Veem House for Performance
Veem House for Performance
Geadviseerd subsidiebedrag: € 0
Gevraagd subsidiebedrag: € 300.000
Over de instelling
Stichting Het Veem Theater (hierna: Het Veem) vraagt subsidie aan voor zijn ontwikkelfunctie Veem House for Performance. Het is een plek voor vernieuwende dans, performance, mime en alle denkbare cross-overs met de focus op duurzame ontwikkeling. Beweging in relatie tot verleden, heden en toekomst staat centraal, waarbij het lichaam altijd het uitgangspunt vormt. De instelling verkent nieuwe horizonten en grenzen en verlegt die waar mogelijk. Ze is zich bewust van haar omgeving, lokaal en internationaal. Het netwerk wordt ingezet voor samenwerkingen en om te coproduceren. De omgang met publiek is een vaste waarde voor de instelling. Het Veem streeft naar een open en toegankelijke uitstraling en wil de nabije gemeenschap deelgenoot maken van haar activiteiten.
Subsidieadvies
De aanvraag voldoet aan de eisen als bedoeld in artikel 3.44 van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid.
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting Het Veem Theater geen subsidie toe te kennen.
De plannen van Het Veem zijn weinig concreet en met name gericht op Amsterdam en omgeving. Ze bieden onvoldoende vertrouwen dat de instelling zich gaat ontpoppen tot een ontwikkelinstelling met een nationale uitstraling. In het scala aan voorgestelde initiatieven, samenwerkingen en concepten mist de raad duidelijke speerpunten. Hoe de begeleiding vorm krijgt en hoe er wordt omgegaan met de uitstroom van talenten wordt niet duidelijk uitgewerkt. Het streven om weer het hele jaar open te kunnen zijn is bewonderenswaardig maar mag geen doel op zich zijn. De instelling onderscheidt zich onvoldoende. Het netwerk bestaat vooral uit partners in Amsterdam en omgeving en het buitenland.
Beoordeling
Artistieke/inhoudelijke kwaliteit van de kernactiviteiten
Het Veem richtte zich oorspronkelijk op de discipline mime. Later is de instelling zich meer op beweging in brede zin gaan toeleggen. Door een sterke afname van subsidie heeft zij zich de afgelopen jaren gedwongen gezien haar activiteiten te beperken. Sinds 2017 presenteert zij zich ieder jaar gedurende honderd dagen als Huis voor Performance. Met deze nieuwe
1
werkwijze heeft de instelling zich laten zien door bijvoorbeeld partnerships aan te gaan en internationale makers uit te nodigen. De afgelopen jaren vormden geëngageerde thema’s als duurzaamheid, feminisme en political memory de rode draad. Het Veem profileert zich tegenwoordig als instelling voor dans, performance en mime. Tijd, aandacht en ruimte vormen het fundament van haar plannen.
Bovenaan de agenda staan twee ambities. De eerste is organisatorisch van aard; de instelling wil weer structureel 365 dagen open zijn. De tweede heeft een inhoudelijk karakter. Ze richt zich op een duurzame ontwikkeling van vernieuwende dans, performance en mime, met een nationaal en internationaal bereik. Om dit te realiseren zijn zes uitgangspunten geformuleerd. Ze vormen de basis voor de vier hoofdactiviteiten waarop ze zich de komende jaren wil richten: produceren en talentonwikkeling, presentatie, educatie en participatie. Iedere hoofdactiviteit valt uiteen in sub-activiteiten.
De raad is positief over de ambitie om weer het hele jaar open te zijn maar vindt dit geen doel op zich. De instelling richt zich op een veelheid aan programma’s en concepten; de raad mist hierin duidelijke speerpunten.
Het Veem presenteert een lange lijst van activiteiten, projecten en partners en het plan is een opsomming van visies en voornemens.
Het Veem biedt de komende periode plek aan vier zogenaamde huiskunstenaars. De raad onderschrijft de potentie van de geselecteerde makers. Echter, hoe de begeleiding vorm krijgt en hoe er wordt omgegaan met de uitstroom van talenten is onvoldoende uitgewerkt. Dit geldt eveneens voor de andere projecten die de instelling schaart onder de hoofdactiviteit produceren en talentontwikkeling. Het gaat dan om de coproducties, Veem Residenties, Vooropleiding, 3Package Deal en Ontwikkeling van jonge professionals.
De raad vindt de samenwerking van gelijkgestemde instellingen in het initiatief Greenhouse interessant. Helaas wordt de rol van de verschillende partners met betrekking tot talentontwikkeling niet helder.
Hij is ook positief over de ontschotte werkwijze. Het biedt ruimte aan een hybride beroepspraktijk waarin dans en performance weliswaar het uitgangspunt zijn, maar waarin tevens alle combinaties mogelijk zijn.
Vernieuwing
Als gevolg van bezuinigingen was het voor Het Veem niet meer mogelijk het gehele jaar geopend te zijn. De instelling introduceerde in 2017 het Huis voor Performance. Een ontwikkelplek voor dans, performance en mime die slechts honderd dagen per jaar open is. Binnen de grenzen van de
mogelijkheden is het haar gelukt constructieve samenwerkingen en partnerships aan te gaan. Ook ondernam de instelling stappen om de nabije gemeenschap binnen en buiten de culturele sector bij haar activiteiten te betrekken.
Afgaande op de gekozen makers is het niet onwaarschijnlijk dat er op het artistieke vlak een vernieuwende praktijk ontstaat. Hierbij is de vraag of de instelling in staat is de vernieuwing voldoende in te bedden en verder uit te bouwen. De raad mist een visie hierop.
Het participatieprogramma van Het Veem valt in positieve zin op. Een breed palet aan personen en organisaties wordt betrokken bij het ontwikkelen van programma’s. Ze worden door middel van uitnodigende initiatieven actief deelgenoot gemaakt van Het Veem.
Eerlijke beloning en gezonde bedrijfsvoering
Het Veem hanteert de cao Toneel en Dans. Ze werkt met een kleine staf die in de gehele periode 2021 – 2024 bestaat uit 5,9 fte aan vaste medewerkers en voor 5,5 fte uit tijdelijke medewerkers (inhuur). Het vaste personeel wordt betaald volgens de cao Theater en Dans. Zzp’ers (inhuur) worden gehonoreerd volgens het ingeschaalde bedrag met daar bovenop de indexatie van 40 procent (volgens het principeakkoord 2020 — 2022). Het valt op dat kunstenaars die deelnemen aan de activiteit Veem Residenties kunnen rekenen op een startbedrag van duizend euro, dat ze kunnen inzetten om aanvullende financiering te vinden, voor materialen of externe begeleiding. Uit het plan blijkt niet of de kunstenaars daarna kunnen rekenen op een eerlijke beloning. Het bevreemdt de raad dat de Fair Practice Code voor deze kunstenaars niet wordt gehanteerd.
Het Veem wil zich sterk maken voor een veilige en aangename werkplek voor vaste en tijdelijke medewerkers, maar laat niet zien wat zij daarvoor onderneemt.
De aanvraag betreft de ontwikkelfunctie van de instelling. De begroting is gebaseerd op Het Veem als geheel en niet alleen op het onderdeel ontwikkelfunctie. Over het geheel genomen is Het Veem in financieel opzicht gezond; bij tegenvallende cijfers kan het ontwikkeldeel leunen op het grotere geheel. Wel valt het op dat er een grote mate van afhankelijkheid is van overige subsidies. In de toelichting op de begroting ontbreekt een strategie bij tegenvallende inkomsten.
Bevordering van educatie en participatie (inclusief publieksbenadering)
Het Veem agendeert educatie en participatie als hoofdactiviteiten. Zowel educatie- als participatieactiviteiten zijn erop gericht deelnemers deelgenoot te maken van de artistieke processen van de instelling. Deelnemers worden
betrokken bij de thema’s die de kunstenaars onderzoeken. Dit zijn deelnemers uit de eigen gemeenschap en aanverwant publiek.
Plannen voor schoolgebonden en/of niet-schoolgebonden educatie ontbreken in het plan. De educatieve activiteiten zijn terugkerende initiatieven en vooral gericht op de eigen gemeenschap in de zin van huiskunstenaars, kunstenaars, kantoormedewerkers en publiek. Het Veem hanteert een actief participatiebeleid dat nauw verwant is met het bereiken van de gemeenschap in en rond de instelling. De raad is positief over het betrekken van de buurtbewoners bij enkele programma’s.
Het Veem heeft een goed beeld van haar bestaande publiek. Om het bereik te vergroten communiceert ze in het Nederlands en Engels. Echter, een visie op het bereiken van nieuwe doelgroepen ontbreekt.
Geografische spreiding
Het Veem speelt een rol van betekenis in een zekere niche. Ze is geworteld in Amsterdam en opereert van daaruit in een breed netwerk in de Metropoolregio Amsterdam. Ze gaat legio samenwerkingen en verbindingen aan. Binnen Greenhouse heeft ze een samenwerkingsverband met gelijkgestemde Amsterdamse instellingen, met het doel te werken aan een gezond ecosysteem voor dans/performance en mime in Amsterdam. Buiten de Amsterdamse regio lijken er weinig samenwerkingsverbanden te zijn. De Performance Opleiding van de Toneelacademie Maastricht wordt genoemd als samenwerkingspartner. Daarnaast is Het Veem internationaal actief.
Nationaal speelt het een minimale rol.
Toepassing Fair Practice Code
Het Veem reflecteert goed op de Fair Practice Code. De elementen tijd, aandacht, ruimte, en vertrouwen, staan centraal in de toepassing van de code. De instelling is transparant over de gehanteerde primaire arbeidsvoorwaarden, waarvoor de cao Theater en Dans wordt gevolgd. Het is onduidelijk in hoeverre zij deze ook hanteert voor de secundaire arbeidsvoorwaarden. Zzp’ers krijgen een opslag bovenop hun reguliere loon. De vergoedingen voor huiskunstenaars zijn mager en niet in de geest van de code.
Het Veem benoemt niet expliciet wat haar deelname is aan de sociale dialoog. Ze geeft er blijk van belang te hechten aan eerlijke beloning en heeft daarbij met zowel vaste medewerkers als zzp’ers evaluaties. Niet wordt duidelijk of zij rekening houdt met auteursrechten.
De brede toepassing van de code is nog wat mager. Het Veem schrijft dat zij beleid aan het ontwikkelen is voor vrijwilligers, maar maakt niet duidelijk
wat het huidige en toekomstige beloningsbeleid is ten aanzien van stagiaires en vrijwilligers.
Toepassing Governance Code Cultuur
Het Veem reflecteert summier op de Governance Code Cultuur. De raad van toezicht is ingesteld door Stichting het Veem Theater waarvan Veem House for Performance deel uitmaakt. De raad van toezicht hanteert een rooster van aan- en aftreden. Het bestaat op dit moment uit drie personen. De expertises van de leden komen uitgebreid aan de orde. De instelling kent haar tekortkomingen. Bij het werven van twee nieuwe leden wordt gezocht naar kandidaten met juridische kennis en een (cultureel) diverse achtergrond. Dit laatste is het voornemen en is nog niet aan de orde in de raad van toezicht.
Toepassing Code Diversiteit en Inclusie
Het Veem reflecteert onvoldoende op de code Diversiteit en Inclusie. Ze ziet zichzelf als een artistiek en politiek naar buiten gericht buurthuis. Er is ruimte voor nieuwe perspectieven en verhalen. De elementen tijd, aandacht, ruimte staan centraal bij de toepassing van de code. De instelling wil in de komende beleidsperiode werken aan verbeteringen. De voornemens zijn vervat in tien doelstellingen die nog moeten worden uitgewerkt.
Het valt de raad op dat de focus vooral is gericht op publiek. Voor de instelling is dit een uitdaging omdat het aanbod niet altijd even toegankelijk is. Het Veem zou meer moeten investeren in de andere drie p’s van de code: programma, personeel en partners.