Algemene voorwaarden voor verhuur van apparaten van Eneco Installatiebedrijven BV Artikel 1. Inleidende bepalingen
Algemene voorwaarden voor verhuur van apparaten van Eneco Installatiebedrijven BV Artikel 1. Inleidende bepalingen
1. Deze voorwaarden alsmede de hierin genoemde tarieven- en onderhoudsregelingen zijn van toepassing op de (offertes tot) overeenkomsten, waarbij Eneco Installatiebedrijven dan wel een bij haar aangesloten bedrijf, hierna ook te noemen: verhuurder, apparaten verhuurt aan een klant, hierna ook te noemen: huurder.
2. De toepasselijkheid van algemene voorwaarden en/of andere voorwaarden van huurder wordt uitdrukkelijk uitgesloten.
3. Deze voorwaarden alsmede de hierin genoemde regelingen kunnen door verhuurder worden gewijzigd.
4. Een wijziging treedt in werking na bekendmaking, die kan plaatsvinden door middel van een advertentie in een dag- of streekblad.
5. Behoudens ingeval van toepassing van artikel 2 lid 5 en 4 lid 2, gelden wijzigingen ook ten aanzien van reeds bestaande overeenkomsten.
6. Verhuurder is gerechtigd haar rechten en verplichtingen uit de overeenkomst zonder voorafgaande toestemming van huurder over te dragen, onverminderd het bepaalde in artikel 2 lid 5.
7. Verhuurder is gerechtigd de uitvoering van de overeenkomst geheel of gedeeltelijk door derden te laten plaatsvinden.
8. Op een overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
Artikel 2. Duur en beëindiging overeenkomst
1. Een overeenkomst komt tot stand door acceptatie door verhuurder van een ingevuld en door huurder ondertekend formulier. De overeenkomst heeft uitsluitend betrekking op de in het formulier vermelde apparaten.
2. De overeenkomst wordt aangegaan voor de minimaal overeengekomen periode en wordt daarna stilzwijgend voor onbepaalde tijd verlengd, behoudens schriftelijke opzegging met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden tegen het einde van de contractsperiode. Na afloop van de minimaal overeengekomen periode geldt een opzegtermijn van twee maanden.
3. De huurder of zijn erfopvolger kan de overeenkomst tussentijds schriftelijk opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden, tegen betaling van de netto contant gemaakte toekomstige huurtermijnen over de resterende minimale looptijd van de overeenkomst. Bij beëindiging van de huurovereenkomst binnen 24 maanden kan een aanvullende boete worden opgelegd. De resterende huurtermijnen en eventuele boete zijn niet verschuldigd, indien door de nieuwe bewoner van het perceel met verhuurder aansluitend een huurovereenkomst ten aanzien van het apparaat wordt gesloten.
4. Indien de huurovereenkomst eindigt zoals bedoeld in de leden 2 en 3, alsmede zoals bedoeld in artikel 8 lid 1, wordt elke vordering van verhuurder op huurder dadelijk opeisbaar. Zolang huurder deze verplichtingen niet is nagekomen, blijven de verplichtingen van huurder uit de huurovereenkomst doorlopen totdat nakoming plaats heeft gevonden.
5. Indien huurder op redelijke gronden niet instemt met een wijziging genoemd in artikel 1 lid 5, of overdracht genoemd in artikel 1 lid 6, kan huurder de overeenkomst opzeggen binnen twee maanden na de datum van bekendmaking.
6. Indien het gehuurde en/of de opstellingsruimte waarin het gehuurde is aangebracht niet (meer) voldoet aan de wet- en/of regelgeving en/of technisch versleten is en/of de reparaties dan wel vervangingskosten de restwaarde overstijgen, is verhuurder gerechtigd de huurovereenkomst te beëindigen.
Artikel 3. Plaatsing en verwijdering
1. Aanleg, vervanging, plaatsing, verwijdering, uitbreiding en/of wijziging van het apparaat vindt plaats door verhuurder op kosten van huurder, behoudens het bepaalde in artikel 2 lid 6.
2. De wijze van uitvoering wordt door verhuurder bepaald, zoveel mogelijk in overleg met huurder.
3. Ingeval van het einde van de overeenkomst, zal huurder het apparaat in goede staat ter beschikking van verhuurder stellen en verhuurder toegang tot het apparaat verlenen. Verhuurder is niet gehouden om muren, plafonds, leidingen en dergelijke in de oorspronkelijke staat terug te brengen.
4. Indien verhuurder door aan huurder toerekenbare oorzaken niet tot verwijdering kan overgaan, blijven de verplichtingen van huurder uit de overeenkomst doorlopen totdat verwijdering plaats heeft gevonden dan wel kan verhuurder verlangen dat huurder het apparaat voor eigen risico koopt.
5. Ingeval van plaatsing in en verwijdering uit een perceel, waarvan huurder geen eigenaar is, zal huurder op verzoek van verhuurder voor toestemming van de eigenaar zorg dragen. Huurder vrijwaart verhuurder voor alle aanspraken van de eigenaar in verband met de plaatsing of verwijdering, waaronder wegens verrichtingen van verhuurder terzake.
Artikel 4. Huurprijs
1. De maandelijkse huurprijs alsmede andere verschuldigde kosten worden vermeld in een door verhuurder conform artikel 1 lid 4 te publiceren tarievenblad, dat jaarlijks of halfjaarlijks door verhuurder kan worden aangepast.
2. Verhuurder heeft het recht alle prijsverhogende factoren, die zijn ontstaan na de totstandkoming van een overeenkomst, aan huurder te berekenen. Indien de prijsstijging binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst plaatsvindt en niet bij huurder bekend was c.q. kon zijn, heeft huurder het recht de overeenkomst te ontbinden.
3. De huurprijs wordt voor het eerst verschuldigd per de eerste van de maand, volgende op die waarin het toestel is geplaatst, terwijl voor het laatst huur verschuldigd is over de gehele maand waarin het apparaat na het einde van de huurovereenkomst wordt verwijderd.
4. Kosten van plaatsing moeten ter keuze van verhuurder bij vooruitbetaling of bij plaatsing worden voldaan.
Artikel 5. Betalingen
1. De verschuldigde bedragen worden op een door verhuurder te bepalen wijze in rekening gebracht en geïnd. Indien huurder geen gebruik maakt van automatische incasso kunnen administratiekosten in rekening worden gebracht.
2. De betalingstermijn van een factuur is 14 dagen, tenzij verhuurder een langere termijn aangeeft.
3. Indien huurder niet tijdig betaalt, is hij van rechtswege in verzuim met ingang van de dag na de vervaldatum. Huurder is alsdan vanaf de dag van verzuim de wettelijke rente over het openstaande bedrag verschuldigd alsmede een redelijke vergoeding terzake van (buitengerechtelijke) administratie- en incassokosten (vermeerderd met omzetbelasting) met een minimum van 15% van de hoofdsom, onverminderd het recht van verhuurder op vergoeding van schade en gerechtelijke kosten.
Artikel 6. Verplichtingen verhuurder
1. Onderhoud aan het apparaat en het verhelpen van storingen geschieden door en op kosten van verhuurder met inachtneming van het overeengekomen serviceniveau en overeenkomstig de door verhuurder gehanteerde onderhoudsvoorwaarden. Preventief onderhoud vindt niet plaats ten aanzien van apparaten, die volgens de producent daarvan geen onderhoud behoeven.
2. Van het onderhoud en het opheffen van storingen, tenzij anders is overeengekomen, zijn van een abonnement uitgesloten alle buiten c.q. aan het apparaat verbonden installaties en onderdelen (randapparatuur), zoals leidingen, appendages, thermostaten, overstort, inlaatcombinatie, vul- en aftapkraan, condensafvoer en expansievaten. Voor onderhoud en voor het opheffen van storingen hieraan kan apart opdracht aan verhuurder worden gegeven op kosten van huurder.
3. Indien huurder niet aan zijn (financiële) verplichtingen heeft voldaan, is verhuurder niet gehouden onderhoud te plegen en/of storingen op te heffen, totdat huurder aan al zijn verplichtingen heeft voldaan.
4. De kosten van onderhoud en storingen, met inbegrip van voorrijkosten, alsmede schade aan het apparaat, komen voor rekening van huurder, telkens als:
a. huurder heeft gehandeld in strijd met artikel 7.
b. huurder niet alle maatregelen heeft genomen om onderhoud en/of het opheffen van storingen mogelijk te maken.
c. de aan het apparaat door verhuurder aangebrachte zegels, borgingen e.d. zijn verbroken.
d. een storing of gebrek het gevolg is van:
1. Storing in de toevoer van of een gebrek aan elektriciteit, gas of water, gebruik van onjuiste brandstoffen, het niet schoon zijn van luchttoevoerkanalen, rookgasafvoersystemen of de condensafvoer, kalkaanslag, diffusie of bevriezing.
2. Aan huurder toerekenbaar handelen of nalaten c.q. schade aan het apparaat, alsmede oorzaken van buitenaf (zoals vogelnest in de afvoer, regen en blikseminslag).
3. Het (niet) ontluchten van de huisinstallatie.
4. Het (niet) bijvullen van de waterinhoud van de (huis)installatie van huurder.
5. Het doven van de waakvlam.
6. Een defecte of verkeerde instelling van (kamer)thermostaat of andere regelapparatuur.
7. Gebruik van ongeschikte waterbesparende apparatuur.
e. Storingen ontstaan nadat door anderen dan verhuurder aan het apparaat wijzigingen, uitbreidingen of reparaties zijn uitgevoerd of storingen zijn verholpen.
5. Indien huurder een storing heeft gemeld, die er niet blijkt te zijn, kan de verhuurder de aan het onnodige bezoek verbonden kosten, zoals voorrijkosten en arbeidsloon, in rekening brengen.
6. Verhuurder kan bepalen dat onderhoud moet plaatsvinden door vervanging van onderdelen of het gehele apparaat, welke nieuwe onderdelen c.q. apparaat dan voortaan als het apparaat gelden.
Artikel 7. Verplichtingen huurder
1. Huurder is verplicht het apparaat niet oneigenlijk te gebruiken en voor bevriezing en ongedierte te behoeden, mag het apparaat niet verplaatsen, herstellen, wijzigen of uitbreiden en dient aanwijzingen van verhuurder omtrent de bediening op te volgen.
2. De huurder is verantwoordelijk voor de plaatsing en de deugdelijke werking van aanbevolen aanvullende veiligheidsmiddelen, zoals een CO-melder, in huis.
3. De huurder stelt verhuurder in staat de onderhouds- en/of storingswerkzaamheden op het overeengekomen tijdstip c.q. binnen de overeengekomen tijd-bandbreedte uit te voeren. Dit houdt onder meer in dat toegang tot het apparaat wordt verschaft en eventuele documentatie wordt verstrekt alsmede de benodigde energie. Verhuurder kan verlangen dat voor rekening van huurder uit het oogpunt van veiligheid de nodige voorzieningen worden getroffen.
4. Huurder moet in geval van storing en/of (vermoedelijke) schade aan het apparaat verhuurder zo spoedig mogelijk daarover inlichten.
5. Huurder mag het apparaat niet vervreemden of bezwaren en dient ingeval van verhuizing, faillissement, beslaglegging e.d. het eigendomsrecht van verhuurder aan betrokken derden mee te delen. Op verzoek van verhuurder zal huurder meewerken aan het, op kosten van verhuurder, vestigen van rechten ter veiligstelling van het eigendomsrecht van verhuurder.
Artikel 8. Opschorting, eindigen en overmacht
1. Indien huurder niet (tijdig) voldoet aan enige verplichting, alsmede bij faillissement en (voorlopige) surseance van betaling of toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling op huurder, is verhuurder bevoegd, zonder enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst, geheel of gedeeltelijk, de uitvoering van de overeenkomst op te schorten en/of deze te ontbinden, onverminderd het recht op vergoeding van de schade, die het gevolg is van de niet nakoming, de opschorting of de ontbinding, terwijl tevens elke vordering, die verhuurder ten laste van huurder heeft, dadelijk opeisbaar is.
2. Als overmacht van verhuurder worden beschouwd alle omstandigheden, die een normale uitvoering van de overeenkomst verhinderen, zoals oorlogsomstandigheden, brand en andere vernietigingen, bedrijfsstoornissen in iedere vorm, stakingen, overheidsmaatregelen, transportbelemmeringen, het door derden van wie verhuurder voor de uitvoering van de overeenkomst afhankelijk is, niet (tijdig) nakomen van hun verplichtingen jegens verhuurder, e.d.
3. Verhuurder kan zich ook op overmacht beroepen, die intreedt nadat verhuurder haar verplichtingen had moeten nakomen.
4. Huurder is ingeval van overmacht van verhuurder niet gerechtigd tot ontbinding van de overeenkomst, tenzij de overmachttoestand twee maanden heeft geduurd.
5. Indien verhuurder bij het intreden van haar overmacht al gedeeltelijk aan haar verplichtingen heeft voldaan of slechts gedeeltelijk aan haar verplichtingen kan voldoen, is zij gerechtigd het reeds gepresteerde c.q. te presteren gedeelte in rekening te brengen.
Artikel 9. Aansprakelijkheid
1. Gevallen van schade die niet binnen 14 dagen nadat de schade is ontstaan bij verhuurder zijn gemeld, hoeven door verhuurder niet in behandeling te worden genomen.
2. Verhuurder is aansprakelijk voor door huurder geleden schade voor zover die een rechtstreeks gevolg is van een verhuurder toerekenbare tekortkoming. Evenwel is verhuurder niet aansprakelijk voor schade aan zaken die worden gebruikt voor de uitoefening van een bedrijf of beroep, schade als gevolg van bedrijfsstilstand of het niet kunnen uitoefenen van een beroep, waaronder begrepen winstderving en (andere) indirecte schade.
3. Eventuele aansprakelijkheid van verhuurder is beperkt tot maximaal het bedrag dat door de aansprakelijkheidsverzekering van verhuurder wordt uitgekeerd en niet meer dan € 5.000,-- per gebeurtenis.
4. De uitsluiting en beperking van aansprakelijkheid gelden eveneens ten aanzien van personeel van verhuurder en (personeel van) terzake van de werkzaamheden ingeschakelde derden en gelden niet ingeval van opzet of bewuste roekeloosheid van verhuurder of diens leidinggevende personen.
5. Huurder is aansprakelijk voor alle schade, met inbegrip van brandschade, aan het apparaat, daaronder begrepen geheel of gedeeltelijk tenietgaan daarvan.
Artikel 10. Slotbepalingen
1. Deze voorwaarden kunnen worden aangehaald als: Algemene voorwaarden van Eneco Installatiebedrijven B.V. voor verhuur van apparaten, versie 2010.01.
2. Indien een of meer bepalingen van deze algemene voorwaarden en/of de huurovereenkomst nietig zijn
c.q. worden vernietigd, blijven de overige bepalingen zoveel mogelijk van kracht en zullen de eerstbedoelde bepalingen door verhuurder worden vervangen door nieuwe, waarvan de strekking zoveel mogelijk overeenkomt met de oorspronkelijke bepalingen.
3. Deze voorwaarden, versie 2010.01, treden in werking op 1 september 2010. Op dat moment vervallen de tot dan door verhuurder gebruikte voorwaarden.
4. Deze voorwaarden en de hierin genoemde regelingen zijn bij verhuurder kosteloos verkrijgbaar.