Autoriteit Consument en Markt Directie Juridische Zaken Postbus 16326
Autoriteit Consument en Markt Directie Juridische Zaken Xxxxxxx 00000
0000 XX XXX XXXX
Uw kenmerk | ACM/UIT/498295/zaaknummer ACM/18/032391 |
Behandeld door | |
Telefoon | |
Datum | 4 december 2018 |
Onderwerp | Zienswijze Ontwerpbesluit tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in 31, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 in verband met het voor het o.g.v. artikel 18 van de Verordening (EU) 2017/2195 van de Commissie van 23 november 2017 tot vaststelling van richtsnoeren voor elektriciteitsbalancering |
Geachte heer/mevrouw,
Op 26 oktober 2018 heeft u het Ontwerpbesluit tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in 31, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 in verband met het voor het o.g.v. artikel 18 van de Verordening (EU) 2017/2195 van de Commissie van 23 november 2017 tot vaststelling van richtsnoeren voor elektriciteitsbalancering (hierna EBGL), verder te noemen het ontwerpbesluit. Belanghebbenden hebben tot en met 5 december 2018 de tijd om een zienswijze in te
dienen. Deze brief dient als zodanig aangemerkt te worden.
Energie-Nederland is op grond van haar statuten een belangenvereniging van energiebedrijven (producenten, leveranciers en handelaren) op de energiemarkt. Derhalve kan Energie-Nederland aangemerkt worden als representatieve organisatie van netgebruikers op de elektriciteitsmarkt. Op grond van artikel 82 Elektriciteitswet 1998 kan Energie-Nederland derhalve als belanghebbende worden aangemerkt. Bovendien blijkt uit vaste jurisprudentie, dat als uitgangspunt wordt genomen, dat een belangenorganisatie, die voor het belang van haar leden opkomt, daarmee opkomt voor een collectief belang, tenzij het tegendeel blijkt.
Energie-Nederland onderschrijft de doelstelling en het belang van de implementatie van de EBGL. Deze richtsnoeren moeten leiden tot een goed functionerende internationale onbalansmarkt, zodat flexibiliteit ook internationaal effectief kan worden uitgewisseld. Verder is de onbalansmarkt van groot belang voor de juiste prikkels in de markt: deze bepaalt immers de momentane waarde van energie die wordt gebruikt om onbalansen van balansverantwoordelijke partijen af te rekenen.
Bij goed werkende markt zijn een aantal zaken belangrijk, waaronder een gelijk speelveld voor alle partijen en maximale competitie. In deze zienswijze willen we vooral op deze twee aspecten ingaan.
In de praktijk merken de leden van Energie-Nederland dat de voorgestelde wijziging nog tot verschillende interpretaties leidt. We willen daarom enkele suggesties doen, met name rondom de definitie en rol van de BSP en de BRP. Het gaat ons hierbij om het waarborgen van het gelijke speelveld.
Daarnaast willen we ook graag ingaan op de mogelijkheid van vermogensbiedingen voor regelvermogen in één richting. Het mogelijk maken hiervan heeft positieve gevolgen voor de concurrentie in de markt, omdat meer flexibele middelen kunnen meedoen aan de markt.
Tot slot willen we nog wat meer algemene punten aandragen om het besluit te verbeteren.
Deze wijziging introduceert de rol van BSP in de code. Voor Energie-Nederland is het van groot belang dat deze rol met consistente rechten en plichten wordt gedefinieerd om een gelijk speelveld te waarborgen. Daarbij is het leidende principe dat elke partij die een energiepositie op het elektriciteitssysteem heeft, daarvoor balansverantwoordelijk is. Daarbij geldt dat de primaire balansverantwoordelijkheid op een aansluiting/allocatiepunt ligt bij de aangeslotene.
Deze heeft de plicht om deze balansverantwoordelijkheid op een consistente manier te regelen met partijen die hem services verlenen op zijn aansluiting. Hieronder lichten wij dit toe bij de relevante artikelen.
Netcode elektriciteit Artikel 9.19
De BSP rol is hier verder nog niet als begrip genoemd en staat niet in de begrippencode elektriciteit. Het is daarom belangrijk bij deze taakomschrijving van de BSP te vermelden dat de aangeslotene ook de plicht heeft de balansverantwoordelijkheid van de BSP activiteiten te regelen met de BRP op het betreffende allocatiepunt/aansluiting.
Deze verplichting van de aangeslotene zou een voorwaarde in het contract van de BSP met de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, met een verplichting van de netbeheerder van de landelijk hoogspanningsnet om te controleren dat de aangeslotene consistente afspraken heeft gemaakt met de partijen die actief zijn op zijn aansluiting.
Artikel 10.37 lid 5
Naast de hier genoemde aspecten zou bij de verlening van de BSP erkenning ook moeten vastgesteld dat de balansverantwoordelijkheid op een consistente manier is geregeld.
Algemeen
De code regelt geen informatiestroom van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet naar de BRP als een BSP bieding wordt geactiveerd. Bij activering zou ook de BRP een direct een signaal moeten krijgen om zo zijn balansverantwoordelijkheid op een goed manier te kunnen uitvoeren.
ACM geeft in randnummer 5 van het ontwerpbesluit aan dat zij in haar besluit (nog) niet in gaat op de mogelijkheid tot symmetrische inkoop van balanceringscapaciteit voor op- en afregelen voor het product regelvermogen. Dit vanwege een verzoek tot vrijstelling van TenneT.
Energie-Nederland wil benadrukken dat asymmetrische inkoop (het apart kunnen aanbieden van opregel- en afregelvermogen) een belangrijke ontwikkeling is voor productie-installaties van duurzame energie (wind- en zonneparken). Het aandeel duurzaam in de elektriciteitsmarkt zal de komende jaren snel toenemen. Voor deze eenheden is asymmetrisch inkopen waardevol, omdat deze eenheden veel sneller vermogen kunnen afregelen dan conventionele eenheden en tegelijk meer moeite hebben om vermogen op te regelen. Daarnaast is het voor aanbieders eenvoudiger om een enkelzijdige portefeuille samen te stellen dan een tweezijdige. Het mogelijk maken van asymmetrisch inkopen kan zorgen voor een meer liquide markt en daarmee de totale capaciteitskosten helpen te reduceren. We vinden het daarom belangrijk dat asymmetrische inkoop (in de nabije toekomst) wel mogelijk gemaakt wordt. Dit naast de mogelijkheid van symmetrische inkoop.
2|3
Netcode elektriciteit Artikel 10.8.12
De ondergrens van 40 €/MWh is in het voortraject niet ter sprake gekomen. Wat is de argumentatie voor de hoogte van deze grens?
Artikel 10.36 lid1
De specificaties voor FCR staan niet in een bijlage, maar in de code wordt verwezen naar de GL SO, terwijl voor de andere producten wordt verwezen naar bijlage 8 tot en met 10. Worden de specificaties voor FCR bijlage 7 wanneer dit deel van de GL SO van kracht is of blijft dit een verwijzing naar de GL SO?
Bijlagen 8, 9 en 10
Hoe verhouden de specificaties in deze bijlagen zich tot de productinformatie die TenneT verspreidt bij tenders van de desbetreffende producten?
Begrippencode elektriciteit Artikel 1.1 lid 3 en 6
Hier wordt de BSP niet genoemd, terwijl deze toch communiceert met in elk geval de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.
Artikel 1.1
Zou er, naast een BRP register, ook niet een BSP register moeten worden gedefinieerd? Hier zouden bijvoorbeeld ook de relatie met de betreffende BRP en eventuele aggregatie moeten worden geregistreerd.
Algemeen
Op diverse plekken worden oude, danwel de nieuwe namen van de balanceringsproducten gebruikt. Het is niet duidelijk of dat verschillen met zich meebrengt. Ter wille van de eenduidigheid stellen wij voor de internationale benamingen te gebruiken.
Het ontwerpbesluit is een waardevolle bijdrage aan het verder ontwikkelen van de (internationale) onbalansmarkt. Wij zien echter nog enkele verbeteringen die ingevoerd zouden moeten worden.
Uiteraard is Energie-Nederland bereid het een en ander nader toe te lichten. Met vriendelijke groet,
Directeur Energie-Nederland
3|3