Partijen:
B-117
Green Deal van de KvK – Noord-Nederland met de Rijksoverheid
Partijen:
1. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de heer drs. M.J.M. Verhagen en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, de heer X. X. Xxxxx, ieder handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, samen hierna te noemen: Rijksoverheid;
2. Kamer van Koophandel – Noord-Nederland, vertegenwoordigd door drs. E.M. Xxxxxx, algemeen directeur, hierna te noemen: KVK Noord-Nederland;
Hierna samen te noemen: Partijen;
Algemene overwegingen:
1. Het kabinet beoogt een algemene Green Deal met de samenleving, die bijdraagt aan verduurzaming van de maatschappij op korte en langere termijn en die lonend is voor overheid en maatschappij. Doel van de Green Deal is laten zien dat groen en groei hand in hand gaan.
2. Partijen zien publiekprivate samenwerking als de beste manier om verduurzaming van de Nederlandse economie te versnellen en hier ook economisch van te profiteren. Deze unieke gezamenlijke aanpak is in Nederland op andere terreinen zeer succesvol en de Green Deal zal hierop voortbouwen. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn onmisbaar om deze verduurzaming mogelijk te maken.
3. Bij de Green Deal gaat het om concrete duurzame initiatieven, waarbij barrières verdwijnen, innovaties ontwikkeld, gefinancierd en toegepast worden en duurzame kansen worden benut. In de praktijk loopt de maatschappij tegen belemmeringen aan die in de weg staan aan initiatieven die leiden tot een verdere verduurzaming.
4. In de Green Deal willen partijen concrete afspraken maken die deze belemmeringen wegnemen, zodat de initiatieven die anders moeilijk van de grond komen ruim baan krijgen. Deze initiatieven kunnen vervolgens ook als voorbeeldfunctie dienen voor andere partijen en daarmee de totale markt in beweging zetten.
5. De voor de Green Deal geïnventariseerde projecten van initiatiefnemers zijn door het wegnemen van de beschreven belemmeringen potentieel succesvol, kunnen op korte termijn resultaten opleveren en kunnen uitmonden in nieuwe economische activiteiten of kostenbesparingen op korte of langere termijn voor het bedrijfsleven. De resultaten van een concrete Green Deal kunnen daarna toepasselijk zijn op andere, vergelijkbare projecten, waardoor de reikwijdte van de Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen Green Deal van KvK Noord-Nederland met de Rijksoverheid:
Biobased Economy
De biobased economy is een economie die voor zijn energie en materialen niet meer afhankelijk is van fossiele brandstoffen, maar van groene grondstoffen. We staan aan de vooravond van een transitie waarbij alle sectoren van de samenleving betrokken zijn. In de samenleving vinden we reeds vele initiatieven die inzetten op de transitie en materialen en energie produceren op een groene, biobased manier. Door over bestaande grenzen heen te kijken, ontstaat nieuwe bedrijvigheid en optimale oplossingen voor de biobased economy.
In een biobased economy zullen nieuwe ketens ontstaan. Ketens tussen sectoren die op dit moment elkaar nog weinig raken, bijvoorbeeld agro, energie, chemie en papier. Het is voor ondernemers zoeken naar slimme routes voor biomassa, aan de hand van het cascadeprincipe. Dit betekent het intelligent gebruiken van de aanwezige functionaliteit in de biomassa.
Waarom heeft deze biobased deal een voorbeeldfunctie?
- Innovatief: de projecten dragen bij aan een verdere ontwikkeling van een biobased economy waarbij biomassa op een slimme manier toegepast wordt. Slim in die zin dat biomassa in zijn geheel gebruikt wordt voor een cascade aan producten: bio-energie, -brandstoffen, materialen zoals plastics/verf en voor voedsel.
- Duurzaam: in een biobased economy worden kringlopen gesloten. Door de ontwikkeling van bioraffinagetechnologie kunnen de waardevolle onderdelen van de biomassa ‘op de markt gebracht worden’ en de mineralen terug gebracht worden naar ‘het veld’.
- Intersectoraal: er zijn partijen uit diverse topsectoren betrokken, agro, chemie, papier en karton, energie, logistiek en andere relevante sectoren.
- Versnelling: de projecten hebben een potentieel vliegwieleffect waardoor de biobased innovatie versneld wordt
Komen het volgende overeen:
1. Green Deal Initiatief
De ontwikkeling van nieuwe biobased producten, processen en concepten vindt plaats in een productieomgeving die gereguleerd wordt op basis van bestaande regelgeving. Vergroening van de economie vraagt om nieuwe toepassingsmogelijkheden, waar de productieomstandigheden op toegesneden moeten worden.
Recente onderzoeken geven aan dat de groei van de bio-based economy belemmeringen ondervindt vanuit de regelgeving, waardoor dit ontwikkelingsproces onder sub-optimale omstandigheden plaatsvindt en investeringen gehinderd worden.
Genoemd kunnen worden:
- De bio-based economy in Noord-Nederland. Chemie ontmoet xxxx. (NOM, dec. 2011)
- Botsende belangen in de bio-based economy. Een inventarisatie en een analyse van de belemmeringen in de transitie naar ee bio-based economy. (SIRA, nov. 2011)
- Een punt op de horizon. Aanzet voor een intersectoraal Businessplan Bio-based Economy. (Werkgroep Businessplan Bio-based Economy, juni 2011)
- Een verkenning van de (juridische) belemmeringen in de ontwikkeling van de bio-based economy in Nederland. (KNN/Pro Facto, juli 2011)
Voorbeelden van belemmeringen zijn o.a.:
- biogas wordt niet altijd als duurzaam beschouwd en als zodanig gereguleerd
- organische resstromen (biomassa) vallen onder afvalregelgeving
- co-vergisting stuit op belemmeringen in ruimtelijke ordening-regelgeving
- onduidelijkheid in bestemmingsplannen over bio-based economy-activiteiten
- onduidelijkheid of bio-wkk een industriële of agrarische activiteit is
- afvalstoffen- en meststoffenregelgeving conflicteren bij vergisten
- de regeling voor benutting van digestaat is ongunstig door typering als dierlijke mest
- toepassing van ‘groene’ bouwmaterialen in relatie tot bouwvoorschriften
Om tot versterking van de groei van de bio-based economy in Noord-Nederland te komen, moeten geconstateerde belemmeringen vanuit de regelgeving waar mogelijk opgeheven worden. Hierdoor kunnen technologische en economische factoren leidend worden t.a.v. het realiseren van nieuwe producten en processen in de bio-based economy. De belemmeringen kunnen verminderd of opgeheven worden door afschaffing, aanpassing en vernieuwing van regelgeving in een regio, toegesneden op specifieke proces-en productontwikkelingen in de bio-based economy. Vervolgens kan dit uitgebreid worden naar andere gebieden.
Voor de aanpak om belemmeringen in de regelgeving te verminderen kan gebruik gemaakt worden van de experimenteerfaciliteit ‘Van regels naar ruimte, een format voor tijdelijk afwijken van knellende regels’. Dit instrument is in 2011 ontwikkeld in het kader het kabinetsbeleid om de regeldruk voor het bedrijfsleven te verminderen. Dit biedt de mogelijkheid om te experimenteren met zones waarin regelgeving aangepast wordt, indien alternatieven aangedragen worden waardoor bestaande regels (tijdelijk) buiten spel gezet of bijgesteld kunnen worden. Langs deze weg kan doelgericht een aantal knelpunten voor de ontwikkeling van de bio-based economy aangepakt worden.
Het onderzoek dat de KVK Noord-Nederland wil uitvoeren richt zich op het wegnemen van belemmeringen in de regelgeving t.a.v. de ontwikkeling van de bio-based economy in Noord-Nederland in de regio Eemsdelta – Oldambt - Veenkoloniën, door gebruik te maken van het instrument experimenteerzone en het ontwikkelen van uitgewerkte voorstellen om tot aanpassing van relevante regelgeving te komen. De KvK Noord-Nederland zal zich inspannen voor bevordering van implementatie van de voorstellen door de betrokken overheden.
Het project is ingedeeld in 3 fasen. Deze zullen tijdsvolgordelijk worden uitgevoerd. Een opdrachtverlening voor het project kan plaatsvinden zodra de financiering rond is. Verwacht wordt dat in september 2012 met het project gestart kan worden. De 1e fase dient dan in december 2012 afgerond te zijn. De uitwerking van de 2e fase zal in de eerste helft van 2013 kunnen plaatsvinden. De uitvoering van het implementatietraject zal kunnen starten in het voorjaar van 2013.
Artikel 1 Inzet en acties KVK Noord-Nederland
a. In de 1e fase wordt via een verkennend onderzoek de relevante regelgeving (locaal, regionaal, landelijk) in de regio onderzocht. Hierbij wordt gekeken naar initiatieven en activiteiten van bedrijven in de
bio-based economy in de sectoren energie, agro-economie, chemie en/of bouw en wordt vastgesteld welke belemmeringen optreden en wat hiervan de economische effecten zijn. In dit onderzoek zal vastgesteld worden welke bedrijven in de genoemde sectoren concrete belemmeringen ondervinden en welke economische voordelen kunnen ontstaan door opheffing van deze knelpunten.
b. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de Hogeschool Xxx Xxxx Xxxxxxxxxx (Lectoraat Biobased Economy) i.s.m. de Rijksuniversiteit Groningen (faculteit Economie) en. Er zullen geen onderzoeken overgedaan worden. Op basis van deze verkenning wordt een selectie gemaakt van specifiek te wijzigen regels m.b.t. geconstateerde knelpunten t.a.v. bedrijfseconomische ontwikkelingen.
c. Op basis van dit onderzoek worden in de 2e fase analyses gemaakt van oplossingsmogelijkheden door afschaffing of aanpassing van regels. Hierbij zal het instrument ‘right to challenge’ gebruikt worden om afschaffing van bepaalde regels voor te stellen en zullen wijzigingen van regels geformuleerd worden om deze in de experimenteerzone toe te passen, gericht op het opheffen van specifieke knelpunten.
d. Het onderzoek en de analyse bieden concreet implementeerbare regels, welke aan de betrokken overheden voorgelegd worden. Er zal ingezet worden in de 3e fase op het bevordering van realisatie van afschaffing of aanpassing van regels. Hiervoor zullen implementatietrajecten ontwikkeld worden, teneinde tot daadwerkelijke invulling van aanpassing van regels te komen. Hierdoor kunnen overheden waarvan de betreffende regelgeving afkomstig is knelpunten in de ontwikkeling van de
bio-based economy wegnemen.
e. De KvK Noord-Nederland zal zich inspannen om een experimenteerzone in een bepaalde regio nader uit te werken. Op grond van de projectoriëntatie en gesprekken met meerdere partijen die hierin belanghebbend kunnen zijn, is er voor gekozen om een experimenteerzone uit te werken voor het gebied noordoost Groningen / zuidoost Drenthe, nader te benoemen als de regio Eemsdelta – Oldambt
– Veenkoloniën. Dit betreft de volgende gemeenten: Eemsmond, Delfzijl, Hoogezand, Oldambt, Veendam, Pekela, Stadskanaal, Vlagtwedde, Bellingwedde, Aa&Hunze, Borger-Odoorn, Emmen en Coevorden.
Artikel 2 Inzet en acties van de Rijksoverheid
De Rijksoverheid onderkent het belang van dit initiatief voor de transitie naar de biobased economy.
De Rijksoverheid is geïnteresseerd in de uitkomsten van fase 1 en 2 (verkennend onderzoek en analyse) en is bereid in fase 3 constructief en creatief mee te denken hoe en op welke wijze, binnen de grenzen die het project ‘ruimte voor regels’ stelt en gelet op andere relevante wet- en regelgeving,eventuele belemmeringen kunnen worden weggenomen, met name in de experimenteerzone.
De project kan als voorbeeldproject worden geplaatst op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx.
2. Slotbepalingen
Artikel 3
De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het Unierecht worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, staatssteun en technische normen en voorschriften.
Artikel 4
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen 6 weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
4. De wijziging wordt openbaar gemaakt op het Rijksweb.
Artikel 5
Partijen komen overeen dat de Green Deal afspraken niet in rechte afdwingbaar zijn.
Artikel 6
Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en loopt tot en met 2015. Alle in deze Green Deal genoemde afspraken worden zo snel mogelijk ter hand genomen.
Artikel 7
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te ’s-Gravenhage op
Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
......................................................................
drs. M.J.M. Verhagen
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
......................................................................
X.X. Xxxxx
Kamer van Koophandel – Noord-Nederland
......................................................................
drs. E.M. Xxxxxx algemeen directeur