en risico’s van converteerbare obligaties en reverse exchangeables? 58
2.4 Wat zijn de kenmerken en risico’s van onroerend goed? 60
2.5 Wat zijn de kenmerken en risico’s van liquiditeiten? 60
2.6 Wat zijn de kenmerken en risico’s van beleggingsfondsen? 61
2.7 Wat zijn de kenmerken en risico’s van hedgefondsen? 62
2.8 Wat zijn de kenmerken en risico’s van gestructureerde producten? 63
2.9 Wat zijn de kenmerken en risico’s van edelmetaal? 63
2.10 Wat zijn de kenmerken en risico’s van grondstoffen? 64
2.11 Wat zijn de algemene kenmerken en risico’s van derivaten? 64
2.12 Wat zijn de kenmerken en risico’s van opties? 65
2.13 Wat zijn de kenmerken en risico’s van Turbo’s? 66
2.14 Wat zijn de kenmerken en risico’s van warrants? 67
2.15 Wat zijn de kenmerken en risico’s van treasury producten? 67
2.16 Wat zijn de kenmerken en risico’s van private equity? 67
Beleid van ABN AMRO over uitvoering van orders 69
1.1 Wat is het doel van dit beleid? 69
1.2 Wanneer volgt de bank dit beleid en voor wie geldt dit beleid? 69
1.3 Voor welke beleggingsproducten geldt dit beleid? 69
2.1 Waarmee houdt de bank rekening als de bank mijn order met het best haalbare resultaat wil uitvoeren? 69
2.2 Welke kenmerken zijn nog meer van belang als de bank mijn order uitvoert? 70
3.2 Waarom kiest de bank niet altijd voor de beurs met de beste prijsnotering? 70
3.3 Hoe weet ik welke beurzen de bank heeft gekozen om mijn orders uit te voeren? 71
4.1 Wat zijn samengevoegde orders? 71
4.2 Wat gebeurt er als de bank een samengevoegde order niet helemaal kan uitvoeren? 71
5. Orders die over een bepaalde drempel gaan 72
6. Uitvoering bij bepaalde beleggingsproducten 72
6.1 Hoe voert de bank orders uit bij beleggingsfondsen? 72
6.2 Hoe voert de bank orders uit bij beleggingsfondsen via de beleggersgiro? 72
6.3 Hoe voert w bank orders uit bij beleggingsproducten die minder goed te verhandelen zijn? 73
7. Bijzondere marktsituaties 73
8. Bewaking en wijzigingen beleid 73
8.1 Hoe weet ik of de bank het beleid heeft gewijzigd? 73
8.2 Hoe vaak toetst de bank het beleid? 73
8.3 Kan ik aan de bank vragen hoe de bank het beleid heeft toegepast bij de uitvoering van mijn order? 74
9. Instemming en toestemming 74
Samenvatting van het beleid van ABN AMRO over belangenconflicten 78
Begrippenlijst bij de Algemene Voorwaarden Beleggen
Begrip | Omschrijving |
Advies | Een advies is een persoonlijke aanbeveling van de bank aan u over beleggen. Bij een advies houdt de bank rekening met uw risicoprofiel en uw persoonlijke omstandigheden. U kunt de bank zelf om advies vragen. De bank kan ook ongevraagd advies aan u geven, maar de bank hoeft dit niet te doen. |
Beleggersgiro | De beleggersgiro is het systeem van de bank waardoor u bij de bank kunt beleggen in hele aantallen beleggingsproducten of in delen daarvan. Hierover leest u meer in de Voorwaarden Beleggersgiro. |
Beleggersprofiel | Uw beleggersprofiel bestaat uit: • uw risicoprofiel; en • uw kennis van beleggen en uw ervaring met beleggen. |
Beleggingsdiensten | Beleggingsdiensten zijn alle diensten die de bank aanbiedt op het gebied van beleggen. |
Beleggingsportefeuille | Uw beleggingsportefeuille bestaat uit al uw beleggingsproducten die de bank voor u administreert op een beleggingsrekening van u. |
Beleggingsproducten | Uw beleggingsrekening is uw rekening bij de bank waarop de bank uw beleggingsproducten voor u administreert. |
Beleggingsvorm | U kunt bij de bank op drie manieren beleggen: • u kunt zelfstandig beleggen (‘execution only’); • u kunt beleggen met advies van de bank (beleggingsadvies); en • u kunt het beleggen overlaten aan de bank (vermogensbeheer). Binnen deze manieren kent de bank verschillende beleggingsvormen. Elke beleggingsvorm heeft zijn eigen kenmerken en kosten. Uw beleggingsvorm bepaalt onder andere in welke beleggingsproducten u kunt beleggen. Voor sommige beleggingsvormen moet u een aparte overeenkomst ondertekenen. Zoals de Verklaring Zelf Beleggen en de Deelovereenkomst Vermogensbeheer. |
Bestedingsruimte | Uw bestedingsruimte bepaalt of u beleggingsproducten kunt kopen en betalingen kunt doen van uw betaalrekening. |
Betaalrekening | Uw betaalrekening is uw rekening bij de bank: • waarop de bank de opbrengsten van uw beleggingen bijschrijft; en • waarvan de bank alle bedragen, inclusief de kosten, voor uw beleggingen afschrijft. Als betaalrekening kunt u een rekening gebruiken die de bank daarvoor heeft aangewezen. Bijvoorbeeld de Beleggers Spaarrekening. |
Beurs | Elke beurs of handelsplaats waarop de bank uw orders uitvoert of door anderen laat uitvoeren. |
Dekkingswaarde | De dekkingswaarde is de waarde die de bank aan uw beleggingsproducten toekent voor bepaalde doelen. Deze waarde is bijvoorbeeld van belang als u een krediet op basis van uw beleggingen bij de bank heeft. |
Omschrijving | |
Directe order | Een directe order is een order die u zelfstandig, op eigen initiatief en zonder advies van de bank opgeeft aan de bank. Dit kan digitaal via Internet Bankieren of Mobiel Bankieren of telefonisch via de beleggingslijn. |
Order | Een order is uw opdracht aan de bank om voor u beleggingsproducten te kopen of te verkopen. |
Overeenkomst Beleggen | De Overeenkomst Beleggen ABN AMRO is de door u met de bank gesloten overeenkomst om te kunnen beleggen bij de bank. De Voorwaarden Beleggen ABN AMRO horen bij deze overeenkomst. |
Risicoprofiel | Uw risicoprofiel bepaalt welke manier van beleggen het beste bij u past, van zeer defensief tot zeer offensief. |
Stichting | De Stichting Beleggersgiro ABN AMRO is de stichting die door de bank is opgericht zodat u kunt beleggen via de beleggersgiro. |
Werkdag | Maandag tot en met vrijdag zijn werkdagen. Zijn de kantoren van de bank in Nederland gesloten op een van deze dagen? Dan is dat geen werkdag. |
Algemene voorwaarden beleggen
1. Inleiding
1.1 Hoe moet ik de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO lezen?
1. De bank heeft geprobeerd deze voorwaarden zo begrijpelijk mogelijk te maken. De bank heeft deze voorwaarden geschreven in de vorm van vragen die u kunt hebben over beleggen bij de bank. U moet deze voorwaarden goed lezen. Heeft u dan nog vragen? Xxx adviseert de bank u om:
– te kijken of u het antwoord op uw vragen kunt vinden op de website van de bank, xxxxxxx.xx/xxxxxxxx;
– contact op te nemen met een medewerker van de bank; of
– contact op te nemen met uw adviseur.
U leest in het tekstblok hieronder hoe u contact kunt opnemen met de bank.
2. Belangrijke begrippen heeft de bank zo veel mogelijk uitgelegd. Verder heeft de bank tekstblokken opgenomen in de voorwaarden. Deze blokken helpen u bij het lezen. In de tekstblokken met de titel:
– ‘leest u dit eerst’, staat informatie die u eerst moet lezen voordat u het artikel leest.
– ‘let op’, staat belangrijke informatie voor u.
– ‘leest u ook’, staat een verwijzing naar een ander deel van de voorwaarden, dat gaat over hetzelfde onderwerp.
Hoe kan ik contact opnemen met de bank?
U kunt contact opnemen met de bank:
• door langs te gaan bij een kantoor van de bank;
• door een brief te schrijven naar een kantoor of medewerker van de bank;
• door te bellen met de bank op:
– 0900 – 0024*.
Dit telefoonnummer is 24 uur per dag en zeven dagen per week bereikbaar.
– 0900 – 9215*.
Dit is de telefonische beleggingslijn van de bank. Kijk voor de actuele openingstijden van de beleggingslijn op xxxxxxx.xx/xxxxxxx
• via de website xxxxxxx.xx, waar dat mogelijk is.
Let op: u kunt alleen advies krijgen van maandag tot en met vrijdag van 08.00 uur tot 21.00 uur. Of via de website xxxxxxx.xx, waar dat mogelijk is.
De bank gebruikt de Nederlandse taal in de communicatie met klanten. Dus ook de overeenkomsten en voorwaarden zijn in het Nederlands opgesteld. De bank kan bepaalde documenten ook in het Engels aan u geven als u daarom vraagt.
* Voor dit gesprek betaalt u uw gebruikelijke belkosten. Uw telefoonaanbieder bepaalt deze kosten.
1.2 Waarom staan er voorbeelden in deze voorwaarden?
1. Door voorbeelden op te nemen in deze voorwaarden heeft de bank geprobeerd de artikelen nog duidelijker te maken. Deze voorbeelden gelden alleen om een artikel te verduidelijken. De voorbeelden zijn niet uitputtend. Er kunnen zich altijd meer situaties voordoen. Niet alle situaties zijn in de voorbeelden opgenomen.
2. De voorbeelden geven u geen rechten. Als er bijvoorbeeld rendementen in de voorbeelden staan, dan zijn dat voorbeeldrendementen. Deze kunnen afwijken van de werkelijke situatie.
1.3 In welke documenten van de bank staan de regels die gelden voor beleggen bij de bank?
De regels die gelden voor beleggen bij de bank staan in:
1. De Overeenkomst Beleggen ABN AMRO
Om te kunnen beleggen bij de bank moet u de Overeenkomst Beleggen ondertekenen.
2. De Voorwaarden Beleggen ABN AMRO
De Voorwaarden Beleggen ABN AMRO horen bij de Overeenkomst Beleggen en bestaan uit de volgende vier delen:
Algemene Voorwaarden Beleggen
Hierin staan de algemene regels die gelden voor beleggen bij de bank.
Voorwaarden Beleggersgiro
Hierin staan de regels die gelden voor beleggen via de beleggersgiro.
Bijlage Beleggen
Hierin vindt u een beschrijving van de algemene risico’s van beleggen en de kenmerken en risico’s van soorten beleggingsproducten.
Beleid van ABN AMRO over uitvoering van orders
In dit beleid leest u de werkwijze en regels die de bank gebruikt als de bank orders voor u uitvoert.
3. Aparte overeenkomsten en aanvullende voorwaarden
Voor bepaalde beleggingsdiensten en beleggingsproducten gelden aanvullende regels. U moet hiervoor aparte overeenkomsten ondertekenen. Deze overeenkomsten gelden dan in aanvulling op de Overeenkomst Beleggen. Bij sommige aparte overeenkomsten horen ook nog aanvullende voorwaarden. Voorbeelden van deze beleggingsdiensten en beleggingsproducten met aanvullende regels zijn:
– Xxxx Xxxxxxxx
– Vermogensbeheer
– Opties
4. De Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V.
Hierin staan de basisregels die gelden voor alle diensten en producten die u van de bank afneemt. U ontvangt deze voorwaarden als u klant wordt van de bank. Deze voorwaarden gelden voor de gehele relatie tussen u en de bank. Deze voorwaarden gelden dus niet alleen als u belegt bij de bank. Deze voorwaarden gelden ook voor de relatie tussen u en de bank en tussen u en de Stichting Beleggersgiro.
5. Samenvatting van het beleid van ABN AMRO over belangenconflicten
De bank heeft beleid vastgesteld om belangenconflicten te kunnen beheersen. Wat belangenconflicten zijn en hoe de bank daarmee omgaat, leest u in de Samenvatting van het beleid van ABN AMRO over belangenconflicten.
1.4 Welke voorwaarden gaan voor bij tegenstrijdige regels?
1. Staat er over hetzelfde onderwerp iets in verschillende voorwaarden? Dan kan het zijn dat deze regels elkaar tegenspreken. Dit noemen we tegenstrijdige regels. Voor beleggen bij de bank geldt dan de volgende volgorde:
– de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO gaan voor de Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V.;
– de Voorwaarden Beleggersgiro gaan voor de Algemene Voorwaarden Beleggen en de Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V.; en
– de aparte overeenkomsten en aanvullende voorwaarden gaan voor de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO en de Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V.
2. Xxxxx een rechter dat een regel onredelijk bezwarend is of in strijd is met de redelijkheid en billijkheid? Dan blijft deze regel gelden, maar alleen nog voor zover die regel wel redelijk en billijk is en niet onredelijk bezwarend. Hierbij geldt dat voor de uitleg van die regel zoveel mogelijk rekening moet worden gehouden met het doel en de strekking van de oorspronkelijke regel. De andere regels van de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO blijven gewoon geldig.
1.5 Waarvoor gelden de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO?
Deze voorwaarden gelden voor beleggen bij de bank en voor de beleggingsdiensten van de bank. Dit zijn alle diensten die de bank aanbiedt op het gebied van beleggen. U kunt hierbij denken aan:
• Hoe u kunt beleggen bij de bank (zie hoofdstuk 3).
• Hoe u uw orders opgeeft (zie hoofdstuk 4).
• De bewaring van uw beleggingsproducten (zie hoofdstuk 5).
• De administratie van uw beleggingen (zie hoofdstuk 6).
• Hoe de bank u informatie geeft over beleggen (zie hoofdstuk 7).
1.6 Wat gebeurt er als de bank de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO wijzigt?
1. De bank kan deze voorwaarden wijzigen door deze aan te passen aan:
– Technologische ontwikkelingen;
– Veranderingen in het recht. Bijvoorbeeld in wet- en regelgeving;
– Veranderingen in uitleg of toepassing van het recht of een zienswijze van een toezichthouder of andere autoriteit;
– Verandering van het aanbod van producten en diensten of (werk)processen van de bank. Denkt u aan modernisering, herinrichting of stroomlijning daarvan; of
– Xxxx andere verandering van omstandigheden of opvattingen die maakt dat de bank een redelijk belang bij de wijziging heeft.
Deze wijzigingsmogelijkheid geldt ook voor aparte overeenkomsten en aanvullende voorwaarden. Wijzigen betekent onder meer ook aanvullen.
2. De bank kan deze mogelijkheid om te wijzigen ook gebruiken om kosten aan u in rekening te brengen die verband houden met de veranderingen of ontwikkelingen waaraan de bank de voorwaarden aanpast. De bank kan ook de bestaande kosten en tarieven wijzigen. Leest u hiervoor artikel 8.3 (Wijziging van de kosten die u aan de bank betaalt).
3. De bank kan deze wijzigingsmogelijkheid niet gebruiken voor wijzigingen die in totaal het evenwicht tussen uw rechten en de rechten van de bank aanzienlijk en ongerechtvaardigd in uw nadeel zouden verstoren.
4. De bank zal de wijzigingen minimaal dertig (30) dagen voor de datum waarop zij ingaan, aan u doorgeven. De bank geeft ook aan vanaf welke datum de nieuwe voorwaarden gaan gelden.
5. Een wijziging van de voorwaarden hoeft de bank niet altijd dertig (30) dagen van tevoren bekend te maken. Namelijk als een wijziging van de voorwaarden het gevolg is van:
– een aanwijzing of opdracht van een toezichthouder, zoals De Nederlandsche Bank of de AFM;
– een uitspraak van een rechter, klachtencommissie of geschillencommissie; of
– een wettelijke regel.
6. De bank maakt alle belangrijke wijzigingen van de voorwaarden bekend door een persoonlijk bericht aan u. Bijvoorbeeld met een brief, bankmail, e-mail of sms. De bank kan in het persoonlijk bericht verwijzen naar de plaats waar u de gewijzigde voorwaarden digitaal kunt lezen en opslaan of fysiek kunt opvragen. Een wijziging van de voorwaarden die geen belangrijke verandering met zich brengt, kan de bank bekendmaken door een algemeen bericht op de website van de bank.
1.7 Wat kan ik doen als ik het niet eens ben met een wijziging van de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO?
1. Heeft u bezwaar tegen de wijziging van de voorwaarden? Dan mag u tot de ingangsdatum van de wijziging dit in een brief aan de bank bekendmaken. In de brief moet u duidelijk aangeven dat u de nieuwe voorwaarden niet accepteert. Nadat de bank uw brief heeft ontvangen, beëindigt de bank de beleggingsdiensten aan u meteen. Hiermee eindigt de Overeenkomst Beleggen. Zie voor de gevolgen hiervan artikel 12.4 (Wat zijn de gevolgen als de Overeenkomst Beleggen eindigt?).
Het hoofdkantoor van de bank is in Amsterdam aan de Xxxxxx Xxxxxxxxxx 00, postcode 1082 PP.
De bank heeft een bankvergunning van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB). De bank kan optreden als beleggingsonderneming. De bank is als beleggingsonderneming opgenomen in het register van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Het nummer van de bank in het handelsregister KvK Amsterdam is: 34334259.
Het btw-identificatienummer van de bank is: NL 820646660B01.
1.8 Waarom heeft de bank uw identificatiecode nodig?
1. Belegt u bij de bank, dan heeft de bank altijd een identificatiecode van u nodig. Deze code heeft de bank nodig om over uw orders te rapporteren aan de AFM.
2. Voor natuurlijke personen met de Nederlandse nationaliteit is dit het paspoortnummer of het nummer van de identiteitskaart.
3. Voor zakelijke klanten (juridische entiteiten) is de identificatiecode altijd de zogenoemde Legal Entity Identifier (LEI). Deze LEI kunt u aanvragen bij de Kamer van Koophandel als u in Nederland gevestigd bent. Op de website van de AFM en van de Kamer van Koophandel kunt u meer informatie vinden over deze code. Bent u in het buitenland gevestigd, dan moet u naar de lokale uitgever van de LEI. Dit is de zogenoemde Local Operating Unit.
4. De bank laat u weten welke identificatiecode zij van u nodig heeft.
2. Indeling van beleggers en beleggersprofiel
2.1 Waarom deelt de bank mij in bij een bepaalde groep beleggers?
1. Bij de beleggingsdiensten van de bank maakt de bank onderscheid tussen drie verschillende groepen beleggers die de Wet op het financieel toezicht noemt, namelijk:
– niet-professionele beleggers;
– professionele beleggers; en
– in aanmerking komende tegenpartijen, zoals sommige verzekeraars, beleggingsfondsen en banken.
2. Voordat u gaat beleggen moet de bank u indelen bij één van deze drie groepen beleggers. De bank informeert u hierover. De bank kan later altijd besluiten om u in te delen bij een andere groep beleggers.
3. Bij elke groep beleggers hoort een mate van bescherming waarop de beleggende klant in die groep recht heeft. Zo heeft een niet-professionele belegger recht op meer bescherming bij beleggen dan een professionele belegger.
4. Bent u een niet-professionele belegger? Dan krijgt u de hoogste mate van bescherming. De wet gaat er dan namelijk van uit dat u minder kennis heeft van beleggen en minder ervaring heeft met beleggen. De bank zal rekening houden met uw kennis en ervaring. Zie hiervoor artikel 2.2 (Hoe bepaal ik mijn beleggersprofiel?).
5. Bij professionele beleggers en in aanmerking komende tegenpartijen gaat de wet ervan uit dat zij:
– de nodige kennis van beleggen en ervaring met beleggen hebben;
– de deskundigheid hebben om met minder informatie van de bank beleggingsbeslissingen te kunnen nemen; en
– zelf in staat zijn om alle daarbij behorende risico’s goed in te schatten.
6. Bent u door de bank bij een bepaalde groep beleggers ingedeeld? Dan geldt dit voor alle beleggingsdiensten en beleggingsproducten die u van de bank afneemt. Zo kan een niet-professionele belegger geen beleggingsdiensten en beleggingsproducten afnemen die alleen bedoeld zijn voor professionele beleggers.
7. Wilt u door de bank bij een andere groep beleggers worden ingedeeld? Dan kunt u dit schriftelijk aan de bank vragen. Dit is namelijk alleen mogelijk met toestemming van de bank. De bank bepaalt of u bij een andere groep beleggers kan worden ingedeeld. De bank kan dit weigeren zonder hiervoor aan u een reden op te geven. Deelt de bank u in bij een andere groep? Dan kan de bank hieraan voorwaarden verbinden.
8. Als niet-professionele belegger kunt u dus worden behandeld als een professionele belegger of andersom. Kiest u ervoor om te worden ingedeeld in de groep van professionele beleggers? Dan krijgt u voor een deel niet meer de bescherming die u zou krijgen als niet-professionele belegger. Maar u kunt dan wel toegang krijgen tot beleggingsdiensten en beleggingsproducten die bedoeld zijn voor professionele beleggers.
9. U moet meteen elke wijziging aan de bank doorgeven die kan leiden tot een indeling bij een andere groep beleggers. Dit is bijvoorbeeld het geval als u een professionele belegger bent en
– uw vermogen is gedaald beneden een bepaalde grens. Op dit moment is die grens € 500.000,-; of
– het aantal van uw orders is gedaald beneden een bepaalde grens. Op dit moment is die grens gemiddeld tien orders van minimaal € 50.000,- per kwartaal over de afgelopen vier kwartalen.
De bank kan deze grenzen altijd aanpassen.
Welke vragen moet ik mijzelf stellen voordat ik ga beleggen?
Voordat u gaat beleggen, is het belangrijk dat u weet wat u met beleggen wilt bereiken, dus wat uw ‘vermogensdoelen’ zijn.
Die doelen bepalen hoe u uw beleggingsportefeuille invult. U kunt om verschillende redenen beleggen. Bijvoorbeeld omdat u:
• Vermogen wilt opbouwen en verder wilt laten groeien.
• Uw vermogen wilt beschermen, zodat het tenminste niet kleiner wordt.
• Zoekt naar regelmatige inkomsten uit uw vermogen, bijvoorbeeld als pensioenuitkering of een andere (regelmatige) betaling.
• Genoeg vermogen wilt opbouwen om in de toekomst grote uitgaven te kunnen doen, zoals de aflossing van een hypotheek, het financieren van de studie van uw kinderen of een sabbatical (waarin u geen of minder inkomen uit arbeid heeft).
Welke beleggingen passen het beste bij mij?
Dit hangt af van uw antwoorden op een aantal vragen, zoals:
• Hoeveel geld wilt u beleggen? Xxxxx alleen dat geld dat u niet direct nodig heeft voor uw levensonderhoud of voor noodzakelijke uitgaven.
• Wat is uw beleggingshorizon? Gaat het u om de beleggingsresultaten op korte of op lange termijn? In het algemeen geldt daarbij dat hoe eerder u het geld nodig heeft, hoe minder risico u kunt nemen. Heeft u het geld nodig op korte termijn? Dan kunt u het geld zelfs beter op een spaarrekening zetten.
• Wat is uw financiële situatie? Heeft u bijvoorbeeld vaste inkomsten uit uw vermogen nodig?
• Hoeveel risico kunt u en wilt u lopen? Meestal geldt het volgende: als iemand probeert meer rendement te halen, dan vergroot hij daarmee het beleggingsrisico. Beleggen brengt altijd risico’s met zich mee. Dus het is goed om vooraf te weten hoeveel risico u wilt lopen. Dit betekent ook dat u goed moet weten in welke producten u belegt en wat de risico’s daarvan zijn. Begin dus als onervaren belegger niet meteen met ingewikkelde beleggingsproducten of beleggingsconstructies. Heeft u het geld in de toekomst nodig voor noodzakelijke uitgaven? Dan is het verstandig om niet met te veel risico te beleggen.
Leest u ook de brochures over de risicoprofielen als u begint met beleggen.
2.2 Hoe bepaal ik mijn beleggersprofiel?
1. Voordat u gaat beleggen moet u een vragenformulier van de bank volledig invullen. Met de antwoorden op de vragen stelt de bank uw beleggersprofiel vast. Het vragenformulier bestaat uit twee delen. In het eerste deel vraagt de bank u om informatie te geven over uw risicoprofiel. In het tweede deel vraagt de bank u om informatie te geven over:
– uw kennis van beleggen; en
– uw ervaring met beleggen.
2. Voor het vaststellen van uw risicoprofiel vraagt de bank u in het eerste deel om informatie te geven over:
– uw inkomen en uitgaven, bezittingen en schulden;
– het doel waarvoor u wilt beleggen;
– uw beleggingshorizon; en
– hoeveel risico u kunt en wilt lopen met beleggen.
3. Uit uw antwoorden op de vragen in het eerste deel volgt één van de zes risicoprofielen van de bank. Uw risicoprofiel bepaalt welke manier van beleggen het beste bij u past: van zeer defensief tot zeer offensief. Welke risicoprofielen de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?).
4. De bank zal bij beleggingsadvies geregeld toetsen of uw beleggingen passen bij uw risicoprofiel. Dit is de zogenaamde portefeuilleanalyse. U kunt de bank ook altijd om deze analyse vragen of deze analyse op Internet Bankieren zelf uitvoeren.
5. De bank toetst bij de portefeuilleanalyse standaard uw betaal- en beleggingsrekening.
6. Het is in uw belang om de bank altijd volledige informatie te geven voor uw beleggersprofiel. Verandert er iets in uw beleggersprofiel? Xxx moet u dit zo snel mogelijk per brief of per mail aan de bank laten weten.
Uw informatie moet altijd juist, volledig, zo nauwkeurig mogelijk en actueel zijn. Anders kan het zijn dat de bank beleggingsdiensten aan u verleent die niet goed bij u passen. U bent hiervoor volledig zelf verantwoordelijk.
De bank mag uitgaan van de informatie die u aan de bank heeft gegeven. De bank is niet verplicht om te controleren of deze informatie juist, volledig, nauwkeurig en actueel is.
7. U hoeft niet altijd uw volledige beleggersprofiel vast te stellen. U kunt ervoor kiezen uitsluitend zelfstandig te beleggen bij de bank. De bank vraagt u dan alleen om informatie te geven over uw kennis van en uw ervaring met beleggen. Hiervoor moet u het tweede deel van het vragenformulier invullen. De bank zal dan nagaan of zelfstandig beleggen bij u past. Wat zelfstandig beleggen inhoudt, leest u in artikel 3.4 (Wat houdt zelfstandig beleggen bij de bank in zonder dat ik advies krijg van de bank?).
8. Heeft u meer dan één beleggingsrekening bij de bank? Dan moet u voor elke beleggingsrekening het eerste deel van het vragenformulier invullen (uw risicoprofiel). Dit geldt alleen bij beleggingsadvies en vermogensbeheer. U hoeft maar één keer het tweede deel in te vullen (over uw kennis van beleggen en ervaring met beleggen).
2.3 Welke risicoprofielen gebruikt de bank?
1. De bank gebruikt zes risicoprofielen. Deze lopen op in de mate van risico dat u loopt bij uw beleggingen: van zeer defensief (risicoprofiel 1, weinig risico) tot zeer offensief (risicoprofiel 6, veel risico).
2. Ieder risicoprofiel heeft kenmerken die bepalen welke beleggingen het beste bij het risicoprofiel passen.
Door voor één van de zes risicoprofielen van de bank te kiezen, bepaalt u dus zelf aan welke voorwaarden uw beleggingsportefeuille moet voldoen. Een risicoprofiel geeft een indicatie hoeveel risico u met uw beleggingen kunt en wilt lopen. Het laat ook zien wat de opbrengst, ofwel het rendement, kan zijn van uw beleggingen bij bepaalde ontwikkelingen.
3. Elk risicoprofiel van de bank heeft een andere verdeling van de beleggingen over de vier vermogens- categorieën die de bank gebruikt. Dit is volgens de bank de beste verdeling die past bij elk risicoprofiel.
4. De vermogenscategorieën bij de bank zijn:
– aandelen;
– obligaties;
– alternatieve beleggingen; en
– liquiditeiten.
In de vermogenscategorie alternatieve beleggingen kunt u beleggen in bijvoorbeeld grondstoffen. Onder de vermogenscategorie aandelen vallen ook aandelen in onroerend goed.
5. Hieronder volgt een korte omschrijving van de zes risicoprofielen van de bank:
Risicoprofiel 1: zeer defensief
Met een zeer defensieve portefeuille streeft u naar een beter rendement dan met een spaarrekening en wilt u risico’s zo veel mogelijk vermijden. Er wordt belegd in de vermogenscategorieën liquiditeiten en obligaties. Er wordt niet (of zeer beperkt) belegd in de vermogenscategorieën aandelen en alternatieve beleggingen. De aanbevolen minimale beleggingshorizon is twee jaar.
Risicoprofiel 2: defensief
U belegt hoofdzakelijk in obligaties en liquiditeiten en een zeer beperkt deel van uw portefeuille in aandelen en alternatieve beleggingen. U realiseert zich dat beleggen in aandelen bij vermogensopbouw op de langere termijn een hoger rendement kan opleveren, maar u wilt de risico’s zo veel mogelijk beperken.
De aanbevolen minimale beleggingshorizon is vijf jaar.
Risicoprofiel 3: matig defensief
U bent bereid wat meer risico te nemen in uw portefeuille maar u belegt nog altijd meer in obligaties dan in aandelen. Bij u past een gespreide portefeuille met het accent op obligaties en een beperkter deel in aandelen.
De aanbevolen minimale beleggingshorizon is zeven jaar.
Risicoprofiel 4: matig offensief
U weet de risico’s van het beleggen in aandelen goed in te schatten en u weet welke kansen daartegenover staan. U bent bereid meer risico te nemen in uw portefeuille, omdat u meer van uw vermogen belegt in aandelen dan in obligaties. De aanbevolen minimale beleggingshorizon is tien jaar.
Risicoprofiel 5: offensief
Streven naar hoger rendement is voor u belangrijk en u kiest daarom voor een portefeuille met het accent voornamelijk op aandelen en beperkter op obligaties. U accepteert het risico dat daarmee gepaard gaat. De aanbevolen minimale beleggingshorizon is twaalf jaar.
Risicoprofiel 6: zeer offensief
Het streven naar rendement is voor u de belangrijkste overweging om te beleggen. Daarom kiest u ervoor om vrijwel uitsluitend in aandelen te beleggen. U accepteert dat hieraan forse risico’s verbonden zijn. Als belegger met een zeer offensieve portefeuille heeft u het volste vertrouwen in de toekomst. U neemt bewust een
hoog risico, om daarmee op langere termijn een hoog rendement te kunnen behalen. De portefeuille bestaat daardoor voor het grootste deel uit aandelen. De aanbevolen minimale beleggingshorizon is vijftien jaar.
6. Wij verwijzen u naar de laatste versie van de brochures over de risicoprofielen en naar de website van de bank (xxxxxxx.xx/xxxxxxxx):
– voor een verdere beschrijving van de risicoprofielen van de bank; en
– voor de specifieke verdeling over de vier vermogenscategorieën per risicoprofiel.
Waarom moet ik mijn beleggingen spreiden?
Achteraf is altijd duidelijk waarin u wel of niet had moeten beleggen. Die duidelijkheid is er vooraf niet. Het is onmogelijk om met redelijke zekerheid de winnaars en verliezers van de komende jaren te voorspellen. Daarom is het belangrijk uw beleggingen te spreiden. Dit is een manier om uw risico’s te beperken.
Spreiden is belangrijk op twee niveaus:
• over de vier vermogenscategorieën aandelen, obligaties, alternatieve beleggingen en liquiditeiten; en
• over landen, regio’s en bedrijfstakken bij de keuze van individuele aandelen en obligaties.
Xxxx meer over spreiding in de brochures over de risicoprofielen. De bank deelt de meeste beleggingsproducten in bij één van de vier vermogenscategorieën. U leest bij de beschrijving van de kenmerken en risico’s van de soorten beleggingsproducten per beleggingsproduct hoe de bank deze indeelt. Zie hiervoor hoofdstuk 2 van de Bijlage Beleggen.
Waarmee moet ik rekening houden als ik zakelijk bij de bank wil beleggen?
Belegt u binnen uw bedrijf? Bijvoorbeeld een B.V. of N.V.? Of belegt u binnen een stichting of vereniging? Dan moet u bij het beleggen rekening houden met de doelstelling van uw bedrijf, de stichting of vereniging. Deze doelstelling bepaalt namelijk of en hoe het bedrijf, de stichting of vereniging moet handelen. Stichtingen en verenigingen zullen over het algemeen geen beleggingsdoelstelling hebben. Ook bij een B.V. of N.V. hoeft beleggen niet in de doelstelling te staan. Zowel bij stichtingen en verenigingen als bij een B.V. of een N.V. kunt u wel beleggen, maar alleen met geld dat niet nodig is voor de gewone activiteiten.
Maar ook als uw bedrijf, de stichting of vereniging wel volgens de doelstelling mag beleggen, moet u altijd rekening houden met de andere activiteiten. Deze andere activiteiten kunnen bijvoorbeeld in gevaar komen als:
• uw bedrijf een te groot deel van het vermogen van het bedrijf belegt; of
• uw bedrijf met te veel risico’s belegt. Bijvoorbeeld als uw bedrijf alleen maar in aandelen belegt.
Dan kan uw bedrijf een groot deel, of zelfs het gehele belegde vermogen verliezen, waardoor het bedrijf haar normale activiteiten wellicht moet staken.
U moet er ook rekening mee houden dat u als zakelijke klant een LEI moet hebben. In artikel 1.8 kunt u daar meer over lezen (Waarom heeft de bank uw identificatiecode nodig?).
Belegt u binnen uw bedrijf bij de bank?
Dan moet u de bank altijd op de hoogte houden van alle belangrijke ontwikkelingen binnen uw bedrijf die voor uw beleggingen van belang kunnen zijn. U kunt hierbij denken aan de financiële situatie van uw bedrijf en aan veranderingen in de doelstelling en de rechtsvorm van uw bedrijf.
• Is binnen uw onderneming één persoon bevoegd om beleggingsorders bij de bank op te geven? Xxx laat u deze persoon zijn kennis en ervaring invullen.
• Is binnen uw onderneming meer dan één persoon bevoegd om beleggingsorders bij de bank op te geven? Dan kunt u zelf bepalen welke persoon de vragen over kennis en ervaring voor uw onderneming invult. De bank gaat er dan vanuit dat de kennis en ervaring van deze persoon een juiste weergave is van de kennis en ervaring van uw onderneming.
• Is de persoon die de vragen over kennis en ervaring voor u heeft ingevuld niet meer werkzaam bij uw onderneming?
• Of is deze persoon niet meer bevoegd om beleggingsorders op te geven? Xxx moet u dit aan de bank doorgeven. U geeft dan ook aan de bank door welke persoon u als vervanger heeft aangewezen. De bank zal deze vervanger ook vragen naar zijn kennis en ervaring met beleggen. Blijkt dat de vervanger over een lager kennis- en ervaringsniveau beschikt? Dan betekent dit voor de bank dat het kennis- en ervaringsniveau van uw onderneming is gedaald. De bank zal in dat geval bij het toetsen van uw orders uitgaan van het lagere kennis- en ervaringsniveau. En zal u waarschuwen bij orders voor complexe producten waarvoor het kennis- en ervaringsniveau onvoldoende is.
Waarmee moet ik rekening houden als ik bij de bank wil beleggen voor mijn pensioen?
Belegt u geld dat bedoeld is voor uw pensioen? Dan belegt u geld dat over een aantal jaren uw inkomen is of een deel daarvan.
U kunt geld voor uw pensioen beleggen:
• op uw eigen naam; of
• via een vennootschap die u speciaal daarvoor opricht. Bijvoorbeeld een B.V.
Let wel op mogelijke fiscale gevolgen hiervan. Bespreek deze met uw fiscaal adviseur. Geld voor uw pensioen moet u op zo’n manier beleggen dat u er redelijk zeker van kunt zijn dat u voldoende vermogen heeft als u met pensioen gaat.
Het vermogen moet in ieder geval voldoende zijn als u met pensioen gaat en u dit vermogen nodig heeft voor uw inkomen. Daarom adviseert de bank u om geld voor uw pensioen altijd voorzichtig te beleggen.
Waarmee moet ik rekening houden als mijn kind bij de bank wil beleggen?
Kinderen tot 18 jaar kunnen zelf niet beleggen bij de bank.
Wel kunnen bijvoorbeeld de ouders van kinderen op naam van hun kind bij de bank beleggen. De ouders of andere wettelijke vertegenwoordigers hebben dan wel een machtiging van de kantonrechter nodig.
Bent u een ouder of andere wettelijke vertegenwoordiger? Xxx moet u zelf voor de machtiging zorgen. De bank zal dit niet controleren. De bank heeft als beleid dat bij beleggen op naam van een kind de volgende drie beperkingen gelden:
• U mag niet beleggen in opties of andere derivaten.
• U krijgt geen krediet op basis van de beleggingsproducten die op naam van een kind staan.
• U mag niet te risicovol beleggen.
De bank kan de beleggingsdiensten aan kinderen altijd aanpassen of beperken.
3. Manieren van beleggen
3.1 Op welke manieren kan ik beleggen bij de bank?
1. U kunt op drie manieren beleggen bij de bank:
– u kunt zelfstandig beleggen bij de bank (‘execution only’);
– u kunt beleggen met advies van de bank (beleggingsadvies); of
– u kunt het beleggen overlaten aan de bank (vermogensbeheer).
2. Voordat u gaat beleggen kiest u één of meer van deze manieren.
Let op: u kunt niet altijd uit al deze manieren van beleggen kiezen.
Dit kan bijvoorbeeld afhangen van de grootte van uw belegbare vermogen.
3. De bank kent binnen deze manieren van beleggen verschillende beleggingsvormen. Meer informatie over alle beleggingsvormen en een uitleg daarvan vindt u op de website van de bank.
4. Wilt u gebruikmaken van meer dan één beleggingsvorm? Dan heeft u voor elke beleggingsvorm een aparte beleggingsrekening en een aparte overeenkomst nodig. Ook heeft u voor elke beleggingsvorm een aparte betaalrekening nodig. Een betaalrekening bij de bank is daarmee een voorwaarde voor het kunnen afnemen van een beleggingsdienst. Voor de betaalrekening gelden aparte voorwaarden en tarieven waarover de bank u apart informeert.
Leest u ook dit artikel
3.2 Wat houdt beleggen met advies van de bank in (beleggingsadvies)?;
3.4 Wat houdt zelfstandig beleggen bij de bank in zonder dat ik advies krijg van de bank?
3.5 Wat houdt het beleggen overlaten aan de bank in (vermogensbeheer)?
5. De bank bepaalt per beleggingsvorm van welke beleggingsdiensten u gebruik kunt maken en in welke beleggingsproducten u kunt beleggen. Dat betekent dat u bij sommige beleggingsvormen niet in alle beleggingsproducten kunt beleggen. Dit kan te maken hebben met de doelgroep van het beleggingsproduct. De productaanbieder en/of de bank zelf kan bij een beleggingsproduct een doelgroep bepalen. Het gaat daarbij om de groep van beleggers waarvoor het beleggingsproduct is bedoeld. Bij een beleggingsproduct hoort een doelgroep die wordt bepaald aan de hand van behoeften, karakteristieken en doelstellingen van een geïdentificeerde doelgroep. Houdt de bank rekening met de doelgroep van het beleggingsproduct zoals is bepaald door de productaanbieder? Als de bank een beleggingsdienst aan u verleent, dan zal de bank hier
zoveel mogelijk rekening mee houden. De bank kan hierbij echter van de doelgroep van het beleggingsproduct afwijken. Bijvoorbeeld als het gaat om het risico- en rendementsprofiel en de beleggingsdoelstelling van
het beleggingsproduct die de productaanbieder heeft bepaald. De bank doet dit als dat bijvoorbeeld beter is voor de spreiding van uw beleggingsportefeuille. Zo kan een beleggingsproduct voor risicomijdende beleggers toch passen in een beleggingsportefeuille van een belegger met een hoger risicoprofiel. Ook het
omgekeerde is mogelijk. Belegt u zelf, dan kan de bank slechts beperkt controleren of u tot de doelgroep van het beleggingsproduct hoort. U zult zelf moeten nagaan of het beleggingsproduct bij u past en aansluit op uw behoeften en doelstellingen.
6. De bank kan beleggingsdiensten en beleggingsproducten die via bepaalde beleggingsvormen worden aangeboden altijd wijzigen. De bank kan ook bepalen om met een bepaalde beleggingsvorm te stoppen.
3.2 Wat houdt beleggen met advies van de bank in (beleggingsadvies)?
1. Beleggen met advies van de bank betekent dat u voor uw beleggingsbeslissingen advies kunt krijgen van de bank. De bank is niet verplicht om u beleggingsadvies te geven. Ook niet als u om advies vraagt. Geeft de bank u advies? Xxx krijgt u advies van uw eigen adviseur of van een adviseur via de telefonische advieslijn. Geeft de bank u advies op één van de hiervoor genoemde wijzen, dan zal de bank u een toelichting van het advies geven. In die toelichting zal de bank onder meer ook aangeven hoe het advies past bij uw kennis van en ervaring met beleggen en bij uw risicoprofiel. Dit is de zogenoemde ‘geschiktheidsverklaring’. De bank geeft u niet alleen
een geschiktheidsverklaring als de bank u heeft geadviseerd om een beleggingsproduct te kopen, maar ook als de bank u heeft geadviseerd om een beleggingsproduct niet te kopen, het te houden of het te verkopen. De bank zal u ook waarschuwen voor uw order als deze order niet past bij uw risicoprofiel of als u te weinig kennis en ervaring heeft voor deze order. Soms is het niet mogelijk om de geschiktheids- verklaring te geven voordat u de order opgeeft. Bijvoorbeeld als u telefonisch advies krijgt. In dat geval stemt u ermee in dat u de geschiktheidsverklaring achteraf ontvangt. Wilt u de geschiktheidsverklaring toch ontvangen voordat u uw order opgeeft? Dat kan. Dan wacht u met uw order totdat u de geschiktheidsverklaring heeft ontvangen en geeft u daarna uw order op.
2. U bent zelf verantwoordelijk voor uw beleggingsbeslissingen en voor de samenstelling van uw beleggingsportefeuille. Ook als u uw beleggingsbeslissing volledig baseert op de adviezen van de bank. Dit betekent dat u altijd zelf en voor eigen rekening en risico uw beleggingsbeslissingen neemt.
3. U moet altijd zelf alle ontwikkelingen volgen die belangrijk zijn voor uw beleggingen. Zoals economische ontwikkelingen en de koersontwikkelingen van uw beleggingsproducten. U kunt uw adviseur naar aanleiding van deze ontwikkelingen altijd om advies vragen. Maar de bank heeft geen verplichting om u op deze ontwikkelingen te wijzen.
4. Als u belegt met advies van de bank dan geeft u uw orders op via uw adviseur, digitaal via Internet Bankieren of Mobiel Bankieren of telefonisch via de beleggingslijn.
5. Daarnaast kunt u er ook voor kiezen om zelfstandig uw orders op te geven zonder advies. Dit zijn directe orders. Voor deze directe orders gelden de regels in artikel 3.3 (Wat houdt zelfstandig beleggen bij de bank in naast beleggen met advies van de bank?). Geeft u een directe order op, dus zonder advies van de bank? Dan zal de bank u geen geschiktheidsverklaring zoals genoemd in artikel 3.2.1 geven.
6. De bank houdt bij advies rekening met uw beleggersprofiel. Geeft u de bank geen of te weinig informatie via het vragenformulier? Zie ook artikel 2.2 (Hoe bepaal ik mijn beleggersprofiel?). Dan kan de bank uw beleggersprofiel niet vastleggen en geeft de bank u geen advies.
7. Over welke beleggingsproducten u advies krijgt, hangt af van de beleggingsvorm die u kiest. Er zijn beleggingsvormen waar u alleen advies kunt krijgen over beleggingsfondsen die de bank voor die beleggingsvormen heeft gekozen. Er zijn ook beleggingsvormen waar u advies kunt krijgen over verschillende beleggingsproducten, zoals aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en gestructureerde producten. Ook kunnen er per beleggingsvorm verschillende minimumbedragen gelden waarvoor u kunt beleggen. Op de website van de bank kunt u de hoogte hiervan vinden.
8. Het advies van de bank is niet-onafhankelijk. Dat betekent dat de bank beleggingsproducten van externe partijen en ook haar eigen beleggingsproducten meeneemt in het beleggingsadvies. Daartoe horen ook beleggingsproducten die worden uitgegeven door ondernemingen die aan ABN AMRO Bank N.V. verbonden zijn. Een voorbeeld is ABN AMRO Investment Solutions, de eigen vermogensbeheerder van de bank. In de deelovereenkomsten voor beleggen met advies vindt u meer informatie over de manier waarop de bank advies geeft.
3.3 Wat houdt zelfstandig beleggen bij de bank in naast beleggen met advies van de bank?
1. Zelfstandig beleggen betekent dat u directe orders opgeeft aan de bank. Dit wordt ook wel ‘execution only’ genoemd. Dit betekent dat u zelfstandig en op eigen initiatief zonder advies van de bank orders kunt opgeven bij de bank. U geeft deze orders aan de bank digitaal via Internet Bankieren of Mobiel Bankieren of telefonisch via de beleggingslijn op. Leest u ook artikel 4.2 (Hoe kan ik een order opgeven bij de bank?).
2. Als u een directe order aan de bank opgeeft, dan toetst de bank of u voldoende kennis van, en ervaring met beleggen heeft voor deze order. Dit is de zogenaamde ‘passendheidstoets’. De bank zal u waarschuwen:
– als de bank vindt dat u te weinig kennis en ervaring heeft voor uw directe order; of
– als de bank te weinig informatie heeft ontvangen om uw kennis en ervaring te toetsen. De bank hoeft deze toets niet te doen in de gevallen genoemd in artikel 3.3.4.
3. Na een waarschuwing van de bank bepaalt u zelf of de bank uw directe order voor u moet uitvoeren. Heeft u te weinig kennis en ervaring voor uw directe order? Dan raadt de bank u aan om die directe order te beperken tot beleggingsproducten waarvoor u wel voldoende kennis en ervaring heeft. Zodat u de risico’s van uw directe order begrijpt.
4. Voor sommige beleggingsproducten is de bank niet verplicht om uw directe order te toetsen aan uw kennis van beleggen en ervaring met beleggen. Deze beleggingsproducten worden in de Wet op het financieel toezicht aangegeven. Hieronder vallen de meeste aandelen, obligaties en beleggingsfondsen.
5. Bij een directe order zal de bank:
– deze order niet toetsen aan een risicoprofiel; en
– u niet waarschuwen voor de xxxxxx’x van deze order.
Hierdoor waarschuwt de bank u niet als uw order niet past bij uw risicoprofiel. Xxxxx niet als u dat risicoprofiel aan de bank bekend heeft gemaakt.
6. Als u directe orders opgeeft, moet u regelmatig de informatie over beleggen op de website van de bank bekijken.
3.4 Wat houdt zelfstandig beleggen bij de bank in zonder dat ik advies krijg van de bank?
1. U kunt ervoor kiezen uitsluitend zelfstandig te beleggen. Een voorwaarde voor zelfstandig beleggen is dat u gebruik kunt maken van Internet Bankieren of Mobiel Bankieren. Hiervoor moet u een aparte overeenkomst ondertekenen. Leest u ook artikel 4.2 (Hoe kan ik een order opgeven bij de bank?).
2. Bij zelfstandig beleggen gelden de regels uit artikel 3.3 (Wat houdt zelfstandig beleggen bij de bank in naast beleggen met advies van de bank?).
3. Zelfstandig beleggen betekent dat de bank u geen advies geeft en dat u de bank ook niet om advies kunt vragen als u belegt. U belegt dus geheel zelfstandig, op eigen initiatief en zonder advies van de bank.
3.5 Wat houdt het beleggen overlaten aan de bank in (vermogensbeheer)?
Als u niet zelf uw beleggingsbeslissingen wilt of kunt nemen, dan kunt u dit aan de bank overlaten. Hiervoor moet u een aparte overeenkomst ondertekenen. Deze overeenkomst bepaalt dat de bank namens u
beleggingsbeslissingen neemt en hiervoor orders uitvoert volgens de afspraken en voorwaarden die zijn vastgelegd in de overeenkomst. Dit wordt ook wel vermogensbeheer genoemd.
4. Orders
4.1 Wie kunnen orders opgeven bij de bank?
1. Alle personen die de Overeenkomst Beleggen hebben ondertekend, kunnen orders opgeven bij de bank. Dit kunnen deze personen samen en ieder apart doen. Behalve als die overeenkomst bepaalt dat ze dat alleen samen mogen doen.
2. Alle personen die de Overeenkomst Beleggen hebben ondertekend zijn aansprakelijk voor iedere verplichting aan de bank die volgt uit deze overeenkomst. Is een verplichting door één van deze personen voldaan? Dan hoeven de anderen die verplichting niet meer aan de bank te voldoen.
3. In de volgende situaties gelden er speciale regels wie voor uw beleggingsrekening de opdracht mag geven voor orders of overboekingen van beleggingsproducten:
– Bent u failliet verklaard, dan mag alleen de curator de opdracht geven.
– Heeft u surseance van betaling gekregen, dan mag u alleen samen met de bewindvoerder de opdracht geven.
– Heeft u een wettelijke schuldsaneringsregeling gekregen, dan mag alleen de bewindvoerder de opdracht geven.
4.2 Hoe kan ik een order opgeven bij de bank?
1. U kunt op verschillende manieren orders opgeven bij de bank, namelijk via:
– digitaal via de beveiligde omgeving van Internet Bankieren;
– digitaal via de beveiligde omgeving van Mobiel Bankieren;
– de telefonische beleggingslijn; of
– uw adviseur. Dit kan door uw adviseur te bellen of door uw schriftelijk akkoord te geven in een fysiek gesprek met uw adviseur.
Per beleggingsvorm bepaalt de bank van welke manieren u gebruik kunt maken.
Belegt u zelfstandig bij de bank (execution only), dan geeft u uw orders digitaal via Internet Bankieren of Mobiel Bankieren op. Dit geldt voor de meeste orders in aandelen, obligaties en beleggingsfondsen die in euro noteren. Sommige orders kunt u alleen telefonisch opgeven via de beleggingslijn. Dit zijn bijvoorbeeld combinatieorders in opties en orders op beurzen in bepaalde landen.
Het kan ook gebeuren dat u tijdelijk geen orders digitaal kunt opgeven via Internet Bankieren of Mobiel Bankieren, bijvoorbeeld door een technische storing. U kunt uw orders dan telefonisch opgeven via de beleggingslijn. Xxxxx u ook artikel 4.16 (Wie is aansprakelijk voor de beleggingsdiensten van de bank?)
2. Voor uw orders gelden de volgende regels:
– de regels van de bank, zie hiervoor artikel 1.3 (In welke documenten van de bank staan de regels die gelden voor beleggen bij de bank?); en
– de regels van de beurs.
Let op
Voor minder gebruikelijke beleggingsproducten kunt u niet altijd een order opgeven bij de bank.
3. Voordat u een order opgeeft, moet u informatie hebben verzameld, gelezen en begrepen over:
– het beleggingsproduct waarin u wilt beleggen
– de beurs waarop uw order wordt uitgevoerd; en
– de instelling die het beleggingsproduct heeft uitgegeven.
Leest u eerst altijd het prospectus, de brochure, het Essentiële-informatie document (Eid) of de Essentiële Beleggersinformatie (Ebi) over dat product als dat voor dat product bestaat.
4. Wilt u informatie over de beleggingsproducten waarvoor u een order wilt opgeven? Deze informatie kunt u opvragen bij de bank.
5. Soms staan er in de voorwaarden van een bepaald beleggingsproduct beperkingen voor de verkoop. Dan kunt u dat beleggingsproduct niet of alleen onder die voorwaarden verkopen. Wilt u een verkooporder bij de bank opgeven? Dan moet u zelf nagaan of dit soort beperkingen bestaan. U moet dus altijd eerst bij de koop van een beleggingsproduct nagaan of er beperkingen zijn voor de verkoop ervan. Zijn die voorwaarden voor u niet aantrekkelijk? Dan kunt u dat beleggingsproduct beter niet kopen.
6. De bank neemt het telefoongesprek op dat kan leiden tot een order of waarin u een order opgeeft bij de bank. Wilt u een kopie van de geluidsopname? Dan kunt u die binnen zeven jaar nadat het gesprek heeft
plaatsgevonden opvragen. U moet de bank informatie geven die de bank helpt om de opname terug te vinden. Denkt u hierbij aan de naam van de medewerker, het telefoonnummer waarmee u heeft gebeld, datum en tijd van het gesprek. De bank kan hiervoor kosten in rekening brengen.
4.3 Voor welke beurzen kan ik een order bij de bank opgeven?
1. U kunt bij de bank orders opgeven voor de belangrijkste West-Europese en Noord-Amerikaanse beurzen.
U kunt bij de bank ook onder bepaalde voorwaarden orders opgeven voor andere buitenlandse beurzen, zoals die van Hong Kong, Japan en Singapore. De bank bepaalt deze voorwaarden. Een overzicht van de beurzen waarvoor u bij de bank een order kunt opgeven vindt u in de Lijst met beurzen.
2. Op internet kunt u informatie vinden over de handelsgebruiken en de handelstijden van de verschillende beurzen. Ook kunnen beurzen eigen voorschriften hanteren. Xxxx deze informatie altijd voordat u een order opgeeft bij de bank.
4.4 Welke soorten orders kan ik bij de bank opgeven?
Belangrijke begrippen
In dit artikel staan een aantal begrippen. Deze worden hieronder uitgelegd.
• Koerslimiet: bij een order met een koerslimiet geeft u de maximale koers bij een kooporder of de minimale koers bij een verkooporder op waarvoor de bank uw order kan uitvoeren.
• Tijdslimiet: bij een order met een tijdslimiet geeft u de maximale looptijd van uw order op waarbinnen de bank uw order kan uitvoeren. De bank kent dagorders en doorlopende orders.
• Dagorder: een dagorder is een order die geldt voor de dag waarop de bank deze order doorgeeft aan de beurs.
• Doorlopende order: een doorlopende order is een order die geldt voor een bepaalde periode. Een doorlopende order geldt tot maximaal het einde van de volgende maand. Of voor een andere periode die u aan de bank opgeeft.
• Limietorder: een limietorder is een order waarbij u vooraf een uiterste prijs opgeeft. Dit is dan de prijs die u maximaal wilt betalen bij een kooporder of die u minimaal wilt ontvangen bij een verkooporder.
• Bestens order: een bestens order is een order waarvoor u geen koerslimiet opgeeft. Bij een bestens order krijgt u in het algemeen als prijs de eerste prijs die tot stand komt op de beurs zodra de bank de order aan de beurs doorgeeft.
• Stop loss order: een stop loss order is een vorm van een bestens order waarbij u vooraf een prijs opgeeft bij een verkooporder. Uw order gaat lopen als de beurs vaststelt dat de beurskoers gelijk of lager is dan de door u opgegeven prijs. U krijgt dan de eerste prijs die tot stand komt op de beurs nadat uw order lopend is geworden. Deze prijs kan lager zijn dan de prijs die u opgegeven heeft.
1. U kunt aan bepaalde orders zelf specifieke kenmerken opgeven, zoals een koerslimiet en een tijdslimiet. Deze limieten kunt u zelf kiezen, maar er kunnen beperkingen zijn door de regels van de bank en van de beurs.
2. Er zijn verschillende soorten orders:
– bij koerslimieten: limietorders en bestens orders; en
– bij tijdslimieten: dagorders en doorlopende orders.
3. Het voordeel van een bestens order is dat u:
– bij een koop ook de beleggingsproducten krijgt die u wilt; en
– bij een verkoop uw beleggingsproducten ook daadwerkelijk verkoopt.
Het nadeel van een bestens order is dat de uiteindelijke prijs voor u verrassend kan zijn. Hierbij loopt u namelijk de kans dat uw kooporder wordt uitgevoerd tegen een hogere prijs en uw verkooporder tegen een lagere prijs dan u vooraf had gewild. Om u hiertegen te beschermen accepteert de bank geen bestens orders. Met uitzondering van stop loss orders en bij beleggingsproducten die de bank doorgeeft als bestens order.
Een voorbeeld hiervan zijn orders voor bepaalde beleggingsproducten die u via Internet Bankieren opgeeft. Of bij beleggingsproducten die een beurs alleen uitvoert als bestens order. Een voorbeeld hiervan is een order voor bepaalde producten die wordt uitgevoerd op Euronext Fund Service. De bank kan haar beleid over bestens orders altijd wijzigen.
4. Als u geen tijdslimiet voor uw order opgeeft, dan zal de bank uw order behandelen als een doorlopende order en loopt dus tot het einde van de volgende maand. Daarna vervalt deze order volgens de regels van de bank. Ook kan de beurs uw order laten vervallen, volgens de regels van de beurs. Dit betekent dat uw order niet wordt uitgevoerd.
5. Een dagorder die u niet op tijd bij de bank opgeeft, voert de bank pas de volgende beursdag uit. Het uiterste tijdstip kunt u opvragen bij de bank. U kunt niet altijd een andere periode aan de bank opgeven.
6. Wilt u dat de bank uw order op een bepaalde datum aan de beurs doorgeeft en uitvoert? Dan moet u dit apart met de bank afspreken.
4.5 Hoe wordt mijn order definitief?
1. Voordat uw order definitief is, herhaalt de bank aan u de order die u heeft opgegeven. De bank geeft u hierbij informatie over:
– de kenmerken van de order die u heeft opgegeven; en
– het bedrag dat u waarschijnlijk zult moeten betalen als uw kooporder wordt uitgevoerd; of
– het bedrag dat u waarschijnlijk zult ontvangen als uw verkooporder wordt uitgevoerd.
2. U moet deze informatie controleren en bevestigen aan de bank. Hierna staat uw order vast. Geeft u uw order op via de telefoon? Dan moet u er op letten dat de medewerker van de bank uw order in dat gesprek herhaalt, zodat u weet hoe de medewerker uw order heeft vastgelegd. U kunt dan controleren of de gegevens van uw order door de medewerker goed zijn vastgelegd. Zijn die gegevens in orde? Dan bevestigt u uw order. Daarmee is uw order definitief.
3. Geeft u een order op bij de bank en keurt de bank uw order goed? Xxx geeft de bank uw order bijna direct door aan de beurs als deze beurs op dat moment open is. U kunt uw order dan niet meer tegenhouden.
Wat tegenhouden is, leest u in artikel 4.6 (Kan ik een opgegeven order nog tegenhouden?). Daarom moet u uw order altijd goed controleren voordat deze definitief is. Op die manier kunt u vergissingen en misverstanden zoveel mogelijk voorkomen.
4. Is uw order definitief? Dan betekent dit niet dat de informatie die de bank herhaalt over de kenmerken en het bedrag van uw order ook definitief is. Deze informatie is namelijk pas definitief als de uitvoering van uw order definitief is. Dit is het geval:
– na meer dan twee uur nadat de beurs is gesloten op de dag dat uw order op die beurs is uitgevoerd, volgens de regels van deze beurs; of
– als u van de bank een beleggingsnota heeft ontvangen. Wat een beleggingsnota is, leest u in artikel 4.14 (Krijg ik van de bank een bevestiging nadat mijn order is uitgevoerd?).
4.6 Kan ik een opgegeven order nog tegenhouden?
1. Heeft u een order opgegeven bij de bank die u toch niet wilt laten uitvoeren? Xxx moet u de bank vragen om deze order tegen te houden. U moet er rekening mee houden dat uw order niet altijd meer kan worden
tegengehouden. Dit is voor uw risico. De bank is hiervoor niet aansprakelijk. Tegenhouden van orders noemen we ook wel royeren.
2. De bank zal uw verzoek om uw order tegen te houden aan de beurs doorgeven. De beurs kan uw order alleen tegenhouden als de beurs geopend is. Zolang de bank geen bericht heeft ontvangen van de beurs dat uw order is tegengehouden, neemt de bank aan dat uw order gewoon wordt uitgevoerd. Uw geld op uw betaalrekening (bij een kooporder) en uw beleggingsproducten op uw beleggingsrekening (bij een
verkooporder) blijven dan geblokkeerd tot de bank het bericht van de beurs heeft ontvangen dat uw order is tegengehouden of uitgevoerd. Wat blokkeren is, leest u in artikel 4.9 (Wanneer blokkeert de bank mijn geld of mijn beleggingsproducten?).
3. U krijgt van de bank geen schriftelijke bevestiging als uw order is tegengehouden. Heeft u Internet Bankieren? Dan kunt u zelf de status van uw order volgen.
4.7 Wanneer keurt de bank mijn order goed?
1. De bank keurt uw order goed als de bank heeft vastgesteld:
– dat u voldoende bestedingsruimte heeft voor de volledige uitvoering van uw kooporder. Wat uw bestedingsruimte is, leest u in artikel 4.8 (Wat is mijn bestedingsruimte?); of
– dat u minimaal het aantal beleggingsproducten dat u wilt verkopen op uw beleggingsrekening heeft. Alleen dan kan de bank uw verkooporder volledig uitvoeren. U kunt namelijk niet meer van een bepaald beleggingsproduct verkopen, dan u op uw beleggingsrekening heeft. De beleggingsproducten die u wilt verkopen, mogen niet geblokkeerd zijn. Wat blokkeren is, leest u in artikel 4.9 (Wanneer blokkeert de bank mijn geld of mijn beleggingsproducten?).
2. Heeft de bank uw order goedgekeurd? Xxx voert de bank uw order uit.
3. Heeft u te weinig bestedingsruimte of te weinig beleggingsproducten voor de volledige uitvoering van uw order? Xxx keurt de bank uw order niet goed en voert de bank uw order niet uit, ook niet gedeeltelijk.
4.8 Wat is mijn bestedingsruimte?
1. Uw bestedingsruimte bepaalt of u beleggingsproducten kunt kopen en betalingen van uw betaalrekening kunt doen.
2. De bank berekent uw bestedingsruimte als volgt. Uw bestedingsruimte is:
– het geld op uw betaalrekening;
– plus: het mogelijk beschikbare krediet op uw betaalrekening;
– minus: het geld dat de bank heeft geblokkeerd op uw betaalrekening. Wat blokkeren is, leest u in artikel 4.9 (Wanneer blokkeert de bank mijn geld of mijn beleggingsproducten?).
3. Heeft u een krediet op uw betaalrekening op basis van uw beleggingsproducten? Dan rekent de bank bij uw beschikbare krediet ook al het krediet dat u kunt krijgen op de beleggingsproducten die u koopt als uw order wordt uitgevoerd. Zie ook artikel 9.1 (Kan ik op basis van mijn beleggingen een krediet krijgen van de bank?).
4.9 Wanneer blokkeert de bank mijn geld of mijn beleggingsproducten?
1. De bank blokkeert het geld op uw betaalrekening:
– dat waarschijnlijk nodig is voor de volledige uitvoering van uw kooporder die door de bank is goedgekeurd;
– dat nodig is voor betaalopdrachten die nog niet door de bank zijn uitgevoerd; en
– dat nodig is voor uw marginverplichting. Wat marginverplichting is leest u in artikel 2.4 van de Voorwaarden Opties (Wat houdt marginverplichting in?).
2. De bank blokkeert de beleggingsproducten op uw beleggingsrekening die nodig zijn voor de volledige uitvoering van uw verkooporder die door de bank is goedgekeurd.
Een voorbeeld
Alleen saldo
U heeft € 5.000,- op uw betaalrekening staan. U heeft geen krediet op uw betaalrekening en er is geen geld geblokkeerd door de bank. U wilt bij de bank een kooporder opgeven voor € 4.000,-.
Uw bestedingsruimte is € 5.000,-. De bank keurt uw kooporder van € 4.000,- goed. Direct nadat de bank uw kooporder heeft goedgekeurd, blokkeert de bank uw betaalrekening voor € 4.000,- en geeft uw kooporder door aan de beurs. Hierdoor houdt u een bestedingsruimte over van € 5.000,- – € 4.000,- = 1.000,-.
Saldo en krediet
U heeft € 5.000,- op uw betaalrekening staan. U heeft een krediet van € 10.000,- op uw betaalrekening, dat u volledig kunt gebruiken. Er is geen geld geblokkeerd. U wilt een kooporder opgeven voor € 24.000,-. Uw bestedingsruimte is € 5.000,- + € 10.000,- = € 15.000,-.
De bank keurt uw kooporder van € 24.000,- niet goed, omdat deze niet volledig kan worden uitgevoerd. De bank geeft uw kooporder niet door aan de beurs.
Saldo, krediet en blokkering
U heeft € 5.000,- op uw betaalrekening staan. U heeft een krediet van € 10.000,- op uw betaalrekening, dat u volledig kunt gebruiken. Uw betaalrekening is door de bank voor € 2.000,- geblokkeerd. U wilt een kooporder opgeven voor € 9.000,-. Uw bestedings- ruimte is € 5.000,- + € 10.000,- – € 2.000,- = € 13.000,-. De bank keurt uw kooporder van € 9.000,- goed. Direct nadat de bank uw kooporder heeft goedgekeurd, blokkeert de bank uw betaalrekening nog eens voor € 9.000,- en geeft uw kooporder door aan de beurs. Hierdoor houdt u een bestedingsruimte over van € 13.000,- – € 9.000,- = € 4.000,-.
4.10 Ontvang ik een bevestiging van de door mij opgegeven order voordat mijn order wordt uitgevoerd?
1. Heeft de bank uw order goedgekeurd? Dan stuurt de bank u een orderbevestiging.
2. De bank stuurt u geen orderbevestiging in de volgende gevallen:
– als uw order wordt uitgevoerd op dezelfde dag waarop de bank uw order heeft goedgekeurd;
– op uw beleggingsnota ziet u dan de gegevens over uw order. Wat een beleggingsnota is, leest u in artikel 4.14 (Krijg ik van de bank een bevestiging nadat mijn order is uitgevoerd?);
– als u een order opgeeft voor een Nederlands beleggingsfonds via de beleggersgiro. Wat de beleggersgiro is, leest u in de Voorwaarden Beleggersgiro;
– als u inschrijft op een emissie. Zie ook artikel 4.15 (Welke regels gelden als ik inschrijf op een emissie?);
– als u een order opgeeft via Internet Bankieren;
– als u een order opgeeft via Mobiel Bankieren;
– bij Xxxx Xxxxxxxx en bij andere beleggingsvormen waarvoor de bank bepaalt geen orderbevestiging te sturen. Wat Zelf Beleggen inhoudt, leest u in artikel 3.4 (Wat houdt zelfstandig beleggen bij de bank in zonder dat ik advies krijg van de bank?).
4.11 Hoe voert de bank mijn orders uit?
1. De bank heeft beleid vastgesteld over hoe de bank uw orders uitvoert. Dit leest u in het Beleid van ABN AMRO over uitvoering van orders. In dit beleid heeft de bank de werkwijze en regels vastgelegd om uw orders uit te voeren met het best haalbare resultaat. De bank houdt hierbij onder meer rekening met de koers, de kosten en de snelheid waarmee de bank uw orders uitvoert. Bij de meeste orders is de combinatie van de prijs en de kosten het belangrijkste.
2. De bank kan uw orders zelf uitvoeren of door anderen laten uitvoeren. Als in de voorwaarden staat dat de bank uw orders uitvoert, dan betekent dit dat de bank uw orders:
– zelf uitvoert; of
– door een ander laat uitvoeren.
4.12 Wat gebeurt er met mijn betaalrekening en beleggingsrekening nadat mijn order is uitgevoerd?
1. Nadat uw kooporder is uitgevoerd, zal de bank gelijktijdig:
– het totale bedrag dat u moet betalen van uw betaalrekening afschrijven; en
– de beleggingsproducten op uw beleggingsrekening bijschrijven.
2. Nadat uw verkooporder is uitgevoerd, zal de bank gelijktijdig:
– de beleggingsproducten van uw beleggingsrekening afschrijven; en
– het totale bedrag dat u ontvangt op uw betaalrekening bijschrijven.
3. De bank hoeft aan u hiervoor geen toestemming te vragen.
4. De rentedatum van het bedrag dat u ontvangt of moet betalen kan verschillen. Dit hangt onder andere af van het beleggingsproduct, de beurs en het land waar uw order wordt uitgevoerd.
4.13 Wat gebeurt er met de blokkering nadat mijn order is uitgevoerd of is vervallen?
1. Is uw order door de bank uitgevoerd? Dan maakt de bank de blokkering ongedaan door geld van uw betaalrekening of beleggingsproducten van uw beleggingsrekening af te schrijven. Wat blokkeren is, leest u in artikel 4.9 (Wanneer blokkeert de bank mijn geld of mijn beleggingsproducten?).
2. Is uw order vervallen? Dan betekent dit dat uw order niet wordt uitgevoerd. De blokkering wordt ongedaan gemaakt zodra de bank hiervan op de hoogte is. Uw order vervalt bijvoorbeeld als de tijdslimiet is bereikt. Zie hiervoor artikel 4.4 (Welke soorten orders kan ik bij de bank opgeven?).
4.14 Krijg ik van de bank een bevestiging nadat mijn order is uitgevoerd?
1. Op Internet Bankieren kunt u de uitvoering van uw order vrijwel direct na de uitvoering zien.
2. Als de bank uw order heeft uitgevoerd, dan krijgt u een beleggingsnota. Dit is een bevestiging aan u dat de bank uw order heeft uitgevoerd. Deze beleggingsnota ontvangt u elektronisch. Wilt u de beleggingsnota per post ontvangen? Dan kunt u dit doorgeven aan de bank.
3. Op een beleggingsnota leest u onder andere informatie over:
– de kenmerken van de order die de bank voor u heeft uitgevoerd; en
– het bedrag aan kosten voor deze order; en
– het bedrag dat u voor deze order betaalt bij een kooporder; of
– het bedrag dat u voor deze order ontvangt bij een verkooporder.
4. De informatie op de beleggingsnota kan afwijken van de informatie die u kreeg toen de bank uw order heeft herhaald. Zie ook artikel 4.5 (Hoe wordt mijn order definitief?).
5. In de meeste gevallen stuurt de bank u uiterlijk één werkdag na de uitvoering van uw order een beleggingsnota.
6. Laat de bank uw order uitvoeren door een ander? Dan ontvangt u meestal later een beleggingsnota. De bank moet namelijk van die ander eerst een bevestiging krijgen dat uw order is uitgevoerd. Daarna stuurt de bank u een beleggingsnota. Dit gebeurt uiterlijk op de eerste werkdag nadat de bank de bevestiging van de ander heeft ontvangen.
4.15 Welke regels gelden als ik inschrijf op een emissie?
1. Een emissie is een uitgifte van bepaalde beleggingsproducten. Bijvoorbeeld de uitgifte van aandelen door een bedrijf of obligaties door een bank.
2. Schrijft u in op een emissie? U geeft dan een kooporder op voor een bepaald aantal beleggingsproducten. Hiervoor gelden de regels uit hoofdstuk 4.
3. Bij een emissie gelden een paar uitzonderingen op die regels uit hoofdstuk 4:
– in de meeste gevallen kunt u geen order opgeven met een koerslimiet of met een tijdslimiet. Zie hiervoor artikel 4.4 (Welke soorten orders kan ik bij de bank opgeven?); en
– u ontvangt geen orderbevestiging. Zie hiervoor ook artikel 4.10 (Ontvang ik een bevestiging van de door mij opgegeven order voordat mijn order wordt uitgevoerd?).
4. De bank blokkeert het maximale bedrag op uw betaalrekening dat nodig is voor de inschrijving op de emissie. Hierbij gaat de bank ervan uit dat uw inschrijving volledig wordt toegewezen. Dit maximale bedrag berekent de bank op het moment dat u inschrijft op de emissie. Verandert de maximale prijs van de beleggingsproducten nadat u heeft ingeschreven op de emissie? Dan past de bank het maximale bedrag niet aan.
5. De bank blokkeert het maximale bedrag gedurende de gehele inschrijvingstermijn van de emissie. Tot het moment dat de bank uw inschrijving op de emissie heeft afgehandeld.
6. Bij een inschrijving op een emissie moet u er rekening mee houden dat u niet altijd alle beleggingsproducten krijgt toegewezen waarvoor u heeft ingeschreven.
4.16 Wie is aansprakelijk voor de beleggingsdiensten van de bank?
1. De bank is alleen aansprakelijk voor de beleggingsdiensten van de bank als u schade heeft door een fout waarvoor de bank verantwoordelijk is. Dat noemen we een toerekenbare tekortkoming. De bank is niet aansprakelijk bij overmacht. En de bank is niet aansprakelijk in alle gevallen waarvan in de Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V., de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO, in de aanvullende voorwaarden of in andere voorwaarden voor beleggen bij de bank, is bepaald dat de bank hiervoor niet aansprakelijk is.
2. De bank zorgt ervoor dat de voorzieningen van de bank voor de beleggingsdiensten goed werken. Bijvoorbeeld de apparatuur, programmatuur, systemen, infrastructuur en netwerken. Maar de bank garandeert niet dat deze voorzieningen doorlopend actief en storingsvrij zullen zijn. De bank streeft ernaar om onderbrekingen of storingen zo veel mogelijk te vermijden, als de bank hier zelf voor kan zorgen. De bank zal altijd proberen een onderbreking of storing zo snel mogelijk op te lossen. Is er een onderbreking of storing in de voorzieningen van anderen dan de bank? Bijvoorbeeld in de systemen van een beurs? Dan kan de bank daar niets aan doen en is de bank daarvoor niet aansprakelijk.
3. Geeft de bank uw order door? Xxx is dat altijd voor uw rekening en risico. Dit is ook het geval als de bank voor u orders doorgeeft op naam van de bank. De bank is onder bijzondere omstandigheden en bij bijzondere marktsituaties niet verplicht om uw order door te geven binnen de daarvoor gebruikelijke tijden. Bijvoorbeeld als de systemen van de bank of van anderen (zoals een beurs) niet meer werken, of bij grote drukte op
de beurzen, of bij onrustige financiële markten. In dat geval kunnen er vertragingen optreden als de bank orders doorgeeft en de beurs orders uitvoert. Of kunnen orders zelfs helemaal niet worden doorgegeven of uitgevoerd. De bank is niet aansprakelijk als u hierdoor schade lijdt, behalve als er sprake is van opzet of grove schuld van de bank.
4. Kunt u een order niet op een bepaalde manier opgeven bij de bank? Bijvoorbeeld omdat Internet Bankieren of Mobiel Bankieren niet werkt? Dan moet u zo snel mogelijk op een andere manier proberen om uw order op te geven. Bijvoorbeeld telefonisch via de beleggingslijn. Lukt het dan nog niet om uw order op te geven? Geef uw order dan op een later moment op. Zo snel mogelijk nadat u weer een order kunt opgeven bij de bank. U bent hiervoor zelf verantwoordelijk.
5. De bank is nooit aansprakelijk voor schade die u lijdt door maatregelen die de bank neemt op basis van:
– een wijziging in de wettelijke regels;
– een aanwijzing van een toezichthouder;
– een voorschrift van een beurs; of
– bijzondere omstandigheden.
5. Bewaring van beleggingsproducten
5.1 Bewaart de bank mijn beleggingsproducten?
1. De bank zorgt voor de bewaring van uw beleggingsproducten. Meestal laat de bank dit door of via anderen doen, zoals andere Nederlandse en buitenlandse banken of bewaarbedrijven. Dit is bijvoorbeeld het geval bij buitenlandse beleggingsproducten. De bank kiest met zorg die anderen die uw beleggingsproducten bewaren.
2. Bewaart de bank uw beleggingsproducten? Xxx is dat altijd voor uw rekening en risico. Dit is ook het geval als de bank uw beleggingsproducten op naam van de bank bij een ander bewaart.
3. De bank neemt beleggingsproducten in fysieke vorm niet in bewaring. Daarmee bedoelen we dat u beleggingsproducten die u werkelijk in handen heeft en bijvoorbeeld zelf thuis bewaart, niet bij de bank kunt inleveren om op uw beleggingsrekening te laten bijschrijven.
5.2 Vallen mijn beleggingsproducten in het vermogen van de bank?
1. De bank bewaart uw beleggingsproducten zo, dat deze producten niet in het vermogen van de bank vallen. Hierdoor maken deze beleggingsproducten geen deel uit van de boedel bij een eventueel faillissement van de bank. Hierdoor gaan uw beleggingsproducten niet mee in het faillissement van de bank als de bank failliet gaat.
2. De bank gebruikt verschillende manieren om ervoor te zorgen dat uw beleggingsproducten niet in het vermogen van de bank vallen:
– Voor de meeste beleggingsproducten geldt de Wet giraal effectenverkeer. Door deze wet vallen deze beleggingsproducten niet in het vermogen van de bank.
– Uw beleggingsproducten op de beleggersgiro vallen ook niet in het vermogen van de bank.
– Wat de beleggersgiro is, leest u in de Voorwaarden Beleggersgiro.
3. Ook uw opties die de bank voor u administreert, vallen niet in het vermogen van de bank. Wat opties zijn, leest u in artikel 2.12 (Wat zijn de kenmerken en risico’s van opties?) van de Bijlage Beleggen. Liquiditeiten die u op uw betaalrekening als marginverplichting aanhoudt voor deze derivaten zijn slechts deels wettelijk beschermd, in artikel 2.11 (Wat zijn de algemene kenmerken en risico’s van derivaten?) van de Bijlage Beleggen leest u hoe de wettelijke bescherming werkt. Wat marginverplichting is, leest u in artikel 2.4 (Wat houdt marginverplichting in?) van de Voorwaarden Opties.
5.3 Wat is het gevolg van problemen met een ander die mijn beleggingsproducten bewaart?
1. Komt een ander die uw beleggingsproducten bewaart, afspraken niet na? Of gaat die ander failliet?
Dan kunt u misschien niet al uw beleggingsproducten terugkrijgen. Dit is ook het geval als die ander uw beleggingsproducten op een rekening administreert samen met de beleggingsproducten van andere klanten van de bank (via een zogenaamde omnibusaccount).
2. In sommige landen kan die ander uw beleggingsproducten niet van zijn eigen beleggingsproducten onderscheiden. Komt die ander beleggingsproducten tekort? Xxx krijgt u misschien niet al uw beleggingsproducten terug.
3. Worden uw beleggingsproducten buiten de Europese Economische Ruimte bewaard? Dan kunnen de regels die gelden om uw beleggingsproducten te bewaren anders zijn dan die in Nederland. De Europese Economische Ruimte bestaat uit de landen van de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.
5.4 Wie is aansprakelijk voor de bewaardiensten van de bank?
1. De bank is alleen aansprakelijk voor de bewaardiensten van de bank als u schade heeft door een fout waarvoor de bank verantwoordelijk is. Dat noemen we een ‘toerekenbare tekortkoming’.
2. De bank is niet aansprakelijk bij overmacht. In het bijzonder is de bank niet aansprakelijk:
– als een ander die de bank heeft ingeschakeld, de bewaaractiviteiten niet goed uitvoert. Behalve als de bank deze ander niet met xxxx heeft gekozen; of
– als een derde partij die die ander op haar beurt weer heeft ingeschakeld, de bewaaractiviteiten niet goed uitvoert; of
– als u verlies lijdt of schade heeft aan uw beleggingsproducten.
6. Administratie van uw beleggingen
6.1 Welke administratieve werkzaamheden voert de bank uit voor mijn beleggingen?
1. Voor uw beleggingen bij de bank voert de bank bepaalde administratieve werkzaamheden uit.
2. Dit zijn alleen die administratieve werkzaamheden:
– Waarvoor u de bank een opdracht kan geven en als die opdracht ook staat in deze voorwaarden;
– die te maken hebben met uitkeringen op uw beleggingsproducten door een instelling die een beleggingsproduct heeft uitgegeven. Dit doet een uitgevende instelling op basis van haar statuten of het prospectus van dat beleggingsproduct. U kunt hierbij denken aan uitkering van dividenden en coupons;
– die te maken hebben met een conversiehandeling voor uw beleggingsproducten (zie hierna).
– De bank kan bijvoorbeeld de volgende administratieve werkzaamheden voor u uitvoeren.
– De bank kan, zonder dat u hiervoor opdracht hoeft te geven, uitkeringen op uw beleggingsproducten voor u ontvangen en bijschrijven op uw betaal- of uw beleggingsrekening. De bank doet dit na de aftrek van eventuele belastingen. U ontvangt van de bank hierover een bericht. Dit bericht is bijvoorbeeld
een couponnota of een afschrift van uw betaalrekening. U ontvangt dit bericht ook als de bank uw beleggingsproducten door een ander laat bewaren.
– De bank kan in opdracht van u uw beleggingsproducten registreren. Hierdoor kunt u een vergadering van aandeelhouders bijwonen. Zie ook artikel 6.3 (Hoe kan ik een vergadering van aandeelhouders bijwonen?).
– De bank kan in opdracht van u uw beleggingsproducten:
> Overboeken binnen de bank naar een andere beleggingsrekening. Het kan gaan om een beleggingsrekening van uzelf of van een andere klant van de bank;
> Overboeken naar een andere bank; en
> Ontvangen van een andere bank. Zie hiervoor artikel 6.2 (Kan ik mijn beleggingsproducten overboeken binnen de bank of naar een andere bank?).
– De bank kan zogenaamde conversiehandelingen voor u uitvoeren. Conversiehandelingen is een verzamelnaam voor verschillende soorten administratieve handelingen die de bank voor u kan uitvoeren bij bijzondere gebeurtenissen die te maken hebben met uw beleggingsproducten.
– Voorbeelden hiervan zijn:
> U wilt ingaan op een openbaar bod. Xxxxx u ook het tekstblok hierna: Wat is het beleid van de bank bij openbare biedingen?;
> U wilt uw keuzedividend uitgekeerd hebben in aandelen of in geld. Zie hiervoor artikel 6.4 (Welke opdrachten kan ik geven bij keuzedividend?);
> U wilt uw claimrecht uitoefenen en daarmee inschrijven op een claimemissie. Wat een claimemissie is, leest u in paragraaf 2.1 (Wat zijn de kenmerken en risico’s van aandelen?) van de Bijlage Beleggen;
> U wilt uw warrants of converteerbare obligaties omwisselen in aandelen. U leest in de Bijlage Beleggen meer over deze beleggingsproducten.
U kunt de bank opdracht geven om bepaalde conversiehandelingen altijd op een bepaalde manier voor u uit te voeren. Vraag de bank naar de mogelijkheden hiervoor.
3. De bank kan u alleen informeren over conversiehandelingen als de bank hierover op de gebruikelijke manier informatie heeft ontvangen:
– van de beurs waarop het beleggingsproduct wordt verhandeld; of
– van een ander als de bank die ander uw beleggingsproduct laat bewaren.
Wat is het beleid van de bank bij openbare biedingen?
Wil een bedrijf een ander bedrijf kopen? Dan moet de koper zorgen dat hij alle aandelen in handen krijgt van het bedrijf dat hij wil kopen. Is het bedrijf dat mogelijk gekocht wordt, genoteerd aan een beurs? Dan zal de koper vaak met een openbare bieding alle aandelen proberen te krijgen. Hij brengt dan een bod uit op de aandelen van het bedrijf dat hij wil kopen. Belegt u in de aandelen van het bedrijf waarop de koper een bod uitbrengt? Dan zal de bank voor u het volgende doen. Wanneer de bank op tijd een biedingsbericht heeft gekregen, informeert de bank u daarover.
Dit doet de bank alleen als u op dat moment ook de aandelen op uw beleggingsrekening heeft staan, waarover de openbare bieding gaat. Wilt u gebruikmaken van het bod? Dan moet u de bank opdracht geven om uw aandelen aan de koper aan te bieden. Zo’n opdracht noemen we een positieve verklaring. De bank zal ook met een positieve verklaring werken als de koper het bod verlengt.
Behalve als de koper:
• al 95% van het uitstaande kapitaal heeft; en
• het bedrijf dat hij wil kopen van de beurs wil afhalen.
In dat geval zal de bank u niet om een positieve verklaring vragen, maar zal zij werken met een zogenoemde negatieve verklaring.
Dit betekent dat de bank uw aandelen, die u nog niet heeft aangemeld, bij de koper zal aanmelden. Behalve als u aan de bank heeft aangegeven dat u dit niet wilt. U moet dit aangeven binnen de termijn die de bank daarvoor heeft gesteld.
Let op
De bank gebruikt deze negatieve verklaring bij een verlenging van een bod alleen onder de voorwaarden dat de koper al 95% heeft en het bedrijf van de beurs wil halen. Dit betekent dat u er niet vanuit mag gaan dat u bij een openbaar bod altijd later nog een keer gebruik kunt maken van de negatieve optie.
Heeft de koper de aanmeldingsperiode wel verlengd, maar nog geen 95% van het uitstaande kapitaal? Of heeft de koper meteen al bijna 100% van het uitstaande kapitaal en besluit hij om het bod niet te verlengen? Dan gebruikt de bank de negatieve verklaring niet. Haalt de koper daarna het bedrijf dat hij wilde kopen van de beurs en heeft u uw aandelen niet in eerste instantie aangemeld? Dan kunt u deze aandelen moeilijk verkopen. Ook is de waarde van deze aandelen dan moeilijk aan te geven.
6.2 Kan ik mijn beleggingsproducten overboeken binnen de bank of naar een andere bank?
1. De bank kan in opdracht van u uw beleggingsproducten overboeken:
– naar een andere beleggingsrekening binnen de bank. Het kan gaan om een beleggingsrekening van uzelf of van een andere klant van de bank; en
– naar een andere bank.
2. Wilt u uw beleggingsproducten overboeken binnen de bank naar een beleggingsrekening van uzelf? Dan kunt u uw opdracht hiervoor telefonisch opgeven via de beleggingslijn van de bank. Of u geeft uw opdracht hiervoor op aan uw adviseur.
3. Wilt u uw beleggingsproducten overboeken naar een beleggingsrekening van een andere klant van de bank of naar een andere bank? Dan moet u hiervoor een schriftelijke opdracht opgeven aan de bank.
4. De bank zal dan uw beleggingsproducten overboeken binnen de bank of naar een andere bank. De bank kan hieraan voorwaarden verbinden. Bijvoorbeeld eisen dat u aan de bank geen verplichtingen meer heeft die gekoppeld zijn aan uw beleggingsproducten. U heeft een verplichting als u bijvoorbeeld een krediet
op basis van uw beleggingsproducten nog niet helemaal aan de bank heeft afgelost. De bank zal uw beleggingsproducten pas overboeken als u dat krediet helemaal heeft afgelost.
5. Heeft u al doorgegeven aan de bank dat u uw beleggingsproducten wilt overboeken, maar wilt u ze toch nog verkopen? Dan kunt u deze nog verkopen tot het moment waarop de bank uw beleggingsproducten overboekt.
6. Heeft de bank uw beleggingsproducten overgeboekt? Dan betekent dat niet dat u daardoor geen enkele verplichting meer heeft aan de bank. Mogelijk heeft de bank nog iets te goed van u (bijvoorbeeld debetrente).
7. Staan er in de voorwaarden van een beleggingsproduct regels waardoor u uw beleggingsproduct niet of alleen onder bepaalde voorwaarden kunt overboeken? Dan kunt u dat beleggingsproduct niet of alleen onder die voorwaarden overboeken.
6.3 Hoe kan ik een vergadering van aandeelhouders bijwonen?
1. Wilt u een vergadering van aandeelhouders bijwonen voor uw beleggingsproducten? Dan kan de bank uw beleggingsproducten hiervoor registreren. U moet dit op tijd aan de bank vragen, zodat de bank uw beleggingsproducten ook op tijd kan registreren. U kunt uw opdracht hiervoor telefonisch opgeven via de beleggingslijn van de bank. Of u geeft uw opdracht hiervoor op aan uw adviseur. Hiervoor gelden de
termijnen die staan in de advertentie waarin aandeelhouders worden opgeroepen voor de vergadering van aandeelhouders.
2. U moet aan de bank het aantal beleggingsproducten opgeven dat de bank voor u moet registreren. Dit aantal kan nooit meer zijn dan wat er op uw beleggingsrekening staat.
6.4 Xxxxx opdrachten kan ik geven bij keuzedividend en bij herbeleggen van dividend?
1. Een uitgevende instelling van een beleggingsproduct kan een uitkering aan u geven. U kunt hierbij denken aan een uitkering van dividenden of coupons. Dividend kan door de uitgevende instelling worden uitgekeerd in de vorm van:
– geld;
– beleggingsproducten; en
– keuzedividend.
2. Bij keuzedividend kunt u kiezen uit een uitkering in geld of een uitkering in de vorm van beleggingsproducten. U kunt een algemene keuze maken:
– U geeft opdracht dat u het dividend altijd in de vorm van beleggingsproducten wilt ontvangen.
– U geeft opdracht dat u het dividend altijd in geld wilt ontvangen.
Uw keuze geldt voor al uw beleggingsproducten op uw beleggingsrekening met uitzondering van de beleggingsproducten op de beleggersgiro. Voor beleggingsproducten op de beleggersgiro ontvangt de bank het dividend in geld. Welke keuze u kunt maken voor uitkeringen op beleggingsproducten op de beleggersgiro leest u in artikel 3.2 (Wat doet de bank met mijn uitkeringen op mijn beleggingsproducten op de beleggersgiro?) van de Voorwaarden Beleggersgiro. Ook geldt uw opdracht bij keuzedividend niet voor beleggingsproducten die zijn genoteerd op een beurs in de Verenigde Staten van Amerika of Canada. Hierbij maakt de bank voor u altijd de keuze voor ontvangst van dividend in geld.
U kunt uw keuze altijd wijzigen. Dit kunt u zelf doen via Internet Bankieren of u geeft het telefonisch of via uw kantoor aan de bank door. Nadat uw wijziging in de systemen van de bank is verwerkt, geldt uw nieuwe keuze voor al uw beleggingsproducten op uw beleggingsrekening met uitzondering van de beleggingsproducten op de Beleggersgiro en beleggingsproducten die zijn genoteerd op een beurs in de Verenigde Staten van Amerika of Canada.
Op Internet Bankieren kunt u zien welke opdracht de bank bij keuzedividend voor u heeft vastgelegd. U kunt dit ook navragen bij de bank.
– als de bank is geïnformeerd over uw overlijden;
– en nadat dit is verwerkt in de systemen van de bank. Vanaf dat moment wordt het keuzedividend alleen nog uitgekeerd in geld.
3. Een Dividend Re-Investment Plan (DRIP) is een herbeleggingsplan dat wordt aangeboden aan bestaande aandeelhouders van bepaalde bedrijven die hun dividend in geld uitkeren. Een gespecialiseerde afdeling van de bank verzorgt DRIP voor verschillende bedrijven. De lijst van bedrijven waarvoor de bank DRIP verzorgt, vindt
u op de website van de bank. Het gaat om bedrijven die hun hoofdnotering hebben op de Nederlandse beurs (NYSE Euronext Amsterdam).
Orders vanuit DRIPs die door de bank worden aangeboden, worden ‘over the counter’ (OTC) uitgevoerd. Meer informatie hierover en een uitleg over de werking van DRIP en de daaraan verbonden kosten vindt u op de website van de bank.
De bank heeft vooraf uw toestemming nodig voor het ‘over the counter’ (OTC) uitvoeren van uw order. Wilt u meedoen aan DRIP voor beleggingsproducten op uw beleggingsrekening? U kunt een algemene keuze maken om deel te nemen aan DRIP. U geeft de bank dan:
– Toestemming, als bedoeld in hoofdstuk 9 (Instemming en toestemming) van het Beleid van ABN AMRO over uitvoering van orders, voor het ‘over the counter’ (OTC) uitvoeren van uw order.
– Een instructie, als bedoeld in paragraaf 2.2 (Welke kenmerken zijn nog meer van belang als de bank mijn order uitvoert?) van het Beleid van ABN AMRO over uitvoering van orders, om de beleggingsproducten zelf te kopen en deze aan u te verkopen.
Dit geldt dan ook voor alle volgende DRIPs die door de bank worden aangeboden. Totdat u uw instructie en toestemming intrekt. Wilt u niet meedoen aan DRIP voor beleggingsproducten op uw beleggingsrekening, dan ontvangt u het dividend in geld.
Dit geldt alleen voor DRIPs die de bank aanbiedt voor beleggingsproducten op uw beleggingsrekening.
Bij DRIPs die niet door de bank maar door andere instellingen worden aangeboden, ontvangt u het dividend altijd in geld.
Beleggingsfondsen met een notering op de Nederlandse beurs (Euronext Fund Services) kunnen u ook een herbelegging aanbieden onder de naam DRIP. Voor zo’n beleggingsfondsen-DRIP geldt dan echter niet uw algemene keuze die u heeft gemaakt voor DRIP, maar uw algemene keuze die u heeft gemaakt voor
keuzedividend bij aandelen. Meer informatie over de werking van een beleggingsfondsen-DRIP vindt u op de website van de bank.
Net als bij keuzedividend, kunt u uw keuze voor DRIP altijd wijzigen. Dit kunt u zelf doen via Internet Bankieren of u geeft het telefonisch of via uw kantoor aan de bank door. Nadat uw wijziging in de systemen van de bank is verwerkt, geldt uw nieuwe keuze voor alle beleggingsproducten op uw beleggingsrekening waarvoor de bank DRIP verzorgt.
Op Internet Bankieren kunt u zien welke opdracht de bank bij DRIP voor u heeft vastgelegd. U kunt dit ook navragen bij de bank.
Komt u te overlijden en staat uw beleggingsrekening alleen op uw naam? Dan vervalt uw algemene keuze bij DRIP:
– als de bank is geïnformeerd over uw overlijden;
– en nadat dit is verwerkt in de systemen van de bank. Vanaf dat moment zal de bank geen orders vanuit DRIP meer voor u uitvoeren. Het dividend van de bedrijven waarvoor de bank DRIP aanbiedt, wordt dan aan u alleen nog uitgekeerd in geld.
4. Krijgt u van een uitgevende instelling een uitkering in de vorm van beleggingsproducten? Dan kan de uitgevende instelling u ook een deel van een beleggingsproduct geven. U kunt alleen delen van een beleggingsproduct op uw beleggingsrekening ontvangen als u in dat beleggingsproduct belegt via de beleggersgiro. Zie hiervoor de Voorwaarden Beleggersgiro. Belegt u niet via de beleggersgiro? Dan kan de bank alleen hele aantallen beleggingsproducten voor u ontvangen. Heeft u onvoldoende rechten op dividend om een heel beleggingsproduct te ontvangen? Dan zal de bank uw (resterende) rechten op dividend voor u verkopen. De bank rekent de opbrengst hiervan af op uw betaalrekening.
Let op
Door een uitkering in de vorm van beleggingsproducten en bij herbeleggen van dividend kan het risico in uw beleggingsportefeuille toenemen. Soms kunt u hierdoor zelfs afwijken van uw risicoprofiel. Wilt u niet afwijken van uw risicoprofiel? Dan moet u uw beleggingsportefeuille aanpassen.
6.5 Hoe administreert de bank mijn beleggingsproducten?
1. De bank hoeft uw beleggingsproducten niet op nummer te administreren.
2. De bank zal wel de nummers van uw beleggingsproducten apart administreren als dat voor de uitloting van die producten nodig is. Bij uitloting zorgt de bank dat u het bedrag krijgt waarop u recht heeft op basis van de beleggingsproducten die zijn uitgeloot. Wat uitloting is, leest u in paragraaf 2.2 (Wat zijn de kenmerken en risico’s van obligaties?) van de Bijlage Beleggen.
6.6 Wat zijn beleggingsproducten op naam en wat zijn beleggingsproducten aan toonder?
1. Heeft u een beleggingsproduct op naam? Dan is uw naam opgenomen in een register van de instelling die het beleggingsproduct heeft uitgegeven. Hieruit blijkt dat u de eigenaar van dit beleggingsproduct bent.
2. Heeft u een beleggingsproduct aan toonder? Dan is er voor dit beleggingsproduct geen register waaruit blijkt dat u de eigenaar bent. Staat zo’n beleggingsproduct op uw beleggingsrekening? Xxx wordt ervan uitgegaan dat u de eigenaar bent.
6.7 Wanneer krijg ik een overzicht van mijn beleggingen?
1. De bank stuurt u minimaal een keer per drie maanden een overzicht van uw beleggingen bij de bank.
2. Bij bepaalde beleggingsvormen krijgt u vaker een overzicht van uw beleggingen bij de bank.
3. Op Internet Bankieren kunt u ook zelf op elk moment dat overzicht zien.
6.8 Hoe stuurt de bank mij informatie en wat moet ik doen als ik het niet eens ben met de inhoud ervan?
1. De bank stuurt persoonlijke informatie schriftelijk aan u. Ook kan de bank u deze informatie elektronisch sturen. De bank stuurt deze informatie dan bijvoorbeeld via Internet Bankieren, e-mail of sms.
2. De bank stuurt u persoonlijke informatie alleen elektronisch en niet schriftelijk als dit past bij de dienstverlening aan u. Hiervoor geeft u de bank toestemming.
3. Bij persoonlijke informatie kunt u bijvoorbeeld denken aan periodieke overzichten, rekeningafschriften, orderbevestigingen, beleggingsnota’s en andere nota’s.
4. Stuurt de bank elektronisch persoonlijke informatie aan u? Dan moet u minimaal een keer in de week controleren of u elektronisch persoonlijke informatie van de bank heeft ontvangen, deze bekijken en opslaan.
5. Heeft u persoonlijke informatie van de bank ontvangen? En bent u het niet eens met de inhoud van die informatie? Dan moet u dat binnen één week aan de bank laten weten. Doet u dit niet? Dan betekent dit dat u akkoord bent met die inhoud.
6. De bank kan algemene informatie over beleggingsdiensten op de website van de bank plaatsen als dit past bij de dienstverlening aan u. Hiervoor geeft u de bank toestemming.
6.9 Informeert de bank mij als de waarde van mijn beleggingsportefeuille plotseling daalt?
1. Belegt u met vermogensbeheer en daalt de totale waarde van uw beleggingsportefeuille met 10% of meer vergeleken met de waarde in het laatste aan u toegestuurde overzicht? Xxx informeert de bank u daarover. En daarna informeert de bank u bij veelvouden van 10%.
2. Informeert de bank mij ook over een waardedaling van 10% of meer bij individuele beleggingsproducten? Bijvoorbeeld als ik beleg in een beleggingsproduct met een hefboomwerking en de waarde daarvan met 10% of meer daalt vergeleken met de werkelijke waarde. Of als ik een verplichting uit een geschreven putoptie heb en de onderliggende waarde met 10% of meer daalt. De bank informeert u als de waarde van uw beleggingsproduct met 10% of meer daalt vergeleken met de aankoopwaarde.
7. Beleggersinformatie
7.1 Welke beleggersinformatie kan ik van de bank krijgen?
1. U kunt van de bank advies en beleggersinformatie krijgen. Beleggersinformatie kan gaan over:
– de beleggingsproducten die u wilt kopen; en
– beleggingsproducten die u op uw beleggingsrekening heeft.
Deze informatie kan algemeen of specifiek zijn. Algemene beleggersinformatie vindt u onder meer in de Bijlage Beleggen en op de website van de bank. Beleggersinformatie over de specifieke kenmerken en risico’s van beleggingsproducten vindt u onder meer in:
– de prospectus van het beleggingsproduct;
– de brochure van het beleggingsproduct;
– het Essentiële-informatie document (Eid);
– de Essentiële beleggersinformatie (Ebi); of
– de websites van andere aanbieders van beleggingsproducten.
2. Algemene beleggersinformatie vindt u in de Bijlage Beleggen. Hierin leest u algemene beleggersinformatie over de kenmerken en risico’s van de verschillende soorten beleggingsproducten.
3. Specifieke beleggersinformatie over de kenmerken en risico’s van beleggingsproducten kunt u vinden in:
– brochures over bepaalde beleggingsproducten;
– documenten met essentiële beleggersinformatie over beleggingsfondsen;
– prospectussen; en
– opinies en beleggingsaanbevelingen.
4. Deze specifieke beleggersinformatie wordt onder andere bepaald door de omstandigheden van het moment waarop de bank die informatie aan u geeft. Dit betekent dat deze informatie maar tijdelijk geldig is. Dit geldt ook voor de adviezen van de bank.
5. Maakt de bank gebruik van informatie van anderen als de bank beleggersinformatie opstelt? Dan is de bank niet aansprakelijk voor deze informatie van anderen. De bank is namelijk niet betrokken geweest bij het opstellen van de inhoud van die informatie.
6. Geeft de bank u beleggersinformatie die door anderen is gemaakt? Dan is de bank niet aansprakelijk voor die informatie. De bank is namelijk niet betrokken geweest bij het opstellen van de inhoud van die informatie.
7.2 Wat moet ik met beleggersinformatie doen?
1. Voordat u een order opgeeft bij de bank, moet u alle beleggersinformatie die belangrijk is voor uw order verzamelen, lezen en begrijpen.
2. Maakt u bij uw beleggingsbeslissingen gebruik van beleggersinformatie die u van de bank heeft gekregen? Dan moet u weten dat deze informatie u nooit een garantie geeft voor een bepaald beleggingsresultaat.
3. U kiest er altijd zelf voor om wel of geen gebruik te maken van beleggersinformatie van de bank.
7.3 Welke beleggersinformatie kan ik van de bank krijgen bij bepaalde gebeurtenissen die te maken hebben met mijn beleggingsproducten?
1. De bank is niet verplicht om u ongevraagd te informeren over alle relevante gebeurtenissen die te maken hebben met uw beleggingsproducten.
De bank informeert u alleen in de volgende gevallen:
– De naam van het beleggingsproduct wordt gewijzigd en de bank vindt deze wijziging belangrijk.
– Er doet zich volgens de bank een wezenlijke wijziging voor in:
> de oorspronkelijke beschrijving van de aard van uw beleggingsproduct;
> de oorspronkelijke beschrijving van de risico’s van uw beleggingsproduct; of
> de garantie van een garantieproduct. Dit is bijvoorbeeld het geval als de partij die uw beleggingsproduct heeft gegarandeerd, wordt vervangen door een andere partij.
2. Van andere ontwikkelingen en gebeurtenissen die te maken hebben met uw beleggingsproducten moet u uzelf op de hoogte stellen. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan:
– Uitnodigingen voor vergaderingen van aandeelhouders en alle relevante zaken waarover de aandeelhouders op die vergadering moeten besluiten.
– Publicaties van (half)jaarcijfers.
– Winstwaarschuwingen.
– Aankondigingen van een gezamenlijke (gerechtelijke) actie door anderen tegen een instelling die een beleggingsproduct heeft uitgegeven. Dit noemen we ook wel een ‘class action’.
U kunt uzelf van deze ontwikkelingen en gebeurtenissen op de hoogte stellen via de media waar de uitgevende instelling van uw beleggingsproducten gebruik van maakt. U kunt hierbij denken aan advertenties, persberichten en websites.
3. In sommige gevallen kunt u rechtstreeks informatie ontvangen van de uitgevende instelling van uw beleggingsproduct. Dit werkt op basis van de Wet giraal effectenverkeer als volgt.
– Heeft u een aandeel of een certificaat van een aandeel in een uitgevende instelling dat genoteerd is aan een Nederlandse beurs? Dan kan die uitgevende instelling bij de bank informatie over u opvragen. De uitgevende instelling doet dit om haar aandeelhouders te identificeren en met haar aandeelhouders te kunnen communiceren.
– De bank is verplicht de gevraagde informatie door te geven aan de uitgevende instelling, als uw aandeel in deze uitgevende instelling 0,5% of meer van het geplaatste kapitaal van de uitgevende instelling bedraagt.
– Is de bank verplicht om de informatie door te geven, dan geldt het volgende. De uitgevende instelling mag de bank vragen om uw naam, uw adres, uw e-mailadres en het totaal aantal aandelen dat u heeft in de uitgevende instelling door te geven. De bank geeft deze informatie door aan de uitgevende instelling of aan een andere instelling die de uitgevende instelling heeft ingeschakeld.
– De uitgevende instelling en de eventuele andere instelling moeten uw informatie geheim houden.
– Heeft de bank aan de uitgevende instelling informatie over u doorgegeven? Dan kan deze uitgevende instelling gebruik maken van deze informatie en rechtstreeks met u contact opnemen.
– De uitgevende instelling moet op haar website bekendmaken dat zij informatie over aandeelhouders opvraagt en wanneer zij van plan is bepaalde informatie aan aandeelhouders te verzenden. Het gaat dan vooral om informatie over de algemene vergadering van aandeelhouders.
Let op
Uitgevende instellingen kunnen besluiten nemen die invloed kunnen hebben op de koers of het rendement van uw beleggingsproducten. Deze besluiten legt de uitgevende instelling soms ook voor aan de vergadering van aandeelhouders. U moet ervoor zorgen dat u zelf steeds van deze besluiten op de hoogte bent en deze zelf nauwkeurig volgt. De bank stelt u hiervan niet op de hoogte.
8. Kosten
8.1 Welke kosten moet ik betalen als ik beleg bij de bank?
1. U moet verschillende kosten aan de bank betalen als u belegt bij de bank.
2. De manier waarop u bij de bank belegt, bepaalt welke kosten u betaalt:
– Belegt u zelfstandig bij de bank (‘execution only’)? Dan betaalt u in de meeste gevallen servicekosten en transactiekosten. Bij bepaalde beleggingsvormen betaalt u een all-in tarief.
– Laat u het beleggen over aan de bank (vermogensbeheer)? Dan betaalt u een all-in tarief.
3. De bank maakt de belangrijkste kosten voor beleggen bij de bank bekend:
– op de website van de bank; of
– in de brochures van de bank over kosten.
Ook kunt u deze kosten altijd navragen bij de bank.
Servicekosten
De servicekosten zijn kosten die u betaalt aan de bank voor:
– de administratie van uw beleggingsportefeuille; en
– alle beleggersinformatie die hoort bij de manier waarop u belegt.
Advieskosten
De advieskosten zijn kosten die u betaalt aan de bank voor:
– het beleggingsadvies dat u krijgt;
– de administratie van uw beleggingsportefeuille; en
– alle andere beleggersinformatie die hoort bij de manier waarop u belegt.
All-in tarief
In het all-in tarief zijn alle kosten verwerkt die de bank maakt. Het gaat daarbij om:
– het beleggingsadvies dat u krijgt of het beheer van uw beleggingsportefeuille;
– de administratie van uw beleggingsportefeuille;
– alle andere beleggersinformatie die hoort bij de manier waarop u belegt; en
– de transactiekosten.
Een aantal kosten vallen niet onder het all-in tarief. Welke kosten dit zijn, staat in dit artikel beschreven onder de kopjes ‘Belastingen en inhoudingen’, ‘Andere kosten’ en ‘Productkosten’.
Transactiekosten
De transactiekosten gelden voor bijna alle koop- en verkooporders die u aan de bank opgeeft en die zijn uitgevoerd. Bij de transactiekosten geldt meestal een minimumbedrag per order. Ook bij bijna alle
inschrijvingen op emissies (emissie-orders) brengt de bank kosten in rekening. Wat een emissie is, leest u in artikel 4.15 (Welke regels gelden als ik inschrijf op een emissie?). Voor alle orders via de beleggersgiro brengt de bank kosten in rekening op basis van een vast percentage van de omvang van uw order. Hierbij kan een
minimumbedrag per order gelden. De hoogte van de kosten verschilt per beleggingsvorm. Zo betaalt u over het algemeen lagere kosten als u zelfstandig bij de bank belegt (‘execution only’) dan als u met advies van de bank belegt (beleggingsadvies).
Belastingen en inhoudingen
Het gaat hierbij om de volgende belastingen en inhoudingen:
– Buitenlandse belastingen die u voor sommige buitenlandse beleggingsproducten moet betalen. Zoals bij de koop of ontvangst van beleggingsproducten uit Engeland en Ierland (zogenoemde ‘stamp duty’) en uit Frankrijk, België en Italië (zogenoemde ‘Financial Transaction Tax’).
– Ingehouden bronbelasting op uitkeringen zoals coupons en dividenden.
– Btw die u mogelijk betaalt over bepaalde beleggingsdiensten, zoals over de kosten die de bank u in rekening brengt bij beleggingsadvies.
Andere kosten
Daarnaast betaalt u soms andere kosten. Dat zijn kosten die niet in de servicekosten, advieskosten, het all-in tarief of de transactiekosten zitten.
U betaalt die kosten apart. Het gaat hierbij om de volgende soorten kosten:
– Kosten voor administratieve werkzaamheden waarvoor u opdracht heeft gegeven. Het gaat hierbij om kosten voor:
> uitleveren en in fysieke vorm ontvangen van beleggingsproducten.
> terugvragen van te veel betaalde belasting op uitkeringen van dividenden en coupons.
> een waarde-overzicht van uw beleggingsportefeuille op basis van successiekoersen.
> Kosten voor de omwisseling van vreemde valuta
U leest meer over de kosten in de tarievenkaarten of op de website van de bank.
Productkosten
Daarnaast worden bij sommige beleggingsproducten ook kosten in rekening gebracht naast de kosten die u aan de bank betaalt. Zo berekenen beheerders van beleggingsfondsen beheerkosten. Deze kosten betaalt u niet direct maar worden in mindering gebracht op het rendement van het beleggingsfonds.
8.2 Wat zijn de totale kosten van beleggen?
Als u gaat beleggen betaalt u dus kosten die u rechtstreeks aan de bank betaalt, eventuele belastingen en eventuele productkosten. Dit noemen we de totale kosten van beleggen. Gaat u voor het eerst beleggen bij de bank?
Dan kunt u op de website van de bank met rekenvoorbeelden een inschatting maken van uw jaarlijkse beleggingskosten die horen bij de beleggingsvorm die u wenst of heeft gekozen. Belegt u al bij de bank? Dan ontvangt u ten minste jaarlijks een totaal kostenoverzicht van uw beleggingsportefeuille met daarin uw totale kosten van beleggen.
8.3 Wijziging van de kosten die u aan de bank betaalt.
1. De bank kan de kosten die u aan de bank betaalt alleen wijzigen en aanvullen als gevolg van:
– technologische ontwikkelingen;
– veranderingen in het recht. Bijvoorbeeld in wet- en regelgeving;
– veranderingen in uitleg of toepassing van het recht of een zienswijze van een toezichthouder of andere autoriteit;
– verandering van het aanbod van producten en diensten van de bank of van haar (werk)processen. Denkt u aan modernisering, herinrichting of stroomlijning daarvan; of
– elke andere verandering van omstandigheden of opvattingen die maakt dat de bank een redelijk belang bij de wijziging heeft. Denkt u hierbij aan:
> bedrijfseconomische omstandigheden, zoals
» ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt
» een verandering in de concurrentiepositie van de bank of van haar verdienmodel
> wijzigingen van de kosten die andere partijen aan de bank in rekening brengen voor bepaalde dienstverlening van de bank, bijvoorbeeld de kosten van bewaarbedrijven.
Voor andere tariefs- of kostenwijzigingen in uw nadeel mag de bank deze wijzigingsbevoegdheid niet gebruiken. De kosten onder de kopjes ‘Belastingen en inhoudingen’ en ‘Productkosten’ zijn geen kosten die u aan de bank betaalt. Deze kosten kunnen altijd wijzigen.
2. De bank zal de wijzigingen van de kosten die u aan de bank betaalt minimaal dertig dagen voor de datum waarop zij ingaan, aan u melden. De bank zal u ook aangeven vanaf welke datum de nieuwe kosten gaan gelden.
3. De bank maakt een wijziging van de kosten die u aan de bank betaalt, bekend op de wijze zoals aangegeven in artikel 1.6 (Wat gebeurt er als de bank de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO wijzigt).
4. De bank mag alle kosten die u aan de bank moet betalen voor beleggen van uw betaalrekening afschrijven. De bank hoeft hiervoor aan u geen toestemming te vragen.
5. Heeft u bezwaar tegen de wijziging van de kosten, dan mag u tot de ingangsdatum van de wijziging dit in een brief aan de bank bekendmaken. In de brief moet u duidelijk aangeven dat u de gewijzigde kosten of nieuwe kosten niet accepteert. Nadat de bank uw brief heeft ontvangen, beëindigt de bank de beleggingsdiensten aan u meteen. Hiermee eindigt de Overeenkomst Beleggen. Zie voor de gevolgen hiervan artikel 12.4 (Wat zijn de gevolgen als de Overeenkomst Beleggen eindigt?).
8.4 Hoe rekent de bank mijn order af die ik heb opgegeven in een vreemde valuta?
1. Geeft u een order op voor een koop- of verkoop van een beleggingsproduct dat verhandeld wordt in een andere valuta dan de euro? En wordt uw order uitgevoerd? Dan rekent de bank het orderbedrag om naar de euro. De bank gebruikt voor de omrekening van de vreemde valuta naar de euro de valutakoers die Bloomberg of Reuters bekendmaakt. Dat gebeurt op het tijdstip waarop de beurs aan de bank doorgeeft dat uw order is uitgevoerd. Deze valutakoersen noemen we ‘realtime’ valutakoersen.
2. De valutakoers die de bank gebruikt is de zogenoemde realtime middenkoers. Dit is de gemiddelde valutakoers van de opgegeven hoogste en laagste valutakoers op één moment.
3. De bank verhoogt of verlaagt deze realtime middenkoers met een aantal ‘pips’. Pip is de afkorting van ‘percentage in point’. De meeste valutakoersen noteren in vier cijfers achter de komma. De kleinst mogelijke verandering van een valutakoers is de verandering van één punt van het laatste cijfer achter de komma. Die verandering wordt één pip genoemd. Onder dit artikel ziet u een rekenvoorbeeld.
4. Het aantal pips is verschillend per vreemde valuta. De bank kan de pips op elk moment veranderen. De pips van de meest gebruikte vreemde valuta vindt u op de website van de bank (xxxxxxx.xx). Ook daar vindt u een rekenvoorbeeld.
5. Bij een kooporder trekt de bank het aantal ‘pips’ af van de realtime middenkoers. Bij een verkooporder telt de bank het aantal ‘pips’ op bij de realtime middenkoers.
6. Het aantal pips dat de bank aftrekt of optelt is een vergoeding voor onder meer:
– het risico dat de bank loopt bij het omwisselen van de valuta; en
– het systeem dat de bank gebruikt om valutakoersen realtime te ontvangen en te verwerken en het onderhoud van dit systeem.
Het risico dat de bank loopt bij het omwisselen van vreemde valuta bestaat eruit dat de bank achteraf de vreemde valuta zelf nog moet verkopen of kopen.
Hierbij zal de koers die de bank dan krijgt, vaak verschillen van de realtime middenkoers waartegen de bank voor u de koop- of verkooporder heeft afgerekend.
7. Wilt u niet dat de bank de realtime middenkoers verhoogt of verlaagt met het aantal pips bij iedere order die u opgeeft in vreemde valuta? Dan kunt u voor de meeste vreemde valuta een rekening bij de bank openen in de vreemde valuta waarin u vaak orders opgeeft. De bank rekent uw order dan op uw vreemde valuta
rekening direct af in die vreemde valuta. U loopt dan over het geld op uw vreemde valuta rekening nog wel een valutarisico.
Een voorbeeld
Voorbeeld 1: koop aandelen XYZ in US dollar (USD)
Stel: U koopt 200 aandelen XYZ tegen een koers van USD 50,00. U heeft nodig 200 x USD 50,00 = USD 10.000,00
De ‘realtime’ EUR/USD middenkoers op het moment waarop de bevestiging van de uitvoering van de order bij de bank binnenkomt is 1,3300. Dat wil zeggen 1 euro is 1,3300 USD.
Voor de USD is het aantal pips 64. De bank trekt dus 64 pips van de realtime middenkoers af. De valutakoers waartegen de bank uw kooporder afrekent wordt dan EUR/USD 1,3236. Dat is ook de valutakoers die u op uw beleggingsnota ziet.
U betaalt: USD 10.000,00/1,3236 = € 7.555,15
Voorbeeld 2: verkoop aandelen ABC in US dollar (USD)
Stel: U verkoopt 250 aandelen ABC tegen een koers van USD 40,00. U krijgt 250 x USD 40,00 = USD 10.000,00
De ‘realtime’ EUR/USD middenkoers op het moment waarop de bevestiging van de uitvoering van de order bij de bank binnenkomt is 1,3300. Dat wil zeggen 1 euro is 1,3300 USD.
Voor de USD is het aantal pips 64. De bank telt nu 64 pips bij de realtime middenkoers op. De valutakoers waartegen de bank uw verkooporder afrekent wordt dan EUR/USD 1,3364. Dat is ook de valutakoers die u op uw beleggingsnota ziet.
U ontvangt: USD 10.000,00/1,3364 = € 7.482,79
9. Krediet en dekkingswaarde
9.1 Kan ik op basis van mijn beleggingen een krediet krijgen van de bank?
1. Wilt u op basis van uw beleggingsproducten een krediet van de bank op uw betaalrekening? Xxx moet u dit met de bank overeenkomen. De bank bepaalt of u een krediet op basis van uw beleggingsproducten op uw betaalrekening krijgt.
2. De bank kan uw krediet altijd verminderen of opzeggen.
3. De bank kan met u voor dit krediet op basis van uw beleggingsproducten een maximale limiet overeenkomen.
4. U mag nooit meer rood staan dan uw krediet. Gebeurt dit wel? Dan kunt u in de voorwaarden bij uw kredietovereenkomst lezen wat hiervan de gevolgen zijn.
5. Uw krediet op uw betaalrekening vanuit uw beleggingsproducten is beperkt tot de dekkingswaarde van uw beleggingsproducten. Zelfs als uw maximale kredietlimiet op basis van uw beleggingsproducten hoger is. Wat dekkingswaarde is, leest u in artikel 9.2 (Wat is de dekkingswaarde van mijn beleggingen?).
6. Wat gebeurt er als u meer rood staat dan uw krediet? Dan heeft u een dekkingstekort. Dit is niet toegestaan. Wat een dekkingstekort is, leest u in artikel 9.3 (Wat is een dekkingstekort?).
7. Staat u rood op uw betaalrekening? Dan betaalt u daar rente over.
Let op
Maakt u gebruik van een krediet op basis van uw beleggingsproducten? Dan belegt u (voor een deel) met geleend geld. Dit betekent dat u het risico loopt dat u niet alleen uw inleg verliest, maar zelfs een schuld overhoudt.
Een voorbeeld
Maximale kredietlimiet hoger dan de dekkingswaarde
U heeft een krediet op basis van uw beleggingsproducten met een limiet van € 5.000,- op uw betaalrekening. De dekkingswaarde van uw beleggingen is in totaal € 4.000,-. U kunt maximaal € 4.000,- rood staan op uw betaalrekening. Namelijk maximaal de hoogte van de dekkingswaarde van uw beleggingen.
Maximale kredietlimiet lager dan de dekkingswaarde
U heeft een krediet op basis van uw beleggingsproducten met een limiet van € 5.000,- op uw betaalrekening.
De dekkingswaarde van uw beleggingen is in totaal € 14.000,-. U kunt maximaal € 5.000,- rood staan op uw betaalrekening. Namelijk maximaal de hoogte van de limiet van uw krediet op basis van uw beleggingsproducten.
Maximale kredietlimiet gelijk aan de dekkingswaarde
U heeft een krediet op basis van uw beleggingsproducten met een limiet van € 5.000,- op uw betaalrekening. De dekkingswaarde van uw beleggingen is in totaal € 5.000,-. U kunt maximaal € 5.000,- rood staan op uw betaalrekening.
9.2 Wat is de dekkingswaarde van mijn beleggingen?
1. De bank kent aan bepaalde beleggingsproducten een dekkingswaarde toe. Deze dekkingswaarde is afhankelijk van de beurs- of handelswaarde van een beleggingsproduct. Hierdoor verandert uw dekkingswaarde bijna dagelijks.
2. De bank berekent de dekkingswaarde door een bepaald percentage van de beurs- of handelswaarde te nemen.
3. Dat percentage geldt voor alle klanten en geldt alleen:
– voor beleggingsproducten die makkelijk en doorlopend te kopen en te verkopen zijn; en
– als u volgens de bank een goed gespreide beleggingsportefeuille heeft.
Er kunnen andere percentages gelden bij een emissie. Wat een emissie is, leest u in artikel 4.15 (Welke regels gelden als ik inschrijf op een emissie?).
4. De bank kan de percentages altijd aanpassen. De bank hoeft u hierover niet apart te informeren. Wanneer zal de bank een percentage verlagen? Als bijvoorbeeld een bepaald beleggingsproduct niet meer makkelijk en
doorlopend te kopen en te verkopen is. De bank mag het percentage voor dat product dan direct verlagen, zelfs tot 0%. De bank mag dit zelf bepalen.
5. U kunt de percentages die horen bij uw beleggingsproducten altijd opvragen bij de bank.
9.3 Wat is een dekkingstekort?
1. U heeft een dekkingstekort als u meer rood staat op uw betaalrekening dan uw krediet op de beleggingsrekening die hoort bij deze betaalrekening.
2. De bank stelt vast of u een dekkingstekort heeft.
3. Elke werkdag berekent de bank één keer of u een dekkingstekort heeft. De bank doet dit in de uren vóór opening van de beurs in Nederland. Dit doet de bank op basis van uw bestedingsruimte. De bank kijkt daarvoor dan naar:
– het geld op uw betaalrekening;
– plus: het mogelijk beschikbare krediet op uw betaalrekening;
– minus: het geld dat de bank heeft geblokkeerd op uw betaalrekening. Wat blokkeren is leest u in artikel 4.9 (Wanneer blokkeert de bank mijn geld of mijn beleggingsproducten?); en
– de laatst bekende koersen van uw beleggingsproducten.
De uitkomst of u een dekkingstekort heeft geldt totdat de bank op de volgende werkdag weer een nieuwe berekening heeft gemaakt.
9.4 Wat houdt de 5-dagen procedure in?
1. Heeft u volgens de bank een dekkingstekort? Dan waarschuwt de bank u hiervoor. Dit doet de bank schriftelijk en soms ook telefonisch.
2. De 5-dagen procedure begint op de dag die als datum staat op de brief waarmee de bank u waarschuwt voor uw dekkingstekort. Die dag is dus de eerste dag van de procedure. Ook als u de brief later ontvangt, gaat de eerste dag in op de datum die op de brief staat.
3. U heeft vier werkdagen de tijd om uw dekkingstekort op te heffen. Deze vier dagen zijn inclusief de eerste dag van de procedure. U kunt uw dekkingstekort opheffen door bijvoorbeeld:
– al uw beleggingsproducten te verkopen of een deel daarvan; of
– de bank te vragen uw kooporders tegen te houden. Wat tegenhouden is, leest u in artikel 4.6 (Kan ik een opgegeven order nog tegenhouden?);
– of geld bij te storten op uw betaalrekening; of
– al uw optieposities te sluiten of een deel daarvan.
4. Wilt u uw dekkingstekort zelf opheffen? Dan moet u ervoor zorgen dat u aan het begin van de vijfde werkdag geen dekkingstekort meer heeft op uw betaalrekening.
4.7 (Wanneer keurt de bank mijn order goed?). Heeft u tijdens de 5-dagen procedure (weer) een dekkingstekort dan waarschuwt de bank u hier niet voor. Tijdens deze procedure is het alleen belangrijk of u op de vierde en vijfde werkdag wel of geen dekkingstekort heeft.
6. Heeft u aan het begin van de vijfde werkdag toch nog een dekkingstekort? Dan zal de bank maatregelen nemen om uw dekkingstekort op te heffen. De bank mag zelf besluiten welke maatregelen dat zijn. De transactiekosten voor deze maatregelen zijn hoger. U kunt deze hogere transactiekosten vinden in onze tarievenbrochure. De bank kan bijvoorbeeld:
– al uw beleggingsproducten verkopen of een deel daarvan; en
– uw kooporders laten vervallen die de bank eerder heeft goedgekeurd, maar die de bank nog niet heeft uitgevoerd. Dit betekent dat deze orders niet worden uitgevoerd.
De bank zal deze maatregelen zo veel mogelijk nemen op de vijfde dag bij opening van de beurs.
7. De 5-dagen procedure eindigt al op de vierde werkdag als u aan het begin van de vierde werkdag geen dekkingstekort meer heeft. Heeft u dan op de vijfde werkdag toch weer een dekkingstekort? Xxx waarschuwt de bank u hiervoor en begint de 5-dagen procedure op die dag opnieuw. Dat is dan meteen de eerste dag van de nieuwe procedure.`
Let op
Wilt u het op de vierde dag aanwezige dekkingstekort opheffen en informeert u bij de bank hoeveel geld u moet bijstorten op uw betaalrekening? Ook al stort u die dag dit bedrag of zelfs een hoger bedrag bij, dan kan het toch gebeuren dat u op de vijfde dag een dekkingstekort heeft. Bijvoorbeeld als gevolg van dalende koersen. De bank zal dan toch op de vijfde dag maatregelen nemen om het dekkingstekort op te heffen. Hiervoor zal de bank u niet verder waarschuwen.
Voorbeelden
Na bijstorting geen dekkingstekort meer op dag 2 van de 5-dagen procedure, daarna geen dekkingstekort meer
Op dinsdag 12 juli stelt de bank vast dat u een dekkingstekort van € 15.000,- op uw betaalrekening heeft. De bank stuurt u op dinsdag 12 juli een brief met de waarschuwing voor dit dekkingstekort.
U stort op woensdag 13 juli € 20.000,- op uw betaalrekening. Daarna heeft u geen dekkingstekort. In de dagen daarna blijft de waarde van uw beleggingen ongeveer gelijk. Ook geeft u geen orders meer op en betaalt u niets meer van uw betaalrekening. Hierdoor heeft u ook in de dagen daarna geen dekkingstekort meer. Op vrijdag 15 juli (de vierde werkdag) kijkt de bank aan het begin van de werkdag of u wel of geen dekkingstekort heeft.
U heeft geen dekkingstekort. Hierdoor eindigt de 5-dagen procedure op dat moment.
Na bijstorting geen dekkingstekort meer op dag 2 van de 5-dagen procedure, daarna door koersdaling weer een dekkingstekort
Op dinsdag 12 juli stelt de bank vast dat u een dekkingstekort van € 15.000,- op uw betaalrekening heeft. De bank stuurt u op dinsdag 12 juli een brief met de waarschuwing voor dit dekkingstekort.
U stort op woensdag 13 juli € 20.000,- op uw betaalrekening. Daarna heeft u geen dekkingstekort. Op donderdag 14 juli daalt de waarde van uw beleggingsproducten sterk. Op de vierde werkdag (vrijdag 15 juli) kijkt de bank aan het begin van deze werkdag of u wel of geen dekkingstekort heeft. U heeft op die dag een dekkingstekort van € 10.000,-.
Stelt de bank aan het begin van de vijfde werkdag (maandag 18 juli) weer vast dat u een dekkingstekort heeft? Dan zal de bank op maandag 18 juli maatregelen nemen om uw dekkingstekort op te heffen. Hierdoor eindigt de 5-dagen procedure.
Dekkingstekort niet opgelost
Op dinsdag 12 juli stelt de bank vast dat u een dekkingstekort van € 15.000,- op uw betaalrekening heeft.
De bank stuurt u op dinsdag 12 juli een brief met de waarschuwing voor dit dekkingstekort. U doet niets of u neemt maatregelen die het dekkingstekort niet of niet helemaal opheffen. In de dagen daarna blijft de waarde van uw beleggingen ongeveer gelijk. U geeft geen orders op en u betaalt niets van uw betaalrekening. U blijft een dekkingstekort houden.
Op de vierde werkdag (vrijdag 15 juli) kijkt de bank aan het begin van deze werkdag of u wel of geen dekkingstekort heeft. U heeft nog wel een dekkingstekort. Stelt de bank aan het begin van de vijfde werkdag (maandag 18 juli) weer vast dat u een dekkingstekort heeft? Dan zal de bank op maandag 18 juli maatregelen nemen om uw dekkingstekort op te heffen. Hierdoor eindigt de 5-dagen procedure.
10. Klachtenprocedure
10.1 Hoe en waar kan ik klachten doorgeven?
1. De bank doet haar best om u zo goed mogelijk van dienst te zijn. Heeft u toch nog een klacht? Geeft u dit dan direct door aan de bank. De bank zal uw klacht dan onderzoeken. Het is niet altijd meteen duidelijk of de bank een fout heeft gemaakt. Ook kan er daarover tussen u en de bank verschil van mening bestaan.
2. U kunt uw klacht doorgeven op één van de volgende manieren:
– schriftelijk: stuur uw klacht naar uw ABN AMRO kantoor. Het adres van uw vestiging vindt u op onze website.
– via Internet: u kunt uw klacht online aan de bank doorgeven door een e-mail te sturen of via een bankmail.
– bij een advieskantoor: bespreek uw klacht met een medewerker van één van onze kantoren of met uw eigen contactpersoon.
– telefonisch: u kunt de bank bereiken op telefoonnummer: 0900 – 0024*. Vanuit het buitenland belt u:
x00 (0)00 000 00 00 (u betaalt dan de lokale kosten plus de kosten voor het bellen vanuit het buitenland).
3. Lost de bank uw probleem niet direct op bij het doorgeven ervan op kantoor of aan de telefoon? Xxx ontvangt u altijd een brief van de bank met een antwoord of een ontvangstbevestiging. Als de bank niet direct een antwoord kan geven, dan staat in deze brief de datum waarop u een antwoord van de bank kunt verwachten.
* Voor dit gesprek betaalt u uw gebruikelijke belkosten. Uw telefoonaanbieder bepaalt deze kosten.
10.2 Wat kan ik doen als ik het niet eens ben met het antwoord van de bank?
Xxxx u het niet eens met het antwoord op uw klacht, dan kunt u in beroep gaan. Dit betekent dat u de bank per brief of per e-mail vraagt om uw klacht nogmaals te beoordelen. Noem in uw klacht de volgende punten:
• omschrijving van uw klacht
• uw naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres
• uw rekeningnummer
Stuur ook kopieën van de informatie mee als dit uw klacht duidelijker maakt. U kunt het sturen naar:
Centraal Beheer PPI
Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxx
Per mail naar xxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx
Nadat onze afdeling Klachtenmanagement uw brief heeft ontvangen, stuurt deze u een brief. In deze brief staat de datum waarop u een antwoord op uw klacht ontvangt. In dat antwoord reageert de bank op uw klacht. Ook geeft de bank in dat antwoord aan als dat antwoord het definitieve oordeel is van de bank over uw klacht.
10.3 Wat kan ik doen als ik daarna nog steeds niet tevreden ben?
U kunt uw klacht voorleggen aan het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid), een onafhankelijke organisatie die klachten van consumenten behandelt over financiële producten en diensten. Dit moet u doen binnen drie maanden na de datum van de brief van de bank waarin u het definitieve antwoord van de bank heeft ontvangen. U kunt een klachtenformulier downloaden via xxxxx.xx of het klachtenformulier telefonisch opvragen bij het Kifid (telefoonnummer: 070 - 333 8 999). Op de website van het Kifid vindt u meer informatie over het Kifid en de reglementen van het Kifid. Hierin ziet u onder meer onder welke voorwaarden het Kifid uw klacht in behandeling kan nemen.
Uw klachtenformulier dient u online in via xxxx.xxxxx.xx of stuurt u naar:
Klachteninstituut Financiële Dienstverlening Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx
Het Kifid kijkt of u en de bank uw klacht via bemiddeling kunnen oplossen. Zo niet, dan legt het Kifid uw klacht voor aan de Geschillencommissie. U kunt er ook voor kiezen om naar de Nederlandse rechter te gaan.
10.4 Wat moet ik doen met mijn beleggingsproducten op mijn beleggingsrekening waarover ik een klacht heb?
Heeft u een klacht over beleggingsproducten die u op uw beleggingsrekening heeft? Dan moet u zo veel mogelijk de schade beperken. Ook als u hierover een klacht heeft ingediend bij de bank, maar u nog niet weet of uw klacht wordt opgelost. In de tussentijd kan de schade namelijk oplopen. De schade kunt u bijvoorbeeld beperken door de beleggingsproducten te verkopen waarover u een klacht heeft. Als hiervoor een andere maatregel dan verkopen nodig is, dan moet u die nemen. Bijvoorbeeld dat u juist een beleggingsproduct weer terugkoopt, als u vindt dat de bank onterecht dit product heeft verkocht.
Volgens de wet bent u zelf verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen waardoor u eventuele schade beperkt of waardoor u de schade op een bepaalde hoogte vastlegt. Loopt de schade op nadat u zelf redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn van uw eventuele schade? Dan is de bank daarvoor niet aansprakelijk.
11. Overige onderwerpen
11.1 Hoe gaat de bank om met belangenconflicten bij beleggen?
1. De bank heeft beleid vastgesteld om belangenconflicten te kunnen beheersen. Wat belangenconflicten zijn en hoe de bank daarmee omgaat, leest u in de Samenvatting van het beleid van ABN AMRO over
belangenconflicten. Deze samenvatting kunt u ook vinden op de website van de bank: xxxxxxx.xx U kunt het beleid van ABN AMRO over belangenconflicten bij de bank opvragen.
2. De bank zorgt ervoor dat de afdeling van de bank die beleggingsdiensten aan u verleent onafhankelijk kan handelen. Dit betekent bijvoorbeeld dat deze afdeling niet van alle informatie gebruik kan of mag maken die binnen de bank aanwezig is, als deze afdeling beleggingsdiensten verleent. Deze afdeling mag in ieder geval geen gebruik maken van informatie:
– die niet openbaar is; en
– die koersgevoelig is.
3. Is er toch een belangenconflict? Dan zal de bank u hiervan op de hoogte stellen. U kunt dan bepalen wat u wilt doen met de beleggingsdiensten waarover een belangenconflict bestaat.
4. De bank kan u van een belangenconflict op de hoogte stellen door:
– een bericht op de website van de bank:
– een e-mail aan u; of
– een brief aan u.
11.2 Vallen de beleggingsdiensten onder het beleggerscompensatie- en depositogarantiestelsel?
1. De regels van het beleggerscompensatie- en depositogarantiestelsel zijn van toepassing op de bank.
2. De beleggingsproducten op uw beleggingsrekening vallen niet onder het depositogarantiestelsel.
3. Voor meer informatie over deze regels verwijzen wij u naar de website van De Nederlandsche Bank (xxx.xx).
11.3 Hoe gaat de bank met mijn persoonlijke gegevens om?
1. De persoonlijke gegevens die u aan de bank heeft gegeven, zal de bank verwerken rekening houdend met de geldende privacywet- en regelgeving. Kijk voor meer informatie in Artikel 10 Persoonsgegevens onder het kopje ‘Hoe gaan wij om met persoonsgegevens?’ van de Algemene Bankvoorwaarden. Deze voorwaarden staan in
de Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V. Verder staat op de website van de bank ook meer informatie over het onderwerp privacy en gebruik van uw persoonsgegevens.
2. In aanvulling daarop geldt het volgende:
– Voor bepaalde buitenlandse beleggingsproducten kunt u aanspraak maken op vermindering van bronbelasting. Dit geldt bijvoorbeeld voor Amerikaanse beleggingsproducten. De bank kan in het kader hiervan uw persoonlijke gegevens doorgeven aan een buitenlandse instantie waarmee de bank een overeenkomst heeft gesloten.
– Daarnaast geeft de bank in de meeste gevallen aan de Nederlandse belastingdienst informatie door over uw beleggingen. Soms geeft de Nederlandse belastingdienst die informatie ook door aan buitenlandse belastingdiensten, bijvoorbeeld in de Europese Unie of in de Verenigde Staten.
– Als u in buitenlandse beleggingsproducten belegt, bewaart de bank uw beleggingsproducten bij een buitenlandse bank of bewaarbedrijf. Ook worden uw orders door een buitenlandse partij uitgevoerd. Zie ook artikel 5.1 (Bewaart de bank mijn beleggingsproducten?) en artikel 4.11 (Hoe voert de bank mijn orders uit?). Toezichthouders uit het buitenland, of buitenlandse partijen die uw beleggingsproducten bewaren of uw orders uitvoeren, kunnen uw persoonsgegevens op basis van bijvoorbeeld lokale anti-witwas wetten opvragen. Persoonsgegevens zijn bijvoorbeeld uw naam en adres. Vraagt de buitenlandse toezichthouder of partij die uw beleggingsproducten bewaart of orders uitvoert om deze gegevens? Dan moet de bank mogelijk uw persoonsgegevens doorgeven. Doordat deze partijen zich in het buitenland bevinden kan
het zijn dat deze landen niet hetzelfde of een onvoldoende beschermingsniveau van persoonsgegevens kennen als Nederland. Zie ook artikel 10 Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V. (Hoe gaan wij om met persoonsgegevens?). Wilt u niet dat de bank uw gegevens of de gegevens van uw vertegenwoordigers aan deze buitenlandse partijen doorgeeft, dan kunt u de bank dit laten weten. Dit betekent dat u beleggingsproducten uit deze landen moet verkopen. De mogelijk negatieve financiële gevolgen van de verkoop komen dan wel volledig voor uw rekening.
11.4 Wat betekent het dat de bank een pandrecht op mijn beleggingen heeft?
1. Heeft u de Overeenkomst Beleggen ondertekend? Dan bent u verplicht om nu en in de toekomst aan de bank in pand te geven en geeft u daarmee nu en in de toekomst in pand:
– alle beleggingsproducten waarin u bij de bank belegt. Dit gaat op de manier die staat in artikel 24 van de Algemene Bankvoorwaarden. Deze voorwaarden staan in de Algemene Voorwaarden ABN AMRO Bank N.V.;
– al uw vorderingen die u op de Stichting Beleggersgiro heeft. Wat de beleggersgiro is, leest u in de Voorwaarden Beleggersgiro;
– alle goederen die in de plaats komen van deze beleggingsproducten en vorderingen.
– u verklaart dat u deze beleggingsproducten, vorderingen en goederen aan de bank in pand mag geven.
2. Heeft u de Overeenkomst Beleggen ondertekend? Xxx geeft u aan de bank ook een volmacht, waardoor de bank namens u:
– al deze vorderingen, beleggingsproducten en andere goederen telkens weer aan de bank kan verpanden. Dit doet de bank telkens weer bij herhaling; en
– alles kan doen wat de bank nodig vindt voor deze verpandingen. U kunt uw volmacht niet herroepen en de bank mag uw volmacht aan een ander geven (recht van substitutie).
3. Met dit pandrecht geeft u de bank zekerheid voor al uw schulden die u op enig moment aan de bank heeft. Deze verpanding heeft alleen gevolgen voor u als u bijvoorbeeld schulden heeft bij de bank:
– waarvoor door de bank niet apart zekerheid met u is overeengekomen; of
– waarvoor de zekerheid op enig moment te weinig dekking biedt, als u wel apart zekerheid bent overeengekomen.
Heeft u geen schulden bij de bank of heeft u wel voldoende dekking daarvoor? Dan kunt u gewoon zelf over uw beleggingsproducten beschikken. Behalve als er een andere beperking is.
4. Een bijzonder kenmerk van dit pandrecht van de bank is dat het ‘automatisch’ tot stand komt door de volmacht van u aan de bank. U hoeft als klant van de bank hiervoor bijvoorbeeld niet telkens een aparte pandakte te ondertekenen. Dit is van belang om het pandrecht van de bank op een zo eenvoudig mogelijke wijze steeds te laten bestaan.
5. Leest u ook artikel 24 van de Algemene Bankvoorwaarden en de toelichting daarop.
12. Stoppen met bepaalde beleggingsdiensten
12.1 Kan de bank stoppen met bepaalde beleggingsdiensten?
1. De bank kan op elk moment besluiten om per direct te stoppen met bepaalde beleggingsdiensten. De bank kan bijvoorbeeld besluiten om:
– te stoppen met een bepaalde beleggingsvorm;
– te stoppen met bepaalde beleggingsproducten. U kunt deze producten dan niet meer kopen bij de bank en niet meer bij de bank ontvangen van een andere bank of binnen de bank. Soms kunt u deze beleggingsproducten ook niet meer verkopen of overboeken naar een andere bank of binnen de bank;
– op een bepaalde beurs geen orders meer uit te voeren; en
– uw beleggingsrekening op te heffen. Bijvoorbeeld als u gedurende een kalenderjaar of langer geen beleggingsproducten op uw beleggingsrekening heeft staan.
2. Stopt de bank met een bepaalde beleggingsdienst? Dan hoeft de bank u niet uit te leggen waarom de bank hiermee stopt.
3. Stopt de bank met een bepaald beleggingsproduct op uw beleggingsrekening? En moet u dat beleggingsproduct verkopen of overboeken naar een andere bank? Xxx krijgt u hierover een bericht van de bank. In dit bericht
zal de bank u een termijn geven om deze beleggingsproducten te verkopen of over te boeken naar een andere bank. Heeft u deze beleggingsproducten na die termijn nog op uw beleggingsrekening? Dan mag de bank deze beleggingsproducten voor u verkopen. De bank zal de opbrengst ervan na aftrek van kosten op uw betaalrekening bijschrijven.
4. Heft de bank uw beleggingsrekening op? En wilt u uw beleggingsrekening daarna toch weer gebruiken? Xxx moet u de bank vragen om weer een beleggingsrekening voor u te openen. Soms kan de bank dan uw oude beleggingsrekening voor u openen, maar dit kan de bank niet altijd. Dan opent de bank een nieuwe beleggingsrekening voor u.
12.2 Wat moet ik doen als ik niet meer bij de bank wil beleggen?
U kunt op elk moment de Overeenkomst Beleggen opzeggen als u niet meer bij de bank wilt beleggen. U moet de bank hierover een brief sturen. Nadat de bank uw brief heeft ontvangen, eindigt de Overeenkomst Beleggen.
12.3 Kan de bank de Overeenkomst Beleggen opzeggen?
1. De bank kan op elk moment de Overeenkomst Beleggen met u opzeggen. De bank moet u hierover een brief sturen. De Overeenkomst Beleggen eindigt een maand na de datum van deze brief.
2. Kan de bank u niet meer bereiken op het adres dat u aan de bank heeft opgegeven? Dan kan de bank de Overeenkomst Beleggen met u opzeggen zonder een schriftelijk bericht aan u. Dit kan de bank doen als de bank u twee jaar lang niet heeft kunnen bereiken. Daarna zal de bank uw beleggingsproducten op een bepaald moment verkopen. De opbrengst daarvan zal de bank na aftrek van kosten storten op een rekening van de bank. U kunt de opbrengsten hiervan na aftrek van kosten opeisen bij de bank.
12.4 Wat zijn de gevolgen als de Overeenkomst Beleggen eindigt?
1. De bank zal uw orders die de bank eerder heeft goedgekeurd, zo veel mogelijk uitvoeren. De bank zal geen nieuwe kooporders meer goedkeuren, maar nog wel verkooporders.
2. U moet de bank binnen vier weken na opzegging aangeven naar welke andere bank uw beleggingsproducten kunnen worden overgeboekt. Doet u dit niet, dan mag de bank uw beleggingsproducten voor u verkopen. De bank zal de opbrengst na aftrek van kosten bijschrijven op uw betaalrekening. Dit geldt ook als u of de bank de gehele bankrelatie opzegt (zie ook artikel 35 van de Algemene Bankvoorwaarden). Heeft u bij ABN AMRO geen
betaalrekening meer? Dan zal de bank de opbrengst na aftrek van kosten bijschrijven op een betaalrekening van u bij een andere bank. U moet dan wel het nummer van die betaalrekening aan de bank hebben doorgegeven.
3. Als de Overeenkomst Beleggen eindigt, dan eindigen ook alle andere aparte overeenkomsten over beleggen die bij deze Overeenkomst Beleggen horen.
12.5 Kan de bank mij bepaalde beleggingsdiensten weigeren?
De bank mag u bepaalde beleggingsdiensten en bepaalde beleggingsproducten weigeren als de bank dit nodig vindt. De bank mag bijvoorbeeld weigeren een beleggingsrekening voor u te openen. Of als u al belegt bij de bank, dan mag de bank weigeren om voor u een aanvullende overeenkomst af te sluiten. Bijvoorbeeld de Deelovereenkomst voor Opties. Ook mag de bank weigeren een beleggingsproduct aan u te verkopen als u niet behoort tot de doelgroep van het beleggingsproduct. De bank mag u ook bepaalde beleggingsdiensten weigeren
als u geen identificatiecode verstrekt (zie art. 1.8 Welke informatie heeft de bank van u nodig als u gaat beleggen?). De bank hoeft u niet uit te leggen waarom de bank u bepaalde beleggingsdiensten of beleggingsproducten weigert.
ABN AMRO Bank N.V.
Amsterdam, februari 2020
ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam. Handelsregister K.v.K. Amsterdam, nr 34334259.
0900 – 0024
(Voor dit gesprek betaalt u uw gebruikelijke belkosten. Uw telefoonaanbieder bepaalt deze kosten). xxxxxxx.xx
Voorwaarden beleggersgiro
1. Inleiding
1.1 Wat is beleggen via de beleggersgiro?
1. Via de beleggersgiro kunt u beleggen in bepaalde beleggingsproducten. Zie hiervoor artikel 1.2 (In welke beleggingsproducten kan ik beleggen via de beleggersgiro?). Een bijzonder kenmerk van een beleggersgiro is dat u niet alleen in een heel beleggingsproduct kunt beleggen, maar ook in een deel daarvan. U kunt
bijvoorbeeld beleggen in een heel aandeel (1,0000), maar ook in een half aandeel (0,5000). De bank geeft een beleggingsproduct op de beleggersgiro altijd weer in vier cijfers achter de komma.
2. Omdat u via de beleggersgiro in een deel van een beleggingsproduct kunt beleggen, kunt u niet alleen orders in beleggingsproducten opgeven, maar ook orders in euro’s. De bank rekent het orderbedrag in euro’s dan om naar het aantal beleggingsproducten in vier cijfers achter de komma. De bank houdt daarbij rekening met de kosten voor uw order. Zie hiervoor artikel 2.1 (Welke regels gelden als ik een order opgeef bij de bank voor de beleggersgiro?).
3. Omdat u orders in euro’s kunt opgeven, kunt u ook periodiek beleggen voor een bepaald bedrag. Periodiek beleggen houdt in dat u dan bijvoorbeeld elke maand automatisch voor € 100,- een order bij de bank opgeeft om beleggingsproducten te kopen via de beleggersgiro.
Let op
Bij enkele beleggingsfondsen kunt u ook in delen beleggen zonder dat u via de beleggersgiro belegt. Dit zijn zogenaamde fractiefondsen. Op uw portefeuilleoverzicht ziet u in de fondsnaam in dat geval bijvoorbeeld 1/1000 staan. Dit betekent dat uw belegging in dat beleggingsfonds met 1000 is vermenigvuldigd. Uw belegging is weergegeven als een getal zonder cijfers achter de komma.
De koers van dat fonds is gedeeld door 1000, zodat de totale waarde op het overzicht juist is.
Een voorbeeld
U heeft 5,678 aandelen in beleggingsfonds XYZ met een koers van € 1.000,- per aandeel. De totale waarde is dan € 5.678,-. Op uw portefeuilleoverzicht ziet u 5.678 XYZ (1/1000) staan met een koers van € 1,-. De totale waarde is dan € 5.678,-.
1.2 In welke beleggingsproducten kan ik beleggen via de beleggersgiro?
1. De bank wijst aan in welke beleggingsproducten u via de beleggersgiro kunt beleggen. U kunt deze beleggingsproducten opvragen bij de bank. Zie ook artikel 5.1 (Kan de bank besluiten dat ik via de beleggersgiro niet meer in een bepaald beleggingsproduct kan beleggen?).
2. De volgende soorten beleggingsproducten kan de bank aanwijzen voor beleggen via de beleggersgiro:
– beleggingsfondsen;
– edelmetaal;
– gestructureerde producten;
– obligaties; en
– aandelen.
U leest in hoofdstuk 2 van de Bijlage Beleggen meer over deze beleggingsproducten.
3. Wilt u in een door de bank aangewezen beleggingsproduct beleggen, maar niet of niet meer via de beleggersgiro? Dan kunt u dit doorgeven aan de bank. Zie hiervoor artikel 3.5 (Wat moet ik doen als ik niet of niet meer via de beleggersgiro in een bepaald beleggingsproduct wil beleggen?).
1.3 Hoe werkt beleggen via de beleggersgiro?
1. Belegt u via de beleggersgiro? Dan belegt u niet rechtstreeks in beleggingsproducten. U belegt dan in beleggingsproducten via de Stichting Beleggersgiro ABN AMRO. Dit kunnen ook beleggingsproducten zijn die aan een beurs zijn genoteerd. De bank heeft deze Stichting speciaal opgericht zodat u kunt beleggen via de beleggersgiro.
2. De Stichting belegt volgens uw opdracht in de beleggingsproducten:
– die de bank heeft aangewezen; en
– waarvoor u een order bij de bank heeft opgegeven. Hoe u een order opgeeft bij de bank leest u in artikel 2.1 (Welke regels gelden als ik een order opgeef bij de bank voor de beleggersgiro?).
3. De Stichting is eigenaar van die beleggingsproducten. Dit betekent dat de beleggingsproducten op naam van de Stichting staan. Maar alle voor- en nadelen van beleggen via de beleggersgiro zijn voor u. De Stichting mag namelijk geen commerciële en economische handelingen verrichten. Dat is om zoveel mogelijk te voorkomen dat de Stichting risico’s loopt. Moet de Stichting bijvoorbeeld voor een bepaald beleggingsfonds dat op naam van de Stichting staat, kosten betalen aan het fondshuis van dat beleggingsfonds? Dan berekent de bank deze kosten door aan de klanten die in dat beleggingsfonds beleggen.
4. Heeft de bank uw order via de beleggersgiro uitgevoerd? Dan krijgt u geen beleggingsproducten, maar een vordering op de Stichting uitgedrukt in een aantal beleggingsproducten.
5. De bank administreert uw vordering op de Stichting op uw beleggingsrekening. Hierop ziet u uw vordering per beleggingsproduct in vier cijfers achter de komma.
1.4 Hoe zorgt de bank ervoor dat mijn vordering op de Stichting juist is?
1. De bank zorgt voor het beheer en de administratie van uw beleggingsproducten op de beleggersgiro. Ook mag de bank alle handelingen verrichten die de bank nodig vindt voor het pandrecht van de bank op deze beleggingsproducten. Wat het pandrecht van de bank betekent, leest u in artikel 11.4 (Wat betekent het dat de bank een pandrecht op mijn beleggingen heeft?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
2. De bank zorgt ervoor dat de beleggingsproducten die op naam staan van de Stichting, overeenkomen met uw vordering.
3. De bank garandeert aan u dat de Stichting de verplichtingen nakomt die de Stichting aan u heeft.
4. De bank zorgt ervoor dat de beleggingsproducten die op naam staan van de Stichting op dezelfde manier worden bewaard als alle andere beleggingsproducten van klanten van de bank. Dit betekent dat de bank deze beleggingsproducten meestal door een ander laat bewaren. Zie voor de regels over bewaren hoofdstuk 5 (Bewaring van beleggingsproducten) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. Dit betekent dat uw beleggingsproducten op de beleggersgiro niet in de boedel van de bank vallen bij een eventueel faillissement van de bank. Bij een faillissement van de bank kunt u uw vordering op de Stichting via de curator van de bank bij de Stichting opeisen.
5. In aanvulling op hoofdstuk 5 (Bewaring van beleggingsproducten) van de Algemene Voorwaarden Beleggen gelden ook nog de volgende regels voor de beleggersgiro:
– De Stichting hoeft de beleggingsproducten niet op uw naam te bewaren en af te zonderen van beleggingsproducten van andere klanten van de bank.
– De Stichting mag beleggingsproducten aan toonder omzetten in beleggingsproducten op naam. De Stichting schrijft deze beleggingsproducten in het register van de instelling in die het beleggingsproduct heeft uitgegeven, als dat mogelijk is.
– De Stichting mag beleggingsproducten aan toonder inschrijven op naam van de Stichting in het register van de instelling die het beleggingsproduct heeft uitgegeven.
6. Wat beleggingsproducten op naam en aan toonder zijn, leest u in artikel 6.6 (Wat zijn beleggingsproducten op naam en wat zijn beleggingsproducten aan toonder?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
2. Orders
2.1 Welke regels gelden als ik een order opgeef bij de bank voor de beleggersgiro?
1. De regels uit hoofdstuk 4 (Orders) van de Algemene Voorwaarden Beleggen gelden als u een order opgeeft voor de beleggersgiro. In aanvulling hierop gelden ook nog de volgende regels voor de beleggersgiro.
2. U kunt bij de bank een order opgeven voor de beleggersgiro:
– in euro’s; of
– in aantallen beleggingsproducten tot vier cijfers achter de komma. Voor een belegging in edelmetaal geeft u een order op in een bepaald gewicht.
3. U kunt voor de beleggersgiro geen limietorders opgeven. Wat een limietorder is, leest u in artikel 4.4 (Welke soorten orders kan ik bij de bank opgeven?).
4. U moet uw kooporder opgeven voor ten minste het minimumbedrag dat de bank heeft bepaald. Geeft u een kooporder op in aantallen of in gewicht, dan moet het bedrag dat u daarvoor moet betalen ten minste dat minimumbedrag zijn. Het minimumbedrag per order kunt u vinden in de tarievenkaarten van de bank. U vindt deze tarievenkaarten op de website van de bank. Dit minimumbedrag geldt niet als u uw totale belegging in een beleggingsproduct op de beleggersgiro wilt verkopen.
5. Geeft u een kooporder op in euro’s? Xxx trekt de bank daar eerst de kosten van af. De bank zal uw kooporder dan uitvoeren voor het bedrag dat overblijft. Zie ook het voorbeeld dat hieronder staat.
6. Geeft u een verkooporder op in euro’s? Xxx telt de bank daar eerst de kosten bij op. De bank zal uw verkooporder dan uitvoeren voor het totale bedrag. De bank schrijft het bedrag van de opbrengst van de verkoop na aftrek van kosten bij op uw betaalrekening. Zie ook het voorbeeld hierna.
7. Is uw verkooporder in euro’s hoger dan de waarde van het beleggingsproduct dat u wilt verkopen? Dan verkoopt de bank voor u het totale aantal van dat beleggingsproduct waarin u via de beleggersgiro belegt. De bank schrijft het bedrag van de opbrengst van de verkoop na aftrek van kosten bij op uw betaalrekening.
8. Zie voor uw orders in hele aantallen beleggingsproducten de regels uit hoofdstuk 4 (Orders) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
9. Let op: er kunnen in de voorwaarden van een beleggingsproduct beperkingen voor de verkoop staan. Zie hiervoor ook artikel 4.2 onder 5 van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
Een voorbeeld
Kooporder
U geeft bij de bank een kooporder op voor de beleggersgiro voor € 1.000,-. Stel dat de kosten voor deze order
€ 5,- zijn. De bank voert uw order dan uit voor € 995,- (€ 1000,- min € 5,-). De bank schrijft het bedrag van de koop en de kosten 995,- plus € 5,- = € 1.000,-) af van uw betaalrekening.
Verkooporder
U geeft bij de bank een verkooporder op voor de beleggersgiro voor € 1.000,-. Stel dat de kosten voor deze order € 5,- zijn. De bank voert uw order dan uit voor € 1005,- (€ 1000,- plus € 5,-).
De bank schrijft het bedrag van de opbrengst na aftrek van de kosten (€ 1005,- min € 5,- = € 1.000,-) bij op uw betaalrekening.
2.2 Wanneer geeft de bank mijn order voor de beleggersgiro door?
1. Wilt u dat de bank uw order voor de beleggersgiro nog dezelfde dag doorgeeft? Dan moet u uw order vóór een bepaald tijdstip opgeven bij de bank. Dit tijdstip noemen we ook wel het afslagmoment. Het afslagmoment kan per beleggingsproduct verschillen. Voor een beleggingsproduct dat is genoteerd aan Euronext Amsterdam is het afslagmoment voor orders voor de beleggersgiro 15.30 uur. Voor een beleggingsproduct dat is genoteerd aan een andere beurs of niet is genoteerd, kunnen andere tijdstippen gelden. Op de website van de bank
ziet u vóór welk tijdstip u uw order op een werkdag moet opgeven. Dit vindt u bij de informatie over het beleggingsproduct waarin u wilt beleggen. Dit tijdstip kunt u ook opvragen bij de bank.
2. De bank kan uw order niet meer voor u tegenhouden na dit tijdstip. Wat tegenhouden van uw order is, leest u in artikel 4.6 (Kan ik een opgegeven order nog tegenhouden?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
3. De bank geeft uw order pas de volgende werkdag door:
– als u uw order niet opgeeft op een werkdag;
– als u uw order op een werkdag opgeeft, maar niet vóór het tijdstip dat de bank heeft bepaald; of
– als de bank heeft bepaald dat de bank uw order voor een beleggingsproduct altijd pas de volgende werkdag doorgeeft. Op de website van de bank vindt u voor welke beleggingsproducten dit geldt.
2.3 Hoe voert de bank mijn orders voor de beleggersgiro uit?
1. De bank heeft vastgesteld hoe de bank uw orders uitvoert. Dit leest u in het Beleid van ABN AMRO over uitvoering van orders. Zie hiervoor ook artikel 4.11 (Hoe voert de bank mijn orders uit?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. In aanvulling op dat beleid gelden de volgende regels voor de beleggersgiro.
2. Geeft u bij de bank vóór een bepaald tijdstip een order op voor de beleggersgiro voor een beleggingsproduct dat is genoteerd aan een beurs? Dan voert de bank uw order uit tegen de openingskoers van dat product. Dit is de eerste openingskoers nadat u uw order heeft opgegeven.
3. Geeft u bij de bank vóór een bepaald tijdstip een order op voor de beleggersgiro voor een beleggingsproduct dat niet is genoteerd aan een beurs? Xxx voert de bank uw order uit tegen de prijs die de beheerder van dat product opgeeft. Dit is de eerste prijs nadat u uw order heeft opgegeven.
4. Op de website van de bank ziet u per beleggingsproduct het tijdstip waarvoor u een order moet opgeven als u wilt dat de bank die nog dezelfde dag doorgeeft.
5. U kunt van de uitgevende instelling van uw beleggingsproducten dividenduitkeringen krijgen. De uitgevende instelling maakt vooraf bekend op welke datum deze uitkering zal worden gedaan. Deze datum noemen wij de ‘betaaldatum’. Verder maakt de uitgevende instelling de zogenoemde ‘ex-dividend datum’ bekend. Op die datum moet u het beleggingsproduct nog hebben om een uitkering te kunnen krijgen.
Wilt u de dividenduitkering op uw beleggingsproduct herbeleggen? Xxx doet de bank het volgende. U ontvangt op de betaaldatum de uitkering in geld op uw betaalrekening. De bank geeft op de betaaldatum ook een kooporder voor u op en voert deze kooporder voor u uit:
a) voor een beleggingsproduct dat is genoteerd aan een beurs, tegen de eerstvolgende openingskoers na de betaaldatum;
b) voor een beleggingsproduct dat niet is genoteerd aan een beurs, tegen de eerstvolgende prijs die de beheerder na de betaaldatum opgeeft.
Het is bij uitkeringen van sommige uitgevende instellingen mogelijk dat de bank de kooporder later dan de betaaldatum opgeeft. Dit kan de bank doen als de uitgevende instelling de informatie over de dividenduitkering niet op tijd aan de bank heeft doorgegeven. De bank voert de kooporder dan uit tegen de eerstvolgende prijs nadat de bank de informatie heeft ontvangen. Wat een herbelegging is, leest u in artikel 3.2 (Wat doet de bank met mijn uitkeringen op mijn beleggings- producten op de beleggersgiro?).
6. Voegt u iets anders toe aan een order voor de beleggersgiro dan is opgenomen in dit hoofdstuk? Bijvoorbeeld een koerslimiet of een tijdslimiet. Dan kan de bank uw order wel uitvoeren, maar dan zonder die toevoeging. Wat een koers- of tijdslimiet is, leest u in artikel 4.4 (Welke soorten orders kan ik bij de bank opgeven?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
3. Administratie van uw beleggingen op de beleggersgiro
3.1 Welke administratieve werkzaamheden voert de bank uit voor mijn beleggingen op de beleggersgiro? Voor uw beleggingsproducten op de beleggersgiro voert de bank bepaalde administratieve werkzaamheden voor u uit. Hiervoor gelden de regels in hoofdstuk 6 (Administratie van uw beleggingen) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. In aanvulling hierop gelden ook nog de volgende regels voor de beleggersgiro.
3.2 Wat doet de bank met mijn uitkeringen op mijn beleggingsproducten op de beleggersgiro?
1. De bank ontvangt een uitkering op uw beleggingsproducten op de beleggersgiro in geld. Hiervoor kunt u een algemene keuze maken:
– U laat de bank dit geld bijschrijven op uw betaalrekening.
– U laat de bank dit geld beleggen in het beleggingsproduct waarop de uitkering is gedaan. Dit noemen we herbeleggen. Hoe de bank een herbelegging uitvoert, leest u in artikel 2.3 (Hoe voert de bank mijn orders voor de beleggersgiro uit?).
2. Uw keuze geldt voor al uw beleggingsproducten op de beleggersgiro. U kunt uw keuze altijd wijzigen. Dit kunt u zelf doen via Internet Bankieren of u geeft het telefonisch of via uw kantoor aan de bank door. Nadat de bank uw wijziging in de systemen van de bank heeft verwerkt, geldt uw nieuwe keuze dan ook weer voor al uw beleggingsproducten op de beleggersgiro. Komt u te overlijden en staat uw beleggingsrekening alleen op uw naam? Dan vervalt uw keuze:
– als de bank is geïnformeerd over uw overlijden; en
– nadat dit is verwerkt in de systemen van de bank. Vanaf dat moment wordt het dividend niet meer herbelegd maar alleen nog uitgekeerd in geld.
3. Heeft u geen keuze gemaakt? Dan gaat de bank er bij uitkeringen in geld altijd van uit dat u het geld wilt herbeleggen.
4. Ontvangt de bank voor u een uitkering in de vorm van beleggingsproducten? Xxx schrijft de bank deze beleggingsproducten bij op uw beleggingsrekening.
5. Ontvangt de bank voor u een uitkering in de vorm van beleggingsproducten en in geld? Xxx schrijft de bank:
– deze beleggingsproducten bij op uw beleggingsrekening; en
– het geld bij op uw betaalrekening als u daarvoor heeft gekozen. Heeft u daarvoor niet gekozen of heeft u geen keuze gemaakt? Xxx zal de bank dit geld voor u herbeleggen.
6. Schrijft de bank de uitkering voor u in geld bij op uw betaalrekening? Of herbelegt de bank de uitkering voor u? Dan moet u soms over de uitkering belasting betalen. De bank zal deze belasting zo veel mogelijk aftrekken van het geld dat de bank bijschrijft op uw betaalrekening.
3.3 Hoe kan ik een vergadering van aandeelhouders bijwonen voor mijn beleggingen op de beleggersgiro?
1. Zie voor de regels in artikel 6.3 (Hoe kan ik een vergadering van aandeelhouders bijwonen?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. In aanvulling hierop geldt ook nog het volgende voor de beleggersgiro.
2. U kunt alleen hele aantallen van uw beleggingsproducten laten registreren en niet de delen van een beleggingsproduct. Dat wil zeggen dat u niet het deel van een beleggingsproduct achter de komma kunt laten registreren.
3.4 Hoe kan ik mijn beleggingen op de beleggersgiro overboeken naar een andere rekening of op de beleggersgiro ontvangen vanaf een andere rekening?
1. U kunt uw beleggingsproducten op de beleggersgiro overboeken naar:
– een andere beleggingsrekening van uzelf of van iemand anders bij de bank; of
– een andere rekening van uzelf of van iemand anders bij een andere bank.
2. U kunt beleggingsproducten op de beleggersgiro ontvangen van:
– een andere beleggingsrekening van uzelf of van iemand anders bij de bank; of
– een andere rekening van uzelf of van iemand anders bij een andere bank.
3. Overboekingen binnen de bank kunnen bestaan uit hele aantallen van een beleggingsproduct en uit delen daarvan. Overboekingen naar een andere bank of vanaf een andere bank kunnen alleen bestaan uit hele aantallen van een beleggingsproduct. Uiteraard kan dit alleen met beleggingsproducten die door de bank zijn aangewezen.
4. Let op: er kunnen in de voorwaarden van een beleggingsproduct beperkingen voor de overboeking staan. Zie hiervoor artikel 6.2 (Kan ik mijn beleggingsproducten overboeken binnen de bank of naar een andere bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
5. Wilt u uw beleggingen in edelmetaal giraal overboeken of ontvangen? U kunt uw beleggingen in edelmetaal giraal overboeken naar een andere beleggingsrekening van uzelf of van iemand anders bij de bank of naar een andere beleggingsrekening van uzelf of van iemand anders bij een andere bank. De bank kan edelmetaal ook giraal voor u op uw beleggingsrekening ontvangen van een beleggingsrekening van uzelf of van iemand anders bij de bank of van een beleggingsrekening van uzelf of van iemand anders bij een andere bank.
Het kan gebeuren dat de bank bij deze overboekingen enkele fracties moet verkopen. Fracties zijn de cijfers achter de komma. Dit is het geval als de beleggingsrekening waar de beleggingen naar toe moeten gaan of waar de beleggingen vandaan komen, een ander aantal fracties heeft.
6. Ontvangt de bank van een andere bank voor u beleggingsproducten die door de bank zijn aangewezen? Dan administreert de bank deze beleggingsproducten automatisch als uw vordering op de Stichting.
7. De bank mag altijd bepalen dat een beleggingsproduct op de beleggersgiro niet meer kan worden overgeboekt vanaf de beleggersgiro of niet meer ontvangen kan worden op de beleggersgiro. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van:
– Beperkingen in de voorwaarden van een beleggingsproduct.
– Wet- en regelgeving.
– De hoeveelheid beleggingsproducten die u wilt overboeken of ontvangen. Bijvoorbeeld omdat u alleen hele aantallen van een beleggingsproduct kunt overboeken.
3.5 Wat moet ik doen als ik niet of niet meer via de beleggersgiro in een bepaald beleggingsproduct wil beleggen?
1. Wilt u niet via de beleggersgiro beleggen in een beleggingsproduct dat door de bank is aangewezen? Xxx moet u dit zelf aangeven bij de bank. Vraag de bank naar de mogelijkheden.
2. Belegt u al via de beleggersgiro in een bepaald beleggingsproduct, maar wilt u hierin niet langer via de beleggersgiro beleggen? Xxx moet u dit zelf aangeven bij de bank. De bank bepaalt voor welke
beleggingsproducten dit mogelijk is. U moet dan de delen van het beleggingsproduct verkopen en de bank vragen de hele aantallen van dit beleggingsproduct niet langer via de beleggersgiro te administreren. De bank administreert uw beleggingsproducten dan op uw beleggingsrekening zonder cijfers achter de komma.
3. Ook het omgekeerde is mogelijk. Dan moet u de bank vragen om juist wel in een bepaald beleggingsproduct via de beleggersgiro te beleggen. Dit kan alleen met beleggingsproducten die door de bank zijn aangewezen.
4. Aanvullende voorwaarden voor beleggen in edelmetaal
4.1 Gelden er nog aanvullende voorwaarden voor mijn beleggingen in edelmetaal?
1. Voor beleggen in edelmetaal via de beleggersgiro maken de bank en de Stichting Beleggersgiro ABN AMRO gebruik van UBS AG gevestigd te Zürich, Zwitserland (afgekort: UBS).
2. De bank en de Stichting hebben hiervoor bepaalde afspraken gemaakt met UBS. Hierdoor gelden er aanvullende voorwaarden voor beleggen in edelmetaal via de beleggersgiro.
3. UBS heeft altijd het recht om te stoppen met haar diensten aan de bank en de Stichting in edelmetaal. De termijn die UBS hiervoor in acht moet nemen is 30 dagen. Stopt UBS met deze diensten? Dan kan de bank artikel 12.1 van Hoofdstuk 12 (Stoppen met bepaalde beleggingsdiensten) van de Algemene Voorwaarden Beleggen gebruiken. In dit geval volgt de bank de regels die gelden als de bank besluit:
– om te stoppen met bepaalde beleggingsdiensten; en
– om te stoppen met bepaalde beleggingsproducten.
4.2 Hoe werkt beleggen in edelmetaal via de beleggersgiro?
1. Belegt u via de beleggersgiro in edelmetaal? Dan belegt u niet rechtstreeks in edelmetaal. U belegt dan in edelmetaal via de Stichting Beleggersgiro ABN AMRO.
2. U kunt bij de bank een order opgeven voor een belegging in de edelmetalen goud, zilver, platina en palladium. Hoe u een order opgeeft bij de bank voor een belegging in edelmetaal leest u in artikel 2.1 (Welke regels gelden als ik een order opgeef bij de bank voor de beleggersgiro?).
3. De bank kan uw order voor een belegging in edelmetaal alleen doorgeven aan UBS op een dag waarop UBS en de bank geopend zijn.
4. De verkoopprijzen en koopprijzen van de edelmetalen zijn gebaseerd op de prijzen die UBS geeft:
– bij een verkooporder geeft UBS een biedprijs; en
– bij een kooporder geeft UBS een laatprijs.
5. Heeft de bank uw kooporder doorgegeven en is deze door UBS uitgevoerd? Dan krijgt u geen edelmetaal, maar een vordering op de Stichting Beleggersgiro ABN AMRO.
6. Stichting Beleggersgiro ABN AMRO is eigenaar van het edelmetaal. Dit betekent dat het edelmetaal dat de Stichting aanhoudt bij UBS op naam staat van de Stichting. Maar alle voor- en nadelen en risico’s van beleggen in edelmetaal via de beleggersgiro zijn voor u.
7. De bank administreert uw vordering op de Stichting op uw beleggingsrekening. Hierop ziet u uw vordering in vier cijfers achter de komma, uitgedrukt in een gewicht. De waarde van uw vordering berekent de bank een keer per dag op basis van de biedprijs die UBS op dat moment geeft. Deze waarde is uitgedrukt in euro’s.
4.3 Hoe belegt de Stichting in edelmetaal bij UBS?
1. De Stichting houdt voor de beleggingen in edelmetalen per edelmetaal twee soorten rekeningen aan bij UBS:
– een zogenoemde ‘Metal Account’; en
– een zogenoemde ‘Collective Custody Account’.
2. Voor de beleggingen in edelmetaal die de Stichting bij UBS aanhoudt op een ‘Metal Account’, heeft de Stichting een vordering op UBS in het edelmetaal waarin wordt belegd.
3. De beleggingen in edelmetaal die de Stichting bij UBS aanhoudt op een ‘Collective Custody Account’ worden fysiek in collectieve beveiligde bewaring gehouden door UBS. Samen met het edelmetaal van andere klanten van UBS die hun beleggingen aanhouden op een ‘Collective Custody Account’. De Stichting is samen met die andere klanten mede- eigenaar van deze beleggingen.
4. De Stichting zal altijd proberen om minimaal 70% van alle beleggingen in een edelmetaal aan te houden op de ‘Collective Custody Accounts’ van UBS. Maar de Stichting en de bank garanderen dit niet. De overige
beleggingen in een edelmetaal worden aangehouden op de ‘Metal Accounts’ als werkvoorraad in verband met de dagelijkse orders.
5. UBS mag voor de Collective Custody Accounts altijd voor een deel of helemaal andere bewaarders inschakelen in Zwitserland of in een ander land. Dan gelden ook de artikelen 5.1 (Bewaart de bank mijn beleggingsproducten?), 5.3. (Wat is het gevolg van problemen met een ander die mijn beleggingsproducten bewaart?) en 5.4 (Wie is aansprakelijk voor de bewaardiensten van de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
4.4 Voert UBS mijn order voor edelmetaal altijd uit?
1. UBS zal altijd proberen om uw order in edelmetaal uit te voeren. Maar UBS is niet verplicht om uw order in edelmetaal uit te voeren als er extreme marktomstandigheden zijn. UBS bepaalt of er sprake is van extreme marktomstandigheden.
2. Wordt uw order in edelmetaal hierdoor niet uitgevoerd? Dan zijn UBS, de bank en Stichting Beleggersgiro ABN AMRO hiervoor niet aansprakelijk.
4.5 Kan ik mijn beleggingen in edelmetaal ook fysiek krijgen?
1. U kunt uw beleggingen in edelmetaal nooit fysiek uitgeleverd krijgen via de bank of via de Stichting.
4.6 Wat gebeurt er met het edelmetaal als UBS failliet gaat en wat zijn dan mijn rechten?
1. Voor de beleggingen in edelmetalen die door de Stichting bij UBS worden aangehouden op ‘Metal Accounts’ heeft de Stichting Beleggersgiro ABN AMRO dan als schuldeiser van UBS een concurrente vordering op UBS. De Stichting deelt dan met alle andere concurrente schuldeisers van UBS in de failliete boedel van UBS, nadat hieruit eerst de bevoorrechte schuldeisers zijn voldaan. Dit betekent meestal dat een concurrente schuldeiser niet zijn volledige vordering krijgt uitgekeerd. Het kan zelfs zijn dat er niets overblijft voor de concurrente schuldeisers.
2. De beleggingen in edelmetalen die door de Stichting bij UBS worden aangehouden op ‘Collective Custody Accounts’ zijn afgescheiden van het vermogen van UBS. Deze beleggingen vallen dus niet in het faillissement van UBS.
3. Heeft u een belegging in een edelmetaal en gaat UBS failliet? Dan heeft u via de Stichting recht op een deel van de beleggingen van de Stichting in dat edelmetaal, dat voor de Stichting feitelijk wordt aangehouden:
– op een ‘Metal Account’ bij UBS op het moment dat het faillissement van UBS intreedt, voor zover hierop nog uitkeringen worden gedaan aan de Stichting door de curator in het faillissement; en
– op een ‘Collective Custody Account’ bij UBS op het moment dat het faillissement van UBS intreedt. De omvang van uw recht wordt bepaald naar verhouding van de omvang van uw belegging in het edelmetaal tot het totaal van de beleggingen dat de Stichting voor alle klanten van ABN AMRO aanhoudt op de Metal Account en de Collective Custody Account.
4. Is er voor de Stichting minder edelmetaal aanwezig bij UBS dan er volgens de eigen administratie van de bank aanwezig had moeten zijn? En komt dit doordat UBS fouten heeft gemaakt in haar werkzaamheden en administratie bij een ‘Metal Account’ of een ‘Collective Custody Account’ en/of doordat een door UBS ingeschakelde andere bewaarder ook fouten heeft gemaakt in zijn werkzaamheden en administratie bij een
‘Collective Custody Account’ of doordat een door UBS ingeschakelde andere bewaarder ook failliet is gegaan? Zie ook artikel 4.3.5. Dan is de Stichting of de bank daar niet aansprakelijk voor.
4.7 Vallen mijn beleggingen in edelmetaal onder het beleggerscompensatie- en depositogarantiestelsel?
1. Nee, uw beleggingen in edelmetaal vallen niet onder het beleggerscompensatie- en depositogarantiestelsel.
2. Voor meer informatie over deze regels verwijzen wij u naar de website van De Nederlandsche Bank (xxx.xx).
4.8 Wat zijn mijn rechten als de bank failliet gaat?
Uw beleggingen in edelmetaal via de beleggersgiro vallen niet in het vermogen van de bank. Xxxx ook artikel
5.2 (Vallen mijn beleggingsproducten in het vermogen van de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. Hierdoor vallen deze beleggingsproducten niet in het faillissement van de bank als de bank failliet gaat.
5. Stoppen met bepaalde beleggingsproducten op de beleggersgiro
5.1 Kan de bank besluiten dat ik via de beleggersgiro niet meer in een bepaald beleggingsproduct kan beleggen?
1. Hiervoor gelden de regels in hoofdstuk 12 (Stoppen met bepaalde beleggingsdiensten) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. In aanvulling hierop gelden ook nog de volgende regels voor de beleggersgiro.
2. De bank kan altijd besluiten dat u niet meer via de beleggersgiro in een bepaald beleggingsproduct kunt beleggen. De bank maakt dit besluit dan ten minste één maand van tevoren aan u bekend.
3. U kunt dan kiezen wat u met dat beleggingsproduct wilt doen. U moet er voor zorgen dat u uw keuze binnen die maand maakt omdat u daarna niet meer via de beleggersgiro in dat beleggingsproduct kunt beleggen. U kunt alleen geen keuze maken bij een belegging in edelmetaal, zie hierna onder 6.
4. U kunt ervoor kiezen om:
– niet meer in dat beleggingsproduct te beleggen, maar wel in een ander beleggingsproduct via de beleggersgiro. U moet dan dat beleggingsproduct volledig verkopen en tegelijkertijd een ander beleggingsproduct kopen waarin u wel via de beleggersgiro kunt beleggen. Dit noemen we een switchorder;
– helemaal niet meer in dat beleggingsproduct te beleggen. U moet dan dat beleggingsproduct volledig verkopen; of
– nog wel in dat beleggingsproduct te beleggen, maar niet meer via de beleggersgiro. U hoeft dan niet de hele aantallen van dat beleggingsproduct te verkopen. Maar u moet wel de delen van dat beleggingsproduct verkopen. Dat wil zeggen het deel van dat beleggingsproduct achter de komma. De bank zal de hele aantallen automatisch uit de beleggersgiro verwijderen. Dit doet de bank op het moment waarop u
niet meer in dat beleggingsproduct via de beleggersgiro kunt beleggen. De hele aantallen blijven op uw beleggingsrekening staan. U heeft dan geen vordering meer op de Stichting, maar belegt rechtstreeks in dat beleggingsproduct. U belegt in dat beleggingsproduct niet meer via de beleggersgiro.
5. Wat gebeurt er als ik mijn beleggingsproduct niet verkoop? Dan zal de bank alleen de delen van uw beleggingsproduct verkopen. Dat wil zeggen het deel van dat beleggingsproduct achter de komma. Dit doet de bank alleen als het ook mogelijk is om niet via de beleggersgiro in dit beleggingsproduct te beleggen. De
opbrengst hiervan zal de bank na aftrek van mogelijke kosten bijschrijven op uw betaalrekening. De bank zal de hele aantallen automatisch uit de beleggersgiro verwijderen. Dit doet de bank binnen een week na het moment waarop u niet meer via de beleggersgiro in dat beleggingsproduct kunt beleggen. De hele aantallen blijven op
uw beleggingsrekening staan. U heeft dan geen vordering meer op de Stichting, maar belegt rechtstreeks in dat beleggingsproduct. U belegt in dat beleggingsproduct niet meer via de beleggersgiro.
6. Kunt u niet meer via de beleggersgiro in edelmetaal beleggen? Dan zal de bank het edelmetaal verkopen en de opbrengst hiervan na aftrek van mogelijke kosten bijschrijven op uw betaalrekening.
7. Heeft de bank zelf het besluit genomen dat u niet meer in een bepaald beleggingsproduct kunt beleggen via de beleggersgiro? Dan brengt de bank u geen kosten in rekening voor al deze handelingen. Dit geldt niet als de bank dit besluit heeft moeten nemen. Bijvoorbeeld door een wijziging in een wettelijke regel of een aanwijzing van een toezichthouder.
5.2 Kan de bank de Voorwaarden Beleggersgiro wijzigen?
De bank kan de Voorwaarden Beleggersgiro wijzigen. Dit doet de bank op de manier zoals staat in de artikelen 1.6 (Wat gebeurt er als de bank de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO wijzigt?) en 1.7 (Wat kan ik doen als ik het niet eens ben met een wijziging van de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
ABN AMRO Bank N.V.
Stichting Beleggersgiro ABN AMRO Amsterdam, augustus 2019
ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam. Handelsregister K.v.K. Amsterdam, nr 34334259.
0900 – 0024
(Voor dit gesprek betaalt u uw gebruikelijke belkosten. Uw telefoonaanbieder bepaalt deze kosten). xxxxxxx.xx
Bijlage Beleggen
In deze bijlage bij de Voorwaarden Beleggen ABN AMRO leest u over:
• de algemene risico’s van beleggen (hoofdstuk 1); en
• de kenmerken en risico’s van soorten beleggingsproducten (hoofdstuk 2).
De bank heeft deze bijlage zorgvuldig opgesteld. Maar het kan zijn dat sommige informatie op het moment dat u het leest, niet meer juist is. Bijvoorbeeld door ontwikkelingen op het gebied van beleggen. Wij zullen u zo veel mogelijk van belangrijke wijzigingen op de hoogte brengen. De bank kan deze bijlage wijzigen. Dit doet de bank op de manier zoals staat in artikel 1.6 (Wat gebeurt er als de bank de Voorwaarden ABN AMRO wijzigt?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
1. Algemene risico’s van beleggen
Beleggen is nooit zonder risico’s. Zelfs bij een zeer defensief risicoprofiel kunt u verlies lijden. Hierna vindt u een beschrijving van de algemene risico’s van beleggen.
1.1 Wat is koersrisico?
Koersrisico is het risico dat een beleggingsproduct minder waard wordt. Dit risico is afhankelijk van veel omstandigheden en verschilt per beleggingsproduct. In het algemeen geldt dat de volgende zaken invloed hebben op dit risico:
• de resultaten van dat beleggingsproduct zelf;
• vraag en aanbod naar het beleggingsproduct; en
• het sentiment van de markt (dus is men positief of negatief). Zie ook paragraaf 1.4 (Wat is marktrisico?). In het algemeen geldt dat hoe beter u uw beleggingen spreidt, hoe lager het koersrisico van uw totale beleggingsportefeuille is.
1.2 Wat is debiteuren- of kredietrisico?
De meeste obligaties worden uitgegeven door ondernemingen of overheden. Deze ondernemingen of overheden zijn de debiteuren van de obligatie. De waarde van deze beleggingsproducten is onder meer afhankelijk van hoe de markt denkt over de debiteur. Bij obligaties speelt de verwachting of de debiteur de rente kan betalen en het geld aan het eind kan terugbetalen een grote rol. Dit noemen we kredietwaardigheid van de debiteur. Hoe hoger deze kredietwaardigheid van de debiteur, hoe lager de rente zal zijn die u krijgt op de obligatie. En hoe lager de kredietwaardigheid van de dekking, hoe hoger de rente zal zijn. Wordt de kredietwaardigheid slechter? Dan heeft dit over het algemeen een negatieve invloed op de koers van een obligatie van die debiteur. Een verbetering van de kredietwaardigheid leidt meestal ook weer tot een koersstijging. Zie hiervoor ook paragraaf 2.2 (Wat zijn de kenmerken en risico’s van obligaties?).
1.3 Wat is valutarisico?
Is een beleggingsproduct in een andere valuta uitgegeven? Dat wil zeggen in een andere muntsoort dan de euro? Dan loopt u een risico op die andere valuta tegenover de euro. Dit noemen we ook wel valutarisico. Die andere valuta kan namelijk meer of minder waard worden ten opzichte van de euro. Ook bij aandelen uit landen uit de eurozone kunt u valutarisico lopen. Dit risico zit dan vaak onzichtbaar verborgen in de koers van het aandeel. Dit is afhankelijk van:
• hoeveel activiteiten de onderneming die het aandeel heeft uitgegeven, heeft in landen buiten de eurozone; of
• hoeveel resultaten die onderneming haalt in landen buiten de eurozone.
1.4 Wat is marktrisico?
Marktrisico is het risico van de beweeglijkheid van de markt als gevolg van wisselende stemmingen op de markt. Dit noemen we ook wel de volatiliteit van de markt. De markt is over het algemeen erg gevoelig voor wisselende
stemmingen. Is de stemming op de markt positief dan kunnen de koersen van uw beleggingen stijgen. Het omgekeerde geldt ook. Negatieve stemmingen kunnen de koersen laten dalen.
1.5 Wat is renterisico?
Renterisico is het risico van veranderingen van de rente in de markt. Rente is de prijs voor het lenen van geld. Verandert de rente in de markt? Dan kan dit gevolgen hebben voor de koersen van verschillende beleggingsproducten, zoals aandelen en obligaties. Daarom is het renterisico ook een koersrisico.
Stijgt de rente? Xxx heeft dat in het algemeen tot gevolg:
• dat koersen van aandelen dalen. Dit komt omdat bedrijven meer rente moeten betalen op leningen; en
• dat koersen van obligaties dalen. Hoe langer de obligatie nog loopt, hoe groter de daling van de koersen zal zijn bij obligaties met een vaste rente.
U kunt dan geen gebruikmaken van de stijging van de rente. U heeft namelijk met uw obligatie recht op een vaste, maar lagere rente. Dit betekent dat het renterisico bij obligaties ook een herbeleggingsrisico kan zijn. Herbeleggingsrisico is het risico dat u niet in een vergelijkbaar product kunt beleggen wanneer uw beleggingsproduct afloopt en u geld terugkrijgt dat u weer wilt beleggen.
Daalt de rente? Xxx heeft dat in het algemeen tot gevolg:
• dat de koersen van aandelen stijgen; en
• dat de koersen van obligaties ook stijgen. U heeft in ieder geval geen nadeel van deze daling als u een vaste rente krijgt tijdens de looptijd van de obligatie.
1.6 Welke overige algemene risico’s van beleggen zijn er?
Er kunnen ook nog andere risico’s zijn voor uw beleggingen, zoals:
• Liquiditeitsrisico: het risico dat u niet makkelijk uw beleggingsproduct kunt verkopen, omdat er geen of weinig vraag naar is.
• Politieke risico’s: het risico dat bepaalde maatregelen van de overheid negatief zijn voor u als belegger.
• Inflatierisico: het risico dat de waarde van de euro afneemt. Dit betekent dat u voor 1 euro minder kunt kopen.
• Herbeleggingsrisico: het risico dat u niet in een vergelijkbaar product kunt beleggen wanneer uw beleggingsproduct afloopt en u geld terugkrijgt dat u weer wilt beleggen.
• Onvoorziene situaties. U kunt hierbij denken aan een ingrijpende verandering in de wetgeving. Maar ook aan een terroristische aanslag. Deze onvoorziene situaties kunnen ook bij een defensief risicoprofiel grote invloed hebben op het rendement van uw beleggingen.
2. Kenmerken en risico’s van soorten beleggingsproducten
In dit hoofdstuk leest u over de belangrijkste kenmerken en risico’s van bepaalde soorten beleggingsproducten.
U moet daarnaast ook altijd de specifieke informatie lezen en begrijpen over het beleggingsproduct waarin u wilt beleggen, zoals het prospectus, het essentiële-informatie document (Eid), de Essentiële Belegggersinformatie (Ebi) en de brochure. Zie ook hoofdstuk 7 (Beleggersinformatie) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. Leest u voor de risico’s van opties ook de informatie die u hierover krijgt van de bank. Deze informatie krijgt u bij de aparte overeenkomst voor deze beleggingsproducten.
2.1 Wat zijn de kenmerken en risico’s van aandelen?
Bedrijven geven aandelen uit. Een bedrijf geeft aandelen uit om daarmee geld te krijgen. Hiermee kan dat bedrijf activiteiten ondernemen en investeringen doen. Heeft u een aandeel in uw beleggingsportefeuille? Dan heeft
u daarmee een bewijs dat u deelnemer bent in het kapitaal van een bedrijf. Dit kan bijvoorbeeld een besloten vennootschap (B.V.) of naamloze vennootschap (N.V.) zijn. De aandelen kunnen aan een beurs genoteerd zijn, maar dit hoeft niet.
Ook heeft u met een aandeel meestal recht om:
• te stemmen op de vergadering van aandeelhouders; en
• dividenden te ontvangen. Dividend is het geld dat het bedrijf aan de aandeelhouders kan uitkeren als het bedrijf winst heeft gemaakt.
Naast gewone aandelen zijn er ook nog bijzondere aandelen. Voorbeelden hiervan zijn:
• Preferente aandelen: deze aandelen hebben voorrang boven gewone aandelen. Met deze aandelen heeft u bijvoorbeeld voorrang bij een uitkering van dividend of een uitkering bij faillissement.
• Prioriteitsaandelen: dit zijn aandelen op naam die u bepaalde rechten geven om bijvoorbeeld: Een bindend voorstel te doen om bepaalde directieleden of commissarissen te benoemen.
Bepaalde beslissingen te kunnen nemen, zoals een emissie van aandelen. Wat een emissie is, leest u in artikel
4.15 (Welke regels gelden als ik inschrijf op een emissie?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
Wij kunnen aandelen ook indelen naar:
• Regio’s, zoals ontwikkelde markten en opkomende markten. Ontwikkelde markten zijn markten in landen met een goede en stabiele economie. Opkomende markten zijn markten in landen met een economie in
ontwikkeling. Daarom hebben aandelen uit opkomende markten meer risico dan die uit ontwikkelde markten.
• Sectoren, zoals technologie, financiële instellingen en consumptiegoederen. We kunnen sectoren onder- verdelen in zogenaamde cyclische en niet-cyclische sectoren. Cyclische sectoren volgen de ontwikkelingen in de economie. Trekt de economie bijvoorbeeld aan?
Dan zal er meer vraag zijn naar deze sectoren. U kunt hierbij denken aan basisindustrieën (bijvoorbeeld grondstoffen) en duurzame consumptiegoederen (bijvoorbeeld auto’s). Niet-cyclische sectoren zijn minder gevoelig voor economische ontwikkelingen. U kunt hierbij denken aan gezondheidszorg, nutsbedrijven (bijvoorbeeld energie) en farmacie.
Niet-cyclische sectoren kennen meestal minder risico’s dan cyclische sectoren. Dit onderscheid is van belang voor de spreiding van uw beleggingen in aandelen.
Claimemissie
Een claimemissie is een emissie van aandelen van een bepaald bedrijf. Wat een emissie is, leest u in paragraaf 4.15 (Welke regels gelden als ik inschrijf op een emissie?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. Het verschil met een gewone emissie is dat de aandelen alleen beschikbaar zijn voor de beleggers in de al bestaande aandelen, doordat aan deze aandeelhouders een inschrijfrecht wordt toegekend. Het inschrijfrecht is het recht om op korte termijn (inschrijvingsperiode) een bepaald aantal nieuwe aandelen te kopen tegen een vastgestelde inschrijvingsprijs. Het doel is om het aandeelhouderschap (en daarmee de zeggenschap) niet teveel te laten verwateren. Verwateren
is het verdelen van de aandelen over meer aandeelhouders. Worden er meer aandelen uitgegeven, en komen deze aandelen bij nieuwe aandeelhouders terecht? Dan houden de oude aandeelhouders een kleiner deel over van het totale aandelenkapitaal en dus zeggenschap in het bedrijf. Ook wordt de winstuitkering dan over meer aandeelhouders verdeeld. Dat heet verwateren.
Bij een claimemissie krijgt u inschrijfrechten. Deze inschrijfrechten kunt u verkopen of gebruiken om in te schrijven op de nieuwe aandelen. U schrijft dan in om nieuwe aandelen te kopen tegen bijbetaling van een vooraf vastgesteld bedrag. Meestal moet u meer dan één inschrijfrecht hebben om in te kunnen schrijven op een nieuw aandeel. De inschrijfrechten hebben op dat moment waarde omdat alleen met inschrijfrechten nieuwe aandelen gekocht kunnen worden tegen een voordelige prijs. Kiest u er niet voor om met uw inschrijfrechten nieuwe aandelen te kopen of de inschrijfrechten te verkopen, dan betaalt de uitgevende instelling vaak aan het eind
van de inschrijvingsperiode een bedrag voor uw niet ingeschreven of niet verkochte inschrijfrechten. ABN AMRO ontvangt dit bedrag voor u en schrijft dit bij op uw rekening.
Let op
Soms besluit een uitgevende instelling als zij inschrijfrechten uitgeeft om aan het einde van de inschrijvingsperiode geen bedrag te betalen voor uw niet ingeschreven of niet verkochte inschrijfrechten. Zij doen dit bijvoorbeeld om zoveel mogelijk beleggers te bewegen om in te schrijven op de nieuwe aandelen. Als een bedrijf hiervoor kiest zal ABN AMRO de inschrijvingsperiode om zelf de inschrijfrechten te verkopen of om in te schrijven op nieuwe aandelen met een dag verkorten. Na deze dag kunt u dan niet meer via ABN AMRO uw inschrijf-rechten verkopen of gebruiken om alsnog in te schrijven op nieuwe
aandelen. Dit doet ABN AMRO om alle niet gebruikte inschrijfrechten te verkopen. De mogelijke opbrengst van de inschrijfrechten zal ABN AMRO verdelen en op uw rekening bijschrijven. Zo voorkomt ABN AMRO dat de waarde van de inschrijfrechten verloren gaat als u door welke reden dan ook niet in staat bent geweest om met uw inschrijfrechten in te schrijven op nieuwe aandelen of de inschrijfrechten zelf te verkopen.
Risico’s van aandelen
Aandelen hebben verschillende risico’s, waaronder:
• Koersrisico, zie ook paragraaf 1.1 (Wat is koersrisico?) Doet een bedrijf het goed dan is uw aandeel geld waard. Maar doet een bedrijf het minder goed, dan kan uw aandeel minder waard worden. In het meest extreme geval is een aandeel zelfs niets waard, als het bedrijf failliet gaat. Of u dividend ontvangt, hangt ook af van de vraag of het bedrijf het goed doet. Maakt het bedrijf geen winst, dan krijgt u meestal ook geen dividend. Heeft het bedrijf dividend uitgekeerd? Xxx heeft dat invloed op de koers. Op de dag dat het bedrijf het dividend uitkeert, zal de koers meestal dalen met ongeveer het bedrag van het dividend. Dat is dan de koers ex dividend (de koers zonder dividend).
• Marktrisico, zie ook paragraaf 1.4 (Wat is marktrisico?) De koersen van aandelen reageren op bijvoorbeeld positieve of negatieve berichten in de markt. Deze berichten kunnen gaan over het bedrijf zelf of over algemene marktomstandigheden. Of de koers van een aandeel stijgt of daalt, en hoe sterk, verschilt per bedrijf.
• Liquiditeitsrisico, zie ook paragraaf 1.6 (Welke overige algemene risico’s van beleggen zijn er?) Er zijn aandelen die u niet gemakkelijk kunt kopen of verkopen. Dit noemen we incourante aandelen. Ook op beurzen kunnen incourante aandelen voorkomen. Er is dan weinig vraag of aanbod. Hierdoor is het minder makkelijk om deze aandelen te kopen of te verkopen. Koopt of verkoopt iemand een grote hoeveelheid incourante aandelen? Dan heeft dat meestal tot gevolg dat de koers sterk stijgt bij zo’n koop of daalt bij zo’n verkoop.
Indeling in vermogenscategorieën
De bank deelt alle aandelen in bij de vermogenscategorie aandelen. Welke vermogenscategorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
2.2 Wat zijn de kenmerken en risico’s van obligaties?
Bedrijven en overheden geven obligaties uit. Een bedrijf of overheid geeft obligaties uit om daarmee geld te krijgen, net als bij aandelen. Hiermee kan dat bedrijf of overheid activiteiten ondernemen en investeringen doen. Een obligatie is anders dan een aandeel, omdat u daarmee geen deelnemer wordt in het kapitaal en ook geen stemrecht krijgt. Een obligatie is een schuldbewijs van het bedrijf of overheid die het heeft uitgegeven. U leent dus eigenlijk, meestal voor een bepaalde periode (de looptijd), geld aan een bedrijf of overheidsinstelling. Meestal krijgt u elk jaar een vaste rente (ook wel coupon genoemd) van het bedrijf of overheid die de obligatie heeft uitgegeven. Ook moet dit bedrijf of deze overheid aan het eind van de looptijd het totale bedrag van de obligatie aan alle beleggers terugbetalen. U krijgt dan dus uw geld terug. Het bedrag dat u terugkrijgt, is de hoofdsom van de obligatie. De hoofdsom is een standaard bedrag per obligatie, bijvoorbeeld € 1.000,-. Dit hoeft niet altijd het bedrag te zijn dat u bij de koop van de obligatie heeft betaald (uw inleg). De beurs geeft de waarde van een obligatie aan in procenten van de hoofdsom. Dus een obligatie die een koers van 98% heeft en een hoofdsom van € 1.000,-, is op dat moment € 980,- waard.
Soorten obligaties
Er zijn verschillende soorten obligaties:
• Staatsobligaties en bedrijfsobligaties.
• Obligaties uit opkomende markten.
• Obligaties met een vaste rente of met wisselende rente. Een voorbeeld van een obligatie met wisselende rente is een rente index obligatie. Bij zo’n obligatie is de rente afhankelijk van de hoogte van de rente in de markt.
Een ander voorbeeld is een winstdelende obligatie of inkomstenobligatie. Hierbij is de rente afhankelijk van de winst van het bedrijf dat de obligatie heeft uitgegeven. En er zijn obligaties waarop u geen rente krijgt.
• Obligaties met een vaste looptijd of die altijd kunnen blijven doorlopen. De laatste noemen we ook wel perpetuele obligaties. Meestal hebben obligaties een vaste looptijd, zodat u weet wanneer u uw geld weer terug krijgt. Bij perpetuele obligaties is dat anders. De meeste perpetuele obligaties zijn vervroegd aflosbaar op van tevoren aangegeven momenten. Dan kan de instelling die de obligatie heeft uitgegeven, bepalen om u uw geld terug te geven. Meestal krijgt u meer rente op een perpetuele obligatie dan op een gewone obligatie. Een perpetuele obligatie kent ook meer risico’s dan een gewone obligatie.
• Obligaties die zijn achtergesteld. Een achtergestelde obligatie kent meer risico’s dan een gewone obligatie. Daarom krijgt u meestal meer rente op een achtergestelde obligatie dan op een gewone obligatie. Gaat het bedrijf of het land dat de obligatie heeft uitgegeven failliet?
Xxx krijgt u pas uw geld terug van deze obligaties als het bedrijf alle andere schulden heeft voldaan. Vaak zijn perpetuele obligaties achtergesteld.
Uitloting van obligaties
Wat is uitloting? Sommige beleggingsproducten, zoals obligaties, kunnen helemaal of voor een deel op een eerder moment dan de einddatum aflossen. Met aflossen bedoelen we het terugbetalen van de hoofdsom. Dat moet dan wel in de voorwaarden van die obligatie staan. Het bedrijf of de overheid die de obligatie heeft uitgegeven, loot de nummers of groepen van de obligatie uit die eerder mogen aflossen. Is uw obligatie uitgeloot? Xxx krijgt u op het moment van uitloting uw geld terug van uw obligatie. Keert uw obligatie ook rente uit? Xxx krijgt u ook de rente waarop u tot dat moment recht heeft.
Risico’s van obligaties
U loopt het risico dat het bedrijf of de overheid die de obligatie heeft uitgegeven:
• de rente niet meer kan betalen; en
• uw geld aan het eind niet meer kan terug betalen. Dit is het geval als het bedrijf of de overheid problemen heeft om alle verplichtingen te betalen.
Dit is het kredietrisico, zie ook paragraaf 1.2 (Wat is debiteuren- of kredietrisico?). Dit kredietrisico is natuurlijk kleiner als het bedrijf of de overheid die de obligatie heeft uitgegeven, er financieel goed voor staat. Gaat het niet goed met een bedrijf? Dan kunnen de koersen van de obligaties van dat bedrijf dalen.
In het meest extreme geval kunt u ook uw geld helemaal verliezen. Wilt u voor het eind van de looptijd de obligatie verkopen? Dan is de koers van de obligatie van belang. De koers van de obligatie is vooral afhankelijk van:
• kredietrisico, zie ook paragraaf 1.2 (Wat is debiteuren- of kredietrisico?); en
• renterisico, zie ook paragraaf 1.5 (Wat is renterisico?).
Belegt u in obligaties of gestructureerde producten van banken?
Houd dan rekening met een eventuele ‘bail-in’ als gevolg van de nieuwe Europese Bank Recovery and Resolution Directive (BRRD).
De resolutie-autoriteiten kunnen tot een ‘bail-in’ besluiten als zij een bank willen redden waarvoor een faillissement dreigt. Dat betekent dat die bank de betaling van rente en aflossing op obligaties en gestructureerde producten helemaal of voor een deel moet uitstellen of zelfs moet schrappen. Of dat deze beleggingsproducten worden omgezet in eigen vermogen (aandelen). Ook als die bank niet failliet gaat, kunt u als belegger daardoor een deel van uw rechten op betaling kwijtraken.
Door een bail-in is geen of minder overheidsgeld nodig om te voorkomen dat een bank failliet gaat. Veel landen buiten Europa hebben een vergelijkbare regeling. In Nederland is De Nederlandsche Bank de resolutie-autoriteit.
Obligaties hebben vaak een bepaalde kredietstatus of rating. Dit is een oordeel over de kredietwaardigheid van het bedrijf of land dat de obligatie heeft uitgegeven. Staat een bedrijf er financieel goed voor? Dan is de kredietwaardigheid hoog.
Hoe beter de kredietwaardigheid, hoe lager het risico dat u uw geld niet terug krijgt of de rente niet betaald krijgt. Bij obligaties is de rating dus belangrijk om het risico van de obligatie in te kunnen schatten.
Er zijn speciale bedrijven die zo’n beoordeling doen. Dit zijn kredietbeoordelaars (rating agencies). Bekende kredietbeoordelaars zijn:
• Standard & Poor’s;
• Moody’s Investors Services; en
• Fitch Ratings.
Deze kredietbeoordelaars gebruiken letters of cijfers om een bepaalde kredietwaardigheid aan te geven.
Obligaties met een lage beoordeling (rating) noemen we ‘Junk Bonds’ of high yield obligaties. Dit betekent dat
een kredietbeoordelaar het bedrijf of de overheid die de obligatie heeft uitgegeven, niet erg kredietwaardig vindt. Dus zo’n obligaties is ook risicovol, omdat u misschien niet al uw geld terugkrijgt of de rente niet betaald krijgt.
Maar u krijgt voor dit hogere risico wel een hogere rente (high yield).Obligaties met een hoge beoordeling (rating) noemen we investeringswaardig (investment grade). Dit betekent dat u in deze obligaties zonder veel risico zou kunnen beleggen, omdat ze een voldoende hoge beoordeling hebben gekregen.
In de tabel op pagina 6 ziet u de belangrijkste ratings, zoals de bank die kent in februari 2017.
Indeling in vermogenscategorieën
De bank deelt alle obligaties in bij de vermogenscategorie obligaties. Welke vermogenscategorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
2.3 Wat zijn de kenmerken en risico’s van converteerbare obligaties en reverse exchangeables? Sommige beleggingsproducten hebben kenmerken van zowel aandelen als obligaties. Dit noemen we hybride producten. U kunt hierbij denken aan converteerbare obligaties en reverse exchangeables. Wilt u in dit soort beleggingsproducten beleggen? Dan moet u goed weten wat de werking en de risico’s van die producten zijn. Soms hebben dit soort producten meer risico’s dan gewone obligaties. Daarvoor krijgt u ook een hogere rente. Maar soms is het risico juist lager. Xxx krijgt u ook een lagere rente.
Converteerbare obligaties
Converteerbare obligaties zijn obligaties die u binnen een bepaalde periode (de conversieperiode) en onder bepaalde voorwaarden tegen aandelen kunt omruilen. Dit noemen we ook wel converteren. Deze obligaties worden uitgegeven door bedrijven. De aandelen die u kunt krijgen, kunnen aandelen zijn van het bedrijf dat de obligatie heeft uitgegeven, of van een ander bedrijf. Per converteerbare obligatie verschillen de voorwaarden wanneer u aandelen krijgt. U kunt als obligatiehouder de keuze maken om de obligatie wel of niet om te ruilen in een vooraf bepaald aantal aandelen. Het aantal aandelen wordt bepaald door de conversiekoers. Soms kunt u
er ook voor kiezen om de converteerbare obligatie in geld uit te laten betalen tijdens de looptijd. De rente op een converteerbare obligatie is meestal iets lager dan van een gewone obligatie. Een converteerbare obligatie heeft dan ook twee kenmerken, dat van een obligatie en dat van een aandeel. De waarde van dit product kan dan ook op twee manieren worden bepaald, namelijk door:
• De obligatiewaarde. De obligatiewaarde is gelijk aan de koers van een vergelijkbare gewone obligatie; en
• De conversiewaarde. De conversiewaarde berekent u door de conversiekoers te vermenigvuldigen met het aantal aandelen dat u krijgt als u omruilt.
Is de koers van het aandeel lager dan de conversiekoers? Dan bepaalt de obligatiewaarde vooral de koers van de converteerbare obligatie. De converteerbare obligatie gedraagt zich dan als een gewone obligatie. Is de koers van het aandeel hoger dan de conversiekoers?
Risico’s van converteerbare obligaties
De risico’s van converteerbare obligaties kunt u vergelijken met gewone bedrijfsobligaties. U heeft daarnaast met een converteerbare obligatie de mogelijkheid om koerswinst te maken op de aandelen waarnaar u kunt omruilen. Indeling in vermogenscategorieën
De bank deelt converteerbare obligaties in bij de vermogenscategorie obligaties. Welke vermogenscategorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
Reverse exchangeables
Een reverse exchangeable is de Engelse term voor ‘omgekeerde converteerbare obligatie’. Bij deze obligatie heeft niet u, maar het bedrijf dat de obligatie heeft uitgegeven, het recht om uit te keren in aandelen in plaats van in geld. Dit gebeurt altijd aan het eind van de looptijd. Met een reverse exchangeable loopt u dus het risico dat u geen geld terug krijgt, maar aandelen. Dit gebeurt meestal als die aandelen op dat moment minder waard zijn dan het geld dat u anders terug zou krijgen. Tegenover dit risico staat een nogal hoge rente vergeleken met een gewone obligatie.
Risico’s van reverse exchangeables
De risico’s van reverse exchangeables kunt u vergelijken met de risico’s van aandelen. U kunt dan ook uw gehele inleg verliezen.
Indeling in vermogenscategorieën
De bank deelt reverse exchangeables dan ook in bij de vermogenscategorie aandelen. Welke vermogens- categorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
Moody’s Fitch Standard & Poor’s Beschrijving
Investment grade (voldoende kwaliteit om in te beleggen)
Aaa | AAA | AAA | Uitstekende kredietkwaliteit. |
Aa | AA | AA | Zeer hoge kredietkwaliteit. |
A | A | A | Goede kredietkwaliteit. Langetermijnkwaliteit kan minder worden in slechte economische situaties. |
Baa | BBB | BBB | Voldoende kredietkwaliteit. Langetermijnkwaliteit zal lijden in slechte economische situaties. |
Non-investment grade or High Yield or Junk Bonds (onvoldoende kwaliteit om in te beleggen)
Ba | BB | BB | Heeft meevallende economische situaties nodig om op lange termijn te kunnen blijven betalen. |
B | B | B | Voldoende kredietkwaliteit op korte termijn. Toekomst is onzeker. |
Caa | CCC | CCC | Slechte kwaliteit. Hoge kans op failliet gaan. |
Ca | CC | CC | Slechte kwaliteit. Overlevingskans is beperk. |
C | C | C | Slechte kwaliteit. Kansen op betaling zijn klein. |
D | D | Onderneming is failliet. |
Bovenstaand schema is een hoofdindeling. Alle drie de agency’s kennen nog onderverdelingen en verfijningen, zoals bijvoorbeeld AA+ en BBB+ (Standard & Poor’s en Fitch) of Aa3 en Baa1 (Moody’s). Ook zijn er aparte ratings voor de korte termijn.
2.4 Wat zijn de kenmerken en risico’s van onroerend goed?
Met beleggen in onroerend goed bedoelen we dat u rechtstreeks (direct) of indirect in onroerend goed belegt. Onroerend goed noemen we ook wel vastgoed. Met onroerend goed kunt u beleggen in ‘stenen’, zoals in huizen, kantoren, winkelcentra en recreatieobjecten.
Rechtstreekse en indirecte beleggingen in onroerend goed
Xxxx u rechtstreeks in onroerend goed beleggen? Dan krijgt u het onroerend goed vaak ook in bezit en moet u meestal een groot geldbedrag in een keer beleggen.
Dit kan ook via een juridische structuur, die de ‘stenen’ in eigendom heeft. Een voorbeeld van zo’n juridische structuur is een vastgoed CV. Het risico is dat u deze belegging meestal niet makkelijk en snel kunt verkopen. Daarom beleggen veel mensen niet rechtstreeks, maar indirect in onroerend goed. U kunt bijvoorbeeld beleggen in een onroerendgoedfonds. Zo’n beleggingsfonds belegt dan het geld van alle beleggers van dat fonds zelf in onroerend goed of in bedrijven die weer betrokken zijn bij projecten in onroerend goed. Zie voor de risico’s van beleggingsfondsen paragraaf 2.6 (Wat zijn de kenmerken en risico’s van beleggingsfondsen?).
Risico’s van onroerend goed
De risico’s van beleggen in onroerend goed hangen samen met:
• renterisico, zie ook paragraaf 1.5 (Wat is renterisico?);
• marktrisico, zie ook paragraaf 1.4 (Wat is marktrisico?);
• liquiditeitsrisico, zie ook paragraaf 1.6 (Welke overige algemene risico’s van beleggen zijn er?); en
• de politieke stabiliteit van het land waarin het onroerend goed staat.
Daarnaast kunnen enkele bijzondere risico’s voor onroerend goed gelden, bijvoorbeeld het risico dat:
• de waarde van het onroerend goed daalt;
• de huurders de huur niet meer kunnen betalen (debiteurenrisico op huurders);
• het onroerend goed leeg staat;
• de huurprijzen dalen.
In het algemeen geldt dat het rendement op onroerend goed onzeker is. Bovendien loopt u kans het geld dat u belegd heeft, te verliezen.
Indeling in vermogenscategorieën
De bank deelt onroerend goed in bij de vermogenscategorie aandelen. Hier gaat het alleen om indirecte beleggingen. Welke vermogenscategorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
2.5 Wat zijn de kenmerken en risico’s van liquiditeiten?
Met liquiditeiten bedoelen we onder andere uw spaargeld, uw deposito’s en het geld op uw betaalrekening. Maar u kunt ook beleggen in liquiditeiten via een beleggingsfonds. Zie voor de risico’s van beleggingsfondsen paragraaf 2.6 (Wat zijn de kenmerken en risico’s van beleggingsfondsen?). Wij zullen de kenmerken van sparen hier verder niet bespreken.
Risico’s van liquiditeiten
Heeft u liquiditeiten? Xxx heeft u geen last van koersrisico. U moet wel rekening houden met:
• het debiteurenrisico van de bank waar u het geld heeft staan. Op uw liquiditeiten bij de bank is het depositogarantiestelsel van toepassing. Zie hiervoor de website van De Nederlandsche Bank (xxx.xx);
• het risico van inflatie, namelijk dat uw geld minder waard wordt. Dus dat u met 1 euro minder kunt kopen; en
• valutarisico als u uw liquiditeiten niet in euro’s heeft, maar in een andere muntsoort. Wat valutarisico is, leest u in paragraaf 1.3 (Wat is valutarisico?).
Tegenover dit meestal beperkte risico staat een nogal laag rendement. Wij raden u aan om niet al uw geld te beleggen, maar ook een deel van het geld vrij (liquide) te houden.
Hierdoor verkleint het risico van uw totale beleggingsportefeuille. Daarnaast kunt u met het geld:
• onverwachte uitgaven doen; of
• inspelen op beleggingskansen in de markt.
Indeling in vermogenscategorieën
Liquiditeiten zijn een aparte vermogenscategorie van de bank. Welke vermogenscategorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
2.6 Wat zijn de kenmerken en risico’s van beleggingsfondsen?
Bij een beleggingsfonds wordt uw geld belegd samen met het geld van andere beleggers die deelnemen in dat fonds. Het doel van het fonds is om met die beleggingen winst te maken. De winst deelt u samen met de andere beleggers. U koopt een deel van het fonds. Dit noemen we ook wel een aandeel of participatie. U bent
dus samen met die beleggers eigenaar van het beleggingsfonds. Een kenmerk van een beleggingsfonds is dat de beleggingsportefeuille van dit fonds gespreid is. Bij beleggingsfondsen maken we een onderscheid tussen:
• Beleggingsfondsen die wel en die niet aan een beurs zijn genoteerd. Dit bepaalt of u makkelijk en snel uw beleggingen in een beleggingsfonds kunt verkopen.
Is een beleggingsfonds niet aan een beurs genoteerd? Dan kunt u minder gemakkelijk en snel kopen en verkopen. U kunt dan vaak uw belegging alleen bij het fonds zelf kopen en verkopen. Dit gebeurt via de bank.
• Closed-end en open-end beleggingsfondsen. Dit is van belang bij het kopen en verkopen van beleggingen in beleggingsfondsen. Een open-end beleggingsfonds is verplicht om altijd beleggers toe te laten tot het fonds of te laten uitstappen. Dit kan zo’n fonds doen door nieuwe aandelen of participaties in dat fonds uit te geven of bestaande in te trekken. Hierdoor kunt u dus makkelijk uw beleggingen kopen en verkopen tegen de werkelijke waarde van het fonds. De werkelijke waarde wordt ook wel intrinsieke waarde genoemd.
Bij closed-end beleggingsfondsen is dat anders. Zo’n fonds kan geen nieuwe aandelen of participaties in dat fonds uitgeven of bestaande intrekken. Hierdoor is de koers van het fonds afhankelijk van vraag en aanbod. Deze koers kan daardoor afwijken van de werkelijke waarde. U kunt meestal niet of niet makkelijk tussentijds in- of uitstappen. Of dit is alleen mogelijk onder bepaalde voorwaarden. Dit betekent dat u het risico loopt dat u uw belegging in zo’n fonds niet kunt verkopen wanneer u dat wilt, bijvoorbeeld als u heeft gehoord dat de resultaten tegenvallen. Vaak zijn onroerendgoedfondsen closed-end beleggingsfondsen. Vooral als deze fondsen rechtstreeks in onroerend goed beleggen.
Er zijn verschillende soorten beleggingsfondsen, waaronder:
• aandelenfondsen: fondsen die beleggen in aandelen
• obligatiefondsen: fondsen die beleggen in obligaties
• liquiditeitsfondsen: fondsen die beleggen in beleggingsproducten met een looptijd korter dan 1 jaar, zoals deposito’s en bepaalde obligaties
• onroerendgoedfondsen: fondsen die beleggen in onroerend goed
• gemengde fondsen: fondsen die in verschillende vermogenscategorieën beleggen, zoals aandelen, obligaties en alternatieve beleggingen
• themafondsen: fondsen die beleggen met een bepaald thema (onderwerp), zoals groenfondsen of fondsen die beleggen in nieuwe energie
• hedgefondsen: fondsen die verschillende beleggingsproducten en strategieën gebruiken. Zie ook paragraaf 2.7 (Wat zijn de kenmerken en risico’s van hedgefondsen?)
Risico’s van beleggingsfondsen
De risico’s van beleggen in een beleggingsfonds zijn vooral afhankelijk van de beleggingsproducten waarin het fonds zelf belegt. Worden de bedrijven waarin bijvoorbeeld een aandelenfonds belegt minder waard? Dan wordt ook uw belegging in dat beleggingsfonds minder waard. Verkoopt u uw belegging in het beleggingsfonds voor een hogere prijs dan u deze gekocht heeft? Xxx maakt u winst. Het omgekeerde geldt ook, u heeft verlies als u deze voor een lagere prijs verkoopt. Als het beleggingsfonds winst maakt, keert het fonds vaak dividend uit. U krijgt dit
dividend vaak in de vorm van nieuwe beleggingen in dat fonds. U krijgt dan dus geen geld. De risico’s van beleggen in een beleggingsfonds zijn over het algemeen kleiner doordat de fondsbeheerder de beleggingen binnen
het fonds spreidt. Belegt u in een beleggingsfonds?
Xxx brengt u daarmee ook spreiding aan in uw eigen beleggingsportefeuille. Die spreiding zou u anders alleen met een groot vermogen kunnen krijgen. Wel moet u ook bij beleggen in beleggingsfondsen in de gaten houden dat
u niet te veel in één soort belegt, zoals in één sector of regio.
Indeling in vermogenscategorieën
De bank deelt een beleggingsfonds in bij de vermogenscategorie aandelen als u niet via de beleggersgiro in dat beleggingsfonds belegt. Wat de beleggersgiro is, leest u in de Voorwaarden Beleggersgiro. Belegt u wel in een beleggingsfonds via de beleggersgiro? Dan deelt de bank het fonds in bij de vermogenscategorie
waarin het fonds het meest belegt. Dus als een fonds vooral in aandelen belegt, dan deelt de bank dat fonds in bij de vermogenscategorie aandelen. Een fonds dat vooral belegt in obligaties, deelt de bank in bij de
vermogenscategorie obligaties. De beheerder van het fonds geeft zelf aan waarin het beleggingsfonds het meest belegt.
Gemengde fondsen deelt de bank in volgens de vermogensverdeling van dat fonds zelf. Stel een fonds belegt:
• 60% in aandelen;
• 30% in obligaties;
• 0% in alternatieve beleggingen; en
• 10% in liquiditeiten.
Dan volgt de bank deze verdeling ook als zij de vermogenscategorieën indeelt. Welke vermogenscategorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
Let op
Deze manier van indelen geldt alleen voor gemengde fondsen via de beleggersgiro. Gemengde fondsen waarin u niet via de beleggersgiro belegt, deelt de bank in bij de vermogenscategorie aandelen.
2.7 Wat zijn de kenmerken en risico’s van hedgefondsen?
Een hedgefonds (hedge fund) is een beleggingsfonds dat als doel heeft een zo hoog mogelijk rendement te halen, dat onafhankelijk is van wat de beurs doet. Hedgefondsen maken gebruik van veel meer beleggingsproducten en strategieën dan gewone beleggingsfondsen, bijvoorbeeld:
• Een hedgefonds kan derivaten gebruiken om het rendement te beschermen. Wat derivaten zijn, leest u in paragraaf 2.11 (Wat zijn de kenmerken en risico’s van derivaten?).
• Een hedgefonds kan een verplichting aangaan om aandelen op termijn te verkopen zonder dat het fonds deze aandelen in bezit heeft (short gaan). Hiermee kan het fonds profiteren van dalende aandelenkoersen.
Het selecteren van hedgefondsen is ingewikkeld. Daarom kunt u beter beleggen in een beleggingsfonds dat belegt in verschillende hedgefondsen. We noemen zo’n fonds met een Engelse term ‘fund of hedge funds’. Zo’n fonds kan strategieën combineren voor een zo goed mogelijk en stabiel mogelijk rendement. Wilt u zelf in hedgefondsen beleggen? Dan moet u daarvoor goede kennis hebben van de strategie, de hefboom (zie paragraaf 2.11) en het liquiditeitsrisico van hedgefondsen. Xxxx voor meer informatie en de risico’s van beleggen in hedgefondsen de brochure over hedgefondsen die u kunt krijgen van uw Private Banker van ABN AMRO. Bij ABN AMRO kunt u geen advies krijgen over hedgefondsen.
Indeling in vermogenscategorieën
De bank deelt hedgefondsen in bij de vermogenscategorie alternatieve beleggingen. Welke vermogenscategorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
2.8 Wat zijn de kenmerken en risico’s van gestructureerde producten?
Een gestructureerd product belegt op een ingewikkelde manier in één of meer vermogenscategorieën. Vaak met opties. Wat opties zijn, leest u in paragraaf 2.12 (Wat zijn de kenmerken en risico’s van opties?). Een gestructureerd product heeft daarmee ook één of meer onderliggende waarden. Met een gestructureerd product heeft u meer
of juist minder risico dan u heeft met een ‘gewoon’ beleggingsproduct. Er zijn namelijk verschillende soorten gestructureerde producten, waaronder:
• Certificaten. Een certificaat volgt vaak de koers van de onderliggende waarde, bijvoorbeeld aandelen of een index van een beurs. Daarmee is een belegging in een certificaat te vergelijken met een gewone belegging. Dit is niet zo als het certificaat gebruik maakt van een andere valuta of van een lening. Certificaten die beleggen in een index zijn over het algemeen minder risicovol dan die beleggen in een beleggingsproduct. Certificaten hebben meestal geen afloopdatum.
• Garantieproducten. Een garantieproduct is een product waarbij u alleen op het einde van de looptijd uw geld gegarandeerd terugkrijgt. De garantie kan gaan over het volledige bedrag of over een deel daarvan.
Hiervoor maakt het niet uit of het product een goed resultaat heeft behaald. Verkoopt u uw garantieproduct tijdens de looptijd? Xxx geldt de garantie niet en krijgt u de waarde die het garantieproduct op dat moment heeft. Dit kan meer of minder zijn dan de garantie. Met dit product heeft u weinig risico.
• Beschermingsproducten: een product waarbij u geheel of gedeeltelijk beschermd bent tegen verlies. Met dit product heeft u ook weinig risico.
• Hefboomproducten (ook wel high yield genoemd): een product waarbij u kans heeft op een hoger rendement. Dit hoger rendement krijgt u doordat het gestructureerde product derivaten in zich heeft. Zo’n product heeft meer risico dan een ‘gewoon’ beleggingsproduct. Wat derivaten zijn, leest u in paragraaf 2.11 (Wat zijn de kenmerken en risico’s van derivaten?).
Dit is alleen een globale indeling van soorten gestructureerde producten. Binnen deze soorten zijn weer verschillende varianten en combinaties mogelijk. De kenmerken, de risico’s en waardeontwikkeling van een gestructureerd product zijn per product verschillend. Xxxx daarom altijd eerst de informatie over zo’n product, in bijvoorbeeld het prospectus en de brochure, voordat u daarin belegt. U kunt de productinformatie vinden op de website van de instelling die het product heeft uitgegeven. Ook kunt u uw adviseur om die informatie en om advies vragen.
Indeling in vermogenscategorieën
De bank deelt een gestructureerd product in bij een vermogenscategorie die het beste past bij het karakter van het product. Dit hangt onder meer af van de risico’s van het gestructureerde product. Garantieproducten met een volledige garantie op uw inleg deelt de bank bijvoorbeeld in bij de vermogenscategorie obligaties.
Maar risicovolle producten deelt de bank in bij de vermogenscategorie aandelen. Welke vermogenscategorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
2.9 Wat zijn de kenmerken en risico’s van edelmetaal?
Bij de bank kunt u direct beleggen in edelmetaal via de beleggersgiro. Wat de beleggersgiro is, leest u in de Voorwaarden Beleggersgiro. Beleggen in edelmetaal is zeer risicovol, omdat de koersen van edelmetaal sterk kunnen schommelen. Het beleggen in edelmetaal valt niet onder een financiële toezichtswet, zoals de Wet op het financieel toezicht. Hierdoor is er bij beleggen in edelmetaal geen (wettelijk) toezicht, zoals bij beleggen in
andere beleggingsproducten. Dit is een extra risico bij beleggen in edelmetaal. Xxxx ook hoofdstuk 4 (Aanvullende voorwaarden voor beleggen in edelmetaal) van de Voorwaarden Beleggersgiro voor andere risico’s van beleggen in edelmetaal.
Indeling in vermogenscategorieën
De bank deelt beleggingen in edelmetaal in bij de vermogenscategorie aandelen. Welke vermogenscategorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
2.10 Wat zijn de kenmerken en risico’s van grondstoffen?
Bij grondstoffen kunt u bijvoorbeeld denken aan:
• olie
• ijzer
• granen
• suiker
• katoen
Ook edelmetalen zijn grondstoffen. U kunt in grondstoffen beleggen via beleggingsfondsen en Turbo’s. Wat Turbo’s zijn, leest u in paragraaf 2.13. In deze paragraaf hebben we het niet over beleggen in edelmetaal via de beleggersgiro. Zie hiervoor paragraaf 2.9. Grondstoffen zijn niet erg gevoelig voor inflatie. Dit betekent dat als geld minder waard wordt, grondstoffen meestal hun waarde behouden. Daarnaast bestaat er weinig verband tussen
beleggingen in grondstoffen en beleggingen in aandelen en obligaties. Dat wil zeggen dat grondstoffen vaak anders reageren op financiële ontwikkelingen dan aandelen en obligaties.
Belegt u in een breed gespreide beleggingsportefeuille? Dan kunt u het risico van uw portefeuille verlagen door een klein deel in grondstoffen te beleggen. Een belegging in grondstoffen is niet zonder risico. De prijzen van grondstoffen kunnen zeer sterk schommelen. Hierdoor is het risico van beleggen in grondstoffen groot. Een ander risico is het valutarisico, zie hiervoor ook paragraaf 1.3 (Wat is valutarisico?). De meeste beleggingen in
grondstoffen zijn genoteerd aan een beurs in een andere muntsoort (valuta) dan de euro. Edelmetalen, industriële metalen, rijst en energie noteren bijvoorbeeld in Amerikaanse dollar. Cacao is weer genoteerd in Britse pond.
Indeling in vermogenscategorieën
De bank deelt grondstoffen in bij de vermogenscategorie alternatieve beleggingen. Welke vermogenscategorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
2.11 Wat zijn de algemene kenmerken en risico’s van derivaten?
Met derivaten bedoelen we beleggingsproducten die zijn afgeleid van andere producten. Dit betekent dat de waarde van derivaten afhangt van de waardeontwikkeling van een ander product waarop het derivaat
is gebaseerd. Dat andere product kan een aandeel zijn of een index, maar ook een valuta of grondstof. Voorbeelden van derivaten zijn:
• opties (zie paragraaf 2.12)
• warrants (zie paragraaf 2.14)
• Turbo’s (zie paragraaf 2.13). Een Turbo is een gestructureerd product, maar met de kenmerken en risico’s van een derivaat. Daarom bespreken we Turbo’s ook bij de derivaten.
U leest in dit hoofdstuk een algemene beschrijving van deze producten. Meer uitleg over deze producten vindt u in de informatie van de bank over opties die u krijgt als u daarin gaat beleggen en in de Essentiële-informatie documenten (Eid’s). Voor Turbo’s zijn er aparte brochures.
Een derivaat is een beleggingsproduct waarmee u een recht of een plicht heeft om een bepaald product te kopen of te verkopen. Dat product noemen we dan de onderliggende waarde. Op het einde van de looptijd van het derivaat kunt u de onderliggende waarde krijgen of de waarde ervan in geld. Xxxx krijgt u geld als u de onderliggende waarde niet kunt krijgen of als dat niet gewenst is, zoals bij een index. Dit noemen we ‘cash
settlement’. Derivaten zijn zeer risicovolle beleggingsproducten. Dit komt doordat niet goed te voorspellen is wat er met de onderliggende waarde gebeurt en door de hefboomwerking (zie hierna). In sommige gevallen kunt u uw belegde geld helemaal verliezen of moet u zelfs nog geld bijbetalen. Derivaten zijn daarom meer geschikt voor beleggers met veel kennis van en ervaring met beleggen.
Een kenmerk van derivaten is dat zij meestal een hefboom hebben. Dit is in ieder geval zo bij opties, warrants en Turbo’s. Een hefboom zorgt er voor dat de winst die u kunt maken, hoger is dan de winst die u kunt maken als u direct in de onderliggende waarde zou beleggen. U hoeft namelijk een kleiner bedrag te beleggen, terwijl uw kansen op winst gelijk zijn. Door de hefboom heeft u dus meer voordeel van een stijging van de koers van de onderliggende waarde, dan als u daarin direct zou beleggen. Hier staat tegenover dat u ook meer verliest bij een
daling van de koers van de onderliggende waarde, dan bij een directe belegging daarin. Bij bepaalde derivaten kunt u zelfs meer verliezen dan het bedrag waarvoor u het derivaat kocht. Xxxx meer over de hefboom in de informatie over opties en Turbo’s.
Hoe werkt de wettelijke bescherming bij opties?
In artikel 5.4 (Wat is een clearingorganisatie?) van de Bijlage Opties ABN AMRO is beschreven hoe we uw opdracht voor een optie verwerken. Uw rechten en verplichtingen uit deze derivatentransacties en de eventueel door
u gegeven zekerheden vallen in ons afgescheiden derivatenvermogen. Hierdoor maken deze derivaten en zekerheden die behoren tot het derivatenvermogen geen deel uit van de boedel bij een eventueel faillissement van de bank. Wij administreren de posities als derivatenvermogen.
Is alles via de Wet giraal effectenverkeer beschermd?
Nee, in het geval u op uw betaalrekening liquiditeiten als zekerheid (marginverplichting) aanhoudt, zijn deze liquiditeiten slechts deels wettelijk beschermd via de wet. Dit komt doordat de bank uw derivatenposities op een omnibusaccount bewaart bij een clearingorganisatie. Op dit omnibusaccount staan alle derivatenposities van alle klanten van de bank. De bank moet voor deze derivatenposities zekerheden aanhouden bij de clearingorganisatie.
De zekerheden die de bank bij de clearingorganisatie moet aanhouden zijn lager dan het totaal van de door de klanten van de bank gestorte margin. Het verschil tussen deze twee bedragen wordt niet door de wet
beschermd. Wel kan de op uw betaalrekening aangehouden margin ook nog (gedeeltelijk) beschermd zijn door het depositogarantiestelsel.
Indeling in vermogenscategorieën
De bank deelt alle derivaten in een van de vermogenscategorieën van de bank in. Welke vermogenscategorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. De bank deelt warrants in de vermogenscategorie aandelen in en deelt de overige derivaten op verschillende manieren in. De bank deelt opties en Turbo’s namelijk in op basis van de onderliggende waarde, bijvoorbeeld:
• Een optie op het aandeel Philips staat bij aandelen. Ook een optie of Turbo op de AEX valt onder de vermogenscategorie aandelen.
• Opties en Turbo’s op obligaties of op een obligatie-index staan bij obligaties.
• Valutaopties staan bij liquiditeiten.
• Opties en Turbo’s op grondstoffen staan bij de vermogenscategorie alternatieve beleggingen.
U leest meer over de indeling van opties bij de informatie die u van de bank krijgt als u gaat beleggen in opties.
2.12 Wat zijn de kenmerken en risico’s van opties?
Een optie is een standaard contract. Hiermee koopt of verkoopt u een recht of een plicht om:
• in een bepaalde periode
• een bepaalde hoeveelheid van de onderliggende waarde
• te kopen of te verkopen
• tegen een vooraf bepaalde prijs
De periode waarin u dat moet doen, noemen we de uitoefenperiode. De prijs waarvoor u dat moet doen, noemen we de uitoefenprijs. De hoeveelheid van de onderliggende waarde is meestal 100.
Koopt u een optie? Dan heeft u het recht (en niet de plicht)* om een onderliggende waarde (bijvoorbeeld aandelen) te kopen of te verkopen. Koopt u een optie waarmee u kunt kopen, dan heet dat een call optie.
Koopt u een optie waarmee u kunt verkopen, dan heet dat een put optie. Heeft u een optie gekocht? Dan noemen we dat een gekochte positie of ook wel een long positie. Verkoopt u een optie? Dan heeft u de plicht om in een uitoefenperiode een bepaalde hoeveelheid van een onderliggende waarde te kopen of te verkopen. Verkoopt u een optie waarmee u moet kopen, dan heet dat een put optie. Verkoopt u een optie waarmee u moet verkopen, dan heet dat een call optie. Verkopen van opties noemen we ook wel schrijven van opties. Heeft u een optie geschreven? Dan heeft u een verkochte positie of ook wel short positie.
Koopt u een optie? Dan betaalt u kosten (de premie), omdat u een recht koopt om de onderliggende waarde te kopen of te verkopen. Schrijft u een optie? Dan loopt u risico dat u tijdens de uitoefenperiode de onderliggende waarde moet kopen of verkopen. Voor dit risico krijgt u geld (de premie). De premie is veel lager dan de
koers van de onderliggende waarde. De hefboom van de optie zorgt wel voor grotere winsten en verliezen bij koersschommelingen van de onderliggende waarde dan bij een directe belegging in de onderliggende waarde. Hierdoor is beleggen in opties zeer risicovol. Zie ook de beschrijving van xxxxxxx in paragraaf 2.11 (Wat zijn de algemene kenmerken en risico’s van derivaten?).
Wilt u beleggen in opties? Dan moet u daarvoor een aparte overeenkomst met de bank sluiten. Bij deze overeenkomst ontvangt u van de bank de Voorwaarden Opties ABN AMRO. Deze bestaan uit de Voorwaarden Opties en de Bijlage Opties. Hierin leest u meer over hoe opties werken en over de risico’s van het beleggen in opties.
* Heeft u recht aan het einde van de looptijd nog waarde? Dan wordt uw recht door de beurs alsnog uitgeoefend. Lees meer over dit uitoefenen door de beurs in artikel 3.3 van de Voorwaarden Opties ABN AMRO (Hoe kan ik mijn gekochte opties zelf uitoefenen of hoe oefent de beurs uw gekochte opties uit?)
2.13 Wat zijn de kenmerken en risico’s van Turbo’s?
Een Turbo is een gestructureerd product, dat u op de beurs kunt kopen of verkopen. Met een Turbo kunt u inspelen op een koersbeweging van een onderliggende waarde. Deze onderliggende waarden kunnen aandelen, obligaties, grondstoffen, valuta of een index zijn. Met een Turbo Long kunt u inspelen op een stijging van de onderliggende waarde. Met een Turbo Short op een daling. De naam ‘Turbo’ is een merknaam. Er zijn ook andere namen voor vergelijkbare beleggingsproducten.
Financieringsniveau
Elke Turbo heeft een zogenaamd financieringsniveau. Hierdoor hoeft u maar een klein deel van de waarde van de onderliggende waarde te betalen. Door het financieringsniveau zit er in een Turbo een hefboom.
U betaalt namelijk maar een deel van de onderliggende waarde, maar u gaat wel volledig mee met de daling of stijging daarvan. De waarde van de Turbo zal daarom nogal sterk reageren op een stijging of daling van de waarde van de onderliggende waarde. Zie ook de beschrijving van xxxxxxx in paragraaf 2.11 (Wat zijn de algemene kenmerken en risico’s van derivaten?).
‘Stop loss’
In elke Turbo zit een bepaalde bescherming. Deze bescherming zorgt er voor dat u nooit meer kunt verliezen dan uw inleg. Dit komt door de ‘stop loss’. Hierdoor beëindigt de uitgevende instelling de Turbo als de onderliggende waarde een bepaald niveau bereikt of daar overheen gaat. Heeft de Turbo bij de afwikkeling nog een bepaalde restwaarde? Xxx krijgt u die waarde uitbetaald. De ‘stop loss’ staat niet voor de hele looptijd van de Turbo vast, maar verandert. De uitgevende instelling past de ‘stop loss’ meestal elke maand aan het nieuwe financieringsniveau aan. In het algemeen stijgt de ‘stop loss’ bij een Turbo.
Wilt u beleggen in Turbo’s? Dan moet u eerst de informatie van de uitgevende instelling hierover lezen. Hierin leest u meer over hoe Turbo’s werken en over de risico’s van het beleggen in Turbo’s.
2.14 Wat zijn de kenmerken en risico’s van warrants?
Met een warrant koopt u een recht om in een bepaalde periode een bepaalde hoeveelheid van een onderliggende waarde te kopen of te verkopen tegen een vooraf bepaalde prijs. De periode waarin u dat moet doen, noemen we de uitoefenperiode. De prijs waarvoor u dat moet doen, noemen we de uitoefenprijs. De onderliggende waarde van een warrant kan bestaan uit aandelen, obligaties of een index.
Een warrant lijkt op een optie, maar er zijn verschillen:
• een optie wordt uitgegeven door de beurs en een warrant door banken;
• een optie is een standaard contract en een warrant is dat niet;
• een optie kunt u schrijven en een warrant niet;
• een koper van een optie oefent zijn optie uit tegenover de schrijver van diezelfde optie en een warrant tegenover de uitgevende instelling (bijvoorbeeld een bank).
Risico’s van warrants
De risico’s van warrants zijn veel groter dan bij een directe belegging in aandelen. De looptijd van een warrant is kort. Hierdoor kan het recht om de onderliggende waarde te kopen of te verkopen snel niets meer waard worden. Daardoor bent u snel uw inleg helemaal kwijt. Warrants hebben een hefboom. Verandert de koers van de onderliggende waarde? Dan zal door de hefboom de prijs van een warrant ook veel meer dalen of stijgen dan de koers van de onderliggende waarde. Zie ook de beschrijving van xxxxxxx in paragraaf 2.11 (Wat zijn de algemene kenmerken en risico’s van derivaten?).
2.15 Wat zijn de kenmerken en risico’s van treasury producten?
Treasury producten zijn zogenaamde Over The Counter transacties (ook wel OTC-derivaten genoemd). U gaat voor deze transacties een overeenkomst aan met de bank. Een OTC-derivaat heeft een onderliggende waarde. Dit is vaak een valuta of een rente. Een OTC-derivaat kunt u niet via de beurs kopen of verkopen, maar alleen afspreken met de bank.
Met een OTC-derivaat kunt u financiële risico’s afdekken. Dit noemen we ook wel ‘hedgen’. Maar u kunt ook in OTC- derivaten beleggen. Beleggen in OTC-derivaten is risicovol:
• omdat u die niet via een beurs kunt verkopen; en
• omdat de overeenkomst vaak gaat over grote bedragen.
Sluit u een OTC-derivaat met de bank af? Dan kunnen de kosten hoog zijn wanneer u de overeenkomst met de bank voor het einde van de looptijd wilt stoppen. Wilt u beleggen in treasury producten? Dan moet u daarvoor een aparte overeenkomst tekenen. Bij deze overeenkomst ontvangt u de voorwaarden voor het beleggen bij de bank in treasury producten.
Indeling in vermogenscategorieën
Beleggingen in OTC-derivaten deelt de bank niet altijd in bij een vermogenscategorie. Dit betekent dat de bank deze producten dan niet meeneemt bij de portefeuille-analyse. Zie ook artikel 2.2 onder 5 (Hoe bepaal ik mijn beleggersprofiel?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen. Welke vermogenscategorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
2.16 Wat zijn de kenmerken en risico’s van private equity?
Met private equity bedoelen we: met het geld van particulieren investeren in bedrijven die niet aan een
beurs genoteerd zijn. Vaak gaat het om investeringen in ondernemingen die zich nog niet hebben bewezen in de markt. Bijvoorbeeld omdat ze net gestart zijn. Dat noemen we ook wel durfkapitaal. Deze investeringen zijn zeer risicovol. Hier tegenover staat de kans op zeer hoog rendement als het bedrijf winstgevend wordt. Het kan ook om investeringen gaan in bedrijven die zich al wel hebben bewezen in de markt. Dit kunnen bedrijven zijn die extra geld zoeken om hun bedrijfsactiviteiten verder uit te bouwen.
Bij een private equity belegging krijgt u vaak ook aandelen en daarmee zeggenschap over het bedrijf. U kunt ook beleggen in private equity met beleggingsfondsen. Zie ook paragraaf 2.6 (Wat zijn de kenmerken en risico’s van beleggingsfondsen?).
Indeling in vermogenscategorieën
De bank deelt een private equity belegging in bij de vermogenscategorie alternatieve beleggingen. Welke vermogenscategorieën de bank gebruikt, leest u in artikel 2.3 (Welke risicoprofielen gebruikt de bank?) van de Algemene Voorwaarden Beleggen.
ABN AMRO Bank N.V.
Amsterdam, januari 2018
ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam. Handelsregister K.v.K. Amsterdam, nr 34334259.
0900 – 0024
(Voor dit gesprek betaalt u uw gebruikelijke belkosten. Uw telefoonaanbieder bepaalt deze kosten). xxxxxxx.xx
Beleid van ABN AMRO over uitvoering van orders
1. Inleiding
1.1 Wat is het doel van dit beleid?
In dit beleid leest u de werkwijze en regels die de bank gebruikt als de bank orders voor u uitvoert. In dit beleid heeft de bank deze werkwijze en regels vastgelegd om uw orders uit te voeren met het best haalbare resultaat. De bank zal dit beleid volgen, waar dat mogelijk is.
De bank kan uw orders zelf uitvoeren of door anderen laten uitvoeren. Als in dit beleid staat dat de bank uw orders uitvoert, dan betekent dit dat de bank uw orders zelf uitvoert of door een ander laat uitvoeren.
De bank kan bij bepaalde orders deze laten uitvoeren door een gespecialiseerde afdeling binnen ABN AMRO en daarbij afwijken van dit beleid van ABN AMRO over uitvoering van orders.
1.2 Wanneer volgt de bank dit beleid en voor wie geldt dit beleid?
Geeft u een order op aan de bank? Dan moet de bank zorgen dat de bank uw order met het best haalbare resultaat uitvoert. Het beleid geldt voor alle beleggende klanten van de bank.
1.3 Voor welke beleggingsproducten geldt dit beleid?
Dit beleid geldt voor de volgende soorten beleggingsproducten:
• aandelen;
• obligaties;
• beleggingsfondsen;
• derivaten (zoals opties en warrants); en
• gestructureerde producten.
Meer informatie over deze beleggingsproducten leest u in de Bijlage Beleggen.
2. Kenmerken
2.1 Waarmee houdt de bank rekening als de bank mijn order met het best haalbare resultaat wil uitvoeren?
Om uw order tegen het best haalbare resultaat uit te voeren, kijkt de bank onder meer naar de volgende kenmerken:
• de prijs waartegen uw order kan worden uitgevoerd;
• de kosten om uw order uit te voeren;
• hoe snel uw order kan worden uitgevoerd;
• hoe groot de kans is dat uw order wordt uitgevoerd en wordt afgewikkeld;
• hoe groot uw order is;
• wat voor soort order het is (bijvoorbeeld een order met een koerslimiet of tijdslimiet, of een order waarover u met de bank aparte afspraken heeft gemaakt); en
• de invloed die uw order op de marktprijs kan hebben, als deze bekend gemaakt wordt. De combinatie van de prijs en de kosten is bij de meeste orders het belangrijkste.
2.2 Welke kenmerken zijn nog meer van belang als de bank mijn order uitvoert?
De bank volgt vaste werkwijzen en regels om te bepalen waar de bank uw order tegen het best haalbare resultaat kan uitvoeren. Hierbij houdt de bank ook rekening met de kenmerken van:
• de plaats van uitvoering (zie hoofdstuk 3);
• bijzondere orders (zie hoofdstukken 4 en 5); en
• bepaalde beleggingsproducten (zie hoofdstuk 6).
Geeft u specifieke instructies aan de bank voor de uitvoering van een order? En wijken die af van dit beleid van de bank voor de uitvoering van orders? Dan zal de bank uw order volgens uw instructies uitvoeren. Behalve als de bank u aangeeft dat de bank uw order niet kan uitvoeren volgens uw instructies. Voert de bank uw order uit volgens uw instructie? Dan kan dit inhouden dat de bank niet de stappen kan doorlopen die de bank heeft vastgesteld en ingevoerd om u een optimale uitvoering van uw order te kunnen bieden.
3. Uitvoering
3.1 Plaats van uitvoering
De bank voert uw order meestal uit op een beurs. Deze beurzen worden ook wel handelsplatformen genoemd. Dit zijn in principe alleen beurzen die een zogenoemde gereglementeerde markt, multilaterale handelsfaciliteit of georganiseerde handelsfaciliteit zijn. Dit zijn beurzen die volgens vaste of wettelijke regels werken. Zie ook hierna onder paragraaf 8.1.
De bank publiceert ieder jaar op haar website per klasse beleggingsproduct een top 5 van meestgebruikte uitvoeringsplaatsen waar de bank orders uitvoert en/of waaraan de bank orders doorgeeft. Er zijn verschillende manieren waarop de bank uw order kan uitvoeren of kan laten uitvoeren:
• De bank kan uw order rechtstreeks op een beurs uitvoeren.
• De bank vraagt de prijzen (request for quote) bij verschillende beurzen of tussenpersonen op en kiest daaruit de beste prijs om uw order uit te voeren. Het kan zijn dat de bank uw order via handel ‘over the counter’ (OTC) uitvoert.
• De bank kan gebruik maken van verschillende tussenpersonen om uw order uit te laten voeren. Deze tussenpersonen worden ook wel ‘brokers’ genoemd.
De bank heeft hiervoor afspraken gemaakt met deze brokers. De broker kiest welke uitvoeringsplaats het meest geschikt is om uw order uit te voeren. De brokers kunnen op hun beurt weer kiezen uit verschillende manieren om uw order uit te voeren. Dit kan zijn:
– op een beurs;
– via Smart Order Routing (SOR). Hierbij vergelijkt de broker de prijzen op verschillende handelsplaatsen en kiest daaruit de beste prijs om uw order uit te voeren; of
– via ‘over the counter’ handel (OTC). Bij OTC maakt de broker speciale afspraken met een handelsplaats om uw order uit te voeren.
3.2 Waarom kiest de bank niet altijd voor de beurs met de beste prijsnotering?
De bank heeft bepaald welke beurzen geschikt zijn om uw order met het best haalbare resultaat uit te voeren. De bank kiest niet alle beurzen die een prijs voor een bepaald beleggingsproduct kunnen geven. Dit komt bijvoorbeeld doordat deze beurzen hogere kosten berekenen om de order uit te voeren. Of doordat er hoge kosten zijn om de bank met deze beurzen te verbinden. Dit kan betekenen dat soms een andere beurs een betere prijsnotering voor uw order kan geven dan de beurs die de bank hiervoor heeft gekozen. Maar bij die beurs zijn dan de totale kosten meestal hoger, zodat uitvoering bij de meeste orders uiteindelijk tot een slechter resultaat zal leiden dan op de beurs die de bank heeft gekozen.
3.3 Hoe weet ik welke beurzen de bank heeft gekozen om mijn orders uit te voeren?
Wilt u weten welke beurzen de bank heeft gekozen om uw order uit te voeren? Dan kunt u dit zien in de lijst met beurzen die is opgenomen in dit beleid. De bank kan deze lijst aanpassen. Kijkt u op de website van de bank (xxxxxxx.xx/xxxxxxxx) voor de lijst die geldt. U kunt die actuele lijst ook opvragen bij uw adviseur of via 0900
- 9215*. De bank zal geregeld maar in ieder geval vier keer per jaar controleren of de beurzen op deze lijst nog het best haalbare resultaat bieden. Dit doet de bank bijvoorbeeld bij grote veranderingen waardoor de bank uw order misschien niet meer met het best haalbare resultaat kan uitvoeren. De bank zal dan de lijst met beurzen aanpassen. Laat de bank uw orders uitvoeren door anderen? Dan zal de bank erop letten dat het beleid voor de uitvoering van orders van die ander aansluit bij dit beleid van de bank.
De bank zal verkooporders voor aandelen uitvoeren op een beurs in hetzelfde land als waar de bank kooporders van hetzelfde aandeel uitvoert. Voor het verkopen van aandelen is het uitgangspunt dat dit wordt gedaan op de beurzen waar oorspronkelijk is gekocht.
4. Samengevoegde orders
4.1 Wat zijn samengevoegde orders?
Stemt u in met het beleid van de bank voor de uitvoering van orders (zie hiervoor ook hoofdstuk 9)? Xxx geeft u de bank toestemming om uw order samen te voegen met orders van andere klanten. De bank mag uw order dan uitvoeren samen met de orders van andere klanten voor hetzelfde beleggingsproduct, op hetzelfde moment en tegen dezelfde prijs.
De bank geeft deze orders dan als één order door aan een beurs. Dit noemen we een samengevoegde order. De bank zal dit alleen doen als de bank denkt dat het niet waarschijnlijk is dat dit nadelig voor u zal zijn. U betaalt bij een samengevoegde order de gemiddelde uitvoeringsprijs van het uitgevoerde deel. Als de bank orders samenvoegt, dan kan het gebeuren dat uw order niet direct wordt uitgevoerd. Ook kan het zijn dat uw order niet helemaal wordt uitgevoerd. Achteraf kan dit toch nadelig voor u zijn. Bij vermogensbeheer voegt de bank in de meeste gevallen uw order samen met orders van andere klanten van de bank met hetzelfde type vermogensbeheer.
4.2 Wat gebeurt er als de bank een samengevoegde order niet helemaal kan uitvoeren?
Heeft de bank uw order samengevoegd en kan de bank de samengevoegde order niet helemaal uitvoeren? Dan voert de bank alleen dat deel van de samengevoegde order uit dat op dat moment wel kan worden uitgevoerd. In dat geval:
• koopt de bank dus niet alle beleggingsproducten die de bank met een kooporder voor u had willen kopen, maar een kleiner deel hiervan; of
• verkoopt de bank niet alle beleggingsproducten die de bank met een verkooporder voor u had willen verkopen, maar een kleiner deel hiervan.
Dit geldt ook voor de andere klanten van wie de order is samengevoegd met uw order. Van het deel van de samengevoegde order dat wel is uitgevoerd, krijgt u een deel. Uw order wordt in dezelfde verhouding uitgevoerd als het deel dat van de totale samengevoegde order is uitgevoerd.
Een voorbeeld
De bank geeft binnen vermogensbeheer een order op om 300 aandelen XYZ voor u te kopen. Op dat moment geeft de bank ook een order op om 200 aandelen XYZ te kopen voor klant X. En de bank geeft nog een order op om 100 aandelen XYZ voor klant Y te kopen. Totaal dus 600 aandelen XYZ. De bank voegt de opgegeven orders samen. De bank geeft de samengevoegde order door aan de beurs, voor de koop van in totaal
600 aandelen XYZ.
De samengevoegde order kan niet helemaal worden uitgevoerd. Deze order kan maar voor de helft (50%) worden uitgevoerd. Er worden dus in totaal 300 (50% van 600) aandelen XYZ gekocht in plaats van 600 aandelen XYZ. Van het deel van de samengevoegde order dat wel is uitgevoerd:
1. Krijgt u 150 aandelen XYZ, namelijk de helft (50%) van uw order van 300 aandelen.
2. Krijgt klant X 100 aandelen XYZ, namelijk de helft (50%) van de order van 200 aandelen; en
3. Krijgt klant Y 50 aandelen XYZ, namelijk de helft (50%) van de order van 100 aandelen.
5. Orders die over een bepaalde drempel gaan
Wilt u een ‘grote‘ order voor een beleggingsproduct opgeven? Groot betekent hier een groot aantal van dat beleggingsproduct of een grote waarde van dat beleggingsproduct. Dan kan het zijn dat uw order over de drempel gaat die voor dat beleggingsproduct geldt. Deze drempel is afhankelijk van
• het beleggingsproduct;
• de beurs waarop uw order wordt uitgevoerd; en
• de situatie van de markt.
Doordat deze kenmerken steeds anders kunnen zijn, ligt de drempel voor een grote order niet vast. Hierin heeft de beleggingsadviseur een belangrijke rol. Grote orders kunnen de markt namelijk verstoren. Niet alleen de combinatie van de prijs en de kosten zijn dan van belang, maar ook de grootte van de order en de kans dat de order volledig wordt uitgevoerd zijn dan belangrijke kenmerken. Wilt u dus een grote order opgeven? Dan kunt u deze via uw beleggingsadviseur opgeven. De beleggingsadviseur bespreekt met u uw speciale wensen voor deze grote order. En geeft uw order daarna door aan een gespecialiseerde afdeling binnen ABN AMRO voor de uitvoering van uw order.
Zoals in artikel 4.1. (Wat zijn samengevoegde orders?) aangegeven zal de bank bij vermogensbeheer in de meeste gevallen uw order samenvoegen met orders van andere klanten van de bank met hetzelfde type vermogensbeheer. Dit om er voor te zorgen dat alle klanten met hetzelfde vermogensbeheer risicoprofiel een gelijke uitvoering krijgen. Omdat deze samengevoegde orders vaak te groot zijn om zomaar op een beurs te plaatsen worden deze orders via een broker uitgevoerd.
In voorkomende gevallen is dit een ‘over the counter’(OTC) transactie. Hierbij vraagt de bank aan een aantal brokers een prijs waarop zij de order een uitvoering willen geven. Of de bank vraagt een broker om voor de uitvoering van de order te zorgen zonder dat de grootte van deze order de markt verstoord.
6. Uitvoering bij bepaalde beleggingsproducten
Voor sommige beleggingsproducten kunnen speciale situaties gelden. Hierdoor zal de bank ook naar andere kenmerken kijken om te bepalen waar de bank uw order met het best haalbare resultaat kan uitvoeren. De bank doet dit bij de beleggingsproducten die hieronder zijn opgenomen. Zie voor de kenmerken en risico’s van deze beleggingsproducten hoofdstuk 2 van de Bijlage Beleggen.
6.1 Hoe voert de bank orders uit bij beleggingsfondsen?
Bij de meeste beleggingsfondsen kunnen orders niet op ieder moment worden uitgevoerd tijdens de openingstijden van een beurs. Dat wil zeggen dat u uw order wel op ieder moment kunt opgeven bij de bank, maar dat de bank zo’n order maar op één vast tijdstip tijdens de handelsdag kan uitvoeren. De bank kijkt bij deze beleggingsfondsen alleen naar de kosten om de order af te wikkelen. En bepaalt zo waar de bank uw order met het best haalbare resultaat kan uitvoeren. Er zijn ook beleggingsfondsen waarbij de bank uw order wel op ieder tijdstip tijdens de openingstijden kan uitvoeren. Hiervoor geldt dat de bank de beurs bepaalt volgens de gebruikelijke regels.
6.2 Hoe voert de bank orders uit bij beleggingsfondsen via de beleggersgiro?
U kunt een aantal beleggingsfondsen niet alleen op een beurs kopen en verkopen. U kunt dit ook doen via de beleggersgiro van de bank. Voert de bank uw order in deze beleggingsfondsen uit via de beleggersgiro? Dan krijgt u de prijs zoals beschreven in de Voorwaarden Beleggersgiro artikel 2.3. (Hoe voert de bank mijn orders voor de beleggersgiro uit?). Uw kosten voor uw order zijn via de beleggersgiro meestal lager omdat de bank uw order samenvoegt met orders van andere klanten. Zie ook artikel 4.1. (Wat zijn samengevoegde orders?). Daarom zal de bank orders in beleggingsfondsen via de beleggersgiro uitvoeren, waar dat mogelijk is.
Behalve als u aangeeft dat u niet wilt dat de bank uw order via de beleggersgiro uitvoert. Meer informatie over de beleggersgiro vindt u in de Voorwaarden Beleggersgiro.
6.3 Hoe voert w bank orders uit bij beleggingsproducten die minder goed te verhandelen zijn?
Geeft u de bank een order op voor een beleggingsproduct dat minder goed te verhandelen is? Dit noemen we ook wel minder liquide beleggingsproducten. Dan kan de bank uw order misschien niet met het best haalbare resultaat uitvoeren. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn, als u aan de bank een order opgeeft voor een beleggingsproduct:
• met een beperkte vraag en aanbod;
• met een beperkte liquiditeit. Dit betekent dat dit beleggingsproduct niet makkelijk en doorlopend te kopen en te verkopen is; of
• waarvan niet duidelijk is hoe de prijs van dat product tot stand komt.
In deze situaties kunt u zelf bij een andere beleggingsonderneming een betere prijs opvragen. Hiervoor bent u zelf verantwoordelijk. De bank hoeft dit niet voor u te doen.
De bank geeft aan u de prijzen door waarop de bank op de beurs uw order voor dit beleggingsproduct kan uitvoeren. Accepteert u de prijzen die de bank aan u doorgeeft?
En geeft u de bank opdracht om uw order uit te voeren? Dan voldoet de bank daarmee vanuit dit beleid aan haar verplichtingen tegenover u.
Heeft de bank dit beleggingsproduct zelf gemaakt of onderhoudt de bank hiervoor een markt? Dan kunt u de bank vooraf vragen hoe zij de prijs bepaalt voor dit beleggingsproduct.
7. Bijzondere marktsituaties
Dit beleid geldt niet bij bijzondere marktsituaties. Dat is het geval:
• wanneer de markt zeer onrustig is, zoals in een economische crisis; of
• wanneer systemen van de bank of van anderen uitvallen.
Zijn er bijzondere marktsituaties? Dan geldt voor de bank als belangrijkste kenmerk voor de uitvoering van orders dat orders op tijd worden uitgevoerd, als dat mogelijk is. Bij storingen kan de bank misschien niet alle beurzen bereiken die de bank heeft gekozen om orders uit te voeren. Xxxxxxx dit, dan informeert de bank u hierover wanneer u een order opgeeft aan de bank.
Ook heeft de bank met de meeste brokers afgesproken dat er een reserve broker is. Kan de broker door bijvoorbeeld een storing op een moment geen orders uitvoeren? Xxx neemt de reserve broker de taken van de broker over om uw order uit te voeren, als dat mogelijk is.
8. Bewaking en wijzigingen beleid
De bank zal de kwaliteit van dit beleid bewaken. De bank zal geregeld toetsen of de beurzen die de bank heeft uitgekozen voor de uitvoering van orders nog passen bij het beleid.
8.1 Hoe weet ik of de bank het beleid heeft gewijzigd?
De bank zal wijzigingen in dit beleid direct doorvoeren, als dat nodig is. De bank zal u bij grote, belangrijke wijzigingen hierover informeren voordat deze wijzigingen gaan gelden. Bij minder belangrijke wijzigingen zal de bank deze wijzigingen op haar website plaatsen op het moment dat deze gaan gelden. Past de bank de lijst met beurzen aan? Dan plaatst de bank deze aangepaste lijst op de website van de bank.
8.2 Hoe vaak toetst de bank het beleid?
De bank zal minimaal vier keer per jaar toetsen of het beleid nog het juiste beleid is. Hiermee garandeert de bank dat de bank uw orders kan blijven uitvoeren met het best haalbare resultaat.
8.3 Kan ik aan de bank vragen hoe de bank het beleid heeft toegepast bij de uitvoering van mijn order? Wilt u weten hoe de bank het beleid heeft toegepast op uw order die de bank heeft uitgevoerd? Dan kunt u de bank vragen dit aan u toe te lichten.
9. Instemming en toestemming
Heeft u dit beleid ontvangen en geeft u daarna een order op aan de bank? Dan stemt u in met het beleid van de bank voor de uitvoering van orders. Door een order op te geven, geeft u ook aan dat u deze voorwaarden heeft gelezen en begrepen. En dat u toestemming heeft gegeven om uw orders uit te voeren op beurzen die geen zogenaamde gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit of georganiseerde handelsfaciliteit zijn. Maakt de bank gebruik van een beleggingsonderneming met systematische internalisatie? Xxx vraagt de bank apart om uw toestemming.
Systematische internalisatie betekent dat die beleggingsonderneming buiten een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit om, voor eigen rekening handelt en risico draagt. De beleggingsonderneming verhandelt uw order dan niet via een beurs, maar koopt zelf de beleggingsproducten van u of verkoopt deze zelf aan u.
ABN AMRO Bank N.V.
Amsterdam, januari 2018
ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam. Handelsregister K.v.K. Amsterdam, nr 34334259.
0900 – 0024
(Voor dit gesprek betaalt u uw gebruikelijke belkosten. Uw telefoonaanbieder bepaalt deze kosten). xxxxxxx.xx
Lijst met beurzen
Hieronder vindt u een lijst met beurzen. Deze lijst is vastgesteld volgens het ‘Beleid van ABN AMRO over uitvoering van orders’. Per soort beleggingsproduct ziet u:
• wat de belangrijkste beurzen zijn; en
• welke brokers de bank bij de uitvoering van orders gebruikt. Een broker is een tussenpersoon die orders voor beleggingsproducten kan (laten) uitvoeren, zoals een bank. De bank let erop dat de uitvoering van orders door een broker aansluit bij het beleid van de bank voor de uitvoering van orders. Daarbij houdt de bank rekening met de beschreven werkwijze en regels in dit beleid.
Deze lijst geldt vanaf januari 2018. Kijk op de website van de bank (xxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx) voor de actuele beurskenmerken. U kunt de beurskenmerken ook opvragen bij uw kantoor.
Een aantal voorbeelden
Bijvoorbeeld als plaats van uitvoering voor aandelen geldt:
• De bank voert orders voor Nederlandse aandelen rechtstreeks uit op Euronext Amsterdam.
• De bank laat orders voor aandelen binnen de regio Europa (zonder het Verenigd Koninkrijk en Euronext Amsterdam) uitvoeren door de broker Deutsche Bank. Deutsche Bank vergelijkt hierbij voor de bank geautomatiseerd de prijzen op de hoofdbeurs waar het aandeel verhandeld wordt (primary exchange) met de prijzen op drie multilaterale handelsfaciliteiten (Chi-X, BATS en Turquoise). Deutsche Bank kiest via Smart Order Routing (SOR) de plaats waar de order de beste prijs kan krijgen als de order direct uitvoerbaar is. Deutsche Bank houdt daarbij rekening met de kosten om uw order uit te voeren. Is uw order niet direct uitvoerbaar, bijvoorbeeld omdat de opgegeven limiet niet haalbaar is? Dan plaatst Deutsche Bank uw order op de hoofdbeurs.
• De bank laat orders voor aandelen binnen de regio Verre Oosten en Verenigd Koninkrijk uitvoeren door de broker UBS.
• De bank laat orders voor aandelen binnen de regio Verenigde Staten (zonder Canada) uitvoeren door de broker Virtu Financial Ltd (Virtu). Virtu maakt hiervoor gebruik van Smart Order Routing (SOR), waarbij Virtu orders ook buiten een beurs om kan uitvoeren.
• De bank laat orders voor aandelen binnen de regio Canada uitvoeren door de broker RBC. RBC maakt hiervoor gebruik van Smart Order Routing (SOR), waarbij RBC orders ook op een multilaterale handelsfaciliteit (MTF) kan uitvoeren.
Bijvoorbeeld als plaats van uitvoering voor obligaties geldt:
• De bank kan orders voor obligaties uitvoeren op een multilaterale handelsfaciliteit (MTF). De bank vraagt de prijzen (request for quote) op en kiest daaruit de beste prijs om uw order uit te voeren. Daarbij houdt de bank rekening met de kosten om uw order uit te voeren.
U leest verderop in dit beleid in de lijst met beurzen nog meer welke beleggingsproducten op welke beurs worden verhandeld en via welke broker.
Beurs | Broker | |
Aandelen en warrants | Euronext Amsterdam | Rechtstreeks |
Euronext Brussels | Deutsche Bank | |
Euronext Lisbon | Deutsche Bank | |
Euronext Paris | Deutsche Bank | |
XETRA | Deutsche Bank | |
Swiss Exchange | Deutsche Bank | |
Madrid Stock Exchange | Deutsche Bank | |
OMX Copenhagen | Deutsche Bank | |
OMX Helsinki | Deutsche Bank | |
Oslo Stock Exchange | Deutsche Bank | |
OMX Stockholm | Deutsche Bank | |
Wiener Börse | Deutsche Bank | |
Athens Stock Exchange | Deutsche Bank | |
AMEX | Virtu Financial Ltd | |
NASDAQ | Virtu Financial Ltd | |
NYSE | Virtu Financial Ltd | |
Toronto Stock Exchange | RBC | |
London Stock Exchange | UBS | |
Irish Exchange | UBS | |
Borsa Italiana | UBS | |
Australian Stock Exchange | UBS | |
Hong Kong Stock Exchange | UBS | |
Tokyo Stock Exchange | UBS | |
Singapore Exchange Ltd | UBS | |
Obligaties | Zie Beurs Aandelen, OTC en MTF * | |
Gestructureerde producten | Euronext Amsterdam Andere beurzen | Rechtstreeks Zie Beurs Aandelen, OTC en MTF * |
Beleggings fondsen • Closed-end fondsen met beursnotering • Open-ended fondsen met beursnotering | - - | See Stock Exchange Shares Zie Beurs Aandelen Fundsettle Euronext Fund Services BNP Paribas Securities Services Luxemburg |
Opties | Euronext Liffe (Nederlandse opties) | Rechtstreeks |
Euronext Liffe (Engelse opties) | UBS | |
Euronext Monep (Franse opties) | UBS | |
Euronext BEL (Belgische opties) | UBS | |
Eurex (Duitse en Zwitserse opties) | UBS | |
Options Price Reporting Authority (Amerikaanse opties) | UBS |
Beurs | Broker | |
Samengevoegde orders Vermogensbeheer | Barclays | |
Citigroup | ||
Commerzbank | ||
Credit Suisse | ||
Flow Traders | ||
Jane Street | ||
Xxxxxx Xxxxx | ||
Xxxxxx Xxxxxxx | ||
Xxxxxxxxxxx | ||
OTC en MTF * | ||
Orders die over een bepaalde drempel gaan (grote orders) | Rechtstreeks, diverse brokers en OTC en MTF * |
* OTC is handel ‘over the counter’. MTF is multilaterale handelsfaciliteit. De door ons meestgebruikte MTF is die van Xxxxxxxxx. Zie ook artikel 3 van het Beleid van ABN AMRO over uitvoering van orders
ABN AMRO Bank N.V.
Amsterdam, februari 2020
ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam. Handelsregister K.v.K. Amsterdam, nr 34334259.
0900 – 0024
(Voor dit gesprek betaalt u uw gebruikelijke belkosten. Uw telefoonaanbieder bepaalt deze kosten). xxxxxxx.xx
Samenvatting van het beleid van ABN AMRO over belangenconflicten
Waarom heeft de bank een beleid over belangenconflicten?
Door de diverse financiële diensten die de bank aanbiedt kunnen situaties ontstaan waarbij de belangen van klanten en de bank strijdig zijn met elkaar. Hierdoor kan mogelijk nadeel voor klanten ontstaan. Dergelijke situaties noemen we belangenconflicten en de bank heeft hierover een beleid.
Welke belangenconflicten kunnen zich voordoen?
• Belangenconflicten tussen klanten en de bank of haar medewerkers.
• Belangenconflicten tussen de klanten van de bank onderling.
Deze belangenconflicten kunnen zich voordoen op elk gebied van dienstverlening door de bank.
Xxxx richt het beleid van de bank zich op?
• Schade voor klanten als gevolg van belangenconflicten voorkomen.
• Belangenconflicten voorkomen en beheersen.
• Belangenconflicten zichtbaar maken.
Welke maatregelen neemt de bank?
Enkele belangrijke maatregelen die de bank neemt om belangenconflicten zichtbaar te maken, te voorkomen en te beheersen zijn:
• Administratieve procedures en systemen
De bank heeft administratieve procedures en systemen waarmee belangenconflicten worden gecontroleerd en beheerst.
• Bewustmaking en opleidingsprogramma’s
De medewerkers van de bank handelen volgens richtlijnen en instructies over hoe ze om moeten gaan met belangenconflicten. Ook volgen medewerkers verplicht speciale opleidingen waarin ze leren wat ze moeten doen om belangenconflicten te voorkomen.
• Interne regelingen en functiescheiding
De bank heeft regelingen om de uitwisseling van informatie tussen afdelingen en medewerkers te voorkomen en te beheersen als dit nodig is. Er is ook functiescheiding.
De bank accepteert bij beleggingsdienstverlening aan klanten geen vergoedingen van derde partijen. Niet in geld en ook niet in een andere vorm van waarde. Sommige vergoedingen die de kwaliteit van de dienstverlening van de bank ten goede komen en niet het klantbelang kunnen schaden, zijn wettelijk wel
toegestaan en kan de bank dan ook accepteren. Zo accepteert de bank als zij beleggingsdiensten verleent, kleine, redelijke niet-geldelijke vergoedingen. Voorbeelden hiervan zijn:
1. Het bijwonen van een door een derde partij georganiseerd seminar of conferentie over beleggingsdiensten of beleggingsproducten, inclusief het nuttigen van consumpties tijdens deze bijeenkomsten; en
2. De ontvangst van informatiematerialen over beleggingsdiensten en/of beleggingsproducten van een derde partij.
Ook kan de bank als zij beleggingsdiensten verleent, optreden als plaatsingsagent bij de uitgifte van aandelen. Hiervoor kan de bank van de uitgevende instelling een vergoeding ontvangen.
• Bekendmaken van een belangenconflict
Als een belangenconflict, ondanks de door de bank getroffen maatregelen, onvermijdelijk is informeert de bank klanten hierover. Klanten kunnen zo goed afwegen wat ze vinden van de diensten van de bank. Ze kunnen zo ook beter besluiten of ze bij de bank willen blijven bankieren.
• Afzien van dienstverlening door de bank
Als de maatregelen die de bank heeft genomen niet genoeg zijn om de belangen van klanten goed te beschermen kan de bank besluiten om geen diensten te verlenen aan deze klanten.
Wilt u meer informatie?
Als u meer informatie wilt over het beleid van de bank over belangenconflicten kunt u contact opnemen met uw adviseur. Wij zijn u graag van dienst.
ABN AMRO Bank N.V.
Amsterdam, februari 2020
ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam. Handelsregister K.v.K. Amsterdam, nr 34334259.
0900 – 0024
(Voor dit gesprek betaalt u uw gebruikelijke belkosten. Uw telefoonaanbieder bepaalt deze kosten). xxxxxxx.xx
Contact met Centraal Beheer PPI
Stuur een e-mail
Stuur een brief
Centraal Beheer PPI, Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxx
Stel uw vraag via het contactformulier in uw persoonlijk pensioenportaal
Wij nemen dan contact met u op.
Bel Centraal Beheer PPI (020) 591 4242
Dat kan van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. Xxx helpen u graag verder.
Centraal Beheer PPI is onderdeel van