Bestuursovereenkomst Project Duurzame Polder
Bestuursovereenkomst Project Duurzame Polder
Partijen:
1. De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, handelend als bestuursorgaan, namens deze: mevrouw E.W.E. Xxxx, directeur Warmte en Ondergrond, hierna te noemen: EZK;
2. Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant, handelend als bestuursorgaan ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten van , namens deze mevrouw M.J.G.
Spierings, gedeputeerde, hierna te noemen: GS van Noord-Brabant;
3. Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente ‘s-Hertogenbosch, handelend als bestuursorgaan ter uitvoering van het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van ‘s-Hertogenbosch van , namens deze de heer X. xxx xxx Xxxx, wethouder, hierna te
noemen: gemeente ‘s-Hertogenbosch;
4. Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oss, handelend als bestuursorgaan ter uitvoering van het besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van Oss
van , namens deze de heer X.X.X.X.X. xxx xxx Xxxxxx, wethouder, hierna te noemen:
gemeente Oss;
Partijen genoemd onder 3 en 4 hierna gezamenlijk te noemen: de Gemeenten; Hierna allen samen te noemen: Partijen;
Overwegende dat:
a. De gemeenten ’s-Hertogenbosch en Oss en de provincie Noord-Brabant in 2017 en 2019 overeenkomsten hebben gesloten over het uitvoeren van een verkenning naar de mogelijkheden voor het opwekken van hernieuwbare elektriciteit met zonnevelden en windturbines in het gebied van de Lithse, Geffense, Rosmalense en Nulandse polders, onder de noemer ‘de Duurzame Polder’;
b. Deze verkenning is uitgevoerd en vastgelegd in een eindrapport van 16 maart 2020, getiteld ‘Eindrapport Verkenning Duurzame Polder’;
c. Met het project Duurzame Polder een substantiële bijdrage wordt geleverd aan de beleidsdoelstellingen die door de gemeenten ’s-Hertogenbosch en Oss en door de provincie Noord- Brabant zijn vastgelegd;
d. Met het project Duurzame Polder invulling wordt gegeven aan de doelstellingen die in de Regionale Energie Strategie Noord Oost Brabant (hierna: RESNOB) zijn vastgelegd;
e. Naar aanleiding van twee meldingen op grond van artikel 9b, derde lid, Elektriciteitswet 1998 betreffende de rijkscoördinatieregeling, bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening, EZK betrokken was bij het project Duurzame Polder;
f. De gemeenteraden van de gemeenten ’s-Hertogenbosch en Oss op respectievelijk 6 oktober 2020 en 28 januari 2021 het gebied voor de Duurzame Polder hebben aangewezen als geschikte locatie voor de opwekking van grootschalige hernieuwbare elektriciteit met bijbehorende uitgangspunten voor de ontwikkeling hiervan;
g. GS van Noord-Brabant hebben kennisgenomen van deze besluiten van de gemeenteraden en op 25 mei 2021 de regie over de plan- en besluitvorming voor de ontwikkeling van het project Duurzame Polder bij de Gemeenten hebben neergelegd;
1
h. In het Klimaatakkoord ten aanzien van het proces van de Regionale Energiestrategieën is opgenomen dat de verantwoordelijke en bevoegde gezagen ervoor zorgen dat uiterlijk 1 januari 2025 de benodigde vergunningen worden verleend om realisatie van projecten voor het opwekken van hernieuwbare elektriciteit op land uiterlijk in 2030 mogelijk te maken
i. EZK op basis van het Klimaatakkoord er de voorkeur aan geeft dat decentrale overheden zorgdragen voor de ruimtelijke inpassing van nieuwe wind- of zonneparken door middel van de Regionale Energiestrategieën en daarbij de kaders hanteren zoals die in de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) zijn aangegeven, waaronder de voorkeursvolgorde voor de toepassing van zonnepanelen (‘de zonneladder’);
j. EZK naar aanleiding van de bereidheid van de Gemeenten om de ruimtelijke inpassing voor de ontwikkeling van windparken in het Duurzame Polder gebied ter hand te nemen deze hierbij wil ondersteunen;
k. Partijen gezamenlijk willen bijdragen aan de doelstellingen zoals verwoord in het Klimaatakkoord en de RESNOB;
l. Voor de realisatie van het opwekken van hernieuwbare elektriciteit in het Duurzame Polder gebied voor de betreffende projecten juridische procedures moeten worden doorlopen, rekening houdend met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, gericht op vergunningverlening voor 1 januari 2025;
m. Partijen in deze bestuursovereenkomst afspraken willen vastleggen om te bewerkstelligen dat die juridische procedures voor het opwekken van hernieuwbare elektriciteit in het Duurzame Polder gebied tijdig worden doorlopen.
Spreken het volgende af:
Artikel 1 Definities
In deze bestuursovereenkomst wordt door Partijen verstaan onder:
- Duurzame Polder Gebied: de in het eindrapport ‘Eindrapport Verkenning Duurzame Polder’ van 16 maart 2020 opgenomen territoriale begrenzing van het gebied van de Duurzame Polder, zoals opgenomen in bijlage A bij deze bestuursovereenkomst;
- Project Duurzame Polder: het grootschalig opwekken van hernieuwbare elektriciteit met windturbines en zonnevelden in het Duurzame Polder Gebied, waarbij geldt dat voor het deel gelegen binnen de gemeentegrenzen van ’s-Hertogenbosch het zowel windturbines als zonnevelden betreft en voor het deel gelegen binnen de gemeentegrenzen van Oss het uitsluitend windturbines betreft;
- MER: milieueffectrapportage;
- ontwikkelaar: partij voor de realisatie en bouw van een of meerdere windturbines of een of meerdere zonnevelden in het Duurzame Polder Gebied;
- initiatiefnemer: ontwikkelaar die een voornemen tot aanleg of uitbreiding van windturbines of zonnevelden meldt bij de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat) of provinciale staten als bedoeld in respectievelijk artikel 9b, eerste of tweede lid, en artikel 9e, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998;
- PCR: provinciale coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.33 Wet ruimtelijke ordening;
- PCR-melding: melding aan provinciale staten als bedoeld in artikel 9e, tweede lid, Elektriciteitswet 1998;
- RCR: rijkscoördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.35, Wet ruimtelijke ordening;
- RCR-melding: melding aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat als bedoeld in artikel 9b, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998.
2
Artikel 2 Doel van de bestuursovereenkomst
1. Partijen werken, ieder vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid en uitgaande van projecten door ontwikkelaars, samen om de realisatie van het grootschalig opwekken van hernieuwbare elektriciteit met windturbines en zonnevelden, in het Duurzame Polder Gebied, mogelijk te maken, gericht op vergunningverlening vóór 1 januari 2025.
2. In lijn met het Klimaatakkoord willen partijen samenwerken om de gemeentelijke, provinciale en landelijke ambities voor de energietransitie te realiseren.
3. Partijen onderschrijven de ambitie om in het Duurzame Polder Gebied tot een integrale afweging te komen, waarbij de prioritaire energieambitie wordt gerealiseerd en koppelkansen worden benut met betrekking tot andere belangen zoals klimaatadaptatie, wonen, landbouw, natuur, recreatie en cultuurhistorie.
4. De kwantitatieve doelstelling van de Gemeenten voor het Duurzame Polder Gebied is opgenomen in de respectievelijke raadsbesluiten, zoals weergegeven in bijlage B. Deze kwantitatieve doelstellingen kunnen als volgt worden samengevat.
a. Ten aanzien van de gemeente Oss: de gemeente Oss gaat vooralsnog uit van de op te wekken resterende RES-opgave in 2030 van 0,59 PJ totdat xxxxxxxxx heeft plaatsgevonden van de restant RES-opgave per 1 januari 2022, waarin alle projecten die gerealiseerd zijn of waarbij concreet zicht is op realisatie en die meetellen voor de opwekopgave, worden meegenomen.
b. Ten aanzien van de gemeente ‘s-Hertogenbosch: voor het Bossche deel van het Duurzame Polder Gebied 0,86 PJ als opgave - tot 2030 - voor duurzame energieopwekking met wind- en zonne-energie te hanteren met aftrek van het resultaat van de uitvraag naar 100 hectare zon, die binnen de gemeentegrenzen, maar niet in de Rosmalense Polder, gerealiseerd wordt.
5. Partijen onderschrijven dat ontwikkelaars in eerste instantie verantwoordelijk zijn voor het realiseren van deze projecten en daarmee ook voor realisatie-afhankelijkheden zoals aansluiting op het elektriciteitsnet, voorkomen van radarverstoring of minimalisatie van effecten in laagvlieggebieden en instandhouding van wettelijk beschermde natuur, de realisering van kwaliteitsverbetering van het landschap en het verkrijgen van medewerking van dienende erven. Voorts onderschrijven partijen, dat ontwikkelaars zijn gebonden aan keuzes die voortvloeien uit het bepaalde in artikel 5, tweede lid, onderdelen b en c.
6. Partijen onderschrijven het belang van een open dialoog met de omgeving en van het tijdig meenemen van zowel alle relevante betrokkenen in de omgeving van een project als de potentiële ontwikkelaars van projecten, met als doel om een zorgvuldige en integrale afweging van belangen te kunnen maken en te voorkomen dat de omgeving zich hierin niet herkent.
7. De Gemeenten nemen het voortouw voor de ruimtelijke inpassing die nodig is voor de realisatie van het project Duurzame Polder en de opgave zoals gedefinieerd in het derde en vierde lid voor zover zij daartoe bevoegd zijn in afstemming met GS van Noord-Brabant en EZK. Zij zorgen voor een onderlinge afstemming van de daartoe op basis van hun onderscheidenlijke bevoegdheden te doorlopen procedures. Daarbij benutten zij de mogelijkheden om op onderdelen gezamenlijk op te trekken, zodat de planvorming in de volle breedte kan worden opgepakt.
8. Partijen willen deze samenwerking concretiseren door in deze bestuursovereenkomst afspraken vast te leggen over:
- de bestuurlijke uitgangspunten;
- het proces: stappen en planning;
- de inzet en acties van Partijen;
- organisatie en samenwerking;
- kosten en financiering.
3
9. Partijen willen met deze bestuursovereenkomst het vervolgproces naar de besluitvorming in gang zetten, ook om te zorgen dat de relevante betrokkenen en potentiële ontwikkelaar(s) in een vroegtijdig stadium van het proces kunnen aansluiten om een bijdrage te leveren aan de voor deze projecten benodigde procedure(s).
Artikel 3 Bestuurlijke uitgangspunten als basis voor de ruimtelijke besluitvormingsprocedures
1. Respectievelijk op 6 oktober 2020 en 28 januari 2021 hebben de gemeenteraden van ’s- Hertogenbosch en Oss -onder voorwaarden- het Duurzame Polder Gebied aangewezen als geschikte locatie voor het grootschalig opwekken van hernieuwbare elektriciteit uit wind en/of zon. Partijen erkennen dat deze voorwaarden de bestuurlijke uitgangspunten vormen voor de benodigde ruimtelijke besluitvormingsprocedures. Deze raadsbesluiten zijn als bijlage B bij deze bestuursovereenkomst gevoegd.
2. In een Statenmededeling van 25 mei 2021, gericht aan provinciale staten van de provincie Noord- Brabant, hebben GS van Noord-Brabant hun standpunt verwoord inzake het project Duurzame Polder en de rol van de Gemeenten. In deze mededeling is tevens aangegeven op welke manier GS invulling willen geven aan hun rol bij het waarborgen van provinciale belangen in het Duurzame Polder Gebied. Deze Statenmededeling is als bijlage C bij deze bestuursovereenkomst gevoegd.
3. In geval van onverenigbaarheid of tegenstrijdigheid tussen de in het eerste en tweede lid gemelde bestuurlijke uitgangspunten, treden Partijen met elkaar in overleg.
Artikel 4 Het proces: stappen en planning
1. Partijen stellen vast dat de ruimtelijke besluitvormingsprocedures gericht op de realisatie van het project Duurzame Polder plaatsvinden in een overbruggingsperiode van het thans geldende wettelijk kader op grond van de Wet ruimtelijke ordening naar een nieuw wettelijk kader op grond van de Omgevingswet die naar verwachting in werking treedt op 1 juli 2022.
2. Gelet op de in het eerste lid genoemde overbruggingsperiode willen Partijen bij de ruimtelijke besluitvormingsprocedures zoveel mogelijk anticiperen op de Omgevingswet en de op die wet gebaseerde regelgeving.
3. Partijen spannen zich in om te bevorderen dat de procedures tijdig kunnen worden doorlopen door deze zoveel mogelijk af te stemmen zodat het gezamenlijke doel bedoeld in artikel 2 kan worden bereikt.
4. Partijen hebben een gedeeld beeld van de in het derde lid bedoelde procedures en onderscheiden als gewenste indicatieve route de volgende stappen die de Gemeenten zullen volgen:
Stap 1: Kennisgeving Voornemen en Kennisgeving Participatie als start procedure vaststelling Programma
Stap 2: Ontwerpend onderzoek: ontwikkeling van de redelijkerwijs te beschouwen alternatieven
Stap 3: Ter inzage legging en mogelijkheid zienswijzen: Ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD)
Stap 4: Vaststelling NRD
Stap 5: Opstellen Milieueffectrapportage (plan-MER) mede als basis voor de voorkeursbeslissing vastgelegd in ofwel Programma ofwel Omgevingsplan/BOPA
Stap 6: Projectprocedure of procedure vaststellen Omgevingsvergunningen (bijv. BOPA) inclusief benodigd project-MER
4
5. Op grond van de indicatieve stappen genoemd in het vierde lid stellen de Gemeenten voor het eind van 2021 een route vast, waarbij zij besluiten of zij de Voorkeursbeslissing vastleggen in de vorm van een Programma met de voor dit Programma verplichte procedurestappen. Op dat moment besluiten zij ook of voor de ruimtelijke besluitvorming een Projectprocedure wordt doorlopen dan wel dat wordt ingezet op een procedure voor een Omgevingsvergunning, bijvoorbeeld in de vorm van een Buitenplanse Omgevingsplanactiviteit (BOPA).
6. Op grond van de stappen genoemd in het vierde lid wordt een planning gemaakt door de projectorganisatie bedoeld in artikel 5, vijfde en zevende lid. Partijen streven ernaar dat de in stap 6 bedoelde vergunningen voor 1 januari 2025 kunnen worden verleend.
7. Indien de inwerkingtreding van de Omgevingswet verdere vertraging oploopt worden over de mogelijke consequenties hiervan voor de te nemen stappen en de planning daarvan nadere afspraken gemaakt in de stuurgroep bedoeld in artikel 5, vijfde lid.
Artikel 5 Acties en inzet Gemeenten: ruimtelijke inpassing
1. De Gemeenten spannen zich in om beiden de ruimtelijke inpassing en bijbehorende besluitvorming voor het project Duurzame Polder op zich te nemen met het oog op het gezamenlijke doel bedoeld in artikel 2 en voeren dit als een gezamenlijk project uit.
2. De Gemeenten spannen zich in om ieder voor hun eigen grondgebied van het Duurzame Polder Gebied:
a. de benodigde procedures voor de ruimtelijke inpassing te doorlopen, waaronder de vergunningsprocedures inclusief participatie conform de kennisgeving(en) bedoeld in artikel 4, vierde lid;
b. een vorm van (lokale) financiële participatie in te vullen op basis van de uitkomsten van het participatieproces. Daarbij gelden als vertrekpunten: een evenwichtige verdeling van de lasten en de lusten van deze energie-opwekking binnen de gemeenten en daarnaast het meedelen in de opbrengsten van een project door omwonenden in het gebied. De Gemeenten zijn zich bewust van de passages in het Klimaatakkoord over financiële participatie, het streven naar 50% lokaal eigendom en het feit dat het daarbij gaat om een algemeen streven tot 2030 met ruimte om hier vanwege lokale project-gerelateerde redenen van af te wijken. De Gemeenten zullen van potentiële ontwikkelaars in elk geval verlangen dat deze zich conformeren aan de geldende gedragscodes van de brancheorganisaties NWEA en Holland-Solar;
c. de belangen zoals genoemd in artikel 2, derde lid, mee te koppelen en te integreren in het project Duurzame Polder.
3. De Gemeenten zullen bij het ontwerpend onderzoek bedoeld in de tabel van artikel 4, vierde lid, met potentiële ontwikkelaars en de omwonenden in gesprek gaan bij het uitwerken van de redelijk te beschouwen alternatieven.
4. Indien er meerdere windturbineparken in het Duurzame Polder Gebied worden ontwikkeld, nemen gemeenten afstemming hierover mee in hun afwegingen en aanpak.
5. Er wordt één organisatie voor het in het eerste lid bedoelde project ingericht door de Gemeenten. De invulling en het functioneren van de projectorganisatie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Gemeenten. Er zal sprake zijn van een gedelegeerd opdrachtgever namens de Gemeenten. Samen met de beide wethouders en de gedeputeerde vormen zij de stuurgroep die de projectmanager aanstuurt.
5
6. De projectorganisatie wordt beschreven in bijlage D bij deze bestuursovereenkomst. Deze organisatie:
a. stelt een plan van aanpak op, inclusief een strategie om te komen tot samenwerking met potentiële ontwikkelaars en een communicatieplan voor het project Duurzame Polder dat wordt vastgesteld door de stuurgroep;
b. gaat risico-gestuurd te werk en stelt daartoe bij aanvang een risico-inventarisatie op, die tenminste 1 keer per jaar wordt geactualiseerd en in ieder geval voorafgaand aan stap 2 als bedoeld in de tabel van artikel 4, vierde lid;
c. maakt een planning voor de in artikel 4 opgenomen stappen en houdt deze actueel tijdens de uitvoering van het project Duurzame Polder.
Artikel 6 Actie en inzet EZK en Provincie Noord-Brabant: RCR en PCR
1. EZK heeft twee RCR-meldingen ontvangen voor het inpassen van twee windparken van meer dan 100 MW in het Duurzame Polder Gebied van twee verschillende initiatiefnemers. EZK spant zich in om binnen een termijn van twee maanden na inwerkingtreding van deze bestuursovereenkomst met toepassing van artikel 9b, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 de RCR buiten toepassing te verklaren met inachtneming van de daarvoor geldende voorwaarden en onder verwijzing naar artikel 2 en artikel 3 van deze bestuursovereenkomst.
2. Indien een initiatiefnemer een PCR-melding doet bij de provincie Noord-Brabant besluiten GS van Noord-Brabant om de PCR, na instemming van de gemeenteraden van
‘s-Hertogenbosch en Oss, niet van toepassing te verklaren onder verwijzing naar artikel 2 en artikel 3 van deze bestuursovereenkomst en, indien de Omgevingswet in werking is getreden, met inachtneming van de daartoe strekkende bepalingen van artikel 9c, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 (gewijzigd op grond van artikel 2.7, onderdeel A, van de Invoeringswet Omgevingswet) en onder het voorbehoud dat dit niet strijdig is met enige publiekrechtelijke verplichting.
Artikel 7 Inzet EZK voor de realisatie van het doel van de bestuursovereenkomst
1. EZK is bereid om -indien nodig- een actieve en bemiddelende rol te vervullen bij overleg tussen de Gemeenten, tussen de Gemeenten en GS van Noord-Brabant en tussen de Gemeenten (en GS van Noord-Brabant) en andere ministeries of rijksorganisaties teneinde strijdigheid met overige belangen van het Rijk te voorkomen.
2. De potentiële effecten van windturbines voor de luchtmacht kunnen knelpunten opleveren (zijnde mogelijke radarverstoring en de aanwezigheid van laagvliegroutes in het projectgebied) die vragen om afstemming met het ministerie van Defensie. XXX zal zich nadrukkelijk inspannen om met het ministerie van Defensie te zoeken naar oplossingen voor deze mogelijke knelpunten. Partijen realiseren zich dat er bij radarverstoring een wettelijke procedure gevolgd moet worden op basis waarvan de minister van Defensie de aanvaardbaarheid van verstoring beoordeeld na het uitvoeren van een radarverstoringstoets door TNO.
3. Partijen realiseren zich dat door netschaarste de aansluiting op het elektriciteitsnet mogelijk een knelpunt vormt voor de tijdige realisatie. Hierbij zijn zowel de regionale netbeheerder (ENEXIS) als de landelijke netbeheerder van het hoogspanningsnet (TENNET) betrokken. EZK zal zich op landelijk niveau inspannen om de tijdige aansluiting van de windturbines en zonnevelden in het Duurzame Polder Gebied te bevorderen. Dit laat onverlet de rol die de Gemeenten vervullen voor de ruimtelijke inpassing bedoeld in artikel 5.
4. EZK spant zich in om de Gemeenten te ondersteunen met kennis en ervaring op bijvoorbeeld het gebied van het proces van planvorming en besluitvorming.
6
Artikel 8 Inzet GS van Noord-Brabant voor de realisatie van het doel van de bestuursovereenkomst
1. In het kader van de in artikel 7, derde lid,genoemde netschaarste spant GS van Noord-Brabant zich in om, mede in het kader van zijn rol in de programmering van de totale RES-opgave in het provinciale grondgebied, de tijdige aansluiting van de windturbines en zonnevelden in het Duurzame Polder Gebied te bevorderen. Dit laat onverlet de rol die de Gemeenten vervullen voor de ruimtelijke inpassing bedoeld in artikel 5.
2. Indien uit het MER blijkt dat het uiteindelijke voorkeursalternatief negatieve effecten heeft op natuur, waaronder weide- en akkervogels, gaan de Gemeenten en GS van Noord-Brabant samen op zoek naar mogelijkheden om deze effecten te mitigeren voor zover dat op grond van natuurbeschermingswetgeving verplicht is. Dit wordt betrokken binnen de processtappen zoals uitgewerkt in de tabel van artikel 4, vierde lid.
3. Indien mitigatie niet mogelijk is, treden de Gemeenten en GS van Noord-Brabant in overleg met de potentiële ontwikkelaar(s) om te bezien hoe de negatieve effecten op de natuurdoelen kunnen worden gecompenseerd. GS van Noord-Brabant vervult als bevoegd gezag inzake de Wet natuurbescherming, respectievelijk de Omgevingswet, een constructieve rol. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
a. de kosten voor (natuur)compensatie voor het project Duurzame Polder die volgen uit toepassing van de Wet natuurbescherming, respectievelijk de Omgevingswet, de Provinciale Omgevingsverordening of de gemeentelijke omgevingsplannen, komen primair voor rekening van de ontwikkelaar(s); hetgeen wordt vastgelegd in een overeenkomst tussen de betreffende ontwikkelaar(s) en de Gemeenten;
b. eventuele (natuur)compensatie voor het project Duurzame Polder heeft plaats op het grondgebied van die gemeente waar de hernieuwbare elektriciteit wordt opgewekt en waarbij de betreffende Gemeente dit borgt in het omgevingsplan, voor zover dat nodig is omdat de (natuur)compensatie niet past binnen het geldende omgevingsplan. Mocht dit niet mogelijk zijn dan wordt in de stuurgroep, bedoeld in artikel 5, vijfde lid, overleg gevoerd om tot een oplossing te komen.
4. GS van Noord-Brabant spant zich in om de Gemeenten te ondersteunen met kennis en ervaring op bijvoorbeeld het gebied van het proces van planvorming en besluitvorming.
Artikel 9 Kosten en financiering project Duurzame Polder
1. Partijen gaan ervan uit dat de voorbereidingskosten van de ruimtelijke besluitvormingsprocedures en/of omgevingsrechtelijke procedures zoals gebruikelijk op de uiteindelijke ontwikkelaar(s) verhaald worden. De Gemeenten spannen zich in om deze kosten voor zover mogelijk daadwerkelijk te verhalen op ontwikkelaars van het project Duurzame Polder.
2. In het kader van de financiering van de voorbereidingskosten zijn de beide Gemeenten en GS van Noord-Brabant elk bereid om in 2021 een bedrag van € 250.000 (in totaal dus € 750.000) ter beschikking te stellen als bijdrage aan de voorfinanciering van deze voorbereidingskosten.
3. GS van Noord-Brabant is daarnaast bereid om de voorbereidingskosten tot en met stap 5 (zie artikel 3.4) voor te financieren, in afwachting van het kostenverhaal bij de ontwikkelaars. De provinciale voorfinanciering in het project bedraagt maximaal € 2.000.000. Vanaf stap 6 (zie artikel 3.4) dienen voorbereidingskosten opnieuw geraamd te worden en moeten er nieuwe afspraken gemaakt worden over een eventuele aanvullende financiering. Indien en voor zover in het kader van de uitvoering van de onderhavige overeenkomst aanvullende budgetten nodig zijn van de Gemeenten, zullen de colleges van burgemeesters en wethouders een daartoe strekkend voorstel voorleggen aan de respectievelijke gemeenteraden.
7
4. EZK is in het kader van een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering bereid om aan de gemeenten ’s-Hertogenbosch en Oss ieder een bijdrage van
€ 125.000 aan de algemene middelen beschikbaar te stellen waarvoor volledige beleids- en bestedingsvrijheid geldt. Daartoe zal EZK zich, in afstemming met de ministers van BZK en Financiën ervoor inspannen dat een decentralisatie-uitkering dan wel een verzameluitkering als bedoeld in de Financiële-verhoudingswet kan worden verstrekt. Indien dit de hiervoor vereiste toets van de ministers van BZK en Financiën niet kan doorstaan, zal EZK aan de gemeenten ’s- Hertogenbosch en Oss een eenmalige specifieke uitkering verstrekken met de daarbij horende voorwaarden.
5. Voor zover geen kostenverhaal kan plaatsvinden, worden de gemaakte kosten, onder aftrek van de in het vijfde lid bedoelde bijdrage van € 250.000 van EZK, gelijkelijk verdeeld tussen de gemeenten ’s-Hertogenbosch en Oss en de provincie Noord-Brabant. EZK neemt niet deel in kostenverdeling.
6. Indien slechts een deel van de totale voorbereidingskosten verhaald kan worden op de ontwikkelaars zullen de resterende kosten, onder aftrek van de in het vijfde lid bedoelde bijdrage van € 250.000 van EZK, gelijkelijk worden verdeeld tussen de gemeenten ’s-Hertogenbosch en Oss en de provincie Noord-Brabant.
7. De in het derde tot en met zevende lid bedoelde budgetten zijn gebaseerd op de extern te maken kosten van de in het tweede lid bedoelde raming. De (voorfinancierings)kosten van de ambtelijke inzet komen (aanvullend) voor rekening van de desbetreffende Partij.
Artikel 10 Monitoring voortgang en escalatie
1. De voortgang van het project Duurzame Polder wordt besproken in de stuurgroep zoals genoemd in artikel 5, vijfde lid. Het streven is om dit overleg ten minste tweemaal per jaar plaats te laten vinden.
2. Indien in genoemde stuurgroep wordt geconcludeerd dat de voortgang van het project Duurzame Polder onvoldoende is, zullen de Gemeenten gezamenlijke passende maatregelen nemen om alsnog aan de planning van het project te voldoen met het oog op het doel van deze bestuursovereenkomst.
3. De Gemeenten zullen met het oog op artikel 10, eerste lid, twee keer per jaar een voortgangsrapport opstellen en voorleggen aan GS van Noord-Brabant.
4. Indien GS van Noord-Brabant op grond van het voortgangsrapport van mening is dat, ondanks zorgvuldige monitoring van de voortgang, de realisatie van het doel van de bestuursovereenkomst bedoeld in artikel 2 verhinderd wordt of de inspanningen van de Gemeenten bedoeld in artikel 5 onvoldoende zijn om dat doel te realiseren, zal dit door de Gemeenten en GS van Noord-Brabant in de stuurgroep, bedoeld in artikel 5, vijfde lid, worden besproken. De leden van de stuurgroep spannen zich in om tot oplossingen te komen. Indien de oplossingen door GS van Noord-Brabant onvoldoende worden geacht, kunnen zij besluiten om in afwijking van artikel 6, tweede lid, de PCR van toepassing te verklaren.
Artikel 11 Bijlagen
1. Bij deze bestuursovereenkomst zijn de volgende bijlagen gevoegd:
bijlage A: Begrenzing van het Duurzame Polder Gebied behorend bij artikel 1;
bijlage B: Raadsbesluiten naar aanleiding van de Verkenningsfase behorend bij artikel 3; bijlage C: Statenmededeling naar aanleiding van de Verkenningsfase behorend bij artikel 3; bijlage D: Uitwerking projectorganisatie behorend bij artikel 5.
8
2. Bijlagen A tot en met C maken onlosmakelijk deel uit van de bestuursovereenkomst. Bijlage D is van belang voor de uitvoering van deze bestuursovereenkomst en moet kunnen worden aangepast in de loop van die uitvoering voor zover dit strookt met het doel van de bestuursovereenkomst bedoeld in artikel 2.
Artikel 12 Unierecht
1. De afspraken van deze bestuursovereenkomst worden in overeenstemming met het Unierecht uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, staatssteun en technische normen en voorschriften.
Artikel 13 Wijziging, geschilbeslechting en opzegging
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken deze bestuursovereenkomst te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen. De wijzigingen worden zo spoedig mogelijk na de schriftelijke instemming van alle Partijen opgenomen in een addendum dat aan deze bestuursovereenkomst wordt gehecht.
2. Indien Partijen een geschil hebben over hetgeen is overeengekomen in deze bestuursovereenkomst, treden zij in overleg om te bezien of in der minne een oplossing van het geschil kan worden gevonden. Indien het minnelijk overleg niet binnen twee maanden leidt tot een oplossing van het geschil kunnen Partijen desgewenst een onafhankelijke derde aanwijzen om een oplossing te vinden. Indien Partijen hun geschil niet kunnen oplossen, kunnen zij deze bestuursovereenkomst beëindigen.
3. Elke Partij kan deze bestuursovereenkomst opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat deze bestuursovereenkomst billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging wordt gedaan door een schriftelijke mededeling aan de overige Partijen. De mededeling vermeldt de verandering in omstandigheden. Wanneer een Partij deze bestuursovereenkomst opzegt, beraden de overige Partijen zich over de gevolgen daarvan voor de bestuursovereenkomst. Een opzegging als bedoeld in dit lid geschiedt niet eerder dan nadat daarover overleg door Partijen heeft plaatsgevonden.
4. In geval van beëindiging of opzegging als bedoeld in het tweede of derde lid is de uittredende Partij gehouden tot nakoming van de op dat moment reeds aangegane financiële verplichtingen.
5. Deze bestuursovereenkomst is niet in rechte afdwingbaar.
Artikel 14 Inwerkingtreding en publicatie
1. Deze bestuursovereenkomst kan worden ondertekend door Partijen in verschillende exemplaren, die samengevoegd hetzelfde rechtsgevolg hebben alsof deze bestuursovereenkomst is ondertekend door alle Partijen in één exemplaar.
2. Deze bestuursovereenkomst treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en heeft een looptijd tot 1 januari 2025 of eerder indien op dat moment de benodigde vergunningen bedoeld in artikel 2, eerste lid, zijn verleend.
3. Indien op 1 januari 2025 de vergunningen nog niet zijn verleend, kunnen Partijen in samenspraak besluiten om de looptijd van deze bestuursovereenkomst te verlengen.
4. Deze bestuursovereenkomst wordt gepubliceerd in de Staatscourant en op de websites van Partijen.
Aldus overeengekomen,
9
Bestuursovereenkomst Project De Duurzame Polder
de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, namens deze:
mevrouw E.W.E. Pijs
directeur Warmte en Ondergrond
Datum:
Plaats:
10
Bestuursovereenkomst Project De Duurzame Polder
Gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant, namens deze:
mevrouw M.J.G. Spierings Gedeputeerde
Datum:
Plaats:
11
Bestuursovereenkomst Project De Duurzame Polder
Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente ’s-Hertogenbosch, namens deze:
de heer X. xxx xxx Xxxx Wethouder
Datum:
Plaats:
12
Bestuursovereenkomst Project De Duurzame Polder
Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Oss, namens deze:
de heer X.X.X.X.X. xxx xxx Xxxxxx Wethouder
Datum:
Plaats:
13
Bijlage A: Begrenzing van het gebied Duurzame Polder
Het projectgebied van de Duurzame Polder bevindt zich tussen Rosmalen, Nuland, Geffen, Oss, Lith en Maren-Kessel. Globaal strekt het gebied zich uit van de bebouwde kern van Rosmalen in het westen naar die van Oss in het oosten en de Maas in het noorden naar de Kruisstraat, Heeseind en de spoorlijn in het zuiden. De bebouwde kernen van Lith, Lithoijen, Maren-Kessel en het Wild liggen binnen de grenzen van het verkenningsgebied, maar zijn buiten beschouwing gelaten als het gaat om de opwekking van duurzame energie. Ook de stedelijke uitbreidingsgebieden van Oss en Rosmalen worden buiten beschouwing gelaten. In het projectgebied ligt een zoekgebied voor windmolens zoals door beide gemeenteraden vastgesteld (zie bijlage B – raadsvoorstellen)
Bijlage B1: Raadsbesluiten ‘s-Hertogenbosch naar aanleiding van Verkenningsfase
Bijlage B2: Raadsbesluit Oss naar aanleiding van Verkenningsfase
Bijlage C: Statenmededeling Provincie Noord-Brabant
Bijlage D: Uitwerking projectorganisatie
1. De invulling en het functioneren van de projectorganisatie is een verantwoordelijkheid van beide gemeenten.
2. De gedelegeerd bestuurlijk opdrachtgever is het aanspreekpunt voor de projectmanager.
3. De projectorganisatie wordt aangestuurd door een onafhankelijke externe projectmanager die een team formeert waarin ook ervaren capaciteit is opgenomen voor invulling van projectondersteuning, communicatie, participatie en omgevingsmanagement en aangevuld met twee interne liaisons (één per gemeente).
4. De projectmanager is eindverantwoordelijk voor het op te leveren projectresultaat en ontvangt een bepaald mandaat waarbinnen deze zijn/haar rol kan vervullen. Dit mandaat is ontleend aan de opdracht en wordt beschreven in het plan van aanpak. Het op te leveren projectresultaat, en mogelijk ook het mandaat, is per fase verschillend.
5. De projectorganisatie raadpleegt deskundigen vanuit de (gemeentelijke) organisaties. De (gemeentelijke) organisaties zijn gehouden deze deskundigheid uit eigen gelederen te leveren of zo nodig deze deskundigheid in te huren op eigen kosten. De inrichting gebeurt op basis van de afspraken in het plan van aanpak. Waar gewenst kan aan de provincie kennis en expertise gevraagd worden.
6. De projectmanager is het eerste aanspreekpunt voor het project. De projectmanager legt het plan van aanpak voor en legt vervolgens verantwoording af over de voortgang van het project aan het bestuurlijk overleg en de ambtelijk opdrachtgevers van de gemeenten.
7. In het bestuurlijk overleg hebben de verantwoordelijk wethouders van beide gemeenten zitting alsmede de verantwoordelijk gedeputeerde van de provincie. Zij laten zich in het overleg bijstaan door een gedelegeerd opdrachtgever. De aangewezen vertegenwoordiger van het ministerie van EZK is agenda-lid van dit overleg en kan op (eigen) verzoek aansluiten.
8. In het ambtelijk opdrachtgeversoverleg nemen beide ambtelijk opdrachtgevers van de gemeenten zitting. De provincie is agenda-lid van dit overleg en kan op (eigen) verzoek bij dit overleg aansluiten.
9. De ambtelijk opdrachtgever van de beide gemeentelijke organisaties wijzen vanuit hun organisaties een liaison aan. De liaison heeft (samen met de ambtelijk opdrachtgever) een verbindende functie richting de eigen gemeentelijke organisatie. Dit wordt verder uitgewerkt in het plan van aanpak.
10. Voor de uitvoering van het ontwerpend onderzoek, het opstellen van een NRD, het planMER traject (incl. VKA) en mogelijk ook het project MER traject worden externe adviesbureaus ingehuurd.
11. Het eerste aanspreekpunt bij escalaties als het gaat om inhoudelijke en proces -gerelateerde vragen binnen het plan van aanpak zijn beide ambtelijke opdrachtgevers. Indien hier geen consensus wordt bereikt, wordt het zo spoedig mogelijk voorgelegd aan het bestuurlijk overleg. Dit om vertraging van de voortgang zoveel als mogelijk te voorkomen.
12. Gemeente Oss is de juridische partij, die de contracten met derden aangaat en die ter verrekening van kosten tussen partijen een financiële administratie voert. Deze gemeente is daarmee formeel opdrachtgever voor de aangegane contracten. Financiële verplichtingen met derden moeten ten alle tijden aan de voorkant door beide gemeenten worden goedgekeurd.