PAW2000029
Referentienummer
PAW2000029
Gemeente
Hier vult u in c.q. hier staan de gegevens van de gemeente.
* Verplichte velden
Met het invullen van de contactgegevens gaat u ermee akkoord dat er contact met u wordt opgenomen door het Programma Aardgasvrije Wijken en derden (o.a. RVO) die in opdracht werken voor het programma ten behoeve van programma-activiteiten, zoals evaluaties van het programma, analyses en monitoring van de proeftuinen en communicatie-activiteiten.
KvK-nummer *
Vestigingsnummer Handelsnaam *
Gemeente Nijmegen
000007047037
09220932
Bezoekadres
Postcode *
Huisnummer *
Xxxxxxxxxx
Xxxxxx * Xxxxxx *
Xxxx *
Xxxxxxxxx
NIJMEGEN
Xxxxx Xxxxxxxxxxx
0
0000 XX
Correspondentieadres
Postcode *
Huis- of postbusnummer *
Xxxxxxxxxx
Xxxxxx xx xxxxxxx * Xxxxxx *
Xxxx *
Xxxxxxxxx
NIJMEGEN
Xxxxx Xxxxxxxxxxx
0
0000 XX
Contactpersoon bij de Indiener
Voorletter(s) * Tussenvoegsel(s) Achternaam *
Geslacht *
Man
Vrouw
Telefoon * Mobiel
E-mail *
0614354091
Hagen
van der
M
Algemene gegevens
Contactgegevens
Naam verantwoordelijke wethouder * Xxxxxxxxxxxx verantwoordelijke wethouder *
Telefoonnummer (secretariaat) verantwoordelijke wethouder *
E-mailadres (secretariaat) verantwoordelijke wethouder *
0243299527
Duurzaamheid (klimaat en energie)
Wethouder Tiemens
Algemene gegevens aanvraag
Plaatsnaam waar proeftuin plaats zal vinden * Naam wijk *
Gevraagde Rijksbijdrage incl. BTW *
€
Wijkt u substantieel af van een bijdrage van 4 miljoen euro (zowel naar beneden als naar boven)? *
Ja
Nee
Geef een motivatie waarom de bijdrage afwijkt. * (maximaal 400 karakters)
Over welk deel van de BTW-kosten van de toegekende Rijksbijdrage maakt de gemeente aanspraak op het BTW-compensatiefonds?
Dit deel zal niet uitgekeerd worden via het gemeentefonds, maar vraagt de gemeente zelf terug bij het BTW-compensatiefonds.*
€
Gemiddelde investering per woning en woningequivalenten (voor utiliteitsbouw) *
€
Totaal investering woningen en andere gebouwen (woningequivalenten)*
€
Waarom kiest u voor deze wijk? *
Xxxx betrokken wijk, wijkwarmteplan bijna klaar!
Hengstdal bereidt zich als één van de eerste wijken in Nijmegen voor op een aardgasvrije toekomst. In een uitgebreid participatieproces heeft de gemeente hier al samen met de bewoners een wijkwarmteplan gemaakt. Al vóór deze tijd was er in de wijk het bewonersinitiatief Duurzaam Hengstdal. Inwoners in deze wijk zijn dus erg betrokken bij duurzaamheid. Het wijkwarmteplan is klaar en inwoners willen nu graag concreet aan de slag, ondersteund door vertrouwde partijen. Dat kan met het Buurt Energie Systeem. De sociale cohesie in de wijk is groot; een belangrijke succesfactor voor het participatieproces en het vertrouwen in de buurtcoöperatie.
Nieuwe oplossing voor bestaande bebouwing
Hengstdal telt meer dan 3000 woningen. Voor deze aanvraag hebben we een deel van de wijk geselecteerd: de Bomenbuurt. Veel woningen hier zijn geïsoleerd tot label B, individuele warmte-oplossingen zijn duur. Aansluiting op het bestaande warmtenet is onwaarschijnlijk, omdat de afstand tot de warmtebron groot is. Het Buurt Energie Systeem is een kleinschalige, collectieve warmteoplossing die hier goed past. Het elektriciteitsnet is toereikend voor elektrisch koken.
Koppelkansen
In de wijk spelen ook andere zaken rondom duurzaamheid. Het gaat dan vooral om de aanpak van wateroverlast met het oog op klimaatadaptatie. Aanleg van een Buurt Energie Systeem biedt hiervoor mooie koppelkansen.
Unieke samenwerking: belangrijke rol Alliander, commitment Woningcorporatie
De Bomenbuurt heeft relatief veel corporatiewoningen en veel gestapelde bouw. Dit maakt het mogelijk om snel betaalbare afspraken te maken. Woningcorporatie Woonwaarts is dus een belangrijke partner. Woonwaarts is vanaf de start bij dit project betrokken en heeft haar intentie om te investeren in dit project, zoals ook de gemeente, Alliander en Duurzaam Hengstdal, vastgelegd in een Letter of Intent. Daarnaast speelt Xxxxxxxxx een unieke rol in dit project. Het netwerkbedrijf gaat investeren in de ontwikkeling van een innovatieve oplossing. Ze neemt risico en speelt ook een rol in het participatieproces
Tegelijk borgen we met de buurtcoöperatie het belang van de eindgebruikers. Zij kunnen dadelijk zélf belangrijke keuzes maken.
11.467.507
25.160
0
Het Buurt Energie Systeem is een volledig nieuwe warmteoplossing, technisch én op het gebied
van participatie. Het lost veel van de problemen met warmtepompen en warmtenetten op. Als dit een succes wordt, volgen vele buurten! Omdat het een geheel nieuwe vorm van verwarming is, zijn de voorbereidingskosten (inclusief ontwikkeling) hoger dan bij een ‘traditionele’ oplossing.
4.735.000
Hengstdal
Nijmegen
Geef een beknopte samenvatting van de aanpak voor deze wijk *
In het project Buurt Energie Systeem slaan Alliander, de gemeente Nijmegen, woningcorporatie Woonwaarts en Duurzaam Hengstdal de handen ineen. Deze aanvraag doet de gemeente dan ook mede namens deze partners.
De volgende uitgangspunten zijn leidend:
? Maatschappelijke belang
? Duurzaam
? Betrouwbaar
? Betaalbaar
? Toegankelijk voor iedereen in de wijk
? Standaardiseren van een oplossing, voor deze en vergelijkbare wijken
Bewoners in het middelpunt
In het hart van dit project staan de bewoners van de Bomenbuurt. Zij hebben in het wijkwarmteplan volop meegedacht over een aardgasvrije toekomst. Nu kunnen zij meedenken over de inrichting van de warmteoplossing in hun buurt. Sterker nog, ze worden straks via een coöperatie de eigenaar van het Buurt Energie Systeem. We vragen hen om samen zo’n coöperatie op te richten en het bestuur te kiezen. Zo hebben zij helder inzicht in en zeggenschap over alle informatie. Dit verstevigt het draagvlak. Met contracten en clausules tussen de betrokken partijen leggen we rollen en risico’s optimaal vast. Inwoners kunnen zo - op basis van transparantie en vertrouwen - zelf beslissen over hun deelname aan het Buurt Energie Systeem.
Innovatieve techniek
Het Buurt Energie Systeem bestaat uit een organisatorische component en uit een innovatieve warmtetechniek met een collectieve warmtepomp. Bij aanvang werkt de (overal inzetbare) basisvariant voor 70-80% op elektra (warmtepomp). Voor de echt koude dagen en als back-up is er een gasketel. Het systeem levert water van 70?C. Het grote voordeel ten opzichte van individuele warmtepompen zijn de lagere kosten. Daarnaast zorgt slimme software voor optimalisering van de energieprestaties. Bovendien is het systeem eenvoudig op te schalen of aan te passen. Bijvoorbeeld als de warmtevraag afneemt door isolatie. Ook kunnen er op termijn buffers, duurzame bronnen en energiesystemen voor opslag en opladen worden gekoppeld.
Koppelkansen
Naast een warmte-oplossing biedt het Buurt Energie Systeem kansen om de buurt te verbeteren. Zoals combinaties met onderhoud aan de riolering, glasvezel of infra voor duurzame mobiliteit. Tegelijk kan bijvoorbeeld ook de openbare ruimte klimaatadaptief, veiliger of speelser worden ingericht. Deze koppelkansen vergroten bij inwoners de bereidheid om mee te denken. In het project zal worden gewerkt met een integraal projectteam om een integrale aanpak mogelijk te maken
Zowel op technisch als sociaal vlak kunnen we veel leren van deze pilot. Hierbij maken we maximaal gebruik van bestaande technieken in reeds geleerde lessen. Zo zijn succesvolle warmtecoöperaties uit Denemarken bereid om ons te steunen bij de organisatie. Fijn, want Denemarken heeft al tientallen jaren ervaring met warmtenetten en lokale coöperaties. Ook zoeken we actief de samenwerking met bestaande lokale energiecoöperaties zoals Windpower. Deze succesvolle Nijmeegse coöperatie is enthousiast over het Buurt Energie Systeem en wil graag helpen met kennis en ervaring.
Co-creatie
Samen maken we het Buurt Energie Systeem tot een succes. In de hele stad en omgeving zijn veel partners betrokken. Het is een co-creatie van buurtbewoners, gemeente, Woonwaarts, Alliander en Liander. Maar ook partijen zoals de Danish Board of District Heating, waarmee Alliander een samenwerkingsverband heeft. Deze koepelorganisatie voor warmtenetten in Denemarken heeft expliciet als doel om ervaringen te delen, ook met het buitenland. De organisatie helpt met zowel technische als organisatorische kennis, in het bijzonder over de oprichting van buurtcoöperaties
We bekrachtigen de uitvoering in samenwerkingsovereenkomsten. Waar nodig sturen we bij dankzij de korte leerlussen en innovatie-loops. Geleerde lessen delen we met andere partijen. Naast een betrouwbare oplossing voor de Bomenbuurt realiseren we zo een bron van kennis, ervaring en standaarden voor vele soortgelijke wijken, op weg naar een aardgasvrij Nederland.
Wat wilt u leren met de proeftuin? *
Is uw aanpak gericht op het aardgasvrij-ready maken van de wijk en niet op het
aardgasvrij maken voor 2028? *
Ja
Nee
Met de opzet van dit project toetsen we de volgende hypothesen:
Coöperatieve structuur vergroot betrokkenheid: bewoners hebben zeggenschap over keuzes rondom de aanleg van de warmteoplossing, de toekomstige exploitatie en eventuele uitbreiding met bijvoorbeeld rest- en omgevingswarmte. Ze hebben inzicht in de cijfers en eventuele rendementen blijven in de buurt.
Het Buurt Energie Systeem bevordert koppelkansen: dankzij het kleinschalige en buurtgerichte karakter biedt het Buurt Energie Systeem zowel technische als sociale koppelkansen in de buurt.
Tastbaarheid vergroot steun: het begrip warmtenet is voor veel mensen te abstract. Het Buurt Energie Systeem is een concreet, tastbaar voorbeeld. Deze kleinschalige samenwerking vergroot het vertrouwen en draagvlak bij inwoners.
De coöperatie bevordert de lokale economie en cohesie: dankzij de coöperatieve structuur kunnen inwoners wensen voor verbetering van de buurt op een professionele manier realiseren.
Duurzaamheid en betaalbaarheid gaan hand in hand: de kleinschalige opzet maakt de aanleg van een Buurt Energie Systeem sneller en rendabeler dan een traditioneel warmtenet. Het systeem is modulair en biedt daarmee opties voor de toekomst met beperkte kosten. Bij een wijzigende warmtevraag bijvoorbeeld is vervangen van onderdelen van het systeem eenvoudig.
Centralisering bevordert innovatie en optimalisatie: het Buurt Energie Systeem kan snel inspelen op duurzame innovaties. Zo kan stapsgewijs de bron verder worden geoptimaliseerd en de piekvoorziening weggenomen. Woningeigenaren kunnen zich richten op energiebesparing.
Standaardisatie geeft betere opties tot financiering: door verregaande standaardisatie van contracten en organisatie verkleinen we de risico’s. We doen dit in afstemming met potentiële financiers, zodat ook de kapitaallasten lager zijn.
Lokaal leren; landelijk toepassen: Nijmegen, Woonwaarts, Duurzaam Hengstdal én Alliander investeren niet voor niets in dit project. De lessen die Nijmegen als koploper in de energietransitie heeft geleerd maken duidelijk dat het erg lastig is om bestaande, matig geïsoleerde, woonwijken te verduurzamen. De bestaande systemen kennen helaas veel bezwaren bij de eindgebruikers, waardoor de invoering moeizaam verloopt. Innovatie op technisch én sociaal-maatschappelijk gebied is daarom noodzakelijk; dit biedt het Buurt Energie Systeem.
Wijkgegevens
Onder een wijk wordt verstaan: een aaneengesloten geografisch geheel van gebouwen. Dit hoeft niet overeen te komen met de wijkindeling zoals gehanteerd wordt door het CBS. Ook dorpen en woonkernen vallen onder de definitie. Verder wordt in dit formulier gesproken over “wijk”.
Geef een afbakening van de wijk via een bestand in de vorm van een shapefile, waarin de begrenzing gedetailleerd is aangegeven.*
U kunt voor de intekening van de afgebakende wijk en het aanmaken van de shapefile, gebruik maken van deze weblink.
Gemeente Nijmegen Hengstdal Oost BZK.zip
Wat is het aantal woningen in de proeftuin? * Wat is het aantal utiliteitsgebouwen in
de proeftuin? *
Aantal woningen dat deel uitmaakt van de aanpak en het bouwjaar: *
Wat is het aantal woningen van een bepaald woningtype? *
Alle gebouwen in de gekozen wijk maken deel uit van de aanpak. Het uitsluiten van gebouwen binnen het plangebied (bijvoorbeeld vanwege een andere eigendomssituatie of de functie) is niet mogelijk. Een gefaseerde aanpak van de wijk kan wel, geeft dit helder aan in de planning van de aanpak.
510 | ||||
0 | ||||
<1945 | ||||
1945-1959 | aantal | 455 | ||
1960-1979 | aantal | 1 | ||
1980-1999 | aantal | 23 | ||
2000-heden | aantal | 31 |
Tussenwoning | aantal | 129 |
Hoekwoning | aantal | 66 |
Gestapelde bouw | aantal | 296 |
Twee-onder-een-kap | aantal | 18 |
Vrijstaand | aantal | 1 |
Wat is het aantal woningen van een bepaalde eigendomsverhouding? *
Woningbouwcorporatiebezit Particuliere huurwoningen Koopwoningen
Overig
aantal 455
aantal 9
aantal 46
Financiële onderbouwing en businesscase
Ten aanzien van de financiële onderbouwing staan de haalbaarheid van het project, de betaalbaarheid voor de bewoners en gebouweigenaren en de kwaliteit van het businesscase(s) centraal.
Ten behoeve van de financiële onderbouwing is een Rekentool ter beschikking gesteld. Deze tool is een hulpmiddel om de business cases op te stellen. U mag deze gebruiken, maar dat is niet verplicht.
Indien u geen gebruik maakt van de rekentool, upload een bestand in .xls met daarin een Business case. Voor meer informatie over de inhoud van deze Business case, klik hier.
Download hier de rekentool Upload hier uw .xls bestand *
Kopie van BZK Rekentool Hengstdal Nijmegen v0.4.xlsx
Onderbouw de hoogte van de benodigde investeringen voor de verschillende stakeholders. *
De investeringen voor het BES zijn uitgesplitst in tweeën. De ontwikkelkosten zijn kosten die éénmalig gemaakt worden om het concept van het BES verder uit te werken tot een concept dat daadwerkelijk uitgevoerd kan worden. De realisatiekosten zijn de kosten die je moet maken om het systeem aan te leggen en geven zo een goede indicatie voor de kosten van het systeem mocht je in een vervolgwijk aan de slag willen.
De kosten om het systeem uiteindelijk te ‘draaien’ (operationele kosten van het Buurt Energie Systeem) worden betaald uit de rekening die de gebruikers ontvangen voor hun energieverbruik; deze is gebaseerd op de huidige energielasten en bedraagt gemiddeld € 104,-
- per maand. Uit de ramingen blijkt dat deze bijdrage gelijk is aan de operationele kosten van het Buurt Energie Systeem.
Ontwikkelkosten
De dekking van kosten van de ontwikkeling ad € 2.079.915,-- ex btw wordt als volgt voorzien: Alliander
€ 600.000,--
Gemeente (uren + 15k communicatiekosten)
€ 74.187,--
Woonwaarts (uren)
P.M.,--
BZK-bijdrage
€1.405.728,--
Realisatiekosten
De realisatiekosten bedragen € 7.397.364,-- ex btw en worden gedragen door:
Bijdrage van álle gebruikers ivm wegvallen kosten CV ketel
€ 1.168.047,--
Aansluitbijdrage Woonwaarts
€ 2.900.000,-- BZK
Bijdrage
€ 3.329.317,--
Bijdrage Gemeente - koppelkansen
P.M.,--
Zie verder het tabblad “CAPEX & FINANCIERING”
De volgende uitgangspunten zijn bij de ramingen gehanteerd:
• Afnemer bijdragen huidig zijn gebaseerd op energiebelasting & tarieven 2020
• 510 woningen met 70% deelname bij aanvang oplopend in 10 jaar naar 85%. Er wordt gestreefd naar 100% deelname en alles is erop gericht om dit te bereiken. Omdat wij, gelet op eerdere ervaringen, echter zeker verwachten dat er altijd redenen zijn om (nog) niet over te stappen is in de businesscase gerekend met een uiteindelijk aansluitpercentage van 85% = 433 woningen. Áls er meer woningen willen worden aangesloten dan kan dat! De hogere aanlegkosten (vanwege de aanleg van extra huisaansluitingen) worden in dat geval gecompenseerd door extra aansluitbijdrages.
• Gerekend is met 15% onvoorzien op CapeX. Deze post onvoorzien is met name in gestoken vanuit beperkte ervaringen in bestaande bouw van een warmtenet en omdat grondroering in zichzelf risico’s met zich meebrengt.
• In de businesscase is uitgegaan van de basis variant met de lucht/water warmtepompen en piekketel op ingekocht (groen) gas en een conservatieve verhouding tussen gas en warmtepomp en COP. De verwachting is dat dit door de innovatieve optimalisatiesoftware gunstiger uitvalt.
• De financiering van de kosten komt naast de beoogde BZK steun vanuit de volgende partijen:
- De afnemers van de warmte via hun maandelijkse bijdrage – dit betreft zowel de huurders als particulieren
- Een eenmalige aansluitbijdrage vanuit de Woning Corporatie
- Een eenmalige aansluitbijdrage vanuit de particuliere verhuurder
- Een eenmalige aansluitbijdrage vanuit de particuliere woningeigenaren
- Een ontwikkel bijdrage vanuit Gemeente, Woonwaarts, en Alliander
We gaan van de volgende aanpak uit:
-
De klanten betalen aan het warmtebedrijf rechtstreeks een tarief voor de geleverde energie. Hiermee zijn de operationele kosten van het warmtebedrijf gedekt.
Gerekend is met ongeveer 104 euro per maand voor een doorsnee huishouden.
- De kosten voor afschrijving en onderhoud van de cv-ketel komen te vervallen voor woningeigenaren. Deze vervallen kosten kunnen worden omgezet naar een periodieke bijdrage. Dit periodieke bedrag is berekend als een annuïteit op een duurzaamheidslening met een lage rente (2%) en lange looptijd (30 jaar). Daarmee kan een flink bedrag (€1,17 mln) aan het begin beschikbaar komen om de CAPEX kosten te dekken.
-
mln)
-
-
-
-
Woningeigenaren betalen een eenmalige aansluitbijdrage (in totaal € 2,9
Gemeente betaalt een deel van de communicatie- en participatiekosten Woonwaarts betaalt een deel van de communicatie- en participatiekosten Alliander betaalt een deel van de (technische) ontwikkelkosten Gemeente investeert vanuit andere gemeentelijke programma’s in
koppelkansen
De uitwerking hiervan is te zien in het BZK rekenmodel.
Hoe worden de investeringen gefinancierd?
Benoem de beschikbare en de gevraagde bronnen voor financiering en de eigen bijdrage van de partijen. *
Indien de posten ‘extra kosten’ en ‘projectkosten’ worden opgevoerd, geef hiervoor een onderbouwing. *
De ‘extra kosten’ en ‘projectkosten’ zijn nader gespecificeerd in tabbladen die aan de rekentool
zijn toegevoegd. Zie bijlage.
De ontwikkelkosten zijn uitgewerkt in het tabblad Ontwikkelingskosten. Deze zijn berekend op basis van de totaalrealisatie van dit project, in een ‘standaard’ wijk; de ontwikkelingskosten zijn beperkt afhankelijk van de aard van de wijk en de wijkgrootte.
De kolommen A-W geven een totaalopsomming van de totale projectkosten. Kolommen X-Z geven aan welke soort kosten dit betreft. Daarmee zijn in kolom AA de ontwikkelingskosten gespecificeerd.
Hierbij geldt dat gekeken is naar het totaal van alle verwachte kosten voor zowel de verdere ontwikkeling van de techniek, de standaardisatie van het wijkproces en de wijze van oprichting van de warmteketen. Inclusief het warmtebedrijf en de contractvoorwaarden naar leverende partijen daarbinnen voor een optimale rol-, risico en eigendomsverdeling.
In veel innovatieve projecten zijn de bijkomende kosten erg hoog waardoor projecten niet tot stand komen. Door alle kosten in de beschouwing vooraf op te nemen en de volledige dekking te laten zien, ontstaat een transparant overzicht.
De belangrijkste financiers van de ontwikkelkosten in dit traject zijn (bij toekenning) BZK en Alliander. Projectkosten worden deels gemaakt en betaald vanuit Woonwaarts, de gemeente Nijmegen en (bij toekenning) BZK. Dit is zowel ingevoerd in de beschikbaar gestelde rekentool als in detail doorgerekend in ons eigen model met vergelijkbare uitkomst.
De belangrijkste financiers van de realisatiekosten zijn (bij toekenning) BZK, Woonwaarts (via een aansluitbijdrage), en alle woningeigenaren via bijdrage ter compensatie van de wegvallen kosten voor aanschaf en onderhoud van een CV-ketel.
Betrokken partijen maken afspraken over hun bijdrage in een samenwerkingsovereenkomst. Hierin staat ook hoe we omgaan met eventuele afwijkingen in de praktijk
Welke mogelijke financiële risico’s zijn te onderscheiden (risicoprofiel)? *
Het Buurt Energie Systeem ontzorgt bewoners en woningeigenaren zoveel mogelijk in de
transitie naar een aardgasvrij Hengstdal. Door het aanleveren van warmte van 70 °C zijn de benodigde aanpassingen aan de woning minimaal bij aanvang. Er komen (financiële) prikkels om isolatiemaatregelen te nemen.
Het verder verduurzamen van de wijk kan via de bron. Hierdoor zijn de individuele risico’s minimaal. De buurtcoöperatie in Hengstdal is nog in ontwikkeling. Het consortium van partijen bij aanvang, die zich door een samenwerkingsovereenkomst aan het project verbinden, draagt de gesommeerde risico’s.
Voor de algemene risico's van grondroering en werken in bestaande bebouwing is 15% onvoorzien gerekend in de ramingen.
De verdere belangrijkste risico's zijn geïnventariseerd, gescoord en er zijn beheersmaatregelen voor geformuleerd; zie hieronder.
R = Risico K = Kans op optreden I = Impact M = Mitigerende maatregelen
R:.Volloop met klanten in het gebied valt tegen; de gehanteerde volloop is gebaseerd op voorlopige toezeggingen van woningcorporaties, eigenaar/bewoners en utiliteit nog onzeker K: Laag
I: Hoog; Inkomsten komen later binnen en lopen achter op investeringen. Investering wordt minder snel terugverdiend
M: Contracten met woningcorporaties z.s.m. concreet maken, dit betreft 80% van de woningen. De cijfers zijn gebaseerd op initiële deelname van 70% oplopend naar 85% in 10 jaar tijd. Daarnaast vindt grondige inventarisatie plaats in vroegtijdig stadium
R: Kostenoverschrijding CAPEX; De bouwkosten blijken hoger dan ingeschat K: Gemiddeld
I:Hoog; De investeringen worden niet geheel terugverdiend
M:Bouwteam/Xxxxxxx contract met aannemer en zo vroeg mogelijk vastleggen i.v.m. capaciteitstekort op aannemersmarkt. Eveneens zijn er onvoorziene kosten opgenomen en wordt maximaal gebruik gemaakt van aanwezige ervaringen
R: Locatie voor BES; de locatie voor het wijkstation staat nog niet vast. K: Gemiddeld
I: Gemiddeld; vertraging en mogelijk hogere noodzakelijke investering
M: Zo snel mogelijk de locatie van het wijkstation vastleggen in samenspraak met de buurt. R: Operationele kosten vallen hoger uit; door incidenten of door onvoorziene zaken vallen de operationele kosten hoger uit dan verwacht
K: Gemiddeld
I: Gemiddeld; de gemaakte kosten worden onvoldoende gedekt
M: Dit is meegenomen in een realistische risico opslag in calculatie voor de vaste kosten. Energieprijzen zijn daar buiten gelaten en gelden in bredere zin voor alle oplossingen en zijn moeilijk te voorspellen
R: Vergunning(en) voor BES wordt niet verleend K: Laag
I: Hoog; project in deze vorm kan niet worden gerealiseerd M: Vroegtijdige afstemming met vergunningverleners
R: Beperkte capaciteit aannemers; geen/Laat aannemers beschikbaar voor de aanleg van het net
K: Gemiddeld
Ja. Het uitgangspunt is woonlastenneutraliteit, waarbij bijvoorbeeld besparingen op aardgas ketels worden meegenomen. De berekeningen zijn gebaseerd op een aansluitbijdrage vanuit de Woningcorporatie. Daarbij wordt met de bewoners van de wijk de daadwerkelijke prijsstelling onderzocht en uiteindelijk door het (coöperatieve) warmtebedrijf vastgesteld.
Woonlastenneutraliteit is - ondanks dat het hier om een innovatief concept gaat - financieel mogelijk dankzij de aangevraagde BZK bijdrage samen met de bijdragen van betrokken partijen:
•
kosten CV-ketel)
•
•
Woningeigenaren (deel van de aansluitbijdrage en bijdrage vermeden
Gemeente (deel van de begeleidingskosten) Alliander (deel van de ontwikkelkosten)
• En dankzij de inzet en kennis van partijen zoals Duurzaam Hengstdal en de regionale energiecoöperatie Windpower Nijmegen
Om zo betaalbaar mogelijk aardgasvrije warmte aan te bieden, is een vergelijkende analyse uitgevoerd. Hierin is gekeken naar de maatschappelijke kosten van het Buurt Energie Systeem ten opzichte van andere alternatieven, zoals traditionele warmtenetten en individuele warmtepompen. Voor bestaande woningen zijn individuele oplossingen vaak niet de beste oplossing. Vaak zijn zeer hoge kosten nodig om gebouwen geschikt te maken voor lagere temperatuur verwarming. Ook is er nog altijd veel techniek ‘achter de voordeur’ nodig waarmee eindgebruikers belast worden.
Het Buurt Energie Systeem biedt de volgende (financiële) voordelen:
• De buurt kan beginnen aan de warmtetransitie en hoeft niet te wachten op grootschalige ontwikkelingen.?Overzichtelijk en hanteerbaar door kleine projectgrootte.?
• Aanpassingen in woningen zijn beperkt. Bestaande radiatoren kunnen blijven. Vervolgens wordt isoleren wel gestimuleerd en de techniek van het systeem is hierop voorbereid.
• De buurt is zelf eigenaar van het warmtebedrijf. Dit biedt inzicht in de kosten en recht op rendement. Dit kan worden ingezet voor de verdere ontwikkeling in de wijk. Een voorbeeld is collectief investeren in isolerende maatregelen. Dit heeft een positief effect op de energierekening.
• De afhankelijkheid van commerciële bedrijven wordt kleiner. De buurtcoöperatie kan als collectief een goede prijs ontwikkelen met bijvoorbeeld een energieleverancier. En door gebruik te maken van best practices met standaardcontracten risico’s maximaal mitigeren of beleggen.
• De BES vergemakkelijkt het benutten van mogelijkheden om lokaal opgewekte elektriciteitsoverschotten in te zetten voor bijvoorbeeld langdurige opslag, koeling of buurt batterijen en laadpleinen. Hiermee kunnen op termijn ook extra investeringen in de elektriciteitsinfrastructuur worden voorkomen.
• Toekomstbestendig: dankzij de modulaire opbouw van het systeem kunnen nieuwe technieken in de toekomst ingezet worden en buurten aan elkaar gekoppeld.? Dit maakt verdere efficiëntie (kostenverlaging) en verduurzaming mogelijk op een stapsgewijze manier??
Om de lasten van afnemers zo laag mogelijk te houden, dragen de consortiumpartijen een groot deel van de ontwikkelkosten zelf. Deze worden daarom ook niet meegenomen in de exploitatiekosten.
De aanleg van het Buurt Energie Systeem wordt dus gedekt uit bijdragen van BZK, Alliander, Gemeente, Woonwaarts en woningeigenaren.
De exploitatie van het Buurt Energie Systeem wordt gedekt uit de rekening die de gebruikers betalen voor hun afname van verwarming en warm water (gemiddeld € 104 / maand). De exploitatie is dus gebaseerd op een kostendekkende exploitatie over langere termijn door een lokale energie coöperatie. Eventuele overschotten blijven in de buurt.
Is woonlastenneutraliteit voor huurders van woningen en eigenaar-bewoners uitgangspunt van de financiële onderbouwing? *
Wat is het percentage van de gevraagde rijksbijdrage in verhouding tot alle investeringen en wat zijn de investeringskosten per woning(equivalent)? *
De rijksbijdrage bedraagt € 4.735.000 op een totale projectinvestering van € 9.477.279 (ex
btw). Dat is iets minder dan 50%. Per woningequivalent is de investering € 21.887 (ex BTW)inclusief ontwikkel- en proceskosten en de productontwikkeling uitgaande van 433 aangesloten woningen (85% van 510)
Een en ander is cijfermatig toegelicht in het bijgevoegde rekenmodel.
Technische oplossingen
In dit gedeelte kunt u aangeven voor welke alternatieve warmtevoorziening(en) is gekozen en wat dit betekent voor de gebouwgebonden maatregelen zoals op het gebied van energiebesparing en eventuele aansluitingen en aanpassingen aan het warmteafgiftesysteem.
Voor welke alternatieve warmtevoorziening(en) is gekozen? *
Warmtenetten WKO
Elektrische verwarmingsmaatregelen Groen gas, biogas of waterstof Innovatieve maatregelen
U heeft gekozen voor warmenetten. Geef een technische beschrijving. *
Geef een technische beschrijving van de beoogde alternatieve warmtevoorziening(en). De techniek achter de beoogde alternatieve warmtevoorziening voor het Buurt Energie
Systeem in de Bomenbuurt-Hengstdal is een Modulaire Energie Systeem (MES). Deze techniek
is gebaseerd op een collectieve warmtepomp met een buffer en een piekvoorziening. Het MES vormt samen met een coöperatief warmtebedrijf ‘door en voor de buurt’ een bijzondere combinatie: de techniek maakt keuzes mogelijk voor het warmtebedrijf en het warmtebedrijf handelt vervolgens in het belang van de buurt. Deze combinatie noemen we het Buurt Energie Systeem.
Het MES bestaat uit een collectief buurtstation voor het opwekken van warmte met piek- en back-up voorziening, een midden temperatuur buurtwarmtenet en een afleverset per woning. Het systeem levert warmte op een temperatuur van 70°C. Hierdoor zijn maatregelen zoals vergaand isoleren van gebouwen en aanpassing van de radiatoren niet noodzakelijk. Natuurlijk zijn zulke maatregelen nog steeds goed, ook in een later stadium. Maar het maakt de barrière voor de buurt om te kiezen voor een alternatief systeem aanzienlijk minder groot.
Het verder verduurzamen van de wijk verloopt vervolgens gemakkelijker, doordat de woningen al zijn aangesloten op een warmtenet. Terwijl we centraal verder optimaliseren en verduurzamen, stimuleren we bewoners om hun warmtevraag af te bouwen.
De basisvariant van de modulaire collectieve warmtepomp is een hybride oplossing, met een aantal geschakelde lucht-water warmtepompen en een gasgestookte piek- en back-upketel. Hierdoor ontstaat een overal inzetbare warmtebron met een buffervat. Innovatieve automatiseringssoftware verhoogt de efficiëntie van de warmtepomp en minimaliseert de inzet van gas voor piek en back-up. Door te isoleren, is op termijn, de piekvoorziening op gas helemaal niet meer nodig.
Het Modulaire Energie Systeem gebruikt water als transportmedium van de warmte. Dit maakt het ongekend flexibel ten opzichte van systemen met elektriciteit of gas als transportmedium. Water kan namelijk centraal (in het buurtstation) op verschillende duurzame manieren worden verwarmd. Door de modulaire opzet van het MES is het mogelijk om nieuwe, duurzame bronnen aan te sluiten, bij aanvang maar ook in een later stadium. Denk aan ondiepe geothermie, restwarmte en omgevingswarmte. Of koppeling aan een andere warmtenet of warmtebron.
Dankzij de opzet met standaard modules kan het MES dus relatief eenvoudig worden aangepast of uitgebreid. Een deel van de onderdelen die niet meer nodig zijn, kunnen weer worden ingezet in een volgende wijk. Zo ontstaat een groeimodel afhankelijk van de behoefte vanuit de buurt. Er kan zelfs een ‘sneeuwbaleffect’ ontstaan naar andere buurten. De bestaande buurtnetten kunnen ook gekoppeld worden aan warmtenetten met een gelijke temperatuur. Dit maakt alternatieve grootschalige warmtebronnen zoals geothermie economisch haalbaar op termijn, terwijl ze niet noodzakelijk zijn bij de aanvang van een warmtenet.
Is er sprake van restwarmte met een fossiele bron? Zo ja, wat is de strategie, ook in de tijd, om tot een volledig fossielvrije warmteaanbod te komen?
Nee. Voor het Buurt Energie Systeem in Hengstdal gebruiken we bij aanvang geen restwarmte van een fossiele bron. Het systeem kan daar overigens wel mee omgaan, mocht een dergelijke bron beschikbaar komen.
Hoe is geborgd dat warmte over lange tijd beschikbaar is?
Uitgangspunt is een overal inzetbare MES, bestaande uit een hybride oplossing met lucht- water warmtepompen en een gaspiekketel op (groen) gas. Van de warmte wordt in totaal 70% elektrisch opgewekt bij aanvang. Op termijn neemt dit af. De Nederlandse elektriciteitsnetten zijn één van de betrouwbaarste ter wereld, dus de kans op uitval is zeer klein. Bovendien dient de piekvoorziening ook als back-up. Daarbij is buitenlucht als warmtebron altijd beschikbaar. Wanneer (groen) gas niet beschikbaar is in bepaalde wijken, kunnen we kiezen voor een elektrische piekketel.
Het hybride lucht-water energiesysteem zal in veel wijken slechts een tijdelijke verschijning zijn. Door de modulaire opzet, meer aansluitingen en technische innovaties is het al snel mogelijk het systeem verder te verduurzamen met lokale bronnen, zoals restwarmte van datacenter en TEO.
Doordat het Buurt Energie Systeem water gebruikt als transportmedium, heeft verduurzaming van de warmtebron geen impact meer op de afnemers. Buurten kunnen onafhankelijk van elkaar op eigen tempo kiezen voor BES. Zodra een stadsdeel een bepaald aantal van deze energiesystemen telt, nieuwe technieken of lokale warmtebronnen beschikbaar komen, kan overgeschakeld worden naar andere warmtebronnen.
Voor de Bomenbuurt - Hengstdal gaan we er vanuit dat we in de toekomst mogelijk gebruik kunnen maken van het bestaande stadwarmtenet (zodra meerdere buurten in de wijk overstappen) of ondiepe geothermie. Voor de pieken is aanvulling mogelijk met groen gas of op termijn waterstof.
Hoe ziet het volloopscenario van de collectieve warmtevoorziening eruit?
Het doel is om de hele buurt (100%) zo snel mogelijk aan te sluiten op het BES. In de praktijk kiezen eigenaren zelf of ze willen aansluiten op het warmtenet. In de businesscase gaan we daarom veiligheidshalve uit van een minimaal scenario waarbij 70% van de wijk in jaar 1 aansluit. Dit loopt op tot 85% in 10 jaar. Voor de huizen die later worden aangesloten ligt er al een hoofd-warmteleiding. Dan is enkel een aansluiting van straatleiding tot in huis nodig.
De eerste reacties op het systeem zijn positief. Zowel van het bewonerscollectief als van de woningcorporatie. De corporatie bezit zo’n 90% van de woningen, is groot voorstander van het initiatief en wil investeren in een aansluitbijdrage. Daarnaast is de drempel om mee te doen relatief laag. Dit dankzij de keuzemogelijkheden in de techniek, de aanvoertemperatuur van 70?C waardoor minimale woningaanpassingen nodig zijn en de combinatie met de buurtcoöperatie. Het is dus aannemelijk dat we hoger uitkomen dan 85%, maar zoals eerder gezegd gaan we vanuit het oogpunt van risicobeheersing uit van 85%.
Indien gewenst kunt u hier toelichtende tabellen/grafieken uploaden.
Infographic BES.png
U heeft gekozen voor Elektrische verwarmingsmaatregelen. Geef een technische beschrijving. *
Geef een technische beschrijving van de beoogde alternatieve warmtevoorziening(en). De techniek achter de beoogde alternatieve warmtevoorziening voor het Buurt Energie
Systeem in de Bomenbuurt-Hengstdal is een Modulaire Energie Systeem (MES). Deze techniek
is gebaseerd op een collectieve warmtepomp met een buffer en een piekvoorziening. Het MES vormt samen met een coöperatief warmtebedrijf ‘door en voor de buurt’ een bijzondere combinatie: de techniek maakt keuzes mogelijk voor het warmtebedrijf en het warmtebedrijf handelt vervolgens in het belang van de buurt. Deze combinatie noemen we het Buurt Energie Systeem.
Het MES bestaat uit een collectief buurtstation voor het opwekken van warmte met piek- en back-up voorziening, een midden temperatuur buurtwarmtenet en een afleverset per woning. Het systeem levert warmte op een temperatuur van 70°C. Hierdoor zijn maatregelen zoals vergaand isoleren van gebouwen en aanpassing van de radiatoren niet noodzakelijk. Natuurlijk zijn zulke maatregelen nog steeds goed, ook in een later stadium. Maar het maakt de barrière voor de buurt om te kiezen voor een alternatief systeem aanzienlijk minder groot.
Het verder verduurzamen van de wijk verloopt vervolgens gemakkelijker, doordat de woningen al zijn aangesloten op een warmtenet. Terwijl we centraal verder optimaliseren en verduurzamen, stimuleren we bewoners om hun warmtevraag af te bouwen.
De basisvariant van de modulaire collectieve warmtepomp is een hybride oplossing, met een aantal geschakelde lucht-water warmtepompen en een gasgestookte piek- en back-upketel. Hierdoor ontstaat een overal inzetbare warmtebron met een buffervat. Innovatieve automatiseringssoftware verhoogt de efficiëntie van de warmtepomp en minimaliseert de inzet van gas voor piek en back-up. Door te isoleren, is op termijn, de piekvoorziening op gas helemaal niet meer nodig.
Het Modulaire Energie Systeem gebruikt water als transportmedium van de warmte. Dit maakt het ongekend flexibel ten opzichte van systemen met elektriciteit of gas als transportmedium. Water kan namelijk centraal (in het buurtstation) op verschillende duurzame manieren worden verwarmd. Door de modulaire opzet van het MES is het mogelijk om nieuwe, duurzame bronnen aan te sluiten, bij aanvang maar ook in een later stadium. Denk aan ondiepe geothermie, restwarmte en omgevingswarmte. Of koppeling aan een andere warmtenet of warmtebron.
Dankzij de opzet met standaard modules kan het MES dus relatief eenvoudig worden aangepast of uitgebreid. Een deel van de onderdelen die niet meer nodig zijn, kunnen weer worden ingezet in een volgende wijk. Zo ontstaat een groeimodel afhankelijk van de behoefte vanuit de buurt. Er kan zelfs een ‘sneeuwbaleffect’ ontstaan naar andere buurten. De bestaande buurtnetten kunnen ook gekoppeld worden aan warmtenetten met een gelijke temperatuur. Dit maakt alternatieve grootschalige warmtebronnen zoals geothermie economisch haalbaar op termijn, terwijl ze niet noodzakelijk zijn bij de aanvang van een warmtenet.
Is er sprake van restwarmte met een fossiele bron? Zo ja, wat is de strategie, ook in de tijd, om tot een volledig fossielvrije warmteaanbod te komen?
Nee. Voor het Buurt Energie Systeem in Hengstdal gebruiken we bij aanvang geen restwarmte van een fossiele bron. Het systeem kan daar overigens wel mee omgaan, mocht een dergelijke bron beschikbaar komen.
Hoe is geborgd dat warmte over lange tijd beschikbaar is?
Uitgangspunt is een overal inzetbare MES, bestaande uit een hybride oplossing met lucht- water warmtepompen en een gaspiekketel op (groen) gas. Van de warmte wordt in totaal 70% elektrisch opgewekt bij aanvang. Op termijn neemt dit af. De Nederlandse elektriciteitsnetten zijn één van de betrouwbaarste ter wereld, dus de kans op uitval is zeer klein. Bovendien dient de piekvoorziening ook als back-up. Daarbij is buitenlucht als warmtebron altijd beschikbaar. Wanneer (groen) gas niet beschikbaar is in bepaalde wijken, kunnen we kiezen voor een elektrische piekketel.
Het hybride lucht-water energiesysteem zal in veel wijken slechts een tijdelijke verschijning zijn. Door de modulaire opzet, meer aansluitingen en technische innovaties is het al snel mogelijk het systeem verder te verduurzamen met lokale bronnen, zoals restwarmte van datacenter en TEO.
Doordat het Buurt Energie Systeem water gebruikt als transportmedium, heeft verduurzaming van de warmtebron geen impact meer op de afnemers. Buurten kunnen onafhankelijk van elkaar op eigen tempo kiezen voor BES. Zodra een stadsdeel een bepaald aantal van deze energiesystemen telt, nieuwe technieken of lokale warmtebronnen beschikbaar komen, kan overgeschakeld worden naar andere warmtebronnen.
Voor de Bomenbuurt - Hengstdal gaan we er vanuit dat we in de toekomst mogelijk gebruik kunnen maken van het bestaande stadwarmtenet (zodra meerdere buurten in de wijk overstappen) of ondiepe geothermie. Voor de pieken is aanvulling mogelijk met groen gas of op termijn waterstof.
Hoe ziet het volloopscenario van de collectieve warmtevoorziening eruit?
Het doel is om de hele buurt (100%) zo snel mogelijk aan te sluiten op het BES. In de praktijk kiezen eigenaren zelf of ze willen aansluiten op het warmtenet. In de businesscase gaan we daarom veiligheidshalve uit van een minimaal scenario waarbij 70% van de wijk in jaar 1 aansluit. Dit loopt op tot 85% in 10 jaar. Voor de huizen die later worden aangesloten ligt er al een hoofd-warmteleiding. Dan is enkel een aansluiting van straatleiding tot in huis nodig.
De eerste reacties op het systeem zijn positief. Zowel van het bewonerscollectief als van de woningcorporatie. De corporatie bezit zo’n 90% van de woningen, is groot voorstander van het initiatief en wil investeren in een aansluitbijdrage. Daarnaast is de drempel om mee te doen relatief laag. Dit dankzij de keuzemogelijkheden in de techniek, de aanvoertemperatuur van 70?C waardoor minimale woningaanpassingen nodig zijn en de combinatie met de buurtcoöperatie. Het is dus aannemelijk dat we hoger uitkomen dan 85%, maar zoals eerder gezegd gaan we vanuit het oogpunt van risicobeheersing uit van 85%.
Indien gewenst kunt u hier toelichtende tabellen/grafieken uploaden.
Buurt Energie Systeem.mp4
•
•
•
Welke maatregelen moeten worden genomen?
Hoe ga je overschakelen van aardgas naar biogas of waterstof?
Welke aanpassingen zijn nodig voor de aanvoer van biogas of waterstof?
De centrale piekketel is gasgestookt. Het benodigde gas wordt bij voorkeur groen ingekocht, liefst bij een regionale groengasproducent. Gastransport per as of opslag van gas is in de wijk niet wenselijk in dit stadium. Voordeel van groen gas is dat het door het bestaande gasnet getransporteerd kan worden. Nadeel is dat het helaas beperkt beschikbaar is en de kosten hoger zijn dan aardgas
Als er in de toekomst dan ook mogelijkheden zijn voor verdere verduurzaming, maken we hier gebruik van. Denk bijvoorbeeld aan waterstof. De modulaire techniek en centralisatie van de warmtebron vergemakkelijken deze keuzes, maar maken ze tegelijkertijd niet noodzakelijk bij opstart. Verder kan bij isolatie van woningen de warmtevraag dalen, waardoor de noodzaak tot een piekvoorziening verdwijnt, vermindert of elektrisch kan mogelijk is.
Indien je gebruik maakt van innovatieve maatregelen:
• gekozen?
•
•
Welke innovatieve maatregelen pas je toe en waarom heb je hiervoor
Is de maatregel eerder toegepast?
Wat is het alternatief als de innovatie niet toepasbaar is zoals voorzien.
Het Buurt Energie Systeem is innovatief in techniek (het Modulaire Energie Systeem) en organisatie (warmtebedrijf door en voor de buurt). Het is vooralsnog in deze combinatie uniek. De technieken van het MES en de opzet van de energiecoöperatie zijn grotendeels gebaseerd op bestaande en bewezen concepten. De innovatie (en de risico’s) zitten hem dan ook vooral in het samenbrengen van zaken in één pilot.
De technische innovatie betreft met name:
• Inzetten van een warmwaterbuffer en nieuwe automatiseringssoftware, die efficiënte inzet van de warmtepomp maximaliseert en de inzet van gas voor piek en back-up minimaliseert.
• Het modulair ontwerp van het systeem. Hierdoor kunnen toekomstige innovaties, verbeteringen in techniek en aanpassingen aan veranderende warmtevraag ten goede van de buurt komen. Want de standaard modules houden waarde in zichzelf en kunnen in andere buurten worden ingezet.
• De techniek is ook voorbereid op koppeling met andere energie-innovaties, zoals elektrische mobiliteit. Denk aan mogelijkheden voor een elektrisch laadplein rondom het buurtstation, elektrische mobiliteit en automatisering om de piekbelasting op E-net te verminderen en om maximaal gebruik te maken van het aanbod van duurzame energie binnen de wijk, door lokale overschotten tijdelijk te bufferen.
De andere belangrijke innovatie zit hem in de aanpak en het organisatiemodel. Het Buurt Energie Systeem combineert de modulaire collectieve warmtepomp met een warmtebedrijf vanuit een buurtcoöperatief. De afnemers zijn dus mede-eigenaar. Hiervan zijn in Nederland maar weinig voorbeelden.
Het probleem was tot nu toe dat zo’n organisatiemodel een onvoldoende schaalbare oplossing biedt. De financiering is moeilijk omdat onvoldoende maatregelen verankerd zijn in de opzet, clausules en contracten met partijen. In dit project passen we deze benodigde standaardisatie toe op grond van best practices in binnen- en buitenland. Het BES combineert zo de voordelen van een collectieve oplossing met de toenemende behoefte aan zeggenschap en invloed van afnemers op de keuzes bij aanleg en in de verdere verduurzaming.
Een derde innovatie zit in het buurtproces. Een sociale innovatie dus. Woningeigenaren krijgen zeggenschap en inzicht in alle informatie (transparantie). Wij veronderstellen dat dit tot een groter draagvlak leidt. Hiermee is de kans groter dat voldoende mensen meedoen.
Het niet slagen van dit project kan door een technische oorzaak. In dat geval zoeken we naar alternatieve warmtebronnen en alternatieve technieken. Ook een organisatorische oorzaak kan ertoe leiden dat het project niet slaagt: onvoldoende mensen doen mee aan de coöperatie. In dat geval komt de opgave voor aardgasvrij terug bij de gemeente. Afhankelijk van de juridische mogelijkheden op dat moment (afsluitmogelijkheid?) stippelt de gemeente een nieuw proces uit naar een aardgasvrije Bomenbuurt.
U heeft gekozen voor groengas, biogas of waterstof. Geef een technische beschrijving. *
Indien gewenst kunt u hier toelichtende tabellen/grafieken uploaden. U heeft gekozen voor andere innovatieve maatregelen.
Geef een technische beschrijving. *
Indien gewenst kunt u hier toelichtende tabellen/grafieken uploaden.
Hengstdal is één van de eerste wijken in Nederland met een wijkwarmteplan dat samen met de bewoners is opgesteld. Hierin zijn de verschillende bestaande alternatieven op een rij gezet en blijkt dat de bestaande aardgasalternatieven nu nog onvoldoende duurzaam, betaalbaar en betrouwbaar zijn om een goed alternatief voor Xxxxxxxxx te zijn.
Momenteel zijn de twee kansrijkste alternatieven volgens de gemeentelijke warmtevisie en het wijkwarmteplan:
1. Individuele oplossingen, voor één woning of gebouw.
Meestal is dit een vorm van elektrische verwarming, zoals elektrische warmtepompen. Maar een warmtepomp is financieel pas interessant als de woning goed geïsoleerd is. In Hengstdal zijn met name de woningen van particulieren veelal slecht geïsoleerd. Bewoners vrezen voor geluidsoverlast. Ook is het elektriciteitsnet ongeschikt voor grootschalige toepassing van warmtepompen. Proeven met individuele Hoge Temperatuur Warmtepompen door Woonwaarts lieten bovendien zien dat beloofde rendementen niet worden gehaald.
2.
Grootschalige collectieve oplossing, zoals een warmtenet.
De inwoners van Hengstdal zien een warmtenet als duur, beperkt duurzaam en ouderwets.. En je zit als gebruiker lang vast aan één (commerciële) leverancier. Er is zéér weinig draagvlak in de wijk voor een aansluiting op het bestaande warmtenet. Hengstdal ligt bovendien ver weg van het bestaande Nijmeegse warmtenet waardoor grote investeringen in het transportnet nodig zijn om de warmte naar Hengstdal te krijgen.
Tussen de uitersten van individueel en groot-collectief zijn (nog) niet veel alternatieven. Hier is wel behoefte aan. Logisch dus dat het Buurt Energie Systeem enthousiast ontvangen wordt als collectieve warmteoplossing. Zowel door gemeente, woningcorporatie, Alliander, Windpower Nijmegen als Duurzaam Hengstdal.
Doorslaggevende argumenten voor deze oplossing: de combinatie van zeggenschap van de buurt, de flexibel aan te passen techniek en de gedeelde ambitie om een goede oplossing te realiseren voor dit type buurten. Aardgas verdwijnt hiermee direct uit de woningen en maakt plaats voor een toekomstbestendig systeem, dat meegroeit met de omstandigheden, verduurzamingsambities en behoeften in de buurt.
Uit de doorrekeningen van Alliander blijkt bovendien dat het systeem (met BZK bijdrage) ook woonlastenneutraal kan worden aangelegd en geëxploiteerd.
Op welke manier is het technisch ontwerp van de alternatieve warmtevoorziening tot stand gekomen? Is er een afweging gemaakt tussen verschillende alternatieven, en hoe zijn die keuzes gemaakt? *
Welke gebouwmaatregelen moeten worden toegepast?
Op welke manier maakt de reductie van de warmtevraag door energiebesparing onderdeel uit van de aanpak? *
Eén van de voordelen van het Buurt Energie Systeem is de beperkte noodzaak om
verregaande isolatiemaatregelen aan de woningen te treffen. Het energiesysteem levert bij aanvang warmte van 70°C warmte af aan de woningen. Hierdoor hoeven de meeste woningen niet eerst te isoleren in de Bomenbuurt. Bijna alle woningen van Woonwaarts zijn bovendien inmiddels verduurzaamd naar label B; het gemiddelde gasverbruik in de wijk is laag.
Zo is de drempel om van het aardgas te gaan en te starten met verduurzamen zo laag mogelijk. In sommige woningen moeten de radiatoren iets worden aangepast. Slechts voor enkele woningen zal 70°C niet warm genoeg zijn voor voldoende comfort. Hier is eerst enige isolatie nodig, in de businesscase is hier rekening mee gehouden
Iedereen heeft uiteindelijk belang bij het verlagen van de kosten. De buurt is immers eigenaar van het systeem en moet dus ook de ingekochte energie (elektriciteit) betalen. Anders dan bij traditionele warmtenetten met een commerciële exploitant is er geen prikkel om zoveel mogelijk warmte te verkopen. Zo ontstaat ook een sociale stimulans tussen buurtbewoners - naast stimuleringsmaatregelen vanuit het warmtebedrijf. Het Buurt Energie Systeem biedt de mogelijkheid om als collectief aan de slag te gaan. Door gezamenlijk te isoleren, kunnen voor iedereen de aanvoertemperatuur en daarmee de kosten verder omlaag. Ook kan men er samen voor kiezen om de bron te optimaliseren, bijvoorbeeld door ontsluiten van restwarmte op termijn.
Kortom: met het Buurt Energie Systeem zetten we meteen bij aanvang een grote stap in duurzaamheid. En het biedt opties voor verdere verduurzaming in de toekomst, zonder dat deze bij de start drempels opwerpen.
Welke mogelijke technische risico’s zijn te onderscheiden? *
Middels een risicosessie zijn de belangrijkste technische risico’s van het Buurt Energie Systeem
geïnventariseerd en hieronder opgesomd. Voor een belangrijk deel komen de risico's overeen met risico's die andere warmtenetten ook hebben, voor een deel zijn deze specifiek voor het Buurt Energie Systeem
Legenda:R= Risico K= Kans I=Impact M= Mitigerende Maatregel(en)
R: Retourtemperaturen zijn te hoog; voor een efficiënte benuttig dient retourtemperatuur zo laag mogelijk te zijn.
K: Hoog
I:Laag; hogere operationele kosten
M: Inregelen van de binneninstallaties of retourtemperatuurbegrenzing op afleverset toepassen.
R: Warmteklachten piekmomenten; huidige afgifte systeem is niet in staat voldoende warmte(comfort) te leveren
K: Gemiddeld
I: Xxxxxxxxx; ontevreden gebruikers, vertrouwen in concept geschaad
M: Toepassen hogere temperatuur op piekmomenten, isolatie van woningen of uitbreiding van capaciteit afgiftesysteem. Back-up scenario aanwezig, zodat de basisvoorziening ‘een warm en comfortabel huis’ kan voorzien. Opnemen van sensoren ten behoeve van comfort metingen
R: Kwaliteit inpandige systemen; na inventarisatie blijkt huidige installatie niet geschikt om direct aan te sluiten op het warmtenet
K: Gemiddeld
I: Hoog; lekkages en problemen met behouden van de waterkwaliteit.
M:Inventariseren van afgiftesysteem en mogelijk toepassen van afleversets met hydraulische scheiding t.b.v. verwarming.
R: Onvoldoende warmtepomp capaciteit; de warmtevraag is hoger dan verwacht door: meer warmtebehoefte per woning dan verwacht, groter percentage van de wijk sluit aan, een omliggende straat wil ook deelnemen
K: Gemiddeld
I: Laag; onvoldoende capaciteit op piekmomenten, verhouding tussen (groen) gas en elektrisch verslechtert.
M: De BES is modulair, hierdoor is het eenvoudig de warmtepomp capaciteit uit te breiden en daarmee verhoudingen van warmtepomp versus piekvoorziening te behouden en op termijn verder te optimaliseren (verduurzamen).
Daarnaast zijn er risico’s met betrekking tot voldoende deelname (eerder genoemd). En er zijn de gebruikelijke risico’s bij de aanleg van de infrastructuur, zoals mogelijk oplopende kosten voor grondroering. In het projectgebied is geen sprake van grondroeringsgevoelige leidingen.
Om de maatschappelijke kosten laag te houden, moeten alle bewoners van het gasnet af. Het beheer van een gas-, elektriciteit- én warmtenet naast elkaar is ongewenst.
We beperken de risico’s door te werken met professionele partijen en vroegtijdig vooronderzoek te doen. We richten ons vooral op het vroegtijdig constateren van eventuele kostopdrijvende omstandigheden. Alleen als we voldoende vertrouwen en voldoende draagvlak bij toekomstige afnemers hebben, gaan we over tot aanleg.
Het benodigde vermogen van de modulaire collectieve warmtepomp is zodanig bepaald dat deze kan worden aangesloten op het middenspanningsnet. Dit voorkomt hoge kosten voor verzwaring
1.
Hoe ben je gekomen tot de keuze voor deze alternatieve
warmtevoorziening voor specifiek deze wijk?
•
Is in je regio een (concept) RES opgesteld? Heb je op basis daarvan de
warmtebronnen voor je gemeente in beeld? Zo nee, op welke wijze heb je dit in beeld gebracht?
Ja. De gemeente Nijmegen werkt samen met de RES-regio aan een regionale energiestrategie. Een van de conclusies uit deze concept RES is dat het in Nijmegen zeer lastig is om aan voldoende duurzame energiebronnen te komen. Daarom ondersteunt de gemeente Nijmegen het Buurt Energie Systeem als een project dat gebruik maakt van lokaal opgewekte duurzame energie en een toevoeging kan zijn aan de beschikbare aardgasalternatieven in Nederland
Heb je een (concept) Transitievisie Warmte opgesteld? Heb je de keuze voor de aangevraagde wijk hierop gebaseerd? Zo nee, op welke wijze heb je de keuze gemaakt?
Ja. De gemeenteraad heeft in 2018 de warmtevisie vastgesteld voor Nijmegen. Hierin is Xxxxxxxxx aangewezen als startwijk. De gemeente heeft de afgelopen twee jaar met bewoners hard gewerkt aan een wijkwarmteplan. De pilot voor de Bomenbuurt past zeer goed in het wijkwarmteplan. Het sluit aan bij de opbouw van de wijk, de (beperkt) aanwezige warmtebronnen én de wensen van de bewoners. Bovendien is Xxxxxxxxx één van de ‘Wijken van de Toekomst’ in het gelijknamige provinciale programma.
•
Heb je gekozen voor het alternatief met de laagste maatschappelijke
kosten? Zo ja, op welke wijze heb je dit vastgesteld?
Ja. Dit is bepaald met de uitkomsten van de gemeentelijke warmtevisie. En uit de geraamde investeringen voor het Buurt Energie Systeem. Daarnaast is er in Hengstdal een wijkwarmteplan opgesteld waarin bewoners de voorkeur uitspraken voor collectieve, betaalbare oplossingen.
Uit onderzoek blijkt dat all-electric niet is aanbevolen voor heel Hengstdal. Met name de particuliere woningen in de wijk zijn matig geïsoleerd. Voldoende isoleren voor individuele oplossingen is erg kostbaar. Een betaalbare oplossing met rest- of omgevingswarmte is ook niet beschikbaar.
Het bestaande grootschalige warmtenet in Nijmegen (met afvalverbranding als bron) kan onvoldoende warmte leveren voor heel Nijmegen. De Bomenbuurt ligt ver verwijderd van dit net. Het is onwaarschijnlijk dat de buurt op korte termijn op dit net wordt aangesloten.
Daarvoor zijn de kosten in vergelijking met andere wijken simpelweg te hoog.
Daarom is er een alternatief energiesysteem onderzocht. Het Buurt Energie Systeem blijkt concurrerend of zelfs goedkoper dan de alternatieven. En de kans op hoge afschrijvingen bij toekomstige aaneenschakeling met naburige netten is beperkt vanwege de modulaire opzet.
Bij de selectie van de buurt hebben we gezocht naar een deel van Hengstdal waar de BES goed past, omdat verzwaring van het elektriciteitsnet er niet direct nodig is en omdat andere alternatieven ook nog niet mogelijk zijn. Hierbij hebben we ook rekening gehouden met de sociale cohesie in de wijk. Want deze vormt de basis voor een succesvol participatieproces en het vertrouwen in de buurtcoöperatie.
Hoe bent u gekomen tot de keuze voor deze alternatieve warmtevoorziening voor specifiek deze wijk? *
Regie & Organisatie
In het Klimaatakkoord is aangegeven dat gemeenten de regierol hebben bij de wijkgerichte aanpak. Het is belangrijk te weten op welke wijze u dit concreet invult, zowel intern in de gemeentelijke organisatie, inclusief het bestuur en de gemeenteraad, als extern met alle betrokken stakeholders in de wijk en waar nodig erbuiten.
Kunt u in algemene zin aangeven wat uw visie is op het voeren van de regierol bij het aardgasvrij maken van de wijk? *
Rol gemeente: regisseert, en initieert
Als gemeente voeren we de regie. Zo stemmen we samenwerking tussen bewoners en verschillende stakeholders goed op elkaar af. En benutten we kansen voor synergie. We zorgen dat wijkspecifieke vraagstukken de ruimte krijgen, zodat het draagvlak onder bewoners nog breder en sterker wordt. Waar nodig ontwikkelen we eigen initiatieven en investeren risicodragend. Bijvoorbeeld waar de markt het laat liggen. Waar de markt de expertise heeft, maar vanwege marktfalen een overheidsbijdrage gewenst is, participeren we. In het Buurt Energie Systeem is de rol van de gemeente vooralsnog vooral faciliterend.
Overkoepelende stedelijke en regionale opgaven
Om daadwerkelijk een versnelling te geven aan de warmtetransitie moeten we samen werken aan overkoepelende, gebiedsoverstijgende opgaven ten dienste van de uitvoering op gemeentebreed (of soms zelfs regionaal) niveau.
Om de verschillende opgaven zo goed mogelijk samen uit te voeren, heeft de projectorganisatie vorm gekregen volgens het Integraal Projectmanagement Model (IPM). In de wijken zelf begeleiden gebiedsregisseurs het participatieproces.
Wat is hierbij de rol van de gemeenteraad?
Op welke wijze is de gemeenteraad betrokken bij deze aanvraag?
Heeft de gemeenteraad ingestemd met het indienen van een aanvraag voor een proeftuin? *
De gemeenteraad heeft in september 2018 de Nijmeegse Warmtevisie vastgesteld. Deze visie
noemt wijk Hengstdal als een van de eerste wijken die op weg gaan naar aardgasvrij. De warmtevisie geeft ook aan dat in Hengstdal kleine gebieden kansrijk zijn voor all-electric en kleinschalige warmtenetten (verspreid over de wijk). Het Buurt Energie Systeem past dus naadloos binnen de kaders van de warmtevisie.
De gemeenteraad is nauw betrokken bij de energietransitie.. Maandelijks is er een thema- avond. Elk half jaar krijgen de raadsleden een raadsinformatiebrief over van de voortgang van het project Aardgasvrij Nijmegen. Daarnaast nodigen we raadsleden uit om deel te nemen aan bijvoorbeeld bijeenkomsten in de wijk, wijk- en straatacties. Verder kunnen zij aanwezig zijn bij bijeenkomsten van de werkgroep Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxx. En natuurlijk vinden raadsleden ook alle informatie in het digitale themadossier Energietransitie op onze website. Hierin staan ook alle besluiten. De gemeenteraad stelt het wijkwarmteplan voor Hengstdal vast, inclusief het uitvoeringsprogramma. Het Buurt Energie Systeem staat ook in dit wijkwarmteplan.
Geef een overzicht van de verschillende stakeholders die betrokken zijn bij de aanpak. * Het project Buurt Energie Systeem kent veel partners. Elke partner heeft zich bestuurlijk én
financieel aan het project verbonden. Hiervoor hebben de partijen op 17 april 2020 een Letter of Intent getekend. Deze zal worden uitgewerkt naar een samenwerkingsovereenkomst.
Woningcorporatie Woonwaarts
Woonwaarts is de grootste woningcorporatie in Hengstdal en de enige in de Bomenbuurt.. Woonwaarts brengt haar vastgoed in. De huurders gebruiken straks de warmte van het Buurt Energie Systeem voor verwarming en warm tapwater.
Als startmotor van de energietransitie investeert Woonwaarts in het Buurt Energie Systeem door per woning een aansluitbijdrage te betalen. Hiermee toont Woonwaarts haar maatschappelijke verantwoordelijkheid, helpt zij bij het ontwikkelen van een landelijke standaard, én maken zij hun woningen in de bomenbuurt geschikt voor een aardgasvrije toekomst.
Woonwaarts levert daarnaast de technische specificaties van de woningen aan en is verantwoordelijk voor het verder ontwikkelen van het concept op locatie. Ook speelt Woonwaarts een rol in het participatieproces.
Alliander
Alliander brengt expertise in op het gebied van het ontwerp, de aanleg, het beheer en het onderhoud van de (warmte)netten en het modulaire energiesysteem, én participeert risicodragend in dit project. Alliander is verantwoordelijk voor concept- en planontwikkeling van de techniek. Ze ontwerpt de basistechniek voor het Buurt Energie Systeem: de modulaire collectieve warmtepomp. Ook ondersteunt Alliander bij het ontwikkelen van een landelijke standaard voor het oprichten van de coöperatie. Bijvoorbeeld in de vorm van juridische standaardcontracten (statuten). Maar ook door het inbrengen van kennis dankzij de goede banden met Denemarken, waar organisatie voor en door de buurt op grote schaal wordt toegepast.
Liander
Liander is als netbeheerder actief betrokken bij het ontwerp van het toekomstige energiesysteem. Een gebiedsregisseur van Liander neemt deel aan de projectorganisatie. Deze gebiedsregisseur maakt het huidige gas- en elektriciteitsnet inzichtelijk maken en duidt de impact van de toekomstplannen op het net.
Duurzaam Hengstdal
Bewonersinitiatief Duurzaam Hengstdal zet zich in voor de verduurzaming van de wijk. De deelnemers organiseren activiteiten in de buurt en geven duurzaam advies aan bewoners. Duurzaam Hengstdal speelt een belangrijke rol in het participatieproces in Hengstdal en in de Bomenbuurt. De initiatiefnemers staan midden in de wijk en kennen haar bewoners. Zij weten als geen ander hoe je de bewoners aanspreekt en meeneemt in het proces.
Overige stakeholders
Energiecoöperatie Windpower Nijmegen
Als energiecoöperatie weet Windpower Nijmegen hoe je mét draagvlak een energietransitie bewerkstelligt. Windpower Nijmegen is landelijk een voorbeeld voor de aanleg van een windpark, met aandacht voor en steun van de omgeving. We maken graag gebruik van de kennis en ervaring van deze coöperatie bij het opzetten van de coöperatie in de Bomenbuurt.
Danish Board of District Heating
Omdat er in Denemarken al veel ervaring is met warmtenetten op basis van coöperatieve warmtebedrijven, is er veelvuldig contact. Er wordt kennis gedeeld over zowel het wijkproces, statuten als organisatievormen van de warmteketen.
Provincie Gelderland
De provincie ondersteunt de energietransitie in Hengstdal dan door de wijk actief te betrekken in het ‘Wijken van de Toekomst’-programma. En ook ondersteunt zij de zoektocht naar nieuwe vormen van collectieve verwarming zoals deze pilot. De provincie heeft hiervoor een schriftelijke steunbetuiging opgesteld.
Het Rijk
In de recent gesloten Woondeal is de pilot van het Buurt Energie Systeem expliciet benoemd als één van de te ondersteunen activiteiten op het gebied van wonen en duurzaamheid.
Indien er sprake is van een belangrijke positie van woningbouwcorporaties binnen de wijk, hoe ziet de rol van de woningbouwcorporaties in de aanpak eruit? Hoe werken zij samen met de andere stakeholders om de wijk aardgasvrij te maken? *
Hoe ziet de rol van de netbeheerder in de aanpak eruit?
Hoe werkt de netbeheerder samen met de andere stakeholders om de wijk aardgasvrij te maken? *
Hoe ziet de projectstructuur en de inbedding van de wijkenaanpak binnen de gemeentelijke organisatie eruit? Geef hierbij een beeld van de ingezette capaciteit en middelen. *
Indien gewenst kunt u hier toelichtende tabellen/grafieken uploaden.
Liander is als netbeheerder actief betrokken bij de aanvraag van de subsidie en het ontwerp
van het toekomstige energiesysteem. Een gebiedsregisseur van Liander neemt deel aan de projectorganisatie. Met als taak: het huidige gas- en elektriciteitsnet inzichtelijk maken en de impact van de toekomstplannen op het net duiden. De maakbaarheid en de (maatschappelijke) kosten van de warmtetransitie komen hierbij aan de orde. Tijdens de uitwerking van het concept kan de gebiedsregisseur reflecteren op de consequenties en ook de vergelijking maken met verschillende alternatieven voor aardgasvrij.
In de conceptvormingsfase maakt Liander gebruik van de buurtanalysetool. Voor de nadere uitwerking zijn detailberekeningen nodig. Hiervoor moet de verwachte elektriciteitsvraag en planning per woning concreet inzichtelijk zijn. Het totaaloverzicht is een gezamenlijke productie.
Woningcorporatie Woonwaarts is een zeer belangrijke partner in dit project. Woonwaarts gaat
voor sociaal duurzame buurten. Bij verduurzaming en technische innovatie van gebouwen houdt Woonwaarts altijd rekening met prijzen en risico voor de huurder. Maar ook met de duurzaamheid van de innovatie, zekerheid en back-upmogelijkheden van de techniek en de financiële haalbaarheid.
Woonwaarts brengt haar vastgoed in voor de ontwikkeling en aansluiting op het Buurt Energie Systeem, als collectieve warmteoplossing voor en door de buurt. Woonwaarts ziet de potentie van het Buurt Energie Systeem voor de Bomenbuurt en is dan ook van begin af aan betrokken bij het Buurt Energie Systeem. Bovendien heeft Woonwaarts in de wijk bijna al haar woningen geïsoleerd tot label B.
De woningcorporatie heeft verschillende rollen. In de eerste plaats denkt Woonwaarts mee over de beste vormgeving van het proces richting bewoners en huurders. Zoals het effectief betrekken van bewoners en het bereiken van voldoende draagvlak om over te schakelen naar een aardgasvrije warmtevoorziening in hun huurwoning. Woonwaarts doet dit niet alleen voor deze eerste buurt, maar ook met het oog op toekomstige buurten in haar verzorgingsgebied. Bovendien deelt Woonwaarts de opgedane kennis met collega-woningcorporaties. Om zo de transitie naar collectieve warmteoplossingen in bestaande bouw op gang te helpen.
Ten tweede vervult Woonwaarts samen met de gemeente een rol in de uitvoering van de ontwikkelde standaarden richting huurders. Het gaat dan om de communicatie en informatievoorziening naar haar huurders. In overleg en afstemming met de gemeente legt Woonwaarts actief contact met haar huurders en bewonerscommissie. Zij helpt communicatiemiddelen ontwikkelen, die de gemeente ook inzet naar de particuliere huiseigenaren in de proefwijk.
Ten derde levert Woonwaarts de juiste gegevens aan van de woningen voor de technische en financiële berekeningen die nodig zijn voor de aanleg en kostencalculaties. Wanneer het zover is, faciliteert Woonwaarts het aanpassen van de woningen volgens afgesproken standaarden met betrokken partijen, van de aanleg tot en met de afleversets in de woning. Ook zorgt Woonwaarts voor het aanpassen van de tarieven voor haar huurders. Denk aan het wegvallen van onderhoud en aanschaf van cv-installaties.
En niet in de laatste plaats, zeer belangrijk, participeert Woonwaarts in dit project door een aansluitbijdrage te betalen per woning. Met deze aansluitbijdrage is het mogelijk om een sluitende businesscase te maken. Het voordeel voor Woonwaarts is dat met deze aansluitbijdrage hun woningen tegen een redelijk bedrag aardgasvrij kunnen maken, omdat alle andere alternatieven voor aardgasvrij ook hun kosten hebben.
Woonwaarts wil initiatiefnemer zijn in de transitie naar aardgasvrij in de bestaande bouw. Zij draagt daarom bij aan de aansluitkosten. Woonwaarts onderschrijft de behoefte aan een schaalbaar en te kopiëren concept voor alternatief verwarmen, wil dit mee ontwikkelen en een voorbeeldfunctie vormen voor collega's.
Een Review Team zorgt voor sturing van het project. Het Review Team stemt af over de voortgang van de samenwerking en kennisdeling. En over de realisatie van de omschreven doelen. Het Review Team komt minimaal vier keer per jaar bijeen. Extra overleg kan op initiatief van bestuurders en samenwerkingsmanagers.
Het Review Team bestaat uit:
- Directeur Corporate Strategie, Alliander
- Programmamanager Aardgasvrij, Gemeente Nijmegen
- Directeur Bestuurder, Woonwaarts
De verantwoordelijke samenwerkingsmanagers zorgen voor uitvoering van het project. Zij komen minimaal één keer per maand bijeen. De samenwerkingsmanagers informeren het Review Team over de voortgang van het project. Per fase rapporteren zij afzonderlijk aan het Review Team.
Voor de activiteiten en rollen per partij maken we onderscheid in type activiteit. Er zijn zes werkpakketten gedefinieerd. De rol per partner verschilt per werkpakket:
•
Werkpakket 1: Overkoepelend projectmanagement – Alliander (lead),
gemeente Nijmegen, Woonwaarts
•
Werkpakket 2: Technische ontwikkeling – Alliander (lead) i.s.m. partijen uit
aanbesteding en Liander als netbeheerder voor het elektriciteits- en gasnet.
• Werkpakket 3: Financiële businesscase & tarifering – Alliander (lead), Woonwaarts
• Werkpakket 4: Buurtcoöperatie oprichting en ontwikkeling – Alliander (lead), gemeente Nijmegen, Woonwaarts, Duurzaam Hengstdal
• Werkpakket 5: Participatieproces – Gemeente Nijmegen (lead), Woonwaarts, Duurzaam Hengstdal
• Werkpakket 6: Omgevingsmanagement – Gemeente Nijmegen (lead), Alliander
Voor de uitvoering van de werkpakketten hebben we drie fases gedefinieerd met een eigen planning en focus.
Fase 1: Voorbereiding en conceptontwikkeling
De eerste fase duurt 12 maanden. Dit is de voorbereiding op de realisatie in de buurt en ook de verdere conceptontwikkeling van het Buurt Energie Systeem.
Belangrijke mijlpalen in deze fase:
• Oplevering van het ontwerp van het Modulaire Energie Systeem voor de wijk, met de technische detailontwerpen.
• Oplevering van een informatiehuis of -ruimte over het Buurt Energie Systeem. Hier kunnen wijkbewoners tastbare voorbeelden zien. Zoals een maquette van de modulaire warmtepomp en afleversets. Ook vinden ze hier informatie over de voordelen en consequenties van deelname.
• De tariefstructuur voor huurders en particulieren is berekend en een standaard businesscase template is klaar. Dit kan gebruikt worden door andere buurten.
• wijk.
•
Er ligt een uitvoeringsplan voor de aanpak het creëren van draagvlak in de
De contracten voor de uitvoering en realisatiefase zijn rond. Hierbij zijn
rolverdeling in de warmteketen (inclusief service providers) en eigenaarschap ingericht.
• Organisatievormen, statuten en contracten zijn ontwikkeld als standaard voor buurtcoöperaties. Het is bekend hoe de buurtcoöperatie voor Hengstdal eruit komt te zien en wie de eerste bestuursleden zijn.
• gereed.
•
Grondonderzoeken ter toetsing begroting aanleg van het distributienet zijn
De benodigde grond en vergunningen zijn in kaart gebracht en verworven.
Fase 2: Uitvoering en realisatie
Ook voor de tweede fase staan 12 maanden. In deze fase vindt de realisatie plaats van het Buurt Energie Systeem, dat warmte levert aan de eerste 50 huizen. Een omvangrijke fase, waarin veel contact is met bewoners en de techniek ontwikkeld wordt. Belangrijke mijlpalen in deze fase:
• Het participatieproces is in een ver stadium en minimaal 70% van de wijk heeft zich ingeschreven.
• Het Modulaire Energie Systeem is gerealiseerd en levert warmte aan de eerste 50 huizen. Het gaat om de realisatie van inpandige voorzieningen, leidingwerk in de buurt, centrale systeem en automatiseringssoftware.
• De buurtcoöperatie is operationeel en neemt besluiten over aanbesteding en ledenwerving.
Fase 3: Realisatie en doorontwikkeling
De derde en laatste fase is de opschaling van 50 naar maximaal 510 woningen. Hiervoor reserveren we 18 maanden, inclusief nazorg van alle aangesloten woningen. We gaan uit van 70% aangesloten woningen in de eerste 3 jaar, oplopend naar minimaal 85% in de eerste 10 jaar. Dit doen we om té optimistische doorrekening van de kosten te voorkomen. Maar onze ambitie blijft: 100% aangesloten woningen. Zowel de techniek als de organisatie is hierop ingericht.
Deze fase is qua kosten het meest omvangrijk. Er zijn veel voorzieningen nodig, zowel binnen als buiten de woningen. Belangrijke mijlpalen in deze fase:;
• Het Modulaire Energie Systeem is klaar en levert warmte aan alle woningen in de wijk. Inpandige voorzieningen, leidingwerk in de buurt, centrale systeem en automatiseringssoftware zijn gerealiseerd
• De monitoringsresultaten van de buurtcoöperatie als organisatievorm zijn bekend. We delen de geleerde lessen met derden voor toekomstige buurtcoöperaties.
20200410 Organisatie - Buurt Energie Systeem Nijmegen.jpg Geef een overzicht van de planning van de aanpak.*
Indien gewenst kunt u hier toelichtende tabellen/grafieken uploaden.
Planning BES - overzicht.png
Participatie & communicatie
De impact van de transitie voor bewoners en gebouweigenaren is groot. Vaak moeten maatregelen aan woningen en andere gebouwen worden genomen. Dit vergt financiële investeringen en gedragsverandering in de manier waarop bewoners hun woning verwarmen en hoe zij koken. De bereidheid van bewoners om mee te doen in de transitie in de wijk is daarom van groot belang. Een doordachte participatie- en communicatieaanpak is essentieel om dit te bereiken.
Voor deze aanpak is echter geen blauwdruk, veel hangt af van de (sociale) kenmerken van de wijk en van haar bewoners, de bestaande relatie tussen de bewoners, de gemeente en de andere stakeholders, en de beoogde maatregelen. In de aanvraag dient een onderbouwing te staan van de participatie- en communicatieaanpak naar alle bewoners, gebouwgebruikers en gebouweigenaren in de wijk en de wijze waarop daarmee wordt aangesloten bij de kenmerken en behoeften van de wijk. Ook de samenwerking met bewonersinitiatieven- en coöperaties in de wijk is daarbij een belangrijk aspect.
Wat is uw participatie- en communicatieplan? * (maximaal 20.000 karakters waarvan 8.000 in dit veld)
Telt uw participatie- en communicatieplan tussen de 8.000 en 20.00 karakters maak dan gebruik van de uploadmogelijkheid.
Let op: deze instructie wijkt licht af van de brief van BZK, waarin aangegeven is dat alle 20.000 tekens in het invulveld geplaatst moeten worden. U kunt tot
20.000 tekens gebruiken (inclusief spaties). Bij een hoger aantal worden alleen de eerste 20.000 tekens in behandeling genomen.
Kijk hier voor de onderdelen die het participatie- en communicatieplan in ieder geval dient te bevatten.
Indien gewenst kunt u hier uw participatie- en communicatieplan en/of toelichtende tabellen/grafieken uploaden.
Hoofdstuk Participatie Communicatie aanvraag BZK - definitief 210420.docx
Spelen er andere opgaven in de wijk die gekoppeld worden aan de aardgasvrij aanpak? *
Ja
Nee
Licht uw antwoord toe.*
In Hengstdal is de gemeente Nijmegen ruim twee jaar geleden gestart met maken van een
wijkwarmteplan. Hierbij zijn verschillende disciplines betrokken, zoals de teams verkeer, duurzaamheid, en onderhoud maar ook de sociale wijkteams . Deze hebben input geleverd voor het wijkwarmteplan en waar mogelijk maatregelen afgestemd op (toekomstige) keuzes rondom aardgasvrij.
De aanleg van een warmtenet biedt grote kansen om zaken mee aan te pakken, vooral bij de inrichting van de openbare ruimte. Denk aan de aanpak van wateroverlast bij regenbuien in combinatie met klimaatadaptatie. Of het koppelen van problemen op het gebied van verkeer en parkeren aan duurzame mobiliteit en deelvervoer. Ook de aanpak van de infrastructuur biedt kansen voor combinaties, bijvoorbeeld met de aanleg van glasvezel, het onderhoud van de openbare ruimte of het opknappen van pleintjes.
Koppelkansen sessies
Samen met inwoners bekijken we in ‘koppelkansen sessies’ welke combinaties mogelijk zijn – ook organisatorisch. We leggen de koppelkansen voor aan de gemeenteraad. Budgetten die vrijkomen door slimme koppelingen kunnen we (deels) gebruiken voor de maatschappelijke kosten van dit project.
De aanleg van het Buurt Energie Systeem zal van de Bomenbuurt - Hengstdal een nog betere buurt maken. Stadsbreed zijn er kansen om de aanleg van het warmtenet te koppelen aan werkgelegenheidsprojecten rondom de warmtetransitie in Dukenburg-Zwanenveld.
Ons participatie en communicatieplan telt ca 12.000 tekens. Daarom is gebruik gemaakt van
de uploadmogelijkheid. Zie bijlage.
Facultatieve onderwerpen
In dit gedeelte worden vier specifieke thema’s beschreven die interessant zijn om te verbinden met het aardgasvrij maken van wijken. In de eerste ronde van 2018 zijn deze thema’s beperkt naar voren gekomen. Daarom dient u in deze uitvraag expliciet vragen hierover in te vullen, met als doel enkele proeftuinen te selecteren waar deze verbindingen worden gelegd.
Indien één of meerdere onderdelen voor u relevant zijn kunt u deze aanvinken en de vragen over dit thema invullen. Alle vragen dienen dan te worden ingevuld.
Geef aan of een of meerdere thema’s voor u relevant zijn. (meerdere keuzes mogelijk)
Klimaatadaptatie Circulair bouwen Arbeidsmarkt & Scholing
Utiliteitsbouw als aanjager van de energietransitie in de wijk
U heeft gekozen voor Klimaatadaptatie*
1. Is er voor de betreffende wijk een stresstest uitgevoerd of er is sprake van aantoonbaar urgente problematiek (bijvoorbeeld recent wateroverlast)?
Ja / Nee (en licht dit toe)
2. Zijn er op basis van de uitkomsten van deze stresstest of urgente problematiek,
in overleg met betrokken partijen, maatregelen geformuleerd om de geïdentificeerde risico’s het hoofd te bieden en is hiertoe een uitvoeringsplan opgesteld? Licht toe.
3. Op welke wijze denkt u deze maatregelen te combineren met het aardgasvrij maken van de wijk? Welke synergievoordelen levert dit volgens u op?
Ad 1. Bij hevige regen kan een ‘rivier’ gaan stromen vanaf de kern Berg en Dal via de Berg en Dalseweg, Hengstdalseweg en van ‘t Santstraat richting het centrum van Nijmegen en de wijken eromheen. Hevige regen op o.a. 27 juni 2009 (20mm /15 min), 28 juli 2012 (22,8mm in 35 min) en 30/31 augustus 2015 (71 mm in 2,5 uur) zorgde steeds voor 200 tot 300 meldingen van wateroverlast.
In 2018 is een regionale stresstest uitgevoerd. Deze heeft een waterdieptekaart opgeleverd die de problematiek bevestigt. Nader onderzoek van de overlastmeldingen heeft veel inzicht gegeven in de oorzaken. Er blijkt onvoldoende berging in het gebied te zijn: bovenstrooms kan te weinig water vastgehouden worden, benedenstrooms zijn te weinig plekken waar het water veilig naar toe kan stromen en kan infiltreren in de grond. Daarnaast zijn bewoners zich onvoldoende bewust van hun eigen rol in de wateroverlast nemen ze zelf (te) weinig maatregelen om zich te beschermen tegen de overlast.
Nijmegen-Oost en de wijk Hengstdal warmen snel op. Er is veel bebouwing en relatief weinig groen in de wijk. Uit het stadsbrede stadspanelonderzoek blijkt dat inwoners zich bewust zijn van de hitte-effecten door klimaatverandering. Een nieuwe inrichting van de openbare ruimte door de aanleg van het Buurt Energie Systeem kan hierbij helpen.
Ad 2.
In de regionale adaptatiestrategie staat de ambitie: geen wateroverlast in de bebouwde omgeving in 2035. 30 partijen, waaronder Woonwaarts, hebben zich gecommitteerd om hier werk van te maken. Op diverse locaties in Nijmegen en Berg en Dal zijn al maatregelen getroffen om de wateroverlast aan te pakken. Maar uit stresstesten en risicodialogen (o.a. enquêtes, bewonersavonden en whatsapp-contact) weten we dat de problematiek van wateroverlast nog niet is opgelost én niet opgelost kan worden met enkel inzet van de reguliere beheersmaatregelen van overheden.
Met de regio werken we aan vertaling van de regionale adaptatiestrategie naar regionale en lokale uitvoeringplannen. Voor de Hengstdalseweg, de hoofdstraat in Hengstdal, zijn maatregelen in voorbereiding om een deel van de woningen en weg af te koppelen van het riool . Zo wordt de wateroverlast hier en verderop in de stad minder. We gaan met de woningcorporaties in gesprek over prestatieafspraken op het gebied van klimaatadaptatie. Daarnaast vervangen we grijs door groen (Operatie Steenbreek) en willen we meer bomen langs de hoofdwegen plaatsen.
Ad 3.
Het realiseren van een aardgasvrije wijk biedt meerdere synergievoordelen met het klimaatbestendig maken van de wijk.
In de openbare ruimte:
Als de schop de grond in gaat voor het fysiek inrichten van de openbare ruimte, kunnen we meteen ook maatregelen nemen voor klimaatadaptatie. Bijvoorbeeld het creëren van infiltratiemogelijkheden door minder verharding terug te leggen. Dit levert ook een bijdrage aan het verminderen van hittestress.
In de private ruimte:
Alleen maatregelen in de openbare ruimte zijn niet genoeg om de wateroverlast en hitteproblematiek structureel op te lossen. Voor het aardgasvrij maken van de wijk zijn ook aanpassingen aan de woningen nodig. Het is dan relatief eenvoudig om tegelijkertijd maatregelen te treffen die gunstig zijn voor klimaatadaptatie. Zoals het afkoppelen van regenpijpen, het aanleggen van groendaken en groengevels en het verminderen van tegels in de tuinen.
Participatie en gedragsverandering van inwoners zijn essentieel om de transitie te doen slagen. Uit enquêtes en bewonersbijeenkomsten blijkt dat er nog veel te winnen is door inwoners bewust te maken van hun eigen rol en handelingsperspectief bij het klimaatbestendig maken van de privé-omgeving. De boodschap over het veranderende klimaat en de negatieve effecten passen prima bij het doel om de wijk aardgasvrij te maken. Zo is veel synergievoordeel te halen in het participatietraject.
U heeft gekozen voor Circulair bouwen.*
1. Heeft u gemeentelijk beleid van circulair bouwen vastgesteld? Ja/Nee (en licht dit toe)
2. Op welke wijze wilt u het aardgasvrij maken van de wijk verbinden aan circulair bouwen? Licht dit concreet toe. Geef hierbij aan op welke wijze u omgaat met het hoogwaardig hergebruik van materialen en de inzet van hernieuwbare grondstoffen, zoals het gebruik van duurzaam hout.
Ad 1. Circulair beleid van de gemeente:
De gemeente Nijmegen is een van de ondertekenaars van de Green Deal GWW 2.0. Net als Rijkswaterstaat, ProRail, provincies, waterschappen, ingenieursbureaus en aannemers.
Daarmee heeft Nijmegen afgesproken duurzaam grond-, weg- en waterbouw in de organisatie te borgen. We doen dit conform de vier transitielijnen: van kosten naar waarde; van re-actief naar pro-actief; van alleen naar samen en van uniek naar uniform. Daarnaast dragen we bij aan het behalen van de nationale beleidsdoelen voor het bevorderen van de circulaire economie en energie.
Acties Nijmegen
Nijmegen heeft na de ondertekening van de Green Deal een strategisch adviseur duurzaamheid aangesteld. Zijn (of haar?) taak is vooral het borgen van duurzaamheid in de openbare ruimte.
In 2018 was Nijmegen European Green Capital. In dat jaar hebben we de meest duurzame reconstructie van een straat voorbereid. De secundaire maar minstens zo belangrijke opdracht hierbij was de kennis en ervaringen gebruiken in processen voor toekomstige reconstructies. In 2019 is deze opdracht uitgevoerd bij de reconstructie van de Malderburchtstraat. Via een meervoudig onderhandse aanbesteding is aannemer Xxx Xxxxxx geselecteerd. Deze heeft aan de hand van de duurzame ambities, opgehaald via het ‘ambitieweb’, het ontwerp van de weg gemaakt en uiteindelijk gerealiseerd. Door slim te ontwerpen, veel hergebruik en het gebruik van circulaire grondstoffen is dit project bijzonder duurzaam. De resultaten (afgezet tegen de bestaande situatie):
- 49% minder CO2-emissie;
- 52% meer gebruik van circulaire grondstoffen;
- in totaal is 54% van de materialen hergebruikt.
De gemeente Nijmegen heeft voor dit project de Duurzame Parel 2019 gekregen van de Green Deal GWW.
Ad 2. Aanpak Buurt Energie Systeem:
Bij het project Malderburchtstraat en 6 andere projecten is het ‘ambitieweb’ gebruikt. Met deze kennis is er een Nijmeegs ambitieweb opgesteld. Dit gebruiken we ook in Hengstdal. Deze wijk biedt uitstekende kansen voor hergebruik van zoveel mogelijk materiaal, bij voorkeur in hetzelfde project. Vrijkomend materiaal van te lage kwaliteit kan ingezet worden als grondstof voor nieuwe producten. Bij nieuwe materialen kiezen we zoveel mogelijk voor circulaire grondstoffen. Zo eisen we in ons Moederbestek bijvoorbeeld voor betonklinkers 15% circulair materiaal met een maximale MKI-waarde van € 25,00 per m2 . Afvoer van vrijkomend asfalt moet plaatsvinden conform de CROW publicatie 210 “richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt”. Dit komt er op neer dat het granulaat van het teer gescheiden wordt. Het granulaat wordt grotendeels hergebruikt in Nijmegen of elders.
Aandachtspunten:
In dit project werken we vroegtijdig samen met de aannemer(scombinatie) om kennis van alle partijen te integreren in het project. Naast aandacht voor duurzaam GWW hebben we aandacht voor energieneutraliteit, klimaatadaptatie, sociale duurzaamheid en luchtkwaliteit.
Lichtmasten vervangen we niet direct. Mogelijk alleen de armaturen als dat nodig is.
Waar dit aan de orde is, pakken we werkzaamheden gelijktijdig op met het vervangen van het riool en/of het vervangen huisaansluitingen. In het Nijmeegs moederbestek staat dat rioolbuizen minimaal 10% circulair beton bevatten. Mogelijkheden voor riothermie worden onderzocht.
Wordt er gegraven in de wijk? Dan is er vanuit kwaliteitbeheer van riool aandacht voor de aansluitingen van de woningen en enkele vervangingen van huisaansluitingen.
We leggen vast dat vrijgekomen materialen zo hoogwaardig mogelijk ingezet worden.
U heeft gekozen voor Arbeidsmarkt & scholing *
1. Welke uitdagingen en kansen ziet u op het gebied van arbeidsmarkt & scholing in relatie tot de wijkgerichte aanpak?
2. Heeft u activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt & scholing die hierbij aansluiten? (en licht deze toe)
3. Welke organisaties zijn hierbij betrokken en welke afspraken heeft u met hen gemaakt?
4. Op welke wijze denkt u dit te kunnen toepassen in de proeftuin?
U heeft gekozen voor Utiliteitsbouw *
1. Wordt het aardgasvrij maken van utiliteitsbouw (maatschappelijk en/of commercieel vastgoed) verbonden aan de verduurzaming van de woningen in de wijk? Zo ja, hoe?
2. Heeft utiliteit daarin een aanjagende rol als warmtevrager en/of warmteleverancier?
3. Hoe draagt de utiliteitsbouw als aanjager van de energietransitie in de wijk bij aan CO2-reductie tegen lagere kosten?
4. Hoe worden de eigenaren en gebruikers van de utiliteitsgebouwen betrokken bij de planvorming en uitvoering?
5. Beschrijf hierbij of en hoe het aardgasvrij maken van de utiliteitsgebouwen in de wijk verbonden is met de verduurzamingsplannen van de gebouweigenaren, via bijvoorbeeld de sectorale routekaarten voor het maatschappelijk vastgoed en/of
de portefeuilleroutekaarten van grote gebouweigenaren.
In het plangebied is er geen utiliteitsbouw. Alle partners in dit project vinden het erg belangrijk
om voor de gebouwde omgeving oplossingen te vinden om in de toekomst aardgasvrij te kunnen verwarmen. In onze proeftuin Dukenburg zijn zowel woningen als utiliteiten (o.a. het winkelcentrum en ook maatschappelijk vastgoed zoals de school) betrokken in het project. In de Bomenbuurt met dit project gaan we op innovatieve wijze aan de slag en willen we een coöperatie oprichten. We hebben er hier voor gekozen om dit project met particulieren en huurders te doen. Bij de keuze voor de Bomenbuurt speelden daarom met name zaken als kosten en beschikbaarheid van (aardgas)alternatieven, aandeel corporatiewoningen, isolatiegraad woningen,en sociale betrokkenheid een rol. Als dit project een succes wordt dan rollen we het breder uit in Hengstdal en gaan we ook met utiliteitsbouw in de wijk aan de slag.
Ad 1.
Een belangrijke doelstelling van de energietransitie is dat alle bewoners meedoen. We bieden mensen de kans hun talenten te ontwikkelen en vanuit hun mogelijkheden deel te nemen in de samenleving. Dit vraagt om een laagdrempelige leerwerk- en scholingsinfrastructuur, gebaseerd op de bestaande en de benodigde voorzieningen van werkbedrijf, UWV, instellingen en bedrijfsleven. Dit kan parallel aan het opbouwen van vertrouwen met bewoners.
Belangrijk is om deze opgave stadsbreed aan te vliegen. Hengstdal scoort zeer goed op leefbaarheid. Maar Zwanenveld, een andere wijk waar we werken aan aardgasvrij, scoort juist minder. Hier zoeken we zeer nadrukkelijk naar mogelijkheden om de wijk ook in sociaal opzicht vooruit te helpen. Omdat de technische opgaven in beide wijken erg op elkaar lijken, willen we ook op sociaal gebied wijk overstijgend kijken. Bijvoorbeeld door leerwerkplekken wijk overstijgend te organiseren. Zo ontstaat er meer ‘massa’, kunnen werktrajecten langer lopen en kunnen we meer mensen helpen op de arbeidsmarkt. Voor het technische deel is Alliander hierbij nauw betrokken. Zij kijkt hoe het technische werk dat de energietransitie met zich meebrengt is te vertalen in banen.
Alliander, Woonwaarts, Gemeente Nijmegen en Duurzaam Hengstdal zijn allemaal maatschappelijk betrokken partners. Alle vier ontwikkelen zij activiteiten op het raakvlak van scholing en energietransitie. Het Buurt Energie Systeem maakt het mogelijk om hier zaken samen te brengen, en landelijke initiatieven te verbinden met lokale.
Ad 2.
Inrichten van leerwerktrajecten
Om inwoners hun talenten te laten ontdekken en ontplooien kunnen we leerwerktrajecten inrichten. Onder begeleiding van leerwerkcoaches kunnen bewoners in verschillende fasen werkervaring opdoen. Bijvoorbeeld in samenwerking met organisaties en instellingen in de wijk, zoals Duurzaam Hengstdal of een energiecoöperatie. Ook bij de uitvoering van de werkzaamheden is veel behoefte aan arbeidskrachten.
Met de Nijmeegse woningcorporaties worden afspraken gemaakt over hun inzet op de arbeidsmarkt. Hierbij wordt nadrukkelijk de verbinding gezocht met de energietransitie. Alliander ontplooit initiatieven om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te betrekken bij de energietransitie. Het Buurt Energie Syseem maakt het mogelijk om dergelijke initiatieven ook in de praktijk uit te voeren.
Ad 3.
Met bedrijfsleven, energiemaatschappijen, scholen, werkbedrijf, UWV en anderen maken we afspraken over de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Partijen die hierbij betrokken zijn uiteraard de projectpartners Alliander, Woonwaarts, Gemeente Nijmegen en Duurzaam Hengstdal.
Ad 4.
Zowel bij de voorbereidingen als bij de aanleg van het Buurt Energie Systeem zijn er veel kansen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Denk aan het organiseren van burgerparticipatie en communicatie rondom de oprichting van een energiecoöperatie. En natuurlijk leerwerkplekken bij de uitvoering. Door de directe betrokkenheid van 4 maatschappelijk betrokken projectpartners zijn er kansen om hun scholingsprogramma’s direct in de praktijk toe te passen.
Bij selectie als proeftuin wordt de aanvraag openbaar gemaakt conform de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Het kan voorkomen dat bepaalde informatie niet openbaargemaakt kan worden gemaakt. Dit kan uitsluitend op grond van de uitzonderingsgronden zoals vermeld in de Wob.
Bijvoorbeeld daar waar het gaat om bedrijfsgevoelige informatie en persoonsgegevens. Hier kunt u aangeven welke passages niet voor openbaarmaking in aanmerking komen.
Wilt u dat bepaalde passages niet openbaar worden gemaakt?*
Ja
Nee
Verklaring en ondertekening
Hierbij verklaart de indiener het volgende: *
- Ik ben bevoegd om deze aanvraag te ondertekenen.
- Ik heb de gegevens naar waarheid ingevuld.
Gegevens ondertekenaar
Handelsnaam
KvK-nummer
Voorletter(s) Tussenvoegsel(s) Achternaam
Geslacht
Man
Vrouw
Datum
28-04-2020
Hagen
van der
M
09220932
Gemeente Nijmegen