hierna te noemen ‘het Pensioenfonds’ enerzijds; en
hierna te noemen ‘het Pensioenfonds’ enerzijds; en
1. Koninklijke HaskoningDHV Groep B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Amersfoort, te dezer zake vertegenwoordigd door haar lid van de Raad van Bestuur de heer X. xx Xxx;
2. HaskoningDHV Nederland B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Amersfoort, te dezer zake vertegenwoordigd door haar directeur, de xxxx X. xxx xxx Xxxxxx;
3. DHV NPC B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Utrecht, te dezer zake vertegenwoordigd door haar gevolmachtigde, de xxxx X. xxx xxx Xxxxxx;
Hierna, afzonderlijk of gezamenlijk, te noemen 'Aangesloten ondernemingen' anderzijds; hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘Partijen’;
NEMEN IN AANMERKING DAT:
a. de Werknemers van de Aangesloten ondernemingen pensioenaanspraken jegens het Pensioenfonds verwerven volgens de regels en voorwaarden zoals neergelegd in de statuten en het Pensioenreglement van het Pensioenfonds;
b. de Aangesloten ondernemingen het recht op deze aanspraken met de daarbij behorende voorwaarden hebben vastgelegd in een Pensioenovereenkomst met Werknemers van de Aangesloten ondernemingen;
c. de Aangesloten ondernemingen de uitvoering van deze Pensioenovereenkomst hebben opgedragen aan het Pensioenfonds;
d. het Pensioenfonds en de Aangesloten ondernemingen het recht op deze aanspraken met de daarbij behorende voorwaarden hebben vastgelegd in een Pensioenovereenkomst met Werknemers van de Aangesloten ondernemingen;
e. partijen in het licht van Richtlijn 271 van de Raad voor de Jaarverslaggeving hebben overlegd, ter gelegenheid waarvan de Aangesloten ondernemingen te kennen hebben gegeven in deze uitvoeringsovereenkomst tot uitdrukking te willen brengen dat hun verplichting jegens het Pensioenfonds uit hoofde van de pensioentoezegging is beperkt tot het jaarlijks voldoen van de overeengekomen premies en dat het actuariële risico alsmede het beleggingsrisico niet bij de Aangesloten ondernemingen ligt;
f. het Pensioenfonds met de voorwaarden genoemd onder e heeft ingestemd;
g. partijen conform artikel 23 van de Pensioenwet gehouden zijn de uitvoeringsovereenkomst schriftelijk vast te leggen;
h. deze overeenkomst onverlet laat de eigen verantwoordelijkheid die partijen hebben ten_aanzien van de inhoud, uitvoering en financiering van de Pensioenovereenkomst en dat partijen die eigen verantwoordelijkheid respecteren;
UITVOERINGSOVEREENKOMST
ONDERGETEKENDEN:
De Stichting Pensioenfonds HaskoningDHV, gevestigd en kantoorhoudende te Amersfoort te dezer zake vertegenwoordigd door haar bestuursleden, mevrouw E.W. Galesloot en de xxxx X. Xxxxxxxxx;
EN VERKLAREN HET NAVOLGENDE TE ZIJN OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1 Definities
Aangesloten ondernemingen
Koninklijke HaskoningDHV Groep B.V., HaskoningDHV Nederland B.V. en DHV NPC B.V., evenals hun rechtsvoorgangers;
ABTN
In de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) zijn onder meer de financiële opzet van het Pensioenfonds en de grondslagen waarop deze berust, gemotiveerd omschreven;
AVG
De Arbeidsvoorwaardengids (inclusief bijlagen) die in de arbeidsovereenkomst met Werknemers van de Aangesloten ondernemingen van toepassing is verklaard;
Deelnemer
De Werknemer die op grond van een Pensioenovereenkomst en een Pensioenreglement pensioenaanspraken verwerft jegens het Pensioenfonds;
DNB
De Nederlandsche Bank;
ECB Depositorente
De rente die de Europese Centrale Bank (ECB) vergoedt op tegoeden die banken bij de ECB aanhouden.
Financieel Toetsingskader (FTK)
Het FTK is het onderdeel van de Pensioenwet waarin de wettelijke financiële eisen aan pensioenfondsen zijn vastgelegd.
Gewezen deelnemer
De gewezen Werknemer door wie op grond van een Pensioenovereenkomst en een Pensioenreglement geen pensioen meer wordt verworven en die bij beëindiging van de deelneming een pensioenaanspraak heeft jegens het Pensioenfonds;
Pensioenfonds
Stichting Pensioenfonds HaskoningDHV;
Pensioengerechtigde
De persoon voor wie op grond van een Pensioenovereenkomst en een Pensioenreglement een pensioen is ingegaan en die pensioenrechten heeft verworven jegens het Pensioenfonds;
Hetgeen tussen de Aangesloten ondernemingen en de Werknemer is overeengekomenbetreffende pensioen;
Pensioenregeling
Verzamelnaam voor de afspraken voortvloeiend uit de pensioenovereenkoms,t de uitvoeringsovereenkomst en het Pensioenreglement;
Pensioenreglement
Reglement waarin zijn vastgelegd de rechten en verplichtingen van Deelnemers, Gewezen deelnemers en Pensioengerechtigden zoals deze voortvloeien uit de Pensioenovereenkomst en/of de uitvoeringsovereenkomst;
Pensioenwet
In de Pensioenwet wordt beschreven wat de taken en verantwoordelijkheden in relatie tot pensioen zijn van werkgever, Werknemer en pensioenuitvoerder;
Werknemer
De persoon die op grond van een arbeidsovereenkoms,twaarop de AVG van toepassing is verklaard, in dienst is bij een van de Aangesloten ondernemingen.
Artikel 2
Rechten en verplichtingen
1. De Aangesloten ondernemingen nemen alle verplichtingen op zich die uit de Pensioenovereenkomst en de Pensioenreglementen van het Pensioenfonds voor de Aangesloten ondernemingen voortvloeien, met inachtneming van het in deze overeenkomst bepaalde.
2. Het Pensioenfonds verplicht zich tot getrouwe naleving van de geldende statuten en Pensioenreglementen van het Pensioenfonds, met inachtneming van het in deze overeenkomst bepaalde.
Artikel 3
Aanmelding en deelneming
1. Elke Werknemer die op of na 1 januari 2020 in dienst treedt van een Aangesloten onderneming zal door de betreffende onderneming bij het Pensioenfonds worden aangemeld.
2. Het Pensioenfonds is verplicht alle aangemelde Werknemers als Deelnemer in de Pensioenregeling toe te laten die in aanmerking komen, een en ander met inachtneming van de bepalingen van de statuten en het Pensioenreglement.
3. De Aangesloten ondernemingen zullen elke aanmelding van een nieuwe Deelnemer vergezeld doen gaan van de gegevens betreffende de Werknemer die het Pensioenfonds ter zake van de pensioentoekenning en het berekenen van de verschuldigde premie nodig acht en het Pensioenfonds gedurende het deelnemerschap van de Werknemer aan de Pensioenregeling op de hoogte stellen van alle wijzigingen, die in die gegevens mochten optreden. Bij het einde van het dienstverband van Werknemers die Deelnemer zijn, doen de Aangesloten ondernemingen hiervan onverwijld mededeling aan het Pensioenfonds. lndien de Aangesloten ondernemingen niet, niet juist, niet volledig of niet tijdig voldoen aan de in dit lid en in lid 1 van dit artikel genoemde verplichtingen, zijn zij aansprakelijk voor de door het Pensioenfonds geleden schade als gevolg van dit handelen of nalaten. De Aangesloten ondernemingen vrijwaren het Pensioenfonds voor vorderingen van (gewezen) Deelnemers, pensioengerechtigden dan wel hun nabestaanden (partner en/of kinderen zoals gedefinieerd in het Pensioenreglement) die stellen schade te hebben geleden door of verband houdende met dit handelen of nalaten.
4. Partijen hebben ter zake van de aanlevering van de in lid 3 van dit artikel genoemde gegevens en alle wijzigingen daarop een separate service level agreement afgesloten, waarvan de inhoud voor beide partijen bindend is en welke onlosmakelijk is verbonden met deze overeenkomst. Deze service level agreement is als bijlage 1 bij deze overeenkomst opgenomen.
Artikel 4
Bedrijfsovernames en fusies
1. In geval van bedrijfsovernames en/of fusies door de Aangesloten ondernemingen heeft het Pensioenfonds de bevoegdheid om op basis van de dan geldende omstandighedendesgevraagd te bepalen of, en zo ja, onder welke voorwaarden het bereid is om medewerking te verlenen aan collectieve waardeoverdracht ten behoeve van de betrokken Werknemers.
2. In geval van voorgenomen harmonisatie van Pensioenregelingen binnen de diverse Aangesloten ondernemingen, anders dan ten gevolge van fusie of overname, heeft het Pensioenfonds de bevoegdheid om desgevraagd op basis van de dan geldende omstandigheden te bepalen of, en zo ja, onder welke voorwaarden het bereid is om medewerking te verlenen aan collectieve waardeoverdracht ten behoeve van de betrokken Werknemers.
Artikel 5
Premie en premiebetaling
1. De door de Aangesloten ondernemingen aan het Pensioenfondsverschuldigde vaste premie bedraagt vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 in totaal 26,5 % (inclusief het Werknemersaandeel van 8,2 %) van de som van de pensioengrondslagen, zoals gedefinieerd in het Pensioenreglement, van de Deelnemers die voor de door het Pensioenfonds uitgevoerde Pensioenregeling in aanmerking komen.
2. De premie wordt aangewend volgens het in het Pensioenreglement bepaalde.
3. Het Pensioenfonds stelt in december van enig jaar vast of de premie toereikend is voor de volledige pensioenopbouw in het toekomstige jaar overeenkomstig het bepaalde in de ABTN van het Pensioenfonds. Mocht de premie in enig jaar niet toereikend zijn voor de volledige pensioenopbouw zal het Pensioenfonds het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen zodanig verlagen dat de premie overeenkomstig het bepaalde in de ABTN toereikend is. Het Pensioenfonds is verplicht de Aangesloten ondernemingen jaarlijks hierover te informeren.
4. Indien bij een onvoldoende financiële positie van het Pensioenfonds naar verwachting onvoldoende herstel van de dekkingsgraad optreedt, zullen de in het Pensioenreglement opgenomen bepalingen in werking treden. Het Pensioenfonds is verplicht de Aangesloten ondernemingen te informeren zodra het overweegt de genoemde bepalingen in te roepen.
5. De ingevolge lid 1 van dit artikel verschuldigde premie zal na het eind van iedere maand bij de Aangesloten ondernemingen in rekening worden gebracht. De Aangesloten ondernemingen zullen deze nota binnen 10 werkdagen dienen te voldoen, bij gebreke waarvan zij rente verschuldigd zullen zijn berekend naar de op dat moment geldende ECB-depositorente vermeerderd met een opslag van 1,25%, waarbij genoemde ECB- depositorente voor deze berekening nooit op minder dan 0,00% zal worden gesteld.
6. Indien de Aangesloten ondernemingen niet binnen de in lid 5 van dit artikel genoemde termijn de premie aan het Pensioenfonds voldoen, stelt het Pensioenfonds de Aangesloten ondernemingen schriftelijk in gebreke voor de voldoening van deze premie. Voor het geval de Aangesloten ondernemingen 4 weken na de ingebrekestelling de verschuldigde premie niet hebben voldaan, dan wel met het Pensioenfonds geen bindende afspraken over de voldoening van de premie op een termijn van maximaal 8 weken, lopende vanaf het moment van ingebrekestelling, hebben gemaakt, informeert het Pensioenfonds hierover de Deelnemers en de ondernemingsraad van de Aangesloten ondernemingen alsmede DNB schriftelijk, een en ander met in achtneming van wettelijke bepalingen en termijnen. Onmiddellijk na deze mededeling sommeert het Pensioenfonds de Aangesloten ondernemingen schriftelijk tot onmiddellijke voldoening van de openstaande premie, bij gebreke waarvan het Pensioenfonds deze premie via gerechtelijke weg zal innen.
7. Door betaling van de ingevolge lid 1 van dit artikel verschuldigde vaste premie voldoen de Aangesloten ondernemingen aan hun financiële verplichtingen uit hoofde van de Uitvoeringsovereenkomst. De Aangesloten ondernemingen kunnen niet door het Pensioenfonds worden verplicht tot betaling van hogere bijdragen en evenmin hebben zij recht op restituties van betalingen. Anders dan bepaald in artikel 6 hebben de Aangesloten ondernemingen gedurende de eerste vijf jaren van de looptijd van deze uitvoeringsovereenkomst niet het recht de hiervoor genoemde premie in enig jaar te verlagen.
8. Partijen zijn uitdrukkelijk overeengekomen dat de door het Pensioenfonds gelopen risico's niet voor rekening van de Aangesloten ondernemingen zijn. De Aangesloten ondernemingen zijn derhalve niet aansprakelijk voor vermogenstekorten van het Pensioenfonds en hebben geen aanspraak op eventuele vermogensoverschotten van het Pensioenfonds.
9. Behoudens voor zover anders bepaald in deze overeenkomst, is geen (financieel) verhaal op de Aangesloten ondernemingen mogelijk.
Artikel 6
Voorbehoud Aangesloten ondernemingen
1. De Aangesloten ondernemingen behouden zich het recht voor de premiebetaling, voor zover deze betrekking heeft op de bijdrage van de werkgever, te verminderen of te beëindigen in geval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden als bedoeld in artikel 12 van de Pensioenwet. Onder een ingrijpende wijziging van omstandigheden kan worden verstaan, dat:
a. het ouderdomspensioen, de arbeidsongeschiktheids-, partner- en/of wezen uitkeringen van overheidswege, dan wel de wetgeving met betrekking tot pensioenvoorzieningen, zodanig ingrijpend worden gewijzigd, dat een herziening of beëindiging van de Pensioenregeling, gezien de opzet daarvan, noodzakelijk is;
b. de Aangesloten ondernemingen verplicht worden het onder de Pensioenregeling vallende personeel of een gedeelte daarvan onder te brengen bij een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds;
c. de financiële positie van de Aangesloten ondernemingen de uitgaven ter zake van de Pensioenregelingenniet meer toelaten, hetgeen dient te worden ondersteund door een daartoe strekkend advies van een onafhankelijke registeraccountant, niet zijnde de controlerend accountant van (een van) de Aangesloten ondernemingen;
d. de Pensioenregelingen of onderdelen daarvan op aanwijzing van de Belastingdienst als bovenmatig dienen te worden aangemerkt.
De onder a tot en met d van dit artikel omschreven situaties, zijn niet bedoeld als limitatieve opsomming
2. Indien de Aangesloten ondernemingen voornemens zijn tot uitoefening van het in lid 1 van dit artikel omschreven recht over te gaan, zijn zij verplicht hieromtrent vooraf met het bestuur van het Pensioenfonds te overleggen.
3. Nadat de Aangesloten ondernemingen het besluit tot vermindering of beëindiging van hun bijdragen hebben genomen, delen zij het besluit onverwijld schriftelijk mede aan het Pensioenfonds, zulks onverminderd het bepaalde in het Pensioenreglement. Het Pensioenfonds zal in een zodanig geval onverwijld degenen wier pensioen of aanspraak op pensioen daardoor wordt getroffen, schriftelijk in kennis stellen van de daaraan verbonden gevolgen en de eventueel aan te brengen wijzigingen in het Pensioenreglement.
Artikel 7 Toeslagen
1. Jaarlijks per 1 april kunnen op grond van het Pensioenreglement de pensioenaanspraken en pensioenrechten worden verhoogd met een toeslag. De aan de Deelnemers, Gewezen deelnemers en Pensioengerechtigden te verlenen toeslagen zijn voorwaardelijk. Er is geen recht op toeslagen. De toeslagverlening wordt gefinancierd uit het beleggingsrendement. Het bestuur van het Pensioenfonds beslist jaarlijks of een toeslag wordt verleend, rekening houdend met de financiële positie van het Pensioenfonds, de bepalingen van het Pensioenreglement en het Financiële Toetsingskader. Als indexatie-ambitie zal voor de Deelnemers, Gewezen deelnemers en Pensioengerechtigden de prijsindex worden gehanteerd. Voor de prijsindex geldt de CPI Alle Bestedingen Afgeleid over de periode december - december van het voorgaande jaar. Dit cijfer worden gepubliceerd door het CBS.
2. In het verleden toegekende toeslagen kunnen niet worden gezien als de uitvoering van een bestendige gedragslijn. Het is niet zeker of en in hoeverre er in de toekomst door het Pensioenfonds toeslagen worden verleend. Er wordt door de Aangesloten ondernemingen geen premie ten behoeve van toeslagen betaald.
Artikel 8
Faciliteiten en kosten
1. HaskoningDHV Nederland B.V. biedt het Pensioenfonds de nodige faciliteiten, waaronder begrepen het in dienst nemen van personeel ten behoeve van het pensioenbureau. Dit pensioenbureau, is belast met de uitvoerende taken van het Pensioenfonds.
2. HaskoningDHV Nederland B.V. zal de kosten van de door haar medewerkers aan de organen en commissies van het Pensioenfonds en het pensioenbureau bestede tijd bij het Pensioenfonds in rekening brengen.
3. Het Pensioenfonds en HaskoningDHV Nederland B.V. hebben hun nadere afspraken ten aanzien van de faciliteiten en kosten zoals omschreven in de leden 1 en 2 van dit artikel vastgelegd in een separate service level agreement, waarvan de inhoud voor beide partijen bindend is en welke onlosmakelijk is verbonden met deze overeenkomst. Deze service level agreement is als bijlage 2 bij deze overeenkomst opgenomen.
4. De in het kader van een door de Aangesloten ondernemingen voorgestelde wijziging van de Pensioenregeling te maken advieskosten alsmede de hiermee verbonden eenmalige uitvoeringskosten zullen door de Aangesloten ondernemingen worden gedragen. Wanneer er sprake is van kosten met een gemengd karakter
- die dus niet per definitie uitsluitend het gevolg zijn van een door de Aangesloten ondernemingen voorgestelde wijziging - zal per onderwerp in onderling overleg tussen het Pensioenfonds en de Aangesloten ondernemingen worden bepaald hoe de onderhavige kosten worden verdeeld. Zowel in de situatie waar de Aangesloten ondernemingen de kosten volledig voor hun rekening nemen als in de situatie waar sprake is van gemengde kosten zullen partijen van tevoren gezamenlijk een begroting opstellen en afspraken maken over de eventuele verdeling van deze kosten.
5. Indien de Aangesloten ondernemingen de Pensioenregeling voor de Deelnemers wensen uit te breiden met aanvullende regelingen en het Pensioenfonds verzoeken om deze regelingen uit te voeren, zullen, indien en voor zover het Bestuur van het Pensioenfonds bereid is deze aanvullende regelingen uit te voeren, de bijbehorende extra uitvoeringskosten aan het Pensioenfonds worden vergoed.
Artikel 9
Opstellen en wijzigen Pensioenreglement
1. Het Pensioenreglement wordt opgesteld door het Pensioenfonds en dient te allen tijde in overeenstemming te zijn met de Pensioenovereenkomst en de uitvoeringsovereenkomst.
2. De Aangesloten ondernemingen informeren het Pensioenfonds schriftelijk over iedere voorgenomen wijziging in de Pensioenovereenkomst. Het Pensioenfonds beoordeelt dit voornemen op uitvoerbaarheid, uitlegbaarheid en financierbaarheid. Het Pensioenfonds informeert de Aangesloten ondernemingen over haar bevindingen en treedt vervolgens, indien noodzakelijk, met de Aangesloten ondernemingen in overleg. Vervolgens beslissen de Aangesloten ondernemingen tot wijziging in de Pensioenovereenkomst en informeren het Pensioenfonds over deze beslissing.
3. Het Pensioenfonds stelt vervolgens uiterlijk drie maanden na het van kracht worden van de (gewijzigde) Pensioenovereenkomst een (gewijzigd) Pensioenreglement op en overlegt met de Aangesloten ondernemingen of de gewijzigde Pensioenovereenkomst op de juiste wijze is verwoord in het Pensioenreglement. Vervolgens besluit het Pensioenfonds - met inachtneming van het ter zake bepaalde in
de statuten - tot wijziging van het Pensioenreglement. Daarna passen partijen zo nodig de uitvoeringsovereenkomst aan het gewijzigde Pensioenreglement aan. Het Pensioenfonds informeert vervolgens de Deelnemers terstond over de mogelijkheid om het gewijzigde Pensioenreglement op te vragen bij het Pensioenfonds.
4. Het Pensioenfonds informeert de Aangesloten ondernemingen indien gewijzigde wet- en regelgeving noopt tot aanpassing van het Pensioenreglement. Partijen zullen met elkaar in overleg treden wat de daaruit vloeiende consequenties zijn voor de vigerende Pensioenovereenkomst. Daarna zullen de Aangesloten ondernemingen het Pensioenfonds mededelen tot welke voorgenomen wijziging in de Pensioenovereenkomst dit naar hun oordeel dient te leiden. Vervolgens is de procedure van toepassing als omschreven in lid 2 van dit artikel.
Artikel 10
Communicatie Deelnemers
1. Het Pensioenfonds draagt zorg voor adequate schriftelijke informatie aan de Deelnemers, Gewezen deelnemers, Pensioengerechtigden en overige belanghebbenden, een en ander zoals omschreven in de Pensioenwet en andere wet- en regelgeving gericht op pensioencommunicatie. Onder deze informatie wordt mede verstaan het door het Pensioenfonds te verstrekken Uniforme Pensioenoverzicht.
2. Het Pensioenfonds draagt zorg voor een adequate communicatie en voorlichting over de inhoud en de werking van de Pensioenregeling, waaronder begrepen het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten en het verzorgen van nieuwsbrieven.
3. De Aangesloten ondernemingen dragen zorg voor adequate (schriftelijke) informatieverstrekking over wijzigingen van de inhoud van de Pensioenovereenkomst.
4. Het Pensioenfonds draagt er zorg voor dat de Werknemer waarmee de Aangesloten ondernemingen een Pensioenovereenkomst hebben gesloten, binnen drie maanden na de start van de verwerving van pensioenaanspraken wordt geïnformeerd conform de wetteli jke eisen.
Artikel 11
Premievrije voortzetting
Voor Deelnemers die arbeidsongeschikt zijn zal de deelneming in het Pensioenfonds, ook na beëindiging van het dienstverband met de Aangesloten ondernemingen, worden voortgezet. Daarvoor is door de Aangesloten ondernemingen geen premie aan het Pensioenfonds verschuldigd.
Artikel 12
Inwerkingtreding, wijziging en opzegging
1. Deze overeenkomst is in werking getreden op 1 januari 2020 en is aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. Deze overeenkomst is gericht op een na te streven fiscaal maximale jaarlijkse opbouw bij een pensioenrichtleeftijd van 68 jaar, conform de fiscale regelgeving per 1 januari 2020. Na 3 jaar zal het Pensioenfonds een generieke evaluatie uitvoeren, waarbij in ieder geval aandacht zal worden gegeven aan de kostendekkende premie op basis van verwacht rendement, de ontwikkelingen in het Financieel Toetsingskader (FTK), de gemiddelde leeftijd van de Deelnemers en de levensverwachting. Deze evaluatie kan in geen geval leiden tot een wijziging van de overeengekomen vaste premie.
3. Deze overeenkomst zal, ingeval van wijzigingen van de arbeidsvoorwaarden en/of de Pensioenovereenkomst of wijzigingen in wet- en regelgeving, de statuten en/of het Pensioenreglement daartoe aanleiding geven, door partijen in onderling overleg worden aangepast.
4. Een wijziging van de vaste premie als bedoeld in artikel 5 lid 1 kan niet eerder dan vijf jaar na het in werking treden van deze overeenkomst worden overeengekomen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals een tussentijdse ingrijpende wijziging van toepasselijke wet- en regelgeving, de Pensioenovereenkomst dan wel een verandering van de gemiddelde leeftijd van de actieve Deelnemers zoals uitgewerkt in lid 6 van dit artikel, alsmede de omstandigheden als omschreven in artikel 6.
5. Een wijziging van de vaste premie kan alleen betrekking hebben op toekomstige opbouw en er kan geen sprake zijn van een wijziging ter compensatie van tekorten of overschotten bij het Pensioenfonds. Het uitgangspunt zoals geformuleerd in artikel 5 lid 7, dat door de betaling van de vaste premie de Aangesloten ondernemingen hebben voldaan aan hun financiële verplichtingen uit hoofde van de Pensioenovereenkomst, blijft na een wijziging van de vaste premie onverminderd van kracht.
6. Indien, in geval van bedrijfsovernames en/of fusies door de Aangesloten ondernemingen, bedrijfssplitsing, verkoop van bedrijfsonderdelen of anderszins vergelijkbare handelingen van de Aangesloten ondernemingen dan wet als gevolg van het gevoerde beleid met betrekking tot aanname en ontslag van personeel, de gemiddelde leeftijd van de actieve Deelnemers van de Aangesloten ondernemingen substantieel verandert, zal de in artikel 5 lid 1 genoemde premie opnieuw worden vastgesteld. Het gaat hierbij om de vaststelling van de toekomstige premie waarbij de financiële positie van het Pensioenfonds op het moment van het bepalen van de premie en effecten uit het verleden niet betrokken kunnen worden. Partijen gaan daarbij uit van de uitgangspunten en systematiek welke zijn gehanteerd bij het vaststellen van de onder artikel 5 lid 1 genoemde premie, en laten veranderingen anders dan de leeftijdsopbouw buiten beschouwing.
7. Onder een substantiële wijziging van de gemiddelde leeftijd van de actieve Deelnemers wordt verstaan het stijgen en dalen van de gemiddelde leeftijd van de Deelnemers met twee jaar of meer, uitgaande van de op basis van het parttime percentage gewogen gemiddelde leeftijd per 1 januari 2020. Deze gemiddelde leeftijd zal begin 2020 worden bepaald op basis van de situatie per 31 december 2019 en deze zal worden vastgelegd in een addendum bij deze uitvoeringsovereenkomst.
8. Indien zich naast het gestelde in de leden 3 en 6 van dit artikel omstandigheden voordoen die ten tijde van het aangaan van deze overeenkomst niet voorzien waren en nakoming van de overeenkomst substantieel beïnvloeden, zullen partijen in overleg treden en naar redelijkheid en billijkheid een oplossing proberen te vinden die recht doet aan de belangen van partijen in het kader van deze overeenkomst.
9. Elke wijziging van de overeenkomst dient schriftelijk te worden vastgelegd en door partijen te worden ondertekend.
10. Deze overeenkomst kan door een der partijen op een termijn van twaalf maanden – tenzij wet- en regelgeving een kortere termijn noodzakelijk maken – worden opgezegd in het geval van:
a. een ingrijpende wijziging van de Pensioenovereenkomst, waardoor het Pensioenfondsniet langer in staat is de Pensioenregeling financieel solide uit te voeren;
b. een ingrijpende wijziging van toepasselijke wet- en regelgeving of standpunten van de bevoegde autoriteiten waardoor de in de considerans onder e. geformuleerde doelstelling van de Aangesloten ondernemingen voor het aangaan van deze overeenkomst dusdanig negatief zou worden beïnvloed dat instandhouding van de overeenkomst voor de Aangesloten ondernemingen onwenselijk wordt.
11. Opzegging van deze overeenkomst kan, anders dan hierin anders vastgelegd, niet eerder plaatsvinden dan per 1 januari 2025. Opzegging dient schriftelijk plaats te vinden met inachtneming van een opzegtermijn van
12 maanden. Na opzegging zijn partijen gehouden met elkaar in onderhandeling te treden over een nieuwe uitvoeringsovereenkomst, waarbij de opzet en doelstelling van de onderhavige overeenkomst hun tot uitgangspunt zal strekken.
Artikel 13 Bijlagen
Onder verwijzing naar artikel 3 lid 4 en artikel 8 lid 3 van deze overeenkomst zijn de volgende 2 service level agreements als bijlagen bij deze overeenkomst opgenomen:
1. SLA tussen het Pensioenfonds en de afdeling HRM van de Aangesloten ondernemingen met betrekking tot de wijze van gegevensuitwisseling van Deelnemers.
2. SLA tussen het Pensioenfonds en de Aangesloten ondernemingen met betrekking tot het ter beschikking stellen van faciliteiten en de daaraan verbonden kosten.
Deze bijlagen zijn onlosmakelijk verbonden met deze overeenkomst.
Aldus door partijen overeengekomen en ondertekend te Amersfoort op 17 december 2019.
Stichting Pensioenfonds HaskoningDHV
E.W. Galesloot X. Xxxxxxxxx
lid dagelijks bestuur lid dagelijks bestuur
Koninklijke HaskoningDHV Groep B.V.
J. de Wit
Lid Raad van Bestuur
HaskoningDHV Nederland B.V. DHV NPC X.X.
X. xxx xxx Xxxxxx X. xxx xxx Xxxxxx
Directeur Gevolmachtigde